ALACE EFFECTEN - COUPONS Crêpe Schoenen Help U Zelf boekhandel „lectura" *ouw ALüE M.NIEUW5 enADVEPTENTIEBLAD VooPKENNEMEBLAND en HAARLEM EXPL^ADMINT^DPUKKER V T.TIMMER DE 0ENE5TETW EC.25, BLOEMEND UI TOAYE KI M' HETMDDEN' Plastische Kunst Plaatselijk Nieuws ENHANDEL .ACHEN! JWBURG IN" )E LUCHT ÏVERING STOFFEN 4Fr1RL©EWEUDAALSe»L_3 IStKiMJD f HT I HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING Uiterlijk en innerlijk verzet :tualiteiten, enz. KOMT! WARMING VO ADRES VOOR E FERTRAAN (KE SEIZOEN word» bi] ons Vakkundig gerepareerd L. FABER Zn., KL. HOUTSTRAAT 10 Telefoon 12896 Opgericht 1898 Bloemendaalscheweg 123 - Telef. 22874 Oi/P-CH I NEE OME KUN «Maitreva" (6Rcm&) LEM TELEFOON 1193, i! Misschien wel de beste! rdigd door KING VIDOR 3arade" en meerdere groote ildwijn Mayer. In de hoofd, en JAMES MURRAY Een klucht uit duizenden' ;oningen der lach: VER HARDY. rdag- en Woensdagmiddag orloopende Voorstelling N LEEFTIJD, TELEFOON 10188 kNUARI TIE NUARI ANUARI NUARI 1UWSPELERS ols) van Clyde Fitch IUREAU BLOEMENDAAL TEL. 22701 lIR MACHINERIEËN IRSTR. 3 HAARLEM F 0,45 KRUL Jr. IEWEG 8-10, OVERVEEN NA 6 UUR 22012 Deze vrouw heeft kort 00 getrokken. Dat is wel h. We weten niet of de maar het is een feit, dat /20 lot 25.000 gulden won. oopknecht bij een winke- scheen lid te zijn van de minste op een goeden dag, raden dag, was A. G. P, Jen (van zijn baas) even- lijk met het geval in kennis an niets vinden. Een ver- J vermeldde het geval met zijn krant. Na eenigen tijd e van een mijnwerker een Jer, iemand die nog niet zerd aangehouden. Bij zijn land en bekende het hor' >k bemerkte de politie dat ;nde legitimeeren kon en ijnheer een valschen naam Je bij de mijnen gewerkt geraadpleegd waarin men s. De signalementen kwa- it de Limburgsche politie Bloemendaal te transpor' end als A. G. P. Na een >ben afgelegd inzake de Iden is het 18-jarige jong' n de Officier van Justitie ijn 5 nieuwe politiemannen d. De zesde zal 16 Januari useum te Amsterdam. de afgeloopen maand Dee nsten. ZATERDAG 12 JAN. 1929 23e JAARGANG No. 2 fi •'"1> - - ,r- to. <RLAD TELEF. 22003 GIRO 30785 Abonnementsprijs 3.50 per jaar, 1.75 per halfjaar hij vooruit- I Advertentiën18 cent per regel, bij contract belangrijke korting, betaling vóór 1 Jan. of 1 Juli. Nó dien datnm verhooging van 6.18 fl Kleintjes: Vraag- en Aanbod, Huur en Verhuar, Koop en Verkoop, incassokosten. Voor Indië en het Buitenland met verhooging der porto. B van 1 tot 5 regels 66 cent, elke regel meer 12 cent uitsluitend bü Losse nummers 0.10. Abonnementen kunnen met elk nnmmer ingaan. B vooruitbetaling. Boven, onder of naaat don tekat dnbbel tarief. BIJKANTOOR: BLOEMENDAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147 (Nadruk verboden) omwijlen verrast ons de heftigheid, waarmee iemand zich verzet tegen iets wat hij hoort of leest. Wat heeft hij, denken wij, met die uitspraak, welke hem zoo opwindt, te maken? Wat gaat hem die godsdien stige ketterij, die gewaagde opvatting van zedelijkheid, rlie radicaliteit in de politiek aan? Waarom zoo te keer te gaan tegen een toch slechts in verbeelding bestaande liguur in een roman; tegen een acteur, die een rol opzegt; tegen een onbekende, van wien de courant in het gemengd nieuws of onder rechtzaken de levensge schiedenis vertelt? Kr bestaat grooter verband tusschen ons persoonlijk bestaan en de buitenwereld, dan wij vermoeden. Zelfs ciie zelfzuchtige naturen, die louter aan eigen belangen denken en de gebeurtenissen slechts beschouwen uit het gezichtspunt van hun eigen benepen kring, ont komen niet aan de maatschappelijke wisselwerking, juist wanneer zij meenen, zich in beslotenheid aan den invloed der wereld te onttrekken, heeft de wereld in- loed op hen. De tegenstelling tusschen maatschappij en persoon lijkheid is niet volstrekt. De maatschappij is in vele opzichten de projectie van het innerlijk leven harer leden en de persoonlijkheid is goeddeels een afspiege ling, zoo zelfs geen voortbrengsel der maatschappij. De onmaatschappelijkste mensch beseft intuïtief, dat hetgeen de maatschappij in beroering brengt, hem aan gaat, en de vlucht uit de samenleving is voor velen niets anders dan de angstige erkenning van den over wegenden invloed der maatschappij. Omdat men weet. dat hetgeen in Rusland of China gebeurt, rechtstreeks te maken heeft met zijn persoonlijke belangen; omdat men gevoelt, dat een nieuwe mode, een nieuwe leer, een nieuwe opvatting rechtstreeks een aanval doet op zijn persoonlijk verstand en zijn persoonlijk ge weten; omdat men ervaart, hoe de beweging van de beurs, de richting van de openbare meening, de be sprekingen in de Staten Generaal rechtstreeks zijn persoonlijk bestaan raken, bemoeit men zich niet met die dingen. Het is struisvogelpolitiek, zich voor het gevaar te willen beveiligen door de oogen te sluiten. En het gevaar is, tegen eigen wil in te worden wakker geschud, te worden gedreven, te worden bepraat. Toch is het niet de uitwendige wereld, welke ons drijft. Had zij in ons eigen hart geen vertegenwoordi ger, vond zij in ons eigen bewustzijn geen weerklank, wij zouden onvatbaar blijven voor haren invloed. De handlanger, de verrader, de luisterpost zit in ons eigen gemoed. Een betoog in een vlugschrift, een pleidooi in een krant, een persoon in een roman, een figuur op de film of op het tooneel zouden onschadelijk en onbe langrijk voor ons zijn, zoo zij niet in ons innerlijk ver wantschap vonden. Wij leven persoonlijk mee met dat vlugschrift, met de pleidooi, met die roman- en tooneel- figuren. Nu is geen mensch, hij zij nog zoo harmonisch ont wikkeld, een innerlijke eenheid. Ons innerlijk is een maatschappij in het klein. Het heeft evenals deze zijn verschillende richtingen en stroomingen, zijn partijen en groepen. Het heeft evenals deze zijn regeering, zijn meerderheid en zijn minderheid. Het kent evenals deze zijn botsingen tusschen oud en nieuw, tusschen drift en verstand, tusschen neiging en plicht. Het bestaat evenals deze slechts door het labiel evenwicht tusschen behoudzucht en omwentelingsgezindheid. Hetgeen nu in den strijd tusschen karakters en over tuigingen zich buiten ons openbaart, ontketent den strijd in ons. Wat latent in ons werkt, wordt ont bonden tot een vaak heftige uitbarsting. Wanneer wij zoo hevig meeleven met het woord van een propagandist of met de geschiedenis van een roman held. is dit niet omdat het ons is gelukt, ons tijdelijk uit onze zelfgenoegzaamheid te verheffen en open te staan voor het leven en de meening van anderen. Het is niet het woord van den spreker of schrijver, noch het leven van den romanheld, dat ons in be roering brengt. Hun belangen en meeningen laten ons onbewogen. Maar wat zij zeggen of doen wekt onze belangstelling, omdat een deel van ons eigen ik zegt of doet wat zij doen. Een deel van onze persoonlijkheid spreekt of handelt mede met hen. Wij zouden ons nooit tegen een ketterij buiten ons verzetten, zoo die ketterij niet binnen ons leefde. Een ..verkeerde opvatting" zou ons niet ergeren, wanneer zij niet in een deel van ons binnenste met applaus werd begroet. We zouden de fiolen van onzen toorn niet uitgieten over een uiting van dwaasheid, onzedelijk heid of opstandigheid, zoo wij ons in het diepst van ons zijn niet over die uiting verlustigden. In de persoon, die wij verachten, verachten we een deel van ons zelf. Wij haten de gebreken, die ons zelf ADRESBOEK VAN BLOEMENDAAL 15E JAARGANG 1B2B F 2.50 het taaist aankleven, bij anderen het meest. En geen karakter is ons zoo weerzinwekkend als dat, waarvan wij de eigenschappen uit persoonlijke ervaring hebben leeren kennen. Ons innerlijk bestaan berust evenals het be staan van de uitwendige wereld, op wankelbaar evenwicht. En de bovendrijvende strooming, die, welke zich aan ons bewustzijn en aan de buitenwereld als onze persoonlijkheid openbaart, verzet zich met kracht tegen de onderliggende elementen. Worden deze door prikkels van buiten aan hun bestaan her innerd en tot zelfverwezenlijking aangevuurd, dan keert zich ons oordeel tegen die prikkels van buiten met de heftigheid, waarmee het de innerlijke prikkels hoopt te bezweren. In ons verzet tegen ketterij, onzedelijkheid of karakter loosheid van buiten verzetten wij ons tegen den ketter, den onzedelijke, den karakterlooze, die in ons woont. Ons misbaar tegen den uitwendigen vijand geldt den vijand van binnen. H. G. Cannegieter De Vereeniging van Vrienden der Aziatische Kunst. Evenals in Frankrijk La Société des amis de l'art de l'Orient en in Duitschland de Gesellschaft für Ost- asiatische Kunst werd in ons land voor ongeveer 10 jaren opgericht de Vereeniging van Vrienden der Aziatische Kunst. En juist 10 jaar na de oprichting is deze vereeniging. die reeds tot ver buiten de landsgrenzen van zich deed spreken door de verschillende tentoonstellingen die zij organiseerde en de prachtige plaatwerken die zij uitgaf, met haar werkzaamheden in een nieuw stadium van activiteit getreden. In de eerste plaats richtte het ijverige bestuur verleden jaar een daartoe afgestane tentoonstellingszaal in de Rijks Academie voor Beeldende Kunsten te A'dam in tot een expositieruimte voor een semi-permanente collectie van Oost-Aziatische kunstwerken, die men Dinsdags en Vrijdagsmiddags steeds kan bezoeken, en thans komt men ons, de leden, verrassen met de uitgave van 'n keurig verzorgd Maandbulletin, waarin wij allerlei wetenswaardigs vinden opgeteekend over verschillende zaken, die den liefhebber van Aziatische Kunst ongetwijfeld ter harte zullen gaan. In een „Ter inleiding" lezen wij, dat het bestuur ver trouwt, dat door een maandelijksch contact met de leden, de vereenigingsbelangen en de belangen der Aziatische Kunst in Nederland, ten zeerste zullen wor den gediend. W e lezen dan verder, dat een belangrijke schrede op den weg naar een Museum van Aziatische Kunsthet voornaamste doei van de werkzaamheid der vereeni ging is geweest de inrichting van de bovengenoemde oemi-permanente collectie te A'dam. Zij die echter niet met deze toestanden tot in de fines ses bekend zijn zullen zich nu misschien met verwonde ring atvragen, waarom hier het initiatief tot het vor men van een museumcollectie wordt genomen, terwijl Leiden het bekende Rijks Etnografisch museum bezit. Het antwoord daarop kan kort zijn: de regeering laai zich aan de instandhouding en een eenigszins behoor lijke outillage van de Leidsche verzameling niets maar dan ook niets gelegen liggen. Wie het Museum met z'n kostbaren inhoud aan het Rapenburg wel eens- heeft bezocht zal dit onmiddellijk willen beamen. De prachtigste kunstwerken, de mooiste stukken sculptuur staan er opgestapeld in zalen, die meer op depots van een veilinghuis dan op expositieruimten gelijken. Weliswaar heeft het werk in dit Leidsche museum ook voor een goed deel etnografische waarde en dan vooral in verband met de bijbehoorende universiteit. Als ik mij goed herinner meen ik, dat indertijd aan gewende pogingen om de collectie geheel of ten deele in een grootere plaats in betere ruimten onder te bren gen op bovengenoemd belang zijn afgestuit. Dit alles neemt niet weg dat de toestand zóó is dat van een museum van Aziatische Kunst niet kan worden ge sproken, zoodat de activiteit van het bestuur der Azi atische Vereeniging om tot oprichting van een geheel afzonderlijk staand museum te komen ten zeerste moet worden toegejuichd. Den laatsten tijd vooral is de belangstelling voor de oud Chineesche en Japansche Kunst en voor de Voor- en Achter-Indische en Indonesische hand over hand toegenomen. Vooral op het gebied der Chineesche kunst heeft men leeren inzien, dat veel van hef uit latere perioden o.a. het bekende Porcelein en de lakwerken naar Europa overgebracht werk reeds een nabloei was van de groote en veel vroegere tijdperken, waaraan men langen tijd geen aandacht heeft geschonken. De prachtige tentoonstelling -van vroeg Chineesche Kunst, welke in 1925 door de Vereeniging te Amster dam werd ingericht heeft zulks overtuigend bewezen. Op initiatief van de Ver. van Vrienden der Aziatische Kunst is thans gesticht een: Fonds tot aankoop van Aziatische Kunst. In de toelichting daarvan wordt o.m. gezegd dat de Aziatische Kunst tot nu toe in ons land niet de be langstelling heeft gevonden, die haar toekomt en die in andere landen Engeland, Duitschland, Frankrijk, Zweden, Denemarken, om van Amerika niet te spreken zoo ruimschoots ten deel valt. De Vereeniging heeft getracht in dezen toestand ver andering te brengen. Zij heeft door het houden van tentoonstellingen, door lezingen, geschriften en excur sies belangstelling weten te wekken, doch de onder vinding heeft haar geleerd, dat die zich nimmer zal kunnen uiten op zulk een wijze dat daardoor in ons land de Aziatische Kunst de haar toekomende plaats kan innemen, indien zij niet wordt gesteund door het vaste middelpunt, dat het museum is. Welk een invloed een goed geleid en ingericht mu seum in korten tijd kan hebben, bewijst het voor beeld van Berlijn, dat in weinige jaren 'n centrum voor Aziatische kunst in Europa is geworden. Maar vóór dat dit museum werd geopend, was de kern der ver zameling .die er zou worden tentoongesteld, bijeen gebracht. Dat voorbeeld gaat het betoog verder zullen wij moeten volgen. Ook hier te lande zal eerst een kern moeten worden gevormd; daartoe is het noodig een som bijeen te brengen om aankoopen te doen, terwijl ook geschenken van representatieve voorwerpen zullen kunnen helpen. Is dan zulk een verzameling, die om te beginnen niet al te uitgebreid behoeft te zijn, bijeen, dan zal het wellicht niet moeilijk zijn er een plaats voor te vinden om ze permanent ten toon te stellen. Zoo tusschen twee haakjes mag nog wel even worden gememoreerd dat ondergeteekende, indertijd, toen de opheffing van het Kunstnijverheidsmuseum ter sprake kwam, in de Oprechte Haarlemsche Courant nog heeft gewezen op de mooie gelegenheid die er toen was voor het vestigen van een collectie Aziati sche kunst te Haarlem. De omstandigheden als de „groote uitverkoop" der (weliswaar niet alle van eersten rang zijnde) Oostersche kunstwerken, heeft dit natuurlijk voor goed onmogelijk gemaakt. Waar men thans het museum voor exotische kunst zich denkt is nog niet bekend.Wel verkeerd, blijkens mededeeiing omtrent 'n reeds voor 'n belangrijk deel bijeengebracht Fonds tot aankoop van Aziatische i\.unst van ibü.UUU.een en ander reeds in een „vergevorderd stadium van voorbereiding. Wij, die ons verheugen op elk belangwekkend resul taat dat wordt bereikt in 't verruimen van de gelegen heid tot het genieten van kunst kunnen niet anders hopen dan dat deze pogingen spoedig met succes be kroond zullen worden. Immers te midden van ons eigen belangrijk kunstleven van het heden, kan een openbare collectie van werken der Aziatische- en andere exotische kunstuitingen, die dikwijls zulke opmerkelijke aiiiniteiten toonen met het werk der tegenwoordige kunstenaars, niet anders dan inspireerend en verdiepend haar invloed doen gelden, bn wie zich ten slotte voor het streven der Ver. van Vrienden der Aziatische Kunst interesseert schrijve naar 't Secretariaat: Boreelstraat 19, Den Haag, waar hem ongetwijfeld gaarne alle inlichtingen worden ver strekt. A. VAN DER BOOM. De teekening die hierbij is afgedrukt is een vluchtig schetsje met 't penseel gemaakt naar een bronzen beeldje, dat was geëxposeerd op de tentoonstelling van Chineesche kunst, in 1925 te Amsterdam gehou den. Het stelt voor een Maitreya (dat is de naam van een Bodhisattva, volgens het Mahayana, elk wezen, dat, na de verschillende graden van heiligheid bereikt te hebben, op den laatsten trap staat voor het be reiken van het Ëuddha-schap) van verguld brons, staande op een lotuskussen, hetwelk op een tafelvor- mig van vier pooten voorzien, voetstuk rust. Het beeld je met z'n eigenaardige naar binnen gekeerden glim lach is een typisch voorbeeld van twee-dimensionale sculptuur. Dit komt vooral tot uiting in de breed uit getrokken zeer decoratieve plooival van het gewaad; kortom het is een beeldje dat eigenlijk alleen maar frontaal tegen een bepaalden achtergrond bezien moet worden. Het is gedateerd 519 n. Chr„ vallende in de z.g. periode der zes dynastieën in China. A. v. d. B. OPENING KAPSALON. Donderdag j.l. heeft de opening plaats gehad van de dameskapsalon van Mej. Truus Kohier, ged. dames kapster. Op uitnoodiging hebben we eens een kijkje in de nieuwe salon genomen. Direct bij het binnen treden kregen we een prettigen indruk. We konden bemerken, dat de aankleeding van de salon door ie mand was geschied, over wier smaak niet te twisten valt. Het lichte vroolijke behang komt overeen met het lichtgrijs geverfde houtwerk van het ruime frissche ver trek. De stoelen, die voor de wachtende klanten moe ten dienen zijn eveneens licht grijs. Voor de kleine vertrekjes, die zich in de salon bevinden en die door houten schotten van elkaar gescheiden zijn, hangen aan dikke koperen roeden keurige roode gordijntjes, die bij behandeling van een klant dichtgeschoven kunnen worden, zoodat zij geheel vrij zittend, onder de schaar, de friseertang of althans onderhanden ge nomen kan worden. In de vertrekjes bevinden zich alle artikelen, die voor het werk noodig zijn terwijl groote witte waschtafels zijn aangebracht voor het haarwasschen. In ruime gemakkelijke stoelen kunnen de klanten voor den waschtafel gezeten in groote spiegels zien hoe haar kapsels worden gemaakt. In de salon terugkomende zien we op smaakvolle wijze een groote collectie toiletartikelen uitgestald staan. Fijne doozen zeep, waarmede je met genoegen den ganschen dag je wasschen zou, heerlijke reukwateren, waarvan eenige druppels al voldoende zijn om uren lang naar roozen. viooltjes of andere aetherische oliën bevattende bloemen te rieken en dat in den winter!; we zien er keurige odeurspuitjes in verschil lende soorten en voor het raam aan den kant van den Bloemendaalscheweg een groot fantasie portret in om lijsting, voorstellende een dame met een zeer fraai kapsel. Des avonds is de lijst van dit portret door eenige gloeilampjes verlicht, hetgeen van buiten ge zien een aardig effect maakt. Ook 's avonds als het electrische licht ontstoken is, heeft de dameskapsalon een gezellig aanzien, doordat verschillende lichtpunten overdekt zijn met keurig gemaakte lampekapjes. Alles ziet er helder uit en het is alreeds een genoegen, enkel maar in de salon te vertoeven. Daar ons kapsel hier niet mocht worden behandeld, wenchsten wij alleen nog Truus Köhler met haar zaak geluk, terwijl we zonder overdrijving deze nieuwe dameskapsalon voor Bloemendaal een aanwinst noemen. Door vrienden en kennissen waren bij de opening vele bloemstukken gezonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 1