BIJ BRAND
Tel. 22444
Sport
Schaakrubriek
Hè
De Maan
W cgenbelasting
Humor en Satyre
Burgerlijke Stand
Kerkagenda
GIS Zn.
egers
'SIROPEN
ANT.CASSEEaZf
?LEM - TEL. 13310
op waardige wijze
:t bestuur van boven-
oote zaal van Hotel
plaats genomen ach-
le gelukwenschen in
werd zeer druk be-
van gymnastiekver-
rt, Overveen, IJmui-
atsen. Ook kwamen
'ereenigingen en wel
lvereenigingen, Ver-
loemendaal en niet te
ninginnedag. De ge-
an prachtige bloem-
ur na niet te langen
a de receptie had er
B.G.V.-bestuur nog
iangekondigde sport-
liging. Op het voet-
eid welwillend door
was afgestaan, was
en voor de gymnas-
rschillende sportver-
des middags repe-
hitte. Het was niet
Dch wel na kon gaan
er elkaar in een on-
t men des middags
t 2 uur marcheerden
or deze gelegenheid
/aandelgroet met het
aen. Door het harde
[roote hitte was het
ir behooren te doen.
nnen we noemen het
r aan de brug, het
e handbal. Een uit-
if-oefeningen, uitge-
le volksdansjes door
V^ilhelmina uit Sant
ewerking toegezegd
ie in voor zoover zij
itig terwijl een groot
rmte in zwijm vielen,
lukken-Dienst geen
verleenen.
zijn deze twee dagen
velen zullen er dan
insluiten.
:rs zal een beschrij-
cken van een vlieg-
rkers eerstdaags ge-
•eekt aan. Vreemde-
>ns land. Ook Bloe-
ir buitenlanders ver-
enhove zijn een aan-
:erd. In Hotel Duin
>okssport beoefenen.
dag hadden brand-
riklaan en Waldeck
zijn door de brand-
nnis van uwe lezers
ders, die er prijs op
iog in de netten der
e exposities bezoe-
torische cyclus van
i dien cyclus „Van
der Romeinen hier
afloopen, nog voor
Augustus, geprolon-
>inen hier te lande'
oor de appreciatie,
iuders tegemoet te
;n ook anderen van
ware het wellicht
dat deze exposities
ma J. A. Boskamp
der en een iegelijk
plichting toeganke-
tot 6 uur.
king, teeken ik met
Uw dw.
THEUNISSE.
ooooooooocoooc
ELE FLESCH
ooooooooooocoo
aflifiiM
wewiN®
INSISWTIWfc
BhGEMEN»AAI5
OPGERICHT 1828
CRICKET.
Op een nederlaag tegen Haarlem 3a is een flinke over-
winning op R.C.H. II gevolgd.
Het elftal door Bloemendaal tegen Haarlem in 't veld
gebracht was zóó zwak (niet alleen onvolledig maar
zelfs onvoltallig!) dat het resultaat al van te voren
vaststond, vooral waar de tegenpartij een zeer sterk
elftal in 't veld bracht, o.a. Lanting, Onkenhout, Bies-
Imar, Tesmacher, Dik en Heimig. Bruun Dik had als
bowler geweldig succes: hij nam 6 wickets voor O runs,
allen clean bowled! Onder deze omstandigheden is
het begrijpelijk, dat het Bloemendaal totaal slechts 26
ïuns bedroeg. Het openingspaar van Haarlem, Tes
macher en Heimig overschreed dit totaal reeds, zoodat
men in 't Bloemendaal kamp niet ten onrechte voor
ten inningsnederlaag vreesde. Maar 't liep best af:
de rest der Haarlemmers faalde volkomen, voor 46
hadden allen een beurt gehad. Bloemendaal verloor
dus met 20 runs.
Tegen R.C.H. ging 't veel beter, maar nu werd ook
een behoorlijk team in 't veld gebracht. Op 't bowlen
van Beijk en Van Dam sloegen Scheen c.s. 56 runs
bij elkaar. Beijk, die dit jaar als bowler niet zoo ge
vaarlijk is, had niettemin de beste cijfers, waaraan een
overigens ongerechtvaardigde vrees voor zijn snelheid
niet vreemd is. Voor Van Dam, ontegenzeggelijk zui
verder als zijn collega, heeft men minder ontzag.
Bij Bloemendaal werd behoorlijk gebat. Het openings
paar, v. d. Meer en Strik, sloeg er lustig op los, terwijl
later Beijk voor 't eerst dit jaar met het slaghout goed
los kwam en 32 runs op zijn naam nam, voor zijn palen
duikelden. L. v. d. Meij, dè bowler van R.C.H. werd
geheel niet ontzien, en in één over zelfs door Beijk
voor 20 weggeranseld. Zijn cijfers 42 voor 0 zijn dan
verre van fraai. Het Bloemendaaltotaal werd 102.
Vanmiddag gaat Bloemendaal bij A.V.O.S. te gast.
Aan den Brederodeweg eindigde de ontmoeting in een
tie. Thans is een Bloemendaal-overwinning niet uit
gesloten.
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den
Schaakredacteur, De Genestetweg 23, Bloemendaal.
EINDSPELSTUDIE No. 51.
J. E. PARRY.
Zwart aan zet remise.
Stand der stukken:
Wit: Khl, De4, Th7, g6.
Zwart: Kg8, Df8, Le8.
PARTIJ No. 61
Gespeeld 14 December 1927.
Wit:
J. v. GULIK, (Overveen).
Zwart:
J. A.
EVANS-GAMBIET.
e2e4
Pfll—£3
Lflc4
b2b4
c2c3
0—0
De juiste voorzettinq is d7-
d2d4 7
c3Xd4 8
Hier moest gespeeld worden
d4Xc5 9
Lel—g5 10
Lg5Xe7 11
Tfl— el 12
Pbl—c3 13
Pc3—d5 14
Lc4—d3! 15
Op 15Dd5: volgt
lies.
Tal—cl 16
Ld3Xh7f 17
pf3—g5f 18
Op 18Kh6, volgt 19.
Kg6; fe6:; 20. Te5, ed5:; 21.
Ddl— h5f 19
Pd5e7 mat 20
1 e7e5
2 Pb8c6
3 Lf8c5
4 Pc6Xb4
5 Pb4—c6
6 Pg8—f6?
-d6 of ook wel Lb6.
e5Xd4
Pf6Xe4??
Lc5—b4 of b6.
Pe4Xc5
Pc6—e7
Dd8Xe7
Pc5e6
0—0
De7c5
b7b6
16. Lh7f, met Dame-ver-
Dc5a5
Kg8Xh7
Pe6Xg5
Te4, enz. en op 18
Dh5f, Kf6; 22. Df5 mat.
Kh7g8
Eerste publicatie.
WERELDSCHAAKBOND.
De internationale persoonlijke- en landenwedstrijden
zullen worden gehouden van 21 Juli5 Aug. te
s-Gravenhage in de Gravelijke zalen (Rolzaal en
Weeskamer), Binnenhof. In den wedstrijd om het in
dividueel kampioenschap zullen ongeveer 18 landen
kampen. Ons land wordt vertegenwoordigd door den
grootmeester Dr. M. Euwe (Amsterdam).
Aan den landenwedstrijd (aanvangende 23 Juli) zullen
ongeveer 14 landen deelnemen.
Voor ons land zullen spelen H. Weenink, G. Kroone,
Santpoort, W. A. T. Schelfhout en W. F. Wertheim.
Reserve-spelers zijn J. H. Wertheim en Jhr. J. H. O.
v. d. Bosch.
Aan het wedstrijdlokaal zullen dagkaarten ad 50 ets.
en doorloopende kaarten ad 5.verkrijgbaar zijn.
De vergaderingen van den Wereldschaakbond zullen
gehouden worden op 2, 3 en 4 Augustus, van 101
uur, in het Nationaal Schaakgebouw, Van Speyk-
straat 1, Den Haag.
OPLOSSING PROBLEEM No. 173.
(E. BRUNNER).
Stand der stukken:
Wit: Khl, Del, Lel, Pe7, f3.
Zwart: Kh5, Db8, Ta6, Tb5, Lal, Lc8, Pd7, Pf8, c7.
1. Deld2, enz.
Goede oplossing ontvangen van:
H. W. v. DORT, te Haarlem.
J. v. GULIK, te Overveen.
III.
Er zijn verschillende omstandigheden waaruit zelfs een
leek kan opmaken, dat een dampkring op de maan ont-
beekt. Een aandachtige waarneming van de maan
toont reeds dadelijk aan, dat, zoo er al een dampkring
op de maan zou bestaan, daarin geen wolken gevormd
worden; die wolken toch zouden sommige gedeelten
der maanoppervlakte voor ons bedekken of ze ons al
thans in een wazigen toestand doen zien, en wij zou
den dan telkens witte, min of meer uitgestrekte vlekken
moeten kunnen onderscheiden, aan verschillende be
wegingen onderworpen. Dit is echter niet zoo; wij
kunnen alle deelen der maanoppervlakte steeds onbe
lemmerd waarnemen. Hieruit volgt dus dadelijk, dat,
als de maan een dampkring heeft, deze zeer ijl is en
niet een zoodanige hoeveelheid damp bevat, dat door
condensatie wolken kunnen worden gevormd.
Maar er zijn nog meer doorslaande bewijzen. Iedere
dampkring veroorzaakt breking der invallende licht
stralen en dientengevolge schemering. Daar de helft
der maan gelijktijdig zonlicht ontvangt, zouden de
zonnestralen, die den dampkring verlichten, welke
zich boven de plaatsen uitstrekt, die nog in duisternis
liggen, langs den donkeren rand een zekere helderheid
verspreiden, die tot aan de verlichte helft steeds zou
toenemen. Vanaf de aarde gezien zou de maan aan de
grenslijn een langzamen overgang van licht naar
donker moeten vertoonen. Van een zoodanigen over
gang nu blijkt niets; het verlichte en het donkere ge
deelte zijn gescheiden door een scherp begrensden
rand. Die lijn is door het groote verschil in terrein
hoogte, dat veroorzaakt wordt door de groote hoe
veelheid hooge bergen, op vele plaatsen wel onregel
matig en gekronkeld, maar zij vertoont geen spoor van
een langzame lichtvermindering. Ook hieruit kan men
weer de afwezigheid van een waarneembaren damp
kring afleiden.
Een derde manier nog, om dit met zekerheid te kunnen
vaststellen, is het waarnemen van sterren, waar de
maan voor langs gaat. Daar men den afstand en de
voortbewegingssnelheid der maan nauwkeurig kent,,
kan men precies berekenen, hoe lang het zal moeten
duren, voordat een of andere ster, die achter de maan
verdwijnt, aan de andere zijde weder te voorschijn
komt. Was de maan door luchtlagen omgeven, dan
zou daardoor een breking optreden der stralen, die
ons vanuit de geobserveerde ster bereiken, waardoor
deze ster nog eenigen tijd zichtbaar zou blijven, nadat
zij reeds achter de maanschijf verdwenen was, en reeds
weer eenigen tijd zichtbaar zijn, vóórdat de bedekking
had opgehouden. Hierdoor zou het waargenomen tijds
verloop korter moeten zijn dan dat, waartoe men door
berekening was gekomen. Ook dit weer wordt door
de werkelijkheid gelochenstraft; waarnemingstijd en
berekeningstijd kloppen steeds volkomen. Ook wan
neer de maan bij een zonsverduistering de zon pas
seert, vertoont zich nooit een spoor van bijschaduw.
Als laatste, meer wetenschappelijk bewijs dient nog
de waarneming der spectra van zon- en maanlicht.
Zooals we weten kunnen we het zonlicht ontleden in
een spectrum van zeven kleuren, die wij in het dage
lijksch leven de kleuren van den regenboog noemen,
n.l.: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.
Het maanlicht nu is ook eenvoudig zonlicht, dat door
de maan wordt teruggekaatst. Had nu de maan een
dampkring, dan zou het zonlicht daardoor twee malen
gebroken worden, eerst bij het invallen, daarna bij het
uittreden der zonnestralen, hetgeen natuurlijk het
maanspectrum een wijziging zou doen ondergaan. Bij
nauwkeurige beschouwing en onderzoeking van het
maanlicht nu is ons gebleken, dat het maanspectrum
volkomen met dat van het zonlicht overeenkomt, waar
door dus de veronderstelling, dat het zonlicht eerst ge
broken wordt, is uitgesloten.
Ondanks al deze waarnemingen kunnen we toch niet
met zekerheid zeggen, dat op de maan noch lucht,
noch water aanwezig is. Dit staat echter vast: ont
breekt een dezer twee middenstoffen, dan moet de
andere ook ontbreken; het is onmogelijk, dat b.v. op
de maan wel water, maar geen lucht zou bestaan, daar
ons water alleen onder den invloed van de drukking
van de lucht vloeibaar blijft, en in het luchtledige da
delijk zou verdampen. Is dus de maan, ondanks alle
waarnemingen, toch nog door een gordel van zeer
ijle en smalle luchtlagen omgeven, dan is de mogelijk'
heid niet uitgesloten, dat zich in de ontzaglijk diepe
inzinkingen der maanoppervlakte hier en daar water
bevindt. Ook zou het dan best kunnen, dat de voor
ons altijd zichtbare helft der maan meer water bevat
dan de naar ons toegekeerde zijde, iets waaromtrent
echter niets met zekerheid kan worden gezegd.
Wij zien dus, dat, hoe betrekkelijk gering de afstand
tusschen aarde en de maan ook is, er toch opmerkelijk
onderscheid bestaat in de voorwaarden van haar be
woonbaarheid. De afwezigheid van een dampkring of
de aanwezigheid van een slechts zeer ijlen dampkring
oefenen daarop een machtigen invloed. Hoewel licht
en warmte van de zon op de maan zoowat de zelfde
kracht hebben als op de aarde, maakt de dampkring
hiervan voor ons bruikbare elementen. Het invallende
licht der zon ontmoet geen enkele middenstof, die het
een weinig kan temperen. In de volle zon is het licht
schel en vermoeiend, in de schaduw heeft men geen
ander licht dan hetgeen door mogelijk omliggende
rotsen wordt teruggekaatst. In de volle zon is de
warmte ondragelijk, in de schaduw heerscht een ijzige
koude. Ook 's nachts heerscht op de maan diezelfde
koude, want, terwijl onze beschermende dampkring
de overdag door de zon uitgestraalde warmte 's nachts
in zich vasthoudt, en de aarde dan dus a.h.w. door
een warme laag is omgeven, straalt de maan daaren
tegen alle warmte, des daags opgenomeh, weder uit
zoodra de zon is ondergegaan. Eventueele maanbe
woners zullen dus alleen dan kunnen blijven bestaan,
als hun organen zijn ingericht op het verdragen van
die verbazende temperatuursverschilen, waaraan ons
lichaam geen weerstand zou kunnen bieden. Een
lichaam, op de maan aan zonnewarmte blootgesteld,
zou daar een temperatuur verkrijgen, gelijk aan die
van kokend water, terwijl het tevens 's nachts aan een
temperatuur van 50° is blootgesteld, een tempera
tuur dus, waarbij zelfs kwikt bevriest!
Daarbij komt nog de ontzettend lange duur van dag
en nacht op de maan. Wij hebben gezien hoe steeds
dezelfde zijde van de maan naar de aarde is toege
keerd. Hieruit volgt dus onmiddellijk, dat de maan
niet, evenals de aarde 24 uur om een as draait. Juist
dit draaien om een as regelt bij ons de verdeeling
van een etmaal in dag en nacht, hetgeen dus op
de maan niet kan voorkomen. Daarentegen draait de
maan weer om de aarde in ruim 29 dagen, waarvan
natuurlijk ook een aswenteling in denzelfden tijd het
gevolg is. Een etmaal op de maan duurt ongeveer 709
uren, dus de gemiddelde duur van dagen en nachten
is 354 uur. In het geheele heelal hebben wij nog geen
tweeden keer met zulke lange dagen kennis gemaakt.
Als wij bij die lange tijden weer de ontzaglijke hitte
van den dag en de overweldigende koude van den
nacht in aanmerking nemen, blijkt daaruit voldoende
de onbewoonbaarheid van de maan voor aardsche
wezens.
De ijlheid van den dampkring is tevens oorzaak, dat
men het uitspansel vanaf de maan steeds kan waar
nemen als een groote donkere ruimte, waarin zoowel
overdag als 's nachts sterren aan den hemel staan.
In verband met het draaien van de maan om de aarde
is het maanjaar korter dan het jaar der aarde; n.l. 346
dagen. Eigenaardig dat een maanbewoner, naar aan
leiding van de buitengewoon lange etmalen, zou kun-
zeggen: Een jaar heeft 11,5 dagen.
Diezelfde ijlheid van den dampkring is, in verband
met de geringe aantrekkingskracht, oorzaak, dat
iemand, die zich op de maan zou voortbewegen, zich
zeer licht zou gevoelen, heel hard zou kunnen loopen,
reusachtige sprongen zou kunnen maken, zeer zware
steenen zeer ver zou kunnen wegwerpen, enz. Op de
oppervlakte der zon zou, met het oog op de groote
aantrekkingskracht, juist het tegendeel plaats hebben.
Terwijl op de oppervlakte der zon ons krachtigst ge
schut een kogel nauwelijks eenige meters ver zou
kunnen wegwerpen, omdat deze dadelijk met groote
kracht naar de zon zou worden toegetrokken, zou
een flinke straatjongen op de maan een steen zonder
veel moeite over een berg kunnen heengooien!
In verband met dit verschil in aantrekkingskracht,
dat ook, hoewel niet in die sterke mate, tusschen maan
en aarde aanwezig is, werd een toekomstbeeld opge
hangen van den toestand op aarde, wanneer na dui
zenden jaren alle Staten van Europa, Azië, Afrika en
Amerika tot één groote Republiek zullen vereenigd
zijn, en geen veldslagen meer op aarde geleverd
zullen worden; dan zullen de overwinnaars hun
krachten op de maan gaan beproeven; indien men
'slechts hun eerzucht weet te prikkelen, zullen zij zeker
de maan den oorlog verklaren. Maar wee dan de arme
aardebewoners. Alle bommen en granaten vanuit de
maan geschoten, zullen de aarde bereiken, terwijl het
grootste deel van onze eigen projectielen op ons eigen
hoofd zal neerkomen!
Nu hebben we erover gesproken, of de maan voor
aardsche wezens bewoonbaar is of niet, en we zijn
tot de slotsom gekomen, dat zij dat niet is. Een andere
vraag is echter: Zou de maan, al is zij niet voor aard
sche organismen bewoonbaar, soms ook door anders
georganiseerde wezens bewoond kunnen zijn? Dit is
natuurlijk een punt, dat nooit zal kunnen worden opge
lost, hoeveel gissingen daaromtrent ook reeds gedaan
zijn en nog gedaan zullen worden, tenzij de weten
schap en de techniek tezamen kijkers weten uit te
denken en te construeeren, zóó sterk, dat men daar
mede zelfs zulke fijne bijzonderheden op de opper
vlakte der maan zou kunnen onderscheiden. Thans is
daaromtrent echter nog niets met zekerheid vastge
steld, maar wellicht is dat voor ons nageslacht weg
gelegd.
In de maand Juli zijn vervallen de belastrngkaarten
afgegeven en geldig voor het kwartaal 1 Mei 1928
31 Juli 1928 en de z.g. 60 dagen kaarten, afgegeven
in de maand Augustus 1927.
Houders dier kaarten zijn mitsdien verplicht vóór 1
Augustus 1928 aangifte ten kantore van den Ont
vanger te doen.
Wij vernamen, dat een groot aantal houders zich van
een nieuwe kaart heeft voorzien, men noemde ons een
aantal ver boven de 1000.
Wanneer men nu wacht tot een der laatste dagen
dezer maand, alvorens aangifte te doen, komt het ont
vangkantoor plotseling voor eene dergelijke massa
werk te staan, dat het onmogelijk moet zijn, dat men
tijdig geholpen zal kunnen worden
Gevolg moet zijn: Zeer lang wachten voor men aan
de beurt komt zijn belastingkaart te ontvangen.
Bij informatie bij den Ontvanger der Wegenbelasting
(kantoor invoerrechten en accijnzen te Haarlem) werd
ons medegedeeld, dat in het belang van het publiek
reeds eenige dagen geleden kennisgevingen aan de
houders zijn verzonden, waarin aan het spoedig ver
nieuwen der kaarten herinnerd werd.Tevens werd daar-
op een aanteekening gesteld, dat als men zijn aan
gifte nu reeds inleverde, men tijdig zou worden opge
roepen om de kaart af te halen. In dat geval heeft men
dus zeker tijdig zijn nieuwe kaart.
Indien het publiek inziet, dat hier geheel in zijn belang
wordt gehandeld, dat noodeloos wachten hierdoor
wordt voorkomen, dan zouden wij aan ieder den raad
willen geven:
Dien aanstonds Uw aangiften in! Dat is Uw belang!
een der volgende nummers opbellen:
BLOEMENDAAL
OVERVEEN - -
AERDENH0UT
BENTVELD - -
VOGELENZANG
Telefoonnummer 10960
Telefoonnummer 26103
Telefoonnummer 26017
Telefoonnummer 28129
Mijn besliste meening is, dat verwaandheid, stom
miteit en achterlijkheid evenzoo goed erfelijke eigen
schappen zijn als intelligentie en dat
Nou, dat is ook een mooie manier om over je
ouders te spreken!
Pasgetrouwd vrouwtje (met het kookboek in de hand):
Lieve hemeltje. Herman, de pudding brandt aan en
hij moet nog een kwartier koken voor hij gaar is!
Een jong echtpaar leefde zeer gelukkig, zonder dat
eenig wolkje hun volmaakte liefde kwam verstoren.
Totdat
Op een morgen kwam vrouwtje aan het ontbijt, heel
triest en humeurig. Op al de vragen van den onge-
rusten echtgenoot kwam een snibbig antwoord. Ze
was nog in precies hetzelfde humeur, toen hij 's avonds
thuiskwam. Eindelijk en ten langen leste, laat in den
avond,.bezweek ze voor de herhaalde vragen van haar
echtvriend en barstte los: Hoor eens, Pips, als ik nu
nog één keer droom, dat je een andere vrouw kust.
spreek ik mijn heele leven geen woord meer tegen je!
Wat is dat toch voor een herrie in de keuken,
Marie?
Hm, eh, mevrouw, het spijt me, mevrouw, maar
de politie-agent wilde me kussen
Zoo! En toen heb je je met alle macht daartegen
verzet?
Hm, nee, eh, mevrouw, ik niet, de postbode
Er zijn van die oogenblikken in het leven, dat we een
zoo ellendige flater begaan, dat we, zooals de Engel-
schen het zoo plastisch uitdrukken: ons zelf wel een
schop konden geven!
Zoo'n oogenblik beleefde een waardig inspecteur van
het onderwijs. Hij vroeg aan een klas: Wel kinderen,
vertel me nu eens, waarmee wapende Samson zich,
toen hij de Filistijnen ging bestrijden?
Niemand wist het.
Kom, jelui weet het wel, moedigde de inspecteur
aan en om hen wat op weg te helpen, wees hij met
zijn vinger op zijn kaak en vroeg: Wat is dat?
Dat frischte het geheugen der kinderen op en in koor
luidde het antwoord: Een ezelskinnebak!
De aardsche goederen zijn wel ongelijk verdeeld. Daar
wandelde nu een knap jong meisje, met een nieuw
japonnetje aan, dat als garneering van voren een lange
rij knoopen had, van het puntje van haar halsje tot
aan den zoom van haar japon. Twee zwervers keken
haar aandachtig na.
Zag je dat? vrpeg de een. Allemaal knoopen! En ik
moet mijn broek ophouden met een touwtje!
Inderdaad, het leven is hard.
Van Puffelen had dien morgen een heel treurig ge
zicht.
Wat zie jij d'r neerslachtig uit, zei zijn vriend
Bommel.
Ik heb een nieuwe hoed, antwoordde van Puffelen,
terwijl hij nauwelijks opkeek.
Een nieuwe hoed!?, riep Bommel uit, nou, is dat
niet iets om blij om te zijn?
Jawel, zei van Puffelen, maar hij is een beetje
nauw en als ik lach, dan valt hij van m'n hoofd!
Mevr. Snibbels: Wat heb jij nu ooit van je leven ge
daan om een ander te redden van lijden en verdriet?
Meneer Snibbels: Ik heb jou getrouwd, nietwaar?
BEVALLEN: M. L. Verhelst—Dhaene, d.; G. Olij—
Meppen, d.
ONDERTROUWD: G. Gooijer en E. Zeilstra.
GETROUWD: G. H. R. van den Berg en Ch. M.
Epker; W. J. A. Sweijen en M. A. van Schagen; A.
IJzerman en C. A. Schoevaart.
OVERLEDEN: S. Meijer, 84 j.; C. Handgraaf, 29 j.,
overleden te Haarlem.
ZONDAG 22 JULI 1928.
BLOEMENDAAL.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur,
Ds. J. C. van Dijk.
Heilig Avondmaal.
Wijdingsstond Zaterdag 21 Juli, 's avonds 9 uur,
in de consistoriekamer.
JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw
„Maranatha", des voormidags 10 uur.
Geen dienst.
GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur,
Ds. J. C. Brussaard.
n.m. 5 uur Ds. J. C. Brussaard.
OVERVEEN.
NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur,
De heer A. van Dijk, Oud-zendeling, Heemstede.
SANTPOORT.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur.
Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga.
„Eeuwigheidstroost" (Openb. 7 17b).