EFFECTEN - COUPONS Help U Zelf IV L ACE ^BY VooRKENNEMEBLAND en HAARLEM EXPL?%NADMINT^DRUKKER V T. TIMMER DE 0ENE5TETWECL23. BLOEMENDSiff^gi UI TG AYE NY. HÉT HI DDEN Crêpe Schoenen BOEKHANDEL„LECTURA" iwburg \AK Plastische Kunst Lighaluitvoering :HEiDEN ÏHTER lRTET SRI ALQE m. nieuws en advertentieblad HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING Actieve en passieve misdaad Dr* Willem Royaards j" M'S JEUGD rBEROEMDE RST LOEMENDAAL ?Ti KELEN worden by ons Vakkundig gerepareerd L. FABER Zn., KL. HOUTSTRAAT 10 Telefoon 12896 Opgericht 1898 Bloemendaalscbeweg 123 - Telef. 22874 LEESBIBLIOTHEEK IN VIER TALEN 7ATERDAG 2 FEB. 1929 23e JAARGANG No. 5 TELEFOON 10188 ÏNUARI IEEI. Jevan Brandon 'I h( mas IUARI HOFSTAD TOONEEL Melsert) Q VAN sprijzen. IUARI STELLING door EL van Walther en Leo Stein. INUARi EM TELEFOON 11937 E FILM unt vervaardigd door .LER ,CTIE jespeeld door ie duo E K. ARTHUR n reuzen programma! DEN 18 JAAR TELEFOON 22195 weg door de trillende ere moeite om hem te i den weg, onder de leef hij met zijn armen ïste wenkbrauwen on- ide gestalte van Jimmy engere jongen, die zijn het voorschrift waar- jongeman in de auto ;rt van veertig mijl in rleiden een goede daad :richten. Dien morgen ran een verdrinkenden sius of ik zink" toege- >k dan maar!" En hij ord verder te piekeren, genomen, want hij had n raceauto van zestig choone is en den man ele of philantropische d geeft. Maar iemand :trokken en die iemand igen degenen die voor- en weg een auto staan mgeman erin, die zijn en onbewust van wat ar zat te staren, te was, zwenkte de jonge i. Bij 't eerste café dat stapte hij uit. Hij zei hij in het toestel, ngs; en toen hij hoorde even had om hem niet n Hastings luisterde in kant van de lijn. Hij 1 zich bezig met hoogst Dp de schrijftafel vóór aat, een aan zijn vrouw rborgen onder een sta reik van zijn hand, lag n de telefoon beschei- h den hoorn op. kwam in vlugge af ge- gestuurd heb? Vergeet over nagedacht en ik n. Ik zal jullie steunen zullen maken. Ik kom unnen binnen 't uur op kom je er met vijftig het kantoor in Wall- Wordt vervolgd). <RLAD Abonnementsprijs 3.50 per jaar, 1.75 per halfjaar bij vooruit betaling vóór 1 Jan. of 1 Juli. Na dien datum verhooging van 0.15 incassokosten. Voor Indië en het Buitenland met verhooging der porto. Losse nummers 0.10. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan. Advertentiën18 cent per regel, bij contract belangrijke korting. Kleintjes: Vraag- en Aanbod, Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, van 1 tot 5 regels 60 cent, elke regel meer 12 cent uitsluitend bij vooruitbetaling. Boven, onder of naast den tekst dubbel tarief. BIJKANTOOR: BLOEMEN DAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147 (Nadruk verboden) Bij het begrip misdaad denken wij onmiddellijk aan ac tiviteit. het woord reeds dwingt ons er toe: het sluit in zich de gedachte aan handelen. Misdoen is slechts een vorm van doen. Wie nooit een verkeerde daad heeft gedaan, acht zich schuldeloos. Om schuldig te zijn, moet men zich hebben vergrepen. Ook in dit woord uit zich nogmaals de gedachte aan activiteit. Vergrijpen is verkeerd grijpen en grijpen, goed of verkeerd, veronderstelt handelen. Wie geen strafbare handeling heeft gepleegd, meent tegenover zijn geweten gerust te kunnen zijn. Slechts enkele gevallen kent onze strafwet, waarin zij ons vonnist, omdat wij nagelaten hebben te doen, te grijpen, te handelen. Wanneer een kind in het water valt en de rustige wandelaar wandelt verder alsof er niets gebeurt, spreekt de wet tegenover dien wande laar het schuldig uit. Zijn nalatige lijdelijkheid is de oorzaak geweest, waardoor het kind is verdronken. Dit ééne geval bewijst, dat wij niet steeds ons kunnen verschuldigen met de schooljongens-uitvlucht: „Ik heb niets gedaan!" Ook door niets doen, juist door niets doen kan men schuldig zijn. Was voor een zedelijke tekortkoming onvoorwaarde lijk een handeling noodig, dan zou het voor de rustige burgers gemakkelijk zijn om schuldeloos te leven. Want wie niets doet, doet ook niet licht iets verkeerds. Hoe ijveriger men bezig is, des te meer kans loopt men op misslagen. Een bedrijvig mensch, die in het volle leven staat, zich met allerlei dingen bemoeit, die zijn werk- en denkkracht tot op het uiterste productiet maakt, ontkomt niet aan het vergrijp. Van de duizend handelingen, die hij verricht, zal er allicht één fout zijn; van de honderd ondernemingen, die hij op touw zet, zal er allicht één een vergissing blijken. Maar de mensch, die met de handen in den schoot zit, loopt weinig gevaar, zich te vergrijpen of zich te, misdragen. Misdaad vergt energie; misdaad eischt ini tiatief; misdaad veronderstelt fantasie. Velen onzer rustige burgers zijn door gebrek aan werklust, onder nemingszin en verbeeldingskracht niet in staat, een misdaad te plegen. Bestond er louter actieve schuld, de schuldeloosheid zou een premie op luiheid en botheid zijn. Maar de passieve schuld, het tekortschieten door onthouding en lijdelijkheid, drukt inzonderheid op die schijnbaar brave en rustige lieden, die met de hand op het hart verklaren, dat ze geen kwaad hebben gedaan. De wandelaar aan den weg had ook geen kwaad gedaan, toen hij het kind kalm liet verdrinken. Hij had het kind niet in 't water geworpen. Hij was de moeder niet, die het kind zorgeloos uit het oog had verloren. Hij had het kanaal niet gegraven, waarin het kind viel. Hij had als vader en hoofd van het gezin geen aansprakelijkheid. Hij was geen politie-agent en niet aangesteld om de openbare veiligheid te hand haven. Hij had met het heele geval niets te maken. Waarom mocht hij derhalve niet ongestoord zijn wan deling voortzetten? Waaraan ontleende de rechter het recht, hem lastig te vallen? Waarom vonniste hem de publieke opinie? Er worden weinig kinderen in 't water geworpen Maar talloos zijn de wandelaars, die met een onbe kommerd geweten kinderen laten verdrinken. Actieve misdaad lijkt zoo veelvuldig, omdat men er zooveel gerucht van maakt. Maar passieve misdaad is een al- gemeene maatschappelijke fout en valt door haar al gemeenheid niet in het oog. Onze samenleving lijdt weinig schade van de handelende misdadigers, maai aan de misdadigers uit lijdelijkheid gaat zij te gronde. Kinderen sterven slechts zelden in 't water. Maar hoeveel kinderen komen om in den veel vreeselijker doodstrijd van 't slagveld? Hoeveel kinderen teren uit in het langzaam moordend proces van ondervoeding en gebrek aan speelruimte en frissche lucht? Hoeveel kinderen gaan zedelijk te gronde in drank en ontucht? Hoeveel kinderen sterven den geestelijken dood, door dat het verhevene en mooie, dat de aarde oplevert, hun in het afmattend geploeter om de eerste levens benoodigdheden onthouden wordt? „Het is mijn zaak niet!", prevelt de rustige burger en wandelt vreedzaam voorbij. Als hij het zich eens tot zijn zaak maakte, hij en de millioenen overige rustige burgers, die thans zondigen in onwetendheid Een diefstal, een moord is een verschrikkelijk ding Maar er zijn in onze wereld verschrikkelijker dingen Verschrikkelijker, omdat ze in massa geschieden en omdat hun verderfelijke werking minder gemakkelijk is te doorgronden en tegen te gaan dan een simpel persoonlijk vergrijp. ADRESBOEK VAN BLOEMENDAAL 15EJAARGANG 1928 F 1.50 Oorlog, zedenverwildering, ontmenschelijking, roof bouw op lichaam en geest, averechtsche economie, prostitutie in allerlei vorm, wie voleindigt de reeks massale misdaden, welke uitsluitend worden geduld, wijl de wandelaar zich rustig van ingrijpen onthoudt. ,Ik doe niet aan politiek, ik bemoei me niet met het maatschappelijk vraagstuk, ik houd me buiten de vredesbeweging, ik moet van geen enkele beweging iets hebben!" Hiermee meent de rustige burger zijn geweten te hebben gesust. Hij begrijpt niet, dat het niet-doen soms misdadiger kan zijn dan het doen. H. G. CANNEGIETER JOHAN THORN PRIKKER. Ter gelegenheid van Thorn Prikker's 60sten verjaar dag werd in het begin van dezen zomer in Pulchri Studio te Den Haag een uitgebreide overzichtstentoon stelling gehouden die een vrij volledig beeld gaf van hetgeen deze kunstenaar op het gebied der monumen- lale en decoratieve kunsten tot stand bracht. En thans worden wij verblijd met een aan Prikker gewijde af levering van het tijdschrift „Wendingen", dat in een aantal goed gekozen afbeeldingen naar teekeningen, mozaïken, ontwerpen voor wandschilderingen, litho- grafiën en aquarellen, benevens een begeleidend arti kel van zijn vriend Dr. Leuring, de herinnering aan het werk, dat toen de wanden van Pulchri's zalen vulde, komt verlevendigen. Het is een heug'lijk feit, dat er nu althans iets wordt goed gemaakt met deze erkenningen van den in ieder geval in ons land veel te weinig gewaardeerden en begrepen pionier der monumentale kunsten, die in Duitschland waardeering en vooral ook opdrachten moest vinden, waar hem hier in Holland het tij niet gunstig was. Naast Toorop, naast Konijnenburg, is Thorn Prikker de schepper van zoo geheel persoonlijke werken, dat 't werkelijk bevreemdt, dat deze productie zóó lang en feitelijk nü nog! aan de algemeene aandacht kon ontsnappen. Bevreemdend is zulks vooral omdat, wan neer men mij zou vragen naar mijn meening omtrent de meest van nature begaafdste der bovengenoemde drie kunstenaren (en dat is toch een factor, welke het groote publiek, dat overigens steeds in het vage leeft, niet onverschillig hoefde te zijn!) ik er mij niet lang op zou hoeven te bezinnen. Voor de uiteindelijke verhevenheid der monumentale conceptie blijkt een overvloed van geniale scheppings kracht een rem. Laat ons daar echter onmiddellijk aan toe voegen, dat het groote publiek zulks zooals her haalde malen ook reeds bleek niet als zoodanig erkent. Men aanbidt toch de genialiteit. Men wordt gaarne overtroefd, overbluft. Tien tegen een dat de groote massa de in z'n zuivere innigheid zoo verheven portretkunst van Vlaamsch-pri- mitieve meesters als Rogier v. d. Weyde, Memlinc of Matsys voorbij loopt en zich in bewondering vergaapt aan een van Rubens' of Jordaens' vleeschcascades. Nu zij het verre van mij in dit verband ook maar eenigszins aan het werk van Prikker te denken. Daar voor werd het te veel geboren uit en beheerscht door een volkomen anders gerichte geestelijke idealiteit dan die, welke in het werk dezer Vlaamsche barok-mees- ters openbaar is. Maar het feit blijft bestaan, dat van de bekende voor gangers op het gebied der decoratieve kunst Prikker's arbeid het minst gebonden is en het meest een barokke inslag verraadt. Ik zeg niet dat Prikker de meest re volutionaire van zijn tijd was. Dat was twijfelloos Jan Toorop in z'n vroege werken, waarin ook het zui verst z'n scheppingskracht zich manifesteerde. Beter en zuiverder dan in sommige latere werken, die dik wijls onder, door het katholicisme beïnvloede, cere brale vormgeving aan spontaneïteit moesten inboeten Hoewel voor Prikker het „Art is a battle" maar al te zeer bewaarheid werd en zijn gansche scheppings kracht gericht stond op het monumentale decoratieve werk, blijkt toch in vele zijner prachtige concep ten dat hij in laatste en hoogste instantie zichzelf niet voldoende kon verloochenen tot de uiteindelijke op offerende daad. Niet altijd ten minste. Een uitzonde ring zou wellicht te maken zijn voor het mozaïk in een boogmis van de Haagsche Duinoord kerk en voor enkele glasvensters. Ondanks deze sterke persoonlijke inslag stond Prikker's kunstenaarschap al in z'n vroegste schep pingen gericht tegen het impressionisme der Haagsche meesters. Hij stelde zich in dienst van, en wilde zich ondergeschikt maken aan de wijdere meer omvattende idee, waarbinnen het „schoon verband der kunsten' de uitdrukking is van Walter Crane) een nieuwe glans zou krijgen, door op te gaan in het maatschappe lijk verband der sierende kunsten. Doch smartelijk moet ook hem evenals Toorop, Ro land Holst c.s. het besef zijn geworden, dat de maat schappij zijn dienstbaarheid en zijn geestelijk geschenk niet noodig had. Want wederkeerig moet het monu mentale kunstwerk in den tegenwoordigen tijd een zijner belangrijkste levensvoorwaarden ontberen door het ontbreken van een algemeen aanvaarde religi euze levensverdieping en geloofsbelijdenis. De kerk mist in onze dagen ten eenen male het groote hiërar chische verband, waaraan het leven in vroeger tijden in al zijn uitingen ondergeschikt behoorde te zijn. Dat dit tegenwoordig onmogelijk is, is duidelijk en m.i. on- omstootelijk als juist te erkennen. Maar daarmee vervalt ook tegelijk de diepere be- teekenis der monumentale kunst als collectieve reali satie van deze primaire levensfactoren. Het blijft dus een kunst van meer of minder persoonlijke geaardheid en daarbij dikwijls van ethische of literaire strekking. Het zijn deze overwegingen die onze waardeering in eersten aanleg bepalen bij het bezien van de werken van Thorn Prikker. Prikker mist dus achtergrond, zooals voor hem Der Kinderen toen hij zijn Bossche wandschilderingen en zijn Heilige Sacramentsprocessie schiep, en allen die zich daarna in krenterig Holland een opdracht op dit gebied zagen toegewezen. Eigenlijke opdrachten heeft Prikker in ons land zoo goed als niet gehad. Verheu gend is het dat daarin den laatsten tijd een geringe wijziging ten goede is gekomen. Rotterdam droeg hem beschilderingen op voor het Stadhuis waarvan de voorontwerpen in het hier ge noemde Wendingen-nummer zijn afgebeeld. De kun stenaar werkt tevens aan het reeds vermelde Avond- maal-Mozaïk. Wat er van gereed kwam in deze kleine steentjeskunst houdt de verwachtingen op het geheele resultaat zeer zeker sterk gespannen. Andere opzichzelfstaande werken als de prachtige Zaaier, Adam en Eva, David en Saul en vooral de teekeningen uit Prikker's oudste tijd als „Le Forge- ron", „La fin d'un ére" e.a. openbaren 's kunstenaars meesterschap over den vorm. Want het wil inderdaad wat zeggen figuur-concepties te maken op de af metingen zooals sommige dezer werken hebben. Het statische, de blijde rust,zijn dit werk vreemd.Voort- durend is er 'n worsteling om 't hoogere,daarin ligt juist de tragiek van den ondergang besloten. Dit is ook geen kunst om voort te zetten en tóch ligt hier oh dualisme voor den kunstenaar tegelijk de bevrijding in opgesloten, om als enkeling te kunnen stijgen tot de duizelende hoogten van het eenzame kunstenaar schap. Prikkers werk mist de innerlijke blijheid van een Ro land Holst zoowel als de vurige geloofsovertuiging van den katholiek Toorop. Evenmin heeft het de ma- tematische zekerheid van een Van Konijnenburg. Daartegenover zou Prikker vooral de vertolker van het heroïsche kunnen zijn. Dit laatste vindt men wel iswaar ook bij Konijnenburg doch koeler en meer be dwongen tot gebaar. Prikker uit zich daartegenover gelijk een jonge Prometheus. Een onaardsche, soms zwoele, in ieder geval zeer ge schakeerde dynamische veelheid toont hij in de groote werken als Saul en David; Adam en Eva, De Zaaier. Het is niet slechts zijn op het meer dan levensgroote ingestelde visie, doch bovendien zijn onuitputtelijke fantasie, welke ons boeit; nergens ontaardt deze ech ter tot een lijnenspel zonder meer. Steeds heeft Prik kers lijn spanning en zijn vorm inhoud. Boven alles is de lijn voor Prikker het edelste voertuig van den aeest. A. VAN DER BOOM Wie een plant wil doen kennen, kan niet volstaan met te beschrijven haar stengel of stam en haar de lucht in gedragen bladeren en bloesems; ook het wortel gestel en de aard van den grond waarin dit tiert zijn van groote beteekenis. De bodem, waarin de van huis-uit zoowel vrijheidlievende als trotsche en voor name persoon van Willem Royaards wortelde en zich ontwikkelde, is de Nieuwe-Gids-beweging geweest, en wel die, welke van het begin af, door de korte kentering van 1893 en '94 heen, zich uitstrekte tot omstreeks het einde van laatstgenoemd jaar. De Nieuwe-Gids-beweging is in de algemeene op leving van ons volk een geestesstrooming geweest in grooten rijkdom zich realiseerende in, als dit van his- torisch-afleidbaar menschenwerk gezegd mag worden volstrekt nieuw rythmisch en doorzichtig proza, en volstrekt nieuwe licht- en muziekbrengende poezie, Middellijk wordt de aanwezigheid van een geestelij ken kern of achtergrond der Nieuwe-Gids-beweging aangetoond door het feit, dat het, wat levensvernieu wing betreft, bij die van proza en poezie niet bleef. Als een wind, die alles wat boven aarde staat, be roert, heeft de Nieuwe-Gids-beweging alles wat in haar tijd in Holland aan den geestelijken kant lag en kiem van nieuw leven in zich droeg aangeraakt en bevrucht. De wijsbegeerte evengoed als de letteren, de politiek en de moderne kerken evengoed als het Tooneel. Dit laatste vooral in Royaards. Willem Royaards was een innig en vurig bewonde raar. aanhanger ware juister, van Willem Kloos, Her man Gorter, Lodewijk van Deyssel; hij werd een per soonlijk vriend van Hein Boeken en van Alphons Die- penbrock. De wisselwerking tusschen hun zielen en werken en hem was hem een altijd nabije bron, waar uit hij de gezonde bezieling putte om als een held te werken aan zijn ideaal: op eigen, op Tooneelgebied het Hollandsche Volk op te stooten in de rij der Volken, tot een hoogte, als het zelf in de gouden eeuw nog niet en als eenig ander volk sedert eeuwen nim mer had bereikt. En toen Royaards en schrijver dezes van uit het nog onlangs humeurig en ondoeltreffend door v. d. Goes gehoonde buitentje „Meer en Vaart" te Sloterdijk in het voorjaar van 1894 uitkeken over de groene weiden naar het Oosten, waar rondom den Westertoren zich groepeerde de groote, van nieuw leven zwangere stad, toen zijn daar de plannen ge smeed voor een eerste open-lucht-schouwburg in Nederland, De Nieuwe-Gids-beweging zoo vruchtbaar op lyrisch en episch gebied, heeft echter zelf geen drama het leven gegeven. Het lag geheel in Royaards' helden- natuur, dat hij zich toen terugwendde tot Shakespeare, ook om dezen uit regie-oogpunt machtig op te bouwen en te moderniseeren, het lag in zijn oud-Hollandschen en poezie zuiver aanvoelenden aard, dat hij Vondel herleven deed. Als regisseur, als verzenzegger, en als acteur, voorganger, leeraar en executant op al die ge bieden, heeft hij al reeds zooveel gedaan voor ons Volk, dat dit hem met den grootsten eerbied heeft te gedenken. Maar wat was hij niet nogmeer! Hier alleen nog een opmerking over zijn karakter. Voor ons was zijn meest treffende eigenschap z'n trouwhartigheid. Men kan geestig zijn als Frans Coenen, een ultra-waarnemer als Karei Alberdingh Thijm, teer en toch sterk op hooge tinnen des geestes als Boutens, majestueus als Querido, men kan een uit diepe wonden bloedende meesleper zijn als Willem Kloos in zijn besten tijd, als Herman Gorter kan men beweging en muziek zeiven zijn op het oppervlak der aarde, maar is er onder hen één die in hartelijke trouw, in duurzame offervaardigheid aan zijn eens gekozen ideaal en richting, aan zijn vrienden en aan de liefden van zijn hart, zich meten kan met Royaards? Royaards was niet alleen menschelijk groot en mannelijk sterk, en gepassioneerd en uiterst werk en mannelijk sterk, en gepassioneerd en uiterst werk dadig, maar ook goed, Ónder alle koude en warme drukte die zijn vak en z'n positie medebrachten, ge woonweg een echte brave goeje kerel. En als landge noot, die veel gedaan heeft voor de toekomst van een groot-Nederland in dubbelen zin èn als mensch zal zijn figuur onder ons voortleven. P. T. Sr. Voor de op 9 Februari a.s. door den heer Wieland Los en Mej. Roosen te geven Lighaluitvoering zijn circulaires verzonden om vrijwillige bijdragen, terwijl verschillende jongelui werken met inteekenlijsten, ten einde de opbrengst van deze uitvoering zoo groot mogelijk te maken. Mogen wij Uw aandacht nog eens vestigen op dit mooie sympathieke werk van de or ganisatoren van deze uitvoering. Het geldt hier gelden bijeen te brengen voor het verplegen van on- en min vermogende tuberculose-lijders. Wij weten wel, veel wordt gevraagd, vooral thans, na den vreeselijken ramp aan den Hoek van Holland, voor onze Helden der Zee, doch laten wij daarbij onze zieken niet vergeten. Veel leed kan worden verzacht, veel leed kan worden voorkomen als het Lighalfonds haar werk op volle kracht kan blijven voortzetten. Wanneer niet tijdig tegenmaatregelen genomen kun nen worden door een deskundige verpleging sticht de tuberculose veel onheil en veroorzaakt zij ook dikwijls onverzorgde weduwen en weezen. Steunt daarom al len het nobele streven van de werkers aan deze uit voering en zend een bijdrage aan den heer Meyerink, die zoo bereidwillig is geweest zich met het finantiëele gedeelte van den avond te belasten. Het adres van den heer Meyerink is Cruquiusstraat 10, Haarlem; zijn postgiro-nummer 100681 Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 1