ATER it Noodlot RUSTHOEK 1 J. P. KENZEN S IS DAT Hf BURG NEN?? S YS IM ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD HAARLEMSCHE BAMKVEREENIGING KLUIS-INRICHTING VEILIGSTELLING LLTIJD GOED s NDIDAAT IGERS NSPORTEN AAN 8, TEL. 22299 BIJKANTOOR VOOR ADVERTENTIËN: ADVERTENTIE-BUREAU D. Y. ALTA, DUVENVOORDESTRAAT 28, HAARLEM J Het overweldigend succes 5 ELECTR. REPARATIE-INRICHTING van alle soorten Schoenen en Laarzen L. FABER ZN. TOONEEL E X P O S I T I ON DAMES-KAPSALONS BOS-VAN DEN ENDEN PLAATSELIJK NIEUWS. BLOEMENDAAL. H. VAN BILDERBEEK JR. TELEFOON 13481 i Jaar ONZE GROOTE eer twee hoofdnummers rama gevlochten. Weer eede hoofdnummer H1NES in de hoofdrol. De aankomst van de heldhaftige bemanning. ;id«n. De stranding van lis van Baron Sweerts van 8 tot ÏO3/^ uur. ELEFOON 10188 J ARI >TAD TOONEEL ilsert) Kk> DHAivS NEEL en JAAP v. d. POLL ARI VRI <G )NEEL B IARI TOONEEL ucces van J1N ARI i TOONEEL RANDKASTEN als ik beter word gaan >m het te zien. Je zult omdat het mijn werk lieveling die mij aan gewerkt heb, in- i niet bij mij. Morgen Zal je goed toezien? id op passenl zei Freda en. Langen tijd bleef ze il hij sliep. :er werd, was Freda bij hij. mtwoordde ze zwak. ik wil het goeid weten, >lik van den dokter ging ng ze het atelier binnen, daar iemand vermoord st de tafel zag ze een ran een telegram liggen, li raapte het papier op on weg. Het was klaar- iet ongeluk. in het hart keek zij de mei op den vloer. Met r op af. Dat was geen rblijfselen van een leeuw rsens niet goed of be- hopen dat zij zioh den kunnen hebben! Ze nam beeld af en daar 1 vreugdekreet niet on- in de zachte, droevige ;esterwerk. Als in ant- armen strekte ze ook de rrukking, van opluchting arheid sprongen in haar ir verlatenheid, wat heb at heb ik een diep be- eindige erbarming; allen 2 zien en hun bedroefde worden door jouw be- van verlatenheid, maar vroegen morgen lichtte blanke gelaat van het uk-stralende gezicht van 22ste JAARGANG ZATPRRAG 21 JANUARI 1928 No. 3 ABONNEMENTSPRIJS f3.50 PER JAAR, F 1.75 PER HALF JAAR BIJ VOORUITBETALING VÓÓR 1 JANUARI OF I JULI NA DIEN DATUM VERHOOGING VAN f 0.15 INCASSOKOSTEN. VOOR INDIË EN T BUITENLAND MET VERHOOGING DER PORTO. LOSSE NUMMERS 10 CENT. ABONNEMENTEN KUNNEN MET ELK NUMMER INGAAN UITGAVE: DRUKKERIJ T. TIMMER, DE GENESTETWEG 23, BLOEMENDAAL ADMINISTRATIE TELEF. 22003 - ADVERTENTIËN TELEF. 14751 - POSTGIRO 30785 ADVERTENTIËN. 18 CENT PER REGEL, BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING. KLEINTJES. VRAAG- EN AAN BOD, HUUR EN VERHUUR. KOOP EN VERKOOP, VAN 1 TOT 5 REGELS 60 CENT, ELKE REGEL MEER 12 CENT, UITSLUITEND BIJ VOORUITBETALING. BOVEN, ONDER OF NAAST DEN TEKST DUBBEL TARIEF BIJKANTOOR: BLOEMENDAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147 B oooooooooooooooooooooooooooooooo (Nadruk verboden) Van den beroemden Engelschen dichter wijsgeer Chesterton las ik een versje, welks inhoud er bij den eersten aanblik heel aantrekkelijk uitziet, maar dat toch, als men er langer over gaat denken, niet ieders instemming zal hebben. Chesterton bezingt hierin een held, die on overwinnelijk is, omdat hij het onsterfe lijk deel van zijn ziel by voorbaat ver zekerd heeft. Hij heeft, aldus drukt de dichter dit zinnebeeldig uit, dit onsterfe lijk deel, aleer hij ten strijde trekt, aan zijn lichaam ontnomen en het ter zyde gesteld in een albasten vaas, waarin hij dit allerkostelijkste veilig heeft opgebor gen. Nu kan niets hem meer deren; wat hem betreft mag, hetgeen er aan hem is over gebleven, verijlen in lucht of tot stof ver gaan, veilig aanvaardt hij den strijd des levens, die hem immers niets meer ontnemen kan. Zoo staat deze held on overwinnelijk in de wereld, want hij is onbevreesd en zijn onverschrokkenheid drijft hem tot roekelooze daden. De tri omf is hem gewis. Juist toen ik dit vers had gelezen en er nog over nadacht, kwam het gesprek op de heldenstukken van een bekend vliege nier, wiens nieuwste waagstuk in de kran ten stond vermeld en geprezen. Iemand in myn gezelschap, die den vlieger persoon lijk kent, maakte de opmerking: „Och ja, hij vliegt er maar op los, want hij heeft pas zijn vrouw verloreij." En ik bracht verband tusschen den vlieger en, Chesterton's vers. Ook de vlieger had het allerkostbaarste, wat hij bezat, opge borgen. Wat Chesterton's held op positie ve wijze gedaan had, had de vlieger op negatieve wijze bereikt. Voor hem even eens was het onsterflijk deel van zijn leven, datgene, wat aan zijn bestaan waar de en beteekenis gaf, daaruit verdwenen. Wat kwam het er verder op aan, wat er met de sterfelijke rest ging geschieden? Evenals de held uit het vers leefde de vlieger verder maar voort als een leeg om hulsel, waarvoor men geen oplettendheid meer hoeft in acht te nemen. De waarde loosheid van zijn bestaan maakte ook hem tot een held; hij durfde alles, omdat hy niets had te verliezen, en daarom kon hij ook alles. Wat een ander, die het kostelijkste levens- bezit nog in zich omdroeg, van hachelijke ondernemingen zou doen terugschrikken, stond den vlieger niet in den weg. De heldhaftigheid van zijn optreden en het welslagen, dat hiervan de uitkomst was, sproot voort uit de ontstentenis van ge loof in zichzelf, dat wil zeggen: in dat deel van zichzelf, dat nog leefde en werkte, onderwijl het betere deel ergens ver weg in een albasten vaas stond geborgen. Eensklaps bedacht ik: hoeveel van de hel dendaden en stoute stukken der menschen zouden hun mogelijkheid aan een dergelij ke levenshouding ontleenen? En dadelijk schoten mij enkele namen te binnen van strijders voor verbetering van maatschap pij, kunst en cultuur, die op lager plan zich een dergelijke onschendbaarheid hebben verzekerd. Immers niet alleen op het gebied van den van ERRES' ontvangapparaten S vindt zijn oorzaak in de onver- j 'gelijkelijk zuivere reproductie van muziek en menschelijke stem. Vraagt gratis demonstratie bij den plaatselijlten agent VERBINDINGSWEG 55, BLOEMENDAAL j| RADIO- EN RIJWIEL-HANDEL geest, zooals bij Chesterton's held, niet al leen in het gemoedsleven, gelijk bij den rampzaligen vlieger, maar vooral ten op zichte van het stoffelijke is de methode in zwang, welke wij met een term, die in de economische politiek van ons vader land burgerrecht heeft verkregen, als „veiligstelling" zouden kunnen ken schetsen. Wat geeft sommigen strijders de kalmte en de kracht tot het martelaarschap? Dat zij, wanneer de nood aan den man komt, onder alle omstandigheden weten ergens een veilige toevlucht te hebben, waarop zy zich kunnen terugtrekken, zoodra het ernst wordt met hun 'levensellende. Ze hebben gefortuneerde ouders of een rijke vrouw, waarbij het onaantastbaar deel van hun economisch bestaan veilig gebor gen ligt. Laat de rest van hun leven nu verder zoo sober mogelijk zijn, ze kunnen zich bekrimpen, ze kunnen zich geven, ze kunnen hun maatschappelijke positie op 't spel zetten en zich offers getroosten, het besef van hun eigenlijke onschend baarheid maakt hen sterk. Terwijl minder bevoorrechten, die, gelijk de oude wijsgeer al het hunne by zich dragen, met ziekte, verbanning, ontzetting uit hun ambt of verlies van hun brood winning hopeloos aan den grond zitten en ten ondergang zijn gedoemd, kunnen deze economische begenadigde strijders zich de roekeloosheid veroorlooven van Chester ton's held, wien het niet deert, zoo zijn sterflijk deel zou verijlen in lucht of tot stof zou vergaan, wijl zijn onsterfelijk deel veilig staat opgeborgen in een albas ten vaas. Het wil mij wel eens voorkomen, of een dergelijk heroïsme het ware heroïsme niet is. De ware held maakt 'het kostbaarste van zijn leven tot inzet. Zijn geld .en goed, vrouw en kinderen, de liefste wensch van zijn hart, zelfs zijn onsterfelijke ziel geeft hij prijs, als het moet. Hy stelt niet het beste gedeelte in veiligheid noch wordt hij roekeloos, omdat hij daarvan tegen zijn zin afstand heeft moeten doen, maar juist het bezit van dat beste gedeelte drijft hem tot verantwoordelijkheid en vertrouwen. Hij is de held, van wien het nobele getui genis kan gelden, dat de mensch liefheeft met al zijn kracht, en met al zyn verstand en van ganseher harte. Het onsterfelijk deel zijner ziel heeft hij niet uitgesneden bij voorbaat, om het in veiligheid te stel len, maar het onsterfelijk deel zy'ner ziel is het middelpunt van zijn handelen, de grondslag van zijn levensgebouw, de bron van zijn bezieling en geestdrift. Juist omdat hy het allerbeste en allerkost baarste bij zich draagt, is hij zoo kwets baar. Maar juist ook, omdat hij het aller beste en allerkostbaarste by zich draagt, is hij zoo onoverwinnelijk. Want wat geeft tenslotte het bezit van een onsterf lijke ziel, zoo men deze niet meedraagt naar de slagvelden en kampperken van 't leven, doch haar opbergt in een fraaie al basten vaas? Het opperste en beste behoort niet opge borgen te zijn. Het behoort als een vlag mee te gaan in den stry'd. Het hoort richt snoer en veldteeken te wezen. Het hoort te bezielen en op te wekken. Het hoort ons, elk oogenblik en onder alle omstandig heden, bij te staan, voor te gaan, het hoort met ons te overwinnen of met ons de nederlaag te lijden. Het is immers on afscheidelijk met ons verbonden; wij zijn het zelf. Want als wy ons er van losmaken, om het veilig te stellen, wie is het dan die strijdt en misschien zelfs verwint ?Het is onze schim, ons leege omhulsel. Zelf zitten wij, veilig in onze lafhartigheid, ge borgen in onze albasten vaas. Liever dan de ongerepte vlag in de pronk- kast is mij het in den strijd gescheurde, besmeurde en hopeloos gehavende vaan del. Want dit is het vaandel van den op rechten held. H. G. Cannegieter KLEINE HOUTSTRAAT 10, TEL. 12896 Concurr. prijzen en vlugge bediening oooooooooooooooooooooooooooooooo 11 BLOEMENDAAL ZAAL DISPONIBEL VOOR VERGADE RINGEN, PARTIJEN, ETC. OOK ZEER GESCHIKT VOOR BESLOTEN DANSCLUBS De heer Schuil heeft in Haarlem's Dagblad van 16 dezer het stoute stuk bestaan te vragen of nu eindelijk de maat van onbenullige stukken was vol- gemeten. Wij hebben de vorige maal gewezen op het kermisstuk-karakter van het rammeiende !a- waai-ding: Kent u mijn vrouw? (van het gezel schap Saalborn), waarin Magda Janssens was een vermoeiende 'bedril-madam. De heer Schuil vat vuur van wege „Wat zijn mannen? blijspel in 3 bedrijven van Harris Deans, opgevoerd door een deel van het 'gezelschap van Cor van der Lugt Melsert. Schuil noemt het stuk leeg, leeg, leeg, en hij hooride bij het uitgaan een der bezoekers zeggen, dat men „hem" in geen maand meer in de komedie zag. Laat ons dadelijk zeggen, dat dit jammer is voor ,Jiem", want het staat vast, idat in de maand die volgt op 16 Januari te Haartlem nog wel iets anders wordt gegeven; maar wij vonden „Kent u mijn vrouw?" nog veel prulliger, zoo niet het alierprulligste wat wij in jaren zagen. Wat zijn mannen?, met zijn vage geestelooze titel, is tenminste gecalqueerd van het dagelijksch leven. En men wil nu eenmaal zijn eigen omgeving wel eens op de planken uitgebeeld zien. Daar is dan in de eerste plaats mevrouw Humphrise, de krib bige jaloersche, bazige weduwe, die ten huize van haar gewezen schoonzuster, de van haar man gescheiden mevr. Ripley, den baas speelt en klap- loopt. Dora Haus maakt wat van die rol. Mevrouw Ripley, door Jo van Walraven, die zich iets beter had kunnen grimeeren, uitgebeeld is geen baas meer in haar huis nu zij van haar man, een broer van mevrouw Humphrise, gescheiden is. De tooneeltjes, zich afspelende tusschen deze beide dames, die elkaar niet uit kunnen staan waren over het algemeen vermakelijk. De rol van de dochter, Joan Ripley werd door het aardige meisje Joeki B roedel et (dochter van den bekenden schrijver Johan 'Broedelet) aardig en vlot gespeeld, maar 'de kroon spande Louis Gim berg als Joe Ripley, de gescheiden man, die toe vallig weer in de oude echtelijke woning aanbe landt, en eerst getroffen doer de lieftalligheid van zijn dochter, later door die zijner zich eenzaam gevoelende gescheiden vrouw, met zin voor ge zonden humor en tot groote ergernis van zijn zuster in dat huis blijft hangen en zienderoogen voor het publiek zich de oude genegenheid zijner vroegere echtgenoote terugwint. De jaloersche zuster bedenkt allerlei trucs om haar broer het blijven onmogelijk te maken, maar het is in dezen slapkousenhemel voor kinderachtige gezin nen anders besloten. Oude liefde roest niet. Joe Ripley, beter gezegd Louis Gimberg weet de door hem verlaten opnieuw te veroveren en op het laatst springt tante Bedril van nijd bijna uit el kaar, een oude meneer, tdie eerst op de dochter en later op de gescheiden moeder had gehoopt, wordt smadelijk verdreven en alles is pour le mieux da'ns de meilleur du monde. Louis Gimberg heeft „de situage" gered, ons voor verveling be hoed en bewezen wat een levend ruiter van een half dood paard maken kan. Wij hebben ons daar om dien tocht naar het Wilsonsplein niet berouwd, ons niet verveeld, alleen van wege oom Louis, daarom is alles nu vergeven en vergeten, maar grootvader Oor van der Lugt Melsert heeft in middels zijn standje van Schuil en de entreegelden van „hem" te pakken. Wij zouden van onzen kant, want de zucht tot tegenspraak en het contrami- neeren zit ons nu eenmaal in het bloed, aan den heer Schuil deze vraag willen stellen: gegeven een maatschappij va-n menschen, waarin degenen die ontwikkeld zijn niet betalen kunnen of wil len, waarin zij die betalen kunnen óf niet ont wikkeld zijn ói hun „fort" vinden in muziek, wijs begeerte, kerkvergadering, filmliga of bridge, ge- INVITATION DES PEINTRES M. L. BAU6NIET, R. FLOU- QUET, K. M A ES ET E. A. VAN TONDEREN DU 20 JANVIER AU 29 FEVRIER. GALERIES J. A. BOSKAMP FILS A OVERVEEN. OUVERTES TOUS LES JOUR DE 10-6 HEURES SAUF LES DIMANCHES HAARWERKEN PARFUMERIEËN DORPSSTRAAT 27 BLOEMENDAAL BIJ HET POSTKANTOOR, TELEFOON 22386 geven een tooneeldirectie, idie haar Pappenheimers kent en dus weet, dat „men" niet meer naar den schouwburg gaat om geestelijk verrijkt te wor den, maar alleen om de verroeste verveling kwijt te taken, gegeven de kinderachtige beschaving, on zer als droogzand aan elkaar hangende maatschap pij, van burgers, die geen andere idealen hebben dan uit te rusten op elkanlders graf en daar tranen te plengen van te laat gekomen gemeenschapsliefde, gegeven de valsche schaamte vooral van den Nederlander om te toonen dat hij liefheeft of haat, kortom een zieleleven heeft, gegeven de holle partij-politiek, waaraan alle burgers een groot deel van hun energie verspillen, gezien het spor tief en ruw mekaniek genaamd de moderne mensch en gehoord zijn zouteloos gesprek, wat zoudt gij met datal eigenlijk willen en vóór wien zoudt gij willen dat het Tooneel ons wat nieuws en verfrissohends bracht? Waar met name zijn de tooneelschrijvers, die ons dat nieuws kunnen geven? Want het mag geen andere dan conservatieve strekking hebben, niet te den'ken geven, geen kritiek op de leegheid en IJdelheid van het uitgaand publiek bevatten; Ib sen is te eenzelvig, 'Hauptma'nn te ruw realistisch, Heijermans was, o schrik, sociaal-democraat, Fa- bricius had schuilden, Simon Mees is een vrouw, Schuil is maar een gewoon mensch op twee boe nen, het Roomsche tooneel is kerkelijke, dat wil in ons land zeggen politieke partij-propaganda, een calvinistisch tooneel bestaat niet en het liberalis me is zoo dood als een pier. De wanhoopskreet van onzen vriend Schuil maakt op ons den in druk van het piepen van een zwaluw in October, van een dus die verzuimd heeft bij tijds naar warmer gewest te verhuizen. Voor ons publiek ligt het warmer .gewest in het land van „Blaue Vogel" en „Revue", Niemand heult erger en 'boeleert intiemer met het publiek .dan de krantenman. Natuurlijk. Ook van de krant vraagt het publiek niet voorlichting, wij zing, aanduiding van goed of slecht, waardeering of leering, maar streeling, streeling van zijn ijdel- heid, zijn gemakzucht en kinderlijken zin; en ko ket als het publiek is, verlangt het van iden kran tenman nog bovendien, bij het aaien, dat hij doet doet als of hij het publiek flink op den stevigen schouder slaat en krachtig de ferme hand schudt. Schuine schouder, slappe hand! Maar het is nu eenmaal niet anders. Slap van wil, leeg van geest, kil van gemoed, als gemeen schap meer .droog mengsel dan organische ver binding, komt vooral ons volk, niet tot leven, en eenmaal levend niet uit zijn stugge plooi tenzij er zooveel beweging en lawaa'i wordt gemaakt, dat rotsen er van zouden smelten en olifanten er om zouden huilen. 'Daartoe dient die „Revue". De „Wereld-Revue Hallo Parijs" (welke titel beter „Hallo-Amsterdam" of „Hallo-Holland" had kunnen zijn) behoort op dat niveau tot het beste wat tegenwoordig kan worden beleefd. Wij maken 'dadelijk een uitzondering voor wat betreft de volstrekt ongepaste zoogenaamde pa rodie op „Op hoop van Zegen" en de vrij zoute- looze parodie op Royaards en Verkade c.s. Voor het overige was het aannemelijk druk, licht, kleu rig, fleurig, vol afwisseling, voor de liefhebbers voldoende vol van als vouwibeenen rondslingerende vrouwenbeenen, en doorspekt met enkele Am- sterdamsche id.i. echt hollandsche gijntjes. In Louis Davids (den j.l. Maandagavond verkouden maar steeds frisscher en levendiger wordenden spreker- dichter-zanger) kwam zoo waar gevatheid, geest humor en satyre telkens eventjes den hoek om kijken, niet te veel, want als gezegd, ons publiek belieft dat niet, maar toCh genoeg om degenen die om geestigheid en paroidie gekomen waren niet geheel onbevredigd huiswaarts te doen gaan. Alles te zam'en genomen een avond vol afwisseling, waarbij wij niet zonder bewondering kunnen ge wagen van het talent van hen die dit alles orga niseerden en goed van stapel deden loopen. Uit dat oogpunt een reuzen-prestatie. De avond weid een half uur eerder beëindigd dan ons was beloofd, maar ook de houder van de 'duurste plaats heeft moeten bekennen volop waar te hebben gehad voor zijn geld en evenals bij de voorstellingen van „Der blaue Vogel", zij het ook minder artistiek aangedaan, sto.nid de bezoeker van den Stads schouwburg ditmaal na afloop op straat zich de vraag te stellen of hij in Parijs of Londen was geweest of in een plotseling tot wereldstad ge worden Haarlem. Van verschillende zijden werden ons de lieve gezichtjes van de medespelende vrouwspersonen geroemd; wij hebben daar zoo geen verstand van en min of meer verbijsterd 'door 't veelvuldig zwaaien met de vouwbeenen hebben wij er ook niet zoo opgelet, maar vermelding verdient het wel omdat, naar men zegt, het land met de mooiste vrouwen, dat der beste mannen is. Als ze dan maar geen va'n beiden „opgemaakt" zijn! Het programma besloeg bijna 4 pagina's druk en men heeft ons :nOg meer gegeven dan beloofd was, althans 'de waarlijk komische scène: De gevangenis cel in 1950 (een kou'de douche vóór het heef-water bad van heden in Pauwel's Boeven en Burgers) ■met Louis Davids in de hoofdrol was lever-schud den, snedig, en gezellig onzinnig. Woensdag 25 Janauri a.s., 'des avonds 8 uur zal het muziek-ensemble „Onderling Kunstgenot", dir. de heer A. J. Grootegoed in de bovenzaal van Hotel Vreeburg een concert 'geven inet het vol- e program: R. Hezer „,uU.UmCU G. de Lange 3. Schuld, T. W. v. d. Sloot 4. Donau Wellen (Walz) J. v. Ivanovici 5. Serenade (viool en piano) Tocelli 6. 'De barbier van Sevilla (Com'isch Trio) R. Smit Pauze. 1. Alte Kameraden (marsoh) C. Teike 2. Grossmutterchen G. 'de Lange 3. An der Schonen blauen 'Donau (Wals) J, Straus 4. Jordaantje (door 2 personen) 5. Teurt Los (Marsch) A. Holzman 6. Finale. 1. Hochheid'decksburgmarsch, 2. Blumjenlied De heer J. Kijne, onderwijzer aan de Ghr. school voor U.L.O. (Hoofd de heer Roosjen) is tot hoofd der Chr. School te Zwaag-Westeinde benoemd. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBiiSBBBBBiB g S3S 3 NASSAULAAN 40 EN 40 ROOD HAARLEM TELEFOON 14734 AUTOLAK" EN DUCO-SPUITINRIGHTINe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1928 | | pagina 1