Voorspellen sterren de
toekomst.
Astrologie, het mode-bijgeloof van
vandaag.
Bron van vee! kwaad.
Het BSoemendaalsch Weekblad.
SPORT.
PREDIKBEURTEN.
11
UIT BOEI
Astrologie, het mode-bijgeloof van vandaag.
Bron van veel kwaad.
door
Dr. E. ARCHENHOLD.
leider van den sterrenwacht te Treptow.
Niets is geheimzinniger dan net j hebben van het groote voorbehoud en de beper-
schitteren der sterren aan het nacli- king, die vroeger bij prognostica in acht werden
telijke firmament. Sedert den oer
tijd hebben bijgeloovige menscheri
ze vereerd en aanbeden, van hen al
het goede, maar ook al het kwade
verwacht, dat den aardbewoners
te wachten staan. Critische geesten
kenden reeds voor tientallen eeuwen
den regelmatigen loop d. sterren en
waren daarom de eersten, die tegen
de mystiek en het bijgeloof streden,
dat men uit de sterren het lot der
menschen zou kunnen lezen. Hoe
meer de Astronomie, de wetenschap
der sterren verbreid werd, hoe meer
de sterrenwichelarij, de Astrologie
werd verdrongen. Maar zelfs nog in
het derde decennium van de twin
tigste eeuw viert de astrologie nog
ongedachte triomfen, sticht vaak
groot ongeluk, ondanks het feit, dat
ieder mensch zich gaarne voor we
tenschappelijk houdt.
De bekende leider van den sterren
wacht te Treptow, Dr. Archenhoid,
vonden wij bereid voor onze lezers
uit een te zetten het standpunt, het
welk de asRronomie tegenover de
mode van de astrologie inneemt.
Sedert het bestaan van de door mij geleide
sterrenwacht zijn meer dan 2 millioen men
schen bij mij als gast geweest en hebben met
de sberrenkijkers den hemel bekeken. Twee mli-
lioen is een getal, dat bewijst, hoe groot de al-
gemeene belangstelling voor de sterrenkunde is.
Wat de meeste menschen naar de sterrenwacht
drijft, is meestal den wensch zich verder te ont-
genomen. ZU voorspellen er lustig op los, maar
hun voorspellingen zijn zoo wezenloos mogenjK
Het komt er bij hen op aan den onwetenden, het
geld uit den zak te kloppen. Daarbij moeten de
sterren helpen.
De sterren zrjn oneindig veel meer dan hulp
middelen om in de toekomst te kunnen zien. lie
sterrenwachten rekenen het tot hun voornaamste
taak, te kunnen bewijzen, dat alles in het heelal
zin heeft en niet beperkt blijft tot de menscnen
en hun lot. Daardoor wordt echter de astrono
mie ook tegelijkertijd de bevrijdster van het bij
geloof. Wat werd vroeger den kometen niet alles
in de schoenen geschoven. Zij waren de grodte
onheilstichters. Roofmoorden, catastrofen, oor
log en ander onheil waren onverbrekelijk met de
kometen verbonden. Hun verschijning joeg den
menschen angst aan. Bij elk verschijnen van een
komeet werd de ondergang der wereld voorspeld,
tot Keppler de wetten der planeten vaststelde,
Newton de wet der aantrekkingskracht ontdekte
en Hale het samentreffen der kometen bereken
de. Thans verloren de hemelwonderen haar ver
schrikking. Men wist immers van te voren, wan
neer zij zichtbaar zouden zijn. De astronomie kan
hun loop nauwkeurig berekenen, daar ook de ko
meten volgens vaststaande wetten opkomen en
ondergaan. Deze wetmatigheid heeft het bygeloor
doen verminderen. Zons- en maansverduisterin
gen brachten vroeger de gemoederen in opschud
ding. De dolste dwaalieeren waren niet dol ge
noeg, maar men geloofde er toch aan. Zoodra de
zon of de maan verduisterden, was het geboden,
de bronnen te bedekken om te verhinderen, aai
het water vergiftigd zou worden, of het vee naar
den stal te brengen en een kruis boven de deur
Klasse II, afdeeling B.
Kennemers 3
9
7
0
2
14
41—17
R. C. H. 6
9
6
0
3
12
33—32
Stormvogels 4
10
6
0
4
12
34—39
Schoten 2a
11
5
0
6
10
42—39
D. S. K.
7
4
0
3
8
18—18
Bloemendaal 4
9
4
0
5
8
33—32
D. I. O. 2
12
4
0
8
8
34—38
V. S. V. 4
9
2
0
7
2
16—36
V. S. V. 4 twee verliespunten.
Klasse 2, afdeeling C.
wikkelen, en een gebied te beheerschen, dat an- te hangen, opdat het huis niet behekst zou wor-
.1icohn.rlpn "Rn wn.t vnnr 'n onzin mppv &e1nnfirï<e mpn a.l!
ders voor hen gesloten zou blijven. Op de scho
len wordt zeer weinig astronomie onderwezen.
Een waardevolle aanvulling bieden daarom de
sterrenwachten. Op den voorgrond van de aige-
meene belangstelling staat de vraag, of er bui-
ten de aarde nog andere bewoonde hemellicha
men zijn, voor alles of Mars als een tweede
aarde kan worden beschouwd omdat daar tem
peraturen heerschen, die ongeveer dezelfde zijn
als hier op aarde. Bovendien is daar een atmos
feer aanwezig, die weliswaar niet van dezelfde
sterkte is als op onze planeet, maar toch vol
doende om het bestaan van levende wezens
mogelijk te maken
Dat onder het publiek nog volkomen valsche
voorstellingen over de kosmische dingen heer
schen, komt niet zoo vaak voor als een buiten
staander zou vermoeden. Immers staan in popu-
lair-wetenschappelijke tijdschriften voortdurend
artikelen, die dit gebied voor den leek toegan
kelijk maken. Daardoor zijn de menschen goed
voorbereid en kunnen zeer goed onderscheiden,
wat b.v. van het probleem van een vlucht- m
het wereldruim mogelijk en wat fantasie is.
En toch is dat alles nog niet genoeg. Het
publiek zou nog in veel grocóere mate onder
licht moeten worden, op dat het niet voortdu
rend weer ten offer valt aan den schijnweten-
schap der astrologie. De astrologie tracht uit
den stand der sterren het lot der menschen voor
te beschikken, en meent dat zij de toekomst kan
ontsluieren. Daarbij omhult zij zich meit een
dichten, mystieken mantel. Het getal 7 is heilig,
want er zijn zeven planeten, (Zon, Venus, Maan,
Saiturnus, Jupiter en Mars, Mercurius). Nu n—-
de astronomie bewezen, dat dit getal niet juist
is, daar er veel meer planeten zijn. Moest men
de astrologie als wetenschap beschouwen, dan
zou op de plaats van het heilige getal 7 een
geheele rij van andere cijfers komen. Daardoor
zou echter het geheele gebouw in elkaar storten
en bekend worden, dat de astrologie niet de min
ste aanspraak kan maken op wetenschappelijK-
heid Ze is een dwaalleer en reeds als zoodanig
bekend toen de planeten, Uranus, Neptunes en
Pluto ontdekt werden.
Het succes van de astrologie berust daarop,
dat de astroloog zooveel voorspellingen doet,
waarvan de helft minstens „raak" moeten zijn.
Daardoor wordt echter bij de belanghebbenden
een schijn van waarheid opgewekt, zonder dat hij
bemerkt, dat even zooveel niet als wel is uitge
komen. Het komt er echter op aan, dat het aan
tal voorspellingen zoo gi'oot mogelijk is. Er zyn
„goede" en „slechts" astrologen. Bij de goeden
zal men drie tot viermaal zooveel voorspellingen
kunnen vaststellen dan bij de slechten. Maar dit
bemerkt het publiek echter niet.
Men zou de astrologie gerust een bestaansrecnt
kunnen gunnen als zij niet meer dan een spelle
tje voor verloren roem beteekende. Maar zij
sticht helaas heel wat onheil, doordat er men
schen zijn, welke zich door haar voorspellingen
laten beïnvloeden. Wat uit de sterren geprofe
teerd wordt, „de sterren, die het toch moeten
weten", wordt voor ernst aangenomen. Men
handelt ernaar, al is het ook vaak onbewust.
Leest de astroloog in de sterren, dat de brui
degom ontrouw wordt, dan is dat reeds voldoen
de om wantrouwen en tweedracht te zaaien
en twee menschen ongelukkig te maken. Men
kan bij het publiek belang daarom niet anders
doen dan tegen deze gevaarlijke waarzeggerij
te waarschuwen. Wettelijk kan men er helaas
niets tegen uitrichten. Men kan slechts laten
zien, dat de profetie uit de sterren niets anders
is dan groote onzin.
D" hegren astrologen willen dat natuurlijk
niet" toegeven. Zij vinden, dat zij wetenschap
pelijk onderlegd zijn.
Hoe ver die wetenschap reikt, kan ik
zoo eenigermate beoordeelen. Onder mijn toe
hoorders heb ik eenige menschen gadegeslagen
die met groots aandacht een paar voorlezingen
en voordrachten aan de sterrenwacht bezochten
om dan 1"1
Dat is dan het geheele onderricht van deze „we
tenschappelijken", die niet het geringste idei
den. En wat voor 'n onzin meer geloofde men ai!
Dit geheele bijgeloof is verdwenen, sedert men
weet, dat duisternis slechts dan optreedt, zoo
spoedig zon, maan en sterren in een rechte lijn
staan.
Maar in een nieuwen vorm viert het bijgeiooi
zyn opstanding en wel in den vorm der open
baringen uit de sterren. Hoe slechter het den
menschen gaat, des te begeeriger zijn zij om te
weten, wat de toekomst zal brengen, of zij er bi
ter aan toe zullen zijn. En daarom zullen niet
alleen de astrologen steeds hun slachtoffers vin
den, maar ook alle anderen, die uit kaarten,
koffiedik en andere preparaten "de toekomst
voorspellen. Slechts een doordringen in de
materie der astronomie kan dat tegenwerken.
De sterrenwachten stellen zich in dienst van een
ieder, die wil weten hoe het heelal er werkelijk
uitziet,
V. V. H.
10
6
2
2
14
25—13
Zeemeeuwen 3
10
5
4
1
14
26—18
Spaamestad
9
5
2
2
12
32—24
Schoten 3
11
4
3
4
11
32—27
R. C. H. 7
10
5
0
5
10
30—33
Zandvoort 3
9
2
3
4
7
16—21
Bloemendaal 3
10
1-
4
5
.6
20—31
Hellenen 2
9
1
2
6
4
19—33
Klasse 3, afdeeling A.
Zandvoort 4
10
8
1
1
17
48—13
Kennemers 4
9
8
0
1
16
59—13
T. H. B. 3
10
5
2
3
12
28—24
Bloemendaal 5
10
5
0
5
10
38—35
Zeemeeuwen 5
9
4
1
4
9
22—22
Ripperda 3
9
3
3
3
9
19—32
Hillegom 3
10
1
1
3
3
23—39
V. O. G. 2
11
1
0
10
2
16—75
Junioren,
afd. A.
Haarlem a
9
8
1
0
17
66—17
Bloemendaal a
8
5
1
2
11
45—23
R. C. H. a
7
4
1
2
9
65—21
H. F. C.
8
4
1
3
9
42—34
Hiliegom
7
2
0
5
4
29—58
Edo a
7
1
0
6
2
19—51
Halfweg
6
0
0
6
0
5—65
Afdeeling
B.
Stormvogels
9
8
0
1
16
61—10
V. V. B.
9
7
0
2
14
84—15
Kennemers
9
5
1
3
11
41—32
Bloemendaal b
8
5
1
2
11
39—33
R. C. H. b
9
3
1
5
7
34—42
D. W. O.
8
2
1
5
5
27—43
T. H. B. a
10
1
0
9
2
2438
Edo b
4
0
0
4
0
3—45
Afdeeling
c.
D. I. O.
9
8
0
1
16
54—12
Zeemeeuwen
12
6
2
4
14
56—34
Haarlem b
10
5
1
4
11
51—18
Vliegende Vogels
10
5
1
4
11
45—41
R. C. H. c
11
2
1
8
5
30-101
Zandvoort
7
2
1
4
5
32—7
T. H. B. b
8
2
1
5
5
22—39
Bloemendaal c
7
0
1
6
1
10—47
Adspiranten, afd.
A.
Vliegende Vogels
a 10
8
1
1
17
55—13
Haarlem a
11
7
2
2
16
44—13
R. C. H. a
11
7
2
2
16
38—21
Bloemendag! a
11
6
1
4
13
24—12
E. D. O. a
11
5
2
4
12
24—17
Zandvoort a
11
3
2
6
8
21—37
Zeeumeeuwen a
10
3
1
6
7
19—36
R. C. H. b
9
2
1
6
5
18—28
Spaarndam
12
1
0
11
2
12—79
Afdeeling
B.
Bloemendaal b
12
10
0
2
20
42—11
Haarlem b
13
8
4
1
17
35—13
R. C. H. c
12
8
0
4
16
37—15
R. C. H. d
10
4
3
3
11
23—12
Edo b
11
4
3
4
11
41—33
Haarlem c
11
4
3
4
11
29—23
Zandvoort b
12
3
1
8
7
12—40
Vliegende Vogels
b 12
2
2
8
6
19—39
Bloemerïdaal c
7
1
1
5
3
8—37
Edo c
6
0
1
5
1
4—31
VOETBAL.
Het oogenblikje, dat Koning Winter de vo
rige week om den hoek gluurde, was juist vol
doende, de voetbalvelden onbespeelbaar, maar
onvoldoende, de ijsbanen berijdbaar te maken.
zoodat we een sport-loozen Zondag hadden.
De competitieleider verschoof het program
ma een week, zoodat, behoudens enkele wijzi
gingen voor a.s. Zondag dezelfde wedstrijden
vastgesteld zijn als voor een week terug.
Echter is ingelast HaarlemHercules, en
waar verder in deze omgeving niet gespeeld
wordt, kan men er verzekerd van zijn, dat deze
belangrijke ontmoeting voor een uitverkocht
huis gespeeld wordt.
Voor Haarlem is het een kwestie van „to be
or not to te". Verliest Haarlem, dan is het uit
geschakeld. Trekt Hercules aan 't kortste eind,
dan is alle hoop voor de Utrechtenaren nog
niet verloren, hoewel hun kansen dan zeer aan
zienlijk gedaald, en die van D. W. S. in gelijke
mate gerezen zijn. Ook is gelijk spel mogelijk:
in dit geval bereikt de spanning haar hoogte
punt. In de geheele K. N. V. B.-oompetitie, uit
gebreid als ze is, is geen klasse-afdeeling aan
te wijzen, waar het zóó spant over de geheele
linie, als de merkwaardige 2e klasse B.
Om dit te illustreeren, diene, dat Zaterdag
avond vergaderd werd met de besturen van
Haarlem, D. W. S. en Hercules, om in onderling
overleg de nog te spelen wedstrijden tusschen
deze rivalen vast te stellen, waarbij men de
volgende regeling trof. Achtereenvolgens
wordt gespeeld: HaarlemHercules, D. W. S.-
Haarlem, HerculesD. W. S.
Van Bloemendaai-zrjde worden thans pogin
gen in 't werk gesteld, om Zondag 21 Februari
a.s. te doen spelen: BloemendaalSpartaan
B. F. C.Zandvoort, V. V. A.—Baarn.
Hopen we, in 't belang van een sportieve
afwikkeling, dat deze pogingen met succes be
kroond zullen worden!
Bij het ontbreken van een overzicht publicee-
ren we de competitiestanden van den H. V. B.,
waarin de lagere Bloemendaal-elftallen spelen.
Hieruit blijkt, dat tien elftallen van ons in dei
H. V. B. uitkomen: een respectabel aantal
voorwaar! De drie junioren- en drie adspiran-
ten-elftallen zijn er een bewijs van, dat het
jeugdvoetbal bier bloeit, een gelukkig ver
schijnsel. Misschien krijgen wij later gelegen
heid, dit vraagstuk, zoo intens belangrijk, eens
nader in de kolommen van dit blad onder de
oogen te zien. A. C.
Haariemsche Voetbalbond.
Klasse I, afdeeling B.
dingen, die van belang zijn.
Reeds vroeger werd verslag uitgebracht van
dergelijke proeven over de jaren 1925'26 en
1926—'27. Toen bleek, dat in het gunstige hooi-
jaar 100 K.G. droge stof in de „kuil" ongeveer
dezelfde voedingswaarde had als 105 K.G. droge
stof in hooi.. In het tweede jaar, dat ongunstig
was voor de hooiwinning, was de verhouding
begrijpelijketwijze nog gunstiger voor de kuil,
n.l. 100 op 120. Omtrent de verliezen aan
droge stof bjj hooien of inkuilen werd toenjgeen
uitsluitsel gegeven; later is ook dat bereïtend,
evenals bij de proeven 1927'28.
Voorts is door middel van voederproeven on
derzocht, welke de verhouding was tusschen
de productie van de opbrengst van gelijke per-
ceelen van hetzelfde land, bij hooien en inkuilen.
In de jaren 1926 en 1927 (minder gunstig
of ongunstig hooiweer) kwamen er belangrijke
verschillen ten gunste vail het inkuilen. In 1926
was de productie-verhouding hooi: kuilvoeder
100 137. In 1927 was de verhouding
voor het kuilvoeder nog gunstiger, n.l. 100
142. Het kuilvoer van een dergelijke opper
vlakte land gaf dus ruim 40 meer productie.
Jaar om jaar werden de veldjes omgewisseld,
wat conserveeringsmethode betreft: le jaar dus
hooien, 2e jaar inkuilen.
Bii f'oed hooiweer blijkt het resultaat minder
duidelijk te zijn. De proefnemers veronder
stellen, dat dan het hooien, wat vosdeiwaarde
betreft, iets gunstiger is. Wat de. kwaliteits
vermindering betreft, die blijkt in natte kuilen
grooter dan in droge. Tegen al te droog wordt
venwel gewaarschuwd met het oog op schim
melvorming en te sterken broei.
Wat de zetmeelwaarde betreft, deze kwam
heel aardig met de productiewaarde overeen;
in 1926 en 1927 was die voor het inkuilen 41%
hooger dan voor hooi.
Wie van deze belangrijke proef meer wenscht
te weten, dien verwijzen wij naar het zeer uit
voerige verslag, dat aan de Proefzuivelboerderjj
te Hoorn verkrijgbaar is.
Wij maken nog de volgende opmerkingen;
le. Inkuilen neemt alls risico, aan ongunstig
oogstweer verbonden, weg.
2e. Het maakt, dat men het werk beter in de
hand heeft.
3e. Men kan vroegtijdig maaien, wat voor de
kwaliteit van het gewonnen product van
groot belang is.
ie. Men vermijdt ook het risico van 't broeien;
het is bekend, dat zwaar met stikstof be
mest gras, zelfs indien droog gewonnen,
hevig kan broeien.
We zouden daarom adviseeren: Geeft gerust
in het voorjaar een flinke gift kalksalpeter aan
Uw hooiland naast fosforzuur en kali na
tuurlijk maar ga de eerste snede in eik geval'
inkuilen. Men bedenke, dat jong gewonnen
gras naar verhouding meer kali aan den grond
onttrekt dan ouder.
De voordeelen zijn, ook krachtens het onder
zoek, waarvan wij boven iets mededeelden, be
langrijk grooter dan de nadeelen.
I. V. O.
13
9
2
2
20
56—27
E. D. O. 3
12
7
3
2
17
41—21
Ripperda
11
7
2
2
16
44—28
Haarlem 4
12
5
1
6
11
51—67
Kiriheim 2
10
4
2
4
10
33—22
R. C. H. 4
11
2
5
4
9
33—47
R. C. H. 5
12
4
1
7
9
36—47
Bloemendaal
13
4
0
8
8
38—40
D. W. O.
11
3
2
6
0
27—32
Beverwijk 2 s) 11 4 0 7
Beverwijk 2 twee verliespunten.
23—51
IETS UIT HET VERSLAG VAN DE
PROEFBOEKDERIJ TE HOORN
OVER 1929.
Dit verslag is in den zomer 1930 verschenen
en ügt thans voor ons. De inhoud omvat:
I. Jaarverslag.
II. Vergelijkend onderzoek omtrent hooi
winning en inkuilen.
III. Drie voederproeven met cocosmeel bij
melkvee.
IV. Over de behoefte van jonge geiten aan
vitamine C.
V. Eenige resultaten van een onderzoek
naar de variabiliteit en" van de eerste
Nederlandsche proefme3tingen voor de
selectie naar geschiktheid voor bacon-
productie bij het groot Yorkshire
varken.
Van dozen inhoud interesseert ons vooral
no. 2;
Vergelijkend onderzoek omtrent hooiwinning
en inkulling.
Deze kwestie is thans urgent, vooral in ver
band met de toename der stikstofbemestingen
op grasland. Deze stikstofbemestingen worden
al heel zwaar.
Indertijd ging Prof. Eiema tot 60 K.G. maxi
maal op hooiland; thans brengt men het op
hooiland reeds tot 300 K.G. zuivere N (6 a 7
baal kalksalpeter) en op weiland zelfs tot 120
K.G. zuivere stikstof (bijna 8 baal kalksal
peter.)
Ik verwijs in dit verband naar de verslagen
van de nieuwere beweidings- en bemestings-
proeven, uitgaande van het Land- en Tuin-
bouwbureau der I. G. Farbenindustrie Aktien-
geselisehaft, en uit welke bleek, dat dergelijke
stigstofgiften rendabel waren en nog een flinke
winst opleverden.
Als het nieuwer beweidings-- en bemestings
systeem meer toepassing vindt, en de heer Ir.
v. d. Meer te Hengelo heeft reeds geadviseerd,
het mede in die richting te zoeken, dan zal ons
dat met het oog op het conserveeren hooien
of inkuilen voor problemen stellen of liever
de oplossing daarvan urgent maken.
Men werkt hier in Noord- en Zuid-Holland
nog niet met stikstofgiften tot 120 K.G. zui
vere stikstof. Maar wel geeft men hier en daar
300 tot 400 K.G. kalksalpeter en als men die,
?n één maal, in het vroege voorjaar geeft dan
heeft men als regel al in Mei een groote mas
sa gras, voldoende om te hooien. Maar.... het
weer maakt dat ongewenscht. En zoo staat dat
gras veel te lang, tot groote schade voor de
kwaliteit. In Friesland kuilt men in; in N.-
Holland gebeurt dat nog maar sporadisch. In
1930 is er tamelijk veel ingekuild, omdat men
or toen letterlijk mee verlegen was.
Maar v»len zien in het inkuilen nog altijd een
noodmaatregel, die men dus alleen toepast bij
ongunstig weer. Is het inkuilen een noodmaat
regel? Een zeer uitgebreid en conciëntieus on-
-eek aar. de Proefzuiveiboerderij te Hoorn
gtaft daarop nog wel niet een beslist en defi
nitief antwoord, maar geeft toch wel aanwij-
SNEEUWKLOKJES.
De eerste vriendelijke voorjaarsboden worden
in de lente steeds weer met nieuwe vreugd»- be
groet. Al kan het buiten nog winter zijn en een
idee van voorjaar geeft, van lente,
'dik sneeuwtapijt velden, boomen en wegen be
dekken, toch is er iets in de natuur dat ons het
Het zijn de sneeuwklokjes die de lente inluiden!
Reeds weer laten zij hun sierlijke, reine
bloempjes boven de oppervlakte der aarde zien.
Wat een heerlijk gezicht toch die eerstelingen!
,,'t hangt aan een fijne groene band
Zoo ned'rig bij den grond,
't Was de natuur wier eigen hand
Dien band aan 't klokje bond;
't Weerklink met helder zoet geluid
Als d' eersten knop zijn bloem ontsluit".
Ongetwijfeld is er geen plantje dat grootere
populariteit geniet dan het sneeuwklokje. In
bijna alle landen van Europa en ook daarbuiten
nog wordt zij aangetroffen en het is interessant
na te gaan welke benamingen zij in verschillende
landen gekregen heeft en welke beteekenis men
aan dit bloempje hecht.
Bij ons te lande zijn de namen, waarmede het
sneeuwklokje aangeduid wordt ook veelvuldig,
we herrinneren aan „Vastenavondzotje",
„Naakte mannetje', „Naakte eprstjes", „Akker
mannetjes", „Sneeuwbloem", enz.
In Zwitserland heet de bloem „Schneetröple of
„Schneeglöckli", maar ook „Amselblümli" (meerle
bloem) omdat de bloem bloeit als de meerle mat
zingen begint. In vele plaatsen van Duitschland
en Oostenrijk heeft de plant verschillende namen
„Jungher in Hemd", enz. en wordt als een symbool
van jeugdige liefde en reinheid beschouwd.
In Engeland noemt men het sneeuwklokje,
behalve den meest algemeene naam „Snowdrop"
o.a. ook „Candlemas belis" (lichtmisklokje) omdat
zij gewoonlijk den 2den Februari bloeien. Ver
volgens -geeft men haar nog de namen „Fair-
maids" (schoone meisjes) en „Purificction-flowers
(reinheidsbloemen)
In Wales geniet de bloem een zeer hoogen
Ned. Herv. Kerkgenootschap
te Santpoort.
V.m. 10 uur: Prof. dr. G. A. van den Bergh
van Eysinga.
„Begrijpend medelijden". (Hebr. 2, vs. 18).
Doopsbe diening.
Eglise WaUonne.
Ned. Hervormde Kerk.
Dimanche 15 Février.
10 b. 30: Service divin. Collecte mensuelle pour
l'Eglise.
11 h. 45: Service pour les Enfants.
20 h.: Service divin.
Vendredie 20 Février.
20 h. (soir): Service: Etude biblique.
Tous les Cultes sont présidés par Ie pasteur
F. Ch. F. Krafft.
L'Eglise (Begjjnhof).
est ouverté tous les jours de 10 h.16 h.
Religieuze Kring Aerdenhout,
V.m. 10% uur; Dr. A. K. Kuiper, Em. Doopsgez.
Pred., Amsterdam.
Gereformeerde Kerk te Bioemendaa!
V.m. 10 uur: Ds. J. C. Brussaatd.
N.m. 5 uur: Ds. J. C. Brussaard.
Collecte voor de Radio.
De Vrije Katholieke Kerk.
Popellaan Kinheimpark.
V.m. 10.30 Gezongen H. Mis.
Donderdag 19 Febr., 7.30 v.m. Stille H. Mis.
Ned. Herv. Kerk, Bloemendaal.
V.m. 10 uur, Ds. J. C. van Drjk, Collecte voor
het Zuiderzeefonds.
Ned. Hervormds Evangelisatie
te Santpoort.
V.m. 10 uur: Ds. M. J. Punselie, Leiden.
Jeugddienst in het Jeugdhuis.
V.m. 10 uur de heer W. F. G. Dankbaar.
Voor jonge menschen, boven 16 jaar, 's avonds
7.30 uur, Ds. I. W. A. Korff, Heemstede.
Gebouw Maranatha.
Donderdag 's av. 8 uur, Ds. J. C. van Dijk, Bij
bellezing.
Overve» .j.
V.m. 10 uur, Ds. J. A. van Leeuwen van Heem
stede. Collecte voor de Zuiderzeefonds.
meent men, dat de zomer kort zal zijn.
Uit bovenstaande mag wel blijken, dat het
sneeuwklokje, hetwelk reeds in de16de eeuw
uit Midden- en Zuid-Europa en West-Azië naar
Noord-Europa gebracht werd, ten alle tijde en
bijna bij alle volken, in hooge achting gestaan
heeft.
't Is een der gemakkelijkst te kweeken plan
ten die bijna in eiken grond voortwil.
Waar zij het mooist uitkomen? Daar waar ze
het meest natuurlijk staan. Op perkjes maken
zij lang niet dat effect wat zij maken zullen,
wanneer ze hier en daar verspreid staan, onder
kreupelhout of tusschen heesters in. Juist dan
zullen ze, zoo in de vrije natuur voor dengene,
die ze d.aar in bloei ontdekt, een prachtig effect
maken. Een geschikte plaats voor het sneeuw
klokje is onder boomen en houtgewas en liefst
daar, waar de zonnestralen ze al vroeg bereiken
kunnen, 't Leukste is dat ze zoo weinig zorg
vragenvanzelf komen ze ieder jaar opnieuw
weer even schoon terug en behoeven niet eens
tegen de koude bedekt te worden.
Om ze dus op hun best te doen uitkomen
plant men de bolletjes in een dun begroeid
grasveld, in den schaduw van boomen of in een
breeden rand langs houtgewas. Wanneer het
flinke pollen geworden zijn, bloeien ze mild.
„De Lente komt, de Lente komt,
Al sluim'ren nog de velden.
Ons kwam een bloempje uit de sneeuw
Die zoete maar vermelden.
Sneeuwklokjes, blinkt,
Sneeuwklokjes, klinkt,
Sneeuwklokjes, luidt op den winterschen akker
Lente met duizende bloemekens wakker
PROFESSOR EINSTEIN EN HOLLYWOOD.
Een firma, die te Hollywood films maakt,
waarvoor de menschen van alle landen der aar-
desamenstroomen om ze te zien (en te hooren),
zond aan Einstein dit telegram: „Herr Einstein,
gij zijt een groot geleerde. Wij zijn een groote
firma. Wij geven U tweehonderdduizend dollar,
indien U wilt optreden in een klankfilm."
Korten tijd daarna werd er aangebeld bij de
firma; een briefje trok van den hoofdportier
naar den onderportier, van den onderlakei naai
den hoofdlakei, en kwam op de blinkende tafel
van den bestuurder, die las: „Ik zit liever een
gunst en wordt aldaar „Clock-maben", hetwelk uur in mijn laboratorium de snelheid van het
kinderklokje beduiden moet, genoemd.
Een algemeene Engelschen naam is „Fair maids
of February" en deze naam vindt zijn oor
sprong in oude ceremoniën. Meer dan tegen
woordig was het vroeger gewoonte dat een le
kende of een zekere bloem aan de toenmaals
zoo talrijke kerkelijke feestdagen verbonden
werd. Er werd gezegd, dat het sneeuwklokje
zich vertoond» had op den dag dat Maria voor
den eersten keer Christus mede naar den tempel
te Jerusalem namop den herrinneringsdag
van deze gebeurtenis den 2en Februari, werd
daarom haar beeld in ds kerk met deze witte
bloemen versierd en jonge meisjes droegen in
de processie kransen van sneeuwklokjes ter
kerke.
In Denemarken wordt dit bolgewasje het
meest „Vinterjaek" genoemd. Met deze naam
wordt plagen of schertsen beduidt en door
jonge correspondenten wordt dikwijls de bloem
van het sneeuwklokje vergezeld van eenig ge
dicht. gekozen om te schertsen of om elkander
te plagen.
Behalve aan Maria is het sneeuwklokje in
den loop der tijden aan alle nonnen gewijd
geworden en vooral zulken, die den sluier
aannamen. Men veronderstelde dat daarom
de plant zoo dikwijls in kloostertuinen gevonden
wordt en de kleine non-achtige bloem met neer
hangend hoofd zou overeen stemmen met het
eentonige kloosterleven.
Ook als v/eerprofeet doet de bloem op som
mige plaatsen dienst en als ze gauw verwelken jervlakte.
licht na te gaan, dan al het goud van de wereld
te verdienen met voor een film te spelen."
De Hollywooders staan sedert dien brief stom
van verbazing. Is filmwerk dan geen weten
schap? En helpt men zijn eigen laboratorium
niet met geld? Geld!
Met geld koopt ge: Bontjas en auto, decora
tie en kasteel, hulde van zwakke lieden en kus
van opgemaakte luxe-vrouw. Ge koopt er gelak
te badkamers mede, goudborduursel op den li
vreirok van Uw hofmeester, het bukken van Uw
bediendenschaar en Uw naam in de „Society"
rubriek van sommige kranten.
Maar ge koopt er niet mede:
Eén ons oprecht humaniteitsgevoel;
Een half ons waarachtige liefde;
De rust van het geweten;
Het begrip van de diepte van het leven;
De gave om de eeuwigheid te beleven;
bijeen straaltje licht uit de zon
Geld: ge kunt er Uw eigen onafhankelijkheid
mee koopen, als dat nog mogelijk is, na de me
thode door U misschien aangewend om geld te
verdienen.
Maar ge kunt er geen minuut mee koopen
van den onkoopbaren tijd van een fier, van een
waarachtig onafhankelijk mensch.
WIST U AL, DAT
De met bosschen begroeide oppervlakte der
aarde op 1518 millioen Hectaren berekend is, d.i.
Jijna een vierde gedeelte der geheele vaste op-
Een schit
het Krek
Vereenigi
De bloeme
inzendinj
Het nieuv
Uitgave
Warendor
sterdam.
Vraagt men hon
lezen, dan is het ant
tig gevallen: „Ik zc
heb geen tijd."
En dat is geen zinl
waarheid: als men i
De dag is zoo overl;
vaak eveneens, of
zakelijke ontspanning
kelijk geen tijd ove
het meer of minde;
krant of het gedach
lustratie.
Toch leeft ook
medeburgers de wil c
mee te gaan met oi
tijd in zijn stroom
velerlei gebied, ingew
kenis van nieuwe dc
gen, nieuwe woorden.
Maar hoe zouden
de kolommen der bis
geen zij zoeken, in
sche en duizenden
te snuffelen naar de
blijvende waarde is,
moeizaam verworven
achter raken, voor r
Hier staan we vooi
genoeg, gezien de
maandbladen, die stc
landsche publiek wo:
er een hiaat is, valt
Dat speur- en s
kostbaar, behoeft nie
worden verricht.
„De Kern" doet
Kern"? Het is een
en bescheiden mo|
maar met een rijken
U .maand na maand
belangrijkste artikele
schriften van alle b
veld. Zij geeft U van
datgene wat de moei
houden, bewaard te v
kern-lectuur in de
baren vorm: in goed
geleerdenjargon of
van alle franje, zoo
een artikel van twee
ben, prettig-verrast z
dat twee bladzijden 1
vertellen.
Het arbeidsveld vai
Daartoe kan al datg<
den beschaafden, onri
lang kan inboezemen
kunst, staatkunde,
eenige criterium vooi
tikel zal zijn: „Is h
moeite waard, gelez
dan zult U het vinde
Dat hierbij de m&
acht zal worden geni
vermelding. „De I
richting, geen ander
van het verlangen i
nen en vrouwen: op
wat er leeft in onze
„De Kern" heeft
tend, of in de eerste
den man der wetensc
eigen gebied iets
brengen al zou da
lijk zijn. Veeleer zien
die groote schare N