TWEEDE BLAD
Raadsverslag
A. ZE
Nabetrachting
T egeno
schappel
Het Bloemendaalsch Weekblad
S HAARLEN
BIJKANTOOR:
||KLUIS-II
CONCURRE
No. 16
ZATERDAG 21 APRIL 1928
Verslag van de Vergadering van
den Gemeenteraad van Donderdag
19 April 's nam. 2 uur in het Raad
huis te Overveen.
Voorzitter: de Burgemeester.
Aanwezig: alle leden behalve Wethouder Laan.
De vergadering wordt te ongeveer 2.15 uur geopend
en begonnen wordt met de behandeling van:
Punt 1. Ingekomen stukken.
Ten aanzien van de volgende stukken is geschied wat
wij daarachter vermelden, V.k.a. wil zeggen: voor
kennisgeving aangenomen.
1Dankbetuiging voor de toegekende salarisverhoo-
ging van: K. van Apeldoorn, W. van den Els-
hout, J. Vermeer, D. de Vos en Ch. Lebeau, (v.k.a.).
2. Dankbetuiging van Voorzitter en Secretaris der
Gezondheidscommissie voor het hun door den Raad
toegekende blijk van waardeering bij gelegenheid hun
ner 25-jarige ambtsvervuuling, (v.k.a.).
3. Verslag van den gezondheidstoestand der bevol
king in Vogelenzang over 1927, (v.k.a.).
4. Verslag omtrent den toestand van het Lager On
derwijs in 1927, (v.k.a.).
5. Verslag over 1927 van den schoolarts voor de
scholen D. en E., (v.k.a.).
6. Toelichting van den rector van het Kennemer Ly
ceum over de in de vorige vergadering behandelde
aanvrage om c.q. van gemeentewege het sportveld
voor het Lyceum te maaien, (v.k.a.).
7. Mededeeling van den rector en conrector van het
Kennemer Lyceum, dat h.i. de beste oplossing van het
vraagstuk spoorwegovergang aan de Kleverlaan zou
zijn doortrekking van de (in Bloemendaal niet be
staande) Frederik Hendriklaan, (v.k.a., zie voor dit
punt ook de Rondvraag.)
8. Verzoek van G. Ravensbergen om alsnog te be
handelen zijn request om: a. motiveering van zijn ont
slag en b. schadeloosstelling voor den tijd, dat hij geen
werkloozengeld kreeg.
De heer Schulz acht de behandeling door B. en W.
aan deze zaak gegeven onjuist.
Wethouder Van Nederhasselt: v. R. heeft zelf gezegd
geen onderstand meer noodig te hebben.
De heer Nuyens wil v. R. alsnog een uitkeering geven.
De heer Kremer maakt naar aanleiding van dit geval
de algemeene opmerking, dat B. en W. zulke adressen
dadelijk in den Raad behooren te brengen.
De heer Schulz sluit zich daarbij aan.
Nadat Wethouder Van Nederhasselt mededeelde, dat
v. R. alleen door eigen schuld zonder werk is gekomen
en nog een kleine uitkeering aan zijn vader was toege
legd, neemt de Raad ook dit stuk voor kennisgeving
aan.
9. Verzoek der afdeeling Bloemendaal van den Neder-
landschen Bond van Personeel in Overheidsdienst om
ook de salarissen der werklieden te verhoogen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor om op
dit verzoek afwijzend te beschikken, daar de in de
vergadering van 15 Maart j.l. plaats gehad hebbende
herziening slechts strekte om enkele onjuistheden in
de salarisregeling uit den weg te ruimen. (Op voor
stel van den heer Schulz wordt dit stuk verwezen naar
de Commissie voor georganiseerd overleg).
Ingekomen stuk no. 10 was een adres van A. v. d. Ham
om hem alsnog vergunning te verleenen tot het aan
brengen van een trap in zijn verbouwde garage aan
den Bloemendaalscheweg. B. en W. stelden voor dit
stuk te stellen in haar handen ter afdoening.
De heeren Cassee en Kremer verzetten zich hiertegen
Eerstgenoemde voert o.a. aan, dat het gemeentebestuur
op den duur in verband met de bedoeling der Bouw
verordening het gevraagde niet weigeren kunnen.
De heer Kremer maakt bezwaar tegen den door B. en
W. voorgestelden weg. Het gaat hier om een hooger
beroep van eene afwijzende beslissing van B. en W.,
zulks ingevolge de Woningwet. De Raad oordeelt hier
als tweede instantie. En evenmin als b.v. een Recht
bank een zaak in hooger beroep van den Kanton
rechter bij haar aangebracht terug kan wijzen naar
den Kantonrechter ter afdoening, evenmin kan de
Raad dit in dit geval doen naar B. en W.
De Raad besluit het adres aan B. en W. te zenden
om preadvies.
Bij de Nagekomen Stukken was een bericht van Ge
deputeerde Staten van 4 April, dat zij hunne beslissing
over het Besluit van den Raad van 15 Maart j.l. tot
aankoop van gronden ter verbreeding van den Mili-
tairenweg resp. van Ir. A. G. van Steeden, A. F.
Kremer, M. Boot, V. Dyserinck en Mr. W. J. M.
Westerwoudt hebben verdaagd.
De heer Kremer maakt de opmerking, dat z.i. dit be
sluit niet is aangenomen, maar aangehouden.
Ook de heer Hogenbirk is van oordeel, dat alles wat
op de verbreeding van den Militairenweg betrekking
heeft overeenkomstig de wensch van den Raad nog
steeds hangende is, totdat blijkt tot welke uitkomst
de door hem verlangde samenspreking van het Ge
meentebestuur met de noordelijk aanwonenden zal
leiden.
•De heer Prinsenberg is van oordeel, dat de Raad dit
besluit wel degelijk genomen heeft. De meerderheid
van den Raad blijkt deze zienswijze te zijn toegedaan.
De mededeeling van Ged. Staten wordt daarop voor
kennisgeving aangenomen.
Punt 2. Medewerking ex art. 72 L.O. wet 1920 aan
de schoolvereeniging „Aerdenhout-Bentveld".
Aan de Raadsleden waren alsnog afschriften gezonden
van stukken, op wier ontbreken de heer Prinsenberg
een vorig maal had gewezen. De gevraagde bijdrage
werd alsnog gevoteerd.
Punt. 3. Vaststelling 5e suppletoire begrooting 1927.
De Financieele Commissie (de heeren Luden, Dor-
hout Mees en Schulz) gaf een gunstig advies. Goed
gekeurd.
Punten 4 en 5 worden op voorstel van B. en W. nog
aangehouden, ze betroffen: 4. Aanvrage crediet voor
aanschaffing lantaarns, lampen, enz. ten behoeve der
straatverlichting: 5. Uitgifte in erfpacht van een ter-
reintje in het Bloemendaalsche Bosch aan het Prov.
Electr. Bedrijf van Noordholland voor plaatsing van
een transformatorengebouwtje.
Eveneens werd aangehouden een nieuw punt: Afstaan
van grond in gebruik aan de N. Z. H. Tramweg Mij.
voor het verplaatsen wachthuisje einde Julianalaan.
Punt 6. Overname van een snipje grond langs
den Bloemendaalscheweg van W. Cassee, werd goed
gekeurd.
Punt 7. Ontheffing bepalingen der Bouwverordening.
In overeenstemming met het advies der Commissie van
Bijstand voor Publieke Werken werd door den Raad
ontheffing van het bepaalde bij artikel 7 der Bouwver
ordening verleend aan:
a. E. Komter voor bouw eener garage aan den Mili
tairenweg:
b. H. J. Bets en P. J. Eijken voor bouw eener dubbele
garage aan de Spiegelenburghlaan;
C. D. v. d. Vorm voor bouw eener garage aan den
Zandvoorterweg;
d. P. Maas voor verbouw van zijn woonhuis aan
den Bloemendaalscheweg;
G. H. Bührmann voor verbouw van zijn woonhuis
aan den Ter Hoffsteedeweg;
f. J. Boelstra voor bouw eener bergplaats aan de Dis
tellaan;
doch geweigerd aan:
H. Kwak voor bouw eener villa aan den Zandvoor
terweg, daar de afstand tusschen het te bouwen per
ceel en het reeds bestaande (no. 59) niet de vereischte
breedte heeft.
De beslissing op de ontheffing voor het transformator
huisje werd aangehouden.
Punt 8. Het Kohier der hondenbelasting 1927 over 622
honden sluitende met een opbrengst van 7081.25
werd aldus vastgesteld.
Rondvraag.
De heer Cassee vraagt naar de stand van het vraag
stuk: Overweg Kleverlaan.
De heer Luden deelt mede, dat binnenkort van de
Nederl. Spoorwegen een begrooting van kosten voor
verbreeding van den overweg zal inkomen.
De heer Cassee vraagt of dan toch niet grond noodig
zal zijn van de Erven Wilson. Hoe staan die onder
handelingen? Of is die grond niet noodig?
Wd. Wethouder Luden: Ja zeker en wel zooveel mo
gelijk. Maar we zijn het over den prijs nog niet eens.
De heer Prinsenberg vraagt aan B. en W. te zorgen
dat Bloemendaal tegelijkertijd tevens de Kleverlaan in
eigendom verkrijgt.
De Voorzitter: Alle privé-eigendommen van Haarlem
in onze gemeente worden door Haarlem beschouwd
als een kosten-object in de annexatie-rekening.
De heer Prinsenberg wijst er op, hoe Haarlem moeilijk
heden gemaakt heeft met de aansluiting van den weg
door het Kinheimpark aan de Kleverlaan; hij zal niet
verklappen hoe die aansluiting ten slotte toch is tot
standgekomen, maar die tegenwerking van Haarlem
bewijst weer hoe noodig het is dat hierop orde wordt
gesteld.
Wethouder Van Nederhasselt memoreert, dat een der
Haarlemsche raadsleden, hij gelooft de heer Van Kes-
sel, aan B. en W. van Haarlem gevraagd heeft of
Haarlem nu de Kleverlaan aan Bloemendaal zou geven
en dat B. en W. hierop hebben geantwoord, dat zij de
Kleverlaan-overdracht in verband wilden brengen met
de afdoening der annexatierekening.
De heer Prinsenberg wijst er op, dat Haarlem zelf bij
een beteren toestand aan den overweg groot be
lang heeft, want het grenst er aan, en wil B. en W.
opgedragen zien met Haarlem in verband daarmee
over de Kleverlaan te spreken.
De heer Schulz wil verder gaan en terzelfder tijd de
bemiddeling van Ged. Staten in deze zaak inroepen.
De heer Luden acht het verstandiger de terugkomst
van den heer Laan over dt 3 weken af te wachten,
deze heeft persoonlijk inzake deze Overweg onder
handelingen gevoerd.
De heer Prinsenberg en de Voorzitter vinden daarop
te wachten niet noodig.
De heer De Waal Malefijt wijst op 't vaststaande Uit
breidingsplan in die buurt.
De heer Prinsenberg vindt den prijs van 7.50 per M2.
die de Erven Wilson voor den grond aldaar vragen
veel te hoog.
De Voorzitter: Er is destijds 2.50 geboden.
De Raad neemt ten deze niet een bepaald besluit.
De heer Schulz vraagt naar den stand der onderhan
delingen over de overname der Zeeweg-gronden van
den Erven Van der Vliet.
Wethouder Van Nederhasselt antwoordt namens B.
en W.: Toen de motie van den heer Schulz om de
onderhandelingen te heropenen werd aangenomen,
was de heer Laan ziek; later toen de koop van de
gronden nabij het Kolkje gesloten was heeft de heer
Laan gemeend, dat de zaak der Zeeweggronden hier
mee van de baan was.
De heer Schulz: Dat is een zeer ernstig misverstand!
Hij dringt er met klem op aan, dat, zoodra de heer
Laan terug is, deze zaak dadelijk ter hand worde ge
nomen.'
De heeren Noorman en Schulz wijzen op den bij uit
stek levensgevaarlijken toestand aan den Brederodeweg
nabij het Prov. Ziekenhuis, waar een paar jaar geleden
een man is doodgereden en nu weer een ongeluk is
gebeurd waarbij 3 menschen ernstig gekwetst zijn.
De Voorzitter valt hen bij en zegt, dat de beste op
lossing is, dat de Provincie een strook afstaat van den
ingang tot het gesticht naar de punt bij 't land van
Bulters.
De heer Luden heeft 10 dagen geleden met den heer
Schulz de plek bekeken en hun oordeel, dat verbetering
dringend noodig is, stemde overeen.
De heer Prinsenberg herinnert er aan, dat reeds lang
geleden over deze zaak onderhandeld is, en dat een
oplossing alleen is afgestuit op de tegenwerking van
de particulier, die aan de Zuidpunt aldaar een benoo
digd hoekje heeft en die misbruik wil maken van het
feit, dat de Provincie dat hoekje van hem noodig heeft.
De heeren Van Nederhasselt en Schulz bevestigen dit,
De Raad geeft uitdrukkelijk opdracht, aan B. en W.
om alle voorbereidende stappen te doen om tot af,
doende verbetering te geraken.
De heer Noorman vraagt: Hoe staat 't met de plannen
betreffende de gronden bij het Kolkje?
De heer Cassee wenscht het advies van den heer
Leonard Springer te dezer zake te vernemen.
De heer Luden deelt mede, dat de heer Springer aan
vankelijk zeer ernstig bezwaar, ontleend aan zijn
levensdoel: behoud van het natuurschoon in Nederland,
heeft geopperd om een plan in te dienen; het terrein
in zeer ongemakkelijk.
De beide Wethouders, de gem.-secretaris en de heeren
De Jong en Springer hebben onlangs een wandeling
over het terrein gemaakt en de heer Springer over
weegt nu of het hem toch nog, met het doen van eenige
concessie s aan zijn beginsel, mogelijk is een plan in
ce dienen; daarop wordt nu gewacht.
De heer Noorman: Laten we die zaak niet weer „een
Bloemendaalsche gang'' geven.
Wethouder Van Nederhasselt: Mijnheer Springer
broedt op een nieuw advies.
De heer De Clercq klaagt ernstig over de bestrating
der wegen die naar 't zgn. Julianaduin leiden.
De Voorzitter verzoekt den secretaris die wegen te
noteeren.
Op voorstel van den heer Prinsenberg, gesteund door
de heeren Hogenbirk en Schulz worden B. en W. uit-
genoodigd in de eerstvolgende vergadering plannen in
te dienen tot een zij 't ook voorloopige verbetering van
den toestand aan de Oranje Nassaulaan; de heer
Prinsenberg doet aan de hand een weg van 4 M. breed
aan te leggen; we hebben klinkers genoeg; iets in den
geest als aan de Prins Mauritslaan.
De heer Prinsenberg vraagt in verband hiermee naar
het Uitbreidingsplan voor de gronden tusschen Spoor
baan HaarlemZandvoort en Kleverlaan; laat men ze
desnoods partieel vaststellen voor dit gedeelte, de
grondexploitant daar, weet nu niet, waaraan hij zich
te houden heeft.
Wethouder Van Nederhasselt is van oordeel dat de
zgn. Gewestelijke Commissie het maken van partieele
uitbreidingsplannen tegenwerkt.
Hierop vraagt de heer Hogenbirk opnieuw het woord
over den Militairenweg: We hebben in een der vorige
ergaderingen besloten niet verder te gaan, voordat
de bewoners, die bezwaren hebben, gehoord waren.
Er moet nu een bovenlaag op het wegdek komen.
De heer Kremer heeft gezegd: ik weiger toch, maar
.preker heeft goede hoop op zijn welwillendheid; duurt
het nog langer dan verhardt de heer Kremer hoe langer
hoe meer in zijn standpunt. Misschien is dit nu juist
iets voor den tijdelijken wethouder om in orde te
maken, omdat het voor hem gemakkelijker zal zijn dan
voor den heer Laan, die de vorige fase meemaakte een
minnelijke oplossing te bevorderen. (Gelach. Geroep:
Het voordeel van een tijdelijken wethouder.)
Wethouder Van Nederhasselt zegt: Er is nog geen
bericht ingekomen van Prov. Staten of dezen den
grond bij het huis door den heer Van Oldenborgh be
woond willen afstaan. Hebben wij die, dan kunnen de
anderen eens zien hoe mooi 't wordt.
De heer Hogenbirk: Het kan best zijn dat Prov. Sta
ten er niet toe bereid zijn; laat men een vertegenwoor
diger der Provincie uitnoodigen de samenkomst bij te
wonen.
De heer Luden: Laat ons maar eens 'n avondvergade
ring houden.
De heer Kremer: Ze komen toch niet!
De heer Luden: Je zult eens zien, als ik ze bij mij thuis
op de thee vraag (vroolijkheid).
De heer Hogenbirk vraagt verfraaiing van de buurt
bij het Spoorweg-station Bloemendaal.
Wethouder Van Nederhasselt: Publieke Werken is
bezig aan een mooie teekening.
De heer Bornwater vraagt hoe 't toch staat met den
aankoop van terreinen, voor den bouw van Raadhuis,
School en Politiebureau.
Wethouder Van Nederhasselt deelt een en ander mee
over besprekingen, die hij heeft gehad met een der
Haarlemsche wethouders n.l. Mr. Bruch (weth. van
Onderwijs), Hij deelde aan dezen mede, dat als Haar
lem niet meewerkte, de meerderheid der kinderen van
de Overveensche school, die immers in Haarlem
wonen, wel eens naar huis konde worden gestuurd.
Niet als dreigement was dit door hem gezegd; maar
de feiten liggen er toe. Volgens Mr. Bruch zou de
zaak in B. en W. van Haarlem a.s. Maandag weer
worden besproken.
De heer De Waal Malefijt wil eerst een concept-con
tract met Haarlem hier in den Raad hebben, alvorens
de heer De Jong (de gemeente-architect van Bloemen
daal) en de heer Van Randwijck (directeur der Haar
lemsche waterleiding) met elkaar tot overeenstemming
zijn gekomen.
Wethouder Van Nederhasselt is het hiermee niet eens.
De heer Schulz: Het gaat niet alleen om schoolbouw.
Ook om den Raadhuis-bouw. En daarom wordt het
nu tijd het ernstige plan van den heer Prinsenberg, dat
nog altijd in de trommel zit, desnoods in een afzon
derlijke raadsvergadering te bespreken.
Verschillende leden o.a. de heeren Bornwater en
Noorman vinden dit plan een goede aanleiding om een
principieele beslissing te nemen over de vraag of het
Raadhuis moet komen op het 4e daarvoor gekochte
terrein (naast de tent) of op het Zeeweggebied.
Het denkbeeld een zoodanige aparte vergadering te
houden vindt algemeene instemming.
Hierna sluit de Voorzitter te omstreeks 4 uur de ver
gadering.
Provinciaal Ziekenhuis (door den heer Luden op z'n
ouderwets het Instituut Meerenberg genoemd; de naam
Meerenberg mag niet meer worden uitgesproken!).
Misschien zullen B. en W. reeds dadelijk er iets op
vinden, dat auto's daar zeer langzaam rijden, er moet
inderdaad flink ingegrepen worden, willen B. en W.
de verdenking ontgaan, dat zij het met de veiligheid
van menschenlevens in onze gemeente niet zoo nauw
nemen.
Minder goed waren dezelfde heeren op dreef, toen
zij het hadden over het terrein bij Kraantje Lek, ter
wijl zij bedoelden het terrein bij het Kolkje. Dat is
voor iemand, die ter plaatse bekend is nog al een ver
schil!
Bekend is ook buiten den Raad, dat Leonard Springer,
dè deskundige op het gebied van wegenaanleg en van
bebouwing in streken, waarvan men het natuurschoon
wil sparen, er niets voor gevoelde om de duinen rond
om het Kolkje met huizen te bezetten. Wat zal er als
daar op verschillende plaatsen gegraven moet worden
en als die plekken alle bewoond zijn, van het hout en
duinverloop overblijven?
Het begin van den Zeeweg toont ons met welk droevig
vandalisme de mensch bezield is, wanneer hij zich op
duingrond heer en meester waant. Een woestenij
maakt hij er van in een ommezien tijd. Het gevolg zal
dus zijn, dat wanneer bij het Kolkje gebouwd wordt,
dc rest van het terrein weer met leelijke hekken, palen
en prikkeldraad moet worden afgezet: Caveant con-
sules!
Waren wij Bloemendalers onder ons, het zou nog gaan,
maar als de Haarlemmers en Amsterdammers naar je
duinen op weg zijn, hazelaar en zilverberk, mos, spar
en den, berg je dan maar!
Met den Militairenweg is het ook nog niet alles rozen
geur en maneschijn. Wethouder Van Nederhasselt
verklapt, dat hij naar de Jansstraat (het verblijf van
Ged. Staten) was geweest om te bevorderen, dat de
Provincie een stuk zou afstaan van den tuin, behoo-
rende bij het huis dat de heer Van Oldenborgh be
woont. De heer Van Nederhasselt schijnt te meenen,
dat de Provincie over het hoofd van dezen zeer ge-
zienen provicialen hoofdambtenaar heen, hem tegen zijn
wensch, in stof en narigheid zal zetten. Wij verwach
ten dit niet en nemen eerder aan dat de Provincie zich
er niet voor zal leenen om aldus voor het Gemeente
bestuur de kastanjes uit het vuur te halen. Den heer
Hogenbirk komt hulde toe voor zijn poging om te ge
raken tot een vredelievende oplossing vjhn het onzen
lezers bekende geschil. Naar onze meening echter ver
gist dit geachte raadslid zich, wanneer hij meent, dat
de afwezigheid van den heer Laan hier de onder
handelingen vergemakkelijkt. De heer Laan heeft im
mers op 15 Maart uitdrukkelijk verklaard niet mede
schuldig te zijn aan het feit, waarover de heer Kremer,
zijne buren en verschillende raadsleden zoo boos zijn:
een genomen raadsbesluit niet uitvoeren en een niet
genomen raadsbesluit in daden omzetten. De heer
Kremer gaat algemeen voor een welwillend en goed
hartig man door en naar wij meenen terecht, maar
naar onze zienswijze zal er heel wat anders moeten
gebeuren dan theedrinken op Koningshof of dan wat
de heer Van Nederhasselt deed om de heeren Kremer
en de zijnen te bewegen afstand te doen van hun goed
recht om te eischen uitvoering van het Raadsbesluit
van 20 October j.l. Trouwens wie den Militairenweg
overziet komende van af den Zeeweg, ziet dat B. en
W. en de Raad op 20 October goed hebben gezien
de benoodigde verbreeding te nemen van zuidzijde en
niet van den overkant.
De poel der ellende, de Oranje Nassaubuurt (het is
gelukkig dat H.M. het Bloemendaalsch Weekblad on
geregeld leest, welk een voorstelling zou zij krijgen
van den eerbied van Bloemendaalsch bestuur voor
haar naam!) werd door den heer Prinsenberg flink in
ontginning genomen; de toestand daar is inderdaad
zuiver een schande voor de Gemeente!
22ste JAARGANG
Wij leven in een „hondsche" gemeente. Niet minder
dan 622 viervoetige natuurgenooten in hondengedaante
zijn onze plaatsgenooten, zij brengen over 1927 ruim
7000.in de gemeentekas. Dat is gansch geen
hondsch bedrag, ze vechten doorgaans alleen met el
kaar en bezorgen ons dus eigenlijk alleen genoegen.
Een hulde aan deze vrienden mag dus niet achterwege
blijven, al zal het moeilijk zijn hun onze dankbaarheid
anders dan door een zachte streeling of een extra
kluifje kenbaar te maken.
De heer De Waal Malefijt sneed een moeilijk onder
werp aan, toen hij in verband met de Spoorwegover
gang aan de Kleverlaan er op wees, dat de grond, die
de Gemeente voor de verbreeding koopen wil van de
Erven Wilson op het voor die buurt vaststaand Uit
breidingsplan reeds als weg staat aangegeven. De heer
Prinsenberg voegde daar aan toe, dat de Gemeente
voor dien grond dus niet de volle waarde behoefte te
bieden. Daarin is het laatste woord nog niet gesproken.
Wanneer de Erven Wilson het weiland bezijden de
Kleverlaan zoolang mogelijk onaangeroerd willen laten
zullen zij toch in ieder geval recht hebben op een prijs
per M2. als voor weiland in die buurt geldt, en wei
land is aldaar even begeerd als schaarsch.
De heeren Noorman en Schulz, die altijd goed te paard
zitten als ze door een hun bekende buurt rijden, heb
ben terecht aangedrongen op een verruiming van den
Brederodeweg aan het begin van het park van het
Naar wij thans begrijpen heeft de heer Prinsenbergt
een plan ontworpen voor een Raadhuisbouw op het
terrein schuin over het gebouw, dat nu nog Raadhuis
heet, het zgn. weiland van mevr. Bijleveld. Dat plan
moet reeds lang sluimeren in de trommel met voor
de Pers zorgvuldig verborgen stukken. Het plan op
zich zelf zal wel mooi zijn, maar nu Haarlem door de
in zoover bepaald onzinnige zgn. grensregeling een
maal aldaar zoover is doorgedrongen, dat daar juist
ongeveer de grens der Gemeente ligt, lijkt dat weiland
hoogstens geschikt voor particulieren woningbouw of
voor den bouw van een batterij tegen opdringend
Haarlem, Overveen is door de annexatie geheel van
vorm veranderd, dat terrein ligt aan het uiterste punt
je van een zijner schouders en een Raadhuis moet zich
zooveel mogelijk bevinden nabij de plaats van het
hart der Gemeente. Topografisch, aesthetisch en ideëel
is de Zeeweg de hartader van ons nieuwe Bloemen
daal en aan het begin daarvan en nergens anders laat
zich een behoorlijk monumentaal nieuw Raadhuis
denken. De heer Prinsenberg moge met zijn plan een
aanval doen op het hart der voor het grootste deel
nog als Overveeners gevoelende nieuwe van ons
afgescheurde Haarlemieten, dezen hebben ons Raad
huis helaas niet meer van noode. Wil men het nieuwe
Raadhuis niet in de wijk Bloemendaal stichten (en dat
zal ook niet gaan zonder onbillijk te zijn jegens Voge
lenzang en Aerdenhout) en geeft de heer Gérard van
der Vliet er Vaart en Duin niet voor cadeau, dan is
de keus niet moeilijk meer.
Haarlem heeft Overveen vernietigd, een nieuw Over
veen kan alleen verrijzen in de duinen. Wij kunnen
deze Nabetrachting niet besluiten zonder een woord
van ernstige afkeuring aan het adres van die Haarlem
sche raadsleden en dat Haarlemsch dagblad, die, nog
vóór dat de annexatie is afgewikkeld een nieuwen
aanval op onze Gemeente hebben ingezet. Wij doelen
op de motie van den heer Mr. J. Gerritsz c.s. en op
de Haarlem's groei opvijzelende artikelen van den
ouden heer Peereboom. Wij schreven na de annexatie:
Nu vooruit Haarlem! Vooruit nu met uw haven- en
spoorwegaanleg, vooruit nu met uw ontwikkeling als
economisch centrum! Uit de mouw nu met uw armen
om in werkelijkheid datgene te stichten, waarvoor gij
zeidet Uwe uitbreiding noodig te hebben!
De woorden van lof van minister Kan over Haarlem s
energie en voortvarendheid zijn op diens lippen nauwe
lijks bestorven, of daar steekt men wederom zijn grijp
handen uit niet naar de veenkluiten in de polders om
er productieve werken aan te leggen, maar naar onze
duinen, bewaard door onze menschen, bereikbaar langs
een Zeeweg met ons geld aangelegd, om wederom te
profiteeren zonder arbeid van wat onze bodem op
levert. Moreel en politiek een echt minderwaardige
houding!
Abonnementsprijs 3.50
jaar bij vooruitbetaling
1 Juli. N a dien datum
incassokosten. Voor Int
verhooging der porto. 1
Abonnementen kunnen
■■■■■■■■■■■■■■■■li
(Nadri
In haar onlangs uitgege
bekende danseres Isidor
avontuur, dat zij eens
was.
Het was juist den ocht
waarop de tsaar een trc
tot het paleis waren doi
gen voor vrouw en kii
doen neerschieten.
De danseres, zonder
vroegen ochtend in St.
verkleumd in een rijtuig
toen de koetsier plotselii
pen, zich voorover boog
zag nu uit de donkere
looze rij mannen opdoe:
welke zij droegen. Het
triesten stoet maakte ee
Eensklaps leek al haai
geerte en leed haar nutti
leek haar nutteloos, ten
kon helpen. En toen zi
schitterend uitgedoste
moest dansen, kon ze d
nimmer vergeten.
Een dergelijke ervaring
omstandigheden meerm.
pelijke ellenden en de n
ons persoonlijk bestaan
particuliere wederwaart
schamen ons, dat wij z
wij er ons geheel in
verplichting sterker: de
gelegenheden afstand te
algemeen belang.
Een Amerikaansche die'
deze stemming weergec
zoolang er op de were!
één verstooten vrouw of
mogelijk gelukkig kan
haar gedicht in de volg
„Schoon 's levens zoe
'k Ontsnapte toch nie
Myn huiverende ziel
Totdat eenmaal de li
Bevrijd gaat heen."
Bij de gedachte aan
koming, gevoelen wij o:
Het is, of we, met gelu
kort doen; of we har
vegeteeren op het leed
Kortgeleden was ik gas
verblijf, waar een tali
met gesprekken over c
was een zachte, voorja
wel de bedwelmende pr
gestemde geest van het
ming van blijdschap en
Met een paar gasten
bet prachtige buitenvi
rivier op een muur en
wij een somber gebouv
De trieste aanblik van
nabijheid van de plek,
van vrij en onbelemmer
'ijke omgeving liet mi
tegenstelling was schi
nietende menschen een
gingen door ongestooi
sprekken en wandelin
geestesverdieping, terv
meters afstand mensd
een donkere, eenzame
Hadden wij recht op c
die gevangenis daar s
^alsch, ons betoog g
bloemendag
korte kleverl,
Tuingereedschappen,
Sproeiers, Gieters, Bi
scharen, Snoeischaren.l
spaden fl.25, Bloem-