Plaatselijk Nieuws. bij in. 'n Paar maal had hij zich te bed gelegd met een paar koffieboonen in den mond, de laat- te uit 't trommeltje. Dat was óók al afgeloopen. Jawel, en nou zou d-ie straks binnenkomen en dan kwamen de kinderen op je af met verhalen van mooie winkels, maar de vrouw zou-em aan kijken als iederen avond en vragen: „Wel?" En, ch.... hij zou voor den zooveelsten keer moe ten mompelen, dat 't wéér mis was. Bas voelde nameloos zwaar zijn verdriet, toen hij 't hofje, waar zijn woninkje stond, over- lenterde. Zuchtend drukte hij de klink neer, truikelde over een paar stel kinderklompen. Hij werd er niet eens nijdig om, haalde in den donker sufferig de schouders op en schoot de kamer binnen, bang, de vragende blikken van zijn vrouw te ontmoeten. Maar dat viel mee. „Goed dat je er bent, Bas!" kwam ze hem be drijvig tegemoet. „Je moet weten, dat een uur yleden meneer Hamme hier geweest is. Of je nog vrij was, 's middags en 's avonds. Al was t er 's morgens en 's nachts bij, zeg' ik en toen begon ie te lachen. Stuur je man dan maar - uw naar me toe, zegt ie. Dus, Bas, je weet 't." „Waarvoor zal ie me noodig hebben?" Bas y de mogelijkheid, een werkkring hervonden hebben, maar niet zoo één-twee-drie vatten. „Weet ik niet. Dat zal ie je wel vertellen." Bas keek 't vertrek rond. Bij 't licht van de aatlantaarn zag hij brood en een kluitje boter np tafel. In den koffiepot op 't kleine kacheltje uruttelde koffie. ,,'t Kon niet langer, Bas," verklaarde zijn vrouw in antwoord op zijn vragende blikken. Der was niks meer. Heelemaal niks en toen lamme der geweest was, dacht ik: 't Moet vel raar loopen, als dat niet wat oplevert en .1 heb ik hier en daar wat op de lat gehaald konden de kinderen eindelijk weer eens met a volle maag naar bed." Bas vroeg niet verder. Hij was reeds bezig zijn nger te stillen met een korst van het brood, .no al naar binnen was nog vóórdat zijn vrouw Ti zijn koffie had ingeschonken. Het warme it klokte er gulzig achteraan. Toen dook Bas een alcoof. Er kwam een raar, klein hoedje voorschijn en een groezelige, vale jas. Het dje stond Bas dwaas. De jas slobberde om mager lijf. De ongeschoren kaken staken griezelig uit de punten van z'n opgezette sag. De afgetrapte broek bedekte maar ten Jve de kapotte schoenen. „Pa," zei tien minuten later de twaalfjarige ilamme junior, „daar is een heer om U te reken." i lamme was een geluksvogel. Dat zeiden al kennissen. Op een schoen en een slof was gekomen en geen sterveling had fiducie aid in zijn winkeltje, waarin hij melk, boter, i as en eieren verkocht. Niemand.... behalve if. En met dat niet te dooven zelfvertrou- ii, dat een der voorwaarden voor succes in •ken is, had hij geploeterd van den ochtend den laten avond, zóó dat de menschen er Ier in hadden en hem de klandizie gunden. jaren verliepen. De zaken bleven mar- •oren. 't Winkeltje werd een winkel, een zaak, onderneming, die er filialen op na ging hou- i en ten slotte het waagstuk van lunchroom hernam. Natuurlijk liep dat óók. Hamme, die h allang mijnheer Hamme liet noemen, had bij zijn personeel den wind onder. Wee de iffrouw, als de appelbollen of de roomhoren- s slordig op de schaal lagen, wee de cake-boy, één smetje zijn wit pakje ontsierde. Alles de puntjes! En daar hield het publiek van en Tit bezorgde hem een even toegewijde als uit breide cliëntèle, die gaarne bij Hamme in de tinchroom kwam uitrusten van Sinterklaas-in- •open. En daar Hamme's werkzame geest pro beerde van iedere omstandigheid, die zich aan baad, had hij al spoedig begrepen, dat in deze ag'en vóór Sinterklaas zijn zaak de attractie hoefde van een echten, een levenden Sint, die de kindertjes toesprak en ze kapittelde en prees en ze een greep liet doen uit den zak van den zwarten knecht. Zóó'n Sinterklaaspak was met wat handigheid wel te fabrieken. Voor zwarte inecht kon de loopjongen prachtig fungeeren I en voor Sinterklaas.... „Doe het zelf," raadde hem zijn vrouw, die bij de gedachte al lach- ■duipjes kreeg en zich trachtte voor te stellen, iioe de juffrouwen uit de lunchroom in dat geval zouden kijken. Maar Hamme wist raad. Hij zou een Sinterklaas opschommelen, 'n Kereltje, dat net geschikt voor dat soort van werk was en niet duur op den koop toe. Voor een daalder per middag zou hij heel wat gedaan krijgen. En Hamme gaf zijn vrouw nadere instructies voor 'net Sinterklaascostuum en ging zelf op bezoek bij Bas. In 't kamertje achter de lunchroom had de verkleedpartij plaats. Op zijn beurt had Hamme nu plezier al uitte hij zich niet zoo uitbundig als zijn vrouw een paar dagen te voren en genoot van het effect, telkens als Bas een nieuw kleedingstuk bevestigde. „Eerst die rok?" „Natuurlijk. Voorzichtig an! 't Is een ouwe onderjurk van m'n vrouw, maar ze heeft ervoor jou een bandje doorgeregen!" „Wat zijn dat? Gordijnen?" „Geweest. Nou zijn het je handlubben en je kraag. Laat me je nou je mijter opzetten." „Zitten daar haren in?" „Natuurlijk! Heb jij dan wel eens een Sinter klaas met polkahaar gezien? Kijk eens aan! 't Staat prachtig op je krullebol! Ziezoo, nou nog je staf en je baard Weer moest Hamme lachen, toen hij Bas be keek. De veel te wijde tooi slobberde den armen Sinterklaas om de leden en zijn hoofddeksel dreigde hem bij voortduring over de oogen te schuiven. Zou 't gaan? Door een ruitje zag Hamme, dat 't al aardig vol liep in de zaak. Af maken dan maar! Daar was ook de loopjongen, voor deze gelegenheid gepromoveerd tot Pedro Negro, kranig in zijn kleurig pakje en zijn ge vederde baret. „Zoo, Bas," zei hij, 'n tikje familjaar tegen zijn nieuwen meester, „voel je je niet Moeder's mooiste?" Bas grijnsde verlegen, maar Hamme liet hem weinig tijd. Hij overhandigde Piet een zak met lekkers en Sinterklaas een bontgedrukte prijs courant (zijnde 't boek met de namen der brave en der ondeugende kinderen) en duwde 't hoog waardig gezelschap de lunchroom in. Een gemompel murmelde door de lunchroom. De kinderen rekten de halsjes uit, de ouderen lachten om een paar grimassen van zwarten Piet. Bas was in zooverre den toestand meester, dat hij zoo statig hem mogelijk was, groette en toen deftig plaats nam in een armstoel, die Hamme hem had laten klaar zetten. Maar daar stond al een dame voor hem; een jong moedertje met haar dochtertje aan de hand. „Sint Claus," ze sprak haar mooiste Ber- litz-school-Hollandsch „hier 's Puppy, She is always een zoete meisje en wil handen schudden met you!" „Zoo, zoo." Bas trachtte een zware stem op te zetten, hetgeen vanwege den baard, die hem in 't gelaat kietelde, zoowat 't effect veroor zaakte van een verkouden alt, „dat is braaf, heel braaf. En hoe oud ben je?" '„Vier jaar, Sinklaas!" zei 't kleintje, in tranen badend. „Hou je van me?" „Natuurlijk, Sint Claus!" antwoordde Moeder voor 't kindje, kijkend naar de weinig verzorg de nagels van den goeden Heilige en naar zijn afgetrapte schoenen. „Drink je wel eiken dag je levertraan?" vroeg Bas weer, die niets anders wist te vragen. Het antwoord bleef uit. 't Kleintje raakte ge ïnteresseerd door wat suikerbeestjes, die uit den zak te voorschijn waren gekomen. Ze reikte hem tot afscheid een handje. Er kwamen nieuwe klanten. Het ijs was gebroken en achter het eerste lammetje volgden allengs meer schaapjes. Wonderlijk, Bas raakte al spoedig in zijn rol thuis, informeerde onbevangen naar huiselijke omstandigheden, naar vlijt en gedrag, naar wenschen en verlangens. „En wie ben jij?" „Piet," zei nummer zooveel, een bengel van den leeftijd, die ligt op 't grensgebied van de heilige onnoozelheid en de experimenteele zoe- kensdrang. „En hoe heet U?" „Wat zeg je?" Piet raakte verward en verloor van puren heldenmoed de zelfbeheersching. Maar hij kreeg een kameraadschappelijken stomp, vatte moed en zeide, langs z'n neus weg „Die pruik van U is te klein. Je kan nog een heeleboel zwarte haren zien!" De vrienden gichelden. Bas raakte confuus en plantte den mijter wat steviger op het hoofd, waardoor deze met een vaartje over neus en ooren schoot. Zijn kwelgeest genoot van zijn on betwistbaar succes. Maar noch dit ongelukje, noch de verdere verwikkelingen, waarin hij dreigde te geraken, konden Bas deren. Hij voor zag zwaarder beproeving: In doodsangst be merkte hij, dat het bandje, waarmede zijn onderkleed hem om de heupen was gesnoerd, losgegaan was en grijpende naar zijn hoofd deksel voelde hij, hoe de rok begon te glijden.... nog één oogenblik en... Maar de alom tegenwoordige Hamme had het gevaar bespeurd. Lang aarzelen was hier niet mogelijk. Met één sprong was hij bij het schakel bord van de lichtleiding, in 't volgend moment was de afsluiter een halven slag gedraaid en de lunchroom was in ondoordringbaar duister ge huldtoen 't licht tien seconden later weer aanflitste, was Sinterklaas verdwenen voor de beteuterde gezichten. Al doende leert men. Bas had het kunstje spoedig te pakken gehad. Een moeilijke vraag, een lastige situatie schrikte hem nu niet meer af. Zes middagen en zes avonden reeds had hij nu voor Sinterklaas gespeeld en met uitzonde ring van zijn min-fortuinlijk begin, was alles wonderwel afgeloopen. Maar wat 't voornaamste was: Bas had ver diend, veel, werkelijk veel geld. Hamme had hem iederen avond drie gulden gegeven, maar boven dien hadden vele vriendelijke menschen, die met hun kroost Sinterklaas kwamen begroeten, het niet onder zich gelaten en hem met één, twee kwartjes, een paar maal zelfs met een gulden, een offertje ter eere van St. Nicolaas gebracht. En er was weer warmte en voedsel en vreugde in Bas' woning gekomen en als Bas 's avonds thuis kwam en de dubbeltjes en kwartjes op tafel uitspreidde, dan was er vreugde en dank baarheid in de armoedige woning, waar zooveel weken misère was geweest. Dfe Sinterklaas brak aan en Bas, schoon dank baar voor den voorspoed der laatste dagen, zag met eenigen wrevel het einde van de schoonen tijd naderen. „Hm," zei Hamme, wien hij deelgenoot van zijn zorgen maakte, „dat is zoo 's werelds be loop, Bas. Aan alles komt een einde. Maar.... met een beetje handigheid kun je nog best een goeden dag maken, kijk hier. Ik heb al een paar menschen bij me gehad, die me gevraagd hebben of Sinterklaas dat ben jij dan vanavond niet een paar pakjes kon aanbrengen. Dat hoeft natuurlijk niet voor niks. Een gulden zit er bij elk allicht aan." „Hoeveel?" vroeg Bas, begeerig. „Ik heb er al vier," zei Hamme. „Wil je?" „Graag," zei Bas. 's Avonds kwam 't rijtuig voor. Bas had thans geleerd zijn waardigheid naar den eisch te dragen en zijn entrée de chambre was dan ook onberispelijk, toen hij de huiskamer van Notaris Willemse betrad en voor de zooveelste maal het lied van de Stoomboot uit Spanje aan hoorde. En het discours vlotte en de kapittel partij had plaats en er werd gestrooid en de cadeautjes kwamen voor den dag „Sinterklaas, een sigaar?" „Asjeblief, meneer, ik rook in Spanje anders weinig, hè!" ,,'t Is koud buiten, Sinterklaas'n Glas punch De meid kwam al met het dampende glas aan zetten. Sinterklaas verdronk er zijn wereldsche zorgen in. „Dat hep gesmaakt, meneer! Nou, kindertjes, ik moet verderop. Nou zoet en gezeggelijk zijn, hoor! Ajuus, samen!" Bas legde nieuwe bezoeken af. Bij de vier be zoekers, die Hamme des middags geannonceerd had, waren er nog drie gekomen. Bas genoot. Overal feestvreugde, overal een gulle ontvangst, bewijzen van erkentelijkheid in klinkende munt en een glas op het afscheid.... en dat laatste was Bas' ongeluk.... allengs geraakte hij in een stemming, die hem de wereld deed zien, zoo goed, zoo goed.... zoo goed voor den armen tobber.... hij werd er aangedaan van en pinkte een traan weg. Gelukkig, dat z'n geschokte zenuwen eenigermate tot kalmte konden komen gedurende de laatste ritnog maar één Bas sloot de oogen, kreeg plotseling een lachbui en ging, echt jolig, met de banken in 't coupé'tje stuivertje wisselen. Hola, die malle mijter wilde ook meedoen. Bas had het land aan dien mijter, een woeste haat.... hij trapte 't ding in een hoek. Werd dan plots zeer melancholisch. Dat ding kon 't toch ook niet helpen, dat de baas zooveel geleden had.... komaan, hij zou 'em maar onder zijn arm nemen, dat ging best en ze waren er ook al. 't Rijtuig hield stil. Zoo, met zijn hoofddeksel wat onvast onder den arm, arriveerde hij ten huize van kolonel Van Stralen, Hu, 'n rare gang was dat, een vreemde, hellende gang.... Bas begreep niet, waarom die kleerenstandaard hem zoo'n val- schen opstopper moest verkoopen. „Kom maar hier, Sinterklaas!" een zware basstem noodigde hem uit, verder te komen. Toen kreeg Bas weer een gierende lachbui, maar eenmaal aangeland in de huiskamer, werd hij ernstig, zeer ernstig. Mevrouw had een ver bandje om een vinger en het maakte Bas kapot, een vrouw te zien lijden. Hij stapte met negatie van alle verdere aanwezigen, op mevrouw Van Stralen toe, veegde met zijn sleep een pièdestal mede, en liet zich op één knie neer. Meteen voelde hij een soort nijptang in zijn nek. Hij zag de kamer voor zich wegdraaien^ de gang schoof hem plotseling voorbij en het trot toir vloog tegen hem aan. Vlak bij zich hoorde hij een deur dichtvallen. Bas stond op en trachtte te ontdekken, welke van de drie deuren, die zich over hem heen bogen, het geweest kon zijn, maar hij werd in de oplossing van dit dilemma gestoord door een straatjongen, die hem zijn mijter overhandigde. „Asjeblief, Sinterklaas, je brandemmertje De arme Sinterklaas kwam na vele struike lingen op zijn beenen te staan en ging de koetsier had de vlucht genomen zijns weegs. De straatjongen had zich binnen tien seconden twee dozijn confrères geassumeerd, die een lijf wacht vormden en onmiddellijk als variatie op een bekend thema inzetten„Sinterklaas is dronken, Sinterklaas is vettotdat een verstan dige politieagent zich over Bas ontfermde. „Hij zal nou wel gauw thuiskomen," dacht zijn vrouw, op 't zelfde oogenblik, dat haar man de groote deur werd ingeloodsd. „We komen er op die manier heelemaal bovenop!" F. C. D. COOP. WONINGBOUWVEREENIGING „EIGEN WONING". Zooals onze lezers al uit eenige ingezonden stukken in ons blad gemerkt hebben, is er on- eenigheid tusschen een paar woningbouwver- eenigingen in onze gemeente, ontstaan naar aan leiding van het feit, dat de vereeniging „Eigen Woning" mede heeft getracht gronden te krij gen van het terrein, groot pl.m. 4 H.A., dat de gemeente onlangs aankocht met het doel er arbeiderswoningen op te laten bouwen. „Bloe- mendaal Noord" is van oordeel, dat zij op deze gronden de oudste rechten heeft. Nu wilde het geval, dat de voorzitter en de penningmeester van „Eigen Woning" wonen in een huis van „Bloemendaal Noord". Beiden hebben, zoo is medegedeeld op een vergadering die de Woningbouwvereeniging „Eigen Woning" de afgeloopen week hield, van het bestuur van i „Bloemendaal Noord" een verzoek gehad te be- j werken, dat „Eigen Woning" de aanvrage, ge daan aan de gemeente om een deel der gronden van de pl.m. 4 H.A. aan deze woningbouwver eeniging af te staan, zal intrekken, of af te treden als bestuursleden van „Eigen Woning". Daaraan werd toegevoegd, dat ze anders uit hun woning zouden gezet worden. Om dat laatste te ontgaan hebben de heeren W. D. van Uden en J. H. Mulder bedankt onder scheidenlijk als voorzitter en penningmeester van „Eigen Woning". Ter vergadering werd van onderscheidene zijden afkeuring geuit over het optreden van „Bloemendaal Noord". Het be sluit, dat de voorzitter en de penningmeester van „Eigen Woning" hadden genomen, kon ge billijkt worden. Nadat uitvoerige besprekingen hadden plaats gehad, kwam aan de orde een bestuursverkiezing. De verkiezing had tot resul taat, dat het bestuur thans als volgt is samen gesteld G. Geutskens, le voorzitter; J. van Dijk- hujjzen, 2e voorzitter; J. W. Kars, le seer.; J. G. Bronkhorst, 2e secr.G. J. Hissink, le penning meester; J. v. Ee, 2e penningmeester; W. van Wamel, techn. adviseur. Ten slotte werd nog de volgende motie met algemeene stemmen aangenomen: Bestuur en leden der Coöp. Woningbouwver. „Eigen Woning-", w.a. gevestigd te Bloemen daal, in ledenvergadering bijeen; protesteert ten sterkste tegen het optreden van het bestuur der Woningbouwver. „Bloemen daal Noord" tegenover de heeren W. D. van Uden en J. H. Mulder, resp. voorzitter en pen ningmeester der Coöp. Woningbouwvereeniging „Eigen Woning" w.a. te Bloemendaal, welke hen heeft gedreigd met uitzetting uit hun wo ning, tenzij door hen bewerkstelligd werd, de intrekking tot aanvrage van grond door „Eigen Woning" in de Schapenduinen, of als bestuurs lid van „Eigen Woning" af te treden; spreekt hare afkeuring uit over een dergelij ke handelwijze, welke zij in strijd acht met onzen democratischen tijd; besluit, deze motie ter kennis te brengen van 't Gemeentebestuur en van de Pers en gaat over tot de orde van den dag. KERSTFEEST EV. LUTHERSCHE GEMEENTE. In het Weekblad „Opbouw" vinden we bij zonderheden vermeld omtrent het Kerstfeest van de Zondagsschool der Ev. Luthersche Ge meente te Haarlem. We ontleenen er het vol gende aan: Ditmaal zal op het Kerstfeest, dat bepaald is op Maandag 23 December, in dubbel opzicht iets nieuws gegeven worden. In de eerste plaats wordt door de kinderen onder leiding van den heer D. Broekmeyer en met orgelbegeleiding van den heer P. J. Daudey eene Kerstcantate gezongen, tusschen de verschillende gedeelten waarvan het Kerstverhaal ingevlochten is, zoo dat verhaal en lied elkander afwisselen. Buitendien zal door een aantal catechisanten een kort en eenvoudig Kerstspel worden voor gedragen. Hierin worden het Kerstmannetje, de Kerstboom, de Kerstboomverlichting, de ver siering, de Kerstgeschenken en ten slotte het Evangelie voorgesteld en sprekend ingevoerd. Het stuk, voor deze gelegenheid in Hollandsche verzen vrij naar het Fransch bewerkt, is tot nu in ons land onbekend. HAARL. ASSOCIATIE VOOR LIJK BEZORGING. Onder voorzitterschap van den heer E. Kalk- veld vergaderde de Coöp. vereeniging „Haar- lemsche Associatie voor Lijkbezorging". I Uit de verslagen bleek, dat het aantal leden in het afgeloopen jaar met 538 is toegenomen en dat er 143 begrafenissen werden uitgevoerd. De exploitatierekening 1928/1929 wijst aan een totaalcijfer van 27.281.52i/2- De boeken van den penningmeester zijn door de kascommissie in orde bevonden. Naar aanleiding van een voorstel, gedaan door het Bestuur, werd besloten voor de dragers een I leeftijdsgrens van 65 jaar vast te stellen, met j uitzondering van de thans in dienst zijnde dragers. Besloten werd, dat de bestuursverkie zing, die op de agenda stond, daarvan zou afge- j voerd worden. Het volgende jaar heeft 'een I periodieke verkiezing van bestuursleden plaats. Tot zoolang zullen zitting blijven houden in het bestuur, de zes leden van het bestuur die hun mandaat ter beschikking hadden gesteld. CONCERT „ZANG EN VRIENDSCHAP". Wij lezen in het orgaan der Kon. Liedertafel „Zang en Vriendschap" omtrent het eerste con cert in dit seizoen te geven door den Haarlem- schen Liedertafel, het volgende: Ons eerste concert in het seizoen 19291930 zal den 20en December plaats vinden. Het is de eerste uitvoering, die onze Directeur, na zijn herstel, voor donateurs en kunstlievende leden geeft. Als soliste zal onze bekende stadgenoote, Mej. Annie Woud, medewerken. Zij zingt liederen van Schubert en van onzen Dirigent. Het koor zingt in het eerste deel Litanei van Schubert, een bewerking voor mannenkoor van den om zijn Schubertbewerkingen bekenden Franz Mair (1821'93), stichter en leider van den Weenschen Schubertbond. Het koor sluit het eerste deel af met Hermann Suter's „Dem Sonnengott", een vijfstemmig mannenkoor, dat door dezen bekenden Zwitserschen componist, die van 18701926 leefde, vervaardigd werd ter gelegenheid van het eeuwfeest van het Mannenkoor „Zürich". Dit geheel polyphonisch geschreven werk is nog nooit in Nederland uitgevoerd en stelt aan het koor buitengewone eischen. In het tweede deel van het programma wordt Roeske's opus „Groot is de Heer" uitgevoerd. Het is opnieuw ingestudeerd onder leiding van den heer Duvosel, die met zijn opvatting de schoonheden van het werk ongetwijfeld accentueeren zal. Als bijzonderheid laat de dirigent uitvoeren een tweezang van Jan Blockx (1851-1912), getiteld Milenka, die door de heeren Jan Hensen en Hoefman zal worden vertolkt en een quintet van hemzelf „Wereldwee", dat in 1914 door hem werd gecomponeerd, een muzikaal tafereel, waaraan behalve de dames Mevr. C. Veurman- Nienhuis en Mej. D. Blooker, de heeren Jan Hensen, P. de Lugt en M. Valent zullen mede werken. Mej. Woud vult deze nummers aan met liede- ren van den directeur, waarna het koor besluit met het „Lied des Storms", van Sem Dresden, hetwelk eenige jaren geleden hier zijn eerste uitvoering beleefde. Voorzeker een concert, dat de belangstelling waard is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 7