LOSSE BLAADJES. 24ste Jaargang 21 Juni 1930. Tweede Blad. N° 25. aap, VOOR DË KINDEBEN. SAMBO EN JOCKO Van een leeuw en een doob G. Th. ROTMAN. Examen. BROKJES LEVENSWIJSHEID. SCHAAKRUBRIEK. RECEPT. 138. 140. 137. Maar ach, ook Sambo en zijn makker Zijn driekwart ziek van angst en vrees, Totdat ze bij een wagen komen, Geladen vol met heerlijk vleesch! Een, twee, drie, hup, springt Sam er in En maakt met smullen een begin. 139. Ons tweetal wordt nu met den wagen Gauw naar den dierentuin gebracht, Sam gaat weer in zijn hok. Vriend Jocko Houdt overdag bij hem de wacht; En zuchtend denken beiden na, Verlangend naar hun Afrika. Nu wil je zeker ook nog weten, Hoe 't juffrouw. Hupstra is vergaan; Ze kwam in 't hartje van Parijs neer, Wat was het arme mensch ontdaan! Maar de politie bracht weer vlug Haar naar het vaderland terug. EINDE. (Nadruk verboden). Met het naad'ren van den zomer Zijn de dagen iveergeJceerd, Dat de eene helft van 't menschdom D'and're helft examineert. En ik denk vol mededoogen Aan den armen candidaat, Die met angst en vrees in d'oogen Heel gedwee ter slachtbank gaat. Kijk, daar zit hij voor de heer en, 't Hoofd met ivetenschap gevuld, 't Resultaat van toni studeeren, Vlijtig zwoegen en geduld. Zomerzon staat fel te stralen, 't Zweet breekt alle kanten uit, 't Starend oog ziet visioenen: „Limonade, bier en spuit!" Hoe zou 't gaan? zoo peinst de stakker Die zichzelf maar „slapjes" vindt Tingeling! Nu frisch en wakker: 't Vraag- en antwoordspel begint! Zet het kraantje nu maar open, Tap de nutte kennis af; Spelen zenuiven je parten, Geen diploma voor je straf! Medelij met die geplaagden! Had ik ivat te zeggen hier, 'k Maakte ze allen tot geslaagden, 'k Gunde graag hun dat plezier. Heer en examinatoren Toon dan een elementen geest; Wasch hun niet te zeer de ooren; Gij zijt ook eens jong geiveest! Zaterdag 21 Juni '30. PRIJS EN WAARDE (Nadruk verboden) De vader der Fransche revolutie beeft destijds de opmerking gemaakt, dat een zaak steeds minder waard is naarmate ze meer kost. Dit is inderdaad een omwenteling in de gedachte geweest. Wij, die met onze maatschappelijke beschouwingen reeds lang weder tot de orde van den dag zijn terugge keerd, zijn een dergelijke waarheid vergeten geraakt. Toch blijft zij ook voor ons van beteekenis. Er is voor ons ook een oogenblik geweest, waarop deze opmerking haar bestaansrecht bewees. Toen in de moeilijkste jaren van den oorlog gebrek lan de noodzakelijkste levensbehoeften ons vader land bedreigde, kwam tijdelijk het natuurlijk verband tusschen prijs en waarde weerom. Men had aan een brood toen meer dan aan een juweel en aan een zak steenkool meer dan aan een gouden horlogeketting. Was de nood tot het uiterste gaan nijpen, dan hadden wij leeren ervaren, wat voor ons ten opzichte van de werkelijkheid van het leven het allerkostbaarste is. In tijd van volstrekten hongersnood zou men al zijn sieraden gaarne voor een allerbanaalste snee roggebrood inruilen. Wanneer wij eenmaal op het verband tusschen prijs en waarde gaan letten, treft ons de onge rijmdheid, dat wij de dingen het best kunnen missen, naarmate ze het meest kosten en dat de goedkoopste dingen het onontbeerlijkst zijn. Eigenlijk is dit een troostrijke ervaring. Voor het elementaire bestaan is niet veel geld noodig. Men kan, als het moet, van een zeer bescheiden inkomen leven. De kostbare dingen zijn overdaad. Levensversiering, geen levensbehoefte. Als vanzelf dringt zich de vraag op, hoe deze ongerijmde verhouding ontstaat. Wat bepaalt den prijs van een artikel, zoo de waarde hem niet bepaalt? Het antwoord is doodeenvoudig: de zeldzaamheid. Wanneer het goud opgeschept lag als het zand, zou men voor een paar gulden een karrevracht daarvan hebben. Wanneer de oesters in even grooten getale tezamenschoolden als thans de haringen, zou niemand oesters als een delicatesse beschouwen en wanneer de champagne als water stroomde, zou zij geen feestdrank meer zijn. Dat het louter de zeldzaamheid is en niet de waarde, welke den prijs bepaalt, blijkt het best uit de verschillende mate, waarin men de eetwaren in verband met het seizoen waardeert. Een aard appel, in het volle seizoen uit den akker gerooid, smaakt het lekkerst en is het gezondst. Toch is deze lekkere en gezonde aardappel honderdmaal goedkooper dan de kunstmatig geteelde, welke men in het winterseizoen, in een keurig mandje verpakt, in de fijnste delicatessenwinkels ziet uitgestald. Het is de zeldzaamheid, welke ook hier weder de kostbaarheid uitmaakt. Gebeurt het niet, dat producenten hun waren opzettelijk vernietigen, om den prijs in de hoogte te voeren? Een overvloedige oogst is schadehjk voor de markt. En toch is de overvloedige oogst, wat de hoedanigheid van de koopwaar betreft, gewoonlijk tevens de beste oogst. Maar de alge meenheid van het artikel drukt den prijs. Zij stelt de menigte in staat voor weinig geld het beste in de grootste hoeveelheid te koopen. Men zou derhalve het gezegde ook kunnen omkeeren en zeggen, dat een zaak steeds meer waard is, naarmate ze minder kost. Dit is een heuglijk verschijnsel. Het zijn de belangrijkste dingen, welke als alledaagschheden onder het bereik van de massa vallen. De levensbehoeften in den strikten zin van het woord. Te vaak zien wij de beteekenis van het alle- daagsche over het hoofd. Het ongerijmd verband tusschen prijs en waarde bedriegt ons; wij zien het kostbare voor het belangrijke aan. Het kost bare is echter niets dan het zeldzame en heeft het zeldzame de meeste beteekenis? Het zou nood lottig zijn, zoo dit het geval ware. Gewone kost, gewone kleeren, gewone meubelen doen ons meer dienst dan het buitengewone. Het buitengewone kunnen we missen, het gemis van het gewone zou ons leven ondragelijk maken. Gewone menschen zijn even weinig in tel als gewone gesprekken, gewone gedachten, gewone gevoelens. Om een buitengewoon mensch te ont moeten, reizen wij uren; om een buitengewone gedachte te hooren, betalen wij hooge entrée's; om een buitengewoon gevoelen te smaken, brengen wij offers. Maar ook in dit opzicht bepaalt niet het belangrijke, maar uitsluitend de zeldzaamheid van het buitengewone den prijs. Buitengewone menschen, gedachten, gevoelens zijn levensversiering; gewone menschen, gedach ten, gevoelens levensbehoefte. Wij moeten ons aan het stelsel van de averecht- sche en ongerijmde waar deer ing der maatschappij ontworstelen, om het gewone en alledaagsche, dat wij noodig hebben als brood, te leeren op prijs stellen. Goedkoope algemeenheden vormen den grondslag van het bestaan. H. G. Cannegieteb. HANDIGE JASJES EN NOG WAT. Het is "altijd handig als men in zijn kleerkast een handig jasje heeft, dat „lezen en schrijven" kan, zooals de uitdrukking heet. Dat wil zeggen, het kan bij alle mogelijke gelegenheden nuttig gebruikt worden, om over een dunne japon aan te trekken, bij een dagje naar buiten, op een boottochtje, aan zee, bij de avondwandeling, ja bij welke gelegenheid al niet? En toch behoort het bij geen enkele japon in het bijzonder. Men kan het zelfs over zoo'n dun mantelpakje heen aantrekken, als er een onverwachte bui opkomt of iets van dien aard. Daarom is de stof dan Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Qed. Oude Gracht 88, Haarlem. Eindspelstudie No. 75. W. en M. PLATOFF (Riga). Wit aan zet wint. Stand der stukken: Wit: Kli4, Tg6, Lel, c2, e4. Zwart: Kb4, b5, f2, g7. Partij No. 113. Derde match partij, gespeeld te Amsterdam, 3 Juni 1930. WitZwart H. G. M. W e e n i n k. G. M a r o c z y. (Amsterdam). (Boedapest). Nimzowitsch-verdediging. d2d4 1. Pg8—f6 Pblc3 2. d7dö Lelg5 3. e7e6 e2e4 4. d5xe4 Pc3 xe4 5. Lf8e7 Lg5xf6 6. Le7xf6 c2c3 7. Pb8d7 Ddl—c2 8. Dd8e7 Zwart wil c7cö laten volgen. 0—0—0 9. 0—0 Wanneer de spelers naar den verschillenden kant rocheeren, ontstaat doorgaans levendig spel. f2—f4 10. Wit wil e6e5 voorkomen. 10. c7—c5 g2—g4 11. Wit dreigt g4g5, met winst van den Looper. 11- g7 g6 g4—go 12. Lf6—g7 Pglf3 13. c5xd4 Pf3xd4 14. e6e5 f4Xe5 15. De7 Xe5 Lfl—g2 16. Pd7c5 li2li 4 17. Pion-gö moet gedekt worden, want op 17. Pe4xc5 zou vólgen De7 Xgoj enz. 17. Pc5xe4 Dc2xe4 18. De5a5 De4d5 Da 5b6 Dd5b3 20. Db6xb3 Na 20Lg7xd4; 21. Tdlxd4, Db6xb3; 22. a2xb3 zou WTit beter staan. Pd4 x b3 21. Ta 8b8 Nog juist op tijd. want er dreigde Pc3c5, enz. Pb3—c5 22. b7bö Pc 5d7 23 Hierdoor ruilt Wit zijn Paard tegen den Raads heer, hetgeen voordeelig is. 23. Lc8xd7 Tdl X d7 24. b5b4 c3c4 25. f7—f6 h4—hö 26. göxhö! Op f6xgö? zou volgen 27. Lg2döf, Kg8h8; 28. h5xg6, h7h629. Thlxhöf, Lg7xh6; 30. Td7h7 mat. Thlxhö Lg2d5f Td7x d8f gö—g6 c4c5 c5c6 Ld5—f3 27. Tf8d8 28. Kg8h8 29. Tb8xd8 30. h7—h6 31. Lg7—f8 32. Kh8g7 33. Lf8d6. Remise. (Op voorstel van Wit). Er dreigde 34. Th5a5, Kg7 x g635. Lf3 höf, Kg6g736. Ta5xa7f, enz., weshalve Zwart het remise-aanbod aannam. (De geheele match is door Maroczy schitterend gewonnen). Oplossing Probleem No. 259. (Dr. E. Palkoska). Stand der stukken: Wit: Kd3, Df3, Le4, Pe2, Pg2, f2, h3. Zwart: Kfl, Tdl, Thl, Lel, d2, d4, e5, e7, li2, h4, h7. 1. Df3—f7 (dreigt 2. f2f4, 3. f4xe5 mat), Tdlel; 2. Pg2e3f, d4xe3; 3. f2xe3 mat. 1Thl—gl; 2. Pe2g3f, h4xg3; 3. f2xg3 mat. Goede oplossing ontvangen vanH. W. v. Dort, te Haarlem; J. v. Gulik, te Ovet; veen; J. Vermeulen, te Heemstede. ook waterproof gemaakt. De man tel j es zijn ruim gemaakt, zoodat men er makkelijk in glipt. Het linksche model op het plaatje was bijvoorbeeld gedacht van flanel of kasha, met een donkerder kleur voor kraag en manchetten. Het rechtsche is van waterdicht-gemaakte taffetas, met ge stikte kraag en ceintuur en twee opgestikte zakken. Dit laatste model is iets meer sportief van coupe. En dan nog iets over onze hoeden. Lijn, kleur en weefsel zijn dit seizoen al bijzonder ge varieerd en aantrekkelijk. De exotische stroo- soorten blijven de overhand houden, als bang- kok, baku en sisal. Dit zijn de meer algemeene soorten. De duurdere soorten zijn van het fijne, doorzichtige panamalaque. De garneering blijft, niettegenstaande de poging om veeren weer in te voeren, zeer eenvoudig. We zien veel hoeden met doorzichtigen rand en om den bol een een voudig fluweel of reps lint. Wat de kleuren betreft, deze zijn veelvuldig, en men kan zeggen dat er kleuren zijn voor elk materiaal en model len voor elke stijl. Een van de modekleuren is Mariposa, een soort bleeke tomaatkleur. Verder bestaat er veel liefhebberij voor groen, beige en zacht blauw. Zwart blijft evenwel de voor naamste plaats innemen. Ten slotte ziet men veel aardige zomerhoeden van gebloemde cré- tonne, enz., die bij bepaalde jurken hooren en hetzelfde patroon vertoonen. Loes. Chocoladecake maakt men van 5 eieren, ruim 11/2 ons suiker, 9 afgestreken eetlepels cacao, 5 afgestreken eetlepels aardappelmeel, 20 gram sucade, een snuifje kaneel en 1 likeurglas cognac. Men roert de eierdooiers een kwartier lang met de suiker, sucade en kaneel, voegt er de cacao, het stijfgeklopte eiwit en den cognac bij en bakt de massa in een matig warmen oven gedurende een half uur. Met wat poedersuiker bestrooien. Echtgenoote: „Wacht (hier vijf'"mi nuutjes op me - ik zal niet langer dan een uur wegblijven." (P. S.J VOOR DE HUISVROUW. Drogen van schoenen. Schoenen, die nat zijn mogen nooit bij de kachel gedroogd worden. Hiervan wordt het leer hard en gaat krimpen. Moeten schoenen vlug droog zijn, vul ze dan van binnen op met kranten en leg ze op den zijkant. Worden ze op de zooikant gezet, dan I blijft de zool nat. Wel mogen ze op den zooikant gezet worden als ze op een losse turf staan. Hierin trekt dan veel vocht. Vul ze wel altijd op met kranten. Opbergen van schoenen. Zet de schoenen zooveel mogelijk weg met schoenspanners erin. Hiervan plooit het leer niet. Moeten de schoenen voor langeren tijd opgeborgen worden dan komen ook de schoenspanners erin of ze worden opgevuld met kranten. Om het leer zacht te houden worden ze dan nog ingesmeerd met sla olie of vaseline. Pak ze daarna in kranten stevig in. Zorg er wel voor, dat de schoenen droog in gepakt worden, anders gaan ze schimmelen. Overschoenen. Deze worden eerst afgenomen met spons en zeem en daarna met wat slaolie ingewreven en dan uitgewreven. (Licht leer en ander fijn leer wordt de vol gende week behandeld.) Flap! Wat is dat? Daar gaan de deuren Vlak achter Sambo's staartje dicht! Een grendel wordt er voor geschoven; Ja, Sam, al zet j'een kwaad gezicht, Je apenvriend zoo goed als jij, Je bent gevangen, allebei!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1930 | | pagina 5