EFFECTEN - COUPONS Crêpe Schoenen A. G. POST sanKd MiU r ALGE M. NIEUWS enADVERTENTIEBLAD VooR KENNEMECLAND en HAARLEM EXPL?%nADMINT^DRUKKER V T. TIMMER DE 0ENE5TETWE0.23. BLOEMEND NV-HET HIDDEN HELP U ZELF Boekhandel „Lectura" AVERIJ f 2.90 haarlemsche bankvereeniging Op gang komen worden bij ons Vakkundig gerepareerd L. FABER Zn., KL. HOUTSTRAAT 10 Telefoon 12896 Opgericht 1898 Bloemenaaalsciieweg 123 - Teief. 22874 WAGENMAKER Koninginnedag te Bloemendaal ZATERDAG 8 SEPT. 1928 22e JAARGANG No. 36 S cVjPL®EMELI)AAL5 C Ui TELEF. 220031 GIRO 30785 Abonnementsprijs 3.50 per jaar, 1.75 per halfjaar bij vooruit betaling vóór 1 Jan. of 1 Juli. Na dien datum verhooging van 0.15 incassokosten. Voor Indië en het Buitenland met verhooging der porto. Losse nummers 0.10. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan. <ELAD Advertentiën: 18 cent per regel, bjj contract belangrijke korting. Kleintjes: Vraag- en Aanbod, Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, van 1 tot 5 regels 60 cent, elke regel meer 12 cent uitsluitend bij vooruitbetaling. Boven, onder of naast den tekst dubbel tarief. BIJKANTOOR: BLOEMEN DAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147 ADRESBOEK VAN BLOEMENDAAL 15E JAARGANG 1928 f 2.50 DOOR MARIE VAN ZEGGELEN (Nadruk verboden) De electrische trein, die den thans reeds ouderwetsch geworden stoomtrein allengs vervangt, is in vele op zichten een beeld van den modernen tijd. Een van zijn kenmerkende voordeelen is, dat hij vlotter op gang komt. Om een snelhed van 85 K.M. te bereiken, heeft een stoomtrein van normale lengte zes of zeven mi nuten noodig; een electrische trein van drie wagens haalt deze snelheid in één enkele minuut en een van vijf wagens rijdt binnen drie minuten reeds 95 kilo meter. Tijd besparen is een van de eischen, welke de moderne gemeenschap stelt. Haar ideaal is: zooveel mogelijk afdoen binnen den kortsten termijn. En hoeveel tijd wordt verdaan aan het op gang komenl In mijn vorige bijdrage noemde ik in dit verband reeds de vacantie. Het zijn niet alleen de weken van rust, welke tijd kosten, maar mede de weken, welke men noodig heeft om zijn vroeger elan en zijn vroeger tempo weer te herwinnen. Eiken dag ervaren wij, hoeveel moeite het op gang komen meebrengt. De eerste uren van den dag zijn niet de voordeeligste. De meeste menschen lijden aan de kwaal, dat ze niet uit hun bed kunnen komen. Na het wakker worden gevoelen zij zich eerst bijna onwel en lang daarna blijven zij nog machteloos. Gaandeweg neemt hun lust en hun werkkracht toe, maar zoodra zij den arbeid door een maaltijd of een middagrust onderbreken, herhaalt zich de verdrietelijke inspanning om zich opnieuw aan 't werk te gewennen. In alle opzichten gelijken wij op den stoomtrein, die langen tijd noodig heeft om op gang te komen. Maar de moderne geest is bezig, ook ons te electrificeeren. De voorbereidingstijd krimpt in op allerlei gebied. Het oude geslacht uit de dagen van den stoomtrein belastte bijvoorbeeld zijn leven met een vracht plicht plegingen en omgangsvormen, welke wij thans als nuttelooze ballast beschouwen. Welk een oponthoud, al die plechtige titels in een adres, al die deftige toe spraken boven een brief, die wijdloopige aanhef, waar mee de correspondentie begon! Waarlijk, men was zes of zeven minuten onderweg, voordat men op gang kwam. Het geëlectrificeerde geslacht valt met de deur in huis; binnen een minuut heeft het zijn volle vaart bereikt en onmiddellijk weet de lezer waar het op staat. De brief zonder aanhef, het boek zonder inleiding zijn als de electrische trein, welke geen tijd verspilt met op gang te komen. Wie kent onder ons nog de jarenlange verlovingen, waarmee men oudtijds een huwelijk inleidde? Ook in de liefde bereikt onze electrische trein zijn snelheid in een enkele minuut; geen langdradig ceremonieel schorst de verbintenis op. De jonge man en de jonge vrouw leeren elkaar kennen, zonder dat eerst een di plomatieke introductie van ouders of vrienden is noodig geweest; men ontmoet elkaar in de danszaal en, als men elkander bevalt, danst men tezamen zon der dat men eikaars namen nog weet. Zooals men zich niet meer aan elkaar voorstelt in de danszaal, begroet men elkander niet meer in den huiselijken kring. Geen hoffelijke verontschuldigingen, wenschen of plichtplegingen leiden den maaltijd of de nachtrust meer in. Geen „smakelijk eten" of „wel te rusten of andere formule langer, welke onze vaderen als bewijs van wellevendheid niet meenden te kunnen missen. Geen gebed voor het eten, geen nachtzoen, altemaal dingen, welke onze voortvarende jeugd als noodeloos oponthoud vermijdt. Onmiddellijk op gang komen, gelijk een electrische trein, die ook geen tijd aan voorbereiding verspilt. Kordaat en beslist optreden wordt in het zakenleven als voorwaarde voor welslagen beschouwd. Geen marchandeeren vooraf, geen wikken en wegen, geen rijp beraad of ampel overleg vertrage den spoed van ons tempo. De bewonderde man is hij, die zich onder scheidt door tegenwoordigheid van geest, door be knoptheid van uitdrukking, door snelheid van hande len. Vergelijk eens een conferentie van moderne handels magnaten uit de wereldsteden met een ouderwetsche VERBINDINGSWEG 53 TUIN BOUWGEREEDSCHAPPEN beveelt zich beleefd aan voor alle voorkomende werk zaamheden in deze branche VERHURING VAN DRIEWIELIGE BAKFIETSEN EN HANDWAGENS vergadering van een of ander eerbiedwaardig college op een boerendorp. Geen minuut gaat verloren. Wat is er aan de orde? Wie wenscht het woord? Dus beslotenl Binnen vijf minuten zijn de gewichtigste zaken behan deld. Doordat men onmiddellijk op gang komt en van meet af zijn volle snelheid en kracht bereikt, terwijl men bij de ouderwetsche methode driekwart van zijn tijd aan een langwijlige inkleeding verbruikte. De electrische trein is uitkomst van de moderne tech niek. Men kan hem bewonderen of verfoeien, hij is onder de gegeven omstandigheden noodzakelijk ge weest. Men moet hem eenvoudig aanvaarden. En zoo heeft men ook de afschaffing van de inleiding in het persoonlijk en zakelijk verkeer te aanvaarden.Ook deze is door den modernen tijd noodzakelijk geworden. Het levenstempo heeft zich versneld en deze snelheid kan geen geleidelijk op gang komen verdragen. Men moet zich wel naar de nieuwe methode voegen. De electrische trein heeft in den beginne slachtoffers gemaakt onder degenen, die, gewend aan de zich langzaam in beweging zettenden stoomtrein, nog in stapten, terwijl de trein reeds reed. Men moet leeren opletten, uit zijn oogen zien, voordat men zich bloot stelt aan de plotselinge en schielijke vaart. Het moderne leven met zijn kordaten spoed verleidt tot roekelooze handelingen en onberekende besluiten. In den stoomtrein had men, zoo bleek dat men zich vergist had, nog gelegenheid tot uitstappen. In den electrischen trein moet men mee. Een verloving of een voorloopige zakenberaadslaging gaf nog de keus om terug te treden tijdens de inleiding. Het moderne huwe lijk en de moderne transactie laten daartoe niet den tijd, omdat de inleiding ontbreekt. De rechtstreeksche levensmethode heeft het risico ontzaglijk vermeerderd. Zou het schielijke besluiten van thans inmiddels louter een openbaring zijn van sterker levenskracht, grooteren moed en scherper inzicht? Of zouden factoren van mindere waardij ook hun invloed doen gelden op onze snelheidsrecords? Misschien achtte de ouderwetsche mensch het leven gewichtiger, wijl hij het verband met de eeuwigheid zag. Hij had geen haast en gunde zich den tijd voor overleg en rekenschap De moderne mensch, met den dood aan den horizon van zijn bestaan, wil van het leven halen wat er te halen valt. Hij „melkt den dag". Bovendien staat hij sceptisch tegenover de vruchten van 't leven. Het één is zooveel beter of slechter niet dan het ander. Of hij 't met 't één waagt dan wel met het ander, komt op hetzelfde neer. Verspeelt hij hier zijn kans, dan be proeft hij 't ginds met een nieuwe mogelijkheid. Hij bindt zich niet met eeuwige trouw zijner vaderen aan het voorwerp van zijn belangstelling of van zijn ge negenheid. Hij heeft honderden pijlen op zijn boog en duizenden potjes op 't vuur. Vandaar dat hij onbezwaard meedoen kan aan den snelheidsrit. Hij springt in den trein en binnen een mi nuut is hij reeds op het toppunt van zijn razende vaart. .Waar hij terecht komt, bekommert hem niet; waar hij vandaan ging, is hij vergeten. H. G. Cannegieter Het H. Dagbl. van j.l. Zaterdagavond bevatte het volgende aardige verslag van onze feesten: „De Etalage-wedstrijd. In Bloemendaal is de vooravond van Koninginnedag reeds zeer feestelijk geweest. De étalage-wedstrijd heeft drukte en vertier in 't dorp gebracht van men schen, die kwamen kijken en kinderen, die meededen aan de prijsvraag, en ijverig naar letters zochten welke verborgen lagen in de winkelkasten/Niet minder dan 60 letters moesten de mysterieuze twee zinnen vormen, die tot 6 September het geheim bleven van de feest commissie. De étalages waren het waard door zoovelen bekeken te worden. In Overveen op den Zijlweg begon het al, daar zijn de eerste winkels. De slager W. E. de Vries had van louter vleeschwaren een prachtig stilleven ge maakt, waarboven een schilderij voorstellende een pauw, geheel van reuzel vervaardigd. Een banketbak ker had in suiker dit meesterstukje niet kunnen ver beteren. Niet alle winkeliers kunnen wij noemen, en misschien is menige mooie étalage ons ontgaan er waren er 53 maar elke winkelier heeft zijn uiterste best gedaan, en in de belangstelling van het publiek reden tot dankbaarheid gevonden. De een had kleurige lampjes gestoken tusschen het uit gestalde, het allerbeste en mooiste, dat hij te koop te bieden had. Een ander zette eenvoudig oranje- roode rozen neer en kreeg een aardig effect, of stak oranje bloemen en groen hier en daar. Dat het den tijd is van Koningin Dahlia vertelden ons tientallen étala ges; in de eerste plaats die van Bloemenmagazijn „De Dahlia". Het eene artikel leent zich tot een smakelijke uitstalling beter dan een ander, maar dat zelfs twee fietsen met wat toebehooren, beschenen door een een voudig lampje een prachtigen indruk kunnen maken bewees de étalage van meer dan één rijwielhandelaar. De meeste belangstelling had wel de vischhandelaar J. Balm Zn. te Bloemendaal met een winkelkast hors d'oeuvre- en vischschotels met o.a. de eerste oesters en levende kreeft. In den loop van den avond kwam er muziek, „Sursum" en „Euphonia" gingen rond in 't dorp zoodat het op den Bloemendaalscheweg heel vol werd, en de vroo- lijkheid steeg. Van acht tot tien uur kwam de jury langs, om daarna naar Hotel Vreeburg te gaan, waar nog denzelfden avond de prijsuitreiking plaats had. Wat later dan was afgesproken, maakte de jury haar uitspraak in Vreeburg bekend. De jury bestond uit de heeren J. J. Brinkmann, Th. E. Joustra en G. J. Veldwijk uit Haarlem en L. W. Kuiper, Velsen en E. H. Brokmeyer, Zandvoort. Uitslag étalagewedstrijd: Publieksprijs: Th. J. de Vries, Overveen, zilveren beker. Er was druk gestemd, vooral op Overveen. Naar den aard der zaken waren de étalages in drie groepen ver deeld. Groep I: le prijs: J. Balm, Bloemendaal, medaille BI. Bloei. 2e pr.: H. Franken Jr., Overveen. 3e pr.: Th. W. de Vries. 4e pr.: A. v. d. Ham, Bloemendaal. Groep II: le pr.: J. A. Boskamp, Overveen, medaille Gemeentebestuur. 2e pr.: Gebr. Beekman, Bloemen daal. 3e pr.: Bosv. d. Enden, Bloemendaal. 4e pr.: C. de Jong, Overveen. Groep III: le pr.: W. Beunder, Bloemendaal, zilveren lauwertak voor het hoogst aantal punten. 2e pr.: Gebr. van Riessen, Bloemendaal. 3e pr.: Gebr. Koebrugge, Bloemendaal. 4e pr.: K. Ouwejan, Bloemendaal. De regelingscommissie bestond uit de heeren W. F. G. Dankbaar, G. M. W. Margadant, J. Meeuwig en J. J ullenaar. De prijzen bestonden behalve de reeds genoemde, uit zilveren en bronzen medailles. De voorzitter der feestcommissie sprak in intiemen kring een woord van dank aan organisatoren, jury en deelnemers, waarop de heer Brokmeyer antwoordde. Het feest van Vrijdag. Een vroolijk zonnetje scheen over het mooie terrein achter Zomerzorg, toen de burgemeester Jhr. A. Bas Backer het podium betrad. Lustig wapperden de vlag gen en alles voorspelde een prettigen feestdag. De burgemeester hield de volgende rede: Het oranjedoek wappert over dit feestterrein, en over al, waar heden de verjaardag van H.M. de Koningin gevierd wordt. Zoolang het oranjedundoek blijft wap peren in ons land beteekent het, dat het nog is: Neder land en Oranje. Wij mogen er dankbaar voor zijn, dat reeds zoovele jaren ons Nederland dit voorrecht heeft genoten en op dezen dag komt dit in het bijzonder tot uiting. Het feest van heden geldt in de eerste plaats onze Koningin, en dit jaar noem ik daarbij onze Koningin- Moeder. Haar 70ste verjaardag is in den Lande op bijzondere wijze gevierd en het is tóen wel al weer gebleken, hoe groot de plaats is, welke zij inneemt in het hart van het Nederlandsche Volk. Onze Koningin! Telkens blijkt het, dat de liefde voor het Vorstenhuis ons Nederlanders in het bloed zit, overgenomen van ouder tot ouder, de eeuwen door. Moge deze liefde voor het Huis van Oranje blijven voortleven tot een zegen voor het Vaderland. Moge dit Koninginnefeest in alle opzichten slagen, en als naar gewoonte een ordelijk verloop hebben tot vol doening van hen, die met zooveel moeite en toewijding er aan gewerkt hebben. Ik open dit feest met een: Leve de Koningin! (Applaus). Hierop zette Sursum het Wilhelmus in, dat door allen werd meegezongen. Tot zoover het H. Dagbl. De heer A. E. Beekman sprak als voorzitter namens de feestcommissie ongeveer als volgt: Ik reken het mij tot een eer en het is mij een aangename taak U allen namens de feestcommissie een har telijk welkom te mogen toeroepen.' In het feit dat het feest reeds gisteren begonnen is en nu pas geopend wordt is iets vreemds, iets ongewoons zult U zeggen. Inderdaad, ik ben het met U eens: men viert als regel geen feest voordat iemand geboren is en men wordt niet gaarne begraven alvorens men gestorven is. In dit geval kon het echter moeilijk anders en U vindt het wel goed dat ik begin met een woord van dank te zeggen aan het adres van hen die gisterenavond heb ben medegewerkt aan het welslagen van den étalage wedstrijd in Bloemendaal en Overveen. Ik noem in 't bijzonder de Bloemendaalsche burgerij, welke zoo veel belangstelling aan den dag heeft gelegd; aan de winkeliers die hun étalages zoo keurig versierd hadden en getoond hebben hun belang te begrijpen en niet het minst ook de Jury, die zich van haar moeilijke taak zoo goed gekweten heeft. Tot zoover den vooravond. De feestcommissie heeft ook dit jaar er weer naar ge streeft, zooveel mogelijk afwisseling te brengen in het programma. In hoever zij daarin geslaagd is, ligt ter beoordeeling aan het publiek. Met een beetje wel willendheid zult U begrijpen, dat het moeilijk wordt na zooveel jaren van feestvieren. Iemand heeft mij gezegd: De eenige verandering, die ik zie is deze, dat het programma, in tegenstelling met voorheen, thans verplichtend is gesteld. Dat is zijn oordeel. Inderdaad is het anders. Hen, die het zoo zien en voor wie het dubbeltje een ergernis is, wijst de commissie op de mazen in het hek. Thans wend ik mij het eerst tot U, Hooggeachte Bur gemeester van Bloemendaal, om U hartelijk dank te zeggen voor de bereidwilligheid waarmede en de wijze waarop U dit feest wel hebt willen openen, U de representant van H.M. de Koningin en vertegenwoor diger van het Koninklijk huis. Namens allen hier onzen hartelijken dank. Om datgene wat de Burgemeester heeft gesproken met andere woorden te brengen onder de aandacht van H.M. de Koningin, stel ik U voor aan H.M. een tele gram te zenden van den volgenden inhoud: „Feestvierend Bloemendaal biedt Uwe Majesteit naast hartelijke gelukwenschen betuigingen harer eerbiedige hulde aan." Een ieder die er op tegen is, steke zijn vingerop. Het is mij vervolgens niet mogelijk een ieder die tot het welslagen van dit feest heeft medegewerkt afzon derlijk te bedanken. Dat ik de Feestcommissie dank baar ben voor haar ijver en toewijding, dat spreekt van zelf. Wij zijn vrienden onder elkander, ik ben hen dankbaar en zij wederkeerig mij. Als ik enkelen in het bijzonder bedanken mag, dan is het in de eerste plaats ons geacht gemeentebestuur, dat elk jaar bij het opmaken van de begrooting reeds rekening houdt met de te houden koninginnefeesten en een bedrag daarop plaatst ten behoeve daarvan. Dan noem ik in de tweede plaats Publieke Werken van Bloemendaal, die zoo uitnemend assisteerde bij den opbouw van een en ander. Haar hulp wordt bij ons hoog aangeslagen. Men spreekt wel eens in min derwaardigen zin over „ambtenarij". Die van Bloe mendaal mag ik wel. Verder hulde aan de ingezetenen onzer gemeente die met milde hand geteekend hebben op de lijsten welke in de gemeente gecirculeerd heb ben. Zonder die daadwerkelijke steun zouden deze feesten niet kunnen slagen. Ook de Commissaris van Politie en zijn staf onzen oprechten dank voor de hulp in meer dan een opzicht ons verleend en nog te verleenen. Ook de muziekcorpsen: Euphonia van Overveen en Sursum van Bloemendaal onzen dank voor haar zeer gewaardeerde medewerking. Wat is een feest zonder muziek. Het heeft ons ook daaraan giste ren niet ontbroken. Ook de Pers, hier op de tribune vertegenwoordigd in den persoon van den heer D. Kuiper een woord van erkentelijkheid, waar zij haar kolommen maar steeds weer elk jaar in het belang van onze feesten voor ons openstelde. En verder allen, die op eenigerlei wijze aan het welslagen van dit feest hebben medegewerkt of nog zullen werken de dank van de feestcommissie, namens wie ik U allen ook een recht prettigen feest- vollen dag toewensch. Een ieder werkt mee tot het welslagen daarvan, opdat het zonder eenigen wan klank moge verloopen. Mr. F. J. D. Theijse, de nieuwe voorzitter van Bloe- mendaal's Bloei was de derde spreker; hij sprak on geveer met deze woorden: Met genoegen voldoe ik aan de traditie, dat door den Voorzitter van „Bloemendaal's Bloei" bij den aanvang der Koninginnefeesten ook een enkel woord wordt ge sproken. En dat niet zoozeer uit een min of meer con servatief respect voor het eerbiedwaardige van een bestaand gebruik, maar vooral omdat het verband mij zoo volkomen redelijk voorkomt. Immers, zooals in het algemeen de belangen van het geheel en de deelen ten nauwste verbonden zijn, zoo is een bloeiend Bloemendaal nauwelijks bestaanbaar zonder een welvarend Nederland en wie kan aan het wél varen van ons land denken zonder daarbij gaarne het bestuur in handen te zien van een der Oranje's, in zonderheid van onze Koningin, op wie wij met zooveel reden trotsch kunnen zijn. Zooals bloemen en zon bijeen behooren. zoo ook Bloe mendaal's bloei en de stralende Oranjezon! Maar er is nog meer: hoe mooi onze gemeente moge zijn, in onderling contact en saamhoorigheidsgevoel munt zij nu niet steeds het meeste uit. En wat zou

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1928 | | pagina 1