TWEEDE BLAD Raadsverslag Tooneel Het Bloemendaalsch Weekblad No 13. ZATERDAG 30 MAART 1929. Vergadering van den Gemeenteraad op Donderdag 28 Maart 1929, n.m. 2 uur in het Raadhuis te Overveen. Aanwezig alle leden. Voorzitter: de Burgemeester. Punt 1. Ingekomen stukken. Voor kennisgeving worden aangenomen: a. de dankbetuiging van den heer J. de Jong Czn., voor het verleenen van den titel van Directeur van Publieke Werken. b. het bericht van Ged. Staten, dat zij aangehouden, hebben hunne beslissing omtrent de raadsbesluiten: 1. tot overnemen van wegen in de Rijnegombuurt, 2. tot het in erfpacht afstaan van twee plekken grond aan de Provincie voor transformatorhuisjes. c. het verslag over 1928 van den Schoolarts van de scholen D en E. De Coöp. Woningbouwvereeniging „Eigen Woning" W.A. (Wettelijke aansprakelijkheid), verzoekt voor woningbouw geschikt gemeenteterrein te harer be schikking te stellen. Te gelegener tijd zal met dit verzoek rekening worden gehouden. Het verzoek van enkele in Haarlem wonende Bloe- mendaalsche politieagenten om een toeslag op hun woninghuur, wordt door den Raad aangehouden. B. en W. ontvangen een crediet tot aanstelling van een monteur-chauffeur op een loon van 33.p. w. en een leerling-bankwerker op een loon van 20. p. w. Eenige nagekomen stukken, in het bijzonder een voor stel van B. en W. om aan „de Stormvogels" 37000 per jaar te garandeeren gedurende 5 tot 7 jaar, voor de exploitatie van bussen door de gemeente ter ver binding van haar beide uiteinden worden aangehouden tot na afhandeling der gewone agenda. Punt. 2. Overname van wegen en grond op Aelberts- berg en langs den Kennemerweg. De heer Prinsenberg vraagt en ontvangt inlichtingen. Zonder verdere discussie of stemming machtigt de Raad B. en W. behoudens goedkeuring van Gedepu teerde Staten der provincie, een strook gronds en wegen, op een situatie resp. in groene en gele kleur aangegeven, van de N.V. Exploitatie Maatschappij Park ,,De Kieviet en Orderbosch" kosteloos over te nemen onder de volgende bedingen en voorwaarden: le. de Gemeente wordt niet aansprakelijk voor even- lueele voorwaarden, welke het hoogheemraadschap Rijnland of anderen aan gemelde exploitatiemaatschap pij ter zake van den aanleg der wegen op Aelberts- berg mochten hebben opgelegd; 2e. de Gemeente zal desgevraagd ontheffing ver leenen van het verbod om anders te bouwen dan op de rooilijn, door n.l. vergunning te geven om te bou wen op een afstand van de kantlijn van den ver- breeden weg, die zooveel geringer is, als de strook, waarmee de weg verbreed wordt, breed is; 3e. de gemeente zal langs de oostzijde van den weg en de westzijde van het terrein der voormelde exploi tatiemaatschappij een ijzeren hekwerk plaatsen. Punt 3. De Raad machtigt B. en W. de volgende overeenkomst te sluiten met den Staat betr. verhuur aan de gemeente van een deel van zijn zeestrand ge legen voor den Zeeweg: De Staat verhuurt aan de gemeente Bloemendaal, die in huur aanneemt het recht om met uitsluiting van ieder ander, behoudens recht tot onderverhuur van een gedeelte, ter lengte van ongeveer 1000 meter, ten behoeve van het publiek stoelen, banken, tenten, bad koetsen en kleine losse getimmerten te plaatsen of door een onderpachter te doen plaatsen op het strand der zee in de gemeente Bloemendaal, ter lengte van ongeveer vier duizend meter, zijnde dit het geheele strand tot die gemeente behoorende, zulks voor den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Juli 1929 en eindigende 30 Juni 1934 voor de som van twee honderd gulden per jaar, te betalen jaarlijks vóór of op 1 November, alzoo voor het eerst op 1 November 1929, ten kan tore van den ontvanger der Registratie en Domeinen te Haarlem en voorts op de volgende voorwaarden: Art. 1 Het gedeelte strand, waarop de verhuur betrekking heeft, blijft behoudens politie-verordening of regelin gen, gratis toegankelijk voor het publiek als wandel plaats, rustplaats, zoodat een ieder er zitten mag, ook op een medegebrachte klapstoel, en als speelplaats, terwijl een voldoende breedte moet worden openge laten voor de passage van ruiters, wielrijders en van krijgsvolk; het publiek verkeer mag alzoo niet worden belemmerd. j Bij overtreding of niet nakoming dezer voorwaarden ter beoordeeling van den Minister van Financiën, ver valt de pacht onmiddellijk na kennisgeving aan het gemeentebestuur van Bloemendaal, onverminderd de verplichting der gemeente om den vollen huurprijs over het dan loopende huurjaar te betalen. Art. 2. Wanneer de betaling van den huurprijs niet binnen veertien dagen na den verschijndag is geschied, wordt de huurprijs, zonder dat daartoe een inverzuimstelling noodig is, verhoogd met één ten honderd voor iedere ingegane maand verzuim: een gedeelte eener maand voor een volle maand gerekend. Art. 3. De Staat is bevoegd om de huur drie maanden na daartoe gedane opzegging te allen tijde te doen ein digen, zonder dat de gemeente Bloemendaal deswege aanspraak op vergoeding of schadeloosstelling zal kunnen maken. Indien van deze bevoegdheid wordt gebruik gemaakt, bepaalt de Minister van Financiën welke huursom schuldig is over het jaar, waarin de huur eindigt, enz. Punt 4. Overname van grond van den heer Wieg man tot verbreeding van den Bloemendaalscheweg. Zonder beraadslaging wordt genomen het volgende besluit: Burgemeester en Wethouders te machtigen om, be houdens goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Noordholland, van den heer P. P. Wiegman, alhier, om niet over te nemen een strook grond langs den Bloemendaalscheweg, deel uitmakende van het kada strale perceel gemeente Bloemendaal, Sectie A. No. 375, op de bij dit besluit behoorende situatie-teeke- ning in groene kleur aangegeven, ter oppervlakte van ongeveer 200 M-. onder voorwaarde, dat voor reke ning der Gemeente het bestaande hekwerk langs den weg op een steenen voeting op en achter de nieuwe grenslijn zal worden geplaatst en de aanwezige ligus terhaag langs de nieuwe grensscheiding zal worden geplant. Punt 5. Het zelfde is het geval met een derde aan vullende begrooting dienst 1928 met een eindcijfer van 12066. Punt 6. De Algemeene Politieverordening wordt aan gevuld met de volgende bepalingen: Een nieuw artikel 38a, luidende: „Het is een ieder, met uitzondering van het daarvoor „aangewezen personeel, verboden op of aan den „openbaren weg vuilnis, zich bevindende in bakken, tonnen, ketels, emmers, vaten of dergelijke te door- zoeken, te verzamelen of mede te nemen, zoomede „dergelijke voorwerpen om te halen. „Overtreding wordt gestraft met boete van ten hoog- „ste vijf en twintig gulden of hechtenis van ten hoog- „ste zes dagen". Een nieuw artikel 88a, luidende: „Het is verboden een motorrijtuig, rij- of voertuig of „rijwiel te plaatsen of te laten verblijven op of aan „die wegen, door Burgemeester en Wethouders aan gegeven. Overtreding wordt gestraft met geldboete „van ten hoogste vijf en twintig gulden of hechtenis „van ten hoogste zes dagen. „Motorrijtuigen, rij- of voertuigen en rijwielen, welke „in strijd met deze bepaling worden aangetroffen, „kunnen op kosten der eigenaren, houders of bestuur ders door of op last der politie worden overgebracht „naar ter bewaring dienende gebouwen en terreinen". Een nieuw artikel 96a, luidende: „Met gelijke boete wordt gestraft ieder, die nalaat „door het nemen der noodige voorzorgsmaatregelen „te voorkomen, dat honden, die onder zijn toezicht „staan, de openbare gemeentegronden, grasper ken, bloemperken of heesterperken beschadigen of „op die gronden, ter plaatse, waar zulks met borden „is aangegeven, losloopen. „De verbodsborden worden van gemeentewege ge- plaats en dragen het opschrift, „Verboden voor los- loopende honden". De heer Luden houdt een luimig betoog over de ver ordeningswoede. hij ziet aankomen, dat de heer Van Nederhasselt nog eens zal voorstellen de honden te verbieden bij bepaalde boomen hun pootjes van den aardbodem te verheffen. Hoe kunnen menschen die uit Haarlem komen nu weten of hun hond ergens los mag loopen? Als we niet oppassen moeten er straks weer nieuwe politieagenten komen om op al die stoute honden te letten. Bovendien kan niemand zijn hond voortdurend onder toezicht houden. Wethouder Van Nederhaselt: Er zijn plantsoenen, b.v. aan de Westerlaan, die absoluut ongeschikt zijn om door honden te worden beloopen. De plantsoenop zichters hebben nu geenerlei macht over het publiek, dat daar met honden loopt. Iedereen kan zien waar hij zijn hond moet vasthouden, want de heer Luden had dit in het voorstel kunnen lezen, de verboden plaatsen worden door borden aangeduid. Weet de heer Luden een betere uitdrukking dan „honden, die onder zijn toezicht staan", we zullen die gaarne over nemen: z.i. weet iedereen wat dit beteekent (het Burg. Wetb. bezigt hiervoor dezelfde uitdrukking, Red. Bl.W.). De heer Laan heeft het bijgewoond dat iemand zijn hond liet apporteeren in nieuw aangeplante boschjes in het Bloemendaalsche Bosch. Hij wijst er op, dat de droogte van den grond het plantsoen hier zeer teer maakt en prijst meteen het publiek dat het zgn. Koningin Wilhelmina-duin-park bezoekt. Goedgekeurd. Punt 7. In de Verordening op het Noord-Zeestrand wordt art. 4 als volgt gewijzigd: „Met boete van ten hoogste 25.of hechtenis van „ten hoogste 6 dagen wordt gestraft ieder, die op „het strand in pacht bij de Gemeente, koopwaren „vent of zoowel direct als indirect tegen betaling of „vergoeding deze aflevert. „Door of namens Burgemeester en Wethouders kan „van deze verbodsbepaling ontheffing worden ver- „leend". Eerst had de heer Schulz bezwaren. De kampeerders moeten pakjes in ontvangst kunnen nemen, zij mogen niet overgeleverd worden aan de houders van ver pachte ververschingstenten. Wethouder Van Nederhasselt: Er is wel iets van aan wat de heer Schulz zegt, maar de levensmiddelen-ver koop wordt niet meer verpacht. Wethouder Laan: Er zijn onbehoorlijke dingen aan den dag gekomen; met de nieuwe bepaling in de hand kunnen B. en W. bepalen, wie venten mag en wie niet. De heer Kremer: Dus ieder fatsoenlijk man die goeje waar verkoopt, krijgt vergunning? Wethouder Laan: Ja, jij zou er zoonoodig mogen venten. Vroolijkheid). Punt 8. Ingetrokken wordt het raadsbesluit van 20 Januari 1927, dat betrekking had op een herziening van het uitbreidingsplan RijnegomBoekenrode, (een zuiver formeele questie. Red. BI. W.). Punt 9. Overeenkomstig het advies der Commissie van Bijstand voor Publieke Werken worden op voor stel van B. en W. de volgende ontheffingen verleend van art. 7 der Bouwverordening, n.l. aan: a. A. Bierens de Haan, voor bouw van een broeikas aan de ZwaluwenWeg; b. O. M. baron Groeninx van Zoelen, voor bouw van een garage aan den Boekenroodeweg; c. P. van Boort, voor verbouw van een garage aan de Zonnebloemlaan; d. W. F. Emck, voor bouw van een villa met garage aan de Zonnebloemlaan; e. A. J. Kol, voor bouw van een garage aan den Bloemendaalscheweg; f. G. Smit, voor bouw van een garage aan de Made- lievenlaan; g. J. J. Verhagen, voor bouw van een garage aan de Zonebloemlaan. h. de directie van het P.E.N. voor bouw van een transformatorengebouwtje aan de Prins Mauritslaan. B. en W. stelden verder voor aan J. W. F. van der Valk te weigeren de door hem gevraagde ontheffing voor den bouw van* twee dubbele woningen aan den Joh. Verhulstweg, aangezien de zij- en achterwaartsch gelegen vrije ruimte te gering zou worden; en aan A. de Vos dispensatie te weigeren voor den bouw van een groote schuur aan de Teding van Berkhoutlaan, daar aldus ter plaatse een gesloten bouw zou ontstaan. De heeren Schulz, Noorman en Cassee breken een lans voor v. d. Valk. De heeren Schulz en Noorman zijn het echter niet in allen deele met elkaar eens. De heer Schulz betoogt voornamelijk dat de Joh. Ver hulstweg voor het doorgaand verkeer weinig betee- kenis heeft, dat Van der Valk schade zal lijden als hij op zijn 1500 M2. maar twee huizen mag zetten en dat de 4 door hem geprojecteerde huizen niet zoo erg onaanzienlijk zijn. De heeren worden krachtig bestreden door Weth. Laan, gesteund door den heer Prinsenberg, lid van de Commissie voor P.W. In de Commissie, zegt de heer Laan, is het geval goed overwogen, en de bouwverordening is goed bekeken; we zijn het eens met den heer Schulz, dat daar al veel geknoeid is, dat is geen reden voor ons om daarmee door te gaan, de Joh. Verhulstweg is wel degelijk een eerste-klas weg als is 't geen hoofdverkeersweg; mevr. Van Olst, die daar ook grond heeft, heeft ook dispen satie willen hebben, we hebben haar gezegd dat dit niet ging; we moeten alle menschen gelijk behandelen; voor één dubbel huis kan v.d.Valk vergunning krijgen; hij heeft de grond oorspronkelijk gekocht om te tuinen (het verlies zal voor v. d. V. dus zoo groot niet zijn, bedoelt de Wethouder, Red. BI. W.); we hebben onze bouwverordening juist gewijzigd om ruimte en uit zicht in onze gemeente waar mogelijk te behouden; wel degelijk geldt ze ook voor bouw aan bestaande wegen, we moeten hier niet toestanden als in Heem stede Red. BI. W.) of Bussum hebben. Er wordt stemming verlangd. De Raad gaat met B. en W. mede. Tegen stemmen de heeren Cassee, Schulz en Noorman. De heer Hogenbirk deelt mede, dat hem verzocht is in den Raad een goed woordje te doen voor de Vos. Wethouder Laan komt ook hier dadelijk krachtig tegenop. We hebben onze bouwverordening niet voor de aardigheid gewijzigd. Er wordt geen stemming meer gevraagd. Hier wordt gepauzeerd en komt de bode met de thee binnen. Het, aangehouden, nagekomen voorstel van B. en W. om aan de N.V. Autobusexploitatie „Stormvogels" de groote jaarlijksche garantie te geven, waarvan wij reeds melding maakten, werd door den Raad zeer uit voerig besproken, het ondervond bijna alleen kritiek en werd aangehouden met 11 tegen 4 stemmen. Wij komen op die voor de gemeente en verschillende belanghebbenden zeer belangrijke zaak afzonderlijk terug. De Rondvraag. De heer Noorman vraagt naar den schoolbouw te Overveen. Wethouder Laan: Haarlem heeft onze stukken en ons verzoek om te mogen bouwen. We wachten op het antwoord. De heer Noorman: Wat is er toch aan van een door dagbladen verspreid bericht, dat er tusschen Bloemen daal en Haarlem op alle. mogelijk gebied een conflict bestaat. Wethouder Laan: Absoluut niets. De heer Cassee: Mijnheer de Voorzitter, ik wilde vragen: wonen er aan den Duinwijckweg in Bloemen daal ook menschen? Het ziet daar vooral wat de be strating betreft uit of dit volgens B. en W. niet het geval is. Wethouder Laan: Aan den Duinwijckweg wonen menschen; maar ze hebben rioleering gekregen en nu moet de straat eenige jaren zakken; we zullen de trottoirs verbeteren, die worden nu overal verbeterd, maar je kunt met 100.000.minder doen dan met 125.000.—. De heer De Clercq: Het publiek treedt in Naalden- veld schandelijk op; als we straks ons vrij bosch krij gen, is er niets meer van over. Wethouder Laan: Naaldenveld is nog van Veen-en Duin (Veen-Duin, Red. BI. W.,) we kunnen er nu niets tegen doen, het bosch dat wij krijgen behoeft de heer Reinders Folmer niet te omrasteren. De heer Prinsenberg dringt op spoedige overname van den grond aan. Wethouder Laan: Reinders Folmer heeft nooit beloofd spoedig over te dragen. Wethouder Van Nederhasselt spreekt dit tegen, de heer R. F. heeft in de' Burgemeesterskamer in tegen woordigheid van velen onzer gezegd; ik zie nu wel in dat het op mijn weg ligt de overdracht spoedig te doen plaats hebben. De heer De Waal Malefijt: De heer Reinders Folmer is gedwongen een riool te leggen voor 16000.daar heeft hij zeer tegen geprotesteerd, hij zal nu wel ge dacht hebben: ik zal het park maar aan mij houden, dan heb ik altijd eenig verhaal op de gemeente. Wethouder Laan komt daar tegen op; de rioolleggerij voor zijn rekening is heel gewoon. De heer Prinsenberg: Hoe staat 't met de Oranje Nas- saulaan? Door onzen rechtgel. adviseur is de termijn van 1 April gesteld aan de eigenaren om met ons te regelen. Sprekers wensch is dat B. en W. onmiddellijk na 1 April de voorbereidende maatregelen nemen tot onteigening en voorstellen doen in de volgende ver gadering. De Voorzitter: Dat is te gauw. De heer De Clercq vraagt voor de Zandvoortschelaan borden als in Den Haag met verbod voor wielrijders om elders dan op het rijwielpad te rijden. Overweging wordt toegezegd. Wethouder Van Nederhasselt kondigt voorstellen aan om de kom van Saxenburg en omgeving tot een hertenkamp en vogeltuin te maken; er kunnen hekken om heen komen, die men bij Duin en Daal weghaalt, daar kunnen prikkeldraden in de boschjes worden aan gebracht, men klaagt altijd zoo, dat er in Bloemendaal zoo veel hekken zijn, daar zijn ze dan althans (al leen voor het oog, Red. BI. W.) weg. Dr. Bornwater had langs den Zeeweg een vuurtje zien stoken. (Algemeene ontsteltenis). De heer Schulz doet luide een beroep op de Pers om alom te verkondigen hoe onbeschaafd en noodlottig voor de toekomst het vandalisme is in de natuur. Wethouder Laan onderstreept daarbij nog eens. dat het publiek in het zgn. Koningin Wilhelminaduinpark zich goed heeft gehouden. Hier ia sluiting. De volgende week geven wij de Nabetrachting. Wij hebben met werkelijke belangstelling de uitvoer- ring door leerlingen van de Amsterdamsche Tooneel- school van verleden week Zaterdag in den Haarlem- schen Stadsschouwburg bijgewoond. Men zou naar aanleiding daarvan een boek kunnen schrijven, met een paedagogischen, een dramatischen, een zuiver li- terairen en een humoristischen kant. Wat een moei lijk probleem op zichzelf al: een Tooneelschool! Maar laat ons niet beginnen het boek te schrijven, hier wordt van ons maar een korte kenschetsing verlangd. Vooraf ga een woord van waardeering aan het adres van den Directeur, den heer Balthazar Verhagen voor zijn inleidend woord. Wij doelen hierbij in het bi- zonderi op zijn treffende inleiding tot het fragment uit Romeo en Julia; deze verplaatste onmiddellijk in de sfeer van verhaal en spel en maakte daardoor het aandachtig volgen van het dramatische fragment mo gelijk. De Romeo van A. van Hees voldeed ons zeer; alleenaan onze mooie Nederlandsche dubbele klinkers, moet hij geven wat hun toekomt: klare open helderheid. Onze dubbele oo mag ook niet in het geringste zwemen naar de samengestelde au, noch de dubbele ee naar de ei. De heer Albert van Dalsum moge daarop bij zijn andere leerlingen ernstig letten. Wat dezen jongen man ook op het tooneel nog wel eens parten zal spelen is een zeker, wij zouden zeggen aan-zich-zelf-vasthouden (zelfgenoegzaamheid zou onaardig klinken en is wat sterk); deze eigenschap kan uit verlegenheid voortkomen en is dan zonder ge vaar; leven, durven, ervaring, leed, liefde en teleur stelling maken den mensch eerst rijp; is het artistieke aanwezig als innerlijke roeping dan smelt die eigen schap weg en komt met de volwassenheid de innerlijke vrijheid, die na zoo goede scholing zich zelfs ineens uiterlijk zal kunnen doen kennen. De Julia van mej. Canivez kon ons, door haar te rad spreken, niet vol doen; de ziel van een zoo wezenlijk verliefd en dan nog middeneeuwsch meisje als Julia is een vermen ging van droom en bezonnenheid en heeft geen haast, integendeel, bij alles wat zij uit, verwijlt zij gaarne, want zulk een droom-ziel is in haar verliefdheid min stens voor de helft op zich zelve en eigen woorden schatten verliefd. De hier en daar ragfijne vertaling van Jac. van Looy had o.i. op dit punt tot aanwijzing en instigatie kunnen strekken. J. Remmelts en mej. Dresselhuys als onbehoorlijke eeuwige minnaar en zijn „behoorlijk" gelegenheidslief je boeiden en vermaakten ons doorloopend. Remmelts, wel dat is voor ons al een volwassen acteur. Hij be looft niet alleen wat, maar is al iemand. De leerares mevr. Magda Janssens heeft met deze twee bepaald eer ingelegd. Over mej. Dresselhuys straks meer. Vóór de pauze kregen we nog twee door Ko Arnoldi bedachte grapjes: „Elementaire scène" en „De Ver loving". In het eerste deed vooral de bleeke jonge dame met haar regelmatig gezicht, haar rustig spel. en duidelijk spreken aangenaam en „er-in" aan. De jonge Khan, noemt men zoo niet een aankomend vorst in primitieve omgeving?, deed in beide stukjes, vooral in het tweede, verschillende beloften. Hij kan ons laten lachen om zoo goed als niets. Wat 'n zalig heid! Dat wordt bessslissst een reuze-komieke zwem mer als i niet verdrinkt voor i water heeft gezien. Het verdrink-gevaar zit 'm natuurlijk in het feit dat z'n vader in waterig Pygmalië nog veel grooter Khan is dan z'n zoon, vooral als i z'n hoed opzet, welk denkbeeld op dien Zaterdagavond al verschillende burgerlieden uit dat land de kouwe transpirage op het voorhoofd joeg. Gelukkig heeft Pygmalië weldra algemeene verkiezingen. Ook zal des jeugdigen mans leermeester of groot-vizier Ko Arnoldi hem wel bij tijds met de noodige komische zetten wijzen op de gevaren die het natuurlijk lach-leven van uit Pygmalië natte eendendom bedreigen. Met Saltimbank van Heijermans, een één-bedrijver (waarom wel één-acter en niet dit?) komen we weer op mej. Dresselhuys terug. Maar eerst G. Hartkamp, die was als Joep, de clown, door een oude beroeps speler niet te overtreffen, hij gaf een karakter, ge speeld met beschaving en een veelzijdigheid en toch volgehouden eenheid, die als hij weg was deden ver langen naar zijn opnieuw verschijnen. Van Aujust de invalide clown, kon Remmelts niet alles maken, maar dit ligt ook aan den schrijver, die deze figuur niet diep genoeg heeft uitgebeeld, maar min of meer versentimentaliseerd heeft, waar alleen de halfdroge juffrouw op de derde rij der engelenbak en haar zakdoek iets aan hebben. Eunny zijn vrouw (juffr. Dresselhuys) vonden we prachtig én als figuur, én als volgehouden type van half canailleuze, half kinderlijk pretlievende danseres, gevierd in het circus, maar onderdrukte in de kleedkamer en thuis. Was dit hetzelfde stiekeme scharreltje uit „De eeuwige minnaar"? Een aankomend echt tooneelspeelster in een op springen staanden dop! De jonge Van Hees was in dit stukje als homme galant heel goed. Lemaire eventjes als circusdirecteur opkomend vol deed ons hier beter dan als broeder Laurens in Romeo en Julia. Mej. Canivez hier ook beter in de rol der bitse gemeene moeder van Funny, toch ook naar onze smaak nog wat te scherp. Over het geheel genomen een leerrijke en aangename avond. Dinsdag j.l. werd in den Stadsschouwburg een goed- koope voorstelling gegeven van „Eva Bonheur" van Heijermans door het Schouwtooneel met Mevrouw de Boervan Rijk in de hoofdrol. Over het stuk zelf is in dit blad al meer geschreven. Het is zwak, wat onwaarschijnlijk, een zedeschets zonder bepaalde tendenz, waarvan men niet weet wat te denken. De sympathie gaat in het algemeen wel uit naar den vader en zijne dochter, die door haar verloofde is verleid, welke verloofde zich eerst tracht terug te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 3