ËNY"
Gaston"
aar
y B.
P'S BAD
kapsalon
atergolf
Watergolf,
tartikelen
AND
- HAARLEM
f assage
ERKEN
HET
fEMWEER,
3UDE.
JAAR
WEMMEN.
DE
GELIJKHEID.
LING AAN
AR.
)on 22074
id
Installaties
24ste Jaargang.
Het Bfoemendaalsch WeekblacL 19 Septembe 1930. Tweede Blad.
No. 3S.
LOSSE BLAADJES.
Beloonde eerlijkheid.
Brokjes Levenswijsheid.
Fooien.
Vo©r de Vrouw.
Voor de kinderen.
EngeSscüe recepten voor
HoISandsche huisvrouwen.
Wenken en raadgevingen.
Uw radio is geen
lawaaimachine.
SCHAAKRUBRiEK.
!D@ es©! vsai inifnih€5©r Piinpelmans,
cSo©r O. TSi„ Rotman.
-•*t* ?.f5v f-?-? -=-
hjUoM>"
g Kleverlaan
gesloten.
12.50
LAAN 39.
HEW EG 46
541.
rveerd,
(Nadruk verboden).
Drie jaar geleden deed een man
Zoo kalm op zijn gemakje
Een wandeling door 't .Vondelpark.
En vond een aardig pakje.
Hij opende 't en stond verbaasd
Bij 't zien van zooveel schatten:
Niet minder toch dan veertien mille
Bleek 't pakje te bevatten!
De vinder dacht: „Dat is misschien
Een zaak voor de Justitie,
Ik brand maar liefst mijn vingers niet,
Ik breng 't naar de politie.
Als iemand het verloren heeft,
Kan hij het daar gaan halen.
En voor mijn moeite als hij wil
Een vindersloon betalen".
Doch wat was 't vreemde van 't geval?
Er kwam geen mensch zich melden
Als reoht-en-wettig eigenaar
Van do verloren gelden!
Nu dacht de vinaer: „Ook niet erg;
Die kan er zeker buiten!"
Hij ging naar het bureau en sprak:
„Geef maar weer hier de duiten!"
Maar kijk, dat ging zoo gauw maar niet!
„Nee", sprak de commissaris,
„Na drie jaar wordt 't U uitbetaald,
Als er dan geen bezwaar is".
De man vertrouwde op dit woord;
Hij ging goedmoedig henen
En is op d'afgesproken tijd
Weer op 't bureau verschenen.
Maar och 't gevonden kapitaal
Scheen thans voorgoed verloren,
Tenminste voor den vinder, want
Wat kreeg de man te hooren?
„Meneer, hoewel 't me vrees'lijk spijt,
U krijgt toch nog geen centen.
Na dertig jaar wordt U verblijd
Met kapitaal en rente.
U weet: 't :ijn sterke beenen, die
De weelde kunnen dragen!
Wij willen U met al dit geld
Voorloopig nog niet plagen!
Nu hebt U nog een poosje tijd
Om aan 't idee te wennen.
Wij hebben 't beste met U voor
Dat moet U toch erkennen!"
Misschien heb 'k in onnoozelheid
De zaak niet goed bekeken,
Maar 'k vind het niet zoo erg geschikt
Om eerlijkheid te kweeken.
Eén kwartje in je port'monné
Lijkt mij wèl zoo begeerlijk
Als veertien mille bij Hermandad;
Die is wat al te eerlijk!
onnoozelste inlichting of handreiking met een
fooi moest worden beloond! Maar wat stond
ook het peil van de maatschappelijke moraal
in die dagen nog laag! Grondslag van die
moraal was immers de opvatting, dat een
dienst of een hoffelijkheid iets zoo buiten
gewoons was, dat ze een afzonderlijke vergel
ding vergden. Zooals men voor het redden van
drenkelingen een medaille had ingesteld, dien
de het kwartje of de sigaar tot eereblijk voor
wellevend gedrag.
Gelukkig heeft men thans ingezien, dat het
doen van zijn plicht een normale maatschappe
lijke functie is. Wanneer de gemeenschap
iemand een opdracht geeft, om het publiek in
te lichten of te bedienen, behoeft men niet
stomverbaasd te staan, dat zoo iemand die op
dracht correct vervult en behoeft men niet bij
wijze van applaus voor zoo bewonderenswaar
dig gedrag zijn beurs of sigarenkoker te grijpen.
Er doet zich in de moderne gemeenschap een
factor gelden, welke in de oude maatschappij
niet tot zijn recht is gekomen: het zelfrespect.
De beambte, die zichzelf eerbiedigt, neemt geen
geschenken aan voor plichtmatige'handelingen.
Het contract heeft de persoonlijke willekeur
vervangen. Men weet, waarop men rechtens,
kan rekenen en is niet langer afhankelijk van
de goedgunstigheid van allerlei klanten, wier
luimen en grillen men heeft te ontzien. De pre
dikant wordt niet langer gehonoreerd met een
ham of een snees eieren; de notaris krijgt voor
zijn moeite niet langer een koppel gemeste
ganzen; de conducteur niet meer een sigaar, de
werkman g'een borrel. Men behoeft niet meer
links en rechts dank-u te zeggen.
Is hierdoor da maatschappij naar de maan?
Is er minder correctheid of minder plichts
besef, nu de gulle gever niet langer een streepje
vóór heeft en de brani-maker zijn beurt moet
afwachten? Geeft het geen rust, dat men nie
mand naar de oogen of liever naar beurs of si
garenkoker behoeft te kijken en men zijn klanten
eerlijk en naar volgorde bedienen kan?
Zeker, er bestaan nog steeds fooien, maar zij
hebben hun schadelijk karakter verloren sinds
ze zijn geüniformeerd. De kellner, die volgens
vast tarief tien percent wegens bediening op
de rekening' schrijft of de chauffeur, die op een
dergel. evenredigen toeslag een gewoonterecht kan
doen gelden, ontvangt niet meer een fooi in den
ouderwetschen zin van het woord. Immers is
deze toeslag verplicht en wordt hij, voor ieder
gelijk, vooruit aangekondigd.
Wel begint deze uitzonderingstoestand voor
enkele beroepen allengs tot de merkwaardig
heden te behooren. Waarom, aldus vraagt men
zich af, ontvangen deze functionarissen hun
loon niet, gelijk ambachtslieden en winkel
bedienden, rechtstreeks van den patroon? Een
timmermansknecht betaalt men toch ook niet
voor elk karweitje en als men een das of een
pond suiker koopt, geeft men toch ook geen
toeslag voor den bediende die helpt?
Allengs zal ook in de genoemde beroepen bet
atavisme verdwijnen. De gids op het stadhuis
is de voorbode geweest van een tijd. die met
de fooi radicaal heeft gebroken.
H. G. CANNEGIETER.
Uitjes in het zuur:
1 L. uitjes; L. azijn; 1 ons witte peperkor
rels; yz ons verschillende kruiden; een klein
stukje kaneel; 3 of 4 kruidnagelen.
De uitjes laat men eerst een nacht staan in
een oplossing van 2 L. water met pond zout.
Dan wordt de azijn gedurende een uur met de
verschillende kruiden op een klein pitje gekookt.
Daarna worden de uien afgegoten en in de fles-
schen gedaan, waarna men er tenslotte de ge
kruide azijn overheen giet, nadat deze intusschen
is afgekoeld.
Perziken of kwetsen op azijn
7 pond perziken (of kwetsen); 4 pond suiker;
1% L. azijn; de schil van een halve citroen;
theelepeltje verschillende kruiden; een stuk gem
ber; een stokje kaneel; ons kruidnagelen.
De vruchten laat men ongeveer 2 minuten in
kokend water staan om ze gemakkelijker te
kunnen schillen; daarna snijdt men ze in twee-
en en haalt er de pitten uit. De gember wordt
fijngemaakt en met de andere kruiden in een
neteldoeksch lapje geknoopt. Nu lost men de
suiker op in de azijn, waarna men de kruiden
en de citroenschil erin doet, evenals de schoon
gemaakte vruchten. Dit alles kookt men op een
klein pitje, totdat de vruchten zacht zijn. Dan
worden de vruchten eruit gehaald en in de fles-
schen 'gedaan. Het vocht wordt eerst doorge
kookt, totdat het strooperig wordt en daarna
pas over de vruchten in de flesschen uitgegoten.
Het was in een buitenlandsche stad met een
beroemd raadhuis. Op ons verlangen om dit te
bezichtigen haalde de portier een opzettelijk
voor de ontvangst van bezoekers aangestelden
gids. Deze bleek een uitermate wellevend man,
die niet alleen met het grootste geduld en met
onuitputtelijke bereidwilligheid ons elke merk
waardigheid haarfijn uitlegde, maar die boven
dien aan het gesprek een persoonlijk karakter
verleende door de wijze, waarop hij onze op
merkingen beantwoordde en met ons van ge
dachten wisselde over onderwerpen, welke bij
de rondwandeling onwillekeurig ter sprake
kwamen.
Toen we alles op ons gemak hadden bekeken
cn ik den gids vroeg, wat ik hem schuldig was,
zei hij glimlachend: „Niets, heelemaal niets.
Dat doen wij hier allemaal kosteloos en we
mogen en willen er ook niets voor aannemen".
Er sprak trotsch op zijn stad en haar bestuur,
maar ook zelfrespect uit de vriendelijke woor
den, waarmee hij ons ten afscheid verder goede
reis wenschte.
Weer was ik een. ervaring rijker geworden.
Deze keurige, vriendelijke en wellevende man
had mij nogmaals een bewijs geleverd tegen
die pessimisten, die altijd weer komen met het
bezwaar, dat de menschen geen moeite meer
zullen doen, zoodra de drijfveer van de zelf
zucht ontbreekt. Het verbaast mij vaak, dat
zulke menschen niet beseffen, hoe beleedigend
hun veronderstelling is jegens de vele bekwame
en hoffelijke beambten in allerlei tokken van
dienst, die het publiek prompt bedienen zon
der voor elke beleefdheid een fooi aan te nemen.
Wat was het toch eigenlijk een lastige tijd,
waarin men met een beurs vol kwartjes en een
zak vol sigaren moest werken, wijl zelfs de
Uitjes in het zuur. Pruimen op
azijn. Zure tomatensaus.
Voor de huisvrouw is het een groot gemak
steeds eenige potjes zuur hij de hand te hebben.
Het zelf inmaken ervan brengt geen bijzondere
moeilijkheden mede en spaart heel wat geld uit,
want goede flesehjes „zuur" zijn niet goedkoop,
waimeer men ze in een winkel koopen moet.
De in te maken vruhten worden in Engeland
en Amerika door toevoeging van zout, azijn en
kruiden tegen bederf gevrijvaard. Een echte En-
gelschofspecialiteit is het z.g. zoetzuur, waarhij
azijn en suiker dienst doen als conserveermidde
len. Hiervoor komen vooral in aanmerking per
ziken, aalbessen, pruimen en peren. Om goede
resultaten te verkrijgen, moeten de vruchten
zooveel mogelijk even groot en even rijp zijn;
de grootte komt er natuurlijk niet op aan, wan
neer de vrucht in stukjes moet worden gesne
den. Men kan het beste flesschen nemen met
schroefsluiting, waarbij een kartonnen plaatje
teg enhet deksel is aangebracht. Deze flesschen
kan men gemakkelijk afsluiten, zonder dat men
vervalt in het gevaar van verdampen van het
opgesloten vocht.
Tot dezelfde groep als het zuur in zijn ver
schillende soorten behooren de z.g. „ketchups",
dat zijn dikke vloeistoffen, die bereid worden
door de in azijn gekookte groenten en vruchten
door een zeef te halen of geheel fijn te maken,
bij wijze van purée. Ze moeten in ieder geval
vloeibaar blijven.
De onderstaande recepten worden in Engeland
hét meest gebruikt:
J
Loopers van trappen slijten niet zoo snel, als
men onder den looper op elke trede van de trap
eenige lagen krantenpapier legt.
Lederen Handschoenen blijven zacht en
rul, als men ze in lauw water, waarin men een
beetje olijf-olie heeft gemengd, verscheidene
malen uitspoelt.
LATE ZOMERMODE.
Het japonnetje dat hier staat afgebeeld is
zeer geschikt voor slanke en jeugdige figuur
tjes. Men kan hier zien, dat in tegenstelling
met de mode in het begin van dien zomer,
waarbij alle versiering op den rug was aange
bracht thans voor wat opschik in het front
gezorgd is. Een stuk dat los is opgezet, geeft
het effect van twee jabots, waarbij nog aardig
is, dat de ceintuur door de punt van dit opzetsel
komt kijken. Hierdoor is 't effect natuurlijk te
danken, daar men anders één groote en aan
weerszijden geplooide jabot zou hebben.
Het bovenstuk i3 verder heel eenvoudig. Een
betrekkelijk kleine halsopening, en verder vrij
veel ruimte in mouwen en taille. De mouwen
zijn zeer lang en eindigen vrij nauw. Het heup
stuk is apart en puntig uitgesneden.
De rok heeft vele en wijde klokplooien. Het
geheel is zeer geschikt om van de moderne ge
bloemde en dunne stoffen te worden gemaakt,
maar ook kan men een eenvoudige bedrukte
katoenen stof nemen, waardoor de japon vooral
in dit jaargetijde, allicht van grooter practisch
nut zal zijn.
Het knippatroon kan men hestellen onder op
gaaf van het nummer 273, in de maten 42, 44,
46 en 48. Kosten 55 cents.
Nu het weer kouder wordt en wind en regen
ons dwingen, de vensters te sluiten, worden de
luidsprekers binnen gehaald, ^maar ook wan
neer men ze laat werken in een gesloten kamer
moet men om de buren denken. Want vooral
huizen die na den oorlog gebouwd zijn, laten
heel wat geluid door, deels door de dunnere
muren, deels doordat andere materialen ge
bruikt zijn. Ieder, die in een dergelijk huis
woont of gewoond heeft, weet, dat men op
de tweede verdieping hoort, dat gelijkvloers
het licht aan- of uitgedraaid wordt. Vooral
neemt men deze geluiden in den nacht waar
en den na-avond, omdat dan het straatrumoer
vermindert. Maar juist dan zijn de zenuwen
des te gevoeliger, doordat dan den geheelen
dag en ai het werk reeds achter den rug zijn,
met het daaraan verbonden krachtverlies
Iedere luisteraar moet deze dingen weten en
daarom zooveel mogelijk zijn buren ontzien.
Daarom moet men den luidspreker ook inder
daad op kamersterkte instellen, wat trouwens
ook minder schadelijk is voor het radiotoestel
en waardoor men tevens meer van de weergave
kan genieten. Men moet onderscheid maken
tusschen lawaai en muziek!
En dan moet men met mate genieten van
de radio Dit kan niet dikwijls genoeg herhaald
worden. Door de radio van 's morgens vroeg
tot middernacht aan te zetten, bederft men zijn
eigen genot. Het is veel verstandiger, slechts
eenige uitgezochte nummers uit al het gebodene
te kiezen; dan heeft men er immers veel meer
aan.
Er wordt geen woord zoo misbruikt als het
woord: kunst. Wij hebben tegenwoordig kun
stenaars op elk gebied; wij denken dat ten
minste. Iedereen is trotsch op een kennis, van
wien gezegd wordt, dat hij toch eigenlijk een
kunstenaar is. Maar niemand zal beweren, dat
ieder mensch een kunstenaar is. Het is al heel
wat, een levenskunstenaar te zijn. Daarmee
bedoelt men, dat iemand zijn leven zoo inricht,
dat het voor hemzelf, maar ook voor zijn om
geving zooveel mogelijk vreugde en werkelijk
genot verspreidt.
Dit genot verhoogt men echter beslist niet,
door zonder het minste oordeel des onderscheids
maar alles door elkaar aan te hooren: gramo-
foonplaten, kinderuurtjes, middagconcerten,
wetenschappelijke lezingen, humoristische voor
drachten en wat er nog verder voor mag komen
op het programma van de betrokken omroep
verenigingen.
Men moet bedenken, dat deze omroepvere
nigingen gedwongen zijn, hun programma zoo
gevarieerd mogelijk te maken. Hoeveel radio
toestellen zijn er al niet! En dan moet men
gemiddeld rekenen op vier luisteraars per toe
stel. Al deze menschen moeten iets van hun
gading kunnen vinden.
Maar dat is voor den radioliefhebber nog
geen reden om dat alles ook aan te hooren.
Bovendien kan men wel den heeien dag de luid
spreker laten werken, maar niemand is in staat
den heeien dag werkelijk te luisteren. En dan
wordt zooals eens zeer juist gezegd is, 't mooie
radiotoestel verlaagd tot een lawaaimachine,
die het rumoer van onze groote steden noode-
loos vermeerdert. Daarmee is toch niemand
gebaat. In de komende maanden zullen de luid
sprekers meer te doen hebben dan in den zomer.
Het slechte weer dwingt de menschen vaak
thuis te blijven.
Maar juist in de lange winteravonden moet
men van de radio profiteeren door alleen pro
gramma's af te draaien, waar men werkelijk
iets aan heeft. Dan kan de radio nuttig werk
verrichten, zoowel als afleiding als ter ontwik
keling.
De omroepverenigingen stellen U daar ten
volle toe in staat door hun welverzorgde win-
terprogramma's. Hiermee willen wij volstrekt
niet zeggen, dat de zomerprogramma's niet
evengoed tot het uiterste verzorgd worden,
maar toch wordt er wel rekening gehouden,
dat er 's winters veel meer van de radio ge
bruik gemaakt zal worden.
Deze winter kan een tijd van vreugde en
genot worden, als de luisteraars hem maar
beginnen met den goeden wil er voor zichzelf
en voor hun omgeving het beste van te maken,
m.a.w. anderen niet te storen en voor zichzelf
uit het rijk gevarieerde programma met zorg
een beperkt aantal nummers te kiezen.
(Nadruk verboden).
DE RADIO OP DE WEENSCHE „HERFST-
MESSE".
Op deze groote tentoonstelling is de radio-
afdeeling vrijwel dezelfde als de Oostenrijksche
inzending op de „Grosse Deutsche Funk-Aus-
stellung" te Berlijn.
Ook te Weenen valt het groote aantal toe
stellen op, dat op het gewone lichtnet kan wor
den aangesloten. Men heeft er goedkoope twee-
lampstoestellen voor gebruik binnen de stad:
waarbij gewoonlijk de luidspreker in hetzelfde
toestel zit, tot zeslampstoestellen toe. De toe
stellen zijn gewoonlijk gemakkelijk in te stellen
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den
Schaakredacteur,
GED. OUDE GRACHT 88, HAARLEM.
PROBLEEM No. 274.
K. Mayer (Augsburg).
Mat in drie zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kf6, Th3, Lf8, Fa2, a4, a5, d3, f2, f5.
Zwart: Kd4.
PARTIJ No. 117.
Gespeeld in den grooten wedstrijd van den
Nederiandschen Schaakbond te Valkenberg,
26 Augustus 1930.
Wit: Zwart:
H. Kleefstra. dr. K. Bergsma.
(Amsterdam). (Ferwerd).
Half-Indisch.
I. d2d4 Pg8—f6
2. c2c4 e7e6
3. Pblc3 Lf8b4
Deze zet wordt de Bogoljubow-verdedïging ge
noemd.
4. e2e3 00
5. Pgl—e2 d7d5
6. a2a3 Lb4e7
7. Pe2g3 c7c5
8. c4Xd5 e6Xd5
9. Lfl—d3 Pb8c6
10. d4Xc5 Le7Xc5
11- 0—0 Lc8e6
12. Pc3e2 Ta8cS
13. b2b4 Lc5—d6
14. Lel—b2 Pc6e5
15. Ld3bi a7a5
16. Fg3—f5 Ld6—b8
17. b4Xa5 Pe5—c4
Dd8Xa5 gaat niet, wegens 18. Pf5—e7f met
verlies van de kwaliteit.
18. Lb2c3 Dd8d7
19. Pf5d4 Dd7c7
20. Pd4—f3 Le6g4
21. Ddl—d3
Het Paard ging naar f3 om het mat te dekken,
weshalve Zwart door Lg4 dien officier aanviel.
Zwart stond toch slecht, want op 21. Pe2g3
SOU volgen: .21....,.,.,. .Pe4Xe3! waarna Dc7Xc3,
enz. volgt.
Lg4Xf3
22. Pe2—g3 Lf3—e4
Opgegeven.
Zooals men weet, deelden deze spelers den
len en 2en prijs in hoofdklasse A.
OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 77.
(A. A. Troïtzky).
Stand der stukken:
Wit: Kcl, Td2, Pb4, b3, f7, g2.
Zwart: Ka5, Tf6, Pb7, a6, b6, g5, h6.
1. Td6—f2!, Tf6Xf2; 2. Pb4—c6f, Ka5—b5;
3. Pc6d4-j-, Kb5c5; 4. Pd4f3 en wint.
Goede uitwerking ontvangen van J. v. Gulik
te Overveen.
-aec"
49. Gelukkig had mijnheer Pimpelmans een op
gewekt humeur. .Alles gaat in het leven nu een
maal niet op rolletjes", zei hij, en toen de wagen
gerepareerd was en de kleermaker 'n mooi nieuw
jasje gemaakt had, was ook alle narigheid weer
vergeven. En zoo reed hii op 'n dag wrigemoed
naar bo Alikruik, zette den wagen langs den
kant van den weg en stapte naar binnen om de
biggen te genezen.
50. Maar o wee, de tweelingen van boer Ali
kruik lagen in het gras op den loer en deze
twee lieve jongens meenden, dat je met zoo'n ezel
een fijne mop uit kon halen. Stiekum slopen ze
naderbij, en terwijl mijnheer Pimpelmans bezig
was, zijn mofllük en verantwoordelijk werk te
Verrichten en de biggen kmincpiliën voorschreef,
spanden de twee jongens den ezel uit
51. Toevallig stond de wagen vlak bij een boom.
Ze reden den wagen nu zoover vooruit, dat de
boom precies tusschen het lemoen kwam te
staan, waarna de ezel er weer voorgespannen
werd. Mijnheer Pimpelmans verstijfde van
schru-. toen hii terugkwam! Die ezel moest be-
sli; behekst zijn. om zoomaar dwars door een
boom heen te loopen, en dat zonder één littee-
kentje!
52. Mijnheer iPmpelmans wachtte even af, of
de ezel soms zin had, op dezelfde manier terug
te gaan, als hij vooruit gekomen was. Maar 't
ging niet, hij moest het zelf in orde brengen. En
ai maar peinzend over dat zonderlinge natuur
verschijnsel. reed hij naar huis. Hij kreeg dien
nacht hevige nachtmerrie's waarbij hij den ezel
zóó vlak voor z'n oogen in tweeën zae "aan
door middel van één, hoogstens twee knoppen.
Zij zijn in smaakvolle kastjes gebouwd. Naast
de prachtige toestellen voor lange afstanden met
bandfilter ziet men zeer kleine populaire toe
stelletjes met de nieuwe Telefunken-buislampen,
die minder gevoelig zijn voor storingen via het
stroomnet. De toestellen met batterijen zijn aan
merkelijk sterker vertegenwoordigd dan op de
Beriijnsche tentoonstelling.
Verder worden voor de eerste maai goedkoope
electro-dynamische luidsprekers voor het huis
gezin gedemonstreerd, die slechts weinig stroom
verbruiken. De klank is merkwaardig goed,
maar natuurlijk nog niet volmaakt.
De Oostenrijksche Omroepmaatschappij „Ra-
vag" heeft een bijzonder groote stand. Een
groot bord met eleetrische lampjes geeft de
voornaamste veranderingen in het programma
aan voor het volgende seizoen. Voor statisti
sche feiten zien wij de belangrijkheid en de uit
breiding der radio in Europa voor ons. Een
speciale stand vertoont de resultaten van den
knutselcursus voor kinderen. Door platen en ta
bellen krijgt men een idee van de reportage op
grooten schaal in Salzburg en van de uitge
breide organisatie, die noodig is voor een der
gelijke berichtgeving, waarbij wij het nieuws
tegelijk kunnen zien en hooren.
GESPECIALISEERDE ORKESTEN IN
TSJECHO-SLOWAKIJE.
De leiders van de Tsjecho-Slowaaksche radio
orkesten confereeren over nauwere samenwer
king tusschen de zenders om meer te kunnen
bereiken met de beschikbare orkesten. Ieder
orkest zal dan alleen die soort muziek spelen,
waarvoor het na zijn samenstelling het meest
geschikt is. Tevens zullen zoo min mogelijk
bewerkingen en arrangementen gespeeld wor
den. Ieder van de vijf orkesten zal dus een spe
ciaal karakter dragen en alle stukken van dien
aard uit te voeren krijgen, zoodat ook de pro
gramma's in samenwerking met elkaar moeten
worden opgesteld.
Praag met 42 personen zal moderne, klassieke
en symphonïsche muziek spelen, Mahrisch-
Ostrau moet een volledig Jazz-orkest worden
en voornamelijk Engelsche, Duitsehe en Ame-
rikaansche Jazz-rnuziek ten gehoore brengen,
Brünn zal lichte klassieke muziek en operet
tes spelen; grootere werken zullen door dit or
kest slechts kunnen worden uitgevoerd, wanneer
het voldoende versterkt is. Pressburg zal een
soortgelijk orkest worden met meer Slavische
stukken op het programme. angezien er tus-
schsn de Tsjseho-Slowaaksche zenders een zeer
goede verstandhouding heerscht, is deze rege
ling toe te juichen.
f i