EFFECTEN - COUPONS UITGAVE NV-HET HIDDEN i Crêpe Schoenen Afval ALG E M.NIEUW5 enADVERTENTIEBLAD VooR KENNEMECLAND en HAARLEM EXPL^ADMINT^DRUKKER V T. TIMMER DE 0ENE5TETWEG.23. BLOEM END"reOf- Plaatselijk Nieuws Denken en Leven HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING woningbureau Gebr. cassee BOEKHANDEL„LECTURA" GLASPAPIER, KASTPAPIER, enz. li worden bij ons Vakkundig gerepareerd L. FABER Zn., KL. HOUTSTRAAT 10 Telefoon 12896 Opgericht 1898 Bloemendaalscheweg 123 - Telef. 22874 DIVERSE SOORTEN ZATERDAG 2 MAART '29 23e JAARGANG No. 9 22003 30785 'Meek el ad Abonnementsprijs 3.50 per jaar, 1.75 per halfjaar bij vooruit betaling vóór 1 Jan. of 1 Juli. Nó dien datum verhooging van 0.15 incassokosten. Voor Indië en het Buitenland met verhooging der porto. Losse nummers 0.10. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan. Advertentiën: 18 cent per regel, bij contract belangrijke korting. Kleintjes: Vraag- en Aanbod, Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, van 1 tot 5 regels 60 cent, elke regel meer 12 cent uitsluitend bij vooruitbetaling. Boven, onder of naast den tekst dubbel tarief. BIJKANTOOR: BLOEMENDAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147 TELEFOON 22265 (Nadruk verboden) Men maakt zich wel eens bezorgd, dat er een tijd zal aanbreken, waarin onze planeet voor haar bewoners geen voedsel genoeg meer zal opleveren. Voorloopig behoeven wij hierover niet ongerust te zijn. Afgezien van de onuitputtelijke mogelijkheden, waar over de menschheid beschikt om door intenser cultuur en verbeterde techniek de voortbrengselen der aarde te vermenigvuldigen, levert deze thans reeds zoo ruim schoots haar volheden, dat wij zonder gewetensbezwaar een groot gedeelte ervan meenen te mogen verkwis ten. Bij zuiniger en doeltreffender beheer zouden wij van de hoeveelheid, welke op dit oogenblik ten onzen dienste staat, oneindig veel meer profijt kunnen trekken. Ik doel hier nu niet op het opzettelijk vernielen van voorraden bij zoogenaamde overproductie, een der roekeloosheden van onze onvolmaakte economie. Wat ik op het oog heb, is, hetgeen onwillekeurig verloren gaat, zonder dat iemand er op let. De oorlog heeft ons geleerd, hoe wij veel materiaal kunnen gebruiken, dat wij in normale omstandigheden verspillen, terwijl niemand er wil van heeft. Maar zijn harde les zijn wij reeds lang weer vergeten. Wie zich die dagen van ontbering een oogenblik voor den geest haalt, wordt zich bewust, dat wij baden in overvloed. Hoeveel menschen zouden louter van onzen afval kun nen leven? Het is, om een doodeenvoudig voorbeeld aan te halen, dat ieder onzer dagelijks kan nagaan, vrij algemeen gebruik, zijn thee of koffie zoo slordig om te roeren, dat er bij 't afwasschen van het gerei in elk kopje nog wel een half theelepeltje suiker over blijft. Het aantal menschen op aarde bedraagt 1822 millioen; ik meen dus zeer laag te taxeeren met aan te nemen, dat er op elke 1822 menschen één is, die dagelijks één kopje koffie of thee gebruikt. Doch deze lage taxatie toont reeds een dagelijksche verspilling van een half millioen theelepeltjes suiker aan. Per jaar beteekent dit een verlies van 180 millioen thee lepeltjes, of, in gewicht uitgedrukt, van drieduizend centenaar suiker. Ware het mogelijk, deze hoeveelheid uit het wegge worpen waschwater te distilleeren, hoeveel menschen zouden van een dergelijken afval wel niet kunnen leven! Er zijn producten, waarbij dit gemakkelijker gaat. Onmiddellijk denkt men hier aan het profijt, dat de industrie trekt van lompen, beenderen en oud pa pier en aan hetgeen onze keuken-afval voor de vee teelt beteekent. Is niet de vruchtbaarheid van het land van oudsher bevorderd door hetgeen als waardeloos van de boomen valt of ongebruikt op het veld over blijft? Inderdaad, zoodra wij de kunst verstaan, afval te ex- ploiteeren, kunnen wij baden in overvloed. Maar die kunst is niet in alle gevallen even gemakkelijk. Er be staan echter bedrijven, welke op die kunst zijn ge grondvest. Ik denk aan den essayeur, die de stofjes zilver en goud, welke in de werkplaats van den goud smid verstoven zijn, bijeengaart. Wat is kostelijker dan zilver en goud? Mogen wij zilver en goud laten verloren gaan? Voor den leek bevat een emmer vuil uit den goudsmidswinkel niets dan onbruikbaar stof. Men moet het essayeursvak ver staan, om den kostbaren afval te vinden. Het zou goed zijn, zoo wij allen dit vak leerden. En dan zóó, dat wij onzen speurzin naar weggeworpen kostbaarheden niet tot het stoffelijke beperkten. Want ook in ander opzicht gaat er zooveel bruikbaars ver loren. Tot voor kort golden groote groepen gebrekkigen on der de menschen voor maatschappelijk onbruikbaar. Zij zaten in ledigheid aan den weg en waren hun om geving tot last. Maar thans hebben de essayeurs zich over dezen menschelijken afval ontfermd en zij weten het goud en het zilver, dat men tevoren in deze „on volwaardige arbeidskrachten" roekeloos verwierp maatschappelijk bruikbaar te maken. Welbeschouwd bestaat er geen afval. Ook niet in zedelijk opzicht. In de zedelijk abnormalen, die onze samenleving vroeger als misdadigers op den hoop wierp, ontdekken de hedendaagsche essayeurs ook wel degelijk zilver en goud, dat bij zorgvuldige behandeling te voorschijn kan worden gehaald en tot nuttig gebruik kan worden dienstbaar gemaakt. En zoo is er in alle opzichten, stoffelijk, geestelijk, zedelijk, veel meer goeds op de wereld dan wij in onze oppervlakkigheid waarnemen. Veel, dat wij over t hoofd zien en dat wij in roekelooze verspilling ver werpen, zou ons in onzen nood te stade komen en onze ontbering veranderen in rijkdom. Wanneer wij klagen over ons tekort aan genegenheid goedheid, geluk beteekent bij nader onderzoek deze klacht vaak niets anders dan een tekort aan opmerk zaamheid voor ongebruikte gelegenheden en gaven, welke ons in overstelpenden overvloed omringen, doch waarvan wij geen profijt trekken, omdat het ons aan de aandacht en de moeite voor het opsporen ont breekt. H. G. Cannegieter Gezelligheid kent geen tijd. Zaterdagavond hield de Bloemendaalsche Reddingsbrigade een feestavond in Hotel Vreeburg. Ditmaal was een wijziging gebracht met de zitplaatsen. Een groot aantal tafeltjes met keu rige kleedjes overdekt waren in de zaal geplaatst, waaraan de leden en genoodigden zich in clubjes plaatsten. Onder de aanwezigen zagen wij den heer E. W. A. van Nederhasselt, voorzitter der Brigade en den heer Hiemstra, Commissaris van politie. De avond werd geopend met een paar muzieknummertjes, gespeeld door het trio Wijnands. Dit trio bestond uit een cellist, violist en pianist. Door het goede spel van deze heeren kwam de feeststemming direct er in. De heer van Nederhasselt als voorzitter der brigade hield een feestrede. Spreker zeide, dat het de eerste keer was, dat hij op de planken stond en een weinig last van tooneelkoorts had, daarom deed hij een beroep op de aanwezigen en als hij even bleef steken, dit niet kwalijk te willen nemen. „Allereerst" zeide hij, breng ik een woord van hulde aan de feestcommissie, die dezen avond georganiseerd heeft, die in alle opzichten moet slagen. In de tweede plaats een woord van waar deering aan het trio Wijnands en aan de cabaretclub de Delft uit Haarlem die voor dezen avond hun wel willende medewerking hebben toegezegd. Iemand die zeer zeker een woord van warme hulde verdiend is, ja, dames en heeren, ik weet dat hij er eigenlijk niet op gesteld is, dat ik zijn naam noem, maar ik zal het toch maar doen, is de heer Postma, onze secretaris, die een ijverig werker is voor de brigade (Gejuich). Voorts een hartelijk welkomstwoord aan de leden en genoodigden. We hebben dezen avond georganiseerd om twee redenen. De Brigade heeft de laatste drie jaar hard gewerkt. Vooral dezen zomer aan het Bloemen daalsche strand was de Brigade steeds op zijn post en had druk werk met strandbezoekers, die op de een of andere manier verwondingen hadden bekomen, te ver binden. Dit zijn nog maar kleinigheden te vergelijken bij hetgeen de Reddingsbrigade gedaan heeft bij de Salentoramp. Toen hebben de leden getoond, wat voor onschatbare diensten een Reddingsbrigade in zulke ernstige gevallen bewijzen kan. Na het omslaan van de reddingsboot hebben zij de redders die gewond waren verbonden, zij hebben gezorgd voor dekens en auto's, zoodat de arme lieden verkleumd van koude, warm ingepakt konden worden en op zoo vlug moge lijke wijze naar hun woningen vervoerd konden wor den. Verder is de Brigade altijd aanwezig bij sport- feesten en andere festiviteiten om in geval van onge lukken de eerste hulp te kunnen verleenen. Op de onderlinge wedstrijden door de Brigade in den laat- sten tijd gehouden is gebleken, dat zij met groote sprongen vooruit is gegaan. Een feestavond als deze is dus welverdiend. Het komt de leden toe. Verder hebben we dezen avond in elkaar gezet om meer be kendheid te geven aan het werk der Brigade. Velen zijn er nog, buitenstaanders natuurlijk, die hiervan niets afweten en dat is heel jammer, want wat de Reddings brigade doet verdient ieders belangstelling. Weet U wel genoodigden, die hier aanwezig zijt, dat in ons land per jaar nog ongeveer 1000 personen buiten de ijsongevallen, door verdrinking om het leven komen? Stel U voor dat gij als goed zwemmer, aanwezig zijt -.bij geval van verdrinking en gij kunt of liever gezegd gij durft niet te helpen omdat gij zwemmend-redden nooit geleerd hebt. Daarom is het zoo noodig U hierin te oefenen. Sluit U dus terstond aan bij onze Brigade. Gij kunt U ook als ondersteunend lid bij ons opgeven. U ondersteunt hiermee een mooi werk. Na deze rede, die luide werd toegejuicht, speelde het trio Wijnands wederom een paar nummertjes. Alhoe wel de heer van Feggelen, die den geheelen avond als „omroeper" fungeerde, de bijzondere aandacht hier voor gevraagd had, bleef het toch rumoerig. Op een feestavond is het ook een toer om muisstil te zijn, vooral als er veel dames, zooals ook nu weer het geval was, aanwezig zijn. No. 5 van het programma werd door den heer van den Berg, lid van H.Z. en P.C. de Delft uitgevoerd, begeleid door den heer Been op de piano. De heer van den Berg is een uitstekend confe rencier terwijl hij ook als liedjeszanger zich zeer ver dienstelijk wist te maken. Meermalen werden door hem de lachspieren in beweging gebracht terwijl hij bij de voordracht „De Schooier met zijn hond", uit tal van damesoogen een traan wist te lokken. Bij „de moeder van voorheen en thans" werden door hem de moderne moedertjes, die sigaretten rookten enz. den hekel gehaald. De voordracht „Hel Diedel, diedel deé" was een uitstekend liedje voor dezen tijd. De piano begeleiding van den heer Been was goed. Nadat het trio Wijnands eenige verdienstelijke nummertjes ge speeld had was het woord aan den heer van Feggelen, die als humorist niet onder deed voor zijn collega van den Berg. Ook hij oogstte veel bijval en van hetgeen de heer F. uit den moppentrommel had meegebracht werd heerlijk gesmuld. In de pauze had de prijsuit- deeling plaats. Degenen, die een eerste prijs hadden gewonnen konden na te hebben geknobeld een prijs uitzoeken. Hierna verscheen onze geachte collega, de heer de Vries uit Overveen ten tooneele die in een geestig speechje hulde bracht aan den voorzitter voor al hetgeen hij voor de Brigade gedaan had, hij bood hem namens de B. R. B. een „Tom" aan van chocolade vervaardigd door onzen suikerwerkkunstenaar Denijs Jr. Zooals men weet is de heer van Nederhasselt de man geweest, die maakte, dat de B. R. B. een Tom aan kan schaffen. Tom is een nieuwerwets reddingsvaartuig, waarmede o.a. de Haagsche Reddingsbrigade al vele diensten heeft bewezen. Het tweede gedeelte van den avond werd geheel in beslag genomen door een komische éénacter „Een leugentje om bestwil", gespeeld door de leden van de cabaretclub „De Delft". Als de schrij ver van deze eenacter er bij tegenwoordig was ge weest, had hij ongetwijfeld zijn groote tevredenheid betuigd over de kwaliteit van het dilletantenspel. De heer Duivenei en de oppasser Hannes werden door de heeren Besteman en Brass goed vertolkt. Een geani meerd bal waarop nog eenige prijzen verloot werden besloot dezen in alle opzichten goed geslaagden avond waarop we weer eens hebben kunnen zien de goede verstandhouding en de prettige geest die onder de leden der B. R. B. heerschen. Melden we nog dat er 15 nieuwe leden dezen avond ingeschreven zijn. Te half vier 's nachts vertrok de laatste Brigadier. Zielig. Een zwerm zeemeeuwen was neergestreken op een stuk weiland in het Kinheimpark. Het was dui delijk te zien dat de beesten door de koude geheel uit hun gewone doen waren. Daar zij op het land ook geen voedsel vonden vlogen zij schreeuwend en krijschend door elkaar. Door villabewoners aan de Dr D. Bak kerlaan werden ze van eenig voedsel voorzien. Laten velen dit voorbeeld volgen. Practisch. Door de Vrijwillige Brandweer worden keurige vierkante kaartjes uitgegeven waarop met roode letters staat vermeld, het telefoonnummer dat men in geval van brand op moet bellen. Dit is 13900 (een, drie, negen, nul, nul). Men hange deze kaart bij telefoon of schrijfbureau. Hangt het op een plaats waar U dagelijks veel vertoeft. Teveel van het goede. De liefhebberij tot schaat senrijden is al heel wat bekoeld. Geen wonder ook met deze strenge vorst. Als de ijsbaan pas geopend is en er staat nog zoo'n strakke wind, geen schaat senrijder zal het in zijn brein krijgen om thuis te blij ven. Hij gaat, bindt zijn ijzers onder en glijdt over de gladde vlakte. Na een ijsperiode van 9 weken is dit wel eenigszins anders geworden. Dindag was er een sterke Oosten wind die je teenen deden tintelen, je handen deden kriebelen, je ooren deden klapperen en die pijn veroorzaakte in je holle kies. De rijders ble ven lekkertjes achter de kachel en de ijsbaan had geen aftrek. Zijn Koninklijke Hoogheid „Vorst" regeert te lang, de pret van het ijsvermaak is er af. O, zomer vorstinne stuurt toch spoedig Uw heraut, het voor jaar, we snakken naar Uw lieflijk aangezicht. Je kunt niet alles verlangen. Dinsdagmiddag had een jongmensch op de Bloemendaalsche ijsbaan van zijn slede een zeilslede gemaakt. Een stok had hij voorop gezet waaraan een laken bevestigd was waarschijnlijk was het zeildoek afkomstig uit moeders linnenkast Met de sterke wind. die het laken bol blies ging het best, tot groot vermaak van de jeugd Van lavreeren had de ijsschipper echter geen verstand en hij moest zijn glijtuig tegen wind in steeds terug trekken naar de plaats waar de start plaats had. Te koud en te warm. Geachte lezer wilt gij een goeden raad van ons aannemen? Zoo ja, dan zouden we U willen aanraden om met de koude Uw kachel niet te hard te laten branden. Ril liever een beetje van de kou, dan dat ge op een gegeven moment be merkt dat Uw schoorsteen te zwaar rookt waarbij U op Uw tien vingers kan nagaan, dat er wat aan het branden is waardoor Uw heele huis een prooi der vlammen zou kunnen worden. We hebben deze week drie schoorsteenbrandjes gehad, die gelukkig allen door het krachtdadige optreden der Vrijwillige Brand weer op tijd gebluscht zijn. Zaterdagmorgen werd de brandweer gealarmeerd voor een brandje in Aerden- hout. In een houten landhuis bewoond door de Wed. Spalteholtz werd, doordat de kachel te fel brandde, de pijp hiervan te warm. Daar deze pijp door twee hou ten wanden loopt, waarbij men voor isolatie gegolfd karton had gestopt, ging alles spoedig schroeien en vatte weldra vlam. De vlammen kropen tusschen de wanden naar de vloeren van de eerste verdieping waartusschen zich een groote hoeveelheid turfmolm bevond voor geluiddemping. Het vuur had dus voed sel genoeg om snel om zich heen te grijpen. Spoedig was de brandweer aanwezig, die Mevr. S., die nog op haar kamer was, het eerst in veiligheid bracht. Het werd tijd want de rook drong in dichte massa haar verblijfplaats binnen. Een brandje op de Iepenlaan werd met eenige emmers water door brandweerlieden gebluscht. Doordat de kachel te hard brandde was de vloer gaan schroeien. Zondagmiddag werd een schoorsteenbrandje aan den Kinheimweg door de Vrijw. Brandweer gebluscht. Het brandje ontstond doordat de oven van de koper gieterij te heet was geworden. De blusschers waren genoodzaakt om de kop van de schoorsteen te verwij deren waarna men de gloeiende vuurmassa kon dooven. Voor zekerheid werd met een slang op de lei ding in de schoorsteen gespoten. Leven en Werken. Maandblad voor meisjes en vrou wen. Mij voor Goede en Goedkoope lectuur, Amster dam. Het Januari-nummer van dit aantrekkelijke tijdschrift brengt weer een rijke verscheidenheid van boeiende artikelen. O.a. een uitvoerige en leerzame bespreking van Jo van Ammers Kuiler: Tantalus, door Annie Salomons. Leerzaam, omdat een dergellijke beschou wing den lezeressen leert niet alleen met het gevoel, doch ook met het verstand te oordeelen. Een machtig middel om onzen levenskijk te verbreeden. Dan is er ook een zeer lezenswaard artikel van J. C. A. Fetter: De moderne techniek en ons geestelijk leven. Schrijver heeft door zijn veelzijdige belezenheid een uitermate ontwikkelenden invloed op zijn lezers. Ook een artikel over Emancipatie van E. C. Knappert trekt de aan dacht, terwijl ruimschoots is gezorgd voor goede ont spanningslectuur. Is het niet diep te betreuren, dat de uitgeefster „in staat gesteld moest worden" nog één jaar als proef, de uitgave voort te zetten? Laten we toch, als vrou wen en moeders, wie het nageslacht ter harte gaat, zorgen, dat niets verloren gaat, dat het geestelijk peil van onze toekomstige moeders en opvoedsters ver- hoogen kan! Met romanlectuur alléén bereiken we die verhooging niet. Daartoe in onbaatzuchtige leiding aan den eenen kant en wat liefde vóór wat een beetje meer inspanning kost dan het zich verdiepen in het verhaal van een amowiette anderzijds. Maar is dit onmogelijk? Neen immers. Ook ontvingen we een proefnummer van Wil en Weg, van dezelfde uitgeefster. Dit tijdschrift heeft bij den aanvang van den nieuwen jaargang „een grondige vernieuwings- en verfraaingskuur ondergaan", én naar het uiterlijk én naar het innerlijk. De „uiterlijke" verbetering bestaat in het gezet worden met kloeken letter in één breede kolom, zwaarder pa pier en afzonderlijk afdrukken der illustraties op kunst drukpapier. Naar het „innerlijk" bestaat de verandering in het geven van cursussen in beknopter vorm (op ver zoek). Verder zal het tijdschrift zooveel mogelijk het karakter dragen van het vroegere tijdschrift „De Ploeg". De namen der medewerkers en de aangekon digde artikelen, waaronder er b.v. zijn van Henri Bergson, Herman Hana, Leo Polc^k en vele graag ge lezen schrijvers, die den modernen geest weten te benaderen, is wel een waarborg, dat niemand spijt van zijn abonnement zal hebben. Ook dit tijdschrift wordt zonder het minste verlangen naar winst uitgegeven. Maar ook dit heeft abonnees noodig om te blijven bestaan. De uitgeefster looft een premie uit voor het aanbrengen van een nieuwe abonnee. Ter recensie ontvangen van de Mij voor Goede en Goedkoope Lectuur, Amsterdam, de volgende wer ken, waarvan binnenkort uitvoerige bespreking volgt: H. Zondervan: Het spel bij dieren, kinderen en vol wassen menschen. Dr. S. Koperberg: Romeinsche cul tuur. Dr. P. Klinkenberg: De restauratie 18151830, cultuurgeschiedenis van West-Europa, met 44 illu straties. JEANNE VEEN. V-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 1