iM iecl Schaakrubriek 11 ■al iÉS ■j| B m m De waarheid omtrent Generaal Booth Burgerlijke Stand Kerkagcnda l Sa tyre Duitsch-Nederlandsche Vereeniging ■lil HP mp iiii Voor alle zieken die niet thuis verpleegd worden Weesp en Weesper. ikhuis „Woensdag" m Cruqiusweg No. 14 te zelfde dagen als hier- 5 voor opslag van ge- 12 uur en de overige terughalen der Zater- erige dagen van 816 :t voor het gedistil- den Inspecteur onder slagen. AANGELEGD 1HTER. ioven heeft op de vol vet" vrijgesproken, die Lek was geverbaliseerd nen in het openbaar: md Zwarte Piet, ian het rijden ziet, n zwarte handen Nederlanden, i te hebben gereden. ïrtreden. geval, iooren zal, iet, s ziet. :n Sint, jezwaar, bezwaar, rezen, :zen, It geheeten; dit nooit verweten. 5r zijn werk. :r sterk, :it: verwijt, staf te geven, rne leven, t, Piet! kinderfeest. zeker geweest g te bezorgen, openbaar of verborgen, gezegd, gelegd, -vezen: z'n gezicht erbij, ik hem vrij". :n niet iets nieuws of iets n als op muzkiaal gebied, geeft is altijd genoege- van vóór-oorlogsch en Haarlem is dol op Fritz is een streek van bloe- venslust. Haarlem is ge- gezonden lachen. Wat gewoonlijk bij dit ope- bezet. Opgevoerd werd n E. Kalman, tekst van Zoowel de aankleeding ;ede bedrijf lieten weinig e een Weensch cabaret rde was de hoteltrap wat loos vonden wij de half- revue-girl in de eerste aad van flauwe grappen, d acteeren, en Paul Har had ook de regie) met huidige moppen, zoodat useerd. Spel en zang van >n Mimi Gyenes zijn te zoo gewaardeerd, dat wijzen. ijzen in groote vroolijk- Vat is de Stadsschouw- :et is met een opgewekt Tot wederziens bereid Mag ik niet een glas Snaps lief van je, Jantje, maat las water geven de, dat U drinkt als een lag eens zien! rg gesteld op een goede >m aan den juwelier, ter- et een groote steen erin, leer Topaas, hoe heet die lijk, moet je dat nu uit' i, antwoordde de juwelief uitspreken: glas! aar beneden geloopen! ei het jongemensch, met nzelfzuchtigste menschen. colaas een kistje sigaten' r zijn vrienden laten op' groot artist, zei de kost- •ssenlap poogde te kloven- mijn kookkunst geïnspi' zei de commensaal som' >gen vork bekeek. Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan de» Schaakredacteur, De Genestetweg 23, Bloemeadaal. PROBLEEM No. 200 j. v. GULfK (Overveen). Mat in twee zetten Wit: Kf2, Dh5. Lal, Pb4, Pg3. c5. Zwart: Kf4, Te8, Tf8, Ld8, Lg8, Pa2, c4, e5. Opgedragen aan den schaakredacteur van het Bloemendaalsch Weekblad. Dc componist, die de vriendelijkheid had zijn geestes kind aan ons op te dragen, welke onderscheiding op hoogen prijs wordt gesteld, verzocht deze eerste publi catie ter gelegenheid van het verschijnen van het 200e probleem in onze rubriek op te nemen. De auteur teekent er bij aan, dat het thema niet nieuw is, zooals trouwens bij vrijwel alle twee-zetters. Zijn pro bleem is namelijk een bewerking van het Loydsche orgelpijpenthema (b.v. Wit: Kd2, Dh5, Pe3, b3, f4; Zwart: Kd4. Td8. Te8, Lc8. Lf8. a6. b4, d3. e4), met nog eenige kleinigheidjes er omheen. Wij hebben genoten van de „muziek", die, bij het spelen der verschillende varianten, door deze schoone orgelpijpen worden voortgebracht. OPLOSSING PROBLEEM No. 195 (O. G. LAURITZEN). Stand der stukken: Wit: Kgl, Da6, Tc6. Tf2, Pc4, Pf4, b4. b5, e5, gó. h4. Zwart: Ke4, Pc3, g7, h5. 1Daóa 1 Ke4d4; 2. Rc4dó, enz. Pc3e2f; 2. Pf4Xe2, enz. Ke4—f5; 2. DalXc3, enz. Pc3 anders; 2. Dal—blf enz. (echo-matstellingen) GOEDE OPLOSSING ontvangen van: J. Lankamp, te Bloemendaal; P. Barend, J. J. H. Bauer, C. v. Dort, H. W. v. Dort, loh. v. Teunenbroek, allen te Haarlem; J. v. Gulik, te Overveen. P. Mars en G. Strijker, beiden te Santpoort. (Allen 3 punten). De volgende punten zijn thans in totaal behaald: J. van Gulik 47 P. Mars 44 P. Barend 39 J. J. H. Bauer 39 H. W. van Dort 39 Joh. van Teunenbroek 39 J. Lankamp 36 G. Strijker 34 C. van Dort 33 H. J. S. Beek 27 H. de Ruiter 25 A. H. v. d. Lint 18 W. Hogenbirk 14 F. Erlings 6 P, Oosterhof 5 CORRESPONDENTIE. HAARLEM, H. W. v. D. Uw bronzen medailles, prijzen voor onzen oplossingswedstrijd, in dank ont vangen. Daar U ons vier medailles hebt gezonden, kunnen wij derhalve 9 prijzen toekennen en misschien nog een troostprijs. UITSLAG OPLOSSINGSWEDSTRIJD. De uitslag van den wedstrijd wordt in de volgende rubriek opgenomen. Het verslag der vergadering van bovengenoemde ver eeniging, hetwelk wij de vorige week wegens plaats gebrek niet in z'n geheel konden opnemen wordt hier onder vervolgd. Dr. Mahrholz sprak improviseerend en gemakkelijk. Hij wees er op dat vóór den wereldoorlog de literaire stroomingen in alle landen van Europa in ongeveer gelijksoortige banen gingen. De ideeënwereld van Darwin, het naturalisme, de ideeënwereld van Nietz- sch doen zich van 1880 tot 1914 in alle europeesche literaturen gelden met een ontwaken van oud-roman- lieke ideeën in de nieuwere romantiek. In Duitschland heeft de oorlog daarvoor een gordijn doen vallen. Duitschland is dan geestelijk en maatschappelijk ge ïsoleerd. Het expressionisme dat reeds te voren was opgekomen voert nu de hoofdtoon; de geweldige din gen in en door den oorlog beleefd komen tot uiting in groote bewegingen, lyrische o.a. in Trakl; ethische, die pacifistisch, anti-militaristisch en Tolstoiaansch gericht zijn en gelijken tred houden met de revolutie en de vernieuwing van alle levensvormen o.a. in Heinrich Mann, die reeds vóór den oorlog (in zijn toman Der Untertan)kritisch expressionist was, gericht tegen alle verouderde vormen der samenleving; en religieuse in Albert Thalhoff, Josef Winkler en Jacob Kneip; Dostojewski, te voren als naturalist beschouwd wordt opnieuw ontdekt, de germaansche oer-mystie- ken der 13e en 14e eeuw: Tauler, Suso, Eckehardt en Ruusbroec worden opgehaald. Duidt dit alles op een gerevolutioneerd zijn van Duitschland? Neen, als we het vergelijken bij wat in Rusland is gebeurd; ja, als we de werkelijke verande ringen der levensvormen in Duitschland gadeslaan. Een krant van vóór den oorlog zou in Duitschland nu niet meer begrepen worden. De nieuwe levensvormen hebben zich „im groszen und ganzen durchgesetzt". Dit is vooral merkbaar op het gebied der vrouwen beweging die 't bij ons (Duitschland) als nonsens doet zien, dat een vrouw, die beambte is, weg zou moeten, omdat zij haar natuurlijke besteraming, moeder te zijn, volgt. Dan komt na de geweldige spanning uit de jaren 1918 en 1919 de terugslag, alles zakt in. Typisch uit dien tijd isThomas Mann's „Zauberberg". De „Zauberberg" is een Sanatorium waarin als 't ware de oververmoeidheid der europeesche levens vormen gedemonstreerd wordt. Twee typen ontwikke len zich in die periode: de liberale gematigde rede- neerder, tegenover de diktatoriaal gezinde, die nog altijd gelooft in het Geweld. De liberale republiek zegeviert. We beleven dan een tijdperk, dat èn over het expressionisme en over het afgemat pessimisme (sterk tot uiting komend in Epengler's Untergang der Abendlandes) zegeviert. Drie verschijnselen doen zich in die overgangstijd voor: lo: een massa historische romans, die figuren beschrij ven als Schiller, Goethe, Luter, Paracelsus (deze in een trilogie), Napoleon, Spinoza zelfs vinden hun levens romanschrijver, het is of men om uit het heden te vluchten zijn tijdelijke toevlucht zoekt in het verleden; 3o: wat spr. noemt een Kosmogenisme, meest van lyrische dichters (Dankler, Nadel, Adler), die, als de Grieken deden een volledig wereldbeeld willen scheppen; merkwaardig onder hen is Theodor Daiibler met: „Das Nordlicht". Hier speelt de metaphysica een groote rol, 't is ook een middel tot ontvluchten der af grijselijke werkelijkheid (interessant, hoe ook in de geestelijke wereld een natuurlijk zelfherstel zich baan breekt, zij 't langs omwegen! Red.). De grenzen zijn weer open en Duitschland dat gedurende den geheelen oorlog verstoken bleef van buitenlandsche literatuur, neemt die nu gretig op; nimmer te voren zijn zooveel boeken uit andere talen in het Duitsch vertaald. Gals worthy is in Duitschland sterker verkocht dan in zijn eigen land. Met Wells en Lawrence is het zelfde 't aeval, de Amerikanen Lewis en Sinclair, de Hollan ders Boutens en Jo van AmmersKuiler doen hun intree in de duitsche taal, ook jonge russen en fran- schen. Deze vertaalwoede is het derde typische ver schijnsel van dit tijdperk. Met dit al komt een nieuw geloof op aan de toekomst van Europa. Neigden voor den oorlog velen naar de mystiek van het verre Oosten, het is thans in een nieuwe europeesche werkelijkheidszin weer aan de voorhand. In de nieuwe gezindheid die nu voor zich zit, is echter een soort cynisme, vooral bij de vrouw merkbaar; het is niet meer de vraag: wat gevoel je, maar wat doe je. Feiten worden belangrijker gevonden dan gevoelens. Het komt nu aan op nauwkeurige, nuchtere voorstel ling, de gevoelens worden teruggedrongen, verdron gen, de reactie tegen het voormalige expresionisme is in vollen gang. Drie themata zijn daarbij te onder scheiden: 1. de oorlog en zijn ellende (b.v. Erich Maria Remarque die zonder geuite aanklacht maar daarom des te erger aanklagend, de ellende schildert, die heerschte aan het front waar hij zelf was, en achter het front); 2. de misdaad en de omwenteling in het strafrecht (Brückner: Die Verbrecher). Het mensche- lijk leiden wordt nu niet meer als in het expressionis me „herausgebrüllt", maar toch is achter deze zuiver beschrijvende reportage-literatuur een zeer sterk ge voel werkzaam. De bekende roman: Alle gegen einen" van Arnold Jehring. Deze boeken maken alle veel opgang, 't Is of de duit sche geest zich door deze beschrijvingen wil bevrijden van de herinneringen aan de groote misdaad en hel die oorlog heet. Ook de zorg voor de verwaarloosde jeugd (men denke aan Brusse's Boefje bij ons. Red.) vormt een thema der literatuur van den laatsten tijd, ten slotte worden uit het verleden opgehaald oude tendenzen, voor zoover ze in de verschillende duit sche Staten nog in het volk leven; er is een Heimat- kunst ontstaan van Hamburg, Bremen, Aachen. Met dat al is een groot bewegen ingezet: de Duitschers die door Bismarck als 't ware kunstmatig tot één staat aan elkander werden gevoegd zijn thans bezig samen te groeien tot "n organisch saambehoorend Volk. Spreker oogstte grooten bijval met zijn ideeënrijke en en duidelijke rede. De heer Levenkamp dankte hem namens allen en sloot de vergadering; tot onze verwondering was er noch eene gedachtenwisseling, noch een gezellig sa menzijn daarna. Velen onzer plaatsgenooten geven geregeld bijdragen aan het Leger des Heils. Voor hen ontleen en wij het volgende aan een artikel van A. G. Gardiner uit „John Bull" van 26 Jan. j.l. De val van Generaal Booth is meer dan een persoon lijke tragedie. Het is de val van een dynastie. Er ligt een waarschuwing in voor alle alleenheerschers, dat er iets in de menschelijke natuur, dat niet blijvend een erfelijk dictatorschap kan aanvaarden, als hoe be langeloos en welwillend dit zichzelf ook moge be schouwen. Indien men ons een paar. maanden geleden gevraagd zou hebben, van welke menschengemeenschap het 't minst waarschijnlijk was, dat zij ooit zou uitbreken in vlammend verzet tegen haar regeering, dan zouden de meesten onzer het Leger des Heils hebben genoemd. Het scheen zoo gedisciplineerd en zoo geoefend in gehoorzaamheid, zoo geabsorbeerd in zijn taak, zoo onverschillig voor wat in den regel de buiten wereld verdeelt, dat iets als openlijke oneenigheid over zijn zaken ondenkbaar was. Generaal Booth zat naar allen schijn even vast op zijn troon als de Paus van Rome en war even veilig in het hart van zijn volk als de meest constitutioneele aller vorsten. Toch had zich achter deze oogenschijnlijke kalmte on tevredenheid en verzet vergaderd, en toen het uur sloeg, vond hij een overweldigende meerderheid van den Hooge Raad tegenover zich. Het punt, waarop hij viel, was eenvoudig. Dat was niet de vraag, of Generaal Booth geschikt was voor het bestuur. Het ging er om, of hij zijn eigen opvolger benoemen zou. Met andere woorden: het ging er om, of het Leger des Heils van de eene generatie aan de andere zou worden vermaakt als een soort persoonlijk bezit der familie Booth. Dat was ongetwijfeld de bedoeling van den Stichter. William Booth was een man van verwonderlijke kracht een man, die met Loyola en Wesley en Fox in de historie zal voortleven als een der grootste geestelijke nieuw-leven-wekkers van alle tijden. Zijn hartstochtelijke liefde voor de menschheid was oprecht, zijn godsdienstige ijver fanatiek, zijn zaken- genie ontzagwekkend. Indien hij in de politiek was gegaan, dan zou hij de meest geduchte figuur in het parlementaire leven zijn geweest. In het zakenleven zou hij zich tot de hoogste hoogte hebben opgewerkt. In plaats daarvan wijdde hij zich echter aan het schep pen van een uitgebreid systeem tot zedelijk en maat schappelijk herstel en het Leger des Heils is het mo nument voor zijn genie. Het rukte op uit de achterbuurten van Oost-Londen met muziek en banieren en met rauwe strijdleuzen. Het geleek een travestie van den godsdienst en stuitte niet alleen op den spot en den hoon der wereld, maar op haar felle vijandigheid. Maar het heeft die overleefd; het heeft zich verbreid van land tot land, totdat het de wereld omspande met een netwerk van georganiseerde religie en maatschap pelijke hulp. Het was de grootste één-mans-prestatie der moderne tijden. Het kon alleen geschapen zijn door iemand, die autocraat was bij de gratie van zijn genie. En Booth was een geniaal autocraat. Hij kon geen rivaal naast zijn troon dulden. En toen hij stierf, be noemde hij zijn zoon tot zijn opvolger, alsof het Leger des Heils een persoonlijk bezit was. Maar hoewel alleen een despoot het Leger des Heils kon stichten, kon het despotisme als dynastiek stelsel het niet in stand houden. En ongelukkig voor hem. bezat Bramwell Booth niet de eigenschappen voor een welslagend alleenheerscher. De natuur had hem in een gansch anderen vorm ge goten dan zijn vader. Hij miste Williams dynamische kracht en bezat ook niet diens gaven van initiatief en durf. Hij had meer het voorkomen en het temperament van een beminnelijke plattelands-geestelijke of van een aartsdeken, dan van het hoofd van een conserva tieve wereld-instelling, half zaak, half kerk, als het Leger des Heils. Hij werd aanvaard als de zoon van zijn vader, omdat de geweldigheid van dien vader nog immer den geest van het Leger beheerschte, en niemand denkt er aan om te beweren, dat hij zijn werk niet trouw en goed heeft verricht. Maar er ontstonden grieven. Er waren gevallen van bevoorrechting. Leden der familie werden bevorderd zonder er recht op te hebben, en de neiging om het Leger te behandelen als een familiezaak, waarop de Booths' erfelijke eigendomsrechten hadden, bleef groeien. Welk een omvang de ontevredenheid had verkregen, werd duidelijk, toen de ziekte van den Generaal een ernstige wending nam en noodlottig scheen te zullen worden. Indien dit gebeurde, zou het Leger bedreigd worden met de bestendiging van een bestuursvorm, welke on mogelijk was geworden. Indien de Generaal als hoofd van het Leger stierf, zou hij evenals zijn vader zijn eigen opvolger benoemen en het was bekend, dat die opvolger een lid zijner familie zou wezen, waarschijnlijk zijn dochter. Zoodoende zou de Booth-dynastie voor het derde ge slacht gevestigd zijn en zouden de hervormingen, waarvan de tijd de noodzakelijkheid had aangetoond, opbotsen tegen de autocratische macht van een mo narch, die regeerde bij een soort van goddelijk recht. Het Leger was vastbesloten, dat dit goddelijk-recht- beginsel moest verdwijnen. En ten einde het te ver nietigen, moest aan Generaal Booth de macht worden ontnomen om zijn eigen opvolger te benoemen. Met andere woorden: hij moest zijn Generaalschap voor zijn dood beëindigen. Vandaar dat de Hooge Raad van de einden der aarde bijeen werd geroepen. Er is veel critiek op uitgeoefend, dat de Hooge Raad dezen donderslag deed komen, terwijl de Generaal op zijn ziekbed lag. Ik geloof niet, dat deze critiek gerechtvaardigd is. Er rustte een enorme verantwoordelijkheid op hun schouders. De geheele toekomst der wereldbeweging stond op het spel. Indien zij nu niet handelen, zouden zij nooit kunnen handelen. Aan de autocratie zou een nieuwe levens tijdperk worden gegeven en ontwrichting en chaos zouden het gevolg zijn. Indien er reden is voor critiek, dan behoort die niet gericht te zijn tegen den Hooge Raad, welke zijn on aangename taak met de uiterste kieschheid ten uit voer bracht, maar tegen de raadgevers, die den Gene raal omringden. Het is duidelijk, dat hij niet in een toestand verkeerde, die hem geschikt deed zijn om in zoo'n dringende aangelegenheid handelen op te treden en dat hij voor zijn gedragslijn afhankelijk was van de raad gevingen van anderen. Het is te betreuren, dat die raadgevingen den vorm aannamen van verzet tegen een handeling, zoo rede lijk, zoo gewichtig en zoo indrukwekkend als die, waartoe de Hooge Raad zich genoodzaakt zag. Men heeft den generaal geteekend, op zijn ziekbed voor een familievoorrecht strijdend tegen het zoo goed als eenstemmige oordeel van de hoogste functionarissen in het Leger over de geheele wereld. Hij heeft de vernedering ondergaan, dat men hem van zijn ambt heeft ontheven, terwijl hij het zelf had kunnen neerleggen met alle eer van een beminden Leider, die op een belangrijk punt van bestuursbeleid gezwicht is voor de meening van de overweldigende meerderheid zijner volgelingen. Indien dat geschied was, zou der wereld het uiterst pijnlijke schouwspel van de vorige week bespaard zijn gebleven en de Booth-dynastie zou zijn heenge gaan met die waardigheid, welke past bij een familie, wier aan de menschheid bewezen diensten den eer bied der wereld afdwingen. (Het Hoofdbestuur van het Leger in Nederland be richt ons, dat het bovenstaande in hoofdzaak juist is. Zooals de lezers weten is de zaak beëindigd met 's generaals definitief verdwijnen. Verslag van verrichtingen van het Muziek-Ensemble ten behoeve van Ziekenhuizen, tevens bureau voor gratis-verspreiding van lectuur in 1928. In 1928 werden 29 concerten gegeven, t.w.: Amster dam: Binnen-Gasthuis, Luth. Diakonessen-Inrichting, Tes§elschade-Ziekenhuis, Amsterdamsche Maatschap pij voor Jongemannen, Noorsch Zeemanshuis; Assen: Wilhelmina-Ziekenhuis: Beekbergen: Sanatorium Beekbergen: Bennebroek: Stichting Vogelenzang; Bergen op Zoom: Stichting „Vrederust"; Doorn: Lands Zegen; Ermelo: Stichting „Sonneheerdt", Stichting „Groot Emmaüs"; 's Heerenloo: Verplegend personeel Vereeniging O. en O.; Nieuwveen (Z.): Johannes- Stichting; Rotterdam: Tehuis voor Zeelieden; Zaan dam: Zeemanshuis voor Duitsche Zeelieden; Zeist: Chr. Sanatorium; Zuidlaren: Stichting „Dennenoord". In het buitenland: Hamburg: Nederlandsch Zeemanshuis, Eppendorfer Krankenhaus. Radio-concert ten behoeve Hollandsche Kerk te Rou- baix (N. Fr.). Aan bovengenoemde concerten werd welwillende medewerking verleend door de volgende solisten: de dames Rolly Alozery (zang), Leni Edersheim (viool), Coba Gootjes (viool). Lies Kehlenbrink (piano), Betsy Koopman (piano), Jo Kuipers (zang). Eti Lodewijks (zang), Jenny Luchsinger (piano), Mary Lukkien (declamatie), Jo Meeuwse (viool). Willy te Nuyl (zang), Mies Spruit (viool) en de heeren Jules Hildering (orgel), Tom Hoog (viool), Chr. Maters (zang), Henk van Steenhoven Jr.(orgel), en Wim van Veen (piano). Aan de volgende depots werd lectuur verzonden ter uitreiking aan daar vertoevende Nederlandsche zee lieden: Altona (Duitschland): Deutsche Seemannsmission. Buenos-Aires (Argentinië): Seamen's Institute. Calcutta (Eng. Indië): Sailor's Rest „Fearweather House". Durban (Natal): Seamen's Institute. Hamburg (Duitschland): Nederl. Tehuis voor Zee lieden. Halsingborg (Zweden): Halsingborg's Sjömans- mission. Hoboken (N.Y.): Nederl. Zeemanshuis. Kaapstad (Zuid-Afrika)Sailer's Home 21 Dock Road. Kiel-Holtenau (Duitschland): Deutsche Seemanns mission. Londen: Nederl. Tehuis voor Zeelieden p/a Scandi navian Sailors Home. Lourenqo Marques (P. E. A.): „Seamens Institute". Lübeek Marques (P.E.A.): p/a Sjömanspostor Olof Larsson. Malmö (Zweden): Malmö Sjömansmission. New-York: New-York Port Society, idem: Seamen's Christian Associatich. idem: Seamen's Church Institute, idem: Sailors Home and Institute. Randers (Denemarken): Sjömanshemmet. Riga (Lettland): Deutsch Luth. Seemansmission. South-Shields (Engeland): p/a J. Strijbos, 3 Green Terrace. Valparaiso (Chili): Seamen's Institute. Patiënten die lectuur wenschen te ontvangen, worden verzocht zich te wenden tot den Leider van het M.E.: J. P. C. Meeuwse, Vlietstraat 2, Amsterdam Z„ ter- wel eenzame Nederlanders in het buitenland, die zelf het abonnement op een Nederl. Tijdschrift niet kunnen betalen, zich eveneens voor dat doel aan bovenge noemd adres kunnen wenden. BEVALLEN: M. StalsMaunz, d.; J. F. van den Klinkenbergde Jong, z. GETROUWD: C. A. Honig en H. B. Mostert; M. van Houten en M. Schouten. J. H. Toornent, 75 j., overl. te Haarlem; L. A. Joustra, 7. j., idem; S. M. Voet, 74 j„ idem; E. M. V. Roeff, 68 j„ overl. te Amsterdam. GEVESTIGD: F. M. Barwald, Bloemendaalscheweg 158, Overveen; Mr. N. Reeling Brouwer, Julianalaan 71, Overveen; A. Bierens de Haan, Bloemendaalsche weg 94, Bloemendaal; Wed. H. A. SmithJentze, Bloemendaalscheweg 90, Bloemendaal; F. A. Revalk, Zonnebloemlaan 16, Aerdenhout. ZONDAG 24 FEBRUARI 1929. BLOEMENDAAL. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur. Ds. J. A. van Leeuwen, Em. pred. te Heemstede. JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Maranatha", des voormiddags 10 uur: Mej. A. J. Plooy, Theol. Cand., Leiden. GEREFORMEERDE KERK. voormiddags 10 uur. Ds. J. C. Brussaard. n.m. 5 uur Ds. J. C. Brussaard. NEDERLANDSCHE PROTESTANTENBOND in .het Bondskerkje, Potgieterweg 4, v.m. 10.30 uur. Dr. L. J. van Holk, Utrecht. VRIJE KATHOLIEKE KERK, Popellaan, Kinheimpark. Zondag 10.30 v.m. Gezongen H. Mis. daarna Genezingsdienst. Woensdag 7.30 v.m. Stille H. Mis. Zaterdag 7.30 v.m. Stille H. Mis. OVERVEEN. NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur. Ds. J. v. d. Vlugt, Bergen op Zoom. AERDENHOUT. „RELIGIEUZE KRING" AerdenhoutBentveld. Vereenigingslokaal Eikenlaan 5. v.m. 10.30 uur. Ds. G. A. Barger, Ned. Herv. Pred., Hees. SANTPOORT. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur. Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „Lijdens Verblijden" (1 Petrus 4 13). Met medewerking van het Vrouwenkoor. -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 5