Onze GROOÏE OPRUIMING van Coupons Gebr. P. J. Schuuring GARAGE VERSEER WILD. A. G. S. M. GIORGIS Zn. VICT OR I A-WAT E R Tel. I ANTCASSEEaZ? DAMES Opwekkend en gezond Het Bloemendaalsch Weekblad. VRIJDAG 2 JANUARI BEGINT voor COLBERT COSTUUMS, WINTERJASSEN, ULSTERS, MANTELS, enz. „Langs dezen meer en meer gebruikelijker! weg. BLOEMENDAAL Wed. P. Koomen Zoon Perzische kunst. BAAN 43, Dameskapsalon „Gailia". NAAIMACHINES I. GEYLYOET. Sailstraat 37 Haarlem Telefoon 13538. Schoorsteenvegers AZV. GEDURENDE DE MAAND JANUARI kunnen deze Coupons worden ver werkt waarvoor wij speciale prijzen hebben genoteerd. OM RUIMTE TE MAKEN zullen wij op alle andere in voorraad zijnde: stoffen 10 tot 15 pCt. KORTING geven a contant. KAMPER STRAAT 20—22. TELEFOON 12474. HAARLEM. OP DpN DREMPEL VAN DE NIEUWE POORT. Als wij de blikken achterwaarts slaan. HOE HET EERTIJDS WAS OP EIGEN- EN OP VREEMDEN BODEM. Langzaam verdwijnend, met sehuiflende treden. Verlaat ons de grijsaard met 't zilveren haar. Straits ,zullen we weer afscheid moeten nemen vaji den trouwen metgezel, die zoo langen tijd niet van onze zijde week; wij waren alweer zoo ge- meenzaam..mei-hem geworden, zijn naam klonk <>ns immers vertrouwelijk in de ooren, dat het ietwat vreemd zal aandoen, zijn plaatsvervanger met den nieuwen naam te moeten aanduiden. Driehonderd vijf en zestig dagen hebben wij straks met hem doorgebracht. Er waren oogen- blikken, waarin wij hem dankbaar waren, zoo innig dankbaar vóór de vreugde, die hij ons be zorgde, het geluk dat hij ons bracht. Voor den eene beteekende die blijdschap 't verwerven van een positie, voor den ander het slagen voor een examen; een derde zag. na lange ziekte een geliefd lid van denhuiselijken kring hersteld weer op de oude plaats terugkeeren en het harte klopte met snellere slagen, welk versneld tempo zijn oorzaak vond in de emotie, gewekt door dankbare vreugde. Eh. als aan zulke oogenblikken teruggedacht wordt op het oogenblik, dat het Oude Jaar ten grave daalt; dan, ja' dan zouden wij geneigd zijn, met Tennyson uit te roepen: ..Old Year, you must not die". 11 Maarer waren ook andere dagen," welke de grijze vriend die straks van ons gaan zal, ons liet doorleven. Dagen, waarop wij bang te moede werdenr waarop wij vreesden, dat de ons opge legde last schier te zwaar zou blijken om te dra gen, omdat wij,-in onze menschelijke kortzichtig heid vergaten, dat ons toch altijd weer wan neer wü later maar eens terugblikken op de uren, welke doorworsteld werden kracht naar kruis geschonken wordt. Doch als de Oudejaarsavond gekomen is, dan dringt die oude, schoone waar heid te meer en vooral: te krachtiger tot ons door. Maar al doortintelt onze ziele dan ook een gevoel van blijde dankbaarheid, dat de dagen van beproeving weer achter den rug zijn, tóch kunnen wij den ouden metgezel, die ons die dagen bracht, in de scheidensure niet de bovenaangehaalde Woorden van'den Engelschen dichter toevoegen, maar gevoelen dan veeleer den drang in ons, om den scheidenden vriend toe te roepen: Slaap, slaap in, o Jaar, dat heenging, Ruim de plaats aan 't Nieuwe in, 't Nieuwe dat ons vroolük toelacht, Als een zegenrijk begin. Toch is het ook een gevoel van weemoed, dat over ons komt, wanneer de klokkewijzers meer en 'meer het middernachtelijk uur van den Oude jaarsavond naderen; weèmoed, omdat het ster vende Jaar, immers het meest expressieve beeld is van de Vergankelijkheid, van alles dat leeft en. ten grave daalt. En als dan de oude vriend verdwenen is, om nimmer, tot ons te komen, dan verwelkomen wij den nieuwen metgezel en de onuitgesproken vraag dringt ons naar de lippen: „Wat brengt gij ons? Wat zijt gij met ons voornemens? Wat verbergt gij voor ons in Uwen schoot, onzichtbaar voor allen, die weer twaalf dagenreeksen, welke wij maanden heeten, mét U zullen voortschrijden?" Dè vragen, welke wij hier nederschreven gaan ons, wanneer de drempel van de nieuwe Poort weer overschreden is, wél door den geest, maar wij geven er geen uiting aan,, omdat wij immers weten, dat het ons niet baat, al zouden wü die vragen aan den nieuwen vriend stellen, daar hij het antwoord toch steeds schuldig blijft. Dicht, als dë nevelen, welke de laatste maand van het stervende jaar ons bracht, is de sluier, wélke al het gebeuren, alles wat ons deel zijn zal, voor het menschelijke oog verborgen houdt en het is ook beter, ja véél beter zóóbeter, dat wü niet weten, wat ons hart wellicht zal doen opspringen van vreugde, of wat ons misschien schier wanhopig van smart zal kunnen doen zijn. Laat het alles maar verborgen voor'ons blüven, totdat het oogenblik is aangebroken, waarop het goede, dan wel het kwade ons deel zal moeten wórden. Wü wachten, in hoopvol verlangen, en glim lachen als wij lezen, hoe onze Germaansche voor vaderen bü de jaarwisseling in hun zoo sterk ont wikkeld bügeloof, op allerlei manieren trachtten den sluier, welke de toekomst voor hen afsloot, op te lichten. Vele eeuwen geleden klom men op het dak van zün huis, en hield dan, als men op die vérheven verblüfplaats was aangeland, een zwaard in de hand, waarop toover-runen gekrab beld waren. Men meende dan, in staat te zün, in de toekomst te kunnen lezen. Of men het dan ook inderdaad kon? 'Dat meldt de historie niet, iriaar wü zullen maar. zoo yry zün, er heel sterk aam te'twüfeien. Trouwens, er kwam nog heel wat méér by Rijken." Men moest, als men daar op 't dak zat, goed acht geven op het ruischen van den wind. (Wat dit. onderdeel betreft, valt er toch nog eenige overeenkomst te bespeuren tusschen onze. verlichte 20ste eeuw. en de tüden van hét heidendom, want ook thans nog moeten wü er altijd op bedacht zün, „uit wélken hoek de wind waait".) Als de wind uit het Westen woei wij keeren nu nog even terug naar'caize voorouders op het dak dan zouden in het jaar, dat zijn intrede deed, veel hóóggeplaatste personen sneuvelen (toenmaals waren oorlogen natuurlük aan de orde vón den dag) en kwam de wind uit het Zuiden, dan.'stonden de bevolking van lagere maatschap pelijke orde veel sterfgevallen te wachten. Een Oostenwind beduidde, dat er sterfte onder het vee zou komen, doch een wind uit Noordelüke richting in den Nieuwjaarsnacht was een kostelük tóeken. Dan kon de dakzitter met een verheugd gemoed omlaag gaan. want een gelukkig en voorspoedig jaar zou zün deel zün. Degenen, die last van duizeligheid hadden, of misschien aan rheumatiek sukkelden, en daarom practische bezwaren konden doen gelden, om den tocht dakwaarts te ondernemen, wisten er een anderen weg op, om iets van de toekomst te weten te komen Zij zorgden van tevoren in het bezit te komen van een stierenhuid en daarmee wandelden zij naar den dichtbüzünden kruisweg. Men moet dan ook nog weten, dat de vriendelijke elfen de gewoonte hadden, in den Nieuwjaarsnacht te ver huizen, zoodat. zij bü menigte langs de wegen trokken. Van die gunstige omstandigheid maakten degenen, die op de stierenhuid gezeten waren, ge bruik, om zich goed geluk te laten voorspellen. En daar, na het nuttigen van Oudejaarsavond- dronken, de meesten op hun huid de stieren huid wel te begrijpen al spoedig in slaap vielen, en in zoete droomer verzonken waren, hielden zü het ér voor, dat die droomen de voorspellingen inhielden van die goede elfen. Weer anderen lieten zich door een oude vrouw koeken bakken, als dat gebak goed uitviel, en vooral goed gerezen was en dus mooi bol uit de pan kwam, dan beteekende dit een gelukkig jaar. Hoe lachwekkend dit ons thans ook in de ooren klinkt, heeft dat koeken bakken, eeuw in eeuw uit, heel wat beteekend, zoowel voor vorstelijke personen, als voor de meest eenvoudige burgers. Oudtijds noemde men die koeken oblaten, waarin wij weer de heidensche afkomst herkennen, want bij de oude volken kende men het werkwoord „offere", hetgeen niet anders dan offeren betee kende en waarvan oblata was afgeleid, dat later verbasterd werd tot oblaten. In het latere woord „oblieën" is 't oude woord voor het Oudejaars- gebak nog terug te vinden. Al zyn al die gebruiken na de invoering van net Christendom verdwenen, is er in veranderden vorm toch nog wel iets van over gebleven. Men denke. maar eens aan het bakken van oliebollen op Oudejaarsavond, en aan de „Pfannkuchen" on zer Oostelijke buren, welke eertüds in den Oude jaarsnacht in de Beriijnsche koffiehuizen een ge liefkoosde lekkernij vormden. Men verwarre die Pfannkuchen vooral niet met onze Hollandsche pannekoeken. De Duitsche koeken vormden twee halve bollen van droog eierkoekendeeg', met een laagje vruchtenmoes er tusschen. Men begrijpt, dat de Pfaimkucb niet anders was, dan de later herdoopte Berliner bol. Nu wij het toch over smullen o.p Oudejaars avond hebben, zij nog herinnerd aan het gebruik in Duitschland, om op Oudejaarsavond in de huis gezinnen karper te eten. De huismoeders bewaar den eerst zorgvuldig de schubben van die visch- soort en deelden ze als gelukbrengers aan de.gas ten uit. Ze werden in beurs of vestjeszak gesto ken en dan vormden zij een talisman, welke indien men het maar gelooven wilde er voor zorgde, dat men het heele jaar geen geld gebrek had. Dat men ook in ons land op den Oudejaars avond graag een smakelük hapje nuttigt, is van voldoende bekendheid. In sommige streken zijn er ook weer speciale baksoorten. Herinneren wü b.v. aan de „Nij-aarskoeken", welke in Drente ge bakken werden, en aan de „rollegies" (rolletjes) van meel, boter en suiker, welke vooral in de Drentsche dorpen zeer algemeen waren. In onze dagen zün de smaken eenigszins ver- fünd, en er komen steeds méér smakelüke schotels op den Oudejaarsdisch. Dat daarnaast ook een pittige dronk niet versmaad wordt, is van alge- meene bekendheid, al neemt, gelukkig, in de laatste kwart-eeuw het misbruik van drank ge- leidelük af. Een Oudejaarsavondgebruik in de provincie Groningen, dat, naar wij meenen te weten, reeds een halve eeuw sterk aan het afnemen was, en thans wel tot het verleden zal behooren, bestond hierin, dat de boerenarbeiders op den laatsten avond van het jaar tot diep in den eersten nacht van het Nieuwe, door hun dorp zwierven. Alle voorwerpen, welke maar gemakkelijk waren mee te nemen, zooals b.v. bezems, emmers, boerenge reedschap, maar ook zelfs tuinhekjes en palen, werden tot voorloopige buit verklaard en ergens hoog opgestapeld Wie op den ochtend van den Nieuwjaarsdag het een of ander miste, kon naar de algemeene verzamelplaats gaan en trachten uit dien chaos van voorwerpen zijn eigendom op te zoeken. Den geheelen nacht door klepte de dorpsklok van den toren, hetgeen vermoedelijk als muzikale begeleiding dienst deed voor de nachte- lüke verzamelaars. Al is het voor de thans levende, zeer verlichte menscheid wellicht niet büzonder vleiend, op ééne lün gesteld te worden met haar heidensche voor ouders, moet er toch even op gewezen worden, dat de gewoonte, om het Oudejaar uit- en zün op volger „in te schieten", ook alweer niets anders is dan een overblüfsel uit de tyden van het meest intensieve bügeloof. Door het schieten wilde men de booze geesten verjagen en zelfs nam die, met recht „heidensche maatregel" zulk een omvang aan, dat in verschillende oude keuren of veror deningen, zulks verboden werd. En daar onze voorouders even nauwkeurig hunne keuren na kwamen. als het thans levend geslacht alle wets artikelen naléeft, kwam er van het sehietverbod op Oudejaarsavond, destüdsniets terecht. In Goor was het nog omstreeks i850 de ge- ivoonte, dat even voor het middemachtelük uur op 31 December was aangebroken, de stads trom melsiager, de klepperman en de nachtwacht met zijn hoorn, gevolgd door nagenoeg de geheele bur. gerij,, met fluitjes en rateltjes, zich naar de wo ning van het hoofd der gemeente begaven. Zoo dra dan de beteekenisvolle 12 slagen klonken, be gon met oorverdoovend geweld het geheele gezel schap te trommelen, ratelen, kleppen en wat dies meer zü- Voor het maken van zooveel mogelijk rumoer, wanneer een jaar ten grave daalde, heeft men altüd büzonder veel gevoeld. Ook in militaire kringen liet men zich niet onbetuigd en zelfs verhaalt 'n~ historieschrijver boe in sommige ka zernes het gebruikelijk was, in den Nieuwjaars nacht onafgebroken de trom te roeren. Omstreeks 1825 werd dat gebruik afgeschaft. Maar om er zeker van te zün. dat het niet zou gaan als met 't sehietverbod, werden, ais voorzorgsmaatregel, alle instrumenten, welke dienen konden, om maar aan den intocht van den nieuwen jaarking „meer luister" bü te zetten, op Oudejaarsavond achter slot en gréndel geborgen. Eerst d|i. volgenden dag werden zij weer te voorschijn gehaald. Vooral in de groote steden kan men bij de scheidensure van het Oudejaar waarnemen, dat met het wentelen van het rad van Vader Tijd, nog lang niet alle oude gebruiken zijn afgewen teld. Wentelen wij straks, wanneer in rustigen fami liekring, de blik geslagen wordt op hetgeen de oude Jaarkring bracht, voor een kort oogenblik alle zorgeischende gedachten van ons af, en bepa len wij ons er liever toe, dankbaar te erkennen, dat er heel veel was in die 365 dagen, dat ons blümoedig stemde. Roept niet alle droeve uren weer in Uw brein te binnen, maar blikt met hoop volle verwachting den nieuwen metgezel tegemoet, die op het punt staat den drempel te overschrij den, en roept hem van ganscher harte het „Wel kom!" toe. JOH. CHR. WIJNAND. 1). „Oude Jaar, gij moet niet sterven". 99 Ëj# i TEL. 22276. Prima kwal. - Billijke prijzen Gierstraat 39, Haarlem. - Tel. 10153 wwiHCi i iN»ifcwTiwa: IWSMÈNBMii OPGERICHT 1828 HUWELIJKSADVERTENTIES NU EN VROEGER. Een origineele man heeft aan de hand der advertentiepagina's van twaalf Nerderiandsche bladen een statistiek „maandoverzicht" samenge steld om te weten te komen, wie door middel van een huwelijksadvertentie willen trouwen en wat zü verlangen. Het is een interessant onderwerp. Zoo bleek, dat de meeste advertenties door mannen geplaatst worden; de vrouwen schijnen meer een afwach tende houding te willen aannemen en liever te schrijven op een geschikt lijkende advertentie dan er zelf een te zetten. Dit is opmerkelük, want een man heeft over het algemeen meer gelegenheid om buiten de advertenties om naar een wederhelft te zoeken dan een vrouw. In één maand telde onze statisticus 1295 huwe lyksadvertenties, w.o. 727 van mannen en 457 van vrouwen. De overige III waren door huwe- lyksbureaux' geplaatst. De huwelükscandidaten m de krant waren voor het meerendeel tusschen de 30 en 35 jaar oud. Voor zoover de mannen hun beroep vermeldden, bleek dit meestal koop man of zakenman te zijn; het aantal monteurs en ambachtslieden was Ook vrü groo.t. Van de 457 vrouwen hadden slechts 75 hun beroep ge noemd; er waren artisten, dienstmeisjes, vrouwen in zaken, verpleegsters en modistes onder. De statistiek is echter het. vermakelykst, waar zij handelt over de eigenschappen, die verlangd werden. „Beschaafd" kwam er het meeste op aan, want dat woord kwam 56 maal voor, knap van 'uiterlük 45 maal, solide 32 maal en huiselük slechts 26 maai. En goed humeur, een vast ka rakter, een edel gemoed, temperament, vlyt, be gaafdheid werden slechts enkele malen gevraagd. Het merkwaardigste is echter de geschiedenis der huweiyksadvertentie. De „meer en meer ge bruikelijke weg" werd het eerst betreden door een vrouw. Op 22 Mei 1797 verscheen in de „Observer", een Londensch blad, een advertentie, die groot opzien baarde. Afgezien van de ouderwetsche, breedsprakerige stül vertoonde die advertentie veel overeenkomst met wat wij nu nog dagelijks in de kranten lezen. Er werd echter niet de nadruk gelegd op het gebruikebjke van deze me thode, doch op het ongebruikelijke, ongewone ervan. De stelster verklaarde, „dat zij genoodzaakt was, een middel aan te grijpen, dat, hoe ongewoon ook, het eenige was waardoor zij mocht hopen te vinden, wat zij zocht: een vriend. Wanneer een gentleman van achtenswaardige familie meer zou wenschen te vernemen omtrent de onderge- teèkende, wordt hem in overweging gegeven, 'n paar regels in dit blad te plaatsen, aangezien'de discretie aanvankelijk geen andere middelen toe laat. Elisa". Wekenlang werden heele kolommen van de .Observer" met antwoorden gevuld. En als men die antwoorden leest, blüken de tüden toch niet zoo sterk veranderd te zün als men wel meent. Zoo verklaart de heer G. A., dat hij een gentle man is van achtenswaardige familie en ook vol doende vermogen bezat, docht ondanks dat alles van Elisa's advertentie nota nam „wegens bijzon dere omstandigheden". En de heer G. B. No. 33 uit Wigmoreststreet verklaart, alle eigenschappen van een vriend te bezitten en is bereid tot een gesprek, wanneer men zich tot hem wil wenden. Op eerbaarheid en geheimhouding' kan staat ge maakt worden. Over zün vermogen spreekt hij voorzichtigheidshalve niet. Een blükbaar zeer aanzienlijk en ontwikkeld man toont dadelük in zijn pseudoniem zijn ge negenheid voor Elisa; hü onderteekent zijn ant- woord-advertentie met Philo Elisa en zegt: „Madame! Alles wat U in Uw beschrüving ver langt, is op mij van toepassing. Veronderstellende dat U de beste eigenschappen van verstand en hart bezit, ben ik dan ook bereid, mijn geheele leven aan het Uwe te binden. Ik heb de op voeding van een gentleman genoten en mün dertigste levensjaar volbracht. Ik heb genoeg eigenschappen om Uwe achting te verwerven en genoeg moed om Uwe onervarendheid te be schermen. Ik ben soldaat geweest, doch wanneer ik ooit weer naar de wapens grijp, zal het uit sluitend zijn om Elisa te dienen. Mijn inkomen bedraagt ongeveer 700 pond per jaar. Het Uwe. hoe groot het ook is blüft geheel tot Uwe be schikking, wanneer U slechts een voldoende som afzondert voor onze gemeenschappelijke uit gaven. Deze aanbieding wordt gedaan op mijn eerewoord; ik verlang mijnerzijds slechts, dat Uw naam onbevlekt en Uw uiterlijke verschüning niet onaangenaam is." Er kwamen nog heel veel meer antwoorden en de geheimzinnige Elisa was een tyd lang de grootste sensatie der Londensche society. Lang zamerhand zakte echter ook voor haar de belang stelling; er waren andere dingen, waarover men kwaad kon spreken. Twee jaar later kon -men in het nummer van 6 Juni 1799 in het tijdschrift .Londen and Paris" lezen: „Men wees schrijver dezes in de opera op een ier grootste schoonheden, die gezeten was naast ten eveneens zeer knappen man, met de woorden: Let U eens goed op dat paar. Dat is de beroemde Elisa met haar man. Zij bracht hem een ver mogen van 70.000 pond aan; het züne bedroeg 30.000 pond. Zy hebben alles, wat het leven aan genaam maakt, doch zij bezitten in elkaar weder- keerig hun grootsten rijkdom; zü komen weinig onder de menschen, want zij hebben genoeg aan elkaar en aan het zoontje, dat hun geboren is.' Vervolgens wordt uitvoerig geschreven, wat er allemaal aan het huwelük is vooraf gegaan en onder al die andere kranten-minnaars. Men ziet hoe de heer C„ nu haar man, werd uitgekozen onder al die andere kranten-minnaars. Men ziet dus, dat reeds in de 18e eeuw gelukkige huwelijken werden gesloten tengevolge van een advertentie in de krant. EEN INTERESSANTE TENTOONSTELLING TE LONDEN. In de eerste dagen van Januari 1931 zal te Londen een historische tentoon stelling van Perzische kunst geopend worden, waar voor de eerste maal, sinds men de kunstgeschiedenis is gaan bestudeeren, de bakermat van onze eigen Westersche kunst, nl, Voor-Indië en zijn kunst, beter bekend zal worden gemaakt. Wij leeren steeds meer, dat wij kunst niet moe ten opvatten als een verzameling van op zichzelf staande verschijnselen. Om een voorbeeld te noe men: hoeveel veranderingen hebben in den loop der tüden de afbeeldingen van de Madonna of van de Engelen niet ondergaan, niet alleen in Europa, doch ook in het verre Oosten. Reeds in vóór- christelüke tijden zien wü in Duitschland en Italië in beeldende kunst en literatuur de Engelen op treden als boden des hemels. Het motief van de traditioneele engelenfiguren komt uit de Perzische hoogvlakte. Tijdens de Babylonische gevangen schap hebben de Joden ze overgenomen en zoo deden dezelfde figuren hun intrede in dë Christe lijke kerkelijke kunst. De groote Europeesehe Het bekende ADRES voor permanent wave f 7.50, permanent wave lang haar f 10.—, Watergolf a f 0.90, Onduleeren a f 0.50, Knippen a f 0.40 en Wasschen f 0.40 IS Telefoon 15064. Aanbevelend, H. HÜYBEHS, Dameskapper. leveren wij de BESTE; in orde maken wij de slechtste voor den minsten prijs. vliegtuigen met kostbare voorwerpen zond. Mrs. Rockefeller Mc. Cormick stuurt een zijden tapüt met figuren, dat haar niet minder dan 200.000 dollar heeft gekost. Naast tapijten en bronzen of porceleinen siervoorwerpen kan men er ook de architectuur bewonderen, die duizenden jaren lang de voornaamste kunst van Perzië is geweest. Zoo komt er een 30 M. hoog model van de be roemde poort der Masdjid-I-Sjah, de keizerhjke Moskee met zij nsprookjesachtige kleurenpracht. Perzen op jacht: Een Perzische schilderij uit de 16e eeuw. schilders hebben dit van de oude Perzen geleerd. Toch heeft Europa en met name Italië op zün beurt weer iets gegeven aan het Oosten, ml. de Madonna-figuren, die weldra in de Perzische en Voor-Indische kunst hun intrede'deden. Zelfs de beschrijvingen van hemel en hel, die Dante in zijn „Divina Commedia" geeft, zijn identiek aan een Arabisch visioen, dat geschilderd is door een Arabier uit Murcia, die aan de Arabische academie van Salamanca studeerde. Men kan zich dus voorstellen, met hoeveel be langstelling de geheele beschaafde wereld uitziet naar de tentoonstelling van Perzische küsist, die binnenkort te Londen wordt gehouden. Hier zal men deze kunst in den ruimsten zin van het woord kunnen bewonderen. Musea, particuliere verzamelaars en regeeringen hebben ertoe mede gewerkt, o.a de regeering van Perzië zelf, die vier Het Paleis der Perzische Koningen te Ktesophon. De tentoonstelling omvat een tijdperk van 5000 jaar en zal een definiteief bewijs leveren, dat de Europeesehe kunst haar bloei niet alleen aan Grie kenland en Rome, doch nog veel meer aan het oude Perzië te danken heeft. Helaas moet er één kunstgewrocht ontbreken; de pauwentroon, de Divan-I-Khas, die in de particuliere audiëntie zaal van de Voor-Indische Mogol te Dehli stond. Deze troon geleek een fantastisch visioen van Perzische kunst en is toch in werkelükheid voort gebracht door een der vele Europeesehe avontu riers, die destyds Indië overstroomden. Het was een Franschman, die reeds verscheidene Europee sehe vorsten bedrogen had door geraffineerd na gemaakte edelsteenen voor echte te verköopen en die nu zün geluk beproefde aan het hof van den Groot-Mogol. Op de Divan-I-Khas staat in gouden letters op een witmarmeren achtergrond: „Wanneer er een paradijs op aarde bestaat, dan is het dit: een vorm geworden droom". De maker van de troon had de rijkdommen van een keizerrük tot zijn beschikking en een tüdge- noot schat alleen de waarde van den troonhemel al op 720 miEioen francs tegen de toen geldende hooge koers. Thans ziet de bezoeker nog de mar meren plaat met zes. gaten in de zaal, waarop de pauwentroon met zijn massief-gouden pooten heeft gestaan. De troon zelf was eveneens van zwaar goud en rijkelijk versierd met smaragden, dia manten en robünen. Er stond een gouden troon hemel op met twaalf draagzuilen, die met de kost baarste edelsteenen bedekt waren,, terwijl guirlan des van paarlen tot op den troonzetel afhingen. De keizer ontving, op dien troon gezeten, bij büzondere plechtigheden zijn bezoekers. De troon ontving zyn naam naar de 2 pronkende pauwen, die de rugleuning ervan vormden. Hun veeren bestonden eveneens uit onschatbare flonkerende juweelen. In Februari 1707 viel Nadir Jjah, de for tuinlijke Perzische soldaat, Voor-Indië binnen Delhi, de hoofdstad van den Mogol, viel en daar door geraakte ook de pauwentroon in zijn handen. Bij zü terugtocht nam hü dien mee naar zün va derland Perzië, waar men hem nu nog te Teheran kan zien. (Nadruk verboden). oberlahnstein NMML.VENN: J. D. POSTHUMUS KONINKLIJKE STEMPELFABRIEKEN ^^BZIJLSTRAAT 51 Wü rijf» specialiteiten In: FAMILIE-DRUKWERKEN AANKONDIGINGEN VOO-, GEBOORTE VERLOVING ONDERTROUW UITNOODIGINOEN DANKBETUIGINGEN MENU S VISITEKAARTEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1930 | | pagina 2