BELANGRIJK BERICHT.
23ste Jaargang
30 November 1929. Tweede Blad.
N°. 48
LUSSE BLAA1JJES.
Verwachting.
BROKJES LEVENSWIJSHEID.
VOOR DE KINDEREN.
H. G. Cannegietek.
SCHAAKRUBRIEK.
SAMBO EN
Loes.
J O CjK 0 Van een leeuw en een
RECEPT.
door G. Th. ROTMAN.
(Nadruk verboden.)
Kort is de donk're dag
Die vroeg ons gaat verlaten;
Een somber grijs gordijn
Hangt over alles heen
Maar levendig en druk
In alle winkelstraten
Spoedt zich de blijde jeugd,
Als altijd rap ter been.
Een dunne nevel doet
Den horizon venvazen;
Een trieste regen maakt
De wegen spiegelglad
Het deert hen niet. Zij staan
Verlangend voor de glazen
En drukken tegen 't raam
Hun neuzen bijna plat!
Dan gaan de lichten op
Om 't donker te verjagen....
Hog schooner lijkt opeens
De uitgestalde schat!
Schoorvoetend gaan zij heen
En denken alle dagen:
„Als Sinterklaas 't me vroeg,
Zaterdag 30 November '29.
DE DROOM.
(Nadruk verboden)
Vat zou ons bestaan wezen, wanneer ons die
dselachtigste en verhevenste van alle kunsten
rhouden was: de kunst van den droom? De
.oom is voor velen de schadeloosstelling voor
t nuchtere, teleurstellende, geestdoodende dag
ven. De droom is voor ieder de genade, welke
de werkelijkheid slechts aan de geniaalsten
■ader de kunstenaars blijft voorbehouden. Het
begrijpelijk, dat de antieke godsdienst en de
oderne wetenschap aan den droom een over-
egenden invloed op het menschenleven hebben
^geschreven en dat zij dit geheimzinnig ver-
lujnsel elk op zijn wijze als iets bijna boven-
mtuurlijks en goddelijks hebben verheerlijkt.
De meeste menschen gedragen zich buiten
gemeen ondankbaar jegens den droom. Zóó zijn
2e ontwaakt uit de tooverwereld, waartoe hij
un den sleutel verschafte, of ze zijn zijn ge-
iienken vergeten. Zelfs schamen ze zich voor
nun weldoener, ze smalen hem en noemen hem
een bedrieger. Ze beschouwen hetgeen zijn
epste wijsheid hun mededeelt, als geestlooze
zotternij.
Doch de droom blijft hun trouw. De ondank
bare is na een dag van zorg en verdriet inge
slapen en zonder eenig verwijt zet zich nog-
aals de fee naast zijn bed, raakt hem aan met
haar staf, en zendt hem op reis naar een oord,
aar hij. alles herschapen vindt naar zijn innigste
venschen.
Ik weet niet, wat ik van den droom het meest
loet bewonderen: zijn kunstvaardigheid of zijn
rouw. Misschien is het een derde eigenschap,
elke in onze waardeering den voorrang ver
dient.
Walt Whitman, Amerika's grootste dichter,
i ïeeft een loflied gezongen over het gras, omdat
dit voor iedereen groeit, geen onderscheid maakt
usschen arm of rijk, leeftijd of landaard. Het
roeit in de voegen der straten, op verwaarloosde
plaatsen, aan beide zijden van den evenaar, het
groeit overal.
Iets dergelijks zou men van den droom kunnen
zeggen. De droom is de democraat bij uitnemend
heid. Dit is de leelijke keerzij van de kunst in
de werkelijkheid: dat zij slechts zeer weinigen
lot haar uitverkorenen maakt. Maar de droom
kent geen uitzondering. De ongebolsterd'e polder
jongen, de benepen burgerjuffrouw, de nuchtere
krentenweger worden door zijn genade de gelijke
van de geniaalste geesten, wier kunst de mensch-
heid vereert.
De heele zaak wordt meegenomen
En fijngemalen tot gelei!
Daar zit Jan-Joris, gansch alleen;
Het regent pannen om hem heen!
Geen tooneelspeler zet zoo'n compositie in
scène, geen flim-artist bereikt zulk een tempo
en zulk een afwisseling, geen schilder ontwerpt
zulke decors, geen dichter gaat zich aan zulke
fantasieën te buiten als de droomende mensch.
De droomende mensch, overdag als nederig
sjouwer of nuchter rekenmeester vermomd,
wordt des nachts een artist bij de gratie Gods.
In gevoeligheid, uitbeeldingsvermogen, kleur,
kracht, effectsbejag overtreft hij de meester
werken van de genieën.
De droom is van iedereen en voor iedereen.
'Na zijn nuchter, verdrietig, eentonig dagleven
vindt de mensch in den droom een kosteloozen
schouwburg, waarin hij van tevoren verzekerd
is van een stuk dat pakt. Nu eens is het een
blijspel, dan een tragedie; ja, er is geen genre,
dat niet zijn beurt krijgt in één enkele voorstel
ling. Angstwekkende draken, grove kluchten,
fijn en teer sprookjesspel wisselt elkaar af op
het dagelijksch programma, dat duizendmaal
sterker gevarieerd is dan het programma van
de drukst bezochte bioskoop.
En in deze vertooning speelt de toeschouwer
zelf mee. Ja, hij is het middelpunt van deze
maskerade zonder eind. Om hem is de voorstel
ling begonnenom hem te ontspannen na harden
arbeid; om hem te vermaken na ondraaglijke
eentonigheidom hem te verrassen, te ontroeren,
te boeien, eiken nacht weer.
Zou de droom louter vermaak zijn? Louter
ontspanning, louter sensatie? Of zou het inder
daad waar zijn, wat de oude volkeren geloofden:
dat er wijsheid schuilt in den droom. Dat het
vizioen in den slaap een openbaring is van belang
voor dengene, wien zij ten deel valt.
De moderne wetenschap beaamt hetgeen het
voorgevoel van de oude volkeren vermoed heeft.
De droom schenkt ons wijsheid, wijl zij ons aan
onszelf openbaart.
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan
den Schaakredacteur,
Ge^l. Oude Gracht 88, Haarlem.
Eindspelstudie No. 68.
Th. HERLIN
Wit aan zet, remise.
Stand der stukken:
Wit: Kd6, La3, Pg2, b2.
Zwart: Kal, a4, h3.
*)AEen anonymus uit Lille t) -
Schertsprobleem No. 18.
G e o r g-e Hume
(West Bridgford, Nottingham).
Wit geeft mat in 1ji zet.
Staat weer een nieuwe ramp te wachten,
Het onheil is niet van de lucht!
Met zijn drie knechten duwt Krijn Poort
Een lading ijz'ren binten voort
Oplossing Probleem No. 229.
(J. W. Le Com te 18481923).
Stand der stukken:
Wit: Kfl, Dhl, Ta7, La3, Le6, Pg3, e3.
Zwart: Kbö, Lc3, Pgö, b6, c6, g4.
1. Pg3f5, enz.
Goede oplossing ontvangen van
H. de Ruyter, te BloemendaalH. W. v. Dort,
te Haarlem; P. Mars, te Santpoort.
Oplossing Eindspelstudie No. 67.
(O. Rittershaus).
Stand der stukken:
Wit: Kc2, Pd3, Pgl, f2, g6.
Zwart: Ka2, Llil, a3, f3, g3, g7.
I. Pglh3 (niet 1. f2xg3, wegens 1
Llilg2Lhlg2 (1g3g2 2. Ph3gl
en mat in twee zetten1g.3 x f22. Ph3 X f2,
gevolgd door Pf2dl, Pd3cl en mat in enkele
zetten); 2. Ph3f4, Lg2fl3. f2xg3, Lfl xd3|;
4. Pf4xd3, Ka2—al (4f3—f2; 5. Pd3xf2,
Ka2al; 6. Pf2e4, Kala2; 7. Pe4c3|,
Ka2al; 8. Pc3d5, Kala2; 9. Pd5b4f
en mat in twee zetten of 8a3a2; 9.
Pd5f6 en wint); 5. Pd3cl!, f3f2; 6. Pel
b3f, Kala2; 7. Pb3d2, Ka2al; 8. Kc2b3
en wint.
Goede uitwerking ontvangen van
P. Mars, te Santpoort.
DE KLEINTJES ZIJN NU WEER AAN
DE BEURT
Het zou me niets verwonderen, als me dezer
dagen weer eens overkwam, wat me voor eenige
jaren terug gebeurde, namelijk dat een deputatie
van kleuters en jongedames van 8 tot 12 jaar
mij aan mijn schrijftafel kwam belegeren, om
te protesteeren, dat er zoo weinig over hun
kleeding geschreven werd en zooveel over die
van haar moeders en groote zussen. En daarom
haast ik me, weer eens wat van de kleeren der
dametjes-in-den-dop te vertellen, waarvoor het
plaatje eenige ensembles aangeeft. Van links
naar rechts hebben we eerst een beige rokje met
bruine ruiten, van voren met een stolpplooi, en
een zak met een knoop op zij, waarop een bruin
leeren ceintuurtje gedragen wordt. Het bloesje
is van beige flanellen stof, met liggend kraagje
en geruite das. Voor een meisje van 12 jaar is
voor het bloesje noodig 1 l/i meter van 80 breed,
voor het rokje 55 c.M. van 140 breed. Op dit
bloesje wordt op koude dagen een jasje zonder
mouwen gedragen, van dezelfde stof als de rok,
-A FC-MME DE-FKANC6
waarvoor 65 c.M. stof noodig is, en waarop ook
een bruin ceintuurtje gedragen wordt. En ten
slotte, om uit te gaan, een mantel van dezelfde
stof met van voren links en rechts een stolpplooi
en een zak op zij, net als de rok. Manchetten en
kraagje van imitatie' bruin bont. Voor den
mantel is 2 metef' stof van 140 breed noodig.
En dan het heele kleintje op het plaatje. Eerst
een jurkje van oud-blauwe stof, van twee volants
boven elkaar, afgezet met rose, waarvoor 1 meter
stof van 140 breed voor een jongedame van
6 jaar voldoende is. Dan, voor koude dagen in
huis, een kort manteltje, dat net reikt tot aan
den tweeden volant, zonder mouwen en ook af
gezet met rose. Hiervoor is 14 meter stof noodig.
En eindelijk een echte mantel, met rose kraagje
en knoopjes waarvoor 1.25 M. stof toereikend is.
27. Daar komt, tot grooten schrik van 't viertal,
De tram te voorschijn om den hoek!
Hun kleur verschiet, hun knieën klapp'ren,
Noch witter zien ze dan een doek!
Ook Jonkheer Lang en Meester Dik
Zijn vol ontzetting, angst en schrik.
In verband met het Sint Nicolaas-
feest zal op Dinsdag 3 December a.s.
wederom een nummer van het Bloe-
mendaalsch Weekblad verschijnen.
Advertentiën voor dit nummer moe
ten uiterlijk Maandag 12 uur in
ons bezit zijn.
De Administratie van
Het Bloemendaalsch Weekblad.
Vervolg Plaatselijk Nieuws.
DE RIJPERE JEUGD.
Een inzender schrijft in „Neerlandia", orgaan
van het Algemeen Nederlandsch Verbond, het
volgende
In den laatsten tijd leest men in dagbladen en
paedagogische vlugschriften telkens van „de
rijpere jeugd", soms ook van „de rijpere en rijpe
jeugd", (waarbij dan blijkbaar „rijper" niet de
eigenlijke comparatief is van „rijp", maar veel
eer beteekent: nog niet geheel rijp!) Een en
ander ongetwijfeld regelrecht uit het Duitsch
overgenomen, waar „die reifere Jugend" nu ook
veel besproken wordt. Trouwens al die „jeugd
herbergen", „jeugd-kerken", „jeugd-centrale",
enz. zijn eveneens uit het Duitsch vertaald, neen
overgenomen: het woord met de zaak, zooals
vanouds overal en altijd. Immers jeugd was
vroeger vrijwel een boeken woord, en werd als
collectief alleen in scherts, als tusschen wel
eens gebruikt: „hoe gaat 't met de jeugd, enz."
Zou het nu echter al te laat zijn om deze
„jeugd" als moderne Duitschers te merken en
te herinneren aan het goede, oude Nederland-
sche (en ondubbelzinnige) woorden halftvassen
en vohvassen jeugd enz)'t eerste o.a. welbe
kend als znw.een lialfivas (zie, zoo noodig, het
Ned. Wdb.) en dit aan te bevelen?
LANDELIJK NEDERLAND IN BEELD.
De N.V. Scheltema en Holkema's Boekhandel
en Uitgeversmaatschappij te Amsterdam legde
enkele jaren geleden den grondslag voor een be
schrijving in beeld van geheel Nederland. Be
gonnen werd met de steden. Het voornemen
was, indien dat gedeelte slaagde, het werk com
pleet te maken met het in beeld brengen van het
landelijk gedeelte.
De beschrijving der steden is inmiddels com
pleet verschenen en volkomen geslaagd. Ver
krijgbaar onder den titel „Sprokkelingen in
Nederland", in 3 deelen of, ingedeeld naar de
provincies in 8 deelen, bevat dit eerste „stede
lijk" gedeelte van het werk 3000 afbeeldingen,
met tekst van Prof. Dr. H. Brugmans en Mr.
A. Loosjes.
De waardeering, die de N.V. met deze uitgave
mocht ondervinden, deed hhaar besluiten, zoo
blijkt uit een prospectus dat de N.V. ons zond,
het begonnen werk voort te zetten. Onder den
titel „Landelijk Nederland in Beeld" zal deze
voortzetting pl.m. 3500 afbeeldingen met tekst
van Mr. A. Loosjes bevatten. „Landelijk Neder
land" zal uitsluitend ingedeeld worden naar de
provincies en 9 deelen beslaan. Het deel Noord-
Holland zal ongeveer 562 afbeeldingen bevatten.
Onvoorziene omstandigheden uitgesloten, zal
het geheele werk binnen 2 a 3 jaren compleet
zijn. Het belooft inderdaad een prachtuitgave te
worden. Het werk wordt op zwaar kunstdruk
papier gedrukt. Uit de proeve van bewerking,
die ons werd toegezonden, bleek ons, dat dit
werk wel zal voldoen.
MAIZEN APUDDIN G.
Op 1 L. melk neemt men 9 platte lepels
maizena, 6 platte lepels suiker en de schil van
1/2 citroenof 1/2 vanillestokje). Men kookt op
de gewone manier maizenapap en laat daar in
het smaakje meetrekken en doet er de suiker
bij. Na het koken het smaakje eruit nemen en
de pudding in een met koud water omgespoelden
vorm gieten. Koud en stijf laten worden, en dan
op een vochtigen schotel storten. Opdienen met
vruchtensapsaus (bijv. bessensap).
28. Floep! Heel de kar wordt meegenomen!
De stakkers schreeuwen moord en brand!
Krijn Poort en Jan de knecht aan d'éénen,
En Dik en Lang aan d'and'ren kant
Ontzetting grijpt een ieder aan,
Die 't raar geval voorbij ziet gaan.