Sport Schaakrubriek Ingezonden Burgerlijke Stand Kerkagenda irwerpen Een gemakkelijk recept SIS Zn. GERS Luchtpostdienst Nederland - Indië .EM - TEL. 13310 signalen in 't slot er was ook al heel we als finale ,,Le e dit bijzonder goed altijd in uitnemende 't roer, kan Sursum naar thuis studeeren zal de dirigent wel iet eere draagt! jte de concerten be- niging steunen zoo- zooals nu tevreden iKLIEFHEBBER. iden, Hendrik Roo- geenflesch; Kennel m, een klein rood- 1; IJscoventer nabij 'n rijwielbelasting- Dverveen, 2 bussen weg 130, Bloemen- Max Wellstraat 5, mhoud; P. Berbeen, ;utel; P. E. van der :ndaal, een zwart Jansen, Geweer- icken; J. Ende, Ter n nummerplaat van ost Aerdenhout, een muts; aan het bureau aodhouder; een imi- aan den politiepost eutels, een horloge een bruine actetasch ;rk 1928, een twee- ad la, Haarlem, een tweg 18, Overveen, 'esterparkstraat 17, te jongensjasjes; L. rdenhout, een bruin ïaadhuis, Overveen, laar achtergelaten); endaal, een zakmes; an 1, Haarlem, een irp, Parallelweg 1, ule; Kok, Bloemen- n Gazelle rijwiel; S. 1, Bloemendaal, een 19, Haarlem, een slitiepost te Aerden- sje met inhout; een een koffersleuteltje; veen, een huissleutel, g gem. Haarlem No. rtje; een beursje met antasie speldje, een lermuts. ons nog een handje iord gezegd; hij was ïerst door den dood het bedrog van dat ad gevonden dat hij willen, zou ik je niet :n de code niet. verborgen triomf in vriendje, het is niet ran deze week wel! ite bericht uit Parijs oorsturen naar Luik, op het gras voor de ïun mutsen over de nde zonlicht te be- n of hij de koorden te goed vastgebon- :daan had! Door zijn 3 Emil gedood; en worden! an niet helder meer en hij liet het tegen n kijker, die vlak bij tak en waarvan de lij kon zijn oogen er gehynotiseerd naar lij in vuur en vlaffl de lens weerkaatst door zijn doffe her- het gekir van enkele rasperin draaide zijn Eft9aMsN9Mli OPGERICHT 1828 NAPRAATJES OVER DE OLYMPIADE. Veel Haarlemmers hebben veel van de Olympiade qezien, maarte Amsterdam en wel vooral de jon geren. De ouderen, die ook wel wat wilden zien, lieten o die smalle beurs graag aan hun jongeren dit i offer. Tweemaal dus hadden de ouderen zonder beurs-be- zwaar ook wat te zien. Dat was eenige weken geleden op een Zondag door de vooroefeningen van de Mara thonloop. Die gingen af van het „Haarlem"-veld. Be langrijker was en meer belangstelling trok het wiel rennen van Dinsdag 7 Augustus. We zeiden daar al een en ander van en gaven volledig verslag van het sportieve gedeelte en den uitslag, maar voegen hier nog eenige aanteekeningen aan toe. Enthousiasme. Ze woonde dicht bij den Stadskweek- tuin. Zij stond er al dik kwart over 8; zag Hansen, den Deen, 8.32 passeeren; dat was de eerste;had toen dus al 1 ingehaald. Kwart voor 12, toen er niets meer te verwachten was, ging Go naar huis, maar stond kwart over 12 er weer en bleef er tot de laatste dóór was, dus bij vieren. 12.29 zag ze Hansen weer voorbij gaan. Int 't Olympiade-boek nauwkeurig aanteekenen oogenblik van voorbij rennen. Buys kwam half twee weer door, en om twee de Italiaan Grandi, die er al 12 had ingehaald. Toen waren er al weer 31 voorbij. Braspenning passeerde het witte hek van den Kweek tuin 2.19. Nummers. Een bijna ironisch gelach ging op toen no. 13 passeerde; een spottend gelach, toen no. 11 voorbijkwam, maar bij no. 100 was het een hartelijk gelach. Hollanders verraden zich nooit. Kleuren. Met rood-wit-blauw bleek men zich te ver gissen. Dat was een Luxemburger. De Nederlanders hadden oranje truien aan. Zuigflesch. Een spontaan lachje ging op, toen de eerste renner voorbij kwam met een thermoflesch aan het stuur, waaraan een gummibuis. Ongelukken. In het lange wachten „tot er weer een kwam", verkortte men zich den tijd met babbelen en door vertellen, wat van verre af was en verkondigd. Daar was een bijzondere spraakverwarring met de drie Nederlandsche „uis" n.l. Buys, Kruyff en Duyker. De een zei, dat Buys een been had gebroken (bleek te zijn balstuurhoofd). Een andere ui had stuur gebroken, maar was op andere fiets toch doorgesjeesd. Een Moor kwam bij het Kopje te vallen en kreeg een gat in het hoofd. Hij sprak met overvloed van woorden, maar nie mand verstond hem. Men hielp hem, maar toch pro beerde hij even weer verder te gaan. In den na middag passeerde op de Kleverlaan een auto met 4 uitvallers. 's Morgens kwam er al een voorbij met bloedende knie. Toen wist ook al een politieman te vertellen, dat een renner gevallen was over een juffrouw en een schilder met een ladder. Vreemde gewaarwording. Toen een der Belgen door Bloemendaal kwam, keek hij met verbazing om, toen hij zich bij naam en voornaam hoorde noemen. Hij zag een paar bekende gezichten, schreeuwde wat terug, maar was er al weer meters ver weg. Discipline. Men vreesde telkens een ongeluk, als men de vooruitstekende voeten zag en de jongens, die toch nog eens even de racebaan wilden zien, maar de renner had steeds de baan vrij. Dat zag men vooral, als hij voorbij was en het volgend gedeelte overzag. Een heer, aangemaand van den weg te gaan ant woordde: Ik ga niet; de weg is evengoed voor mij als voor hem. Ik loop waar en wanneer ik wil. Toen de renner er haast was, was hij ook weg. Even toch zagen we, dat een renner voor een slagers jongen, die op het rijwielpad bleef staan, moest ombuigen. VAN KENNEMER. Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, De Genestetweg 23, Bloemendaal. EINDSPELSTUDIE No. 52*) M. J. KOTOW (Charkow). mm ém |pp MP oWY/yfo HP Wrn Wit aan zet wint. Stand der stukken: Wit: Kc2, Lb4, Pe4. Zwart: Ka2, Pe2. Een eindspel zonder pionnen, dat natuurlijk remise zou zijn, wanneer het hier niet een uitzonderingsgeval betrof n.l. een ongunstige positie van de zwarte stukken. PARTIJ No. 65. Gespeeld in de 2e ronde van den wedstrijd van het kampioenschap van Haarlem en Omstreken, 28 April 1928. Wit: Zwart: G. KROONE D. WIELINGA (Santpoort). (Haarlem). SCANDINAVISCH. e2—e4 1 d7—d5 e4Xd5 2 Dd8Xd5 Pbl—c3 3 Dd5d8 d2d4 4 e7e6 Pgl—f3 5 Lf8d6 Lfld3 6 Pg8—f6 OO 7 c7c6 Tfl—el 8 O—O Lel—g5 9 Pb8d7 Pc3e4 10 Ld6e7 Pe4g3 11 Pf6—d5 Lg5Xe7 12 Dd8Xe7 c2c4 13 Pd5—f6 Ddle2 14 Tf8e8 Tal—dl 15 Pd7—f8 De2—d2 16 Pf8—g6 Ld3—bl 17 a7—a5 Dd2—c2 18 b7—b6 Pf3—e5 19 Lc8—b7 c4c5 20 b6—b5 a2—a4 21 b5—b4 Pe5—c4 22 Pf6—d5 Pc4—d6 23 Te8—f8 Pg3—f5! 24 De7—d7 Pf5—e3 25 f7—f5 Pe3—c4 26 Tf8—f6 Lbl—a2 27 f5—f4 Pd6e4 28 Tf6—f5 Pc4—d6 29 Tf5—h5 Dc2e2 30 Th5h6 Pd6Xb7 31 Dd7Xb7 Pe4—d6 32 Db7—e7 De2Xe6f 33 De7Xe6 Tel Xe6 34 Th6—h5 Tdl—el 35 Pg6—f8 Te6—e7! 36 Ta8—b8 La 2c4 37 h7—h6 Te7—c7! 38 Kg8—h7 Tc7Xc6 39 Pd5—f6 Lc4—f7 40 Th5—g5 h2—h4 41 Tg5g4 f2—f3 42 Tg4Xh4 Pd6—f5 43 Th4h5 Lf7Xh5 44 en Zwar.t gaf na enkele zetten op. BONDSWEDSTRIJDEN. De groote wedstrijden van den Nederlandschen Schaakbond zullen van 2730 Aug. a.s. te Zwolle worden gehouden, in de Groote Sociëteit, Koestraat 8 te Zwolle. De hoofd- en eerste klasse beginnen Maan dag 27 Aug., 's morgens 10.30 uur; de tweede klasse Dinsdag 28 Aug., 's morgens 9.30 uur; de derde klasse Woensdag 29 Aug., 's morgens 9.30 uur. Inleggeld 2.Men kan zich opgeven bij den bonds-secretaris J. G. Hartogensis, Heerenstraat 16a, Den Haag. Prij zen uitsluitend kunstvoorwerpen. OPLOSSING PROBLEEM No. 174. (Kr. NIELSEN). Stand der stukken: Wit: Kh8, Del, Lc7, Ld7, a6, c6, e4, f6, g5. Zwart: Kd4, a7, f7, g6. 1. Ld7—h3, Kd4Xe4; 2. Del— c3, Ke4—d5; 3. Dc3—b4, Kd5Xc6; 4. Db4c4 mat. Kd4—d3; 2. Lh3—flf, Kd3—d4; 3. Del— d2f, Kd4— c5; 4. Dd2d6 (of Dd2c3) mat. op 3Kd4Xe4; 4. Dd2d3 mat. op 2Kd3Xe4; 3. Del—f4f, Ke4—d5; 4. Df4 c4 mat. Met uitzondering van bovenvermelde dual, mooie mat- stellingen. Goed opgelost door: H. W. v. DORT, te Haarlem. OPLOSSING PROBLEEM No. 175. (A. VOLKMANN). Stand der stukken: Wit: Ke8, Dc2, Pf3, b2, g3. Zwart: Kd6, a4, d5, f5. 1. Pf3—g5, Kd6e5; 2. Ke8e7, enz. d5d4; Dc2c4, enz. f5f4; 2. Pg5f7f, enz. Goed opgelost door: J. v. GUL1K, te Overveen. H. W. v. DORT, te Haarlem. Henri Ford, de auto-magnaat van Detroit, is een in dustrieel genie. Doch een genie, dat ten volle heeft kunnen profiteeren van de omstandigheden, die hem wel zeer gunstig waren. Daardoor is het te begrijpen, dat hij weieens tot uitspraken komt, die door hun een voud meer vertrouwen wekken dan zij verdienen. Zoo heeft Ford in een vooraf gearrangeerd interview, waarin hij in kort bestek zijn bekende theoriën op het gebied van nijverheid en samenleving herhaalde, ver klaard, dat de radio en de auto de menschheid zullen wijs maken en den oorlog zullen uitbannen; dat de machines, die steeds meer worden vervolmaakt, voor spoed zullen brengen aan allen en zullen tarten het Bijbelwoord, dat wij in het zweet ons aanschijns ons brood zullen eten, en tenslotte dat da arbeidsconflicten wel zouden verdwijnen, indien men aan den arbeider slechts hooge loonen gaf. Inderdaad, het is wel een heel eenvoudig recept voor de bereiding van het tijdperk der aardsche gelukzalig heid: radio, auto, machines en hooge loonen. Niemand zal ontkennen, dat de bestanddeelen van het recept prima zijn maar wie zal al die heerlijkheden ver schaffen en het ercept bereiden? Daartoe zouden vele Ford's noodig zijn en voorloopig is er nog maar één! In de maanden September en October a.s. zullen 5 vliegdiensten van Nederland naar Ned. Indië worden uitgevoerd, n.l. op 13, 20, 27 September, 4 en 11 Oc tober. De gelegenheid wordt opengesteld, om met bovenbe doelde vliegtuigen gewone en aangeteekende lucht- postcorrespondentie (met uitzondering van stukken met aangegeven waarde) te verzenden voor Britsch- Indië, Birma, Siam, Straits-Settlements, Ned.-Indië en verder gelegen landen (China, Japan, Australië). Het voor deze luchtpostcorrespondentie boven de ge wone porten en rechten verschuldigde luchtrecht be draagt: Voor briefkaarten en postwissels 40 cent per stuk; voor brieven en andere stukken 75 cent per 20 gram of gedeelte van 20 gram. Dit luchtrecht moet door middel van luchtpostzegels, welke met ingang van 20 Augustus a.s. bij de Kan toren der Posterijen verkrijgbaar zijn, worden verant woord. De laatste buslichting voor deze luchtpostdiensten is op het postkantoor te Bloemendaal op 12, 19 en 26 September, 3 en 10 October o.s. te 20.23. ZIJN DE DEUREN GESLOTEN? Het is nog niet zooveel jaren geleden. Wat was dat een schoone tijd. We vertelden in de krant van onze bleekneuzen. Ze moesten zoo noodig naar buiten. En ze gingen naar buiten. Om strijdt heette 't: stuur me maar een, twee jongetjes, meisjes! Daar waren vrienden, zóó enthousiast, dat ze heel hun dorp bewerkten. 12, 16, 20 en meer naar één plaats. Friesland en Zeeland, Groningen en Limburg, Zuid en Noord-Holland, geen provincie bleef achter. Het was een lust! En nu? Wat is er toch geschied, dat dit nu niet meer gebeurt? Zijn dezelfde deuren, vroeger zoo gul en gastvrij ge opend, thans gesloten? Is er geen plaats meer in ons land voor zijn eigen kinderen? Kom, het is niet te gelooven. Christenen in Nederland, hoort! Ons land heeft een goeden roep in 't buitenland. Dien heeft het verdiend. Duizenden kinderen ondervonden hier belangelooze liefde. En nu onze eigen kinderen? De witsnoetjes onzer christelijke scholen? Ze hunkeren. De aanvankelijk blij gemaakte ouders? Meneer, het is al Augustus en ik hoor nog niets. Zou er niets van komen? Och meneer, denk eens om mijn jochie, mijn kleine meid. U weet, ze heeft het zoo noodig. Ja, lieve mensch, als er maar aanbiedingen komen. Wij willen wel, maar Geliefde mede-christenen, die het doen kunt, helpt ons toch, Honderden snakken er naar. Gij doet toch zoo'n weldaad aan zoo'n kind. Kom, neemt dadelijk even een briefkaart en geeft uw adres op aan den Secretaris van „Vacantie Buiten". G. Muijs, le Hugo de Grootstraat 8, Amsterdam. Het Bestuur van „Vacantie Buiten", J. Th. R. Schreuder, Voorzitter. G. Muijs, Secretaris. Juffrouw Knobbel, moeder vraagt of u haar een do zijn eieren wil leenen, voor de kip om op te broeden? Ik wist niet dat jelui een kip haden? Dat hebben we ook niet. Maar we zulen er een leenen, om op Uw eieren te zitten en dan, zegt moeder, zullen we een eigen kippenren hebben. BEVALLEN: R. M. SparnaaijOffermann, z.; J. Blan kevoortBlankevoort, z. ONDERTROUWD: W. G. Hoogestein en H. G. van Nobelen. OVERLEDEN: R. J. Colombijn, 42 j.; P. van den Klinkenberg, 57 j.; L. Bos, 72 j., wonende te Haarlem. GEVESTIGD: A. W. Houtman, Zandvoorterweg 5, Aerdenhout; H. J. Zoetelief, Waldeck Pyrmontlaan 14, Overveen; Wed. S. J. W. HoevenaarCooremans, Platanenlaan 30, Bloemendaal; H. E. Everard, Van Wickevoort Crommelinlaan 7, Aerdenhout. ZONDAG 19 AUGUSTUS 1928. BLOEMENDAAL. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur, Ds. J. A. van Leeuwen, Em. pred. te Heemstede. JONGELIEDENSAMEN KOMST in gebouw „Maranatha", des voormidags 10 uur. Geen dienst. GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur, Ds. H. Veldkamp, Pred. te Kralingscheveer. OVERVEEN. NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur, Ds. M. D. Gijsman, Pred. te N. Pekela. SANTPOORT. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur, De heer B. Agter, Theol Cand. hoofd om. Een van de twee Duitschers was vast in slaap en snurkte luid en de ander was op het punt in te dutten! Hij wachtte nog een paar minuten en toen was de kust vrij, met al zijn kracht rukte en wrikte hij om de touwen die om zijn rechterarm zaten, los te krijgen. Hij voelde beweging, rukte nog eens en nog eens en na een laatste hevige poging was zijn arm bevrijd, zijn hand bloedde van het rukken en trekken. Hoewel er misschien een kleine kans was om zich ge heel te bevrijden, durfde hij dit toch niet probeeren uit angst dat de twee Duitschers wakker zouden wor den. Heel voorzichtig stak hij zijn hand uit naar den kijker en schroefde de lens er zachtjes uit. Hij hield den adem in, telkens naar de slapende mannen kijkend. De zon blakerde en schroeide met onverminderde hevig heid. Met uitgestrekten arm hield hij de lens nu schuin boven zich en wachtte Een rookwolkje kronkelde zich over het hout en hij zag dat er een rond zwart plekje ontstond onder den feilen cirkel van de lens. Gasperin bewoog het glas thans iets naar beneden, h'j rook het schroeien van het hout. In weken en maan den had het niet geregend; het houtwerk was kurk droog. Er waren een paar kleine vlammetjes zichtbaar, op drie plaatsen al. Het vuur kroop omhoog. Als de Duitschers wakker waren geweest zouden ze het nog wel hebben kunnen blusschen. Langzaam maar zeker lekten de blauw en oranje-vuurtongetjes naar boven, het vuur nam toe en zou zich uitbreiden. Het werk was goed gedaan, hij kon nu afwachten. Maar nu moest Gasperin aan zijn eigen veiligheid denken. Met zijn vrije hand begon hij aan de touwen te rukken, maar zij hielden hem stevig gebonden en hij had geen enkel werktuig ze mee door te snijden. Hulpeloos en wanhopig worstelde hij; hij voelde het bloed in zijn ooren kloppen, terwijl de vlammen met steeds grooter spoed hun weg vervolgden. Opeens werd een van de Duitschers wakker, blijkbaar door het geknetter van het brandende hout. Hola, Schneider, word wakker, riep hij zijn kame raad toe. Wat is er nu? De twee Duitschers sprongen overeind, woedend toen ze het seinstation in vlammen zagen. Ze vloekten en holden de barak binnen om water te halen, maar de welput was een kwart mijl verder. Ze probeerden met hun jassen de vlammen te dooven, maar daarvoor had het vuur zich al te ver uitgebreid. De droge planken brandden fel en de vlammen blakerden als een groote oranje-blauwe vlag boven Gasperin's hoofd. Deze vergat zijn eigen gevaar. Wel bluffers, waar om geef je nu het signaal niet door? Ik heb mijn bood schap doorgezonden een boodschap die de andere seinstations door de lucht zullen lezen! De eene Duitscher keek hem woest aan. Ja, snauwde hij, we hebben de kans verloren om te seinen, maar jij zult je leven verliezen! En Gasperin realiseerde zich nu, dat hij zonder genade aan zijn vijanden overgeleverd was. Kom, Schneider, help eens eventjes! En samen bon den zij Gasperin opnieuw stevig vast, terwijl zij de vonken van hun kleeren schudden. Zoo ventje, lach ons nu maar uit! Het ga je verder goed hoor! En een oogenblik later waren de twee Pruisische mili tairen verdwenen. Gasperin had zijn werk goed ge daan en de plannen van den vijand verijdeld, maar nu was zijn eigen toestand onhoudbaar. De hitte was ondragelijk, een vonkenregen daalde op hem neer, die gloeiende plekken op zijn lichaam achterliet. Plotseling viel het groot, ijzeren rad, waaraan de seintouwen be vestigd waren, met donderend geraas naar beneden. Het had geen haar gescheeld of het had hem getrof fen. Maar zulk een dood was hem helaas niet be schoren! Even flikkerde de hoop in hem op, dat de hitte de touwen verschroeien zou, maar als het zoover was, zou hij er wel niet veel meer aan hebben. Een dikke rookkolom omhulde hem; hij kon de zon niet meer zien en die moest er toch zijn? Waarom zou het anders zoo heet zijn? Zijn hersens werden dof, hij hijgde naar adem; zijn longen hielden het niet meer uit. Ineens zag Gasperin door de rook heen een gestalte heel vaag zag hij haar want zijn oogen staken en brandden. Iets levends kwam tegen hem aan en hij voelde iets kouds tegen zijn polsen. Hij merkte dat de koorden, waarmee hij gebonden was, losser werden en dat zijn armen vrij waren. Een moment later zijn enkels en zijn beenen en hij voelde zichzelf vallen in een bodem- looze zee van vurige, lekkende vlammen. Toen hij de oogen weer opende, zag hij groene boomen boven zich en het was heerlijk koel en vredig. Hij lag aan den rand van het bosch, vóór zich zag hij den kleinen heuvel, waarop het seinstation gestaan had, nu een vormelooze, smeulende massa. Hij herinnerde zich direct alles wat er gebeurd was; hij bewoog zich om op te staan, maar kermende vanpijn viel hij weer terug. Hij sloot de oogen weer en even later voelde hij iets koels op het voorhoofd. Toen hij zijn oogen op sloeg, keek hij in de oogen van Colette. Er was een lange stilte, eindelijk vroeg Gasperin: Was jij datin dat vuur? Ja. Heb jij mij gered? Ja. Nadat ik je eerst bijna in den dood gejaagd heb. Waarom ben je gekomen? Ik ben den heelen tijd gebleven en heb mij achter de struiken verborgen. Ik zag wat je deed. Waarom heb je je vrienden dan niet gewaar schuwd? Mijn vrienden?O, begrijp je het dan niet? Je hebt zeker op het laatste oogenblik medelijden met mij gekregen? Ja, ik had medelijden met je. Een vage glimlach gleed over het gezicht van het meisje. Ik durfde je pas te hulp te komen, toen de anderen weg waren. Ik was zoo bang dat ik te laat zou zijn! Je lokte mij van mijn post weg, bedroog me en komt ten slotte om mijn leven te redden? Ik begrijp er niets van! Neen? En toch is het eenvoudig. Ik wilde je van het seinstation weg houden en toen dat niet kon wilde ik je trachtte te redden. Ik had daar een goede rede voor. Wat is die rede? Dat ik van je houd, kwam aarzelend er uit. Jij van mij houden? Gasperin probeerde zich op zijn elleboog op te richten. Hij sprak op ruwen toon: Is dat waar of zeg je dat nu alleen maar om je zaak te dienen? Maar zij antwoordde op rustigen toon: Ik houd meer van je dan van welke zaak ook meer dan van allen ter wereld. Het is misschien schan delijk om het te zeggen, maar ik schaam me er niet voor, Michael. Gasperin liet zich weer op het mos vallen. Hij sprak weer, terwijl hij haar strak aankeek. Toen ik half bewusteloos was, dacht ik dat het een engel was, die me kwam redden, zei hij langzaam. En ik was het maar! Ze glimlachte een beetje treu rig. Dus je hebt je leelijk vergist! Neen, ik geloof toch niet dat ik me vergist heb, zei Michael Gasperin peinzend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1928 | | pagina 3