1 KUNSTKALENDER. BON A. G. POST - WAGENMAKER De blinde op de brug. Nadruk verboden INGEZONDEN PREDIKBEURTEN. Tïjne Meiange Beter Hoogste peicentage TtoemOotel SO -70-05en 60 ets.p.pond Kteveipalk 7ët. 70180 Tegen inlevering van onderstaanden bon stellen wij voor onze lezers een fraaien KUNSTKALENDER beschikbaar. Er is slechts een beperkt aantal ter beschikking. De prijs is vastgesteld op f 0.30, afgehaald aan ons bureau. Voor bezorging wordt f 0.05 berekend. ADMINISTRATIE „HET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD". VOOR 1 KUNSTKALENDER, prijs f 0.30. I. VAN VESSEM's Luxe Brood- en Banketbakkerij Voor den OUDEJAARSAVOND bieden wij U aan; OUDE.JAARSSCHETS DOOR H. G. CANNEGIETER. Steven stond vast in zijn schoenen. Hij kende de wereld en was wars van sentimentaliteit. Plichtsgetrouw deed hij zijn werk op het bureau v de spoorwegen en hij wilde, dat ieder ander >lLt jne even plichtsgetrouw zou verrichten. Zijn dug was ingedeeld naar het spoorboekje en zijn werkzaamheden kwamen en gingen met de regelmaat van de treinen. Nooit was hij een minuut te laat bij zijn vrouw aan den maaltijd en hij eischte van haar ook, dat deze prompt om zes uur beginnen zou. Er was voor Steven geen moeilijker tijd dan de dagen, waarop hij vacantie had. Dan liep hij stuurloos rond als een stationchef, wiens dienst- regeling door een spoorwegongeluk in de war is geraakt. Met den Oudejaarsdag had zijn vrouw hem des middags maar de stad ingestuurd, omdat hij thuis met zijn ongedurig gedraai haar nerveus maakte en zij toch al haar zelfbeheersching reeds noodig had voor de voorbereiding van het Oudejaarsavondpartijtje. Ze had vandaag geen gelegenheid, een behoorlijk middagmaal klaar te maken en daarom moest haar man maar ergens in de stad gaan eten. higezellig 1 Nu, vanavond zou hij zijn schade an gezelligheid wel inhalen: dan kwamen zijn beide kinderen thuis, zijn dochter met haar man n zijn zoon met zijn meisje en bovendien nog een paar broers van zijn vrouw met hun familie. Voor zoo'n groote partij moest vandaag alles wijken. Steven had rondgeslenterd infden druilerigen gen en zich geërgerd aan alles en nog wat. Wat was het verkeer onhandig geregeld en wat zorgde de reinigingsdienst slecht voor de straten. En dan al die malle menschen met hun Ouderjaars- vondgezichten nu reeds op klaarlichten dag. Klaarlichten dag! het leek er nog al op met dezen mieserigen regen. Het meest ergerden Steven de bedelaars. Het was, of er vandaag geen politie bestond. Ze (.henen vrij spel te hebben; je struikelde over die ongure typen met één arm of met één been of met heelemaal geen beenen tusschen hun .rukken. Je verging van 't gekras van viool spelers, 't gedrens van barmonicamannen en 't geteem van met liedjes ventende vrouwen. Wat een janboel was 't in de stad! liet een kwaad humeur stapte Steven de tram ut om in een lunchroom zijn maal te gaan nemen. Daar zat er waarempel al weer zoo'n vent op cle brug. Steven werd woedend om die huichelachtige, 'oetsappige tronie, die al maar mummelde en met oogen draaide, als een vriendelijkheids-mecha niek. Zou je zoo'n kerel niet! Wat een karakterloos heid kweekte toch dat stompzinnige geven. GEDENK DEN BLINDE stond op het bordje, dat hij aan een riem voor zijn borst had hangen. Hoe kon de politie zoo'n uitstalling van akeligheid toelaten; waarom stopten ze zoo'n vent niet in het blinden-instituutdaar waren toch die instellingen voor Maar natuurlijk, de vent zou niet willen; hij had het zoo beter, nu hij speculeerde op de sen timentaliteit van het straatpubliek. Zijn vieze pet stond bol van de dubbeltjes. Juist liet met vroom gebaar een vrouw weer een geldstukje in de pet vallen. Het vriendelijk- eids-apparaat neeg automatisch. Bah, wat een walgelijke vertooning Steven passeerde toevallig rakelings de vrouw, terwijl zij haar barmhartige daad verrichtte. .Waarom doet u dat?!", beet hij haar toe. Hij schrok, zoodra 't woord er uit was. 't Ontviel hem, zonder dat hij 't eigenlijk zelf wilde of wist. ,,Doe ik daar soms verkeerd aan?", vroeg de vrouw, even bits, terug. ,,Göèd in elk geval niet!", snauwde Steven. Hij keek de vrouw in 't gezicht. Deze keek ook hem aan en verrast schoot ze m den lach. Steven, ben jij het?!" Het was een kennis van hem en zijn vrouw. Anna was onderwijzeres aan een armenschool en kwam af en toe wel eens een avondje praten. ..Dat is ook toevallig!", zei Anna nog eens. „Van jou had ik zooiets niet verwacht," bromde Steven, zelfs door deze verrassing niet uit het veld geslagen. „Leg me nou eens uit: wat beweegt je eigenlijk er toe, zoo'n vent geld te geven en daarmee de bedelarij aan te moedigen." Uit Anna's gezicht verdween onmiddellijk de lach. „Dat weet ik niet," stamelde ze, strak. „In elk geval deed ik het niet om hèm. Misschien deed ik het meer om mezelf „Uit behoefte, je sentimentaliteit te bevredigen. Het is zaliger te geven dan te ontvangen, bedoel je. Ja-ja, ik begrijp jede heerlijkheid van het weldoen!" Anna's gezicht klaarde weer op. „Je kunt wel gelijk hebben," zei ze. „Het is niet prettig, als je op Oudejaar niemand hebt om goed voor te zijn. Jij hebt je gezin, je kinderen. Ik heb niemand. Niemand dan deze blinde." Steven voelde zich onzeker. „Daaraan had ik niet gedacht," mompelde hij, toeschietelijker reeds. „Ja, je bent eenzaam zoo'n avond. Maar kom met me mee, dan eten we samen. Mijn vrouw kan me vandaag thuis niet gebruiken. En als je lust hebt, kun je van avond mee van de partij zijn. Mijn kinderen komen, elk met zijn wederhelft, en de broers van mijn vrouw, 't Zal een gezellig Oudejaar worden. Doe mee, Anna, je weet, dat je hartelijk welkom bent." „Samen eten, goed," antwoordde Anna. „Als ik je daarmee een pleizier doe Maar vanavond, nee, hoe vriendelijk ik het van je vind, daarvan kan niet komen." „En je klaagt over je eenzaamheid. Ben je dan liever vanavond alleen?" „Ik bèn niet alleen. Ik houd Oudejaarsavond met, schrik niet Steven! met den blinde!" „Wat vertel je me nou? Met den blinde? Met die vieze vent van de brug?" „Een vieze vent is het niet. Heb je hem wel goed aangekeken Beschrijf me hem eens. Je bent altijd zoo secuur." „Wat wil je toch Je praat zoo vreemd. Ik begrijp er geen steek van. Maar goed dan. Ja, ik heb dien blinde met bizondere belangstelling geobserveerd. Zijn gezicht trof mij juist omdat hij geen gezicht had. Een karakterlooze tronie, zooals zuigelingen ze hebben. Maar dan een zui geling met rimpels en grijs haar. Zoetsappig - vriendelijk mummelmondje, maar tegelijk met een valschen, dreigenden grijns. En dan die oogen zonder licht! Dat flauwe, mistige, nietszeggende wezen. En die dorre, vragende hand Ja, nu merk ik tochdat die blinde op de brug indruk op mij gemaakt heeft, dat hij mij geprikkeld heeft door het ondoorgrondelijke van zijn uiterlijk En met dien man wou je Oudejaarsavond vieren? Ken je hem dan?" „Evenmin als jij hem kent. Ik zie hem vandaag voor het eerst. Maar ook op mij heeft hij indruk gemaakt. Weet je aan wie hij mij onmiddellijk deed denken? Het is Sylvester in eigen persoon!" „Je droomt, Anna. Houd me niet voor den mal. Laten we liever hier binnen gaan om te eten." Ze bestelden een maaltijd in de met Kerstgroen en lichtjes versierde lunchroom. Een radio-strijkje speelde een potpourri van Kerstliederen. Maar bet tweetal gasten kwam niet in de ware feest stemming. Peinzend kruimelden ze hun brood en zwijgend lepelden ze hun soep. Eindelijk hervatte Steven het gesprek. „Benijd je me niet, Anna, om den gezelligen kring, die me thuis straks wacht?" „Er wacht mij meer!", antwoordde ze ernstig. „Mij wacht straks de blinde." „Begin je weer over die blinde?!" „Zooals jij begint over je gezelschap. Jij vroeg daarstraks op de brug, wat mij toch bewoog, iets aan dien blinde te geven. Toen wist ik het niet. Maar nu ben ik er over gaan nadenken." „Was het toch sentimentaliteit?" „Als je 't zoo noemen wilt. Zie je: die blinde, dat is heel die duistere, onbekende wereld, waarvan jij in je gezellig verlichte huiskamer geen tipje te zien krijgt. Toen ik dien blinde wat gaf, was 't me, alsof ik iets deed, een kleinigheid maar, voor die grauwe, naamlooze massa, die als een zwarte zee van ellende onze vroolijk versierde huizen op Oudejaarsavond omspoelt Zeker, ik deed verkeerd met op die wijze de bedelarij aan te moedigen, maar ik dacht niet aan bede larij. Die blinde leek een symbool „Maar waarom juist die blinde? Waarom geen van al die andere bedelaars?" „Is 't ook jou niet, Steven, of je op Oude jaarsdag sympathie juist met blinden voelt? Zijn we zelf geen blinden op Oudejaarsdag Als die hulpelooze man turen ook wij heden in 't duister vooruit, strekken ook wij onze tastende handen uit. Wat zal óns in den schoot vallen?" „Anna, je bent altijd een bizondere geweest. Maar nu wou ik toch, dat je ophield met je gefantaseer!" „Jij houdt niet van het spel met den blinde, hé Ik begrijp het, Steven. Zoo zijn er zoovelen van avond. Ze sluiten zich op in hun veilig huis; ze omringen zich met luidruchtig gezelschap; ze steken alle kronen en kandelaars aan. Licht, licht, zooveel' mogelijk licht! Ze willen het donker daarbuiten vergeten Ze willen niet denken aan dien blinden bedelaar op de brug met zijn nietszeggend gezicht en zijn vragende hand. Is 't zoo niet, Steven? „Je raakt aan 't malen daar op je eenzame kamer, 't Zou goed zijn, als je mijn invitatie maar aannam. Wé krijgen bisschop met appel beignets. Mijn vrouw bakt ze zelf „Maak me niets wijs, Steven. Ik merk, dat ook jij in je hart niet ongevoelig bent voor den bedelaar op de brug. Je bent een man van stiptheid en orde. Je meet je weg uit, je deelt je tijd in. En daarom hindert je het gezicht van dien blinde. Hij ziet niet vooruit; hij ziet heelemaal niet. Hij weet niet wat hem wacht en hij moet maar wachten. Hij strekt de hand uit en heeft geen vermoeden van wat men hem toewerpt. Ik begrijp, dat je je aan hem ergert. Het prikkelt je, dat hij daar met een vleiend vriendelijk gelaat zit, terwijl jij Jij bent ook blind op Oudejaars avond, Steven; je moet ook met de oogen dicht de hand ophouden. Maar jij kunt dit niet rustig en vriendelijk doen, want het vloekt tegen je natuur, die een afgepast plan en een helder vooruitzicht eischt. Het maakt je zenuwachtig, dit tasten in het duister. Dit is niets voor een man van de klok, die al uit zijn humeur raakt, als hij één dag in het jaar zijn geregelden maaltijd mist. Wees blij, dat je tenminste in mij nog ge zelschap gevonden hebt, Steven, om je tegen den blinde te beschermen." „Je bent nog al gezellig met je luguber gepraat „Maar nu is mijn taak voorbij, want je vrouw wacht je thuis met de gasten. Ga naar huis, Steven, steek alle lichten aan. vier vroolijk Oudejaarsavond en maak morgen met je bekende stiptheid je begrooting en je program op voor 't nieuwe jaar. Ik moet je verlaten, want de blinde, met wien ik Oudejaarsavond zal vieren, wacht mijde blinde, die jij vreest, maar die ook jij niet ont- loopen zult RECHTSZAKEN. Mr. D. S. van Embden, oud-advocaat te 's-Gravenhage pleit in „De Telegraaf" van 21 dezer voor invoering hier te lande van het sedert 1887 in België ingevoerd Concordat préventif de la faillite, een gerechtelijk dwangakkoord om faillissement te voorkomen. Het ware billijk ge weest indien Mr. v. E. herinnerd had aan de vergeefsche pogingen van wijlen Mr. J. A. Levy, destijds advocaat te Amsterdam en lid dei- Tweede Kamer, die bij de behandeling der tegen woordige faillissementswet krachtig gevochten heeft voor de opneming van een soortgelijk in stituut in deze wet. We geven hierboven het portret van den sedert de opneming al weer iets ouder geworden kunstschilder Wenckebach, den duin- en bloe menvriend van Dr. Jac. P. Thijsse, den man, die misschien het best van alle Nederlandsche schilders het Hollandsche duin in zijn zoowel intieme als monumentale schoonheid heeft weer gegeven. Wij schreven reeds in ons nummer van 80 November over de expositie zijner schilde rijen bij de fa. Fetter, J. S. Fetter Co., Wete ringschans 79. 12 Jan. a.s. wordt Wenckebach 70 jaar. De tentoonstelling, waarop wij terug- 70 jaar. Op deze tentoonstelling komen wij terug. DE SPOORWEG-OVERGANG IN DE KLEVERLAAN EN EEN ZIJPAADJE. Toen ik Maandagochtend 1.1. den toegangsweg naar het Kinheimpark overstak, en het voet paadje bereikte, dat van het einde van het trot toir van het Park tot aan de spoorboomen strekt en waaraan nooit iets wordt gedaan om het in bruikbaren staat te houden, vond ik den toestand al slechter dan ooit; door de vele regens der laatste dagen waren de kuilen drassig en tot overmaat van ramp lagen er drie steenen des aanstoots (witte metselsteenen)die gelukkig door hun kleur in het oog vielen. Dat korte paadje 5 bij 1 M.), is een vluchtheuvel voor voetgangers en het bevreemdt mij steeds, dat er niet wordt geprotesteerd tegen den ergerlijken toestand door bewoners van het Park, die per tram uit Haarlem komende en aan de halte vóór den Spoorweg uitgestapt, eerst den door auto's en fietsen en hobbelige bestra ting zeer gevaarlijken Spoorwegovergang moe ten betreden en als ze dan het bedoelde paadje bereikt hebben, nog zoo slecht terecht komen. B. en W. van Bloemendaal komen hier nooit, of het moest zijn dat ze per auto passeeren. Het raadslid Cassée heeft sinds eenigen tijd in iedere raadszitting aangedrongen op verbete ring, totdat hem gezegd is, dat het wachten is op de Spoorwegdirectie en heeft daarna ge zwegen. Naar mij van bevoegde zijde werd te kennen gegeven, ligt een hinderpaal ten deze in het feit, dat de Kleverlaan eigendom is van Haarlem en dat B. en W. van die gemeente erg boos worden als er aan dat eigendomsrecht door Bloemen- daal's gemeentebestuur wordt overtreden. Maar, zoo mag gevraagd; is de vroedschap van Haarlem zoo onmenschelijk, dat,.als tot haar het dringend verzoek komt om het voetpaadje te mogen aanvullen en de bestrating bij den overgang, die abominabel slecht is, te ver beteren, dat zij toestemming zou weigeren? Aan den Haarlemschen kant van de Laan is alles piekfijn in orde, maar aan den Bloemen- daalschen kant is het misère. Moge hier spoedig verbetering in komen, en om dat te bereiken roep ik de medewerking in van allen, die er eenig belang bij hebben. C. E. P. Verbindingsweg 53 - BLOEMENDAAL beveelt zich beleefd aan voor ALLE VOORKOMENDE WERKZAAMHEDEN. VERHUURINRICHTING van 3-wieligo BAKFIETSEN en HANDWAGENS. NED. HERV. KERK te Bloemendaal Oudejaarsavond. 's Avonds 7 uur: Ds. J. C. van Dijk. Collecte voor emeriti en predikantsweduwen. Nieuwjaarsdag. Voorm. 10 uur: Ds. J. C. van Dijk. Oudejaarsavond. OVERVEEN 's Avonds 7 uur: Ds. G. C. Postma, Overveen. Collecte voor emeriti en predikantsweduwen. Oudejaarsavond. GEREF. KERK te Bloemendaal Nam. 772 uur: Ds. Joh. C. Brussaard. Nieuwjaarsdag. Voorm. 10 urn-: Ds. Siertsema, van Haarlem. Oudejaarsavond. NED. PROTESTANTENBOND te Bloemendaal. 'sAvonds 7 uur: Ds. W. Mackenzie, van Am sterdam. DE VRIJE KATHOLIEKE KERK, Popellaan, Kinheimpark, Bloemendaal. Oudejaarsavond. Nam. 71/2 uur: Oude jaarsavonddienst met pre- dicatie. Oudejaarsavond. RELIGIEUZE KRING AERDENHOUT. 's Avonds 7'/2 uur: Ds. K. Agter, van Utrecht. Oudejaarsavond. NED. HERV. KERK te Santpoort 's Avonds 8 uur: Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. Richt. 19:17v. Collecte voor Weduwen en Weezen van Pre dikanten. Oudejaarsavond. NED. HERV. EVANGELISATIE te Santpoort. 'sAvonds 7 uur: Ds. F. Postma, van Haarlem. Klevèrparkweg tO Telefoon 11070 Kleverpark APPELBOLLEN 12 ct. per stuk. PASTEITJES 15 ct. per stuk. APPELGEBAKJES 10 n ii JJ ii a JJ OLIEBOLLEN n a KALFSVLEESCH- APPELBEIGNETS 8 n a JJ BROODJES 15 ii ii IJ SNEEUWBALLEN. 8 en 121, n ii J» APPELFLAPPEN 10 ii ii JJ BERLINER BOLLEN .10 it ii JJ ROOM SPRITSEN 10 ii ii JJ CROQUETJES .15 a ii JJ AMANDELBROODJES. 8 ii a JJ Vroegtijdige bestelling is voor de goede orde ons zeer aangenaam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 7