Onze GROOÏE OPRUIMING van Coupons
Gebr. P. J. Schuuring
GARAGE VERSEER
WILD.
A. G. S. M. GIORGIS Zn.
VICT OR I A-WAT E R
Tel. I
ANTCASSEEaZ?
DAMES
Opwekkend en gezond
Het Bloemendaalsch Weekblad.
VRIJDAG 2 JANUARI BEGINT
voor COLBERT COSTUUMS, WINTERJASSEN,
ULSTERS, MANTELS, enz.
„Langs dezen meer en
meer gebruikelijker!
weg.
BLOEMENDAAL
Wed. P. Koomen Zoon
Perzische kunst.
BAAN 43, Dameskapsalon „Gailia".
NAAIMACHINES
I. GEYLYOET. Sailstraat 37 Haarlem Telefoon 13538.
Schoorsteenvegers
AZV.
GEDURENDE DE MAAND JANUARI kunnen deze Coupons worden ver
werkt waarvoor wij speciale prijzen hebben genoteerd.
OM RUIMTE TE MAKEN zullen wij op alle andere in voorraad zijnde:
stoffen 10 tot 15 pCt. KORTING geven a contant.
KAMPER STRAAT 20—22. TELEFOON 12474. HAARLEM.
OP DpN DREMPEL VAN DE NIEUWE POORT.
Als wij de blikken achterwaarts slaan.
HOE HET EERTIJDS WAS OP EIGEN- EN OP
VREEMDEN BODEM.
Langzaam verdwijnend,
met sehuiflende treden.
Verlaat ons de grijsaard
met 't zilveren haar.
Straits ,zullen we weer afscheid moeten nemen
vaji den trouwen metgezel, die zoo langen tijd niet
van onze zijde week; wij waren alweer zoo ge-
meenzaam..mei-hem geworden, zijn naam klonk
<>ns immers vertrouwelijk in de ooren, dat het
ietwat vreemd zal aandoen, zijn plaatsvervanger
met den nieuwen naam te moeten aanduiden.
Driehonderd vijf en zestig dagen hebben wij
straks met hem doorgebracht. Er waren oogen-
blikken, waarin wij hem dankbaar waren, zoo
innig dankbaar vóór de vreugde, die hij ons be
zorgde, het geluk dat hij ons bracht. Voor
den eene beteekende die blijdschap 't verwerven
van een positie, voor den ander het slagen voor
een examen; een derde zag. na lange ziekte een
geliefd lid van denhuiselijken kring hersteld weer
op de oude plaats terugkeeren en het harte klopte
met snellere slagen, welk versneld tempo zijn
oorzaak vond in de emotie, gewekt door dankbare
vreugde.
Eh. als aan zulke oogenblikken teruggedacht
wordt op het oogenblik, dat het Oude Jaar ten
grave daalt; dan, ja' dan zouden wij geneigd zijn,
met Tennyson uit te roepen:
..Old Year, you must not die". 11
Maarer waren ook andere dagen," welke de
grijze vriend die straks van ons gaan zal, ons
liet doorleven. Dagen, waarop wij bang te moede
werdenr waarop wij vreesden, dat de ons opge
legde last schier te zwaar zou blijken om te dra
gen, omdat wij,-in onze menschelijke kortzichtig
heid vergaten, dat ons toch altijd weer wan
neer wü later maar eens terugblikken op de uren,
welke doorworsteld werden kracht naar kruis
geschonken wordt. Doch als de Oudejaarsavond
gekomen is, dan dringt die oude, schoone waar
heid te meer en vooral: te krachtiger tot ons door.
Maar al doortintelt onze ziele dan ook een
gevoel van blijde dankbaarheid, dat de dagen van
beproeving weer achter den rug zijn, tóch kunnen
wij den ouden metgezel, die ons die dagen bracht,
in de scheidensure niet de bovenaangehaalde
Woorden van'den Engelschen dichter toevoegen,
maar gevoelen dan veeleer den drang in ons, om
den scheidenden vriend toe te roepen:
Slaap, slaap in, o Jaar, dat heenging,
Ruim de plaats aan 't Nieuwe in,
't Nieuwe dat ons vroolük toelacht,
Als een zegenrijk begin.
Toch is het ook een gevoel van weemoed, dat
over ons komt, wanneer de klokkewijzers meer
en 'meer het middernachtelijk uur van den Oude
jaarsavond naderen; weèmoed, omdat het ster
vende Jaar, immers het meest expressieve beeld
is van de Vergankelijkheid, van alles dat leeft en.
ten grave daalt.
En als dan de oude vriend verdwenen is, om
nimmer, tot ons te komen, dan verwelkomen wij
den nieuwen metgezel en de onuitgesproken vraag
dringt ons naar de lippen: „Wat brengt gij ons?
Wat zijt gij met ons voornemens? Wat verbergt gij
voor ons in Uwen schoot, onzichtbaar voor allen,
die weer twaalf dagenreeksen, welke wij maanden
heeten, mét U zullen voortschrijden?"
Dè vragen, welke wij hier nederschreven gaan
ons, wanneer de drempel van de nieuwe Poort
weer overschreden is, wél door den geest, maar
wij geven er geen uiting aan,, omdat wij immers
weten, dat het ons niet baat, al zouden wü die
vragen aan den nieuwen vriend stellen, daar
hij het antwoord toch steeds schuldig blijft.
Dicht, als dë nevelen, welke de laatste maand
van het stervende jaar ons bracht, is de sluier,
wélke al het gebeuren, alles wat ons deel zijn zal,
voor het menschelijke oog verborgen houdt en
het is ook beter, ja véél beter zóóbeter, dat
wü niet weten, wat ons hart wellicht zal doen
opspringen van vreugde, of wat ons misschien
schier wanhopig van smart zal kunnen doen zijn.
Laat het alles maar verborgen voor'ons blüven,
totdat het oogenblik is aangebroken, waarop het
goede, dan wel het kwade ons deel zal moeten
wórden.
Wü wachten, in hoopvol verlangen, en glim
lachen als wij lezen, hoe onze Germaansche voor
vaderen bü de jaarwisseling in hun zoo sterk ont
wikkeld bügeloof, op allerlei manieren trachtten
den sluier, welke de toekomst voor hen afsloot,
op te lichten. Vele eeuwen geleden klom men op
het dak van zün huis, en hield dan, als men op
die vérheven verblüfplaats was aangeland, een
zwaard in de hand, waarop toover-runen gekrab
beld waren. Men meende dan, in staat te zün,
in de toekomst te kunnen lezen. Of men het dan
ook inderdaad kon? 'Dat meldt de historie niet,
iriaar wü zullen maar. zoo yry zün, er heel sterk
aam te'twüfeien. Trouwens, er kwam nog heel wat
méér by Rijken." Men moest, als men daar op 't
dak zat, goed acht geven op het ruischen van den
wind. (Wat dit. onderdeel betreft, valt er toch
nog eenige overeenkomst te bespeuren tusschen
onze. verlichte 20ste eeuw. en de tüden van hét
heidendom, want ook thans nog moeten wü er
altijd op bedacht zün, „uit wélken hoek de wind
waait".)
Als de wind uit het Westen woei wij keeren
nu nog even terug naar'caize voorouders op het
dak dan zouden in het jaar, dat zijn intrede
deed, veel hóóggeplaatste personen sneuvelen
(toenmaals waren oorlogen natuurlük aan de orde
vón den dag) en kwam de wind uit het Zuiden,
dan.'stonden de bevolking van lagere maatschap
pelijke orde veel sterfgevallen te wachten. Een
Oostenwind beduidde, dat er sterfte onder het vee
zou komen, doch een wind uit Noordelüke richting
in den Nieuwjaarsnacht was een kostelük tóeken.
Dan kon de dakzitter met een verheugd gemoed
omlaag gaan. want een gelukkig en voorspoedig
jaar zou zün deel zün.
Degenen, die last van duizeligheid hadden, of
misschien aan rheumatiek sukkelden, en daarom
practische bezwaren konden doen gelden, om den
tocht dakwaarts te ondernemen, wisten er een
anderen weg op, om iets van de toekomst te weten
te komen Zij zorgden van tevoren in het bezit te
komen van een stierenhuid en daarmee wandelden
zij naar den dichtbüzünden kruisweg. Men moet
dan ook nog weten, dat de vriendelijke elfen de
gewoonte hadden, in den Nieuwjaarsnacht te ver
huizen, zoodat. zij bü menigte langs de wegen
trokken. Van die gunstige omstandigheid maakten
degenen, die op de stierenhuid gezeten waren, ge
bruik, om zich goed geluk te laten voorspellen.
En daar, na het nuttigen van Oudejaarsavond-
dronken, de meesten op hun huid de stieren
huid wel te begrijpen al spoedig in slaap vielen,
en in zoete droomer verzonken waren, hielden zü
het ér voor, dat die droomen de voorspellingen
inhielden van die goede elfen.
Weer anderen lieten zich door een oude vrouw
koeken bakken, als dat gebak goed uitviel, en
vooral goed gerezen was en dus mooi bol uit de
pan kwam, dan beteekende dit een gelukkig jaar.
Hoe lachwekkend dit ons thans ook in de ooren
klinkt, heeft dat koeken bakken, eeuw in eeuw
uit, heel wat beteekend, zoowel voor vorstelijke
personen, als voor de meest eenvoudige burgers.
Oudtijds noemde men die koeken oblaten, waarin
wij weer de heidensche afkomst herkennen, want
bij de oude volken kende men het werkwoord
„offere", hetgeen niet anders dan offeren betee
kende en waarvan oblata was afgeleid, dat later
verbasterd werd tot oblaten. In het latere woord
„oblieën" is 't oude woord voor het Oudejaars-
gebak nog terug te vinden.
Al zyn al die gebruiken na de invoering van
net Christendom verdwenen, is er in veranderden
vorm toch nog wel iets van over gebleven. Men
denke. maar eens aan het bakken van oliebollen
op Oudejaarsavond, en aan de „Pfannkuchen" on
zer Oostelijke buren, welke eertüds in den Oude
jaarsnacht in de Beriijnsche koffiehuizen een ge
liefkoosde lekkernij vormden. Men verwarre die
Pfannkuchen vooral niet met onze Hollandsche
pannekoeken. De Duitsche koeken vormden twee
halve bollen van droog eierkoekendeeg', met een
laagje vruchtenmoes er tusschen. Men begrijpt,
dat de Pfaimkucb niet anders was, dan de later
herdoopte Berliner bol.
Nu wij het toch over smullen o.p Oudejaars
avond hebben, zij nog herinnerd aan het gebruik
in Duitschland, om op Oudejaarsavond in de huis
gezinnen karper te eten. De huismoeders bewaar
den eerst zorgvuldig de schubben van die visch-
soort en deelden ze als gelukbrengers aan de.gas
ten uit. Ze werden in beurs of vestjeszak gesto
ken en dan vormden zij een talisman, welke
indien men het maar gelooven wilde er
voor zorgde, dat men het heele jaar geen geld
gebrek had.
Dat men ook in ons land op den Oudejaars
avond graag een smakelük hapje nuttigt, is van
voldoende bekendheid. In sommige streken zijn
er ook weer speciale baksoorten. Herinneren wü
b.v. aan de „Nij-aarskoeken", welke in Drente ge
bakken werden, en aan de „rollegies" (rolletjes)
van meel, boter en suiker, welke vooral in de
Drentsche dorpen zeer algemeen waren.
In onze dagen zün de smaken eenigszins ver-
fünd, en er komen steeds méér smakelüke schotels
op den Oudejaarsdisch. Dat daarnaast ook een
pittige dronk niet versmaad wordt, is van alge-
meene bekendheid, al neemt, gelukkig, in de
laatste kwart-eeuw het misbruik van drank ge-
leidelük af.
Een Oudejaarsavondgebruik in de provincie
Groningen, dat, naar wij meenen te weten, reeds
een halve eeuw sterk aan het afnemen was, en
thans wel tot het verleden zal behooren, bestond
hierin, dat de boerenarbeiders op den laatsten
avond van het jaar tot diep in den eersten nacht
van het Nieuwe, door hun dorp zwierven. Alle
voorwerpen, welke maar gemakkelijk waren mee
te nemen, zooals b.v. bezems, emmers, boerenge
reedschap, maar ook zelfs tuinhekjes en palen,
werden tot voorloopige buit verklaard en ergens
hoog opgestapeld Wie op den ochtend van den
Nieuwjaarsdag het een of ander miste, kon naar
de algemeene verzamelplaats gaan en trachten
uit dien chaos van voorwerpen zijn eigendom op
te zoeken. Den geheelen nacht door klepte de
dorpsklok van den toren, hetgeen vermoedelijk als
muzikale begeleiding dienst deed voor de nachte-
lüke verzamelaars.
Al is het voor de thans levende, zeer verlichte
menscheid wellicht niet büzonder vleiend, op ééne
lün gesteld te worden met haar heidensche voor
ouders, moet er toch even op gewezen worden, dat
de gewoonte, om het Oudejaar uit- en zün op
volger „in te schieten", ook alweer niets anders
is dan een overblüfsel uit de tyden van het meest
intensieve bügeloof. Door het schieten wilde men
de booze geesten verjagen en zelfs nam die, met
recht „heidensche maatregel" zulk een omvang
aan, dat in verschillende oude keuren of veror
deningen, zulks verboden werd. En daar onze
voorouders even nauwkeurig hunne keuren na
kwamen. als het thans levend geslacht alle wets
artikelen naléeft, kwam er van het sehietverbod
op Oudejaarsavond, destüdsniets terecht.
In Goor was het nog omstreeks i850 de ge-
ivoonte, dat even voor het middemachtelük uur
op 31 December was aangebroken, de stads trom
melsiager, de klepperman en de nachtwacht met
zijn hoorn, gevolgd door nagenoeg de geheele bur.
gerij,, met fluitjes en rateltjes, zich naar de wo
ning van het hoofd der gemeente begaven. Zoo
dra dan de beteekenisvolle 12 slagen klonken, be
gon met oorverdoovend geweld het geheele gezel
schap te trommelen, ratelen, kleppen en wat dies
meer zü-
Voor het maken van zooveel mogelijk rumoer,
wanneer een jaar ten grave daalde, heeft men
altüd büzonder veel gevoeld. Ook in militaire
kringen liet men zich niet onbetuigd en zelfs
verhaalt 'n~ historieschrijver boe in sommige ka
zernes het gebruikelijk was, in den Nieuwjaars
nacht onafgebroken de trom te roeren. Omstreeks
1825 werd dat gebruik afgeschaft. Maar om er
zeker van te zün. dat het niet zou gaan als met
't sehietverbod, werden, ais voorzorgsmaatregel,
alle instrumenten, welke dienen konden, om maar
aan den intocht van den nieuwen jaarking „meer
luister" bü te zetten, op Oudejaarsavond achter
slot en gréndel geborgen. Eerst d|i. volgenden
dag werden zij weer te voorschijn gehaald.
Vooral in de groote steden kan men bij de
scheidensure van het Oudejaar waarnemen, dat
met het wentelen van het rad van Vader Tijd,
nog lang niet alle oude gebruiken zijn afgewen
teld.
Wentelen wij straks, wanneer in rustigen fami
liekring, de blik geslagen wordt op hetgeen de
oude Jaarkring bracht, voor een kort oogenblik
alle zorgeischende gedachten van ons af, en bepa
len wij ons er liever toe, dankbaar te erkennen,
dat er heel veel was in die 365 dagen, dat ons
blümoedig stemde. Roept niet alle droeve uren
weer in Uw brein te binnen, maar blikt met hoop
volle verwachting den nieuwen metgezel tegemoet,
die op het punt staat den drempel te overschrij
den, en roept hem van ganscher harte het „Wel
kom!" toe.
JOH. CHR. WIJNAND.
1). „Oude Jaar, gij moet niet sterven".
99
Ëj# i
TEL. 22276.
Prima kwal. - Billijke prijzen
Gierstraat 39, Haarlem. - Tel. 10153
wwiHCi
i iN»ifcwTiwa:
IWSMÈNBMii
OPGERICHT 1828
HUWELIJKSADVERTENTIES
NU EN VROEGER.
Een origineele man heeft aan de hand der
advertentiepagina's van twaalf Nerderiandsche
bladen een statistiek „maandoverzicht" samenge
steld om te weten te komen, wie door middel van
een huwelijksadvertentie willen trouwen en wat
zü verlangen.
Het is een interessant onderwerp. Zoo bleek,
dat de meeste advertenties door mannen geplaatst
worden; de vrouwen schijnen meer een afwach
tende houding te willen aannemen en liever te
schrijven op een geschikt lijkende advertentie dan
er zelf een te zetten. Dit is opmerkelük, want een
man heeft over het algemeen meer gelegenheid
om buiten de advertenties om naar een wederhelft
te zoeken dan een vrouw.
In één maand telde onze statisticus 1295 huwe
lyksadvertenties, w.o. 727 van mannen en 457
van vrouwen. De overige III waren door huwe-
lyksbureaux' geplaatst. De huwelükscandidaten
m de krant waren voor het meerendeel tusschen
de 30 en 35 jaar oud. Voor zoover de mannen
hun beroep vermeldden, bleek dit meestal koop
man of zakenman te zijn; het aantal monteurs
en ambachtslieden was Ook vrü groo.t. Van de
457 vrouwen hadden slechts 75 hun beroep ge
noemd; er waren artisten, dienstmeisjes, vrouwen
in zaken, verpleegsters en modistes onder.
De statistiek is echter het. vermakelykst, waar
zij handelt over de eigenschappen, die verlangd
werden. „Beschaafd" kwam er het meeste op aan,
want dat woord kwam 56 maal voor, knap van
'uiterlük 45 maal, solide 32 maal en huiselük
slechts 26 maai. En goed humeur, een vast ka
rakter, een edel gemoed, temperament, vlyt, be
gaafdheid werden slechts enkele malen gevraagd.
Het merkwaardigste is echter de geschiedenis
der huweiyksadvertentie. De „meer en meer ge
bruikelijke weg" werd het eerst betreden door een
vrouw. Op 22 Mei 1797 verscheen in de „Observer",
een Londensch blad, een advertentie, die groot
opzien baarde. Afgezien van de ouderwetsche,
breedsprakerige stül vertoonde die advertentie
veel overeenkomst met wat wij nu nog dagelijks
in de kranten lezen. Er werd echter niet de
nadruk gelegd op het gebruikebjke van deze me
thode, doch op het ongebruikelijke, ongewone
ervan.
De stelster verklaarde, „dat zij genoodzaakt
was, een middel aan te grijpen, dat, hoe ongewoon
ook, het eenige was waardoor zij mocht hopen
te vinden, wat zij zocht: een vriend. Wanneer
een gentleman van achtenswaardige familie meer
zou wenschen te vernemen omtrent de onderge-
teèkende, wordt hem in overweging gegeven, 'n
paar regels in dit blad te plaatsen, aangezien'de
discretie aanvankelijk geen andere middelen toe
laat. Elisa".
Wekenlang werden heele kolommen van de
.Observer" met antwoorden gevuld. En als men
die antwoorden leest, blüken de tüden toch niet
zoo sterk veranderd te zün als men wel meent.
Zoo verklaart de heer G. A., dat hij een gentle
man is van achtenswaardige familie en ook vol
doende vermogen bezat, docht ondanks dat alles
van Elisa's advertentie nota nam „wegens bijzon
dere omstandigheden". En de heer G. B. No. 33
uit Wigmoreststreet verklaart, alle eigenschappen
van een vriend te bezitten en is bereid tot een
gesprek, wanneer men zich tot hem wil wenden.
Op eerbaarheid en geheimhouding' kan staat ge
maakt worden. Over zün vermogen spreekt hij
voorzichtigheidshalve niet.
Een blükbaar zeer aanzienlijk en ontwikkeld
man toont dadelük in zijn pseudoniem zijn ge
negenheid voor Elisa; hü onderteekent zijn ant-
woord-advertentie met Philo Elisa en zegt:
„Madame! Alles wat U in Uw beschrüving ver
langt, is op mij van toepassing. Veronderstellende
dat U de beste eigenschappen van verstand en
hart bezit, ben ik dan ook bereid, mijn geheele
leven aan het Uwe te binden. Ik heb de op
voeding van een gentleman genoten en mün
dertigste levensjaar volbracht. Ik heb genoeg
eigenschappen om Uwe achting te verwerven en
genoeg moed om Uwe onervarendheid te be
schermen. Ik ben soldaat geweest, doch wanneer
ik ooit weer naar de wapens grijp, zal het uit
sluitend zijn om Elisa te dienen. Mijn inkomen
bedraagt ongeveer 700 pond per jaar. Het Uwe.
hoe groot het ook is blüft geheel tot Uwe be
schikking, wanneer U slechts een voldoende som
afzondert voor onze gemeenschappelijke uit
gaven. Deze aanbieding wordt gedaan op mijn
eerewoord; ik verlang mijnerzijds slechts, dat Uw
naam onbevlekt en Uw uiterlijke verschüning niet
onaangenaam is."
Er kwamen nog heel veel meer antwoorden en
de geheimzinnige Elisa was een tyd lang de
grootste sensatie der Londensche society. Lang
zamerhand zakte echter ook voor haar de belang
stelling; er waren andere dingen, waarover men
kwaad kon spreken. Twee jaar later kon -men in
het nummer van 6 Juni 1799 in het tijdschrift
.Londen and Paris" lezen:
„Men wees schrijver dezes in de opera op een
ier grootste schoonheden, die gezeten was naast
ten eveneens zeer knappen man, met de woorden:
Let U eens goed op dat paar. Dat is de beroemde
Elisa met haar man. Zij bracht hem een ver
mogen van 70.000 pond aan; het züne bedroeg
30.000 pond. Zy hebben alles, wat het leven aan
genaam maakt, doch zij bezitten in elkaar weder-
keerig hun grootsten rijkdom; zü komen weinig
onder de menschen, want zij hebben genoeg aan
elkaar en aan het zoontje, dat hun geboren is.'
Vervolgens wordt uitvoerig geschreven, wat er
allemaal aan het huwelük is vooraf gegaan en
onder al die andere kranten-minnaars. Men ziet
hoe de heer C„ nu haar man, werd uitgekozen
onder al die andere kranten-minnaars. Men ziet
dus, dat reeds in de 18e eeuw gelukkige huwelijken
werden gesloten tengevolge van een advertentie
in de krant.
EEN INTERESSANTE TENTOONSTELLING
TE LONDEN.
In de eerste dagen van Januari 1931
zal te Londen een historische tentoon
stelling van Perzische kunst geopend
worden, waar voor de eerste maal,
sinds men de kunstgeschiedenis is
gaan bestudeeren, de bakermat van
onze eigen Westersche kunst, nl,
Voor-Indië en zijn kunst, beter bekend
zal worden gemaakt.
Wij leeren steeds meer, dat wij kunst niet moe
ten opvatten als een verzameling van op zichzelf
staande verschijnselen. Om een voorbeeld te noe
men: hoeveel veranderingen hebben in den loop
der tüden de afbeeldingen van de Madonna of van
de Engelen niet ondergaan, niet alleen in Europa,
doch ook in het verre Oosten. Reeds in vóór-
christelüke tijden zien wü in Duitschland en Italië
in beeldende kunst en literatuur de Engelen op
treden als boden des hemels. Het motief van de
traditioneele engelenfiguren komt uit de Perzische
hoogvlakte. Tijdens de Babylonische gevangen
schap hebben de Joden ze overgenomen en zoo
deden dezelfde figuren hun intrede in dë Christe
lijke kerkelijke kunst. De groote Europeesehe
Het bekende ADRES voor permanent wave
f 7.50, permanent wave lang haar f 10.—,
Watergolf a f 0.90, Onduleeren a f 0.50,
Knippen a f 0.40 en Wasschen f 0.40 IS
Telefoon 15064.
Aanbevelend, H. HÜYBEHS, Dameskapper.
leveren wij de BESTE; in orde maken wij de
slechtste voor den minsten prijs.
vliegtuigen met kostbare voorwerpen zond. Mrs.
Rockefeller Mc. Cormick stuurt een zijden tapüt
met figuren, dat haar niet minder dan 200.000
dollar heeft gekost. Naast tapijten en bronzen
of porceleinen siervoorwerpen kan men er ook
de architectuur bewonderen, die duizenden jaren
lang de voornaamste kunst van Perzië is geweest.
Zoo komt er een 30 M. hoog model van de be
roemde poort der Masdjid-I-Sjah, de keizerhjke
Moskee met zij nsprookjesachtige kleurenpracht.
Perzen op jacht: Een Perzische schilderij uit de
16e eeuw.
schilders hebben dit van de oude Perzen geleerd.
Toch heeft Europa en met name Italië op zün
beurt weer iets gegeven aan het Oosten, ml. de
Madonna-figuren, die weldra in de Perzische en
Voor-Indische kunst hun intrede'deden. Zelfs de
beschrijvingen van hemel en hel, die Dante in
zijn „Divina Commedia" geeft, zijn identiek aan
een Arabisch visioen, dat geschilderd is door een
Arabier uit Murcia, die aan de Arabische academie
van Salamanca studeerde.
Men kan zich dus voorstellen, met hoeveel be
langstelling de geheele beschaafde wereld uitziet
naar de tentoonstelling van Perzische küsist, die
binnenkort te Londen wordt gehouden. Hier zal
men deze kunst in den ruimsten zin van het
woord kunnen bewonderen. Musea, particuliere
verzamelaars en regeeringen hebben ertoe mede
gewerkt, o.a de regeering van Perzië zelf, die vier
Het Paleis der Perzische Koningen te Ktesophon.
De tentoonstelling omvat een tijdperk van 5000
jaar en zal een definiteief bewijs leveren, dat de
Europeesehe kunst haar bloei niet alleen aan Grie
kenland en Rome, doch nog veel meer aan het
oude Perzië te danken heeft. Helaas moet er één
kunstgewrocht ontbreken; de pauwentroon, de
Divan-I-Khas, die in de particuliere audiëntie
zaal van de Voor-Indische Mogol te Dehli stond.
Deze troon geleek een fantastisch visioen van
Perzische kunst en is toch in werkelükheid voort
gebracht door een der vele Europeesehe avontu
riers, die destyds Indië overstroomden. Het was
een Franschman, die reeds verscheidene Europee
sehe vorsten bedrogen had door geraffineerd na
gemaakte edelsteenen voor echte te verköopen en
die nu zün geluk beproefde aan het hof van den
Groot-Mogol.
Op de Divan-I-Khas staat in gouden letters op
een witmarmeren achtergrond: „Wanneer er een
paradijs op aarde bestaat, dan is het dit: een
vorm geworden droom".
De maker van de troon had de rijkdommen van
een keizerrük tot zijn beschikking en een tüdge-
noot schat alleen de waarde van den troonhemel
al op 720 miEioen francs tegen de toen geldende
hooge koers. Thans ziet de bezoeker nog de mar
meren plaat met zes. gaten in de zaal, waarop de
pauwentroon met zijn massief-gouden pooten heeft
gestaan. De troon zelf was eveneens van zwaar
goud en rijkelijk versierd met smaragden, dia
manten en robünen. Er stond een gouden troon
hemel op met twaalf draagzuilen, die met de kost
baarste edelsteenen bedekt waren,, terwijl guirlan
des van paarlen tot op den troonzetel afhingen.
De keizer ontving, op dien troon gezeten, bij
büzondere plechtigheden zijn bezoekers. De troon
ontving zyn naam naar de 2 pronkende pauwen,
die de rugleuning ervan vormden. Hun veeren
bestonden eveneens uit onschatbare flonkerende
juweelen. In Februari 1707 viel Nadir Jjah, de for
tuinlijke Perzische soldaat, Voor-Indië binnen
Delhi, de hoofdstad van den Mogol, viel en daar
door geraakte ook de pauwentroon in zijn handen.
Bij zü terugtocht nam hü dien mee naar zün va
derland Perzië, waar men hem nu nog te Teheran
kan zien.
(Nadruk verboden).
oberlahnstein
NMML.VENN: J. D. POSTHUMUS
KONINKLIJKE STEMPELFABRIEKEN
^^BZIJLSTRAAT 51
Wü rijf» specialiteiten In: FAMILIE-DRUKWERKEN
AANKONDIGINGEN VOO-,
GEBOORTE
VERLOVING
ONDERTROUW
UITNOODIGINOEN
DANKBETUIGINGEN
MENU S
VISITEKAARTEN