EFFECTEN - COUPONS
ALACE
ALGE M.NIEUW5 enADVERTENTIEBLAD
VooR KENNEMEGLAND en HAARLEM
EXPLT^ADMINT^DRUKKER V T. TIMMER
DE 0ENE5TETWEQ.23, BLOEMEND
N.Y" HET HIDDEN'
Crêpe Schoenen
TUINBOUWGEREEDSCHAPPEN
A. ZETSTRA
Muziek uit de lucht
Plastische Kunst
Plaatselijk Nieuws
UWBURG
HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING
Drukkerij Timmer
Plaatsing van alle Advertenties
BOEKHANDEL„LECTURA"
IARNHEIM
>CHIP
NETTE
►MPADOUR
worden bij ons Vakkundig gerepareerd
L. FABER Zn., KL. HOUTSTRAAT 10
Telefoon 12896 Opgericht 1898
TELEF. 22003
Bloemendaalscheweg 123 - Telef. 22874
Niels-Holgersson's wonderbare reis
f2.90 van Selma Lagerlof f2.90
3RST
BLOEMENDAAL
ARTIKELEN
Gegarandeerde gewapende en Amerikaansche Tuin
slang, prima Grasmachines met en zonder kogellagers
vanaf f 12.50, Gieters, Harken, Schoffels, Spaden,
Gras- en Snoelscharen, Tonklng- en Bloemstokken,
Raffia, Kippengaas, Asphaltpapler, Garbolieum, enz.
NERGENS BETER EN VOORDEELIGERÜ!
Kunst zij ons doel
ZATERDAG 4 MEI 1929
23e JAARGANG No. 18
tLEM TELEFOON 1193,
N S O M na een lange
haar nieuwste creatie:
>mpson", van W. Somerset
'A in een glorieuse film
Poramount met
DNIO MORENO
DEN 18 JAAR
'1LM VAN DIT JAAR
TELEF. 22003
GIRO 30785
a
kjrlAd
Abonnementsprijs 3.50 per jaar, 1.75 per halfjaar bij vooruit
betaling vóór 1 Jan. of 1 Juli. Na dien datum verhooging van 0.15
incassokosten. Voor Indië en het Buitenland met verhooging der porto.
Losse nummers 0.10. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan.
Advertentiën: 18 cent per regel, bij contract belangrijke korting.
Kleintjes: Vraag- en Aanbod, Huur en Verhuur, Koop en Verkoop,
van 1 tot 5 regels 60 cent, elke regel meer 12 cent uitsluitend bij
vooruitbetaling. Boven, onder of naast den tekst dubbel tarief.
>OOOOOOOOOOOOOOOOOo
- TELEFOON 10188
DAG 28 APRIL
DSCH TOONEEL
Saalborn)
BIJKANTOOR: BLOEMENDAAL, BLOEMENDAALSCHEWEQ 147
in elk gewenscht blad zonder prijsverhooging
:lling door
-HOFSTAD TOONEEL
r LESSING
—HOFSTAD TOONEEL
or Fred. Lonsdale
ERETTE:
DPERETTE:
- TELEFOON 22196
ben bang dat we te laat
ïur bezig het konijn te
laar!
iloom naar Bibs en Bubbs
Iden in de soos. Nu eens
schouder, dan eens bij
nd naar de stukken en
stilzwijgen,
m Bibs alleen in de soos,
:f zenuwachtig wachten.
Sloom er, die als altijd
cwam er een boodschap,
!en niet kon komen. Bibs
Sloom en zei: Ga jij op
we een spelletje spelen,
de voorzet en Sloom zou
ïoofd op zijn handen en
Op het laatst werd Bibs
ïeem me niet kwalijk, ik
ik geloof dat er een muis
of dat er een kat is, ga
pjes" op de veiling waren
am thuis met een groote
1 naam erop.
wat heb je daar nu aan?
t was ook zoo'n koopje-
i pas komen! Stel je nu
ens zou trouwen met een
en die toevallig tandarts
:euzengemak, als we die
fde de opschepper. Ver'
nijn achterbuurman tegen
Venetië tegen, toen weer
i Constantinopel, daarna
we in denzelfden trein
laarvan?!
dan ook niet meteen de
ig was?!, vroeg een stem-
Velke maat mevrouw?
ndat 37 me zoo makkelijk
t als een stuk hout!
overdrijf je nu niet een
der zijn, dan dat zeil, da
heb?
(nadruk verboden.)
In deze wereld van wonderen is een nieuw wonder
gekomen: muziek uit de lucht. Geen instrumenten
meer noodig; men grijpt met de handen en haalt
melodie na melodie naar zich toe. Muziek behoeft niet
te worden gemaakt: zij is er en men hoeft slechts de
moeite te nemen, haar tot zich te brengen.
Muziek, de lucht zit er vol van; gelijk poëzie is
zij overal en het is louter de vraag, haar te vinden.
Weldadige gedachte, dat muziek ons omringt; dat we
er in baden zooals in het water, dat we er in ademen
gelijk in den dampkring. Wij treden muziek als wij
de aarde betreden; wij plukken haar met de bloem;
wij oogsten haar met het koren. Als de zon in den
midzomerdag op ons brandt, straalt zij muziek uit;
muziek ruischt met den najaarsregen op onze ruiten;
muziek dwarrelt met de sneeuw uit den hemel en
dondert in den storm tegen de duinen.
Muziek, de lucht zit er vol van. Pijnlijke gedachte,
dat zij ons omringt zonder dat wij er naar grijpen;
dat wij er naar grijpen, maar wij keeren met leege
handen terug. Hoe zelden vatten wij haar en bedwel
men wij ons aan de zoete melodie, welke in allerlei
toonaard golft door den aether.
Nu is het Mei en Mei is muziek. Helaas, voor de
meesten onzer is Mei slechts een nieuwe naam op
den kalender. Lang is 't geleden, dat het voor hen
inderdaad Mei was, want Mei is een roes van vreug
de en levensdurf. Nu is Mei slechts een naam.
Mei geurt in den zuidenwind, welke strijkt over
de schuchter ontbottende boomen en die de aromen
van prille bloesems zacht met zich heendraagt. Mei
kleurt in het vroolijke veld, in de lentekleedjes van
spelende kinderen. Mei blinkt in de oogen van brui
den en zingt in het uchtendlied van de vogels. Mei
stoeit met het dartele vee, zoemt met het koor der
insecten, praalt met de lachende zon, glanst met de
stille maan. Mei is als muziek overal; strekt de ver
langende handen uit, en de Mei druipt van uw vingers
als honingdauw.
Maar hoe weinigen kennen de Mei! O, de lange
en bange wintertijd van het leven! De onbarmhartige
kilte en grauwheid! Buiten Mei, binnen November.
Een trieste, eentonige, gelijkvormige, ondoorzichtige
nevel. Men heeft goed praten van Mei voor de
stumperds, aan wie de lente van 't leven voorbij is
gegaan.
Geen pijnlijker verdriet dan de tegenstelling. Hoe
graag wou men meedoen, meevoelen desnoods. Zelfs
met een herinnering aan de doorleefde zoetheid van
vroeger zou men tevreden zijn. Maar de bange be
kommernis laat geen respijt; de onaandoenlijkheid van
de dagelijksche sleur belet elk gevoelen; om het be
hoeftige hart sluit 's levens meedoogenloosheid een
pantser van ijs.
Er is iets verzoenends in de gedachte aan dood.
Maar ondraaglijk is de gedachte aan de tallooze leven
den, die gedoemd zijn levenloos rond te loopen. Voor
wie het bestaan één voortdurende winterdag is: het
motregent ijzel en een koude mist hangt om kleumsche
leden. Wat geeft het, dat de kalender Mei-maand
aanwijst?
Maar zelfs voor de vreugdeloozen, die niet hopen
of herinneren kunnen, hangt muziek in de lucht. Eén
toevallige greep en hun bestaan is plotseling veran
derd: het zingt er en klinkt er van langvergeten wijzen,
en nieuwe melodiën stijgen op uit de oude. Hervonden
is het contact met de wereld, welke de eenige wereld
is; de wereld van geur en kleur, de wereld van het
hart, de wereld van Mei.
Niemand vermoedt het bestaan van muziek in zijn
onmiddellijke nabijheid, voordat toevallig de hand
haar gelukkige greep heeft gedaan. Dan ruischt het
BLOEMENDAALSCH IJZER MAGAZIJN
KORTE KLEVERLAAN 22-24 - TELEF. 22704
en jubelt het en in den ijzelenden regen loopt men
door bloeiende hoven. Van zonnegoud glinstert de
mist en uit het grauwe firmament, waaruit straks nog
hagelkorrels neerstriemden, dwarrelen thans geurige
acacia-bloesems af. Het kan Mei zijn, volop Mei in
November.
Dit troost ons in dit barre bestaan; dat een geheim
zinnige wereld vol zoete wonderen ons voortdurend
omringt. Een pessimist heeft verzucht: er is slechts
één schrede tusschen u en den dood, maar de optimist
juicht: er is slechts één schrede tusschen u en het leven.
Hoop hierop, moedelooze mensch, die geen herstel
meer verwacht; hoop op de gelukkige greep uwer
handen, waaraan het ook eenmaal beschoren zal zijn,
hoe spoedig misschien, want het geluk komt even
onverwachts als het kwaad! aan de lucht om u
heen tonen te ontlokken, die u bedwelmen met won
derzoete melodie. Er is slechts een kleine aanleiding
noodig, om ons, in doodschheid versuften, weer ont
vankelijk te maken voor het lied van het leven.
H. G. Cannegieter.
TENTOONSTELLING IN HET WAAGGEBOUW.
Het riekt in het bovenzaaltje van de Waag naar verf.
Naar olieverf! Men hanteert ze niet zuinig, men is er
royaal mee en kijkt niet op een likje. Als de kunst het
doei is moet men niet krenterig met de middelen zijn.
Het is dus een copieus diner dat ons hier wordt
voorgezet, maar jammer genoeg is de boel niet steeds
gaar, en blijft deze gansche culinarische lekkerbek
kerij vrijwel als een onverteerbare massa in onzen
maag liggen, althans m mijn genoemd lichaamsdeel,
dat bij Ihet zien van zoovele met vlijt klaar gestoofde
hapjes altijd bedenkelijke neigingen begint te vertoo-
nen.
Want al deze olieverf in overdaad ten beste gegeven
we zouden alleen willen vragen tot wiens bestwil
bezorgde uwen criticus het gevoel hetwelk hem
pleegt te overvallen, wanneer hij eens een heel enkele
maal te veel en te vet gegeten heeft.
Maar ter zake!
Ik vraag dan allereerst: wat willen de dames en
heeren van Kunst zij ons Doel. Wat is him doel, de
kunst of het doel? of geen van beiden? Willen ze
alleen maar vlijtig zijn of naarstig met verf en penseel
hun tijd korten? (Ik zonder enkele werken, die ken
baar uit een innerlijken drijfveer ontstonden gaarne
uit, doch daarover straks).
Wat wil b.v. de heer De Heer met z'n portret van
Mejuffrouw K.? Waarom exposeert deze heer De
Heer zul'k een dor en droog teekenmeestersproduct?
Moeten wij in bewondering treden voor dergelijk laf
en sentimenteel gepruts met verf. Is het bedoeld als
blamage van mejuffrouw K.? Het is mij volkomen
duister, wat dit werkstuk, dat de sfeer ademt van een
gekleurde vergrooting naar portret (haarkleur en
kleur der kleeren opgeven a.u.b.!) op een tentoonstel
ling heeft te maken, waar de Kunst het Doel is.
Hoogst benieuwd ben ik ook wat de bonzen der Haar-
lemsche kunstcritiek hierover zullen schrijven.
Meer van dergelijk dilettantisme moet worden gesig
naleerd. Daar is een Stilleven met allerhande exoti
sche schelpen, geschilderd door den heer Scheerboom.
Handelt deze heer in diverse soorten fondant of suiker
goed? Of is het maar een aardigheidje in het genre, dat
op huisvlijttentoonstellingen altijd troef is, zooals ook
schilderijtjes van postzegels, of salonameublementen
van kippenveeren zeer gezocht zijn.
W. Stern aquarelleert Konijnen en Paarden, waarin
letterlijk niets maar dan ook heelemaal niets van
de psyche van het dier tot uitdrukking komt. Hebt
gij lezer wel eens een konijntje in z'n schuchtere haast
mysterieuze gebaren en bewegingen geobserveerd? Ge
moet dan zoo althans ging het mij stil zijn gewor
den door de bijkans ontroerende innerlijkheid van deze
beestjes. De heer Stern maakte van dit alles een
kleurgevalletje en dan nog een dat alle bouw en
structuur mist.
Ik kan zoo doorgaan met mijn jeremiade, ook al zijn
er dan een paar werken, waarover in anderen toon
aard kan worden gesproken. We zullen U echter niet
alles tegelijk op de boterham smeren. De genoegens
bewaren we tot het laatst.
Van beter gehalte meer werk van een schilder
zijn de olieverven van Miolée. No. 28, een stilleven
is wat men in vaktermen noemt „lekker" in elkander
geborsteld. Doch het werkje is niet uit de verf geko
men, Het drukt niet voldoende uit. Het doekje b.v. in
het onderste stuk mist alle stofuitdrukking en is een
vieze massa verf gebleven. Weer vraag ik: wat wil
deze heer Miolée met z'n na-impressionisme?
Mejuffrouw Marcus is in twee landschappen uit het
buitenland en een grooter doek „Klokhuisplein" (met
een fragment van de kerk en een doorkijk op de
Groote Markt) slap van bouw en kleur. Mevrouw
Dingemans-Numans schildert bloemen volgens het
bekende recept, zoo ook deze kan met wilde bloemen;
handig werk doch ongevoelig.
Grootens is in een lang gerekt stilleven met lampions
etc. hard als een straatkei. In een grooter doek
Neethof (met de gerenommeerde „tragische" denne-
boom) van een schamelheid in de kleur, zooals ik het
maar zelden bij hem zag.
Huijsser schildert Oostersche (Egyptische of Marok-
kaansche) landschappen, waarin soms door een over
drijving van het wit de totaliteit der kleur wat stop-
ververig wordt, doch in no. 12, Kairouan bij avond,
bereikt hij een niveau, dat hem doet 'kennen als een
schilder van zekere kwaliteiten.
Wesseling, handig schilder en teekenaar, zond twee
portretten, burgerlijk in optima forma, maar niet zon
der verdienstelijke beheersching van het metier.
Gerbrands toont in een doekje met Anemonen voor
keur voor een verfijnde kleur, gepaard aan een ver
diepte 'beschouwelijkheid.
Rovers demonstreert zoowel in zijn Stadsgezicht met
sneeuwruimers als in een liggend naakt een ongepaste
bewondering voor Breitner. Immers een gepaste be
wondering zou hem er van weerhouden zich Breitner-
achtige grapjes te permiteeren. Rovers is ongetwij
feld een handig schilder. Maar hoe weinig is b.v. de
sfeer van het Stadsdeel tot bestanddeel van de gan
sche conceptie geworden. De slechte coulissen-ach-
tige achtergrond is veel te gauw los gelaten, niet
doorwerkt en doorleefd. Dit alles zoo ook de com
positie van het liggende naaktfiguur ging kennelijk
boven Rover's krachten, al zijn beide doeken niet
zonder picturale kwaliteiten vooral in de tesamen-
stemming van de kleur, doch het mist alles te veel
de pointe van den laatsten toets. Rovers laat der
gelijke onderwerpen te gauw glippen, doch zou juist
hij meerdere verdieping een tevens dieper geestelijke
dracht kunnen bereiken, waar zijn arbeid thans in
het schilderachtig geval blijft steken.
H. F, Boot toont een aquarel van verdorde distels,
waarin werkelijk uitnemende kwaliteiten zijn op te
merken, al staan daar tegenover fragmenten, die niet
geheel doorwerkt zijn, Maar dit is toch werk van een
kunstenaar, die zich niet met een gemakkelijk ver
worven resultaat tevreden stelt.
Het meest sympathiek zijn mij ten slotte de beide
doeken van Janus Wagemaker. Het interieur heeft
betere kwaliteiten dan het portret (eigenlijk figuur),
waarin bovendien de gelijkenis niet de sterkste kwa
liteit is. Dit werk is echter een 'begin dat een belofte
inhoudt. Natuurlijk moet Wagemaker door zijn mo
dernisme heenkomen om zijn eigen uitdrukkingsmid
delen te vinden. Hij zal daarbij dan de voorbeelden
der grooten die hem t'hans inspireeren (Sluyters, Van
Dongen c.s.) anders, dieper vooral, moeten verwer
ken, dan hij ze nu kennelijk te veel nog als gebaar
navolgt. Maar vooral in het interieur toont hij zich
een talent, waarvan met recht wat valt te verwach
ten. Alles bij elkander genomen is dit echter een
schamele winst op een tentoonstelling als deze, die
over het geheel een inderdaad treurig beeld van
krachtelooze routine-arbeid biedt. Is het dan, zoo
vraag ik, met de artistieke productie in Haarlem zóó
treurig gesteld, dat dit werk het peil aangeeft, of is
het alleen maar laksheid bij de jongeren, dat daar
niet een groep wordt gevormd, die 'hoogere idealen
zou kunnen nastreven, dan wat hier aan ijdelheid
en middelmaat geboden wordt?
A. van der Boom.
Heden Zaterdag 4 Mei te 9 uur wordt in 't voormalig
Pannekoekenhuisje op Thijsses Hof de tentoonstel
ling „Natuur en Kweekkunst" geopend. Deze tentoon
stelling beoogt, te demonstreeren wat de cultuur door
kruising en veredeling kan bereiken; daartoe zullen
naast de wilde plant geëxposeerd worden de varië
teiten, die de kweekkunst, eruit heeft weten te ver
krijgen. Naast de wilde tulpen vindt men prachtige
soorten, gekweekt door den heer Jan Roes te Heem
stede.
De heer W. Hirschfeld te Bloemendaal laat verschil
lende soorten primula's zien, door hem zelf geteeld.
Naast de wilde varens uit 't bosch zijn de prachtige
veredelde varensoorten van den heer Griffioen ten
toongesteld.
De Anemonen van 't Bloemendaalsche bosch staan
er met hare zeer veredelde verwanten, door „Thijs
ses Hof" ingezonden.
Van de saaifraga's zien we 't kleine kandelaartje,
dat nu hij den vijver in den hof staat te bloeien te
gelijk met gekweekte soorten, eveneens een inzen
ding van Thijsses Hof.
Deze leerzame tentoonstelling is geopend 4, 5 en
6 Mei. Entrée volwassen personen 0.25, kinderen
ƒ0.10. Leden van de vereeniging hebben op vertoon
van lidmaatschap vrijen toegang. De leerlingen van
de 2 hoogste klassen van alle Bloemendaalsche scho
len hebben op vooraf vastgestelden tijd onder geleide
van een onderwijzer gratis toegang.
Het Brandweerfeest, Het 5-jarig bestaan van onze
Vrijw. Brandweer is feestelijk herdacht. Zondagmid
dag had in een der zalen van Hotel Roozendaal het
bestuur der jubileerende Vereeniging een plaatsje
achter de groene tafel genomen en stelde een ieder in
de gelegenheid de V. B. B. te komen gelukwenschen.
Velen maakten daar gebruik van. O.a. zagen we er de
heeren Jongepier, directeur der Gem. Waterleiding,
de heeren Daudey, v. d. Broek en Spaan, allen van de
Haarl. Brandweer, Otto, Mr. v. d. Plaats, Jhr. v. d.
Brandeler en in verschillende qualiteiten de heeren A.
Cassée en Mr. P, Tideman. De beschermheer der V. B.
B„ de heer Dyserinck, was een der eersten, hij sprak
eenige welgemeende, waardeerende woorden. Verder
kwamen er nog de afgevaardigden van de Muziekver-
eeniging Euphonia en de R.K. Middenstands-Vereeni-
ging en talrijke leden der Bloemendaalsche brand
weer. Van de donateurs zagen wij er weinigen.
Verschillende bloemstukken waren door personen,
die met de V. B. B. sympathiseerden, naar Roozendaal
gezonden en gaven de zaal een feestelijk aanzien.
Tijdens de receptie moest er nog een brandje in de
Aerdenhout gebluscht worden, waarvoor de zitting
eenigen tijd geschorst werd. Dit trof in zoover goed,
dat toen kon blijken, dat bij de V. B. B. plicht bovenal
gaat. Gelukkig was het maar een boschbrandje zoodat
met takken en eenige scheppen zand, het vuur ge
bluscht kon worden en de zwarte jas van het V. B, B.-
Bestuur onbesmet bleef.
Op den jubileumsdag, 30 April, werd door de feest
vierende Vereeniging een demonstratie gegeven op
het weiland aan den Lage Duin en Daalscheweg. Daar
toe was op het weiland door Gebrs. Verduin een groot
houten geraamte in elkaar getimmerd, voorstellende
de stoomwasscherij der Firma Bijvoet en Zn. Door on
bekende oorzaak brak een onzichtbare brand uit, die
onzichtbaar snel om zich heen greep. Het ouderwet-
sche handbrandspuitje, waarmede de inmiddels ge
waarschuwde brandweer aan kwam zetten, was voor
zoo'n groote fabrieksbrand „niets gedaan". Het peute
rige straaltje haalde niet eens den bovenkant der ra
men van de benedenverdieping. Daar kwamen eenige
slangenwagentjes aanrollen. De spuiten werden er af
gewikkeld en aan de waterleiding gekoppeld. De stra
len van dit materiaal waren alweer beter maar nog
lang niet zooals het wezen moest. Daar kwamen de
Magirusspuit en de babyspuit aan. Slangen werden
uitgelegd en aan elkaar gekoppeld en spoedig klet
terde uit 8 slangen het water tegen het gebouw aan,
waarvan het dak spoedig daarna onhoorbaar ineen
stortte. Toen was het vuur spoedig genoeg overwon
nen en konden zij, die bij deze voorstelling gedemon
streerd hadden met blusschingsmateriaal van voor
heen en thans weder inrukken. Honderden belangstel
lenden waren aanwezig bij deze demonstratie, die
door hare vuurloosheid voor velen een bittere teleur
stelling was. Hierna gingen de brandweerlieden naar
Roozendaal, waar hun een feestdisch wachtte. Na het
diner werd gedanst en voorgedragen.
B. en W., de Raad, de raadsleden, behalve de heer
Cassée, zelfs de Commissie van toezicht op de Brand
weer, de gemeente-ambtenaren, behalve de heer Jon
gepier, bleven van de receptie afwezig. Wanneer die,
gelijk wij aannemen, nog niet wijst op gemis aan
samenwerking, zoo gaf het toch iets ongezelligs.
Op post, Een Zondagmiddag op Marienbosch uit
gebroken duinbrandje werd door de Vrijw. Brandweer
gebluscht.
Onjuiste opvattingen, Degene, die nog niet de vraag
„Is een fietspad op den Zeeweg wel noodig?" kan be
antwoorden, leze de volgende gebeurtenis. Twee
wielrijders reden Zondagmiddag op den Zeeweg ach
ter elkaar. Waarschijnlijk doordat de fietsers niet te
veel den rechterkant hielden werden zij door een auto
die achter hen aankwam en te weinig den linkerkant
hield, aangereden. Beiden tuimelden over den weg
waarbij de een eenige verwondingen opliep, die aan
het politieposthuis verbonden werden. De bestuur
der van den wagen was na het ongeluk doorgereden
en dacht er zoodoende zonder kleerscheuren af te
komen. Hij rekende buiten den waard, want hij werd
spoedig opgepikt en ontving een 'bon, maar niet voor
goed gedrag.