Garage „Aenfenhout"
WEIHNACHTSTOLLEN
- KERSTKRANSEN -
SPANERA
Haarlemsche Coöp. Diner-Verterging 1)1
Auto-Verhuurinrichting
CADILLAC-en STUDEBAKER
Banketbakkerij F. SCHMIDT
HAARLEMSCHE WIJNHANDEL
„ROYAL"
J. TULLENAAR
Sigarenmagazijn
Overveen"
INGEZONDEN.
PREDIKBEURTEN.
NIC. BEETSLAAN 7
FIAT
STALLING
BANDEN OLIE BENZINE
Mr. Cornelisstraat hoek Santpoorterstraat
KRUISWEG 15 - TELEFOON 11416
De Kerstgans
doen slaken, in aansluiting aan de opstandige
■revoelens van zijn broer den scharesliep; het
"tuk en de door Verkade geregisseerde opvoering
hebben nu hier en daar zelfs iets sentimenteels,
maai' dit geldt niet voor de hoofdfiguur zelf,
noch voor Sien, de voortreffelijke, kittige fa
brieksmeid (Hetty Beek) en natuurlijk ook niet
vyor Lammersen, de „lollige" waschbaas
Willem Hunsche).
Wij hebben de ouders van Georgette Hage-
doorn, die de hoofdrol volstrekt af, duidelijk,
inet volkomen begrip van haar rol, beheerscht
„n toch met naieve natuurlijkheid speelde, daar
mede geluk gewenscht. Of zij ook zelve daarmee
geluk te wenschen is? Dat is zeer de vraag.
Wanneer wij eindelijk het ééne groote Neder-
landsche tooneelgezelschap krijgen, waaraan
zoozeer behoefte bestaat, weten wij nu, welke
twee daaraan béhooren verbonden te worden
voor jongensrollen als deze en die van l'Aiglon
Merijntje. Maar heeft, als dit niet gebeurt,
de jonge tooneelspeelster of -speler in ons dorre
iand toekomst? Onder toekomst verstaan wij
gelegenheid om, alleen in rollen van beteekenis
en alleen in stukken van beteekenis, eigen inner-
te ontwikkelen? Het schijnt twijfelachtig.
Wij Nederlanders zijn op literair- en tooneel-
jebied nog zeer onartistiek.
Een afzonderlijk woord van lof komt toe aan
Hans van Meerten. In de rol van de Zwaan
heeft hij, zoowel wat dictie als wat acrobatie
oetreft, groote dingen volbracht. Dit blijkt wel
hieruit, dat, terwijl bfj de voorstelling de onder
kant van den snavel van de sprekende zwaan
was weggelaten, wat de illusie verstoorde, in
onze herinnering een levende en sprekende wer-
üjke vogel is blijven hangen. Het décor was,
zooals we van het gezelschap van Verkade en
v'erbeek gewend zijn, goed verzorgd. Is Richard
Flinck een pseudoniem voor Verkade zelf Alles
bijeen genomen een voorstelling om zeer dank-
ar voor te zijn en die, evenals Op Hoop van
gen en Allerzielen, ongetwijfeld vele herha
ngen beleven zal.
Wat nu nog van het Schouwtooneel, met Jan
busch in „Elias weet het beter", te zeggen? De
nidsschouwburg was weer tjokvol. Het publiek
lichte zoowel om niets als om iets. Men kwam
uu eenmaal om te lachen. Het was ook leuk, een
Klucht, een gijn, bijna van begin tot eind. Musch
was zooals hij is; als hij wil laat hij de menschen
.heen al lachen om het malle knippen en trek-
n van zijn oogleden. Ko van Dijk was een
Hirtreffelijke speculant-bankier. Elias, kom
tug! (Maar wilt u aan de eenige dame in het
ak dan vragen, het witte voorhoofd-gaas van
war overigens best passende pruik lichtelijk te
verven?)
EEN VERVULDE WENSCH.
Wat ik niet had durven hopen, is toch ge-
urd: de wensch, in de „Zondagsbode" door mij
uitgesproken en door de Redactie van het
ioemendaalsch Weekblad zoo vriendelijk over
genomen, is vervuld. Ik kreeg inderdaad een
telefoontje, dat er een piano voor ons Jeugdhuis
ter mijner beschikking was.
A.s. Zaterdag bij de officiëele opening hopen
wij dit instrument reeds te kunnen inwijden bij
den zang van Mej. Joh. Reeser.
De heer B. M. A. C., die deze beau geste
maakte, houde zich overtuigd van onze gróóte
erkentelijkheid. Soms is een beetje brutaliteit
toch wel goed. VAN DIJK.
Pastorie Bloemendaal, 17 Dec. 1929.
Zondag 22 December.
NED. HEHV. KERK te Bloemendaal
Voorin. 10 uur: Ds. J. C. van Dijk.
Woensdag 25 December (1ste Kerstdag).
Voorm. 10 uur: Ds. J. C. van Dijk.
Koorzang. Collecte voor Kinderzorg.
Donderdag 26 December (2de Kerstdag).
Voorm. 10 uur: Ds. C. M. Briët van Heemstede.
Zondag 22 December.
JEUGDDIENST IN MARANATHA.
Voorm. 10 uur: de Heer C. Tabak, A'dam.
Zondag 22 December.
OVERVEEN
Vooim. 10 uur: de Heer K. Koopman.
Woensdag 25 December (1ste Kerstdag).
Voorm. 10 uur: Ds. G. C. Postma, Overveen.
Zondag 22 December.
GEREF. KERK ie Bloemendaal
Voorm. 10 uur: Ds. Joh. C. Brussaard.
Nam. 5 uur: Ds. Joh. C Brussaard.
Woensdag 25 December (1ste Kerstdag).
Voorm. 10 uur: Ds. Joh. C. Brussaard.
Donderdag 26 December (2de Kerstdag).
Nam. 5 uur: dezelfde.
Woensdag 25 December (1ste Kerstdag).
Voorm. 10 uur: Prof. Dr. G. A. van den Bergh
van Eysinga, „Naar Bethlehem"! (Lk. 2: I4wi).
Met medewerking van het zangkoor.
Collecte voor Noodlijdende Kerken en Personen.
Donderdag 26 December (2de Kerstdag).
Nam. 5 uur: Kerstboom in de Kerk.
Zondag 22 December.
NED. HERV. EVANGELISATIE te Santpoort.
Voorm. 10 uur: Ds. M. G. Blauw van Haarlem-
Noord.
Woensdag 25 December (1ste Kerstdag).
Voorm. 10 uur: Ds. L. D. Poot van Haarlem,
(Coöperatieve Keuken)
BAKENESSERGRACHT 27
Telefoon 14393
Gebruik van alleen prima grondstoffen en
alleen natuurboter.
Voor verbruikers steeds vrijen toegang tot
bedrijf en magazijnen.
Dinerprijs f 0.87, soep of toespijs f 0.15 extra.
Omzet jaarlijks plm. 80.000 diners.
Geen verplicht dagelijksch gebruik.
Uitgebreide diners naar elk gewenscht menu.
Bijzondere schotels in eiken prijs. Vraagt onze prospectus eensl
Zondag 22 December.
NED. PROTESTANTENBOND te Bloemendaal.
Voorm. 10'/2 uur: Geen dienst.
Woensdag 25 December (1ste Kerstdag).
Voorm. 101/2 uurProf. R. Casimir,'s-Gravenhage.
DE VRIJE KATHOLIEKE KERK,
Popellaan, Kinheimpark, Bloemendaal
Zondag 22 Decern lier.
10.30 uur v.m.: Gezongen H. Mis,
In den nacht van 24 op 25 Dec. om 12 uur:
Gezongen H. Mis.
Donderdag 26 December.
10.30 uur voorm.: Gezongen H. Mis.
Zondag 22 December.
RELIGIEUZE KRING AERDENHOUT'.
Voorm. 101/2 uur: Geen dienst.
Woensdag 25 December (1ste Kerstdag).
Voorm. 10x/2 uur: Ds.'J. van der Pot. Dir. Lees
kabinet, Rotterdam.
Zondag 22 December.
NED. HERV. KERK te Santpoort
Voorm. 10 uur: Prof. Dr. G. A, van den Bergh
van Eysinga, ..De Boodschap van den Vrede"
(Nah, 1 15).
EN
ZIJN HET ALLERFIJNST BIJ
ZIJLWEG 10 OVERVEEN
Tel. 14720
Telefoon 26416 en 26189
EERSTE KLAS
VAN
AUTOMOBIELEN
Voor lange afstanden speciale tarieven
TELEFOON 14716
Prima KERSTKRANSJES, KERST
KLOK gevuld met slagroom,
WEIHNACHTSTOLLEN, CHOCO
LADE en SCHUIM KRANSJES
Zijlweg 6
Telef. 10274
iets aparts!
No. 1 No. 2
,1/1 V.fl. 1/1 Vefl.
PUNCH3.00 1.50 2.50 1.30
CITROEN PUNCH. 3 00 1.50 2.50 1.30
RUM3.25 1.70 2.60 1.35
ADVOCAAT2.50 1.30 2.00 1.05
DIVERSE ANTIKELEN. 3.25 1.65 2.75 1.40
COGNAC3.00 1.55 2.50 1.35
COGNAC VIEUX 5.00 2.50 3.50 1.80
VOORBURG2.25 1.20 2.10 1.10
WHISKY, BUITEN LAN DSCHE LIKEUREN,
GIN'S, BITTERS, WIJNEN, MARTEL, HEN-
NESY COGNAC, ENZ.
ZEER OUDE JENEVER „ROYAL" p. L. 2.75
1j.i L. 1.40, per maatje 28 cent.
DOOR
H. G. CANNEGIETER.
(Nadruk verboden.)
Er zijn menschen, die maar niet warm kunnen
.volden, hoezeer zij er hun best voor doen. Een
iwendige kou staat alle maatregelen van buiten
'ij hen in den weg. De felste zomerzon noch de
u-etst gestookte kachel hebben vat op hun
temperatuur.
Men verwijt deze menschen hun koelheid; men
Moest ze liever beklagen. Want zelf lijden zij
et meest onder hun kwaal. En wat zullen ze er
tegen doen?
Inzonderheid wanneer heel de wereld zich in
warmte koestert, verdriet hen de blakende weel
derigheid om hen heen. Men denkt in de Kerst
dagen te uitsluitend aan de bevoorrechten, die
het genot van liefde en vroolijkheid smaken,
en laat zich zijn kerstvreugde niet vergallen door
zich te verdiepen in den gemoedstoestand van
de nurksen en isegrimmen.
Een nurks of een isegrim was Gerard van Polen
eigenlijk niet. Integendeel, hij stond bij zijn
omgeving als een joviale oude vrijer te boek.
Wel was hij, als alle oude vrijers, een zonderling,
maar hij had, naar men meende, een goed hart
en een opgeruimde natuur. Voor zijn neven en
nichtjes was hij een voorbeeldige oomvoor zijn
vrienden een hartelijk kameraad. Zou zoo iemand
geen Kerstmis vieren?
Helaas, Gerard van Polen gelukte het niet.
Hij had het al veertig jaar geprobeerd. Maar
slechts één ding had hij met zware inspanning
bereiktniemand had zijn zwartgalligheid ooit be
merkt. Voor de wereld was hij een allerpleizierigst
Kerstvierder gebleven. Maar wanneer iemand
zijn innerlijke gedachten had kunnen raden
Ook dit jaar liep Gerard van Polen weer met
een triest hart langs de versierde straten. Hij
meesmuilde om de veelkleurige uitstallingen. Zelfs
de slagers hadden hun worsten en fricandeaux
met kerstrozen en stichtelijke spreuken gelardeerd.
Het was het toppunt van zotheid; het was het
heidendom in zijn banaalste gedaante.
Ontzettende eenzaamheid beklemde Gerard van
Polen te midden der menschenmenigte. Alle
gezichten gloeiden als hulstbessen; alle armen
stonden krom van de feestpakketten, welke zij
hielden omkneld; alle rompen puilden uit van
geschenken en alle beenen tippelden in een pittig
marsch-rhythme over het plaveisel.
Winkel-in winkel-uit zwermden als bijen de
bontmanteltjes boven de kousebeenjtes; vroolijk
gonsden de stemmen der bedrijvige klanten en
schel klonken de juichkreten van aan de hand
meedribbelende kleuters. En, in den schemerigen
mist, waardoor de straatlantaarns en de flon
kerende uitstallingen gloorden, bulkten de claxons
en tjingelden de trams, overbevracht met feest
vierende vacantie-gangers.
„Wat hebben ze met hun drukte vóór?",
mijmerde de eenzame man. ,,En toch gaf ik wat,
kon ik genieten als zij."
Hij beproefde 't, oprecht. Hij trachtte in de
stemming te komen, om den aanblik feestelijk te
vinden. Maar het eeuwige rood en groen prikkelde
hem. „Waarom deze kwasi-mystiek Welk een
wansmaak in deze grove tegenstelling van kleuren
Bedenk eens wat anders, wat fijners! Iets, wat
werkelijk samenhang openbaart met de Kerst
gedachte. Maar wie kan iets van christelijke sfeer
ontdekken in deze opzichtige koopmanschap
Waar zijn de wijzen, die het kindje huldigen met
goud, wierook en myrrhe? Wij huldigen het met
negotie en nering. Waar zijn de herders, die met
hun schapen in eerbied den stal naderen, voor
zichtig het hoofd nijgend bij den aanblik van den
slapenden kleine? Wij slachten onze schapen tot
Kerstbouten!"
Aldus mijmerde Gerard van Polen. Hij voelde
den weerzin weer opkomen, de noodwendige
drang tot verzet, welke hem steeds plaagde, bij
elke gelegenheid, waarhij menschen in geestdrift
of tot vreugde geraakten. En hij besefte, dat de
fout lag bij hèm en niet aan de menschen. Ook
nu weer wou hij als een held den strijd aanbinden
tegen zijn weerbarstig humeur. Hij wóu Kerstmis
mooi vinden, hoe en waarom dan ook. Er zou
ergens wel een motief zijn te vinden, dat de
gevoelige plek in zijn hart trof.
In zijn piekerende stemming botste hij tegen
een heer. De heer was dik en kortaangebonden
en zeulde een kerstboompje mee, dat door den
schok kapseisde. De heer slaakte een vloek.
Gerard van Polen vloekte terug. Ondanks zijn
heldhaftig voornemen ontstak hij in drift.
„Kijk voor je uit, ongeluk!", beet hij den
heer toe.
Deze, die geen tijd met standjes scheen te
Willen verliezen, sjorde zijn Kerstboom weer in
de positie, wierp een woedenden blik op zijn
aanrander en vervolgde met bedrijvige passen
zijn weg. In een oogwenk was hij in de menigte
verloren.
Wrevelig sjokte Gerard van Polen voort.
Waarom was hij niet thuis gebleven, rustig met
zijn thee en zijn sigaar op zijn kamer, waar boeken
hem met geest en wijsheid omgaven en menschen
hem niet met hun dwaasheid hinderden. O ja,
dat was waar: hij was op stap gegaan juist met
het prijselijke voornemen, zijn trieste natuur te
tarten, zich te werpen in den maalstroom der
vreugd, zich te laten aansteken door de algemeene
gezelligheid en dan, als hij goed op dreef was,
cadeautjes te lcoopen voor de levenslustige jeugd,
die hem aansprak met oom.
Een prachtige opgave, een buitengewone kans!
Voor ieder had hij een taak: Willem, de tobber,
die als ambtenaar een schraal bestaan voort
sleepte met vrouw en vier kinderen, gaf reeds
dadelijk een half dozijn puzzle's op te lossen.
Dan Marie, de ongetrouwd gebleven nicht, die
als juffrouw van gezelschap ook al geen bijster
fleurig leven had. En Anton, de student, die
steeds krap zat. En de hospita, die ook heel goed
een Kerstgeschenk kon gebruiken. En het zielige
oude echtpaar, dat boven hem woonde. Dat waren
tien boodschappen, tien slijpsteenen voor zijn
vernuft, tien afleidingen voor zijn egocentrische
somberheid.
Zonder moed, maar met de vastberaden koppig
heid, hem eigen, was hij zijn tocht begonnen.
Doch, helaas, het was een hopelooze strijd. Om
te winkelen moet men in een zonnig humeur zijn.
Wie met een landerig gemoed aan 't winkelen
gaat, heeft de slag bij voorbaat verloren.
Urenlang drentelde Gerard van Polen in 't waren
huis rond, maar hij vond niets, wat geschikt leek
voor een oorspronkelijk idee. Niets dan banali
teiten. En liever niets, dan zich er af te maken
met den aschbak, het bonbonschaaltje of den
sigarenkoker, die je in alle winkels voor 't raam
ziet. Als hij wat gaf, moest het iets persoonlijks
zijn, een aardige verrassing, welke van geest en
belangstelling getuigde. Alleen liefde weet dat
bizondere te vinden. En liefde ontbrak hem, en
hij kon haar niet leeren, hoe goed zijn bedoeling,
hoe vastberaden zijn voornemen was.
Een paar winkelmeisjes hadden achter zijn rug
om zijn onhandig optreden gegiegeld. Het had
zijn verdrietigheid tot het uiterste gevoerd. Met
moeite bedwong hij in zijn geprikkelde stemming
zijn vuisten, toen hij, in 't gedrang van de koop
lustige schare vastgeloopen, hèr noch dèr kon en
zich in den voetje voor voetje voortsukkelenden
stroom naar den uitgang moest laten dringen.
En nu liep hij nogmaals op straat. Hoelang
klungelde hij nu al vruchteloos rond En al maar
groen en rood licht, als ware de straat in een
groteske seininrichting veranderd. Vervloekt, al
dat dennengedoe en dat vloeipapier. Wat een
rommel, wat een kosten voor deze massale ver
dwazing.
Een hoonende grijns trok om Gerard van Polen's
mond. Dit was wel het toppunt van zotheid!
Hij stond voor de uitstalling van een poelier.
Daar lagen risten geslachte ganzen!
De ontzielde koppen, afgezakt bungelend tegen
de ontveerde lijven, schenen een aanklacht tegen
de Christenheid. De halfgeloken doode oogen
loensten naar den feestelijken tooi van roode
linten en sparrengroen. Het was ook wel een
verbazingwekkende tegenstrijdigheid: vreugde om
een kindje en massa-moord! Met hun leven
bekostigden milliard en tierige vogels dit kosmische
doopmaal. Zij vierden Kerstmis op de slachtbank.
En de zwaarmoedige toeschouwer dacht aan
al dit gestorte bloed; hij zag de ganzen, kalkoenen,
speenvarkens, konijnen en duiven, die, opzettelijk
voor dit feest van algemeene liefde toebereid,
heden werden geëxecuteerd.
„Vrede op aarde en in menschen welbehagen!"
In menschen, ja, maar ook in de dieren Dit
welbehagen was wèl van een kannibalistische
soort
jfe Gerard van Polen kwam op de dolzinnige
gedachte, hoe de menschen het zouden opvatten,
wanneer de dieren op hun beurt God in den
Hemel eere brachten en de geboorte van het
Kerstlammetje vierden door elkander op een
massa-banket van vetgemeste menschen te ont
halen. En toch zou dit ten opzichte van het
universeele Leven in principe hetzelfde wezen.
„Maar", mompelde hij, „wat zou het Kerstfeest
zonder kerstganzen zijn? Het schijnt nu eenmaal
zoo ingesteld, dat er wezens moeten bestaan,
die louter dienen om als slachtoffer het feest
mee te maken. Zij vieren niet zélf feest, maar
maken het feest mogelijk voor anderen. Dat is
hun sinistere bestemming."
Zijn gelaat lichtte op. Als had hij plotseling de
oplossing van het kwellend probleem gevonden.
„Als ook ik eens tot die Kerstganzen behoorde
bepeinsde hij.
Ja, waarlijk, Kerstgans te zijn, dat was zijn
taak op dit feest. Hij zou zich laten slachten om
anderen vroolijk te maken. Het was 't eenige
wat hij kon doen, om zijn welgezindheid jegens
het Christuskind te betoonen. Maar het was een
noodzakelijke functie in het geheel der dingen.
Een Kerstgans heeft geen benul van het feest,
geniet niet, voelt niet, en is toch het middelpunt
van de partij. Men kan zonder haar niets beginnen.
Gerard van Polen ijlde naar huis. Onderweg in
een .winkel had hij tien plakken chocola gekocht,
allemaal eender. Nu was hij bezig, ze in te pakken.
Met rappe hand wikkelde hij elke plak in een
bankbiljet, die voor de grooten in een van honderd,
die voor de kleinen in een van tien. Hij adresseerde
ze en liet ze door een vertrouwden kruier bezorgen.
Hij had aan dit doel zijn heele spaarbankboekje
besteed.
„Ziezoo, nu heb ik mijn deel gedaan!", zei hij,
voor het eerst sinds veertien dagen tevreden
over zichzelf.
Toen zijn oomzegger, de ambtenaar met de
vrouw en vier kinderen, hem op het Kerstmaal
genoodigd had, waar ook de overige neven en
nichten waren verzameld, was oom Gerard wer
kelijk het middelpunt van het feest. Zijn neven
dronken hem toe en zijn nichtjes knuffelden hem.
Hij werd omlaaid door hartelijkheid en gekoesterd
in liefde. Maar het deed hem allemaal niets. Hoe
hij zijn best deed, hij bleef koud en onaangedaan.
De Kerstgans troonde op tafel, pralend in
zijn goudgeel geroosterde huid.
Weemoedig glimlachend keek oom Gerard naar
het dampend pièce de milieu.
„Gebakken in vreugde, gebraden in feestelijk
heid, gestoofd in het vuur van de liefde, maar
zélf bemerkt zij het niet," overdacht hij. „Zij ver
schaft de blijdschap, welke het haar ontzegd is zelf
te bereiken. Dat is haar roeping, de Kerstgans."
„Wel Oom, wat zegt u van zóó'n gedierte?!",
riep geestdriftig een van de nichtjes.
„Dat beestje en ik, wij kennen elkaar!",
antwoordde Oom. En hij keek daarbij zoo glunder,
dat iedereen lachtte om dit zonderling gezegde,
net iets voor Oom, die hartelijke, joviale, vroolijke
vrijgezel