r 9 Waarom kan Engeland nieteven- goed luchtschepen bouwen als Duitschland Hands Sh Cac Pull Wollei Slob 4. FI! Het Bloemendaalssh Weekblad. WetenschappeEijk Nieuws. HEEREN-MI ANEGANG 17 onovertrofien groot aa wol, zijde, wit wit, zwart, f Wol ook met met en zo 50 prims en al Ged. Oude Gr; Uit Heek en Slad. Van R. Hughes verscheen hij de N.V. Uit gevers-maatschappij „Kosmos" te A'dam: Kin deren en Piraten, in de vertaling van Robert Peereboom. We kunnen dit werk het best beschouwen als een weerspiegeling in ietwat zonderlingen vorm van een menschengedachte. Dan bespeuren we hier twee elementen: het reine, waarop niets onreins zijn stempel ver mag te drukken, de kinderziel, in wie het slechte en misdadige niet kan doordringen, omdat totale onschuld een ondoordringbaar pantser vormt, en het kwade, het misdadige, dat zóó huivering—wekkend wordt aangegrepen door die onschuld, dat het eerbiedig op een afstand blijft, niet durft naderen en liever sterft, dan er zelfs in gedachten een smet op te werpen. Het werk is geen compliment voor de cul tuur, want onze cultuur-kinderen zijn zoo naïef niet. Gelukkig. Anders bleef er niet veel van de laatsten over. Het verhaal zelf: verwilderde kinderen, die naar Engeland naar school gestuurd worden en zonder geleide de West-Indische eilanden ver laten op een schip, waar ze letterlijk van alles mogen uithalen, en vandaar op een zeeroovers- schip terechtkomen, staat ons eerder tegen dan dat we ervan genieten kunnen. Mddr, we moeten het boek zelf bezien, doch de spiegel erin, die het gedachteleven van den schrijver weerkaatst. Hij heeft op discrete wijze aangetoond, wat onschuld vermag. JEANNE VEEN. STERFT DE NATUUR IN DEN HERFST? door P Dr. J. FRANSEN. Iedereen prijst op zijn manier de lente, doch is ondankbaar jegens den herfst en den win ter. Toch gaat dit voor het klimaat al evenmin op als voor de schoonheid van het jaargetijde. Maart, de lentemaand, is wat het aantal regen en sneeuwdagen en de temperatuur betreft, be slist ongunstiger dan de herfstmaanden van October tot December. De schoonheid der herfstkleuren behoeven -wij ook niemand te be schrijven. En nog in de eerste helft van No vember kunen wij de bonte bladeren aan de boomen zien. Het „groote sterven", dat de dichters zoo vaak bezingen, duurt in het geheel meer dan vier weken, want het gaat langzaam in zijn werk. Dit „sterven" vat de natuurkundige ech ter anders op dan de dichter. Wel weet en be treurt hij, dat met het einde van den zomer de doodsklok wordt geluid over veel planten en dieren, die in de bosschen en velden leven. Elk jaar heeft ook de natuur een Allerzielendag, een ontroerende morgen, die een onuitsprekelijk droevige en plechtige stemming veroorzaakt. Aan den strakken, matgelen hemel met zilver- achtigen horizon gaat de witgloeiende zonne schijf op en alle velden schijnen overtogen met een zilverig waas. De wegen klinken hard en het heele landschap heeft een kouden, ongewo- nen glans over zich. In dan voorafgaanden nacht heeft het voor het eerst gevroren. Wij gaan in den tuin, die er uitziet als een slagveld. De Oostindische kers, die nog vol knoppen en halfgeopende bloemen zat, ligt slap op den grond. De hardbevroren steeltjes zijn met glinsterende rijp bedekt. De rozenknop pen zijn ontbladerd, nog voor zij zich hebben kunnen openen, de dahlia's laten hun blaadjes hangen en op dezen vriesachtigen morgen, waarop de zon zelfs tegen den middag geen kracht schijnt te hebben valt een ware regen van vallende bladeren neer. Op zoo'n morgen zijn ook de kleine dieren dood; men wist hun kruipende lijfjes, hungegons en gezoem. De perken en grasvelden zijn bevroren en verwelkt, alles is stijf èn dood. Een vlindertje ligt ster vend op den grond met samengetrokken poot jes, een eenzame wesp zoekt bescherming bin nenshuis. Maar ook zij is ten doode opgeschre ven, zij vliegt met moeite nog wat rond en legt zich dan berustend neer om te sterven, kromt haar lijf en beweegt zich niet meer. Met de bladeren sterft hst leven in de natuur. Sombere gedachten beklemmen ons. Het is zoo onbegrijpelijk, dat de natuur eerst zooveel moois toebereidt en dan zoo wreed is, bet voor den tijd, terwijl het nog levenskrachtig is, te dooden. Is dat geen verkwisting, die noodeioos en zelfs tegennatuurlijk lijkt? Deze gevoelens bewijzen echter, dat men de eigenlijk natuur en de inrichting daarvan niet voldoende kent. De herfst heeft slechts een op pervlakkige overeenkomst met den dood, want in den grond der zaak is er een onophoudelijk en voortdurend leven in de natuur, zelfs het afsterven der dieren is natuurkundig gesproken onjuist. Op één dier, dat in den vriesnacht om komt, zijn er tien of honderd, die zien tijdig veilig verborgen hebben. Evenals de menschen nemen mieren, bijen, kevers, rupsen, spinnen en nog veel kleinere dieren hun maatregelen tegen de koude. Zij slapen gedurende den win ter, doch zij sterven niet. Het mos met zijn don kere holten en warme schuilhoekjes is de groote beschermer van het bosch, doch ook de spleten in de boomschors en de afgevallen bladeren bie den warme winterkwartieren. Zelfs het sneeuw dek verhoogt de temperatuur van den toege- dekten grond. Vele der dieren hebben bovendien groote wintervoorraden aangelegd. Talrijke in secten hebben zich in den loop der eeuwen aan den vorst gewend en komen dan juist te voor schijn. Ook enkele rupsen kunnen zich niet tot vlinders ontwikkelen zonder dat zj) gedu rende eenigen tijd stijf bevroren zijn geweest en er zijn slakken, die zonder ijs niet kunnen leven. Voor de planten beteekent de winter evenmin den dood en zelfs geen rust, maar groei. Voor vele gewassen is het zelfs de lente van hun leven. Op een wandeling in den laten herfst of den winter kan men zien, hoe goed de vochtige kou is voor verschillende mossen. In den dro gen zomer konden zij niet gedijen; na Kerstmis komt hun glorietijd. In Mei vallen zij weer terug in hun zomerslaap. Wat vroeger, van Septem ber tot Novtmeber, is het de tijd der paddestoe len, zij groeien onder den grond het snelst gedu rende den winter, terwijl in den zomer hun groei bijna stilstaat. Ook de boomen en het kreupelhout zijn tijdens hun schijnbaren dood intens levend. Evenals de huisvrouw op het platteland haar wintel-voorraden inslaat, be reiden de boomen zich voor op het uitbotten in de volgende lente. Boven de litteekens der afgevallen bladeren ziet men reeds kleine blad knoppen en bij hazelaar, berk en els zelfs bloem knoppen. Deze knoppen zijn echter goed beschut vraagt LADY DRUMMOND—HAW. .Engeland moet niet tot wanhoop vervallen door de schrikwekkende catastrophe van de R 101, Engeland heeft erger rampen onder gaan, en toch het hoofd hoven water gehou den, en met een vertrouwen, dat niet be schaamd werd, in de toekomst geblikt. Dat moet het thans wederom doen. Engeland moet samenwerken met Duitschland en Amerika aan de oplossing der vraagstukken, die ver band houden met de verdere ontwikkeling der lichter-dan-de-lucht toestellen. De toekomst van de luchtschepen ligt in het Kelium-gas, dat onontbrandbaar is. Wanneer de R 101 met helium gevuld ware geweest, zou de verschrik kelijke tragedie niet gebeurd zijn." Dat was de boodschap, die Dr. Hugo Ecke- ner mij zond, onmiddellijk na de ramp met de R 101. Hij is algemeen bekend als de grootste en ervarenste luchtschip-bestuurder der wereld en als eerste autoriteit op het gebied der lich- ter-als-de-lucht machines. Met dezen „storm-koning", zooals ik hem vaak betiteld heb, heb ik in de „Graf Zeppe lin" rond de wereld gevlogen, ben ik drie keer over den Atlantischen Oceaan gestoken, en eens over den Stillen Oceaan, ik ben door de lucht naar het Oosten gereisd, en over den Aequator naar Zuid-Amerika, waar zich te voren nog geen enkel luchtschip gewaagd had, om niet te spreken van verschillende kortere vluchten. Nooit, zelfs niet in de ergste stor men en wjj hebben er eenige geweldige medegemaakt heb ik vrees gevoeld, zelfs niet, toen de „Graf Zeppelin" averij kreeg mid den boven den Atlantischen Oceaan, in Octo ber 1928. Op dit oogenblik, nu technisch-ontwikkelde en niet technisch-ontwikkelde mannen, die al leen veel meer verstand hebben van ingenieurs kunst en vliegwezen dan ik, openlijk de Itch- ter-dan-de-lucht toestellen veroordeelen, wil ik als vrouw, een lans breken ter verdediging van oordeelkundig gebouwde luchtschepen, be mand met ervaren officieren en manschappen. Graf Zeppelin. Ik heb duizenden mijl meer per luohtschip gereisd dan eenig Engelschman, hij moge dan technisch ontwikkeld zfln of niet. Ik ben niet technisch ontwikkeld, maar ik kan goed waar nemen. Dat heeft mfln journalistieke loopbaan mij geleerd. Het is waar, dat de „Graf Zeppe lin" een Duitsch schip is, bemand met Duit- sche officieren en manschappen. Maar als het op kennis aankomt, bestaan er geen nationale grenzen. Sinds Augustus 1928 heeft de „Graf Zeppe lin" 147.000 mijlen gevlogen. In het geheel maakte zij 187 vluchten, waarvan de langste was de historische tocht rondom de aarde in Augustus' 1929. Zij heeft den Atlantischen Oceaan zeven keer overgestoken, en den Stil len Oceaan eens; zij heeft de ijsstreken van riiberië doorkruist, en Rio de Janeiro bezocht. Alles en alles heeft zij 3100 passagiers ver voerd zonder een enkel ongeval. Deze prestatie moet in de oogen van de wereld meer gelden dan het rampzalig einde van de R. 101 op haar eersten passagiers- tocht. Wij moeten eerljjk zijn tegenover onszelf in dituur van "natiónaleri' tegenspoed. De onge vallen bij de Royal Air Force (Koninklijke Luchtmacht), tot 1 October waren het er in dit jaar 48„ overtreffen het aantal slachtoffers] van de R. 101. De ongelukken met vliegtuigen brengen in het algemeen minder consternatie teweeg, omdat het aantal personen, dat bij ieder ongeval gedood wordt, gering is. Maar toch zou niemand er over denken om deze reden de proefnemingen met vliegtuigen stop te zetten. Met onze luchtschepen hebben wij weinig succes gehad. Evenzoo met onze commercieele watervliegtuigen, waarvan wjj er verscheidene verloren hebben. Sir Sefton Brancker sprak nog kort voor zijn dood over een van enze nieuwe commercieele watervliegtuigen: „dat niet van de wateroppervlakte wilde opstijgen". Waar Engeland de leiding heeft. Aan den anderen kant bezitten wij zulke goede militaire machines, als waarop gee:i enkel land zich kan beroemen, en lichte Bril sche vliegtuigen, als de Havilland „Moth's", de Airo Avians", de nieuwe Ssgrave „Meteor" en de Desoutter, die in de geheele wereld zon der weerga zijn, wat betreft hun veiligheid en hun uitrusting. Wij bezitten vliegtuig-machines, die, wat betreft hare betrouwbaarheid en con structie, de eerste zijn van de wereld. De Duit schers bezitten ongeveer 150 watervliegtuigen van het type Dornier-Wal en Super-Wal, in verschillende deelen van de wereld; vele daar van hebben Engelsche machines. Waarom kunnen vrij dan niet even goed en met evenwel succes luchtschepen bouwen als de Duitschers? De R. 101 kostte, geloof ik, 562.000 pond. terwijl de „Graf Zeppelin" enkel 200.000 pond kost. De Duitschers hebben een ervaring in het bouwen en in het besturen van luchtschepen, welke bijna een traditie is. Zij hebben 127 luchtschepen gebouwd, wij nauwelijks een half dozijn. De onze zijn zuiver proefschepen ge weest. In vele opzichten gingen zij uit van het Zeppelin-type. Het antagonisme tusschen de twee groepen lichter-dan-de-lucht. die in Engeland bestaan, hetgeen volstrektgeen geheim is in Europa, is niet van voordeel geweest, juist het tegen deel. Er bestond een zekere afkeer om Duit- sche deskundigen om raad en hulp te vragen, veroorzaakt door onzen nationalen trots. In Amerika bestond een dergelijke belemmering of vooroordeel niet. De reusachtige Amerikaan- sche Zeppelin, veel grooter dan de R. 101, die nu in Akron (Ohio) gebouwd wordt, heeft als hoofd-constructeur Br. Amstein van de Zeppe- linwerken te Friedrichshafen, en. er werkt daar ook een heele staf Duitsche teekenaars. De Amerikaansche Zeppelin zal uitgerust worden met acht Duitsche Maybach-machines van het zelfde type als ons veilig en zeker met de Graf Zeppelin" door menigen storm heeft ge dragen. De Hydrogeen-luchtschepen wor den afgeschaft. De Duitsche Do-X heeft twaalf Amerikaan sche motoren. Het nieuwe Dornier-watervlieg- tuig heeft vier Fransche Hispano-Suiza machi nes, en sommige van de Dornier-Wals en Super-Wals Engelsche Rolls-Royse machines; Ik vermeld dit, omdat niettegenstaande ook in Duitschland een sterke ultra-nationalisti sche strooming bestaat, de bouwers van Duit sche vliegtuigen, zooals Dr. Dornier zich daar door volstrekt niet laten weerhouden adviezen van deskundigen en machines uit andere lan den te halen, wanneer zulke adviezen en ma chines ten goede komen aan de betrouwbaar heid én het succes van hun vliegtuigen. De „Graf Zeppelin" en de R. 101 zullen, naar ik geloof, de laatste hydrogeen-luchtschepen zijn. De ramp van de R. 101 zal tot gevolg hebben, dat dit type wordt afgeschaft. De toe komstige luchtschepen moeten helium-lucht- schepen zijn, zoodat zij niet in brand kunnen vliegen. Want er bestaat geen sneller noch eiliger manier om den Oceaan over te steken dan luchtschepen.Amerika moet het verbod van export van helium waarvan dit land het monopolie bezit opheffen in het belang van de ontwikkeling der lichter-dan-de-lucht toe stellen. En Engeland heeft dergelijke helium- luchtschepen noodig voor de verbinding van de verschillende deelen van het Imperium. Tenzij er nieuwe ontdekkingen gedaan worden (en men voorspelt een zeer sensationeelen vooruit gang bij de zwaarder-dan-de-lucht toestellen, grooter dan er ooit geweest is sinds den eer sten geslaagden vliegtocht van de gebroeders Wright te Killyhawk) zijn vliegtuigen nog niet geschikt voor passagiers-verkeer over den Gceaan. Dat blijft het uitsluitend domein van de luchtschepen. Op weg naar de veilige haven. De Do X op Schellingwoude, wordt naar de landingplaats gesleept. Copyright-Anglo-American Newspaper ServiceHarms Tiepen. tegen de koude en daardoor weinig opvallend. schrijven als een operettevorst bij Italië's gratie, Ook de kruiden en de lage bloeiende planten sterven niet en rusten evenmin. Zij moeten het in den zomer opgenomen voedsel verwerken en zich op de lente voorbereiden; dat alles gebeurt als een in zijn middelen niet kieskeurig, tyran, als parvenu en avonturier. Hij is zeker geen voorbeeld van een vorst, die met zijn volk meeleeft of de werkelijke belangen van zijn onderdanen behar- echter eveneens onzichtbaar, onder den grond, tigt. Doch Albanië is ook geen West-Europeesche waar spruitjes, knollen, wortelstokken en uien staat, die zich wèl bevindt bij het confeetiejasje gevormd worden. Sneeuwklokjes en primula's en der democratie; het is een echt Aziatisch gebie ook de viooltjes zouden niet zoo vroeg kunnen dat slechts officieel bij Europa gerekend wordt bloeien, terwijl soms de sneeuw nog op het Wanneer Zogoe sterft, of verjaagd wordt, zal land ligt, als zij niet het voorafgaande kwar taal alles voorbereid en onder den grond gereed gemaakt hadden. Ook het vallen der bladeren is voor de boo men en struiken geen ongeluk, want de vorst doodt hen niet, doch bevrijdt hen van de oude, door het langdurig gebruik minder goed func- ionneerende bladeren. Binnen in de boomen stroomen de levensappen en ontwikkelen zich de krachten, terwijl de menschen denken dat de natuur in haar doodsslaap is verstard. Zonder deze drie maanden inwendigen arbeid zou er geen lente mogelijk zijn. (Nadruk verboden.) AGMED ZOGOE. De slimste der Albaneezen. Operette- koning of niet? Achmed Zogoe is zwaar ziek. Wanneer Tlij eventueel sterft, verdwijnt er niet de een of ande re machthebber uit den Balkan van het tooneel, doch een systeem, dat daar reeds gedurende eeni ge jaren rust heeft gebracht. En deze rust is niet alleen voor den Balkan, doch ook voor de rest van Europa nuttig geweest, want de vroeger onophou delijk voorkomende twisten deden ook in Europ moeilijkheden ontstaan. Wij moeten Achmed Zogoe van dit stand, beschouwen. Het zou aanlokkelijk zijn, hem te be- éen andere op zijn plaats komen, die in geer enkel opzicht beter is dan hij. Die ander zou ver moedelijk een avonturier ziin, die in Albanië nieuwe woelingen veroorzaakte, een botsing zou doen ontstaan tusschen Italië en Joego-Slavië en zoo tot een nieuwen oorlog aanleiding zou geven Zogoe is dus van alle kwaden het minste. Wat zou er van Albanië terechtkomen, als het eens naar Europeesche begrippen bestuurd werd? Dat weten wij wel, want Europa heeft al eens de gelegenheid gehad, zijn begrippen op Albanië toe te passen. Het was in 1913, toen de regeeringen van alle groote mogendheden Prins Wilhelm von Wied op den nieuwbakken troon van Albanii plaatsten. De Prins von Wied was geen tyran er geen parvenu. I-Iij was een zeer ontwikkeld, Euro- peesch denkend cavalerie-officier. Hij resideer de te Durazzo precies zoolang als de oorlogs schepen van Oostenrijkers, Italianen en Engel- schen in de haven lagen. En zijn macht reikt' even ver als het geschut van de schepen. De Al- baneezen hadden niets tegen hem waarom zou den zij. Maar ze begrepen niet, waarom de hooge politiek eiseht, dat zij geregeerd werden door een buitenlandsch cavalerist, die hun taal niet eens sprak. Dat Is dan ook niet zoo gemakkelijk t begrijpen. Achmed Zogoe hebben zij in dit opzicht niets to verwijten. Hij is een Albanees en spreekt Alba- neesch. Hij is misschien een slechte Europeaan, maar juist daarom een goed Albanees. En de vraag, waarom van de 800.000 Albaneezen juist hij koning moest worden, is gemakkelijker te be antwoorden dan de vraag, waarom zij het geen van allen zouden worden. In Albanië heerscht het systeem der gezinnen, der families en der stam men. Zogoe is het hoofd, wij zouden zeggen: de vorst van een dezer stammen. Nu zijn er nog wel veel stammen in Albanië en evenveel stam hoofden, doch 't aantal is nu van 800.000 al te ruggebracht tot 24. En over deze 24 moest hij ko ning worden, die de krachtigste ellebogen had. En die had Achmed Zogoe zonder eenigen twijfel. Een democratisch bestuur is heel moei, maar men moet eerst 'n volk hebben, waarop het toe gepast kan worden. In Albanië bestaat er geen „volk". Albanië is een uitvinding van de groote mogendheden en Is de oude twistappel tusschen 1e voormalige landen Servië, Montenegro, Grie- :enland en Italië, die het nooit over de verdee- ling eens konden worden. Een volk is het ook niet, want in het voormalige Montenegro, in Macedonië en Thessaiië. wonen precies dezelfde Albaneezen, die alleen in een rustiger streek wa ren terechtgekomen, waar minder over gevoch ten werd. Al deze Albaneezen zijn een conglomaraat van stammen, waarvan wij den oorsprong niet meer kunnen nagaan. Ziïj hebben geen eenheid van taal, godsdienst, schrift, volksgebruiken en nationaal gevoel.' Het nationalisme van den Albanees beperkt zich tot zijn .eigen stam en zijn nationale belangen bestaan uit het annexeeren van zooveel mogelijk vee, weidegrond en akkers van den naburigen stam. Het kan hem daarbij niet schelen, of die naburige stam nu in het eigenlijke Albanië woont of misschien in Grie kenland of Joego-Slavië. En daaruit zal men be grijpen, dat het niet gemakkelijk is in Albanië binnen- of buitenlandsche politiek te voeren. Zoolang Albanië tot Europeesch-Turkije behoor de, was het gemakkelijk die stammen tegen elkaar uit te spelen, want de opperheerschappij werd toch uitgeoefend door den Pasja in Durazzo. Maar toen Albanië zelfstandig werd, bemerkten de stamhoofden dat zij hun macht alleen konden uitoefenen door middel van het rijksbestuur. De besie methode was dus, zelf aan het hoofd te ko men. Dat was dan ook de politiek van een on telbaar aantal Bétfs, Pasja's en Generaals, die gedurende dén wereldoorlog elkaar om beurten de heerschappij ontfutselden en zich tevens om beurten door Joego-Slavië of Italië lieten betalen. De stamvorst Achmed Zogoe was meermalen mi nister, werd ook meermalen door zijn tegenstan ders verjaagd en bleef tenslotte de baas, omdat hij de slimste wat,. Het bleek, dat er met Achmed Zogoe nog het beste te praten en te onderhande len viel en temeer waar hij toen met Italië praat te en onderhandelde, was hij voor Italië de beste man. Zij hielpen hem daarom, zijn macht defi nitief te vestigen en maakten hem koning. Wanneer er één politiek in Albanië een kans op populariteit had, dan was het wel de politiek van toenadering tot Italië. En dat wa,s precies wat de politiek van Achmed Zogoe omvatte. Want Joego-Slavië wilde Albanië annexeeren, terwijl Italië juist belang heeft bü de zelfstandigheid van het land. In Macedonië hebben de Albaneezen weinig pleizier beleefd van de Joego-Slavische regeering en dat voorbeeld schrikt af. Daarom be schouwen de Albaneezen zelf Zogoe ook als het kleinst van alle kwaden. En aat is hij zeer zeker voor hen, zoolang Italië royall blijft, geld geeft voor leg: en spoorwegen en hen daardoor be spaart, de zij voor -dit alles drukkende belastin gen moeten betalen. Ook hier geldt het: om der wille van de smeer likt de kat de kandeleer. Achmed Zogoe als koning Skanderberg III komt voor ons als een operettevorst. Maar de oude Nikita van Montenegro was ook zoo'n operet tevorst en toch was hij de beste koning, die de Montenegrijnen zich wenschen konden. En Ach med Zogoe speelt de operette, die in Albanië op haar plaats is, omdat zij een Albaneesche operet te is. Daar gaat het maar om! En Europa kan niets dan ellende beleven van een tragisch einde dezer operette. (Nadruk verboden.) DE ZEGEPRAAL DER ELECTRICïTEIT IN DE VEREENIGOE STATEN. Volgens de mededeelingen van de afdeeling statistieken hebben de veroruiksprooenten der verschillende energievormen in de Vereenigde Staten een belangrijke verschuiving ondergaan. Terwijl in de 60er jaren water- en stoomkracht beide voor ongeveer hetzelfde aantal procenten voorhanden waren, kwam bij het wisselen van de 20ste eeuw Je electriciteit op den "oorgrond, welke tegenwoordig ruim 75 van het totaio energieverbruik uitmaakt. In Maryland worden zelfs 92 in Illinois 90 der energie verbrui kende machine's met electriciteit aar gedreven. De toename van het electriciteitsvcrbruik in de laatste 10 jaren geeft het onderstaande over zicht: De «waarde van het aantal ingebo 'wde P.K. komt overeen met het aantal in de fabrieken werkzame personen. Vergeleken met het jaar- Hjksche maximum-verbruik aan stroom in de Vereenigde Staten van ruim 500 Kw. uur, (1926) bereikt dit getal b.v. in Duitschland nog niet het derde deel, namelijk slechts 15 KWuur. Zelfs het groot-verbruik van Barmen met 280 KWuur, blijft nog verre achter het Amerikaan sche verbruik. EEN NIEUWE ISOLATIESTOF. De Bell-Company te New York heeft haar telefoonlijnen en centrales zooveel mogelijjt voorzien van een nieuwe isolatie, die voortaan uitsluitend zal worden toegepast. Na uitvoerige proeven bleek men het koperdraad het beste te kunnen omwikkelen met goed, dat gedrenkt was in een alcoholoplossing van oellulose-ace- taat. Door het vervluchtigen van de alcohol ont staat een helder laklaagje. Cellulose acetaat wordt na een. ingewikkeld proces bereid uit katoen, acetonanhydride en azijnzuur in vasten vorm. De draden Worden machinaal voorzien van een groot aar tal lak- laagjes. Esn bepaald stuk is juist opgedroogd, wanneer er een nieuw laagje op moet komen. Men verkrijgt een betere overbrenging van het geluid en bovendien lagere fabrikatiekosten. De oude isolatie bevatte zouten, die door ionisatie geleidend werkten, en was minder goed bestand tegen vocht. Behandeling der draden met was is nu onnoo'dig, waardoor het brandgevaar aan merkelijk vermindert. Tevens kunnen in vele gevallen emaille en stoffen isolatie's worden weggelaten. RIJKE PETROLEUMBRONNEN' IN DUITSCHLAND Korten tijd geleden beweerde de Amerikaan sche petroleumkoning Sinclair, dat Duitschland het rijkste olie-gebied ter aarde was. Mogelijk is het, dat deze uitspraak van den deskundige mettertijd bewaarheid zal worden, temeer daar men bij het dorp Nienhagen, in de omstreken van Hanover, waar reeds geruimen tijd met succes geboord is, weer een nieuwe, rijke petro- leumbron vond. De olie- en gasdruk '2 bij deze bron zoo enorm sterk, dat ondanks de beste technische middelen om het boorgat af te slui ten, de olie in groote hoeveelheden uit de buizen dringt en sijpelt. Dagelijks worden 16 ton petro leum gewonnen. Op den eersten dag werd op deze wtjze ruim 400 ton olie verkregen. Het is een productie, die tot nog toe in Duitschland niet is bereikt. De petroleumkoersen zijn weliswaar niet gun stig in de laatste tijden. Toch is het zeer goed mogelijk, dat in deze bodem schatten voor Duitschland nieuwe verrijkings- en opbouwmo- geiijkheden schuilen. Door 'de centrale ligging heeft Duitschland ongetwijfeld een buitenge woon gunstige positie voor de petroleumverzor- ging van centraal Europa. Nu oefenen echter de groote vrachtkosten en accijns nog een zeer belemmerende invloed op de gang van zaken uit. SCHOONHEIDSGEHEIMEN. Bros haar kan ontstaan door 'szomers te veel met het bloote hoofd ln de zon te loopen. Het wordt weer zacht en glanzend, door een hal ven dag voor het wasschen de hoofdhuid te mas- seeren met olijfolie. Rimpeltjes om de oogen verdwijnen als bij tooverslag door eiwit, dat men er op laat drogen en gedurende den nacht laat inwerken, 's Mor gens wordt het eiwit met goldcream verwijderd. In de buurt van de oogen wrüve men nooit met een handdoek; het afdrogen geschiedt door zaeht drukken. Wimpers groeien, door 's nachts wat witte vaseline op de haarwortels aan te brengen, s Morgens wordt de vaseline met schoon, lauw water verwijderd. Vergroote poriën moeten eerst goed ge reinigd worden door het gezicht te bedekken met een in heet water gedrenkten handdoek; daarna wordt het gezicht gewasschen in een groote hoeveelheid koud water, waarin een paar druppels benzoëtinctuur zijn gedaan. Vermoeide oogen doen rimpels ontstaan; ze worden verfrischt en wel door dikke stukken watten, die gedrenkt zijn in koud water met wat borax. De hals is een verraderlijke aanwijzing voor den leeftijd. Daarom voorkomen wij het ont staan van een dubbele kin en het verslappen der spieren door dagelijks eenige oefeningen te doen. De eerste is de beweging van neen-schud- len, heel langzaam uitgevoerd, waarbij liet hoofd co ver mogelijk wordt gedraaid; de tweede is het op en neer bewegen van de onderkaak, ter wijl het hoofd zoover mogelijk naar achteren wordt gehouden. Verder is het goad, 1'Weemaal per week en zoo noodig dagelijks den hals te mas- seeren met warme amandelolie, die met flinke opwaartsche beweging in de richting van de ooren wordt gestreken. Wanneer men uitgaat, is het goed den hals in te wrijven met cold cream! Het is ook een goede gewoonte, bij het lezen de rug van de linkerhand onder de kin te houden. Wij etaleeren hede Alle benoodigdheder Niet ,Wat in den orde Openbare vergaderu gemeente Bloemendaal, dag 13 November te uur) uur in het Raadh De agenda luidt; 1. Ingekomen stukke 2. Aanwijzing stemlc 3. Verhuur Zeewegte 4. Ruiling van grom Donkerelaan. 5. Aankoop grond ir ningbouw. 6. Vaststelling 2e 7. Nadere vaststelli goëding ex art. behoeve van de 8. Ontheffing bepal dening. 9. Overname van gi Bakkerlaan. werden. Welk een aan\ landsche kracht, na zij] organische gemoedsvoll het Zuiden hij onze Vla buren! Het was uitnemi eind; ook voor de 3 and van wij Hans van Me< niet noemden, alle lof! Tenslotte een vraag. Nederlandscbe schrijve spelers hebben, met oc sche stukken? Zijn wi gaan, aan kloosterkou, niets anders is dan su geerte van den laagst huichel, aan verstillin of aan (ja, maar alt gesproken) welvaart-b Levend Nederland, i STADSSCHOUW Zaterdag 8 Nov. 8 Zijn Testament, tooi Arthur W. Pinero. Zondag 9 November S spelers, dir. Pier Josefine. Maandag 10 Novemb Holland van J. H. spoedige reis door Dinsdag 11 Nov. 8 i stelling: Het Chinei Woensdag 12 Nov. Operette; Dollarprii Vrijdag 14 Nov. 8 U' rette: Czardasvorst Pietje, is het v scheldwoorden geleer Maar Mama, ik woorden hij niet maj I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1930 | | pagina 4