CHOCOLADELETTERS
BOTERSPECULAAS
DROSTE
TAAI-TAAI
BANKETLETTERS
't fijnst bij
OVERVEEN
SCHILDERKUNST.
STADSSCHOUWBURG HAARLEM.
Uit Boek en Blad.
„De Onafhankelijken"
Militiezaal, Amsterdam.
Vier honderd zeven en tachtig werken van
honderd en tien inzenders uit heel 't land van
Rembrandt zijn hier saamgebracht. Buiten
hangt een vlag waarop een zwart schaap, dat
men „de bel" heeft aangebonden. „Vol verwach
ting klopt ons hart" als we de expositieruimte
betreden. Zullen er verrassingen zijn, zooals
„De Onafhankelijken" die vroeger wel brachten?
Werken van on- of verkeerd begrepenen, die
elders de deuren gesloten vonden?
Helaas, de tentoonstelling in haar geheel is
een teleurstelling. Er is geen nieuw en groot be
wegen, geen enkele zekerheid die een spring
plaats kan zijn naar een nieuwe waarde. Men
loopt op oude, platgetreden paden, met nog wel
hier en daar een laat bloempje, maar de weg
buigt vaak weêrom en men voelt, dat 't licht
zwak is geworden, dat dit niet de opmarsch
kan zijn naar 't ideaal.
En er zijn er met totaal verdroogde lan-
taarntjes.
Enkele zijn er die boven 't middelmatige uit
komen, meer die een eind er onder blijven.
Ik zal u niet te ver meenemen langs de
lange rij.
Eén van de belangrijkste is Chr. de Moor, die
het portret zond van den schilder Otto Dix,
stoer van teekening en krachtig van expressie.
Wouter IJdo verdient bijzondere vermelding,
zoowel om z'n schilderijen als om z'n grafiek.
Otto Hanrath, IJkelenstam, H. F. Boot en Jan
C. van der Ven doen ook even verademen, al
wil het me voorkomen, dat ze zich hier niet van
hun besten kant doen kennen. Vooral van
IJkelenstam is dat zoo. Harmen Meurs en Jan
Poortenaar zijn niet te vergeten.
De tentoonstellingen van „De Onafhanke
lijken", die eens een nationaal en verheugend
gebeuren waren, zij n dat niet meer in die mate
waar blijven de kunstenaars, die vroeger mede
exposeerden? Op een tentoonstelling als deze
ontbreekt te veel „het genie", daarvan heeft de
wereld alleen profijt. Hier zou men het Riemann
zuchtend na willen zeggen, dat „talenten ver
velende dingen zijn". Men kan zich daarvan nu
overtuigen, vier weken lang (vijf meter dik).
De tentoonstelling sluit 9 December.
DE ZONDAGAVONDDIENSTEN IN DE NED.
HERV. KERK.
Dezer dagen is in het gebouw „Maranatha"
gehouden een „gemeente-avond" van leden der
Ned. Herv. Gemeente te Bloemendaal.
De Kerkeraad had tot deze bijeenkomst de
gemeenteleden uitgenoodigd om met hen te
spreken over de Zondagavonddiensten. Zooals in
vele gemeenten toont men ook in die te Bloemen
daal voor den avonddienst bitter weinig belang
stelling. Om die reden achtte de Kerkeraad een
samen spreking over deze zaak met de gemeente
wenschelijk. Buihten den Kerkeraad waren
slechts 29 gemeenteleden aanwezig. Voorzitter
was de heer Hogenbirk.
Deze legde den aanwezigen een tweetal vra
gen voor, n.l.Voorziet de avonddienst in een
werkelijk gevoelde geestelijke behoefte en 2e: Is
de belangstelling voor de avonddiensten zoo, dat
indien ze eens niet meer gehouden werden, dit
als een geestelijk gemis zou gevoeld worden?
Aan het verslag, dat we omtrent den gemeente
avond vinden in de „Zondagsbode" ontleenen we
het volgende:
Eenige der aanwezigen maakten van de ge
legenheid om een woord te zeggen gebruik. Ver
schillende meeningen werden daarbij openbaar.
Éénstemmig was men echter in de groote waar
deering voor de avondpreek. Voor zich persoon
lijk zou het enkele der sprekers daarom spijten,
wanneer de avonddiensten niet meer werden
gehouden, hoewel op de vraag naar de behoefte
geen beslist antwoord door hen werd gegeven.
Er waren er ook, o.a. de voorzitter, die eerlijk
bekenden geen bepaalde behoefte meer aan een
avondpreek te hebben, wanneer zij des morgens
den dienst hadden bijgewoond, al moesten zij
toegeven, dat zij ook in de avonddiensten meni-
gen zegen hadden genoten. Anderen meenden,
dat we ons met de afschaffing van de avond
preek op een hellend vlak begaven en later mis
schien dan ook wel tot afschaffing van den
morgendienst zouden komen. Een der leden
kwam er rond voor uit, dat hij vóór een op
houden met de avonddiensten was en wel met
het oog op het gezinsleven. Zelf zakenman, die
in de week zoo geheel door zijn werk in beslag
wordt genomen, wil hij toch den Zondagmiddag
en -avond in den huiselijken kring doorbrengen.
Dit is een eisch van het Christelijk gezinsleven.
Hij is het er daarom ook in 't geheel niet mee
eens, dat wij ons met sluiting der avondbeurten
op een hellend vlak zouden begeven en dat daar
door het geestelijk peil van de gemeente ook
maar eenigszins zou worden verlaagd.
Bij de daarop zich ontspinnende discussie
dwaalde men geheel van het eigenlijke onder
werp af. Voorzitter zag zich genoodzaakt de dis
cussie te sluiten. Jammer was, dat niet meerdere
der aanwezigen zich over de door den voorzitter
gestelde vragen hebben uitgesproken, waardoor
de bijeenkomst niet geheel aan de bedoeling-
heeft beantwoord.
Tot zoover het verslag van den „gemeente
avond".
We lezen verder in „De Zondagsbode", dat de
Kerkeraad heeft besloten in de avonddiensten
dezen winter geen verandering te brengen. In
het voorjaar zal deze zaak in den Kerkeraad
opnieuw ter sprake komen, opdat hij dan met
de opgedane ervaringen van den winter reke
ning- kan houden.
EXPOSITIE SCHILDERIJEN EN PASTELS
VAN L. W. R. WENCKEBACH.
In de kunstzaal der firma J. S. Fetter en Co.,
Weteringschans 79 te Amsterdam, is tot en met
28 December geopend een expositie van schilde
rijen en pastels van L. W. R. Wenckebach. Het
is een expositie ter gelegenheid van den 70en
verjaardag van dezen landschapsschilder.
In het kleine geschrift, dat de firma Fetter
Co. rond zond en dat de uitnoodiging bevat
tot het bezichtigen der tentoonstelling, schrijft
de heer N. van Harpen over den schilder. We
ontleenen er het volgende aan:
L. W. R. Wenckebach werd den 1'2 Januari
1860 te 's-Gravenhage geboren. Zijn vader was
de vermaarde hoofdingenieur van de Rijks
Telegraaf, die bij zijn afscheid uit den dienst,
wegens ziekte, door Thorbecke betiteld werd als
„de stichter van het Telegraafwezen in Neder
land". Zijn moeder, lid van een zee-officiers-
familie, was de gelukkige opvoedster van dezen
intelligenten zoon, op wiens dankbaarheid zij
terecht trotsch was.
Na het aftreden van den vader uit zijn be
langrijke functie kwam de familie naar Wijk
bij Duurstede, om na vaders dood en die van de
eenige dochter, terwille van de opvoeding dei-
drie jongens in Utrecht te gaan wonen. Al vroeg
toonde Willem een merkwaardig teekentalent,
dat zich onder leiding van zijn leermeesters D.
van Lokhorst en Jhr. E. van Heemskerk van
Beest ontwikkelde, aangemoedigd door zijn
besten vriend en studiegenoot, den vroeg-
gestorven A. C. A. Ridder van Rappard.
Dit talent was aanleiding dat, hoewel Wencke
bach later onder den invloed van de Haagsche
school tot het schilderen werd aangetrokken, hij
ook als illustrator optrad en zich als zoodanig
naam maakte met zijn „In de Muizenwereld" en
„Notenkraker en Muizenkoning", en later, toen
hij de leiding over de grafische inrichting bij
Roeloffzen en Hiibner reeds op zich had ge
nomen, met de teekeningen van oud-Amsterdam
voor het Nieuws van den Dag en met de
illustraties van bloem en plant voor de firma
Verkade en met die van vele boeken.
Doch zijn hart bleef uitgaan naar het schil
deren in de natuur. Elke vrije dag en elke
vacantie werd daaraan geofferd. Zoo werkte hij
in Drente en aan Cremer's Kleine Revierke, de
Linge, maar Kennemerland, waar hij te
Santpoort sedert jaren woont, trok hem het
meest.
En als gevolg daarvan het verwante Texel,
van welks natuurschoon Wenckebach's schilde
rijen zooveel monumenten worden.
Het blonde duinlandschap vond in Wencke
bach zijn schilder, van prachtige luchten en
lijnenspel, waarvan hij alle geheimen kent en
dat hij alleen nu en dan verwisselde met b.v. den
laatsten tijd het landschap van Wolfhezen, om
niet uitgekeken te raken in zijn omgeving en er
.telkens weer frisch voor te komen.
En verder nog dit, waarmede de heer Van
Harpen besluit:
De oogst aan schoonheid, die Wenckebach de
laatste jaren van zijn schildersloopbaan heeft
binnen gehaald, geeft hem recht op de dank
baarheid van allen, die het Hollandsche land
schap lief hebben en er trotsch op gaan. Moge
de kunstenaar daarvan de bewijzen van dank
baarheid en bewondering ontvangen bij deze
jubileumtentoonstelling, die getuigenis aflegt
van een zeventigjarige, die nog over al zijn
werkkracht beschikt, om aan zijn nog levende
scheppingsdrang te kunnen voldoen.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIISIIIIIIIIIIIIIIIIIIIKIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllli!
Alle gepraat en alle roepen heeft slechts een
zeer kort leven en is dwaas en on waai'. De echte
daad, alleen wat gij waarlijk doet, is ons.
TH. CARLYLE.
iiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiimiNiiii
WAT NIET IEDEREEN WEET.
Duitsch in een Nederlandsch hotel.
In „Neerlandia" verhaalt Mr. M. G. J. Bevers
te Delft van zijn ervaringen bij een bezoek aan
het hotel „Huis ter Duin" te Noordwij k.
„Ik werd opengedaan," zoo zegt hij, „door een
portier, die mij in het Duitsch te woord stond.
De vertering werd opgediend door uitsluitend
Duitsch personeel, die op elke vraag in het
Nederlandsch naar een of ander verbruiks-
artikel, antwoordde met een „verstehe nicht".
Daar ik weigerde mij in mijn eigen land in een
vreemde taal uit te drukken, riep ik den chef,
doch tevergeefs, ook bij dezen kon ik mij slechts
verstaanbaar maken in de Duitsche taal, Toen
ik van de tennisvelden gebruik wenschte te
maken, kon ik slechts in het Duitsch terecht.
Op nader onderzoek uitgaande bleek mij, dat
men in dit hotel, van den liftjongen tot den
Directeur slechts de Duitsche taal verstaat en
dat zij allen öf weigeren öf niet bij machte zijn
zich in het Nederlandsch uit te drukken."
Na deze ervaring heeft Mr. Bevers, volkomen
terecht, het Hotel „Huis ter Duin" met ergernis
vermeden. Hij drukt den wensch uit, dat de
Directie van „Huis ter Duin" tot het bewustzijn
moge komen, dat zij, alhoewel staande aan het
hoofd van een Duitsche instelling, niettemin
plichten heeft tegenover de burgers van het
land, dat haar gastvrijheid verleent, door dezen
niet te noodzaken bij een bezoek aan haar hotel
de Duitsche taal te spreken.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Hoe minder men heeft, hoe meer men ziet.
KIERKEGAARD.
iiiiimiffliiiMUMiimiiiiiiiiiiimimiMiuiiimiiiiiiMiiiiimiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiimii!
EEUWFEEST VAN „ZANG EN
VRIENDSCHAP".
Uit het Maandblad der Kon. Liedertafel
„Zang 'en Vriendschap" te Haarlem blijkt, dat
de plannen tot viering van het eeuwfeest der
Liedertafel zoo langzamerhand vasteren vorm
beginnen te krijgen. Reeds kan gezegd worden,
dat de te houden optocht een belangrijk deel van
het Eeuwfeest voor het Haarlemsche publiek
zal worden.
De volgende oproeping ontleenen we aan het
ons toegezonden Maandblad.
De Tentoonstellingscommissie wil trachten
met het Eeuwfeest een zeer nauwkeurig beeld
te geven van de geschiedenis van „Z. en V."
Daarvoor heeft ze noodig allerlei voorwerpen,
geschriften, enz., die betrekking hebben op onze
vereeniging. Ons archief bevat gelukkig heel
veel waardevolle documenten, maar de commis
sie vermoedt, dat er in of buiten de stad nog
wel families zijn die ook bijdragen van de ge
schiedenis van „Z. en Vr." bezitten. Vriendelijk
verzoekt ze deze geschriften, enz., aan de com
missie ten geschenke te willen geven of in bruik
leen te willen afstaan.
Toezending kan geschieden aan de heeren
J. van der Velden, voorzitter der Tentoonstel
lingscommissie, Ged. Oude Gracht 115 en C.
Doeven, secretaris der commissie, Rusten
burgerlaan 22, Haarlem.
GEVESTIGDE PERSONEN IN DE
GEMEENTE BLOEMENDAAL.
Opgave van 1421 November 1929.
R. J. Bog-tstra, Bloemendaalscheweg 233,
Overveen. W. F. M. Rolf van den Baumen,
Ign. Bispincklaan 16, Bloemendaal. F. W. van
Bilderbeek, Goudsbloemplein 14, Aerdenhout.
C. B. J. Baart.scheer, Rijnegomlaan 58a, Aerden
hout. J. M. van Heijningen, Joh. Verhulstweg
14, Bloemendaal. Jhr. G. W. H. Mollerus,
Bloemendaalscheweg 15, Bloemendaal. J.
Schaake, Madelievenlaan 9a, Aerdenhout. W.
Kindermans, Korte Kleverlaan 78, Bloemendaal.
Wed. R. Hiemstra, geb. van Wieren, Korte
Kleverlaan 78, Bloemendaal. H. J. de Jonge,
Johan Verhulstweg 58, Bloemendaal.
Opgave van 2128 November 1929.
J. de Kadt, Westerlaan 20, Aerdenhout. -
B. van Amerongen, Hartenlustlaan 3, Bloemen
daal. A. de Bij 11 Nachenius, Nachtegalenlaan
12, Aerdenhout. F. J. M. Herberman, Bloe
mendaalscheweg 291, Overveen. J. Kars,
Dompvloedslaan 31, Overveen. Wed. M.
Duijl, geb. Ootjers, Ter Hofsteedeweg 7, Over
veen. - T. Bouma, Ign. Bispincklaan 3, Bloe
mendaal.
lilllliiiilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiillliiiliiiimii
Godloochenaars moeten volmaakt duidelijke
dingen zeggen en het is niet duidelijk, dat de
ziel stoffelijk is.
BLAISE PASCAL,
niiiiiiiimmimiiiiiimigiiimiiiiiiiiiiiiigmiiiimiimiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiii
BLOEMENDAAL.
OPGAAF BURGERLIJKE STAND.
BevallenA. van DuinVader d.A. Ver-
burgtOkkerse z.
OndertrouwdJ. Walter en G. M. Westhoff
J. D. Bregman en J. FleurA. Reuter en P. S.
W. Streich; J Mastenbroek en K. van Heusden.
Overleden: J. Ch. Ophuijsen 45 j.; G. M.
Seesink 28 j.
iiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Het uiterlijke is het klaarblijkelijke teeken van
Ideeën.
HEGEL.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
WEEK-AGENDA.
Zaterdag 30 November, 8 uur: Vereenigd Too-
neel (Verkade en Verbeek)„De Heilige
Vlam". Tooneelspel in 3 bedr., door W.
Somerset Maugham.
Zondag 1 December, 8 uur: Optreden van Tillj
Lus en Cor Ruys in ,,'n Snoepreisje". Blij
spel in 3 bedr., door Praxy.
Dinsdag 3 December, 8 uur: Volksvoorstelling
te geven door Het Vereenigd Tooneel
(Dir. Verkade en Verbeek)„Dicky". Blij-
spel in 3 bedr., van Armont en Gerbidon.
N.B. Plaatsbespreking voor de Volksvoorstel
ling (niet per telefoon) Zondag van 10 tot 3 uur
voor leden van vakvereenigingen en Dinsdag
3 December voor het overige publiek.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiHiiiiiiiiiiiimiiiiiimii
Arbeid is de zending des menschen op aarde.
TH. CARLYLE.
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllillillllllllllilillllllllllllllllllllll
Ridderlijke kolonel: „Als ik met U
clans, is het alsof ik over rozen zweef
,,U vergist U,l't zijn m'n teenen."
PS.)
Verveeld eigenaar (aan z'n oud
karretje prutsend): Zeker de eerste
auto die je ooit gezien hebt hé?"
Boertje: ,,ïsTee meineer. moar ie liekt er
wel" veul op."j {(London Opinion.)
Bij de Wereldbibliotheek verscheen: De Oude
uit de Bergen, van Grazia Deledda, vertaald
door Dr. N. J. Beversen.
't Is het eenvoudige, onopgesmukte verhaal
van een ouden, blinden herder, die tenslotte
omkomt op een tocht naar zijn zoon, die on
schuldig, als gevolg van laster, is gevangen ge
nomen.
De verdienste van dit boeiend geschreven
verhaal zit niet voor een gering deel ift de be
schrijving van leefwijze en karakter der men
schen uit die streken (Nuoro en de Orthobene),
en in natuurbeschrijving. Boven dit alles uit
boeit echter het door de schrijfster werkelijk
doorleefde lot der hoofdfigurende oude Pietro,
zijn zoon en een jongen herder, in hun dienst.
Treffend is vooral het tragisch einde van den
blinden Pietro, zijn zoeken naar het pad, zonder
geleide, zonder hulp, met aanvankelijk de stap
van een paard, daarna de warmte van de zon, en
dan niets. Niets dan zijn stok, die hem tenslotte
ontglipt als hij in een afgrond stapt.
Het boekje is een mooie aanwinst voor de
W. B. abonnée's en zal ook verder zijn weg wel
vinden.
Tusschen Leven en Dood. Lief en
leed uit een dokterspraktijk, door
Dokter Tjebbo Franken. Uitgave van
Andries Blitz.
Onze begaafde medewerkster, Mevr. Jeanne
Veen, bezigt in eene tooneelbespreking deze ge
lukkige uitdrukking: Kunst is de uiting van
diepe, ernstige bewogenheid". Kunst is passi
bewogenheid dus; kunst is ook de allerindiv
dueelste expressie van allerindividueelste
emotie, inderdaad, van bewogenheid. Bewoge
heid is de bron, bewogenheid is ook de uitkom
en de uitwerking van werkelijke kunst. A:
dezen norm getoetst is 't hier bovenaangeko -
digde boekje (zonder de teekeningen binnenin,
die wij liever gemist hadden, ze doen hier
daar zelfs hinderlijk aan), kunst. De uitnemei
getroffen gelijkenis van den schrijver ten voet*
uit geteekend door Jo Spier (de man van
goede gelijkenis, of 't een mensch betreft,
dier of .'n ding)misstaat niet op den omsla
en de geschreven inhoud is zoo vol humor, err
en goedheid, dat wij elkaar en den schrijver m
deze uit het leven gegrepen schetsen gelu
mogen wenschen. De titel had ook kunnen li
den: Lief en leed uit de wereld der patiënte
aparte wereld, waaraan zoo vaak onwetend p
voelloos wordt voorbijgegaan. De figuur v.
den dokter treedt in het boek nergens hinderli
op den voorgrond. Móesten wij hem naar dit zi
boek typeeren, dan zouden wij hem een n<
grootere liefde voor zijne patiënten, dan vo
zijn vak toedichten, hoe groot die laatste ook
zoozeer treedt een humane, liefdevolle geest i
deze bladen naar voren. Wij namen ze ter ha.i l
en konden niet laten nagenoeg alle 182 bla
zijden achter elkaar uit te lezen.
„De Wandelaar".
Verschenen is bij den uitgever A. G. Schoo
derbeek te Laren, de 11e aflevering van „1
Wandelaar", maandblad gewijd aan natuurl
scherming, heemschut, geologie en folklore.
Prof. Dr. A. M. Brouwer, die door Limburp
dreven doolde, deelt bijzonderheden mede o;
trent het leven der vlinders. A. E. d'Aily ge*
aan welke wandelingen men kan doen in de o*
geving van Amsterdam, teneinde de pold*
streken rondom Amsterdam te leeren kenni
N. Tinbergen schetst het leven van eenige roe
vogels.
Verder trok onze aandacht in deze aflevert
een artikel van J. L.'A. Kremer over de tec.
niek van het wandelen, waarin vele leerzai
wenken worden gegeven. De Bentveldsch*
natuurvriend Jan P. Strijbos verhaalt van e i
avontuur van Pennetje, den Egel.
Ten slotte, om ons tot het voornaamste te be
palen, onder meer nog in deze aflevering: Her
inneringen aan onzen mooien St. Pietersbe
door een Haarlemmer, G. A. van Schaik. Schrii-
ver maakt duidelijk op welke wijze de St. Pie
tersberg is geschonden. Hij eindigt met de zei r
behartenswaardige woorden
„Laten we toch het voorbeeld van den St.
Pietersberg voor oogen houdenals natuur-
minnend Nederland de handen in elkaar slaat,
kunnen nog heel veel mooie plekjes in ons kleine
land voor verdwijning worden behoed."
Verscheidene der bijdragen zijn weder met
tal van mooie illustraties verlucht.
TULLENAAR
ZIJLWEG TELEF. 14720