Europeesche Democratie,
Werd Amerika reeds in 1477
ontdekt
Het Bloemendaalsch Weekblad.
rechtzetting van een historische dwaling
SPORT.
PRED
TC
Door GEORGE BERNARD SHAW.
In fret volgende artikel geven wij
de meening weer van den bekenden
Britscben schrijver Bernard Shaw,
die op het oogenblik een reis door
de Ver. Staten maakt
In de negentiende eeuw bestond het vasteland
van Europa staatkundig gesproken uit viel
keizerrijken, elf koninkrijken en twee republie
ken. Er waren eigenlijk drie republieken, maai
de derde was zoo'n miniatuurstaatje, dat ik het
oversla.
Wanneer men de republiek beschouwt als de
uiterste overwinning der democratie, stond
het er dus met de democratie tamelijk slecht
voor. Op het oogenblik zijn er geen keizerrijken
meer, doch er zijn twaalf monarchieën en zes
tien republieken ontstaan. De koninkrijken zijn
meerendeels kleine landen en in de grootere,
zooals Spanje en Italië, staat de monarchie er
niet te best voor. De republieken zijn dus verre
in de meerderheid en volgens de laatste mij
verstrekte cijfers worden er 302.868.697 Euro
peanen republikeinsch geregeerd. Aan den an
deren kant worden er 257.303.952 menschen, die
vroeger onder een grondwet leefden, nu door
een dictator geregeerd. De reusachtige vooruit
gang der democratie is dus meer schijn dan
wezen.
Wij zien hier een zeer merkwaardig verschijn
sel. Bij de verbluffende toename van het aantal
republieken zouden wij verwachten, dat het
parlementaire stelsel een ongekenden bloeitijd
zou beleven, doch in plaats daarvan is het ge
heel terzijde geschoven. Dit komt niet, doordat
de „onbeschaafde" vastelanders niet beter weten
en de zegeningen van het Engelsche parlemen
taire stelsel niet kennen. Zij hebben integendeel
bijna allen een proef genomen met ons regee-
ringsstelsel, doch het had al spoedig afgedaan
en werd gevolgd door een dictatuur, die men
nu reeds vindt in Spanje, Italië, Hongarije,,
Joego—Slavië, Polen en Rusland. Men heeft het
parlementaire stelsel niet eens op beleefde wijze
opzij geschoven, doch men freeft het eenvoudig
de deur gewezen, tewijl de dictators, die de
macht in handen namen zonder bepaald po
pulair te zijn (menschen, die verstandig re-
reeren, zijn nooit populair) ondanks alles geduld
worden. De volkeren doorzagen zoo spoedig de
onmacht en het onpractische van ons oude par
lementaire systeem, dat zij alles liever had
den dan dat?
Wat hapert er?
Er hapert dus het een en ander aan de de
mocratie of althans aan wat wij democratie
noemen en wat algemeen kiesrecht heet. Wjj
verwachtten ervan, dat het vele moeilijkheden
bevredigend zou oplossen, docb wij zijn be
drogen uitgekomen. Wij dachten, dat alles goed
en gemakkelijk zou gaan, wanneer er maar ge
beurde wat de meerderheid wensohte. Wij dach
ten verkeerd. Doch daaruit volgt niet, dat er
iets hapert aan de democratie als zoodanig. De
democratie is een van de mooiste dingen in de
politiek over de geheele wereld en zelfs in de
menschelijke gedachtenwereld. Wanneer wij de
geschiedenis der democratie in de achttiende
en negentiende eeuw aan ons laten voorbijgaan,
moeten wij er ons inderdaad over verwonderen,
dat deze bijzondere kracht haar weg heeft
weten te banen ondanks allen tegenstand en
met vernietiging van zooveel oude instellingen.
De democratie "heeft vele staatslieden in den
vollen zin van het woord geïnspireerd, zooals
zij ook dichters geïnspireerd freeft. Zij was een
wereldmacht in de negentiende eeuw.
Ik kan me nog den ouden tijd herinneren,
die nu zoo ver weg schijnt, en die de glorietijd
van het parlementaire stelsel was. In de dagen
van Gladstone, Disraeli en Bright (de groote
volkstribuun, wiens invloed in dien tijd moeilijk
overschat kan worden), met zulke mannen aan
het hoofd was democratie iets groots. Zij zeiden
altijd, wanneer er een reactionnair voorstel
werd gedaan, dat de openbare meening in En
geland zich daartegen zou verzetten. Het ge
liefkoosde thema was: „Elke staatsman, die
zooiets voorstaat, zal binnen veertien dagen uit
de gunst zijn".
Het resultaat van het algemeen kiesrecht.
Dit alles was prachtig. Gesteund door die ze
kerheid en dat enthousiasme ging de regeering
met groote stappen vooruit. Doch toen werd er
helaas tegen het einde der negentiende eeuw
een verschrikkelijke fout gemaakt. Dc demo
cratie, die een levende kracht, een groote kracht
een weldadige kracht was, werd overgeleverd
aan het algemeen kiesrecht. En toen bleek, dat
dc openbare meening een groote macht is, zoo
lang men ervoor zorgt, dat de menschen hun
meening niet kenbaar kunnen maken. Doch zoo
dra men hen daartoe de gelegenheid geeft, be
gint de democratie te tanen en dat is het dui
delijkst te zien aan hel verschil tusschen Glad
stone of Disraeli of Loi'd Oxford of Lloyd
George. De twee eerstgenoemden geloofden
werkelijk in de democratie en deze was zelfs
een soort van tweede geweten voor hen.
V:vouwenkiesrech t.
Doel.' toen werd het kiesrecht uitgebreid,
daarna kwam het algemeen kiesrecht voor man
nen. Nu ontbrak alleen nog maar het vrouwen
kiesrecht. Men had zich eigenlijk nooit ernstig
beziggehouden met den invloed die de vrouwen
op den politieken toestand zouden uitoefenen,
doch na veel strijd kregen wij dan ook het vrou
wenkiesrecht. Ik ben in dien tjjd dikwijls in
moelijkheden gekomen, omdat ik nooit op de
vergaderingen der suffragettes wilde spreken,
hoewel ik als een der ernstigste voorstanders
van het vrouwenkiesrecht werd beschouwd.
Maar op die vergaderingen traden altijd een
aantal bekwame en enthousiaste vrouwen op,
die over het algemeen zeer welsprekend waren,
en dan sleepten zij in triomf een mannetje op
het podium, dat zij voor hun denkbeelden had
den gewonnen en die daar een kort toespraakje
van niets hield. Ik beschouw mijzelf niet als
buitensporig ijdel, doch ik voelde er niets voor
om mezelf op die wijze aan het publiek te laten
voorstellen.
Toch heb ik bij enkele zeldzame gelegenheden
gesproken over het onderwerp. In 't kort kwa
men mijn woorden dan hierop neer: „Waarom
geeft gij u zooveel moeite voor het vrouwen
kiesrecht? Ik zou er meer voor voelen, dat
vrouwen verkiesbaar werden gesteld en mijn
ideaal is, dat :n elk regeerend college de ver
houding tusschen het aantal mannen en vrou
wen dezelfde is als onder de bevolking van ons
land. Maar het vrouwenkiesrecht geeft u niet
de minste waarborg, dat er ooit een enkele
vrouw in fret parlement zal komen en het zou
misschien een middel kunnen zijn om te voor
komen, dat er ooit een vrouw in dat college
kwam". En die voorspelling van m(j is vrijwel
uitgekomen. Er zijn wel enkele vrouwen in hei
parlement gekomen en zij hebben daar over het
algemeen uitstekend werk verricht, vooral ten
behoeve van den werkenden stand, doch de
vrouwen stemmen nog altijd voornamelijk op
mannen. De vrouwen zullen pas een evenredig
aandeel in de regeering hebben, wanneer men
mijn voorstel aanneemt, om bjj elke verkiezing
tegelijkertijd op een man en op een vrouw te
laten stemmen.
Volgens de oude democratische ideeën ver
onderstelde men, dat bij democratie niet alleen
algemeen kiesrecht behoorde, doch evenzeer de
regeering door de meerderheid en dat de meer
heid altijd de macht in handen moest hebben
Doch dan doet ziel: onmiddellijk de vraag voor,
wie die meerderheid zullen vormen. Wij zullen
het kiesrecht toch b.v. niet toekennen aan kin
deren, hoewel de kinderen een groot gedeelte
der bevolking vormen en soms op de afschuwe
lijkste wijze getyranniseerd en misbruikt wor
den. Maar oude en kindsche menschen hebben
wel stemrecht. Ik zou dat kunnen vergelijken
met de dwaasheid, dat een jongen van 1? jaar
geen auto mag besturen, maar dat ik met mijn
75 jaar nog ongehinderd over den weg rijd en
dat ik dat mag blijven doen tot mijn dood toe,
ook al zou ik 105 jaar oud worden.
Als men het kiesrecht onthoudt aan kinderen,
moest men het toch zeker onthouden aan de
menschen, die niets bezitten. Reeds in oude
tijden zijn de staatslieden het erover eens ge
worden, dat het geven van medezeggingschap
aan menschen die niets bezitten, een van de ge
vaarlijkste experimenten is, want deze men
schen hebben ook niets te verliezen. En het is
misschien even gevaarlijk om stemrecht te
geven aan menschen zonder verstand, die niet
weten, waarvoor zij stemmen en hun verant
woordelijkheid niet beseffen. Zouden wij dan
bijzondere macht moeten geven aan de genieën
Dat zou ook heelemaal verkeerd zijn; die men
schen zou men zelfs fret stemrecht moeten af
nemen. Men kan naar hen luisteren, men kan
hem zelfs in het parlement brengen, doch men
moet hen niet zelf laten.
Algemeen kiesrecht.
Uit deze voorbeelden wil ik u alleen aan-
toonen, dat het denkbeeld van regeering dooi
de meerderheid nooit geheel doordacht is. Men
heeft aldoor vastgehouden aan het oude idee,
dat algemeen kiesrecht een volksvertegenwoor
diging zou opleveren, die de publieke meening
weergaf, doch gemiddeld op hooger peil zou
staan dan de massa van het volk. Mijn opinie
is, dat men slechts 'n democratische regeering
kan verkrijgen, wanneer de regeering niets
beter is dan het volk. Een werkelijke verstan
dige regeering zou een ondragelijken toestand
kunnen veroorzaken door een overmaat van
deugdzaamheid. De menschen verlangen geen
democratische regeering, zij verlangen slechts
'n wettel, goedkeuring voor wat zij doen. Wet
telijke goedkeuring was in mijn jeugd bijna
een heilig woord, maar nu verstaat men er het
toppunt van gewetenloosheid onder, waartoe
een regeering slechts in staat kan zijn. Zoo kan
men met wettelijke goedkeuring menschen doo-
den met vergiftige gassen of bommen. Doch
waar komt goedkeuring in ons dagelijksch leven
in onze zaken en in de politiek op neer Hierop,
dat men kan worden ontslagen of afgedankt,
om het duidelijk te zeggen. Wij blijven ons best
doen op ons dagelijksch werk, omdat wij ont
slagen worden, wanneer wij het niet langer tol
tevredenheid doen. En in het belang van fret
volk ais geheel moesten de vertegenwoordigen
de lichamen ook de macht hebben, het,volk
opzij te zetten, wanneer de samenwerking niet
langer mogelijk is.
iNadruk verboden).
teil
Ejoor Dr. LUIS ULLOA.
(Historisch Instituut van Peru).
ülloa heeft uit oude Spaansche
.-.rchieven bewezen, dat aan de ont-
lekking van Amerika in 1492 een
-ndere voorafgegaan moet zijn en
dat Columbus reeds in 1477 Ame
rika heeft bereikt.
Het is bekend, dat Columbus op 17 April 1492
een overeenkomst heeft geteekend met zijn ko
ning en koningin, n.o. Ferdinand van Arragon
en Isabe.la .an Castilië. Dit. contract handelt
m.i. over ue officiecle ontdekking van Ameri
ka, die daD ook in October van hetzelfde jaar
een feit werd. Ik ben niet de eenige en ook niet
de eerste, die verklaart, dat Columbus toen hg
dit contract aanging, reeds jaren tevoren enkele
landen der nieuwe wereld had bezocht, m.a.w.,
dat hij reeds vroeger het nieuwe vasteland had
ontdekt.
In 1890, toen men zich begon voor te berei
den op de viering van het vierde- eeuwfeest der
officieele ontdekking van Amerika, heeft de
Spaansche geleerde Patricia Perrazon te Ma
drid, verschillende artikelen gepubliceerd, waar
in hij hetzelfde verklaarde, wat. ik nu zeg, n.l.
dat Columbus reeds in 1477 Amerika heeft ont
dekt. Het eenige verschil tusschen zijn verkla
ringen en de mijne is. dat hij zijn bevindingen
baseerde op technische gronden, n.l. op de
toenmalige kennis van oceanografie en nauti-
08, terwijl ik mijn bewijzen put uit oude do
cumenten en ander zuiver historisch ma
teriaal.
Helaas zijn de artikelen van Ferrazon buiten
Spanje niet gepubliceerd en in Spanje zelf wer
den zij bestreden en gekleineerd. Men zal er zich
alleen over verwonderen, dat tusschen de dagen
van Columbus en die van Ferrazon moer dan
drie eeuwen verliepen, zonder dat iemand anders
hetzelfde zei. Doch tot in de zestiende eeuw
vinden wij nog menschen, die onze overtuiging
bevestigen. Doch de oude Spaansche geschied
schrijvers waren in dienst van den koning en
het was er hun niet om te- doen, de ware ge
schiedenis te beschrijven, maar alleen om de be
trokken vorsten, Ferdinand en Isabella, vrij te
pleiten. Men leefde in de dagen der inquisitie en
critiek werd niet geduld. Ferdinand en Isabella
hebben nog vóór 1492 de inquisitie ingesteld en
de geschiedschrijvers stellen nu de ontdekking
van Amerika steeds voor als een belooning van
God vcor de instelling van die rechtbank. Zij
kleineerden de verdiensten van Columbus, om
die van de vorsten, vooral van Isabella, te ver-
grooten en men stelde haar voor als de per
soon, die de eigenlijke stoot tot de ontdekking
gaf en Columbus als het werktuig, waarvan zij
zieh bediende.
Verder moet men in aanmerking nemen dat
tot in de achttiende eeuw in Spanje geen enkele
geschiedkundige en evenmin iemand anders een
boek kon uitgeven, zonder dat het verschil
lende rechtbanken was gepasseerd met het oog
op de eensuur. Het spreekt vanzelf, dat elke
aanval op de dynyastie werd onderdrukt. Do
officieele geschiedenis, die de vorsten bewondert
en vooral Isabella beschouwt als een heilige
en als de grootste beschermster van Colum-
bus, is echter geheel bezijden de waarheid. In
werkelijkheid was Isabella nog meer dan haar
echtgenoot tegen de voorstellen van Columbus
gekant, doch zg deed alle moeite om hem zgn
geheim te ontlokken. Eerst toen hij op het punt
stond, de hulp van een buitenlandsch vorst in
te roepen, kwam Pater Juan Perez, de vroegere
biechtvader 'der koningin, tusschenbeide. Hij
was ook degene, die het contract opmaakte en
door zijn toedoen raakte de koningin er van
overtuigd, dat het succes zeker was, omdat de
ontdekking reeds vroeger was gedaan. Deze
ware toedracht der zaak kon echter niet gepu
bliceerd worden, omdat daardoor een ongunsti-
gen kijk werd gegeven op de houding van Isa
bella.
Een andere reden, waarom de waarheid zoo
lang onbekend bleef, is het verloren gaan van
vele documenten in den loop der tijden, terwijl
andere in de archieven der Spaansche ministe
ries begraven werden. Eerst in de laatste ja
ren heeft een uitstekende reorganisatie van deze
archieven plaats gehad en daardoor zijn vele
historische documenten voor de onderzoekers
bereikbaar geworden. Ik ben zoo gelukkig ge
weest, enkele van die documenten te ontdekken.
Het voornaamste is de authentieke tekst van
het contract, die tot nu toe onbekend was, ook
aan Humbolt en Irving. Een Spaansche ge
leerde, Ferdandez de Navarrete, heeft in 1825
de tekst van het verdrag gepubliceerd met de
verklaring, dat hij een afschrift genomen had
van het oorspronkelijke document, dat in de
archieven van den Hertog van Veragua berust
te. Humboldt en die na hem kwamen, zijn afge
gaan op deze publicatie.
Een authentiek stuk.
- Doch Navarrete heeft een belangrijke zin
snede van het contract veranderd om met de
officeele geschiedenis niet in conflict te komen.
Terwijl het authentieke stuk zegt, dat de con
cessies aan Columbus waren gedaan „als een
belooning voor wat hij heeft ontdekt (ha des-
cubierto) in de wateren van den Oceaan en voor
de reis, die hij nu met Gods hulp daarheen zal
doen", schrijft Navarrete, „als een .belooning
voor wat hij zal gaan ontdekken (ha de descu-
brier) en voor de reis, die hij nu met Gods hulp
daarheen zal doen". Door slechts 2 woorden
te veranderen, maakte hij den verleden tot toe
komenden tg'd, waardoor de geschiedenis dei-
ontdekking in den grond gewijzigd wordt.
Deze geschiedenisvervalsching wordt ook be
wezen door de origiueele concepten in de ko
ninklijke archieven van Arragon te Barcelona,
waar eveneens staat „hij heeft ontdekt". De
zelfde woorden komen trouwens voor in alle
exemplaren en alle gelegaliseerde afschriften,
die tegen het einde van de vijftiende eeuw ge
maakt zijn. De wijziging van Navarrete kon
echter niet bemerkt worden omdat niemand de
archieven van den Hertog van Veragua kon
doorzoeken vóór 1926, toen de Spaansche regee
ring ze aankocht om ze in te lijven bij de ar
chieven te SeviUa, die betrekking hebben op
Indië en dus ook op Amerika, dat voor een ge
deelte van Indië werd aangezien. Daar heb ik
dit jaar deze ernstige vervalsching kunnen be
wijzen.
Het staat dus vast, dat Columbus zijn eerste
ontdekking reeds gedaan had vóór April 1492
en dat dit feit door de Spaansche vorsten of
ficieel werd erkend, toen zij het door Pater Pe
rez opgemaakte contract onderteekenden. Pacer
Perez, die dus 't, geheim van Columbus kende,
had in deze zaak Juan 'de Coloma, de secretaris
van den koning, tot adviseur. Het eenige, wat
■in het stuk vreemd aandoet, is het vermelden
van den titel Don, voor den naam van den
grooten zeevaarder. Deze titel werd hem n.l. pas
twee weken later verleend, n.l. bij een konink
lijk besluit van 30 April, en daar was dan nog
de voorwaarde aan verbonden, 'dat hij hem niet
zou voeren, voordat hg de reis met succes had
volbracht. Dit is echter geen bewijs, dat het
stuk in de bibliotheek van den Hertog van Ve
ragua onecht is, want het is een gelegaliseerd
afschrift, dat Columbus in 1495 heeft gemaakt
van het exemplaar, dat hem op 17 April 1492
overhandigd werd. Bovendien werden de con
cepten, 'die in de archieven van Arragon be
waard bleven, geregistreerd toen men de net-
stukken verzond. Tenslotte vindt men den titel
Don vermeld in alle officieele gelegaliseerde af
schriften, die tegen het einde van de zestiende
eeuw gemaakt zijn.
Een onbekend paspoort.
In de archieven van Arragon, waar Ferdinand
regeerde, vindt men overal bij 'de concepten van
het verdrag nog een ander, zeer belangrijk do
cument, dat men mist in de archieven van
Castilië, waarover Isabella koningin was. Ik
zou het een paspoort willen noemen; het werd
op 17 April 1492 eveneens aan Columbus ver
zonden en ls nooit gepubliceerd, terwijl het tot
nu toe ook vrijwel onbekend is gebleven. Dit
paspoort bevestigt het verdrag en werpt ook
nu meer licht op de woorden „hij heeft ont
dekt", want er wordt in gezegd,, dat Columbus
zich zal begeven naar landen dicht bg Indië (ad
partes Indiae). waaruit dus volgt, dat hij ver
weg aan de bladzijde van „de wateren van den
oceaan" nieuwe landen heeft ontdekt, waarvan
hij, evenals de vorsten, veronderstelde, dat het
met Indië een geheel vormde.
Het vaststellen van het jaartal der eerste
ontdekking is nu nog een vraagstuk op zichzelf.
Slechts enkele maanden geleden ontdekte ik in
de archieven van Simancas een stuk, dat daar
op een zeer duidelijk licht werpt. Er bleek uit,
dat na den dood van koningin Isabella een
hooge rechtbank werd ingesteld, om het onrecht
goed te maken, dat de koningin gedaan had
door tijdens haar leven beloften te doen en die
niet te houden. Onder de rekestranten bevond
zich ook Columbus, die er zich in een memorie
over beklaagt, dat noch de koning, noch de ko
ningin de verplichtingen waren nagekomen, die
zg in het verdrag op zich hadden genomen. In
deze memorie staan de volgende veel beteeke-
nen'de woorden: „En aangezien hij (Columbus)
vanaf zijn 28e jaar deze onderneming gediend
heeft en de meergenoemde Indische landen heeft
helpen veroveren, waarmee hij hunne Hooghe
den zoo'n groote en belangrijke dienst heeft be
wezen, zonder onkosten voor de koninklijke
schatkist en zonder gevaar voor hunne onder
danen, terwijl er zooveel winst en nuttigheid
voor deze koninkrijken uit is voortgevloeid, zoo
als welbekend is, in de geheele wereld en terwijl
't in zijn macht was, dezen dienst te bewijzen
aan onverschillig welken anderen Christelijken
•orst, zonder dat hij daardoor zijn geweten zou
hebben verzwaard, zoo hebban zij toch niet aan
hem de voormelde voorwaarden vervuld en zij
hebben de voormalige beloften, gunsten en toe
zeggingen niet gehouden noch uitgevoerd op de
wijze, die zij hadden beloofd, toen zij aan hem
tosstonden".
Hieruit blijkt dus, dat Columbus, zoowel de
ontdekkingsreizen als veroveringstochten had
ondernomen in de Indische landen (m.a.w, Ame
rika), toen hij slechts 20 jaar oud was. Bij deze
onderneming werd hij door de Spaansche vor
sten niet gesteund met geld of manschappen en
daaruit blijkt duidelijk, dat hier niet de expe
ditie van 1492 is bedoeld, omdat Columbus toen
veel ouder dan 28 jaar moet zijn geweest, ter
wijl de vorsten hem bovendien op grond van het
verdrag, geld, manschappen en schepen ver
schaften. In zijn memorie spreekt Columbus dus
over een vroegere veroveringsexpeditie; waar
het vaststaat, dat Columbus Spanje en Portu
gal niet verlaten heeft vanaf de geboorte van
zijn zoon Diego in 1480, totdat hij in Augustus
1492 uitvoer voor de officieele expeditie, moet
de eerste ontdekking dus eenige jaren vóór 1480
zijn geschied. Het is bekend, dat Columbus
hoogstens iets meer dan 60 jaar oud was, toen
hij in 1506 stierf, zoodat hij 28 jaar oud geweest
moet zijn tusschen 1470 en 1480.
Columbus op IJsland.
In Februari 1477 verliet Columbus dus IJs
land en voer 100 mijlen verder. Zij die hem van
onbetrouwbaarheid beschuldigden, vatten dit op
als 100 mijlen „naar het Noorden", wat zou
beteekenen, dat Columbus op 78 graden N. B.
geweest was. Dit is natuurlijk onmogelijk, doch
Columbus heeft nooit zooiets beweerd. Een veel
juister opvatting is die van den Itaiiaanschen
geschiedschrijver Casoni, die reeds in 1600 ver
klaarde, 'dat men de uitlating van Columbus
moest opvatten als 100 mijlen „naar het Wes
ten", waaruit zou volgen, dat Columbus Groen
land heeft ontdekt. Ik heb deze zaak nog veel
nauwkeuriger onderzocht aan de hand van
kaarten uit de eerste helft der zestiende eeuw
en van Deensche manuscripten, die de laatste
jaren zijn gepubliceerd door Sophus Larsen, di
recteur van de universiteitsbibliotheek te Ko
penhagen. Volgens al deze documenten heeft
een zekere John Scolvus Groenland en zelfs
Labrador en New-Foundland bezocht omstreeks
1476. Om redenen, die ik wegens plaatsgebrek
niet nader uiteen kan zetten, ben ik tot de con
clusie gekomen, dat deze John Scolvus die door
sommigen voor een Deen en door anderen voor
een Pool wordt gehouden en wiens naam door
Humboldt zelfs verbasterd wordt tot John Stro-
ny, niemand anders is dan Columbus. Uit een
paleografisch oogpunt is het niet zoo verwon
derlijk, dat het Latijnsche Columbus of Colubus
in de Noorsche lauden wordt verbasterd tot
Scolvus of Scolubus. De verandering van Chris-
tophorus in John is te verklaren uit het feit,
dat in de Middeleeuwen de namen dikwijls ver
anderd werden; hiervan heb ik in mijn boeken
een aantal typische voorbeelden gegeven. Co
lumbus heeft, zooals ik daar uitvoerig bewezen
heb, zijn eigen naam nooit vermeld als Ghristo-
phorus, doch altijd als Xristo-Ferens, eon bizar
re naam, half Griekscli en half Latijn, die
eigenlijk niets anders is dan een symbolische
aanduiding van den persoon van Johannes den
Dooper. Het is werkelijk niet zoo verwonderlijk,
dat Columbus, zich inplaats van Johannes,
Xristo-Ferens ging noemen, toen hij het varend
leven opgaf, dat hij tot den tijd der eerste ont
dekkingen geleid had.
Uit de documenten, die op den zoogcr.aani'den
Scolvus betrekking hebben, blijkt, dal men in
1476 en 1477 moet aannemen als het jaar, waar
in Columbus zgn eerste ontdekking dee l. die
zoo menigmaal officieel kan worden nagei zen.
Ik kan hier niet uitweiden over de documenten
cn de conclusies, die mij geleid hebben tot de
overtuiging, dat de eerste ontdekkingsreis van
Columbus niet slechts tot Groenland en New
foundland reikte, doch dat de groote zeeman
toen ook verder is 'gevaren tot Florida en ver
moedelijk zelfs tot San Domingo. Dit artikel
heeft n.l. alleen tot doel om aan te toonen. dat
Amerika reeds ontdekt was, voordat in 1492
de officieele ontdekking plaats had. Ik wil er
nog slechts aan toevoegen, dat door deze recht
zetting der historie een groot aantal eigenaar
dige dingen worden opgehelderd. Zoo had men
zicht altijd afgevraagd hoe het mogelijk was,
dat Columbus in 1492 reeds blijken gaf, de zee-
stroomingen en de heerschende winden op den
Atlantischen Oceaan grondig te kennen. Er
wordt ook door verklaard, dat de kusten van
Florida cn andere deelen Van Noord-Amerika
reeds voorkwamen op kaarten van ouderen da
tum dan 1511, het jaar waarin deze streken of-
ficeel werden ontdekt. Wij zuilen dus de geheele
geschiedenis van het leven van Columbus en
de ontdekking van Amerika moeten herzien.
Wat mijzelf betreft, ik heb over deze zaak in
dit artikel of elders niets gezegd, dat ik niet
door onvervalschte documenten kan bewezen en
ook bij het nauwkeurigste onderzoek kan vol
houden.
(Nadruk verboden).
BaaraV. V. A.
D. W. S.Hercules
BloemendaalHaarlem
5—S
1—2
4—4
VOETBAL.
De uitslagen der Zondag gespeelde wedstrij
den luiden:
Zandvoort—B. F. C. 3—2
Zandvoort heeft tegen B.F.C. geen halve
maatregelen genomen en de tl Bussummers een
dikke nederlaag toegebracht.
Ook Baarn liet het er niet bij zitten, en
stuurde V.V.A. met leege handen huis-toe.
De Baarners verrichtten de laatste weken wel
keurig werk; na twee kostbare punten ver
overd te hebben op Zandvoort werd later
achtereenvolgens gewonnen van B. F. C. en
V. V. A., waardoor, zij zich binnen korten tijd
van de laatste plaats werkten, hoewel nog niet
geheel gevaarloos, toch goeddeels buiten schot
zijn.
Prachtig werk. deed Hercules door D. W. S.
in Amsterdam te slaan, een uitslag, welke
zeker verrassend genoemd mag worden. Beide
partijen wogen volkomen tegen elkaar op. De
wedstrijd werd door 8000 toeschouwers bij
gewoond; vlak voor tijd was de stand nog 11
en het publiek begon het veld reeds te ver
laten, toen in de laatste minuut de D.W.S.-
doelman voor de tweede maal gecasseerd werd.
De Hercules-panieren sfaan gunstiger dan ooit,
vooral waar zij D.W.S. nog thuis krijgen cn
een ander rivaal, Haarlem, uit. Toch blijven
wij bij onze meerling, dnt de Utrechtenaven
boven hun stand leven en een hernieuwd eerste
klasserschap, vooral in verband met den leef
tijd hunner „cracks" en het ten eenenmale ont
breken -"-an behoorlijke reserves, weinig pers
pectieven biedt.
Schakelen wij de houding van een gedeelte
der „Haarlem"-supporters uit (de vereenlging
„Haarlem" staat hier natuurlijk geheel bui
ten!) dan is de wedstrijd Bloemendaal—Haar
lem een sportief succes geweest. Door beide
partijen werd uitstekend gevoetbald en het
aantal doelpunten bewijst, dat de verdedigingen
het niet makkelijk hadden. !De goals van Bloe
mendaal waren echter van beter kwaliteit dan
die der tegenpartij, welke voorat bij de eerste
drie punten niet over ongeluk mochten klagen.
Inderdaad was de voorhoede der thuisclub in
schitterenden vorm. De linksbuiten Strik voor-
ai muntte uit door zijn snelle rennen en prima
voorzetten; dat hier slechts twee goals "an
geproduceerd werden was niet zijn schuld. Zijn
Dartner Fr. Bakker, pas -weer na zijn Indische
reis in de voorhoede opgenomen, bleek een ge
duchte versterking. Zijn zonder drijven of
pingelen keurig afgeven en plaatsen was een
lust om te zien. Punter was weer de goede
spelverdeeler. Jammer, dat hij veel van zijn
snelheid en „dash" heeft ingeboet, waardoor hg
eenige mooie trough-passes niet uit kon buiten.
De jeugdige Charlie de Bock stelde telkens
de Haarlem-defensie voor moeilijke problemen,
welke zij dan ook niet altijd op wist te lossen.
Do beide malen, dat hij scoorde, waren staaltjes
van rustig, wél doordacht spel. Niettegenstaan
de zijn jeugd weet Charlie in alle omstandig
heden zijn hoofd koel te houden, een belang
rijke factor voor een goed voetballer.
De veteraan Kopjes Niemann heeft op waar
dige wijze de afwezige Jules Kammeyer ge
remplaceerd. In dezer, wedstrijd, op een smal
veld gespeeld, is dc robuste, -maar volkomen
eerlijke wijze, waarop „Kop" zijn tegenstan
der belaagt, van onschatbare waarde geweest.
De eci'3te goal was liter een direct gevolg van.
Beijk heeft keurig zijn doe! verdedigd. Hij had
aan geen der tegenpunten schuld, maar heeft
integendeel door zijn vast en massief optreden
menigmaal redding gebracht 'n hachelijke
situaties.
Bakker eh Yfs backten uitstekend', de eer3te
herstelde zich vaiï een zenuwachtig begin en
was de. tweede helft een groot struikelblok voor
de gevaarlijke reebterwing van Haarlem. Bo
vendien was hij, door een opgcloopen blessure
tegen Velox niet geheel fit. Waar hij van deze
spierverrekking veel hinder had. verdient zijn
spel alle respect.
Onze ni'ddènlinie toonde zich op volle kraclït
en dan wil dit veel zeggen. Het was jammer
voor Immer, dat hg niet vrij uit ging bij het
tweede Haarlemsche doelpunt, maar de wijze,
waaicp hij een vrijwel onhoudbaar schot van
Oldenburg iD de tweede helft onschadelijk
maakte.bracht de balans weer in evenwicht.
Ook Beijk Jr. en Parson hebben heel wat
goed opgezette aanvallen in de kiem gesmoord,
waarna het plaatsen van Parson meestal wel
verzorgd was.
Beide partijen kunnen met liét resultaat
tevieden zijn. Was de verdediging de' rood-
brceken zoo sterk als hun aanval, dan Vormden
zij een pioeg. die als sterke eerste klassei aan
gemerkt kan worden. Nu echter vreezen wij.
dat zij bij een eventueel promoveeieu een nar
den dobber zullen krijgen. In 't bijzonder is de
backlinie zwak. Een en ander komt in de doel-
ciifers der Seboterwegclub duidelijk naar voren.
Oldenburg, pi acht-voetballer als hjj overigens
is, bracht zijn medespelers cn supporters door
zijn eeuwig gepingel tot wanhoop. Zelfzucht is
een .kwade eigenschap van een speler. Niet
alleen, dat hij in de meeste gevallen na het
nassecren van .eenige tegenstanders tenslotte
toch gestuit zal worden, maar hij geeft door
nutteloos ophouden, van het spel zlin tegen-
partij steeds gelegenheid positie te kiezen, en
verzwaart daardoor de taak van zijn mede
spelers onnoodig.
Een record aantal bezoekers is van deze
mooie spannende ontmoeting getuige geweest.
Zondag a.s. wordt voor deze afdeling ge
speeld.
Baarnde Spartaan.
B. F. C.Haarlem.
V. V. A.—D: W. S.
Bgain kan zich Zondag vrijwel in veiligheid
brengen door Spartaan te slaan. Wij achten
de gastheeren, na hun kranig optreden van
den laatsten tijd, hiertoe in staat, hoewel het
verschil klein zal zijn.
Haarlem moet van B. F. C. winnen om bg
het hoofd-peleton te blijven. Heksenwerk is het
trouwens niet dus brengen de roodbroeken
beide punten mee, waarmede zij ook Bloemen
daal zeer zullen verplichten.
V. V. A., dat D. W. S. ontvangt, zal, hoewel
het den roodzwarten Amsterdammers in deze
competitie niet meezit, het zoet der overwin
ning ditmaal zeker niet smaken. De D.W.S.-ers
rullen hun eertijds op eigen terrein behaalde
3—0 overwinning door een nieuwe zege weten
te bevestigen.
Bloemendaal krijgt gelegenheid na de emoties
van de vorige week uit te rusten, en is vrij,
evenals Zandvoort, Hercules en Velox.
A. C.
Ned Her
V.m. 10 uur Prof.
Eysinga. „Ohrisl
De Vrij»
Popell
Zond
V.m. 10.30 Gezong'
Woensdag, 21 Jan
Lof.
Donderdag 22 Jan
Ned. Herv.
V.m. 10 uur: Ds.
maal.
N.m. 5 uur: Ds.
Jeugddier
V.m. 10 uur: de 1
V.m. 10 uur: Prof.
Gcref. K
V.m. 10 uur: Ds.
N.m. 5 uur: Ds.
Voorbereiding v
Collecte voor c
school van Kan
Religieuzi
V.m. 10Ji uur: D:
Rotterdam.
Kg
10 h. 30: Service
Krafft.
11 h. 45: Service
Vcndi
S h.: Service divh
L'Eglise est couve
Ned. Her
•r. fc
V.m. 10 uur: Ds.
STAD
ZATEKI
Vanity-fair, ke
wereldsche leven,
heet: vitites make
omgang: bloemen
dekte schouders ei
er bij. Een kermis
maatschappelijke
rustend op begins*
heid, een gezame
veraf gelegen doel
leiding, met klater
sche gedoe is lee
duivelsche oorkus;
iedereen doet op
weer eens aan me
immers geen een;
menschen. Maar m
dankbaar hen, die
om dit onechte pi
Franz Molnar i
kèray, zijn één ak
drie" zijn vetnii
egoïsme en de ij-
leving. Satire is
nadert hem alvasi
hoorder der goed
hij in zijne medem
on dwaasheden toi
beproeven zich hl
stellen. Zijn humo:
een tragiscken ins
meiisehenkennis e;
groepen, die zich i
dan ze zijn.
Het „Souper"
wereld"; „Eén-twe
opsnijder-zakenmai
beenen.
Hel gezelschap
sert had een dan
deze beide praesta
Adolf Engers,
speler met een vl
stukken als gast
komt straks). An
man als gastheer
uitnemend hun t
lend, werden er s
De regie van h
Lugt Melsert wa:
zitten beschaafde
tafel te genieten 1
de spelbreker kor
mop, bijna een rt
ruwe heertje, dik
beetje klein. Die
sluier der schgn-i
spinraggen achter;
akelig grimmig
ledige wereldlinge:
gastheer, nog niei
diens goedhartige
heel de jalouzie i
gasten vervult ine
grauwheid, het t
1-ApriI-man het i
mop! Hij was f
hooger last den 1
nemen; van onder
komt z'n olijke bc
voorschijn, ha, ha
haast niet meer.
nen niets meer, n
een stemming, zu
gezondmakende ei-
feest verder als ei
van onwaarachtig
het scherm zakt, 1
heid en daarachte
Van Amerika
niet recht hebben,
in Europa zich ve
doet er in Een-tw
mee. En beetje bi
De grrroote zak
risson (Adolphe
schrijftafel 6 te'
zijden, de schrijft
heeft zijn burea
laten zetten en v!
van links naar rei
op zijn Napoleon-i
onmogelijke juffrc
van den middenstf
middenpunt der e
ze als een geëlei
alles loopt pracht
teinsch lief meisje
chauffeur in alle
deugd op haar m:
worden, wordt no
big-vacantie-snel ti
gezet en puffend
man zijn kantoor
heid uitblazend, t