TWEEDE BLAD Raadsverslag A. ZE Nabetrachting T egeno schappel Het Bloemendaalsch Weekblad S HAARLEN BIJKANTOOR: ||KLUIS-II CONCURRE No. 16 ZATERDAG 21 APRIL 1928 Verslag van de Vergadering van den Gemeenteraad van Donderdag 19 April 's nam. 2 uur in het Raad huis te Overveen. Voorzitter: de Burgemeester. Aanwezig: alle leden behalve Wethouder Laan. De vergadering wordt te ongeveer 2.15 uur geopend en begonnen wordt met de behandeling van: Punt 1. Ingekomen stukken. Ten aanzien van de volgende stukken is geschied wat wij daarachter vermelden, V.k.a. wil zeggen: voor kennisgeving aangenomen. 1Dankbetuiging voor de toegekende salarisverhoo- ging van: K. van Apeldoorn, W. van den Els- hout, J. Vermeer, D. de Vos en Ch. Lebeau, (v.k.a.). 2. Dankbetuiging van Voorzitter en Secretaris der Gezondheidscommissie voor het hun door den Raad toegekende blijk van waardeering bij gelegenheid hun ner 25-jarige ambtsvervuuling, (v.k.a.). 3. Verslag van den gezondheidstoestand der bevol king in Vogelenzang over 1927, (v.k.a.). 4. Verslag omtrent den toestand van het Lager On derwijs in 1927, (v.k.a.). 5. Verslag over 1927 van den schoolarts voor de scholen D. en E., (v.k.a.). 6. Toelichting van den rector van het Kennemer Ly ceum over de in de vorige vergadering behandelde aanvrage om c.q. van gemeentewege het sportveld voor het Lyceum te maaien, (v.k.a.). 7. Mededeeling van den rector en conrector van het Kennemer Lyceum, dat h.i. de beste oplossing van het vraagstuk spoorwegovergang aan de Kleverlaan zou zijn doortrekking van de (in Bloemendaal niet be staande) Frederik Hendriklaan, (v.k.a., zie voor dit punt ook de Rondvraag.) 8. Verzoek van G. Ravensbergen om alsnog te be handelen zijn request om: a. motiveering van zijn ont slag en b. schadeloosstelling voor den tijd, dat hij geen werkloozengeld kreeg. De heer Schulz acht de behandeling door B. en W. aan deze zaak gegeven onjuist. Wethouder Van Nederhasselt: v. R. heeft zelf gezegd geen onderstand meer noodig te hebben. De heer Nuyens wil v. R. alsnog een uitkeering geven. De heer Kremer maakt naar aanleiding van dit geval de algemeene opmerking, dat B. en W. zulke adressen dadelijk in den Raad behooren te brengen. De heer Schulz sluit zich daarbij aan. Nadat Wethouder Van Nederhasselt mededeelde, dat v. R. alleen door eigen schuld zonder werk is gekomen en nog een kleine uitkeering aan zijn vader was toege legd, neemt de Raad ook dit stuk voor kennisgeving aan. 9. Verzoek der afdeeling Bloemendaal van den Neder- landschen Bond van Personeel in Overheidsdienst om ook de salarissen der werklieden te verhoogen. Burgemeester en Wethouders stellen voor om op dit verzoek afwijzend te beschikken, daar de in de vergadering van 15 Maart j.l. plaats gehad hebbende herziening slechts strekte om enkele onjuistheden in de salarisregeling uit den weg te ruimen. (Op voor stel van den heer Schulz wordt dit stuk verwezen naar de Commissie voor georganiseerd overleg). Ingekomen stuk no. 10 was een adres van A. v. d. Ham om hem alsnog vergunning te verleenen tot het aan brengen van een trap in zijn verbouwde garage aan den Bloemendaalscheweg. B. en W. stelden voor dit stuk te stellen in haar handen ter afdoening. De heeren Cassee en Kremer verzetten zich hiertegen Eerstgenoemde voert o.a. aan, dat het gemeentebestuur op den duur in verband met de bedoeling der Bouw verordening het gevraagde niet weigeren kunnen. De heer Kremer maakt bezwaar tegen den door B. en W. voorgestelden weg. Het gaat hier om een hooger beroep van eene afwijzende beslissing van B. en W., zulks ingevolge de Woningwet. De Raad oordeelt hier als tweede instantie. En evenmin als b.v. een Recht bank een zaak in hooger beroep van den Kanton rechter bij haar aangebracht terug kan wijzen naar den Kantonrechter ter afdoening, evenmin kan de Raad dit in dit geval doen naar B. en W. De Raad besluit het adres aan B. en W. te zenden om preadvies. Bij de Nagekomen Stukken was een bericht van Ge deputeerde Staten van 4 April, dat zij hunne beslissing over het Besluit van den Raad van 15 Maart j.l. tot aankoop van gronden ter verbreeding van den Mili- tairenweg resp. van Ir. A. G. van Steeden, A. F. Kremer, M. Boot, V. Dyserinck en Mr. W. J. M. Westerwoudt hebben verdaagd. De heer Kremer maakt de opmerking, dat z.i. dit be sluit niet is aangenomen, maar aangehouden. Ook de heer Hogenbirk is van oordeel, dat alles wat op de verbreeding van den Militairenweg betrekking heeft overeenkomstig de wensch van den Raad nog steeds hangende is, totdat blijkt tot welke uitkomst de door hem verlangde samenspreking van het Ge meentebestuur met de noordelijk aanwonenden zal leiden. •De heer Prinsenberg is van oordeel, dat de Raad dit besluit wel degelijk genomen heeft. De meerderheid van den Raad blijkt deze zienswijze te zijn toegedaan. De mededeeling van Ged. Staten wordt daarop voor kennisgeving aangenomen. Punt 2. Medewerking ex art. 72 L.O. wet 1920 aan de schoolvereeniging „Aerdenhout-Bentveld". Aan de Raadsleden waren alsnog afschriften gezonden van stukken, op wier ontbreken de heer Prinsenberg een vorig maal had gewezen. De gevraagde bijdrage werd alsnog gevoteerd. Punt. 3. Vaststelling 5e suppletoire begrooting 1927. De Financieele Commissie (de heeren Luden, Dor- hout Mees en Schulz) gaf een gunstig advies. Goed gekeurd. Punten 4 en 5 worden op voorstel van B. en W. nog aangehouden, ze betroffen: 4. Aanvrage crediet voor aanschaffing lantaarns, lampen, enz. ten behoeve der straatverlichting: 5. Uitgifte in erfpacht van een ter- reintje in het Bloemendaalsche Bosch aan het Prov. Electr. Bedrijf van Noordholland voor plaatsing van een transformatorengebouwtje. Eveneens werd aangehouden een nieuw punt: Afstaan van grond in gebruik aan de N. Z. H. Tramweg Mij. voor het verplaatsen wachthuisje einde Julianalaan. Punt 6. Overname van een snipje grond langs den Bloemendaalscheweg van W. Cassee, werd goed gekeurd. Punt 7. Ontheffing bepalingen der Bouwverordening. In overeenstemming met het advies der Commissie van Bijstand voor Publieke Werken werd door den Raad ontheffing van het bepaalde bij artikel 7 der Bouwver ordening verleend aan: a. E. Komter voor bouw eener garage aan den Mili tairenweg: b. H. J. Bets en P. J. Eijken voor bouw eener dubbele garage aan de Spiegelenburghlaan; C. D. v. d. Vorm voor bouw eener garage aan den Zandvoorterweg; d. P. Maas voor verbouw van zijn woonhuis aan den Bloemendaalscheweg; G. H. Bührmann voor verbouw van zijn woonhuis aan den Ter Hoffsteedeweg; f. J. Boelstra voor bouw eener bergplaats aan de Dis tellaan; doch geweigerd aan: H. Kwak voor bouw eener villa aan den Zandvoor terweg, daar de afstand tusschen het te bouwen per ceel en het reeds bestaande (no. 59) niet de vereischte breedte heeft. De beslissing op de ontheffing voor het transformator huisje werd aangehouden. Punt 8. Het Kohier der hondenbelasting 1927 over 622 honden sluitende met een opbrengst van 7081.25 werd aldus vastgesteld. Rondvraag. De heer Cassee vraagt naar de stand van het vraag stuk: Overweg Kleverlaan. De heer Luden deelt mede, dat binnenkort van de Nederl. Spoorwegen een begrooting van kosten voor verbreeding van den overweg zal inkomen. De heer Cassee vraagt of dan toch niet grond noodig zal zijn van de Erven Wilson. Hoe staan die onder handelingen? Of is die grond niet noodig? Wd. Wethouder Luden: Ja zeker en wel zooveel mo gelijk. Maar we zijn het over den prijs nog niet eens. De heer Prinsenberg vraagt aan B. en W. te zorgen dat Bloemendaal tegelijkertijd tevens de Kleverlaan in eigendom verkrijgt. De Voorzitter: Alle privé-eigendommen van Haarlem in onze gemeente worden door Haarlem beschouwd als een kosten-object in de annexatie-rekening. De heer Prinsenberg wijst er op, hoe Haarlem moeilijk heden gemaakt heeft met de aansluiting van den weg door het Kinheimpark aan de Kleverlaan; hij zal niet verklappen hoe die aansluiting ten slotte toch is tot standgekomen, maar die tegenwerking van Haarlem bewijst weer hoe noodig het is dat hierop orde wordt gesteld. Wethouder Van Nederhasselt memoreert, dat een der Haarlemsche raadsleden, hij gelooft de heer Van Kes- sel, aan B. en W. van Haarlem gevraagd heeft of Haarlem nu de Kleverlaan aan Bloemendaal zou geven en dat B. en W. hierop hebben geantwoord, dat zij de Kleverlaan-overdracht in verband wilden brengen met de afdoening der annexatierekening. De heer Prinsenberg wijst er op, dat Haarlem zelf bij een beteren toestand aan den overweg groot be lang heeft, want het grenst er aan, en wil B. en W. opgedragen zien met Haarlem in verband daarmee over de Kleverlaan te spreken. De heer Schulz wil verder gaan en terzelfder tijd de bemiddeling van Ged. Staten in deze zaak inroepen. De heer Luden acht het verstandiger de terugkomst van den heer Laan over dt 3 weken af te wachten, deze heeft persoonlijk inzake deze Overweg onder handelingen gevoerd. De heer Prinsenberg en de Voorzitter vinden daarop te wachten niet noodig. De heer De Waal Malefijt wijst op 't vaststaande Uit breidingsplan in die buurt. De heer Prinsenberg vindt den prijs van 7.50 per M2. die de Erven Wilson voor den grond aldaar vragen veel te hoog. De Voorzitter: Er is destijds 2.50 geboden. De Raad neemt ten deze niet een bepaald besluit. De heer Schulz vraagt naar den stand der onderhan delingen over de overname der Zeeweg-gronden van den Erven Van der Vliet. Wethouder Van Nederhasselt antwoordt namens B. en W.: Toen de motie van den heer Schulz om de onderhandelingen te heropenen werd aangenomen, was de heer Laan ziek; later toen de koop van de gronden nabij het Kolkje gesloten was heeft de heer Laan gemeend, dat de zaak der Zeeweggronden hier mee van de baan was. De heer Schulz: Dat is een zeer ernstig misverstand! Hij dringt er met klem op aan, dat, zoodra de heer Laan terug is, deze zaak dadelijk ter hand worde ge nomen.' De heeren Noorman en Schulz wijzen op den bij uit stek levensgevaarlijken toestand aan den Brederodeweg nabij het Prov. Ziekenhuis, waar een paar jaar geleden een man is doodgereden en nu weer een ongeluk is gebeurd waarbij 3 menschen ernstig gekwetst zijn. De Voorzitter valt hen bij en zegt, dat de beste op lossing is, dat de Provincie een strook afstaat van den ingang tot het gesticht naar de punt bij 't land van Bulters. De heer Luden heeft 10 dagen geleden met den heer Schulz de plek bekeken en hun oordeel, dat verbetering dringend noodig is, stemde overeen. De heer Prinsenberg herinnert er aan, dat reeds lang geleden over deze zaak onderhandeld is, en dat een oplossing alleen is afgestuit op de tegenwerking van de particulier, die aan de Zuidpunt aldaar een benoo digd hoekje heeft en die misbruik wil maken van het feit, dat de Provincie dat hoekje van hem noodig heeft. De heeren Van Nederhasselt en Schulz bevestigen dit, De Raad geeft uitdrukkelijk opdracht, aan B. en W. om alle voorbereidende stappen te doen om tot af, doende verbetering te geraken. De heer Noorman vraagt: Hoe staat 't met de plannen betreffende de gronden bij het Kolkje? De heer Cassee wenscht het advies van den heer Leonard Springer te dezer zake te vernemen. De heer Luden deelt mede, dat de heer Springer aan vankelijk zeer ernstig bezwaar, ontleend aan zijn levensdoel: behoud van het natuurschoon in Nederland, heeft geopperd om een plan in te dienen; het terrein in zeer ongemakkelijk. De beide Wethouders, de gem.-secretaris en de heeren De Jong en Springer hebben onlangs een wandeling over het terrein gemaakt en de heer Springer over weegt nu of het hem toch nog, met het doen van eenige concessie s aan zijn beginsel, mogelijk is een plan in ce dienen; daarop wordt nu gewacht. De heer Noorman: Laten we die zaak niet weer „een Bloemendaalsche gang'' geven. Wethouder Van Nederhasselt: Mijnheer Springer broedt op een nieuw advies. De heer De Clercq klaagt ernstig over de bestrating der wegen die naar 't zgn. Julianaduin leiden. De Voorzitter verzoekt den secretaris die wegen te noteeren. Op voorstel van den heer Prinsenberg, gesteund door de heeren Hogenbirk en Schulz worden B. en W. uit- genoodigd in de eerstvolgende vergadering plannen in te dienen tot een zij 't ook voorloopige verbetering van den toestand aan de Oranje Nassaulaan; de heer Prinsenberg doet aan de hand een weg van 4 M. breed aan te leggen; we hebben klinkers genoeg; iets in den geest als aan de Prins Mauritslaan. De heer Prinsenberg vraagt in verband hiermee naar het Uitbreidingsplan voor de gronden tusschen Spoor baan HaarlemZandvoort en Kleverlaan; laat men ze desnoods partieel vaststellen voor dit gedeelte, de grondexploitant daar, weet nu niet, waaraan hij zich te houden heeft. Wethouder Van Nederhasselt is van oordeel dat de zgn. Gewestelijke Commissie het maken van partieele uitbreidingsplannen tegenwerkt. Hierop vraagt de heer Hogenbirk opnieuw het woord over den Militairenweg: We hebben in een der vorige ergaderingen besloten niet verder te gaan, voordat de bewoners, die bezwaren hebben, gehoord waren. Er moet nu een bovenlaag op het wegdek komen. De heer Kremer heeft gezegd: ik weiger toch, maar .preker heeft goede hoop op zijn welwillendheid; duurt het nog langer dan verhardt de heer Kremer hoe langer hoe meer in zijn standpunt. Misschien is dit nu juist iets voor den tijdelijken wethouder om in orde te maken, omdat het voor hem gemakkelijker zal zijn dan voor den heer Laan, die de vorige fase meemaakte een minnelijke oplossing te bevorderen. (Gelach. Geroep: Het voordeel van een tijdelijken wethouder.) Wethouder Van Nederhasselt zegt: Er is nog geen bericht ingekomen van Prov. Staten of dezen den grond bij het huis door den heer Van Oldenborgh be woond willen afstaan. Hebben wij die, dan kunnen de anderen eens zien hoe mooi 't wordt. De heer Hogenbirk: Het kan best zijn dat Prov. Sta ten er niet toe bereid zijn; laat men een vertegenwoor diger der Provincie uitnoodigen de samenkomst bij te wonen. De heer Luden: Laat ons maar eens 'n avondvergade ring houden. De heer Kremer: Ze komen toch niet! De heer Luden: Je zult eens zien, als ik ze bij mij thuis op de thee vraag (vroolijkheid). De heer Hogenbirk vraagt verfraaiing van de buurt bij het Spoorweg-station Bloemendaal. Wethouder Van Nederhasselt: Publieke Werken is bezig aan een mooie teekening. De heer Bornwater vraagt hoe 't toch staat met den aankoop van terreinen, voor den bouw van Raadhuis, School en Politiebureau. Wethouder Van Nederhasselt deelt een en ander mee over besprekingen, die hij heeft gehad met een der Haarlemsche wethouders n.l. Mr. Bruch (weth. van Onderwijs), Hij deelde aan dezen mede, dat als Haar lem niet meewerkte, de meerderheid der kinderen van de Overveensche school, die immers in Haarlem wonen, wel eens naar huis konde worden gestuurd. Niet als dreigement was dit door hem gezegd; maar de feiten liggen er toe. Volgens Mr. Bruch zou de zaak in B. en W. van Haarlem a.s. Maandag weer worden besproken. De heer De Waal Malefijt wil eerst een concept-con tract met Haarlem hier in den Raad hebben, alvorens de heer De Jong (de gemeente-architect van Bloemen daal) en de heer Van Randwijck (directeur der Haar lemsche waterleiding) met elkaar tot overeenstemming zijn gekomen. Wethouder Van Nederhasselt is het hiermee niet eens. De heer Schulz: Het gaat niet alleen om schoolbouw. Ook om den Raadhuis-bouw. En daarom wordt het nu tijd het ernstige plan van den heer Prinsenberg, dat nog altijd in de trommel zit, desnoods in een afzon derlijke raadsvergadering te bespreken. Verschillende leden o.a. de heeren Bornwater en Noorman vinden dit plan een goede aanleiding om een principieele beslissing te nemen over de vraag of het Raadhuis moet komen op het 4e daarvoor gekochte terrein (naast de tent) of op het Zeeweggebied. Het denkbeeld een zoodanige aparte vergadering te houden vindt algemeene instemming. Hierna sluit de Voorzitter te omstreeks 4 uur de ver gadering. Provinciaal Ziekenhuis (door den heer Luden op z'n ouderwets het Instituut Meerenberg genoemd; de naam Meerenberg mag niet meer worden uitgesproken!). Misschien zullen B. en W. reeds dadelijk er iets op vinden, dat auto's daar zeer langzaam rijden, er moet inderdaad flink ingegrepen worden, willen B. en W. de verdenking ontgaan, dat zij het met de veiligheid van menschenlevens in onze gemeente niet zoo nauw nemen. Minder goed waren dezelfde heeren op dreef, toen zij het hadden over het terrein bij Kraantje Lek, ter wijl zij bedoelden het terrein bij het Kolkje. Dat is voor iemand, die ter plaatse bekend is nog al een ver schil! Bekend is ook buiten den Raad, dat Leonard Springer, dè deskundige op het gebied van wegenaanleg en van bebouwing in streken, waarvan men het natuurschoon wil sparen, er niets voor gevoelde om de duinen rond om het Kolkje met huizen te bezetten. Wat zal er als daar op verschillende plaatsen gegraven moet worden en als die plekken alle bewoond zijn, van het hout en duinverloop overblijven? Het begin van den Zeeweg toont ons met welk droevig vandalisme de mensch bezield is, wanneer hij zich op duingrond heer en meester waant. Een woestenij maakt hij er van in een ommezien tijd. Het gevolg zal dus zijn, dat wanneer bij het Kolkje gebouwd wordt, dc rest van het terrein weer met leelijke hekken, palen en prikkeldraad moet worden afgezet: Caveant con- sules! Waren wij Bloemendalers onder ons, het zou nog gaan, maar als de Haarlemmers en Amsterdammers naar je duinen op weg zijn, hazelaar en zilverberk, mos, spar en den, berg je dan maar! Met den Militairenweg is het ook nog niet alles rozen geur en maneschijn. Wethouder Van Nederhasselt verklapt, dat hij naar de Jansstraat (het verblijf van Ged. Staten) was geweest om te bevorderen, dat de Provincie een stuk zou afstaan van den tuin, behoo- rende bij het huis dat de heer Van Oldenborgh be woont. De heer Van Nederhasselt schijnt te meenen, dat de Provincie over het hoofd van dezen zeer ge- zienen provicialen hoofdambtenaar heen, hem tegen zijn wensch, in stof en narigheid zal zetten. Wij verwach ten dit niet en nemen eerder aan dat de Provincie zich er niet voor zal leenen om aldus voor het Gemeente bestuur de kastanjes uit het vuur te halen. Den heer Hogenbirk komt hulde toe voor zijn poging om te ge raken tot een vredelievende oplossing vjhn het onzen lezers bekende geschil. Naar onze meening echter ver gist dit geachte raadslid zich, wanneer hij meent, dat de afwezigheid van den heer Laan hier de onder handelingen vergemakkelijkt. De heer Laan heeft im mers op 15 Maart uitdrukkelijk verklaard niet mede schuldig te zijn aan het feit, waarover de heer Kremer, zijne buren en verschillende raadsleden zoo boos zijn: een genomen raadsbesluit niet uitvoeren en een niet genomen raadsbesluit in daden omzetten. De heer Kremer gaat algemeen voor een welwillend en goed hartig man door en naar wij meenen terecht, maar naar onze zienswijze zal er heel wat anders moeten gebeuren dan theedrinken op Koningshof of dan wat de heer Van Nederhasselt deed om de heeren Kremer en de zijnen te bewegen afstand te doen van hun goed recht om te eischen uitvoering van het Raadsbesluit van 20 October j.l. Trouwens wie den Militairenweg overziet komende van af den Zeeweg, ziet dat B. en W. en de Raad op 20 October goed hebben gezien de benoodigde verbreeding te nemen van zuidzijde en niet van den overkant. De poel der ellende, de Oranje Nassaubuurt (het is gelukkig dat H.M. het Bloemendaalsch Weekblad on geregeld leest, welk een voorstelling zou zij krijgen van den eerbied van Bloemendaalsch bestuur voor haar naam!) werd door den heer Prinsenberg flink in ontginning genomen; de toestand daar is inderdaad zuiver een schande voor de Gemeente! 22ste JAARGANG Wij leven in een „hondsche" gemeente. Niet minder dan 622 viervoetige natuurgenooten in hondengedaante zijn onze plaatsgenooten, zij brengen over 1927 ruim 7000.in de gemeentekas. Dat is gansch geen hondsch bedrag, ze vechten doorgaans alleen met el kaar en bezorgen ons dus eigenlijk alleen genoegen. Een hulde aan deze vrienden mag dus niet achterwege blijven, al zal het moeilijk zijn hun onze dankbaarheid anders dan door een zachte streeling of een extra kluifje kenbaar te maken. De heer De Waal Malefijt sneed een moeilijk onder werp aan, toen hij in verband met de Spoorwegover gang aan de Kleverlaan er op wees, dat de grond, die de Gemeente voor de verbreeding koopen wil van de Erven Wilson op het voor die buurt vaststaand Uit breidingsplan reeds als weg staat aangegeven. De heer Prinsenberg voegde daar aan toe, dat de Gemeente voor dien grond dus niet de volle waarde behoefte te bieden. Daarin is het laatste woord nog niet gesproken. Wanneer de Erven Wilson het weiland bezijden de Kleverlaan zoolang mogelijk onaangeroerd willen laten zullen zij toch in ieder geval recht hebben op een prijs per M2. als voor weiland in die buurt geldt, en wei land is aldaar even begeerd als schaarsch. De heeren Noorman en Schulz, die altijd goed te paard zitten als ze door een hun bekende buurt rijden, heb ben terecht aangedrongen op een verruiming van den Brederodeweg aan het begin van het park van het Naar wij thans begrijpen heeft de heer Prinsenbergt een plan ontworpen voor een Raadhuisbouw op het terrein schuin over het gebouw, dat nu nog Raadhuis heet, het zgn. weiland van mevr. Bijleveld. Dat plan moet reeds lang sluimeren in de trommel met voor de Pers zorgvuldig verborgen stukken. Het plan op zich zelf zal wel mooi zijn, maar nu Haarlem door de in zoover bepaald onzinnige zgn. grensregeling een maal aldaar zoover is doorgedrongen, dat daar juist ongeveer de grens der Gemeente ligt, lijkt dat weiland hoogstens geschikt voor particulieren woningbouw of voor den bouw van een batterij tegen opdringend Haarlem, Overveen is door de annexatie geheel van vorm veranderd, dat terrein ligt aan het uiterste punt je van een zijner schouders en een Raadhuis moet zich zooveel mogelijk bevinden nabij de plaats van het hart der Gemeente. Topografisch, aesthetisch en ideëel is de Zeeweg de hartader van ons nieuwe Bloemen daal en aan het begin daarvan en nergens anders laat zich een behoorlijk monumentaal nieuw Raadhuis denken. De heer Prinsenberg moge met zijn plan een aanval doen op het hart der voor het grootste deel nog als Overveeners gevoelende nieuwe van ons afgescheurde Haarlemieten, dezen hebben ons Raad huis helaas niet meer van noode. Wil men het nieuwe Raadhuis niet in de wijk Bloemendaal stichten (en dat zal ook niet gaan zonder onbillijk te zijn jegens Voge lenzang en Aerdenhout) en geeft de heer Gérard van der Vliet er Vaart en Duin niet voor cadeau, dan is de keus niet moeilijk meer. Haarlem heeft Overveen vernietigd, een nieuw Over veen kan alleen verrijzen in de duinen. Wij kunnen deze Nabetrachting niet besluiten zonder een woord van ernstige afkeuring aan het adres van die Haarlem sche raadsleden en dat Haarlemsch dagblad, die, nog vóór dat de annexatie is afgewikkeld een nieuwen aanval op onze Gemeente hebben ingezet. Wij doelen op de motie van den heer Mr. J. Gerritsz c.s. en op de Haarlem's groei opvijzelende artikelen van den ouden heer Peereboom. Wij schreven na de annexatie: Nu vooruit Haarlem! Vooruit nu met uw haven- en spoorwegaanleg, vooruit nu met uw ontwikkeling als economisch centrum! Uit de mouw nu met uw armen om in werkelijkheid datgene te stichten, waarvoor gij zeidet Uwe uitbreiding noodig te hebben! De woorden van lof van minister Kan over Haarlem s energie en voortvarendheid zijn op diens lippen nauwe lijks bestorven, of daar steekt men wederom zijn grijp handen uit niet naar de veenkluiten in de polders om er productieve werken aan te leggen, maar naar onze duinen, bewaard door onze menschen, bereikbaar langs een Zeeweg met ons geld aangelegd, om wederom te profiteeren zonder arbeid van wat onze bodem op levert. Moreel en politiek een echt minderwaardige houding! Abonnementsprijs 3.50 jaar bij vooruitbetaling 1 Juli. N a dien datum incassokosten. Voor Int verhooging der porto. 1 Abonnementen kunnen ■■■■■■■■■■■■■■■■li (Nadri In haar onlangs uitgege bekende danseres Isidor avontuur, dat zij eens was. Het was juist den ocht waarop de tsaar een trc tot het paleis waren doi gen voor vrouw en kii doen neerschieten. De danseres, zonder vroegen ochtend in St. verkleumd in een rijtuig toen de koetsier plotselii pen, zich voorover boog zag nu uit de donkere looze rij mannen opdoe: welke zij droegen. Het triesten stoet maakte ee Eensklaps leek al haai geerte en leed haar nutti leek haar nutteloos, ten kon helpen. En toen zi schitterend uitgedoste moest dansen, kon ze d nimmer vergeten. Een dergelijke ervaring omstandigheden meerm. pelijke ellenden en de n ons persoonlijk bestaan particuliere wederwaart schamen ons, dat wij z wij er ons geheel in verplichting sterker: de gelegenheden afstand te algemeen belang. Een Amerikaansche die' deze stemming weergec zoolang er op de were! één verstooten vrouw of mogelijk gelukkig kan haar gedicht in de volg „Schoon 's levens zoe 'k Ontsnapte toch nie Myn huiverende ziel Totdat eenmaal de li Bevrijd gaat heen." Bij de gedachte aan koming, gevoelen wij o: Het is, of we, met gelu kort doen; of we har vegeteeren op het leed Kortgeleden was ik gas verblijf, waar een tali met gesprekken over c was een zachte, voorja wel de bedwelmende pr gestemde geest van het ming van blijdschap en Met een paar gasten bet prachtige buitenvi rivier op een muur en wij een somber gebouv De trieste aanblik van nabijheid van de plek, van vrij en onbelemmer 'ijke omgeving liet mi tegenstelling was schi nietende menschen een gingen door ongestooi sprekken en wandelin geestesverdieping, terv meters afstand mensd een donkere, eenzame Hadden wij recht op c die gevangenis daar s ^alsch, ons betoog g bloemendag korte kleverl, Tuingereedschappen, Sproeiers, Gieters, Bi scharen, Snoeischaren.l spaden fl.25, Bloem-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1928 | | pagina 8