ËNY" Gaston" aar y B. P'S BAD kapsalon atergolf Watergolf, tartikelen AND - HAARLEM f assage ERKEN HET fEMWEER, 3UDE. JAAR WEMMEN. DE GELIJKHEID. LING AAN AR. )on 22074 id Installaties 24ste Jaargang. Het Bfoemendaalsch WeekblacL 19 Septembe 1930. Tweede Blad. No. 3S. LOSSE BLAADJES. Beloonde eerlijkheid. Brokjes Levenswijsheid. Fooien. Vo©r de Vrouw. Voor de kinderen. EngeSscüe recepten voor HoISandsche huisvrouwen. Wenken en raadgevingen. Uw radio is geen lawaaimachine. SCHAAKRUBRiEK. !D@ es©! vsai inifnih€5©r Piinpelmans, cSo©r O. TSi„ Rotman. -•*t* ?.f5v f-?-? -=- hjUoM>" g Kleverlaan gesloten. 12.50 LAAN 39. HEW EG 46 541. rveerd, (Nadruk verboden). Drie jaar geleden deed een man Zoo kalm op zijn gemakje Een wandeling door 't .Vondelpark. En vond een aardig pakje. Hij opende 't en stond verbaasd Bij 't zien van zooveel schatten: Niet minder toch dan veertien mille Bleek 't pakje te bevatten! De vinder dacht: „Dat is misschien Een zaak voor de Justitie, Ik brand maar liefst mijn vingers niet, Ik breng 't naar de politie. Als iemand het verloren heeft, Kan hij het daar gaan halen. En voor mijn moeite als hij wil Een vindersloon betalen". Doch wat was 't vreemde van 't geval? Er kwam geen mensch zich melden Als reoht-en-wettig eigenaar Van do verloren gelden! Nu dacht de vinaer: „Ook niet erg; Die kan er zeker buiten!" Hij ging naar het bureau en sprak: „Geef maar weer hier de duiten!" Maar kijk, dat ging zoo gauw maar niet! „Nee", sprak de commissaris, „Na drie jaar wordt 't U uitbetaald, Als er dan geen bezwaar is". De man vertrouwde op dit woord; Hij ging goedmoedig henen En is op d'afgesproken tijd Weer op 't bureau verschenen. Maar och 't gevonden kapitaal Scheen thans voorgoed verloren, Tenminste voor den vinder, want Wat kreeg de man te hooren? „Meneer, hoewel 't me vrees'lijk spijt, U krijgt toch nog geen centen. Na dertig jaar wordt U verblijd Met kapitaal en rente. U weet: 't :ijn sterke beenen, die De weelde kunnen dragen! Wij willen U met al dit geld Voorloopig nog niet plagen! Nu hebt U nog een poosje tijd Om aan 't idee te wennen. Wij hebben 't beste met U voor Dat moet U toch erkennen!" Misschien heb 'k in onnoozelheid De zaak niet goed bekeken, Maar 'k vind het niet zoo erg geschikt Om eerlijkheid te kweeken. Eén kwartje in je port'monné Lijkt mij wèl zoo begeerlijk Als veertien mille bij Hermandad; Die is wat al te eerlijk! onnoozelste inlichting of handreiking met een fooi moest worden beloond! Maar wat stond ook het peil van de maatschappelijke moraal in die dagen nog laag! Grondslag van die moraal was immers de opvatting, dat een dienst of een hoffelijkheid iets zoo buiten gewoons was, dat ze een afzonderlijke vergel ding vergden. Zooals men voor het redden van drenkelingen een medaille had ingesteld, dien de het kwartje of de sigaar tot eereblijk voor wellevend gedrag. Gelukkig heeft men thans ingezien, dat het doen van zijn plicht een normale maatschappe lijke functie is. Wanneer de gemeenschap iemand een opdracht geeft, om het publiek in te lichten of te bedienen, behoeft men niet stomverbaasd te staan, dat zoo iemand die op dracht correct vervult en behoeft men niet bij wijze van applaus voor zoo bewonderenswaar dig gedrag zijn beurs of sigarenkoker te grijpen. Er doet zich in de moderne gemeenschap een factor gelden, welke in de oude maatschappij niet tot zijn recht is gekomen: het zelfrespect. De beambte, die zichzelf eerbiedigt, neemt geen geschenken aan voor plichtmatige'handelingen. Het contract heeft de persoonlijke willekeur vervangen. Men weet, waarop men rechtens, kan rekenen en is niet langer afhankelijk van de goedgunstigheid van allerlei klanten, wier luimen en grillen men heeft te ontzien. De pre dikant wordt niet langer gehonoreerd met een ham of een snees eieren; de notaris krijgt voor zijn moeite niet langer een koppel gemeste ganzen; de conducteur niet meer een sigaar, de werkman g'een borrel. Men behoeft niet meer links en rechts dank-u te zeggen. Is hierdoor da maatschappij naar de maan? Is er minder correctheid of minder plichts besef, nu de gulle gever niet langer een streepje vóór heeft en de brani-maker zijn beurt moet afwachten? Geeft het geen rust, dat men nie mand naar de oogen of liever naar beurs of si garenkoker behoeft te kijken en men zijn klanten eerlijk en naar volgorde bedienen kan? Zeker, er bestaan nog steeds fooien, maar zij hebben hun schadelijk karakter verloren sinds ze zijn geüniformeerd. De kellner, die volgens vast tarief tien percent wegens bediening op de rekening' schrijft of de chauffeur, die op een dergel. evenredigen toeslag een gewoonterecht kan doen gelden, ontvangt niet meer een fooi in den ouderwetschen zin van het woord. Immers is deze toeslag verplicht en wordt hij, voor ieder gelijk, vooruit aangekondigd. Wel begint deze uitzonderingstoestand voor enkele beroepen allengs tot de merkwaardig heden te behooren. Waarom, aldus vraagt men zich af, ontvangen deze functionarissen hun loon niet, gelijk ambachtslieden en winkel bedienden, rechtstreeks van den patroon? Een timmermansknecht betaalt men toch ook niet voor elk karweitje en als men een das of een pond suiker koopt, geeft men toch ook geen toeslag voor den bediende die helpt? Allengs zal ook in de genoemde beroepen bet atavisme verdwijnen. De gids op het stadhuis is de voorbode geweest van een tijd. die met de fooi radicaal heeft gebroken. H. G. CANNEGIETER. Uitjes in het zuur: 1 L. uitjes; L. azijn; 1 ons witte peperkor rels; yz ons verschillende kruiden; een klein stukje kaneel; 3 of 4 kruidnagelen. De uitjes laat men eerst een nacht staan in een oplossing van 2 L. water met pond zout. Dan wordt de azijn gedurende een uur met de verschillende kruiden op een klein pitje gekookt. Daarna worden de uien afgegoten en in de fles- schen gedaan, waarna men er tenslotte de ge kruide azijn overheen giet, nadat deze intusschen is afgekoeld. Perziken of kwetsen op azijn 7 pond perziken (of kwetsen); 4 pond suiker; 1% L. azijn; de schil van een halve citroen; theelepeltje verschillende kruiden; een stuk gem ber; een stokje kaneel; ons kruidnagelen. De vruchten laat men ongeveer 2 minuten in kokend water staan om ze gemakkelijker te kunnen schillen; daarna snijdt men ze in twee- en en haalt er de pitten uit. De gember wordt fijngemaakt en met de andere kruiden in een neteldoeksch lapje geknoopt. Nu lost men de suiker op in de azijn, waarna men de kruiden en de citroenschil erin doet, evenals de schoon gemaakte vruchten. Dit alles kookt men op een klein pitje, totdat de vruchten zacht zijn. Dan worden de vruchten eruit gehaald en in de fles- schen 'gedaan. Het vocht wordt eerst doorge kookt, totdat het strooperig wordt en daarna pas over de vruchten in de flesschen uitgegoten. Het was in een buitenlandsche stad met een beroemd raadhuis. Op ons verlangen om dit te bezichtigen haalde de portier een opzettelijk voor de ontvangst van bezoekers aangestelden gids. Deze bleek een uitermate wellevend man, die niet alleen met het grootste geduld en met onuitputtelijke bereidwilligheid ons elke merk waardigheid haarfijn uitlegde, maar die boven dien aan het gesprek een persoonlijk karakter verleende door de wijze, waarop hij onze op merkingen beantwoordde en met ons van ge dachten wisselde over onderwerpen, welke bij de rondwandeling onwillekeurig ter sprake kwamen. Toen we alles op ons gemak hadden bekeken cn ik den gids vroeg, wat ik hem schuldig was, zei hij glimlachend: „Niets, heelemaal niets. Dat doen wij hier allemaal kosteloos en we mogen en willen er ook niets voor aannemen". Er sprak trotsch op zijn stad en haar bestuur, maar ook zelfrespect uit de vriendelijke woor den, waarmee hij ons ten afscheid verder goede reis wenschte. Weer was ik een. ervaring rijker geworden. Deze keurige, vriendelijke en wellevende man had mij nogmaals een bewijs geleverd tegen die pessimisten, die altijd weer komen met het bezwaar, dat de menschen geen moeite meer zullen doen, zoodra de drijfveer van de zelf zucht ontbreekt. Het verbaast mij vaak, dat zulke menschen niet beseffen, hoe beleedigend hun veronderstelling is jegens de vele bekwame en hoffelijke beambten in allerlei tokken van dienst, die het publiek prompt bedienen zon der voor elke beleefdheid een fooi aan te nemen. Wat was het toch eigenlijk een lastige tijd, waarin men met een beurs vol kwartjes en een zak vol sigaren moest werken, wijl zelfs de Uitjes in het zuur. Pruimen op azijn. Zure tomatensaus. Voor de huisvrouw is het een groot gemak steeds eenige potjes zuur hij de hand te hebben. Het zelf inmaken ervan brengt geen bijzondere moeilijkheden mede en spaart heel wat geld uit, want goede flesehjes „zuur" zijn niet goedkoop, waimeer men ze in een winkel koopen moet. De in te maken vruhten worden in Engeland en Amerika door toevoeging van zout, azijn en kruiden tegen bederf gevrijvaard. Een echte En- gelschofspecialiteit is het z.g. zoetzuur, waarhij azijn en suiker dienst doen als conserveermidde len. Hiervoor komen vooral in aanmerking per ziken, aalbessen, pruimen en peren. Om goede resultaten te verkrijgen, moeten de vruchten zooveel mogelijk even groot en even rijp zijn; de grootte komt er natuurlijk niet op aan, wan neer de vrucht in stukjes moet worden gesne den. Men kan het beste flesschen nemen met schroefsluiting, waarbij een kartonnen plaatje teg enhet deksel is aangebracht. Deze flesschen kan men gemakkelijk afsluiten, zonder dat men vervalt in het gevaar van verdampen van het opgesloten vocht. Tot dezelfde groep als het zuur in zijn ver schillende soorten behooren de z.g. „ketchups", dat zijn dikke vloeistoffen, die bereid worden door de in azijn gekookte groenten en vruchten door een zeef te halen of geheel fijn te maken, bij wijze van purée. Ze moeten in ieder geval vloeibaar blijven. De onderstaande recepten worden in Engeland hét meest gebruikt: J Loopers van trappen slijten niet zoo snel, als men onder den looper op elke trede van de trap eenige lagen krantenpapier legt. Lederen Handschoenen blijven zacht en rul, als men ze in lauw water, waarin men een beetje olijf-olie heeft gemengd, verscheidene malen uitspoelt. LATE ZOMERMODE. Het japonnetje dat hier staat afgebeeld is zeer geschikt voor slanke en jeugdige figuur tjes. Men kan hier zien, dat in tegenstelling met de mode in het begin van dien zomer, waarbij alle versiering op den rug was aange bracht thans voor wat opschik in het front gezorgd is. Een stuk dat los is opgezet, geeft het effect van twee jabots, waarbij nog aardig is, dat de ceintuur door de punt van dit opzetsel komt kijken. Hierdoor is 't effect natuurlijk te danken, daar men anders één groote en aan weerszijden geplooide jabot zou hebben. Het bovenstuk i3 verder heel eenvoudig. Een betrekkelijk kleine halsopening, en verder vrij veel ruimte in mouwen en taille. De mouwen zijn zeer lang en eindigen vrij nauw. Het heup stuk is apart en puntig uitgesneden. De rok heeft vele en wijde klokplooien. Het geheel is zeer geschikt om van de moderne ge bloemde en dunne stoffen te worden gemaakt, maar ook kan men een eenvoudige bedrukte katoenen stof nemen, waardoor de japon vooral in dit jaargetijde, allicht van grooter practisch nut zal zijn. Het knippatroon kan men hestellen onder op gaaf van het nummer 273, in de maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 55 cents. Nu het weer kouder wordt en wind en regen ons dwingen, de vensters te sluiten, worden de luidsprekers binnen gehaald, ^maar ook wan neer men ze laat werken in een gesloten kamer moet men om de buren denken. Want vooral huizen die na den oorlog gebouwd zijn, laten heel wat geluid door, deels door de dunnere muren, deels doordat andere materialen ge bruikt zijn. Ieder, die in een dergelijk huis woont of gewoond heeft, weet, dat men op de tweede verdieping hoort, dat gelijkvloers het licht aan- of uitgedraaid wordt. Vooral neemt men deze geluiden in den nacht waar en den na-avond, omdat dan het straatrumoer vermindert. Maar juist dan zijn de zenuwen des te gevoeliger, doordat dan den geheelen dag en ai het werk reeds achter den rug zijn, met het daaraan verbonden krachtverlies Iedere luisteraar moet deze dingen weten en daarom zooveel mogelijk zijn buren ontzien. Daarom moet men den luidspreker ook inder daad op kamersterkte instellen, wat trouwens ook minder schadelijk is voor het radiotoestel en waardoor men tevens meer van de weergave kan genieten. Men moet onderscheid maken tusschen lawaai en muziek! En dan moet men met mate genieten van de radio Dit kan niet dikwijls genoeg herhaald worden. Door de radio van 's morgens vroeg tot middernacht aan te zetten, bederft men zijn eigen genot. Het is veel verstandiger, slechts eenige uitgezochte nummers uit al het gebodene te kiezen; dan heeft men er immers veel meer aan. Er wordt geen woord zoo misbruikt als het woord: kunst. Wij hebben tegenwoordig kun stenaars op elk gebied; wij denken dat ten minste. Iedereen is trotsch op een kennis, van wien gezegd wordt, dat hij toch eigenlijk een kunstenaar is. Maar niemand zal beweren, dat ieder mensch een kunstenaar is. Het is al heel wat, een levenskunstenaar te zijn. Daarmee bedoelt men, dat iemand zijn leven zoo inricht, dat het voor hemzelf, maar ook voor zijn om geving zooveel mogelijk vreugde en werkelijk genot verspreidt. Dit genot verhoogt men echter beslist niet, door zonder het minste oordeel des onderscheids maar alles door elkaar aan te hooren: gramo- foonplaten, kinderuurtjes, middagconcerten, wetenschappelijke lezingen, humoristische voor drachten en wat er nog verder voor mag komen op het programma van de betrokken omroep verenigingen. Men moet bedenken, dat deze omroepvere nigingen gedwongen zijn, hun programma zoo gevarieerd mogelijk te maken. Hoeveel radio toestellen zijn er al niet! En dan moet men gemiddeld rekenen op vier luisteraars per toe stel. Al deze menschen moeten iets van hun gading kunnen vinden. Maar dat is voor den radioliefhebber nog geen reden om dat alles ook aan te hooren. Bovendien kan men wel den heeien dag de luid spreker laten werken, maar niemand is in staat den heeien dag werkelijk te luisteren. En dan wordt zooals eens zeer juist gezegd is, 't mooie radiotoestel verlaagd tot een lawaaimachine, die het rumoer van onze groote steden noode- loos vermeerdert. Daarmee is toch niemand gebaat. In de komende maanden zullen de luid sprekers meer te doen hebben dan in den zomer. Het slechte weer dwingt de menschen vaak thuis te blijven. Maar juist in de lange winteravonden moet men van de radio profiteeren door alleen pro gramma's af te draaien, waar men werkelijk iets aan heeft. Dan kan de radio nuttig werk verrichten, zoowel als afleiding als ter ontwik keling. De omroepverenigingen stellen U daar ten volle toe in staat door hun welverzorgde win- terprogramma's. Hiermee willen wij volstrekt niet zeggen, dat de zomerprogramma's niet evengoed tot het uiterste verzorgd worden, maar toch wordt er wel rekening gehouden, dat er 's winters veel meer van de radio ge bruik gemaakt zal worden. Deze winter kan een tijd van vreugde en genot worden, als de luisteraars hem maar beginnen met den goeden wil er voor zichzelf en voor hun omgeving het beste van te maken, m.a.w. anderen niet te storen en voor zichzelf uit het rijk gevarieerde programma met zorg een beperkt aantal nummers te kiezen. (Nadruk verboden). DE RADIO OP DE WEENSCHE „HERFST- MESSE". Op deze groote tentoonstelling is de radio- afdeeling vrijwel dezelfde als de Oostenrijksche inzending op de „Grosse Deutsche Funk-Aus- stellung" te Berlijn. Ook te Weenen valt het groote aantal toe stellen op, dat op het gewone lichtnet kan wor den aangesloten. Men heeft er goedkoope twee- lampstoestellen voor gebruik binnen de stad: waarbij gewoonlijk de luidspreker in hetzelfde toestel zit, tot zeslampstoestellen toe. De toe stellen zijn gewoonlijk gemakkelijk in te stellen Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, GED. OUDE GRACHT 88, HAARLEM. PROBLEEM No. 274. K. Mayer (Augsburg). Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Kf6, Th3, Lf8, Fa2, a4, a5, d3, f2, f5. Zwart: Kd4. PARTIJ No. 117. Gespeeld in den grooten wedstrijd van den Nederiandschen Schaakbond te Valkenberg, 26 Augustus 1930. Wit: Zwart: H. Kleefstra. dr. K. Bergsma. (Amsterdam). (Ferwerd). Half-Indisch. I. d2d4 Pg8—f6 2. c2c4 e7e6 3. Pblc3 Lf8b4 Deze zet wordt de Bogoljubow-verdedïging ge noemd. 4. e2e3 00 5. Pgl—e2 d7d5 6. a2a3 Lb4e7 7. Pe2g3 c7c5 8. c4Xd5 e6Xd5 9. Lfl—d3 Pb8c6 10. d4Xc5 Le7Xc5 11- 0—0 Lc8e6 12. Pc3e2 Ta8cS 13. b2b4 Lc5—d6 14. Lel—b2 Pc6e5 15. Ld3bi a7a5 16. Fg3—f5 Ld6—b8 17. b4Xa5 Pe5—c4 Dd8Xa5 gaat niet, wegens 18. Pf5—e7f met verlies van de kwaliteit. 18. Lb2c3 Dd8d7 19. Pf5d4 Dd7c7 20. Pd4—f3 Le6g4 21. Ddl—d3 Het Paard ging naar f3 om het mat te dekken, weshalve Zwart door Lg4 dien officier aanviel. Zwart stond toch slecht, want op 21. Pe2g3 SOU volgen: .21....,.,.,. .Pe4Xe3! waarna Dc7Xc3, enz. volgt. Lg4Xf3 22. Pe2—g3 Lf3—e4 Opgegeven. Zooals men weet, deelden deze spelers den len en 2en prijs in hoofdklasse A. OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 77. (A. A. Troïtzky). Stand der stukken: Wit: Kcl, Td2, Pb4, b3, f7, g2. Zwart: Ka5, Tf6, Pb7, a6, b6, g5, h6. 1. Td6—f2!, Tf6Xf2; 2. Pb4—c6f, Ka5—b5; 3. Pc6d4-j-, Kb5c5; 4. Pd4f3 en wint. Goede uitwerking ontvangen van J. v. Gulik te Overveen. -aec" 49. Gelukkig had mijnheer Pimpelmans een op gewekt humeur. .Alles gaat in het leven nu een maal niet op rolletjes", zei hij, en toen de wagen gerepareerd was en de kleermaker 'n mooi nieuw jasje gemaakt had, was ook alle narigheid weer vergeven. En zoo reed hii op 'n dag wrigemoed naar bo Alikruik, zette den wagen langs den kant van den weg en stapte naar binnen om de biggen te genezen. 50. Maar o wee, de tweelingen van boer Ali kruik lagen in het gras op den loer en deze twee lieve jongens meenden, dat je met zoo'n ezel een fijne mop uit kon halen. Stiekum slopen ze naderbij, en terwijl mijnheer Pimpelmans bezig was, zijn mofllük en verantwoordelijk werk te Verrichten en de biggen kmincpiliën voorschreef, spanden de twee jongens den ezel uit 51. Toevallig stond de wagen vlak bij een boom. Ze reden den wagen nu zoover vooruit, dat de boom precies tusschen het lemoen kwam te staan, waarna de ezel er weer voorgespannen werd. Mijnheer Pimpelmans verstijfde van schru-. toen hii terugkwam! Die ezel moest be- sli; behekst zijn. om zoomaar dwars door een boom heen te loopen, en dat zonder één littee- kentje! 52. Mijnheer iPmpelmans wachtte even af, of de ezel soms zin had, op dezelfde manier terug te gaan, als hij vooruit gekomen was. Maar 't ging niet, hij moest het zelf in orde brengen. En ai maar peinzend over dat zonderlinge natuur verschijnsel. reed hij naar huis. Hij kreeg dien nacht hevige nachtmerrie's waarbij hij den ezel zóó vlak voor z'n oogen in tweeën zae "aan door middel van één, hoogstens twee knoppen. Zij zijn in smaakvolle kastjes gebouwd. Naast de prachtige toestellen voor lange afstanden met bandfilter ziet men zeer kleine populaire toe stelletjes met de nieuwe Telefunken-buislampen, die minder gevoelig zijn voor storingen via het stroomnet. De toestellen met batterijen zijn aan merkelijk sterker vertegenwoordigd dan op de Beriijnsche tentoonstelling. Verder worden voor de eerste maai goedkoope electro-dynamische luidsprekers voor het huis gezin gedemonstreerd, die slechts weinig stroom verbruiken. De klank is merkwaardig goed, maar natuurlijk nog niet volmaakt. De Oostenrijksche Omroepmaatschappij „Ra- vag" heeft een bijzonder groote stand. Een groot bord met eleetrische lampjes geeft de voornaamste veranderingen in het programma aan voor het volgende seizoen. Voor statisti sche feiten zien wij de belangrijkheid en de uit breiding der radio in Europa voor ons. Een speciale stand vertoont de resultaten van den knutselcursus voor kinderen. Door platen en ta bellen krijgt men een idee van de reportage op grooten schaal in Salzburg en van de uitge breide organisatie, die noodig is voor een der gelijke berichtgeving, waarbij wij het nieuws tegelijk kunnen zien en hooren. GESPECIALISEERDE ORKESTEN IN TSJECHO-SLOWAKIJE. De leiders van de Tsjecho-Slowaaksche radio orkesten confereeren over nauwere samenwer king tusschen de zenders om meer te kunnen bereiken met de beschikbare orkesten. Ieder orkest zal dan alleen die soort muziek spelen, waarvoor het na zijn samenstelling het meest geschikt is. Tevens zullen zoo min mogelijk bewerkingen en arrangementen gespeeld wor den. Ieder van de vijf orkesten zal dus een spe ciaal karakter dragen en alle stukken van dien aard uit te voeren krijgen, zoodat ook de pro gramma's in samenwerking met elkaar moeten worden opgesteld. Praag met 42 personen zal moderne, klassieke en symphonïsche muziek spelen, Mahrisch- Ostrau moet een volledig Jazz-orkest worden en voornamelijk Engelsche, Duitsehe en Ame- rikaansche Jazz-rnuziek ten gehoore brengen, Brünn zal lichte klassieke muziek en operet tes spelen; grootere werken zullen door dit or kest slechts kunnen worden uitgevoerd, wanneer het voldoende versterkt is. Pressburg zal een soortgelijk orkest worden met meer Slavische stukken op het programme. angezien er tus- schsn de Tsjseho-Slowaaksche zenders een zeer goede verstandhouding heerscht, is deze rege ling toe te juichen. f i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1930 | | pagina 5