Europeesche Democratie, Werd Amerika reeds in 1477 ontdekt Het Bloemendaalsch Weekblad. rechtzetting van een historische dwaling SPORT. PRED TC Door GEORGE BERNARD SHAW. In fret volgende artikel geven wij de meening weer van den bekenden Britscben schrijver Bernard Shaw, die op het oogenblik een reis door de Ver. Staten maakt In de negentiende eeuw bestond het vasteland van Europa staatkundig gesproken uit viel keizerrijken, elf koninkrijken en twee republie ken. Er waren eigenlijk drie republieken, maai de derde was zoo'n miniatuurstaatje, dat ik het oversla. Wanneer men de republiek beschouwt als de uiterste overwinning der democratie, stond het er dus met de democratie tamelijk slecht voor. Op het oogenblik zijn er geen keizerrijken meer, doch er zijn twaalf monarchieën en zes tien republieken ontstaan. De koninkrijken zijn meerendeels kleine landen en in de grootere, zooals Spanje en Italië, staat de monarchie er niet te best voor. De republieken zijn dus verre in de meerderheid en volgens de laatste mij verstrekte cijfers worden er 302.868.697 Euro peanen republikeinsch geregeerd. Aan den an deren kant worden er 257.303.952 menschen, die vroeger onder een grondwet leefden, nu door een dictator geregeerd. De reusachtige vooruit gang der democratie is dus meer schijn dan wezen. Wij zien hier een zeer merkwaardig verschijn sel. Bij de verbluffende toename van het aantal republieken zouden wij verwachten, dat het parlementaire stelsel een ongekenden bloeitijd zou beleven, doch in plaats daarvan is het ge heel terzijde geschoven. Dit komt niet, doordat de „onbeschaafde" vastelanders niet beter weten en de zegeningen van het Engelsche parlemen taire stelsel niet kennen. Zij hebben integendeel bijna allen een proef genomen met ons regee- ringsstelsel, doch het had al spoedig afgedaan en werd gevolgd door een dictatuur, die men nu reeds vindt in Spanje, Italië, Hongarije,, Joego—Slavië, Polen en Rusland. Men heeft het parlementaire stelsel niet eens op beleefde wijze opzij geschoven, doch men freeft het eenvoudig de deur gewezen, tewijl de dictators, die de macht in handen namen zonder bepaald po pulair te zijn (menschen, die verstandig re- reeren, zijn nooit populair) ondanks alles geduld worden. De volkeren doorzagen zoo spoedig de onmacht en het onpractische van ons oude par lementaire systeem, dat zij alles liever had den dan dat? Wat hapert er? Er hapert dus het een en ander aan de de mocratie of althans aan wat wij democratie noemen en wat algemeen kiesrecht heet. Wjj verwachtten ervan, dat het vele moeilijkheden bevredigend zou oplossen, docb wij zijn be drogen uitgekomen. Wij dachten, dat alles goed en gemakkelijk zou gaan, wanneer er maar ge beurde wat de meerderheid wensohte. Wij dach ten verkeerd. Doch daaruit volgt niet, dat er iets hapert aan de democratie als zoodanig. De democratie is een van de mooiste dingen in de politiek over de geheele wereld en zelfs in de menschelijke gedachtenwereld. Wanneer wij de geschiedenis der democratie in de achttiende en negentiende eeuw aan ons laten voorbijgaan, moeten wij er ons inderdaad over verwonderen, dat deze bijzondere kracht haar weg heeft weten te banen ondanks allen tegenstand en met vernietiging van zooveel oude instellingen. De democratie "heeft vele staatslieden in den vollen zin van het woord geïnspireerd, zooals zij ook dichters geïnspireerd freeft. Zij was een wereldmacht in de negentiende eeuw. Ik kan me nog den ouden tijd herinneren, die nu zoo ver weg schijnt, en die de glorietijd van het parlementaire stelsel was. In de dagen van Gladstone, Disraeli en Bright (de groote volkstribuun, wiens invloed in dien tijd moeilijk overschat kan worden), met zulke mannen aan het hoofd was democratie iets groots. Zij zeiden altijd, wanneer er een reactionnair voorstel werd gedaan, dat de openbare meening in En geland zich daartegen zou verzetten. Het ge liefkoosde thema was: „Elke staatsman, die zooiets voorstaat, zal binnen veertien dagen uit de gunst zijn". Het resultaat van het algemeen kiesrecht. Dit alles was prachtig. Gesteund door die ze kerheid en dat enthousiasme ging de regeering met groote stappen vooruit. Doch toen werd er helaas tegen het einde der negentiende eeuw een verschrikkelijke fout gemaakt. Dc demo cratie, die een levende kracht, een groote kracht een weldadige kracht was, werd overgeleverd aan het algemeen kiesrecht. En toen bleek, dat dc openbare meening een groote macht is, zoo lang men ervoor zorgt, dat de menschen hun meening niet kenbaar kunnen maken. Doch zoo dra men hen daartoe de gelegenheid geeft, be gint de democratie te tanen en dat is het dui delijkst te zien aan hel verschil tusschen Glad stone of Disraeli of Loi'd Oxford of Lloyd George. De twee eerstgenoemden geloofden werkelijk in de democratie en deze was zelfs een soort van tweede geweten voor hen. V:vouwenkiesrech t. Doel.' toen werd het kiesrecht uitgebreid, daarna kwam het algemeen kiesrecht voor man nen. Nu ontbrak alleen nog maar het vrouwen kiesrecht. Men had zich eigenlijk nooit ernstig beziggehouden met den invloed die de vrouwen op den politieken toestand zouden uitoefenen, doch na veel strijd kregen wij dan ook het vrou wenkiesrecht. Ik ben in dien tjjd dikwijls in moelijkheden gekomen, omdat ik nooit op de vergaderingen der suffragettes wilde spreken, hoewel ik als een der ernstigste voorstanders van het vrouwenkiesrecht werd beschouwd. Maar op die vergaderingen traden altijd een aantal bekwame en enthousiaste vrouwen op, die over het algemeen zeer welsprekend waren, en dan sleepten zij in triomf een mannetje op het podium, dat zij voor hun denkbeelden had den gewonnen en die daar een kort toespraakje van niets hield. Ik beschouw mijzelf niet als buitensporig ijdel, doch ik voelde er niets voor om mezelf op die wijze aan het publiek te laten voorstellen. Toch heb ik bij enkele zeldzame gelegenheden gesproken over het onderwerp. In 't kort kwa men mijn woorden dan hierop neer: „Waarom geeft gij u zooveel moeite voor het vrouwen kiesrecht? Ik zou er meer voor voelen, dat vrouwen verkiesbaar werden gesteld en mijn ideaal is, dat :n elk regeerend college de ver houding tusschen het aantal mannen en vrou wen dezelfde is als onder de bevolking van ons land. Maar het vrouwenkiesrecht geeft u niet de minste waarborg, dat er ooit een enkele vrouw in fret parlement zal komen en het zou misschien een middel kunnen zijn om te voor komen, dat er ooit een vrouw in dat college kwam". En die voorspelling van m(j is vrijwel uitgekomen. Er zijn wel enkele vrouwen in hei parlement gekomen en zij hebben daar over het algemeen uitstekend werk verricht, vooral ten behoeve van den werkenden stand, doch de vrouwen stemmen nog altijd voornamelijk op mannen. De vrouwen zullen pas een evenredig aandeel in de regeering hebben, wanneer men mijn voorstel aanneemt, om bjj elke verkiezing tegelijkertijd op een man en op een vrouw te laten stemmen. Volgens de oude democratische ideeën ver onderstelde men, dat bij democratie niet alleen algemeen kiesrecht behoorde, doch evenzeer de regeering door de meerderheid en dat de meer heid altijd de macht in handen moest hebben Doch dan doet ziel: onmiddellijk de vraag voor, wie die meerderheid zullen vormen. Wij zullen het kiesrecht toch b.v. niet toekennen aan kin deren, hoewel de kinderen een groot gedeelte der bevolking vormen en soms op de afschuwe lijkste wijze getyranniseerd en misbruikt wor den. Maar oude en kindsche menschen hebben wel stemrecht. Ik zou dat kunnen vergelijken met de dwaasheid, dat een jongen van 1? jaar geen auto mag besturen, maar dat ik met mijn 75 jaar nog ongehinderd over den weg rijd en dat ik dat mag blijven doen tot mijn dood toe, ook al zou ik 105 jaar oud worden. Als men het kiesrecht onthoudt aan kinderen, moest men het toch zeker onthouden aan de menschen, die niets bezitten. Reeds in oude tijden zijn de staatslieden het erover eens ge worden, dat het geven van medezeggingschap aan menschen die niets bezitten, een van de ge vaarlijkste experimenten is, want deze men schen hebben ook niets te verliezen. En het is misschien even gevaarlijk om stemrecht te geven aan menschen zonder verstand, die niet weten, waarvoor zij stemmen en hun verant woordelijkheid niet beseffen. Zouden wij dan bijzondere macht moeten geven aan de genieën Dat zou ook heelemaal verkeerd zijn; die men schen zou men zelfs fret stemrecht moeten af nemen. Men kan naar hen luisteren, men kan hem zelfs in het parlement brengen, doch men moet hen niet zelf laten. Algemeen kiesrecht. Uit deze voorbeelden wil ik u alleen aan- toonen, dat het denkbeeld van regeering dooi de meerderheid nooit geheel doordacht is. Men heeft aldoor vastgehouden aan het oude idee, dat algemeen kiesrecht een volksvertegenwoor diging zou opleveren, die de publieke meening weergaf, doch gemiddeld op hooger peil zou staan dan de massa van het volk. Mijn opinie is, dat men slechts 'n democratische regeering kan verkrijgen, wanneer de regeering niets beter is dan het volk. Een werkelijke verstan dige regeering zou een ondragelijken toestand kunnen veroorzaken door een overmaat van deugdzaamheid. De menschen verlangen geen democratische regeering, zij verlangen slechts 'n wettel, goedkeuring voor wat zij doen. Wet telijke goedkeuring was in mijn jeugd bijna een heilig woord, maar nu verstaat men er het toppunt van gewetenloosheid onder, waartoe een regeering slechts in staat kan zijn. Zoo kan men met wettelijke goedkeuring menschen doo- den met vergiftige gassen of bommen. Doch waar komt goedkeuring in ons dagelijksch leven in onze zaken en in de politiek op neer Hierop, dat men kan worden ontslagen of afgedankt, om het duidelijk te zeggen. Wij blijven ons best doen op ons dagelijksch werk, omdat wij ont slagen worden, wanneer wij het niet langer tol tevredenheid doen. En in het belang van fret volk ais geheel moesten de vertegenwoordigen de lichamen ook de macht hebben, het,volk opzij te zetten, wanneer de samenwerking niet langer mogelijk is. iNadruk verboden). teil Ejoor Dr. LUIS ULLOA. (Historisch Instituut van Peru). ülloa heeft uit oude Spaansche .-.rchieven bewezen, dat aan de ont- lekking van Amerika in 1492 een -ndere voorafgegaan moet zijn en dat Columbus reeds in 1477 Ame rika heeft bereikt. Het is bekend, dat Columbus op 17 April 1492 een overeenkomst heeft geteekend met zijn ko ning en koningin, n.o. Ferdinand van Arragon en Isabe.la .an Castilië. Dit. contract handelt m.i. over ue officiecle ontdekking van Ameri ka, die daD ook in October van hetzelfde jaar een feit werd. Ik ben niet de eenige en ook niet de eerste, die verklaart, dat Columbus toen hg dit contract aanging, reeds jaren tevoren enkele landen der nieuwe wereld had bezocht, m.a.w., dat hij reeds vroeger het nieuwe vasteland had ontdekt. In 1890, toen men zich begon voor te berei den op de viering van het vierde- eeuwfeest der officieele ontdekking van Amerika, heeft de Spaansche geleerde Patricia Perrazon te Ma drid, verschillende artikelen gepubliceerd, waar in hij hetzelfde verklaarde, wat. ik nu zeg, n.l. dat Columbus reeds in 1477 Amerika heeft ont dekt. Het eenige verschil tusschen zijn verkla ringen en de mijne is. dat hij zijn bevindingen baseerde op technische gronden, n.l. op de toenmalige kennis van oceanografie en nauti- 08, terwijl ik mijn bewijzen put uit oude do cumenten en ander zuiver historisch ma teriaal. Helaas zijn de artikelen van Ferrazon buiten Spanje niet gepubliceerd en in Spanje zelf wer den zij bestreden en gekleineerd. Men zal er zich alleen over verwonderen, dat tusschen de dagen van Columbus en die van Ferrazon moer dan drie eeuwen verliepen, zonder dat iemand anders hetzelfde zei. Doch tot in de zestiende eeuw vinden wij nog menschen, die onze overtuiging bevestigen. Doch de oude Spaansche geschied schrijvers waren in dienst van den koning en het was er hun niet om te- doen, de ware ge schiedenis te beschrijven, maar alleen om de be trokken vorsten, Ferdinand en Isabella, vrij te pleiten. Men leefde in de dagen der inquisitie en critiek werd niet geduld. Ferdinand en Isabella hebben nog vóór 1492 de inquisitie ingesteld en de geschiedschrijvers stellen nu de ontdekking van Amerika steeds voor als een belooning van God vcor de instelling van die rechtbank. Zij kleineerden de verdiensten van Columbus, om die van de vorsten, vooral van Isabella, te ver- grooten en men stelde haar voor als de per soon, die de eigenlijke stoot tot de ontdekking gaf en Columbus als het werktuig, waarvan zij zieh bediende. Verder moet men in aanmerking nemen dat tot in de achttiende eeuw in Spanje geen enkele geschiedkundige en evenmin iemand anders een boek kon uitgeven, zonder dat het verschil lende rechtbanken was gepasseerd met het oog op de eensuur. Het spreekt vanzelf, dat elke aanval op de dynyastie werd onderdrukt. Do officieele geschiedenis, die de vorsten bewondert en vooral Isabella beschouwt als een heilige en als de grootste beschermster van Colum- bus, is echter geheel bezijden de waarheid. In werkelijkheid was Isabella nog meer dan haar echtgenoot tegen de voorstellen van Columbus gekant, doch zg deed alle moeite om hem zgn geheim te ontlokken. Eerst toen hij op het punt stond, de hulp van een buitenlandsch vorst in te roepen, kwam Pater Juan Perez, de vroegere biechtvader 'der koningin, tusschenbeide. Hij was ook degene, die het contract opmaakte en door zijn toedoen raakte de koningin er van overtuigd, dat het succes zeker was, omdat de ontdekking reeds vroeger was gedaan. Deze ware toedracht der zaak kon echter niet gepu bliceerd worden, omdat daardoor een ongunsti- gen kijk werd gegeven op de houding van Isa bella. Een andere reden, waarom de waarheid zoo lang onbekend bleef, is het verloren gaan van vele documenten in den loop der tijden, terwijl andere in de archieven der Spaansche ministe ries begraven werden. Eerst in de laatste ja ren heeft een uitstekende reorganisatie van deze archieven plaats gehad en daardoor zijn vele historische documenten voor de onderzoekers bereikbaar geworden. Ik ben zoo gelukkig ge weest, enkele van die documenten te ontdekken. Het voornaamste is de authentieke tekst van het contract, die tot nu toe onbekend was, ook aan Humbolt en Irving. Een Spaansche ge leerde, Ferdandez de Navarrete, heeft in 1825 de tekst van het verdrag gepubliceerd met de verklaring, dat hij een afschrift genomen had van het oorspronkelijke document, dat in de archieven van den Hertog van Veragua berust te. Humboldt en die na hem kwamen, zijn afge gaan op deze publicatie. Een authentiek stuk. - Doch Navarrete heeft een belangrijke zin snede van het contract veranderd om met de officeele geschiedenis niet in conflict te komen. Terwijl het authentieke stuk zegt, dat de con cessies aan Columbus waren gedaan „als een belooning voor wat hij heeft ontdekt (ha des- cubierto) in de wateren van den Oceaan en voor de reis, die hij nu met Gods hulp daarheen zal doen", schrijft Navarrete, „als een .belooning voor wat hij zal gaan ontdekken (ha de descu- brier) en voor de reis, die hij nu met Gods hulp daarheen zal doen". Door slechts 2 woorden te veranderen, maakte hij den verleden tot toe komenden tg'd, waardoor de geschiedenis dei- ontdekking in den grond gewijzigd wordt. Deze geschiedenisvervalsching wordt ook be wezen door de origiueele concepten in de ko ninklijke archieven van Arragon te Barcelona, waar eveneens staat „hij heeft ontdekt". De zelfde woorden komen trouwens voor in alle exemplaren en alle gelegaliseerde afschriften, die tegen het einde van de vijftiende eeuw ge maakt zijn. De wijziging van Navarrete kon echter niet bemerkt worden omdat niemand de archieven van den Hertog van Veragua kon doorzoeken vóór 1926, toen de Spaansche regee ring ze aankocht om ze in te lijven bij de ar chieven te SeviUa, die betrekking hebben op Indië en dus ook op Amerika, dat voor een ge deelte van Indië werd aangezien. Daar heb ik dit jaar deze ernstige vervalsching kunnen be wijzen. Het staat dus vast, dat Columbus zijn eerste ontdekking reeds gedaan had vóór April 1492 en dat dit feit door de Spaansche vorsten of ficieel werd erkend, toen zij het door Pater Pe rez opgemaakte contract onderteekenden. Pacer Perez, die dus 't, geheim van Columbus kende, had in deze zaak Juan 'de Coloma, de secretaris van den koning, tot adviseur. Het eenige, wat ■in het stuk vreemd aandoet, is het vermelden van den titel Don, voor den naam van den grooten zeevaarder. Deze titel werd hem n.l. pas twee weken later verleend, n.l. bij een konink lijk besluit van 30 April, en daar was dan nog de voorwaarde aan verbonden, 'dat hij hem niet zou voeren, voordat hg de reis met succes had volbracht. Dit is echter geen bewijs, dat het stuk in de bibliotheek van den Hertog van Ve ragua onecht is, want het is een gelegaliseerd afschrift, dat Columbus in 1495 heeft gemaakt van het exemplaar, dat hem op 17 April 1492 overhandigd werd. Bovendien werden de con cepten, 'die in de archieven van Arragon be waard bleven, geregistreerd toen men de net- stukken verzond. Tenslotte vindt men den titel Don vermeld in alle officieele gelegaliseerde af schriften, die tegen het einde van de zestiende eeuw gemaakt zijn. Een onbekend paspoort. In de archieven van Arragon, waar Ferdinand regeerde, vindt men overal bij 'de concepten van het verdrag nog een ander, zeer belangrijk do cument, dat men mist in de archieven van Castilië, waarover Isabella koningin was. Ik zou het een paspoort willen noemen; het werd op 17 April 1492 eveneens aan Columbus ver zonden en ls nooit gepubliceerd, terwijl het tot nu toe ook vrijwel onbekend is gebleven. Dit paspoort bevestigt het verdrag en werpt ook nu meer licht op de woorden „hij heeft ont dekt", want er wordt in gezegd,, dat Columbus zich zal begeven naar landen dicht bg Indië (ad partes Indiae). waaruit dus volgt, dat hij ver weg aan de bladzijde van „de wateren van den oceaan" nieuwe landen heeft ontdekt, waarvan hij, evenals de vorsten, veronderstelde, dat het met Indië een geheel vormde. Het vaststellen van het jaartal der eerste ontdekking is nu nog een vraagstuk op zichzelf. Slechts enkele maanden geleden ontdekte ik in de archieven van Simancas een stuk, dat daar op een zeer duidelijk licht werpt. Er bleek uit, dat na den dood van koningin Isabella een hooge rechtbank werd ingesteld, om het onrecht goed te maken, dat de koningin gedaan had door tijdens haar leven beloften te doen en die niet te houden. Onder de rekestranten bevond zich ook Columbus, die er zich in een memorie over beklaagt, dat noch de koning, noch de ko ningin de verplichtingen waren nagekomen, die zg in het verdrag op zich hadden genomen. In deze memorie staan de volgende veel beteeke- nen'de woorden: „En aangezien hij (Columbus) vanaf zijn 28e jaar deze onderneming gediend heeft en de meergenoemde Indische landen heeft helpen veroveren, waarmee hij hunne Hooghe den zoo'n groote en belangrijke dienst heeft be wezen, zonder onkosten voor de koninklijke schatkist en zonder gevaar voor hunne onder danen, terwijl er zooveel winst en nuttigheid voor deze koninkrijken uit is voortgevloeid, zoo als welbekend is, in de geheele wereld en terwijl 't in zijn macht was, dezen dienst te bewijzen aan onverschillig welken anderen Christelijken •orst, zonder dat hij daardoor zijn geweten zou hebben verzwaard, zoo hebban zij toch niet aan hem de voormelde voorwaarden vervuld en zij hebben de voormalige beloften, gunsten en toe zeggingen niet gehouden noch uitgevoerd op de wijze, die zij hadden beloofd, toen zij aan hem tosstonden". Hieruit blijkt dus, dat Columbus, zoowel de ontdekkingsreizen als veroveringstochten had ondernomen in de Indische landen (m.a.w, Ame rika), toen hij slechts 20 jaar oud was. Bij deze onderneming werd hij door de Spaansche vor sten niet gesteund met geld of manschappen en daaruit blijkt duidelijk, dat hier niet de expe ditie van 1492 is bedoeld, omdat Columbus toen veel ouder dan 28 jaar moet zijn geweest, ter wijl de vorsten hem bovendien op grond van het verdrag, geld, manschappen en schepen ver schaften. In zijn memorie spreekt Columbus dus over een vroegere veroveringsexpeditie; waar het vaststaat, dat Columbus Spanje en Portu gal niet verlaten heeft vanaf de geboorte van zijn zoon Diego in 1480, totdat hij in Augustus 1492 uitvoer voor de officieele expeditie, moet de eerste ontdekking dus eenige jaren vóór 1480 zijn geschied. Het is bekend, dat Columbus hoogstens iets meer dan 60 jaar oud was, toen hij in 1506 stierf, zoodat hij 28 jaar oud geweest moet zijn tusschen 1470 en 1480. Columbus op IJsland. In Februari 1477 verliet Columbus dus IJs land en voer 100 mijlen verder. Zij die hem van onbetrouwbaarheid beschuldigden, vatten dit op als 100 mijlen „naar het Noorden", wat zou beteekenen, dat Columbus op 78 graden N. B. geweest was. Dit is natuurlijk onmogelijk, doch Columbus heeft nooit zooiets beweerd. Een veel juister opvatting is die van den Itaiiaanschen geschiedschrijver Casoni, die reeds in 1600 ver klaarde, 'dat men de uitlating van Columbus moest opvatten als 100 mijlen „naar het Wes ten", waaruit zou volgen, dat Columbus Groen land heeft ontdekt. Ik heb deze zaak nog veel nauwkeuriger onderzocht aan de hand van kaarten uit de eerste helft der zestiende eeuw en van Deensche manuscripten, die de laatste jaren zijn gepubliceerd door Sophus Larsen, di recteur van de universiteitsbibliotheek te Ko penhagen. Volgens al deze documenten heeft een zekere John Scolvus Groenland en zelfs Labrador en New-Foundland bezocht omstreeks 1476. Om redenen, die ik wegens plaatsgebrek niet nader uiteen kan zetten, ben ik tot de con clusie gekomen, dat deze John Scolvus die door sommigen voor een Deen en door anderen voor een Pool wordt gehouden en wiens naam door Humboldt zelfs verbasterd wordt tot John Stro- ny, niemand anders is dan Columbus. Uit een paleografisch oogpunt is het niet zoo verwon derlijk, dat het Latijnsche Columbus of Colubus in de Noorsche lauden wordt verbasterd tot Scolvus of Scolubus. De verandering van Chris- tophorus in John is te verklaren uit het feit, dat in de Middeleeuwen de namen dikwijls ver anderd werden; hiervan heb ik in mijn boeken een aantal typische voorbeelden gegeven. Co lumbus heeft, zooals ik daar uitvoerig bewezen heb, zijn eigen naam nooit vermeld als Ghristo- phorus, doch altijd als Xristo-Ferens, eon bizar re naam, half Griekscli en half Latijn, die eigenlijk niets anders is dan een symbolische aanduiding van den persoon van Johannes den Dooper. Het is werkelijk niet zoo verwonderlijk, dat Columbus, zich inplaats van Johannes, Xristo-Ferens ging noemen, toen hij het varend leven opgaf, dat hij tot den tijd der eerste ont dekkingen geleid had. Uit de documenten, die op den zoogcr.aani'den Scolvus betrekking hebben, blijkt, dal men in 1476 en 1477 moet aannemen als het jaar, waar in Columbus zgn eerste ontdekking dee l. die zoo menigmaal officieel kan worden nagei zen. Ik kan hier niet uitweiden over de documenten cn de conclusies, die mij geleid hebben tot de overtuiging, dat de eerste ontdekkingsreis van Columbus niet slechts tot Groenland en New foundland reikte, doch dat de groote zeeman toen ook verder is 'gevaren tot Florida en ver moedelijk zelfs tot San Domingo. Dit artikel heeft n.l. alleen tot doel om aan te toonen. dat Amerika reeds ontdekt was, voordat in 1492 de officieele ontdekking plaats had. Ik wil er nog slechts aan toevoegen, dat door deze recht zetting der historie een groot aantal eigenaar dige dingen worden opgehelderd. Zoo had men zicht altijd afgevraagd hoe het mogelijk was, dat Columbus in 1492 reeds blijken gaf, de zee- stroomingen en de heerschende winden op den Atlantischen Oceaan grondig te kennen. Er wordt ook door verklaard, dat de kusten van Florida cn andere deelen Van Noord-Amerika reeds voorkwamen op kaarten van ouderen da tum dan 1511, het jaar waarin deze streken of- ficeel werden ontdekt. Wij zuilen dus de geheele geschiedenis van het leven van Columbus en de ontdekking van Amerika moeten herzien. Wat mijzelf betreft, ik heb over deze zaak in dit artikel of elders niets gezegd, dat ik niet door onvervalschte documenten kan bewezen en ook bij het nauwkeurigste onderzoek kan vol houden. (Nadruk verboden). BaaraV. V. A. D. W. S.Hercules BloemendaalHaarlem 5—S 1—2 4—4 VOETBAL. De uitslagen der Zondag gespeelde wedstrij den luiden: Zandvoort—B. F. C. 3—2 Zandvoort heeft tegen B.F.C. geen halve maatregelen genomen en de tl Bussummers een dikke nederlaag toegebracht. Ook Baarn liet het er niet bij zitten, en stuurde V.V.A. met leege handen huis-toe. De Baarners verrichtten de laatste weken wel keurig werk; na twee kostbare punten ver overd te hebben op Zandvoort werd later achtereenvolgens gewonnen van B. F. C. en V. V. A., waardoor, zij zich binnen korten tijd van de laatste plaats werkten, hoewel nog niet geheel gevaarloos, toch goeddeels buiten schot zijn. Prachtig werk. deed Hercules door D. W. S. in Amsterdam te slaan, een uitslag, welke zeker verrassend genoemd mag worden. Beide partijen wogen volkomen tegen elkaar op. De wedstrijd werd door 8000 toeschouwers bij gewoond; vlak voor tijd was de stand nog 11 en het publiek begon het veld reeds te ver laten, toen in de laatste minuut de D.W.S.- doelman voor de tweede maal gecasseerd werd. De Hercules-panieren sfaan gunstiger dan ooit, vooral waar zij D.W.S. nog thuis krijgen cn een ander rivaal, Haarlem, uit. Toch blijven wij bij onze meerling, dnt de Utrechtenaven boven hun stand leven en een hernieuwd eerste klasserschap, vooral in verband met den leef tijd hunner „cracks" en het ten eenenmale ont breken -"-an behoorlijke reserves, weinig pers pectieven biedt. Schakelen wij de houding van een gedeelte der „Haarlem"-supporters uit (de vereenlging „Haarlem" staat hier natuurlijk geheel bui ten!) dan is de wedstrijd Bloemendaal—Haar lem een sportief succes geweest. Door beide partijen werd uitstekend gevoetbald en het aantal doelpunten bewijst, dat de verdedigingen het niet makkelijk hadden. !De goals van Bloe mendaal waren echter van beter kwaliteit dan die der tegenpartij, welke voorat bij de eerste drie punten niet over ongeluk mochten klagen. Inderdaad was de voorhoede der thuisclub in schitterenden vorm. De linksbuiten Strik voor- ai muntte uit door zijn snelle rennen en prima voorzetten; dat hier slechts twee goals "an geproduceerd werden was niet zijn schuld. Zijn Dartner Fr. Bakker, pas -weer na zijn Indische reis in de voorhoede opgenomen, bleek een ge duchte versterking. Zijn zonder drijven of pingelen keurig afgeven en plaatsen was een lust om te zien. Punter was weer de goede spelverdeeler. Jammer, dat hij veel van zijn snelheid en „dash" heeft ingeboet, waardoor hg eenige mooie trough-passes niet uit kon buiten. De jeugdige Charlie de Bock stelde telkens de Haarlem-defensie voor moeilijke problemen, welke zij dan ook niet altijd op wist te lossen. Do beide malen, dat hij scoorde, waren staaltjes van rustig, wél doordacht spel. Niettegenstaan de zijn jeugd weet Charlie in alle omstandig heden zijn hoofd koel te houden, een belang rijke factor voor een goed voetballer. De veteraan Kopjes Niemann heeft op waar dige wijze de afwezige Jules Kammeyer ge remplaceerd. In dezer, wedstrijd, op een smal veld gespeeld, is dc robuste, -maar volkomen eerlijke wijze, waarop „Kop" zijn tegenstan der belaagt, van onschatbare waarde geweest. De eci'3te goal was liter een direct gevolg van. Beijk heeft keurig zijn doe! verdedigd. Hij had aan geen der tegenpunten schuld, maar heeft integendeel door zijn vast en massief optreden menigmaal redding gebracht 'n hachelijke situaties. Bakker eh Yfs backten uitstekend', de eer3te herstelde zich vaiï een zenuwachtig begin en was de. tweede helft een groot struikelblok voor de gevaarlijke reebterwing van Haarlem. Bo vendien was hij, door een opgcloopen blessure tegen Velox niet geheel fit. Waar hij van deze spierverrekking veel hinder had. verdient zijn spel alle respect. Onze ni'ddènlinie toonde zich op volle kraclït en dan wil dit veel zeggen. Het was jammer voor Immer, dat hg niet vrij uit ging bij het tweede Haarlemsche doelpunt, maar de wijze, waaicp hij een vrijwel onhoudbaar schot van Oldenburg iD de tweede helft onschadelijk maakte.bracht de balans weer in evenwicht. Ook Beijk Jr. en Parson hebben heel wat goed opgezette aanvallen in de kiem gesmoord, waarna het plaatsen van Parson meestal wel verzorgd was. Beide partijen kunnen met liét resultaat tevieden zijn. Was de verdediging de' rood- brceken zoo sterk als hun aanval, dan Vormden zij een pioeg. die als sterke eerste klassei aan gemerkt kan worden. Nu echter vreezen wij. dat zij bij een eventueel promoveeieu een nar den dobber zullen krijgen. In 't bijzonder is de backlinie zwak. Een en ander komt in de doel- ciifers der Seboterwegclub duidelijk naar voren. Oldenburg, pi acht-voetballer als hjj overigens is, bracht zijn medespelers cn supporters door zijn eeuwig gepingel tot wanhoop. Zelfzucht is een .kwade eigenschap van een speler. Niet alleen, dat hij in de meeste gevallen na het nassecren van .eenige tegenstanders tenslotte toch gestuit zal worden, maar hij geeft door nutteloos ophouden, van het spel zlin tegen- partij steeds gelegenheid positie te kiezen, en verzwaart daardoor de taak van zijn mede spelers onnoodig. Een record aantal bezoekers is van deze mooie spannende ontmoeting getuige geweest. Zondag a.s. wordt voor deze afdeling ge speeld. Baarnde Spartaan. B. F. C.Haarlem. V. V. A.—D: W. S. Bgain kan zich Zondag vrijwel in veiligheid brengen door Spartaan te slaan. Wij achten de gastheeren, na hun kranig optreden van den laatsten tijd, hiertoe in staat, hoewel het verschil klein zal zijn. Haarlem moet van B. F. C. winnen om bg het hoofd-peleton te blijven. Heksenwerk is het trouwens niet dus brengen de roodbroeken beide punten mee, waarmede zij ook Bloemen daal zeer zullen verplichten. V. V. A., dat D. W. S. ontvangt, zal, hoewel het den roodzwarten Amsterdammers in deze competitie niet meezit, het zoet der overwin ning ditmaal zeker niet smaken. De D.W.S.-ers rullen hun eertijds op eigen terrein behaalde 3—0 overwinning door een nieuwe zege weten te bevestigen. Bloemendaal krijgt gelegenheid na de emoties van de vorige week uit te rusten, en is vrij, evenals Zandvoort, Hercules en Velox. A. C. Ned Her V.m. 10 uur Prof. Eysinga. „Ohrisl De Vrij» Popell Zond V.m. 10.30 Gezong' Woensdag, 21 Jan Lof. Donderdag 22 Jan Ned. Herv. V.m. 10 uur: Ds. maal. N.m. 5 uur: Ds. Jeugddier V.m. 10 uur: de 1 V.m. 10 uur: Prof. Gcref. K V.m. 10 uur: Ds. N.m. 5 uur: Ds. Voorbereiding v Collecte voor c school van Kan Religieuzi V.m. 10Ji uur: D: Rotterdam. Kg 10 h. 30: Service Krafft. 11 h. 45: Service Vcndi S h.: Service divh L'Eglise est couve Ned. Her •r. fc V.m. 10 uur: Ds. STAD ZATEKI Vanity-fair, ke wereldsche leven, heet: vitites make omgang: bloemen dekte schouders ei er bij. Een kermis maatschappelijke rustend op begins* heid, een gezame veraf gelegen doel leiding, met klater sche gedoe is lee duivelsche oorkus; iedereen doet op weer eens aan me immers geen een; menschen. Maar m dankbaar hen, die om dit onechte pi Franz Molnar i kèray, zijn één ak drie" zijn vetnii egoïsme en de ij- leving. Satire is nadert hem alvasi hoorder der goed hij in zijne medem on dwaasheden toi beproeven zich hl stellen. Zijn humo: een tragiscken ins meiisehenkennis e; groepen, die zich i dan ze zijn. Het „Souper" wereld"; „Eén-twe opsnijder-zakenmai beenen. Hel gezelschap sert had een dan deze beide praesta Adolf Engers, speler met een vl stukken als gast komt straks). An man als gastheer uitnemend hun t lend, werden er s De regie van h Lugt Melsert wa: zitten beschaafde tafel te genieten 1 de spelbreker kor mop, bijna een rt ruwe heertje, dik beetje klein. Die sluier der schgn-i spinraggen achter; akelig grimmig ledige wereldlinge: gastheer, nog niei diens goedhartige heel de jalouzie i gasten vervult ine grauwheid, het t 1-ApriI-man het i mop! Hij was f hooger last den 1 nemen; van onder komt z'n olijke bc voorschijn, ha, ha haast niet meer. nen niets meer, n een stemming, zu gezondmakende ei- feest verder als ei van onwaarachtig het scherm zakt, 1 heid en daarachte Van Amerika niet recht hebben, in Europa zich ve doet er in Een-tw mee. En beetje bi De grrroote zak risson (Adolphe schrijftafel 6 te' zijden, de schrijft heeft zijn burea laten zetten en v! van links naar rei op zijn Napoleon-i onmogelijke juffrc van den middenstf middenpunt der e ze als een geëlei alles loopt pracht teinsch lief meisje chauffeur in alle deugd op haar m: worden, wordt no big-vacantie-snel ti gezet en puffend man zijn kantoor heid uitblazend, t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4