r
9
Waarom kan Engeland nieteven-
goed luchtschepen bouwen als
Duitschland
Hands
Sh
Cac
Pull
Wollei
Slob
4.
FI!
Het Bloemendaalssh Weekblad.
WetenschappeEijk
Nieuws.
HEEREN-MI
ANEGANG 17
onovertrofien
groot aa
wol, zijde, wit
wit, zwart, f
Wol
ook met
met en zo
50 prims
en al
Ged. Oude Gr;
Uit Heek en Slad.
Van R. Hughes verscheen hij de N.V. Uit
gevers-maatschappij „Kosmos" te A'dam: Kin
deren en Piraten, in de vertaling van Robert
Peereboom.
We kunnen dit werk het best beschouwen
als een weerspiegeling in ietwat zonderlingen
vorm van een menschengedachte.
Dan bespeuren we hier twee elementen: het
reine, waarop niets onreins zijn stempel ver
mag te drukken, de kinderziel, in wie het
slechte en misdadige niet kan doordringen,
omdat totale onschuld een ondoordringbaar
pantser vormt, en het kwade, het misdadige,
dat zóó huivering—wekkend wordt aangegrepen
door die onschuld, dat het eerbiedig op een
afstand blijft, niet durft naderen en liever
sterft, dan er zelfs in gedachten een smet op
te werpen.
Het werk is geen compliment voor de cul
tuur, want onze cultuur-kinderen zijn zoo
naïef niet. Gelukkig. Anders bleef er niet veel
van de laatsten over.
Het verhaal zelf: verwilderde kinderen, die
naar Engeland naar school gestuurd worden en
zonder geleide de West-Indische eilanden ver
laten op een schip, waar ze letterlijk van alles
mogen uithalen, en vandaar op een zeeroovers-
schip terechtkomen, staat ons eerder tegen
dan dat we ervan genieten kunnen.
Mddr, we moeten het boek zelf bezien, doch
de spiegel erin, die het gedachteleven van den
schrijver weerkaatst. Hij heeft op discrete wijze
aangetoond, wat onschuld vermag.
JEANNE VEEN.
STERFT DE NATUUR IN DEN HERFST?
door P
Dr. J. FRANSEN.
Iedereen prijst op zijn manier de lente, doch
is ondankbaar jegens den herfst en den win
ter. Toch gaat dit voor het klimaat al evenmin
op als voor de schoonheid van het jaargetijde.
Maart, de lentemaand, is wat het aantal regen
en sneeuwdagen en de temperatuur betreft, be
slist ongunstiger dan de herfstmaanden van
October tot December. De schoonheid der
herfstkleuren behoeven -wij ook niemand te be
schrijven. En nog in de eerste helft van No
vember kunen wij de bonte bladeren aan de
boomen zien.
Het „groote sterven", dat de dichters zoo
vaak bezingen, duurt in het geheel meer dan
vier weken, want het gaat langzaam in zijn
werk. Dit „sterven" vat de natuurkundige ech
ter anders op dan de dichter. Wel weet en be
treurt hij, dat met het einde van den zomer
de doodsklok wordt geluid over veel planten
en dieren, die in de bosschen en velden leven.
Elk jaar heeft ook de natuur een Allerzielendag,
een ontroerende morgen, die een onuitsprekelijk
droevige en plechtige stemming veroorzaakt.
Aan den strakken, matgelen hemel met zilver-
achtigen horizon gaat de witgloeiende zonne
schijf op en alle velden schijnen overtogen met
een zilverig waas. De wegen klinken hard en
het heele landschap heeft een kouden, ongewo-
nen glans over zich. In dan voorafgaanden
nacht heeft het voor het eerst gevroren.
Wij gaan in den tuin, die er uitziet als een
slagveld. De Oostindische kers, die nog vol
knoppen en halfgeopende bloemen zat, ligt
slap op den grond. De hardbevroren steeltjes
zijn met glinsterende rijp bedekt. De rozenknop
pen zijn ontbladerd, nog voor zij zich hebben
kunnen openen, de dahlia's laten hun blaadjes
hangen en op dezen vriesachtigen morgen,
waarop de zon zelfs tegen den middag geen
kracht schijnt te hebben valt een ware regen
van vallende bladeren neer. Op zoo'n morgen
zijn ook de kleine dieren dood; men wist hun
kruipende lijfjes, hungegons en gezoem. De
perken en grasvelden zijn bevroren en verwelkt,
alles is stijf èn dood. Een vlindertje ligt ster
vend op den grond met samengetrokken poot
jes, een eenzame wesp zoekt bescherming bin
nenshuis. Maar ook zij is ten doode opgeschre
ven, zij vliegt met moeite nog wat rond en
legt zich dan berustend neer om te sterven,
kromt haar lijf en beweegt zich niet meer.
Met de bladeren sterft hst leven in de natuur.
Sombere gedachten beklemmen ons. Het is zoo
onbegrijpelijk, dat de natuur eerst zooveel
moois toebereidt en dan zoo wreed is, bet voor
den tijd, terwijl het nog levenskrachtig is, te
dooden. Is dat geen verkwisting, die noodeioos
en zelfs tegennatuurlijk lijkt?
Deze gevoelens bewijzen echter, dat men de
eigenlijk natuur en de inrichting daarvan niet
voldoende kent. De herfst heeft slechts een op
pervlakkige overeenkomst met den dood, want
in den grond der zaak is er een onophoudelijk
en voortdurend leven in de natuur, zelfs het
afsterven der dieren is natuurkundig gesproken
onjuist. Op één dier, dat in den vriesnacht om
komt, zijn er tien of honderd, die zien tijdig
veilig verborgen hebben. Evenals de menschen
nemen mieren, bijen, kevers, rupsen, spinnen
en nog veel kleinere dieren hun maatregelen
tegen de koude. Zij slapen gedurende den win
ter, doch zij sterven niet. Het mos met zijn don
kere holten en warme schuilhoekjes is de groote
beschermer van het bosch, doch ook de spleten
in de boomschors en de afgevallen bladeren bie
den warme winterkwartieren. Zelfs het sneeuw
dek verhoogt de temperatuur van den toege-
dekten grond. Vele der dieren hebben bovendien
groote wintervoorraden aangelegd. Talrijke in
secten hebben zich in den loop der eeuwen aan
den vorst gewend en komen dan juist te voor
schijn. Ook enkele rupsen kunnen zich niet
tot vlinders ontwikkelen zonder dat zj) gedu
rende eenigen tijd stijf bevroren zijn geweest
en er zijn slakken, die zonder ijs niet kunnen
leven.
Voor de planten beteekent de winter evenmin
den dood en zelfs geen rust, maar groei. Voor
vele gewassen is het zelfs de lente van hun
leven. Op een wandeling in den laten herfst of
den winter kan men zien, hoe goed de vochtige
kou is voor verschillende mossen. In den dro
gen zomer konden zij niet gedijen; na Kerstmis
komt hun glorietijd. In Mei vallen zij weer terug
in hun zomerslaap. Wat vroeger, van Septem
ber tot Novtmeber, is het de tijd der paddestoe
len, zij groeien onder den grond het snelst gedu
rende den winter, terwijl in den zomer hun
groei bijna stilstaat. Ook de boomen en het
kreupelhout zijn tijdens hun schijnbaren dood
intens levend. Evenals de huisvrouw op het
platteland haar wintel-voorraden inslaat, be
reiden de boomen zich voor op het uitbotten
in de volgende lente. Boven de litteekens der
afgevallen bladeren ziet men reeds kleine blad
knoppen en bij hazelaar, berk en els zelfs bloem
knoppen. Deze knoppen zijn echter goed beschut
vraagt
LADY DRUMMOND—HAW.
.Engeland moet niet tot wanhoop vervallen
door de schrikwekkende catastrophe van de
R 101, Engeland heeft erger rampen onder
gaan, en toch het hoofd hoven water gehou
den, en met een vertrouwen, dat niet be
schaamd werd, in de toekomst geblikt. Dat
moet het thans wederom doen. Engeland moet
samenwerken met Duitschland en Amerika
aan de oplossing der vraagstukken, die ver
band houden met de verdere ontwikkeling der
lichter-dan-de-lucht toestellen. De toekomst
van de luchtschepen ligt in het Kelium-gas,
dat onontbrandbaar is. Wanneer de R 101 met
helium gevuld ware geweest, zou de verschrik
kelijke tragedie niet gebeurd zijn."
Dat was de boodschap, die Dr. Hugo Ecke-
ner mij zond, onmiddellijk na de ramp met de
R 101. Hij is algemeen bekend als de grootste
en ervarenste luchtschip-bestuurder der wereld
en als eerste autoriteit op het gebied der lich-
ter-als-de-lucht machines.
Met dezen „storm-koning", zooals ik hem
vaak betiteld heb, heb ik in de „Graf Zeppe
lin" rond de wereld gevlogen, ben ik drie keer
over den Atlantischen Oceaan gestoken, en
eens over den Stillen Oceaan, ik ben door de
lucht naar het Oosten gereisd, en over den
Aequator naar Zuid-Amerika, waar zich te
voren nog geen enkel luchtschip gewaagd had,
om niet te spreken van verschillende kortere
vluchten. Nooit, zelfs niet in de ergste stor
men en wjj hebben er eenige geweldige
medegemaakt heb ik vrees gevoeld, zelfs
niet, toen de „Graf Zeppelin" averij kreeg mid
den boven den Atlantischen Oceaan, in Octo
ber 1928.
Op dit oogenblik, nu technisch-ontwikkelde
en niet technisch-ontwikkelde mannen, die al
leen veel meer verstand hebben van ingenieurs
kunst en vliegwezen dan ik, openlijk de Itch-
ter-dan-de-lucht toestellen veroordeelen, wil
ik als vrouw, een lans breken ter verdediging
van oordeelkundig gebouwde luchtschepen, be
mand met ervaren officieren en manschappen.
Graf Zeppelin.
Ik heb duizenden mijl meer per luohtschip
gereisd dan eenig Engelschman, hij moge dan
technisch ontwikkeld zfln of niet. Ik ben niet
technisch ontwikkeld, maar ik kan goed waar
nemen. Dat heeft mfln journalistieke loopbaan
mij geleerd. Het is waar, dat de „Graf Zeppe
lin" een Duitsch schip is, bemand met Duit-
sche officieren en manschappen. Maar als het
op kennis aankomt, bestaan er geen nationale
grenzen.
Sinds Augustus 1928 heeft de „Graf Zeppe
lin" 147.000 mijlen gevlogen. In het geheel
maakte zij 187 vluchten, waarvan de langste
was de historische tocht rondom de aarde in
Augustus' 1929. Zij heeft den Atlantischen
Oceaan zeven keer overgestoken, en den Stil
len Oceaan eens; zij heeft de ijsstreken van
riiberië doorkruist, en Rio de Janeiro bezocht.
Alles en alles heeft zij 3100 passagiers ver
voerd zonder een enkel ongeval.
Deze prestatie moet in de oogen van de
wereld meer gelden dan het rampzalig einde
van de R. 101 op haar eersten passagiers-
tocht.
Wij moeten eerljjk zijn tegenover onszelf in
dituur van "natiónaleri' tegenspoed. De onge
vallen bij de Royal Air Force (Koninklijke
Luchtmacht), tot 1 October waren het er in
dit jaar 48„ overtreffen het aantal slachtoffers]
van de R. 101. De ongelukken met vliegtuigen
brengen in het algemeen minder consternatie
teweeg, omdat het aantal personen, dat bij
ieder ongeval gedood wordt, gering is. Maar
toch zou niemand er over denken om deze
reden de proefnemingen met vliegtuigen stop
te zetten.
Met onze luchtschepen hebben wij weinig
succes gehad. Evenzoo met onze commercieele
watervliegtuigen, waarvan wjj er verscheidene
verloren hebben. Sir Sefton Brancker sprak
nog kort voor zijn dood over een van enze
nieuwe commercieele watervliegtuigen: „dat
niet van de wateroppervlakte wilde opstijgen".
Waar Engeland de leiding heeft.
Aan den anderen kant bezitten wij zulke
goede militaire machines, als waarop gee:i
enkel land zich kan beroemen, en lichte Bril
sche vliegtuigen, als de Havilland „Moth's", de
Airo Avians", de nieuwe Ssgrave „Meteor"
en de Desoutter, die in de geheele wereld zon
der weerga zijn, wat betreft hun veiligheid en
hun uitrusting. Wij bezitten vliegtuig-machines,
die, wat betreft hare betrouwbaarheid en con
structie, de eerste zijn van de wereld. De Duit
schers bezitten ongeveer 150 watervliegtuigen
van het type Dornier-Wal en Super-Wal, in
verschillende deelen van de wereld; vele daar
van hebben Engelsche machines.
Waarom kunnen vrij dan niet even goed en
met evenwel succes luchtschepen bouwen als
de Duitschers? De R. 101 kostte, geloof ik,
562.000 pond. terwijl de „Graf Zeppelin" enkel
200.000 pond kost.
De Duitschers hebben een ervaring in het
bouwen en in het besturen van luchtschepen,
welke bijna een traditie is. Zij hebben 127
luchtschepen gebouwd, wij nauwelijks een half
dozijn. De onze zijn zuiver proefschepen ge
weest. In vele opzichten gingen zij uit van het
Zeppelin-type.
Het antagonisme tusschen de twee groepen
lichter-dan-de-lucht. die in Engeland bestaan,
hetgeen volstrektgeen geheim is in Europa,
is niet van voordeel geweest, juist het tegen
deel. Er bestond een zekere afkeer om Duit-
sche deskundigen om raad en hulp te vragen,
veroorzaakt door onzen nationalen trots. In
Amerika bestond een dergelijke belemmering
of vooroordeel niet. De reusachtige Amerikaan-
sche Zeppelin, veel grooter dan de R. 101, die
nu in Akron (Ohio) gebouwd wordt, heeft als
hoofd-constructeur Br. Amstein van de Zeppe-
linwerken te Friedrichshafen, en. er werkt daar
ook een heele staf Duitsche teekenaars. De
Amerikaansche Zeppelin zal uitgerust worden
met acht Duitsche Maybach-machines van het
zelfde type als ons veilig en zeker met de
Graf Zeppelin" door menigen storm heeft ge
dragen.
De Hydrogeen-luchtschepen wor
den afgeschaft.
De Duitsche Do-X heeft twaalf Amerikaan
sche motoren. Het nieuwe Dornier-watervlieg-
tuig heeft vier Fransche Hispano-Suiza machi
nes, en sommige van de Dornier-Wals en
Super-Wals Engelsche Rolls-Royse machines;
Ik vermeld dit, omdat niettegenstaande ook
in Duitschland een sterke ultra-nationalisti
sche strooming bestaat, de bouwers van Duit
sche vliegtuigen, zooals Dr. Dornier zich daar
door volstrekt niet laten weerhouden adviezen
van deskundigen en machines uit andere lan
den te halen, wanneer zulke adviezen en ma
chines ten goede komen aan de betrouwbaar
heid én het succes van hun vliegtuigen.
De „Graf Zeppelin" en de R. 101 zullen, naar
ik geloof, de laatste hydrogeen-luchtschepen
zijn. De ramp van de R. 101 zal tot gevolg
hebben, dat dit type wordt afgeschaft. De toe
komstige luchtschepen moeten helium-lucht-
schepen zijn, zoodat zij niet in brand kunnen
vliegen. Want er bestaat geen sneller noch
eiliger manier om den Oceaan over te steken
dan luchtschepen.Amerika moet het verbod
van export van helium waarvan dit land het
monopolie bezit opheffen in het belang van
de ontwikkeling der lichter-dan-de-lucht toe
stellen. En Engeland heeft dergelijke helium-
luchtschepen noodig voor de verbinding van de
verschillende deelen van het Imperium. Tenzij
er nieuwe ontdekkingen gedaan worden (en
men voorspelt een zeer sensationeelen vooruit
gang bij de zwaarder-dan-de-lucht toestellen,
grooter dan er ooit geweest is sinds den eer
sten geslaagden vliegtocht van de gebroeders
Wright te Killyhawk) zijn vliegtuigen nog niet
geschikt voor passagiers-verkeer over den
Gceaan. Dat blijft het uitsluitend domein van
de luchtschepen.
Op weg naar de veilige haven. De Do X op Schellingwoude, wordt naar
de landingplaats gesleept.
Copyright-Anglo-American Newspaper
ServiceHarms Tiepen.
tegen de koude en daardoor weinig opvallend. schrijven als een operettevorst bij Italië's gratie,
Ook de kruiden en de lage bloeiende planten
sterven niet en rusten evenmin. Zij moeten het
in den zomer opgenomen voedsel verwerken en
zich op de lente voorbereiden; dat alles gebeurt
als een in zijn middelen niet kieskeurig, tyran, als
parvenu en avonturier. Hij is zeker geen voorbeeld
van een vorst, die met zijn volk meeleeft of de
werkelijke belangen van zijn onderdanen behar-
echter eveneens onzichtbaar, onder den grond, tigt. Doch Albanië is ook geen West-Europeesche
waar spruitjes, knollen, wortelstokken en uien staat, die zich wèl bevindt bij het confeetiejasje
gevormd worden. Sneeuwklokjes en primula's en der democratie; het is een echt Aziatisch gebie
ook de viooltjes zouden niet zoo vroeg kunnen dat slechts officieel bij Europa gerekend wordt
bloeien, terwijl soms de sneeuw nog op het Wanneer Zogoe sterft, of verjaagd wordt, zal
land ligt, als zij niet het voorafgaande kwar
taal alles voorbereid en onder den grond gereed
gemaakt hadden.
Ook het vallen der bladeren is voor de boo
men en struiken geen ongeluk, want de vorst
doodt hen niet, doch bevrijdt hen van de oude,
door het langdurig gebruik minder goed func-
ionneerende bladeren. Binnen in de boomen
stroomen de levensappen en ontwikkelen zich de
krachten, terwijl de menschen denken dat de
natuur in haar doodsslaap is verstard. Zonder
deze drie maanden inwendigen arbeid zou er
geen lente mogelijk zijn.
(Nadruk verboden.)
AGMED ZOGOE.
De slimste der Albaneezen. Operette-
koning of niet?
Achmed Zogoe is zwaar ziek. Wanneer Tlij
eventueel sterft, verdwijnt er niet de een of ande
re machthebber uit den Balkan van het tooneel,
doch een systeem, dat daar reeds gedurende eeni
ge jaren rust heeft gebracht. En deze rust is niet
alleen voor den Balkan, doch ook voor de rest van
Europa nuttig geweest, want de vroeger onophou
delijk voorkomende twisten deden ook in Europ
moeilijkheden ontstaan.
Wij moeten Achmed Zogoe van dit stand,
beschouwen.
Het zou aanlokkelijk zijn, hem te be-
éen andere op zijn plaats komen, die in geer
enkel opzicht beter is dan hij. Die ander zou ver
moedelijk een avonturier ziin, die in Albanië
nieuwe woelingen veroorzaakte, een botsing zou
doen ontstaan tusschen Italië en Joego-Slavië en
zoo tot een nieuwen oorlog aanleiding zou geven
Zogoe is dus van alle kwaden het minste.
Wat zou er van Albanië terechtkomen, als het
eens naar Europeesche begrippen bestuurd werd?
Dat weten wij wel, want Europa heeft al eens de
gelegenheid gehad, zijn begrippen op Albanië toe
te passen. Het was in 1913, toen de regeeringen
van alle groote mogendheden Prins Wilhelm von
Wied op den nieuwbakken troon van Albanii
plaatsten. De Prins von Wied was geen tyran er
geen parvenu. I-Iij was een zeer ontwikkeld, Euro-
peesch denkend cavalerie-officier. Hij resideer
de te Durazzo precies zoolang als de oorlogs
schepen van Oostenrijkers, Italianen en Engel-
schen in de haven lagen. En zijn macht reikt'
even ver als het geschut van de schepen. De Al-
baneezen hadden niets tegen hem waarom zou
den zij. Maar ze begrepen niet, waarom de hooge
politiek eiseht, dat zij geregeerd werden door een
buitenlandsch cavalerist, die hun taal niet eens
sprak. Dat Is dan ook niet zoo gemakkelijk t
begrijpen.
Achmed Zogoe hebben zij in dit opzicht niets
to verwijten. Hij is een Albanees en spreekt Alba-
neesch. Hij is misschien een slechte Europeaan,
maar juist daarom een goed Albanees. En de
vraag, waarom van de 800.000 Albaneezen juist
hij koning moest worden, is gemakkelijker te be
antwoorden dan de vraag, waarom zij het geen
van allen zouden worden. In Albanië heerscht het
systeem der gezinnen, der families en der stam
men. Zogoe is het hoofd, wij zouden zeggen: de
vorst van een dezer stammen. Nu zijn er nog
wel veel stammen in Albanië en evenveel stam
hoofden, doch 't aantal is nu van 800.000 al te
ruggebracht tot 24. En over deze 24 moest hij ko
ning worden, die de krachtigste ellebogen had. En
die had Achmed Zogoe zonder eenigen twijfel.
Een democratisch bestuur is heel moei, maar
men moet eerst 'n volk hebben, waarop het toe
gepast kan worden. In Albanië bestaat er geen
„volk". Albanië is een uitvinding van de groote
mogendheden en Is de oude twistappel tusschen
1e voormalige landen Servië, Montenegro, Grie-
:enland en Italië, die het nooit over de verdee-
ling eens konden worden. Een volk is het ook
niet, want in het voormalige Montenegro, in
Macedonië en Thessaiië. wonen precies dezelfde
Albaneezen, die alleen in een rustiger streek wa
ren terechtgekomen, waar minder over gevoch
ten werd.
Al deze Albaneezen zijn een conglomaraat
van stammen, waarvan wij den oorsprong niet
meer kunnen nagaan. Ziïj hebben geen eenheid
van taal, godsdienst, schrift, volksgebruiken en
nationaal gevoel.' Het nationalisme van den
Albanees beperkt zich tot zijn .eigen stam en zijn
nationale belangen bestaan uit het annexeeren
van zooveel mogelijk vee, weidegrond en akkers
van den naburigen stam. Het kan hem daarbij
niet schelen, of die naburige stam nu in het
eigenlijke Albanië woont of misschien in Grie
kenland of Joego-Slavië. En daaruit zal men be
grijpen, dat het niet gemakkelijk is in Albanië
binnen- of buitenlandsche politiek te voeren.
Zoolang Albanië tot Europeesch-Turkije behoor
de, was het gemakkelijk die stammen tegen elkaar
uit te spelen, want de opperheerschappij werd
toch uitgeoefend door den Pasja in Durazzo.
Maar toen Albanië zelfstandig werd, bemerkten
de stamhoofden dat zij hun macht alleen konden
uitoefenen door middel van het rijksbestuur. De
besie methode was dus, zelf aan het hoofd te ko
men. Dat was dan ook de politiek van een on
telbaar aantal Bétfs, Pasja's en Generaals, die
gedurende dén wereldoorlog elkaar om beurten de
heerschappij ontfutselden en zich tevens om
beurten door Joego-Slavië of Italië lieten betalen.
De stamvorst Achmed Zogoe was meermalen mi
nister, werd ook meermalen door zijn tegenstan
ders verjaagd en bleef tenslotte de baas, omdat
hij de slimste wat,. Het bleek, dat er met Achmed
Zogoe nog het beste te praten en te onderhande
len viel en temeer waar hij toen met Italië praat
te en onderhandelde, was hij voor Italië de beste
man. Zij hielpen hem daarom, zijn macht defi
nitief te vestigen en maakten hem koning.
Wanneer er één politiek in Albanië een kans
op populariteit had, dan was het wel de politiek
van toenadering tot Italië. En dat wa,s precies
wat de politiek van Achmed Zogoe omvatte. Want
Joego-Slavië wilde Albanië annexeeren, terwijl
Italië juist belang heeft bü de zelfstandigheid van
het land. In Macedonië hebben de Albaneezen
weinig pleizier beleefd van de Joego-Slavische
regeering en dat voorbeeld schrikt af. Daarom be
schouwen de Albaneezen zelf Zogoe ook als het
kleinst van alle kwaden. En aat is hij zeer zeker
voor hen, zoolang Italië royall blijft, geld geeft
voor leg: en spoorwegen en hen daardoor be
spaart, de zij voor -dit alles drukkende belastin
gen moeten betalen. Ook hier geldt het: om der
wille van de smeer likt de kat de kandeleer.
Achmed Zogoe als koning Skanderberg III
komt voor ons als een operettevorst. Maar de
oude Nikita van Montenegro was ook zoo'n operet
tevorst en toch was hij de beste koning, die de
Montenegrijnen zich wenschen konden. En Ach
med Zogoe speelt de operette, die in Albanië op
haar plaats is, omdat zij een Albaneesche operet
te is. Daar gaat het maar om! En Europa kan
niets dan ellende beleven van een tragisch einde
dezer operette.
(Nadruk verboden.)
DE ZEGEPRAAL DER ELECTRICïTEIT IN
DE VEREENIGOE STATEN.
Volgens de mededeelingen van de afdeeling
statistieken hebben de veroruiksprooenten der
verschillende energievormen in de Vereenigde
Staten een belangrijke verschuiving ondergaan.
Terwijl in de 60er jaren water- en stoomkracht
beide voor ongeveer hetzelfde aantal procenten
voorhanden waren, kwam bij het wisselen van
de 20ste eeuw Je electriciteit op den "oorgrond,
welke tegenwoordig ruim 75 van het totaio
energieverbruik uitmaakt. In Maryland worden
zelfs 92 in Illinois 90 der energie verbrui
kende machine's met electriciteit aar gedreven.
De toename van het electriciteitsvcrbruik in
de laatste 10 jaren geeft het onderstaande over
zicht:
De «waarde van het aantal ingebo 'wde P.K.
komt overeen met het aantal in de fabrieken
werkzame personen. Vergeleken met het jaar-
Hjksche maximum-verbruik aan stroom in de
Vereenigde Staten van ruim 500 Kw. uur,
(1926) bereikt dit getal b.v. in Duitschland nog
niet het derde deel, namelijk slechts 15 KWuur.
Zelfs het groot-verbruik van Barmen met 280
KWuur, blijft nog verre achter het Amerikaan
sche verbruik.
EEN NIEUWE ISOLATIESTOF.
De Bell-Company te New York heeft haar
telefoonlijnen en centrales zooveel mogelijjt
voorzien van een nieuwe isolatie, die voortaan
uitsluitend zal worden toegepast. Na uitvoerige
proeven bleek men het koperdraad het beste
te kunnen omwikkelen met goed, dat gedrenkt
was in een alcoholoplossing van oellulose-ace-
taat. Door het vervluchtigen van de alcohol ont
staat een helder laklaagje.
Cellulose acetaat wordt na een. ingewikkeld
proces bereid uit katoen, acetonanhydride en
azijnzuur in vasten vorm. De draden Worden
machinaal voorzien van een groot aar tal lak-
laagjes. Esn bepaald stuk is juist opgedroogd,
wanneer er een nieuw laagje op moet komen.
Men verkrijgt een betere overbrenging van het
geluid en bovendien lagere fabrikatiekosten. De
oude isolatie bevatte zouten, die door ionisatie
geleidend werkten, en was minder goed bestand
tegen vocht. Behandeling der draden met was
is nu onnoo'dig, waardoor het brandgevaar aan
merkelijk vermindert. Tevens kunnen in vele
gevallen emaille en stoffen isolatie's worden
weggelaten.
RIJKE PETROLEUMBRONNEN' IN
DUITSCHLAND
Korten tijd geleden beweerde de Amerikaan
sche petroleumkoning Sinclair, dat Duitschland
het rijkste olie-gebied ter aarde was. Mogelijk
is het, dat deze uitspraak van den deskundige
mettertijd bewaarheid zal worden, temeer daar
men bij het dorp Nienhagen, in de omstreken
van Hanover, waar reeds geruimen tijd met
succes geboord is, weer een nieuwe, rijke petro-
leumbron vond. De olie- en gasdruk '2 bij deze
bron zoo enorm sterk, dat ondanks de beste
technische middelen om het boorgat af te slui
ten, de olie in groote hoeveelheden uit de buizen
dringt en sijpelt. Dagelijks worden 16 ton petro
leum gewonnen. Op den eersten dag werd op
deze wtjze ruim 400 ton olie verkregen. Het is
een productie, die tot nog toe in Duitschland
niet is bereikt.
De petroleumkoersen zijn weliswaar niet gun
stig in de laatste tijden. Toch is het zeer goed
mogelijk, dat in deze bodem schatten voor
Duitschland nieuwe verrijkings- en opbouwmo-
geiijkheden schuilen. Door 'de centrale ligging
heeft Duitschland ongetwijfeld een buitenge
woon gunstige positie voor de petroleumverzor-
ging van centraal Europa. Nu oefenen echter
de groote vrachtkosten en accijns nog een zeer
belemmerende invloed op de gang van zaken
uit.
SCHOONHEIDSGEHEIMEN.
Bros haar kan ontstaan door 'szomers te
veel met het bloote hoofd ln de zon te loopen.
Het wordt weer zacht en glanzend, door een hal
ven dag voor het wasschen de hoofdhuid te mas-
seeren met olijfolie.
Rimpeltjes om de oogen verdwijnen als bij
tooverslag door eiwit, dat men er op laat drogen
en gedurende den nacht laat inwerken, 's Mor
gens wordt het eiwit met goldcream verwijderd.
In de buurt van de oogen wrüve men nooit met
een handdoek; het afdrogen geschiedt door
zaeht drukken.
Wimpers groeien, door 's nachts wat witte
vaseline op de haarwortels aan te brengen,
s Morgens wordt de vaseline met schoon, lauw
water verwijderd.
Vergroote poriën moeten eerst goed ge
reinigd worden door het gezicht te bedekken
met een in heet water gedrenkten handdoek;
daarna wordt het gezicht gewasschen in een
groote hoeveelheid koud water, waarin een paar
druppels benzoëtinctuur zijn gedaan.
Vermoeide oogen doen rimpels ontstaan;
ze worden verfrischt en wel door dikke stukken
watten, die gedrenkt zijn in koud water met wat
borax.
De hals is een verraderlijke aanwijzing voor
den leeftijd. Daarom voorkomen wij het ont
staan van een dubbele kin en het verslappen
der spieren door dagelijks eenige oefeningen te
doen. De eerste is de beweging van neen-schud-
len, heel langzaam uitgevoerd, waarbij liet hoofd
co ver mogelijk wordt gedraaid; de tweede is
het op en neer bewegen van de onderkaak, ter
wijl het hoofd zoover mogelijk naar achteren
wordt gehouden. Verder is het goad, 1'Weemaal per
week en zoo noodig dagelijks den hals te mas-
seeren met warme amandelolie, die met flinke
opwaartsche beweging in de richting van de
ooren wordt gestreken. Wanneer men uitgaat, is
het goed den hals in te wrijven met cold cream!
Het is ook een goede gewoonte, bij het lezen de rug
van de linkerhand onder de kin te houden.
Wij etaleeren hede
Alle benoodigdheder
Niet
,Wat in den
orde
Openbare vergaderu
gemeente Bloemendaal,
dag 13 November te
uur) uur in het Raadh
De agenda luidt;
1. Ingekomen stukke
2. Aanwijzing stemlc
3. Verhuur Zeewegte
4. Ruiling van grom
Donkerelaan.
5. Aankoop grond ir
ningbouw.
6. Vaststelling 2e
7. Nadere vaststelli
goëding ex art.
behoeve van de
8. Ontheffing bepal
dening.
9. Overname van gi
Bakkerlaan.
werden. Welk een aan\
landsche kracht, na zij]
organische gemoedsvoll
het Zuiden hij onze Vla
buren! Het was uitnemi
eind; ook voor de 3 and
van wij Hans van Me<
niet noemden, alle lof!
Tenslotte een vraag.
Nederlandscbe schrijve
spelers hebben, met oc
sche stukken? Zijn wi
gaan, aan kloosterkou,
niets anders is dan su
geerte van den laagst
huichel, aan verstillin
of aan (ja, maar alt
gesproken) welvaart-b
Levend Nederland, i
STADSSCHOUW
Zaterdag 8 Nov. 8
Zijn Testament, tooi
Arthur W. Pinero.
Zondag 9 November S
spelers, dir. Pier
Josefine.
Maandag 10 Novemb
Holland van J. H.
spoedige reis door
Dinsdag 11 Nov. 8 i
stelling: Het Chinei
Woensdag 12 Nov.
Operette; Dollarprii
Vrijdag 14 Nov. 8 U'
rette: Czardasvorst
Pietje, is het v
scheldwoorden geleer
Maar Mama, ik
woorden hij niet maj
I