Voorspellen sterren de toekomst. Astrologie, het mode-bijgeloof van vandaag. Bron van vee! kwaad. Het BSoemendaalsch Weekblad. SPORT. PREDIKBEURTEN. 11 UIT BOEI Astrologie, het mode-bijgeloof van vandaag. Bron van veel kwaad. door Dr. E. ARCHENHOLD. leider van den sterrenwacht te Treptow. Niets is geheimzinniger dan net j hebben van het groote voorbehoud en de beper- schitteren der sterren aan het nacli- king, die vroeger bij prognostica in acht werden telijke firmament. Sedert den oer tijd hebben bijgeloovige menscheri ze vereerd en aanbeden, van hen al het goede, maar ook al het kwade verwacht, dat den aardbewoners te wachten staan. Critische geesten kenden reeds voor tientallen eeuwen den regelmatigen loop d. sterren en waren daarom de eersten, die tegen de mystiek en het bijgeloof streden, dat men uit de sterren het lot der menschen zou kunnen lezen. Hoe meer de Astronomie, de wetenschap der sterren verbreid werd, hoe meer de sterrenwichelarij, de Astrologie werd verdrongen. Maar zelfs nog in het derde decennium van de twin tigste eeuw viert de astrologie nog ongedachte triomfen, sticht vaak groot ongeluk, ondanks het feit, dat ieder mensch zich gaarne voor we tenschappelijk houdt. De bekende leider van den sterren wacht te Treptow, Dr. Archenhoid, vonden wij bereid voor onze lezers uit een te zetten het standpunt, het welk de asRronomie tegenover de mode van de astrologie inneemt. Sedert het bestaan van de door mij geleide sterrenwacht zijn meer dan 2 millioen men schen bij mij als gast geweest en hebben met de sberrenkijkers den hemel bekeken. Twee mli- lioen is een getal, dat bewijst, hoe groot de al- gemeene belangstelling voor de sterrenkunde is. Wat de meeste menschen naar de sterrenwacht drijft, is meestal den wensch zich verder te ont- genomen. ZU voorspellen er lustig op los, maar hun voorspellingen zijn zoo wezenloos mogenjK Het komt er bij hen op aan den onwetenden, het geld uit den zak te kloppen. Daarbij moeten de sterren helpen. De sterren zrjn oneindig veel meer dan hulp middelen om in de toekomst te kunnen zien. lie sterrenwachten rekenen het tot hun voornaamste taak, te kunnen bewijzen, dat alles in het heelal zin heeft en niet beperkt blijft tot de menscnen en hun lot. Daardoor wordt echter de astrono mie ook tegelijkertijd de bevrijdster van het bij geloof. Wat werd vroeger den kometen niet alles in de schoenen geschoven. Zij waren de grodte onheilstichters. Roofmoorden, catastrofen, oor log en ander onheil waren onverbrekelijk met de kometen verbonden. Hun verschijning joeg den menschen angst aan. Bij elk verschijnen van een komeet werd de ondergang der wereld voorspeld, tot Keppler de wetten der planeten vaststelde, Newton de wet der aantrekkingskracht ontdekte en Hale het samentreffen der kometen bereken de. Thans verloren de hemelwonderen haar ver schrikking. Men wist immers van te voren, wan neer zij zichtbaar zouden zijn. De astronomie kan hun loop nauwkeurig berekenen, daar ook de ko meten volgens vaststaande wetten opkomen en ondergaan. Deze wetmatigheid heeft het bygeloor doen verminderen. Zons- en maansverduisterin gen brachten vroeger de gemoederen in opschud ding. De dolste dwaalieeren waren niet dol ge noeg, maar men geloofde er toch aan. Zoodra de zon of de maan verduisterden, was het geboden, de bronnen te bedekken om te verhinderen, aai het water vergiftigd zou worden, of het vee naar den stal te brengen en een kruis boven de deur Klasse II, afdeeling B. Kennemers 3 9 7 0 2 14 41—17 R. C. H. 6 9 6 0 3 12 33—32 Stormvogels 4 10 6 0 4 12 34—39 Schoten 2a 11 5 0 6 10 42—39 D. S. K. 7 4 0 3 8 18—18 Bloemendaal 4 9 4 0 5 8 33—32 D. I. O. 2 12 4 0 8 8 34—38 V. S. V. 4 9 2 0 7 2 16—36 V. S. V. 4 twee verliespunten. Klasse 2, afdeeling C. wikkelen, en een gebied te beheerschen, dat an- te hangen, opdat het huis niet behekst zou wor- .1icohn.rlpn "Rn wn.t vnnr 'n onzin mppv &e1nnfirï<e mpn a.l! ders voor hen gesloten zou blijven. Op de scho len wordt zeer weinig astronomie onderwezen. Een waardevolle aanvulling bieden daarom de sterrenwachten. Op den voorgrond van de aige- meene belangstelling staat de vraag, of er bui- ten de aarde nog andere bewoonde hemellicha men zijn, voor alles of Mars als een tweede aarde kan worden beschouwd omdat daar tem peraturen heerschen, die ongeveer dezelfde zijn als hier op aarde. Bovendien is daar een atmos feer aanwezig, die weliswaar niet van dezelfde sterkte is als op onze planeet, maar toch vol doende om het bestaan van levende wezens mogelijk te maken Dat onder het publiek nog volkomen valsche voorstellingen over de kosmische dingen heer schen, komt niet zoo vaak voor als een buiten staander zou vermoeden. Immers staan in popu- lair-wetenschappelijke tijdschriften voortdurend artikelen, die dit gebied voor den leek toegan kelijk maken. Daardoor zijn de menschen goed voorbereid en kunnen zeer goed onderscheiden, wat b.v. van het probleem van een vlucht- m het wereldruim mogelijk en wat fantasie is. En toch is dat alles nog niet genoeg. Het publiek zou nog in veel grocóere mate onder licht moeten worden, op dat het niet voortdu rend weer ten offer valt aan den schijnweten- schap der astrologie. De astrologie tracht uit den stand der sterren het lot der menschen voor te beschikken, en meent dat zij de toekomst kan ontsluieren. Daarbij omhult zij zich meit een dichten, mystieken mantel. Het getal 7 is heilig, want er zijn zeven planeten, (Zon, Venus, Maan, Saiturnus, Jupiter en Mars, Mercurius). Nu n—- de astronomie bewezen, dat dit getal niet juist is, daar er veel meer planeten zijn. Moest men de astrologie als wetenschap beschouwen, dan zou op de plaats van het heilige getal 7 een geheele rij van andere cijfers komen. Daardoor zou echter het geheele gebouw in elkaar storten en bekend worden, dat de astrologie niet de min ste aanspraak kan maken op wetenschappelijK- heid Ze is een dwaalleer en reeds als zoodanig bekend toen de planeten, Uranus, Neptunes en Pluto ontdekt werden. Het succes van de astrologie berust daarop, dat de astroloog zooveel voorspellingen doet, waarvan de helft minstens „raak" moeten zijn. Daardoor wordt echter bij de belanghebbenden een schijn van waarheid opgewekt, zonder dat hij bemerkt, dat even zooveel niet als wel is uitge komen. Het komt er echter op aan, dat het aan tal voorspellingen zoo gi'oot mogelijk is. Er zyn „goede" en „slechts" astrologen. Bij de goeden zal men drie tot viermaal zooveel voorspellingen kunnen vaststellen dan bij de slechten. Maar dit bemerkt het publiek echter niet. Men zou de astrologie gerust een bestaansrecnt kunnen gunnen als zij niet meer dan een spelle tje voor verloren roem beteekende. Maar zij sticht helaas heel wat onheil, doordat er men schen zijn, welke zich door haar voorspellingen laten beïnvloeden. Wat uit de sterren geprofe teerd wordt, „de sterren, die het toch moeten weten", wordt voor ernst aangenomen. Men handelt ernaar, al is het ook vaak onbewust. Leest de astroloog in de sterren, dat de brui degom ontrouw wordt, dan is dat reeds voldoen de om wantrouwen en tweedracht te zaaien en twee menschen ongelukkig te maken. Men kan bij het publiek belang daarom niet anders doen dan tegen deze gevaarlijke waarzeggerij te waarschuwen. Wettelijk kan men er helaas niets tegen uitrichten. Men kan slechts laten zien, dat de profetie uit de sterren niets anders is dan groote onzin. D" hegren astrologen willen dat natuurlijk niet" toegeven. Zij vinden, dat zij wetenschap pelijk onderlegd zijn. Hoe ver die wetenschap reikt, kan ik zoo eenigermate beoordeelen. Onder mijn toe hoorders heb ik eenige menschen gadegeslagen die met groots aandacht een paar voorlezingen en voordrachten aan de sterrenwacht bezochten om dan 1"1 Dat is dan het geheele onderricht van deze „we tenschappelijken", die niet het geringste idei den. En wat voor 'n onzin meer geloofde men ai! Dit geheele bijgeloof is verdwenen, sedert men weet, dat duisternis slechts dan optreedt, zoo spoedig zon, maan en sterren in een rechte lijn staan. Maar in een nieuwen vorm viert het bijgeiooi zyn opstanding en wel in den vorm der open baringen uit de sterren. Hoe slechter het den menschen gaat, des te begeeriger zijn zij om te weten, wat de toekomst zal brengen, of zij er bi ter aan toe zullen zijn. En daarom zullen niet alleen de astrologen steeds hun slachtoffers vin den, maar ook alle anderen, die uit kaarten, koffiedik en andere preparaten "de toekomst voorspellen. Slechts een doordringen in de materie der astronomie kan dat tegenwerken. De sterrenwachten stellen zich in dienst van een ieder, die wil weten hoe het heelal er werkelijk uitziet, V. V. H. 10 6 2 2 14 25—13 Zeemeeuwen 3 10 5 4 1 14 26—18 Spaamestad 9 5 2 2 12 32—24 Schoten 3 11 4 3 4 11 32—27 R. C. H. 7 10 5 0 5 10 30—33 Zandvoort 3 9 2 3 4 7 16—21 Bloemendaal 3 10 1- 4 5 .6 20—31 Hellenen 2 9 1 2 6 4 19—33 Klasse 3, afdeeling A. Zandvoort 4 10 8 1 1 17 48—13 Kennemers 4 9 8 0 1 16 59—13 T. H. B. 3 10 5 2 3 12 28—24 Bloemendaal 5 10 5 0 5 10 38—35 Zeemeeuwen 5 9 4 1 4 9 22—22 Ripperda 3 9 3 3 3 9 19—32 Hillegom 3 10 1 1 3 3 23—39 V. O. G. 2 11 1 0 10 2 16—75 Junioren, afd. A. Haarlem a 9 8 1 0 17 66—17 Bloemendaal a 8 5 1 2 11 45—23 R. C. H. a 7 4 1 2 9 65—21 H. F. C. 8 4 1 3 9 42—34 Hiliegom 7 2 0 5 4 29—58 Edo a 7 1 0 6 2 19—51 Halfweg 6 0 0 6 0 5—65 Afdeeling B. Stormvogels 9 8 0 1 16 61—10 V. V. B. 9 7 0 2 14 84—15 Kennemers 9 5 1 3 11 41—32 Bloemendaal b 8 5 1 2 11 39—33 R. C. H. b 9 3 1 5 7 34—42 D. W. O. 8 2 1 5 5 27—43 T. H. B. a 10 1 0 9 2 2438 Edo b 4 0 0 4 0 3—45 Afdeeling c. D. I. O. 9 8 0 1 16 54—12 Zeemeeuwen 12 6 2 4 14 56—34 Haarlem b 10 5 1 4 11 51—18 Vliegende Vogels 10 5 1 4 11 45—41 R. C. H. c 11 2 1 8 5 30-101 Zandvoort 7 2 1 4 5 32—7 T. H. B. b 8 2 1 5 5 22—39 Bloemendaal c 7 0 1 6 1 10—47 Adspiranten, afd. A. Vliegende Vogels a 10 8 1 1 17 55—13 Haarlem a 11 7 2 2 16 44—13 R. C. H. a 11 7 2 2 16 38—21 Bloemendag! a 11 6 1 4 13 24—12 E. D. O. a 11 5 2 4 12 24—17 Zandvoort a 11 3 2 6 8 21—37 Zeeumeeuwen a 10 3 1 6 7 19—36 R. C. H. b 9 2 1 6 5 18—28 Spaarndam 12 1 0 11 2 12—79 Afdeeling B. Bloemendaal b 12 10 0 2 20 42—11 Haarlem b 13 8 4 1 17 35—13 R. C. H. c 12 8 0 4 16 37—15 R. C. H. d 10 4 3 3 11 23—12 Edo b 11 4 3 4 11 41—33 Haarlem c 11 4 3 4 11 29—23 Zandvoort b 12 3 1 8 7 12—40 Vliegende Vogels b 12 2 2 8 6 19—39 Bloemerïdaal c 7 1 1 5 3 8—37 Edo c 6 0 1 5 1 4—31 VOETBAL. Het oogenblikje, dat Koning Winter de vo rige week om den hoek gluurde, was juist vol doende, de voetbalvelden onbespeelbaar, maar onvoldoende, de ijsbanen berijdbaar te maken. zoodat we een sport-loozen Zondag hadden. De competitieleider verschoof het program ma een week, zoodat, behoudens enkele wijzi gingen voor a.s. Zondag dezelfde wedstrijden vastgesteld zijn als voor een week terug. Echter is ingelast HaarlemHercules, en waar verder in deze omgeving niet gespeeld wordt, kan men er verzekerd van zijn, dat deze belangrijke ontmoeting voor een uitverkocht huis gespeeld wordt. Voor Haarlem is het een kwestie van „to be or not to te". Verliest Haarlem, dan is het uit geschakeld. Trekt Hercules aan 't kortste eind, dan is alle hoop voor de Utrechtenaren nog niet verloren, hoewel hun kansen dan zeer aan zienlijk gedaald, en die van D. W. S. in gelijke mate gerezen zijn. Ook is gelijk spel mogelijk: in dit geval bereikt de spanning haar hoogte punt. In de geheele K. N. V. B.-oompetitie, uit gebreid als ze is, is geen klasse-afdeeling aan te wijzen, waar het zóó spant over de geheele linie, als de merkwaardige 2e klasse B. Om dit te illustreeren, diene, dat Zaterdag avond vergaderd werd met de besturen van Haarlem, D. W. S. en Hercules, om in onderling overleg de nog te spelen wedstrijden tusschen deze rivalen vast te stellen, waarbij men de volgende regeling trof. Achtereenvolgens wordt gespeeld: HaarlemHercules, D. W. S.- Haarlem, HerculesD. W. S. Van Bloemendaai-zrjde worden thans pogin gen in 't werk gesteld, om Zondag 21 Februari a.s. te doen spelen: BloemendaalSpartaan B. F. C.Zandvoort, V. V. A.—Baarn. Hopen we, in 't belang van een sportieve afwikkeling, dat deze pogingen met succes be kroond zullen worden! Bij het ontbreken van een overzicht publicee- ren we de competitiestanden van den H. V. B., waarin de lagere Bloemendaal-elftallen spelen. Hieruit blijkt, dat tien elftallen van ons in dei H. V. B. uitkomen: een respectabel aantal voorwaar! De drie junioren- en drie adspiran- ten-elftallen zijn er een bewijs van, dat het jeugdvoetbal bier bloeit, een gelukkig ver schijnsel. Misschien krijgen wij later gelegen heid, dit vraagstuk, zoo intens belangrijk, eens nader in de kolommen van dit blad onder de oogen te zien. A. C. Haariemsche Voetbalbond. Klasse I, afdeeling B. dingen, die van belang zijn. Reeds vroeger werd verslag uitgebracht van dergelijke proeven over de jaren 1925'26 en 1926—'27. Toen bleek, dat in het gunstige hooi- jaar 100 K.G. droge stof in de „kuil" ongeveer dezelfde voedingswaarde had als 105 K.G. droge stof in hooi.. In het tweede jaar, dat ongunstig was voor de hooiwinning, was de verhouding begrijpelijketwijze nog gunstiger voor de kuil, n.l. 100 op 120. Omtrent de verliezen aan droge stof bjj hooien of inkuilen werd toenjgeen uitsluitsel gegeven; later is ook dat bereïtend, evenals bij de proeven 1927'28. Voorts is door middel van voederproeven on derzocht, welke de verhouding was tusschen de productie van de opbrengst van gelijke per- ceelen van hetzelfde land, bij hooien en inkuilen. In de jaren 1926 en 1927 (minder gunstig of ongunstig hooiweer) kwamen er belangrijke verschillen ten gunste vail het inkuilen. In 1926 was de productie-verhouding hooi: kuilvoeder 100 137. In 1927 was de verhouding voor het kuilvoeder nog gunstiger, n.l. 100 142. Het kuilvoer van een dergelijke opper vlakte land gaf dus ruim 40 meer productie. Jaar om jaar werden de veldjes omgewisseld, wat conserveeringsmethode betreft: le jaar dus hooien, 2e jaar inkuilen. Bii f'oed hooiweer blijkt het resultaat minder duidelijk te zijn. De proefnemers veronder stellen, dat dan het hooien, wat vosdeiwaarde betreft, iets gunstiger is. Wat de. kwaliteits vermindering betreft, die blijkt in natte kuilen grooter dan in droge. Tegen al te droog wordt venwel gewaarschuwd met het oog op schim melvorming en te sterken broei. Wat de zetmeelwaarde betreft, deze kwam heel aardig met de productiewaarde overeen; in 1926 en 1927 was die voor het inkuilen 41% hooger dan voor hooi. Wie van deze belangrijke proef meer wenscht te weten, dien verwijzen wij naar het zeer uit voerige verslag, dat aan de Proefzuivelboerderjj te Hoorn verkrijgbaar is. Wij maken nog de volgende opmerkingen; le. Inkuilen neemt alls risico, aan ongunstig oogstweer verbonden, weg. 2e. Het maakt, dat men het werk beter in de hand heeft. 3e. Men kan vroegtijdig maaien, wat voor de kwaliteit van het gewonnen product van groot belang is. ie. Men vermijdt ook het risico van 't broeien; het is bekend, dat zwaar met stikstof be mest gras, zelfs indien droog gewonnen, hevig kan broeien. We zouden daarom adviseeren: Geeft gerust in het voorjaar een flinke gift kalksalpeter aan Uw hooiland naast fosforzuur en kali na tuurlijk maar ga de eerste snede in eik geval' inkuilen. Men bedenke, dat jong gewonnen gras naar verhouding meer kali aan den grond onttrekt dan ouder. De voordeelen zijn, ook krachtens het onder zoek, waarvan wij boven iets mededeelden, be langrijk grooter dan de nadeelen. I. V. O. 13 9 2 2 20 56—27 E. D. O. 3 12 7 3 2 17 41—21 Ripperda 11 7 2 2 16 44—28 Haarlem 4 12 5 1 6 11 51—67 Kiriheim 2 10 4 2 4 10 33—22 R. C. H. 4 11 2 5 4 9 33—47 R. C. H. 5 12 4 1 7 9 36—47 Bloemendaal 13 4 0 8 8 38—40 D. W. O. 11 3 2 6 0 27—32 Beverwijk 2 s) 11 4 0 7 Beverwijk 2 twee verliespunten. 23—51 IETS UIT HET VERSLAG VAN DE PROEFBOEKDERIJ TE HOORN OVER 1929. Dit verslag is in den zomer 1930 verschenen en ügt thans voor ons. De inhoud omvat: I. Jaarverslag. II. Vergelijkend onderzoek omtrent hooi winning en inkuilen. III. Drie voederproeven met cocosmeel bij melkvee. IV. Over de behoefte van jonge geiten aan vitamine C. V. Eenige resultaten van een onderzoek naar de variabiliteit en" van de eerste Nederlandsche proefme3tingen voor de selectie naar geschiktheid voor bacon- productie bij het groot Yorkshire varken. Van dozen inhoud interesseert ons vooral no. 2; Vergelijkend onderzoek omtrent hooiwinning en inkulling. Deze kwestie is thans urgent, vooral in ver band met de toename der stikstofbemestingen op grasland. Deze stikstofbemestingen worden al heel zwaar. Indertijd ging Prof. Eiema tot 60 K.G. maxi maal op hooiland; thans brengt men het op hooiland reeds tot 300 K.G. zuivere N (6 a 7 baal kalksalpeter) en op weiland zelfs tot 120 K.G. zuivere stikstof (bijna 8 baal kalksal peter.) Ik verwijs in dit verband naar de verslagen van de nieuwere beweidings- en bemestings- proeven, uitgaande van het Land- en Tuin- bouwbureau der I. G. Farbenindustrie Aktien- geselisehaft, en uit welke bleek, dat dergelijke stigstofgiften rendabel waren en nog een flinke winst opleverden. Als het nieuwer beweidings-- en bemestings systeem meer toepassing vindt, en de heer Ir. v. d. Meer te Hengelo heeft reeds geadviseerd, het mede in die richting te zoeken, dan zal ons dat met het oog op het conserveeren hooien of inkuilen voor problemen stellen of liever de oplossing daarvan urgent maken. Men werkt hier in Noord- en Zuid-Holland nog niet met stikstofgiften tot 120 K.G. zui vere stikstof. Maar wel geeft men hier en daar 300 tot 400 K.G. kalksalpeter en als men die, ?n één maal, in het vroege voorjaar geeft dan heeft men als regel al in Mei een groote mas sa gras, voldoende om te hooien. Maar.... het weer maakt dat ongewenscht. En zoo staat dat gras veel te lang, tot groote schade voor de kwaliteit. In Friesland kuilt men in; in N.- Holland gebeurt dat nog maar sporadisch. In 1930 is er tamelijk veel ingekuild, omdat men or toen letterlijk mee verlegen was. Maar v»len zien in het inkuilen nog altijd een noodmaatregel, die men dus alleen toepast bij ongunstig weer. Is het inkuilen een noodmaat regel? Een zeer uitgebreid en conciëntieus on- -eek aar. de Proefzuiveiboerderij te Hoorn gtaft daarop nog wel niet een beslist en defi nitief antwoord, maar geeft toch wel aanwij- SNEEUWKLOKJES. De eerste vriendelijke voorjaarsboden worden in de lente steeds weer met nieuwe vreugd»- be groet. Al kan het buiten nog winter zijn en een idee van voorjaar geeft, van lente, 'dik sneeuwtapijt velden, boomen en wegen be dekken, toch is er iets in de natuur dat ons het Het zijn de sneeuwklokjes die de lente inluiden! Reeds weer laten zij hun sierlijke, reine bloempjes boven de oppervlakte der aarde zien. Wat een heerlijk gezicht toch die eerstelingen! ,,'t hangt aan een fijne groene band Zoo ned'rig bij den grond, 't Was de natuur wier eigen hand Dien band aan 't klokje bond; 't Weerklink met helder zoet geluid Als d' eersten knop zijn bloem ontsluit". Ongetwijfeld is er geen plantje dat grootere populariteit geniet dan het sneeuwklokje. In bijna alle landen van Europa en ook daarbuiten nog wordt zij aangetroffen en het is interessant na te gaan welke benamingen zij in verschillende landen gekregen heeft en welke beteekenis men aan dit bloempje hecht. Bij ons te lande zijn de namen, waarmede het sneeuwklokje aangeduid wordt ook veelvuldig, we herrinneren aan „Vastenavondzotje", „Naakte mannetje', „Naakte eprstjes", „Akker mannetjes", „Sneeuwbloem", enz. In Zwitserland heet de bloem „Schneetröple of „Schneeglöckli", maar ook „Amselblümli" (meerle bloem) omdat de bloem bloeit als de meerle mat zingen begint. In vele plaatsen van Duitschland en Oostenrijk heeft de plant verschillende namen „Jungher in Hemd", enz. en wordt als een symbool van jeugdige liefde en reinheid beschouwd. In Engeland noemt men het sneeuwklokje, behalve den meest algemeene naam „Snowdrop" o.a. ook „Candlemas belis" (lichtmisklokje) omdat zij gewoonlijk den 2den Februari bloeien. Ver volgens -geeft men haar nog de namen „Fair- maids" (schoone meisjes) en „Purificction-flowers (reinheidsbloemen) In Wales geniet de bloem een zeer hoogen Ned. Herv. Kerkgenootschap te Santpoort. V.m. 10 uur: Prof. dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „Begrijpend medelijden". (Hebr. 2, vs. 18). Doopsbe diening. Eglise WaUonne. Ned. Hervormde Kerk. Dimanche 15 Février. 10 b. 30: Service divin. Collecte mensuelle pour l'Eglise. 11 h. 45: Service pour les Enfants. 20 h.: Service divin. Vendredie 20 Février. 20 h. (soir): Service: Etude biblique. Tous les Cultes sont présidés par Ie pasteur F. Ch. F. Krafft. L'Eglise (Begjjnhof). est ouverté tous les jours de 10 h.16 h. Religieuze Kring Aerdenhout, V.m. 10% uur; Dr. A. K. Kuiper, Em. Doopsgez. Pred., Amsterdam. Gereformeerde Kerk te Bioemendaa! V.m. 10 uur: Ds. J. C. Brussaatd. N.m. 5 uur: Ds. J. C. Brussaard. Collecte voor de Radio. De Vrije Katholieke Kerk. Popellaan Kinheimpark. V.m. 10.30 Gezongen H. Mis. Donderdag 19 Febr., 7.30 v.m. Stille H. Mis. Ned. Herv. Kerk, Bloemendaal. V.m. 10 uur, Ds. J. C. van Drjk, Collecte voor het Zuiderzeefonds. Ned. Hervormds Evangelisatie te Santpoort. V.m. 10 uur: Ds. M. J. Punselie, Leiden. Jeugddienst in het Jeugdhuis. V.m. 10 uur de heer W. F. G. Dankbaar. Voor jonge menschen, boven 16 jaar, 's avonds 7.30 uur, Ds. I. W. A. Korff, Heemstede. Gebouw Maranatha. Donderdag 's av. 8 uur, Ds. J. C. van Dijk, Bij bellezing. Overve» .j. V.m. 10 uur, Ds. J. A. van Leeuwen van Heem stede. Collecte voor de Zuiderzeefonds. meent men, dat de zomer kort zal zijn. Uit bovenstaande mag wel blijken, dat het sneeuwklokje, hetwelk reeds in de16de eeuw uit Midden- en Zuid-Europa en West-Azië naar Noord-Europa gebracht werd, ten alle tijde en bijna bij alle volken, in hooge achting gestaan heeft. 't Is een der gemakkelijkst te kweeken plan ten die bijna in eiken grond voortwil. Waar zij het mooist uitkomen? Daar waar ze het meest natuurlijk staan. Op perkjes maken zij lang niet dat effect wat zij maken zullen, wanneer ze hier en daar verspreid staan, onder kreupelhout of tusschen heesters in. Juist dan zullen ze, zoo in de vrije natuur voor dengene, die ze d.aar in bloei ontdekt, een prachtig effect maken. Een geschikte plaats voor het sneeuw klokje is onder boomen en houtgewas en liefst daar, waar de zonnestralen ze al vroeg bereiken kunnen, 't Leukste is dat ze zoo weinig zorg vragenvanzelf komen ze ieder jaar opnieuw weer even schoon terug en behoeven niet eens tegen de koude bedekt te worden. Om ze dus op hun best te doen uitkomen plant men de bolletjes in een dun begroeid grasveld, in den schaduw van boomen of in een breeden rand langs houtgewas. Wanneer het flinke pollen geworden zijn, bloeien ze mild. „De Lente komt, de Lente komt, Al sluim'ren nog de velden. Ons kwam een bloempje uit de sneeuw Die zoete maar vermelden. Sneeuwklokjes, blinkt, Sneeuwklokjes, klinkt, Sneeuwklokjes, luidt op den winterschen akker Lente met duizende bloemekens wakker PROFESSOR EINSTEIN EN HOLLYWOOD. Een firma, die te Hollywood films maakt, waarvoor de menschen van alle landen der aar- desamenstroomen om ze te zien (en te hooren), zond aan Einstein dit telegram: „Herr Einstein, gij zijt een groot geleerde. Wij zijn een groote firma. Wij geven U tweehonderdduizend dollar, indien U wilt optreden in een klankfilm." Korten tijd daarna werd er aangebeld bij de firma; een briefje trok van den hoofdportier naar den onderportier, van den onderlakei naai den hoofdlakei, en kwam op de blinkende tafel van den bestuurder, die las: „Ik zit liever een gunst en wordt aldaar „Clock-maben", hetwelk uur in mijn laboratorium de snelheid van het kinderklokje beduiden moet, genoemd. Een algemeene Engelschen naam is „Fair maids of February" en deze naam vindt zijn oor sprong in oude ceremoniën. Meer dan tegen woordig was het vroeger gewoonte dat een le kende of een zekere bloem aan de toenmaals zoo talrijke kerkelijke feestdagen verbonden werd. Er werd gezegd, dat het sneeuwklokje zich vertoond» had op den dag dat Maria voor den eersten keer Christus mede naar den tempel te Jerusalem namop den herrinneringsdag van deze gebeurtenis den 2en Februari, werd daarom haar beeld in ds kerk met deze witte bloemen versierd en jonge meisjes droegen in de processie kransen van sneeuwklokjes ter kerke. In Denemarken wordt dit bolgewasje het meest „Vinterjaek" genoemd. Met deze naam wordt plagen of schertsen beduidt en door jonge correspondenten wordt dikwijls de bloem van het sneeuwklokje vergezeld van eenig ge dicht. gekozen om te schertsen of om elkander te plagen. Behalve aan Maria is het sneeuwklokje in den loop der tijden aan alle nonnen gewijd geworden en vooral zulken, die den sluier aannamen. Men veronderstelde dat daarom de plant zoo dikwijls in kloostertuinen gevonden wordt en de kleine non-achtige bloem met neer hangend hoofd zou overeen stemmen met het eentonige kloosterleven. Ook als v/eerprofeet doet de bloem op som mige plaatsen dienst en als ze gauw verwelken jervlakte. licht na te gaan, dan al het goud van de wereld te verdienen met voor een film te spelen." De Hollywooders staan sedert dien brief stom van verbazing. Is filmwerk dan geen weten schap? En helpt men zijn eigen laboratorium niet met geld? Geld! Met geld koopt ge: Bontjas en auto, decora tie en kasteel, hulde van zwakke lieden en kus van opgemaakte luxe-vrouw. Ge koopt er gelak te badkamers mede, goudborduursel op den li vreirok van Uw hofmeester, het bukken van Uw bediendenschaar en Uw naam in de „Society" rubriek van sommige kranten. Maar ge koopt er niet mede: Eén ons oprecht humaniteitsgevoel; Een half ons waarachtige liefde; De rust van het geweten; Het begrip van de diepte van het leven; De gave om de eeuwigheid te beleven; bijeen straaltje licht uit de zon Geld: ge kunt er Uw eigen onafhankelijkheid mee koopen, als dat nog mogelijk is, na de me thode door U misschien aangewend om geld te verdienen. Maar ge kunt er geen minuut mee koopen van den onkoopbaren tijd van een fier, van een waarachtig onafhankelijk mensch. WIST U AL, DAT De met bosschen begroeide oppervlakte der aarde op 1518 millioen Hectaren berekend is, d.i. Jijna een vierde gedeelte der geheele vaste op- Een schit het Krek Vereenigi De bloeme inzendinj Het nieuv Uitgave Warendor sterdam. Vraagt men hon lezen, dan is het ant tig gevallen: „Ik zc heb geen tijd." En dat is geen zinl waarheid: als men i De dag is zoo overl; vaak eveneens, of zakelijke ontspanning kelijk geen tijd ove het meer of minde; krant of het gedach lustratie. Toch leeft ook medeburgers de wil c mee te gaan met oi tijd in zijn stroom velerlei gebied, ingew kenis van nieuwe dc gen, nieuwe woorden. Maar hoe zouden de kolommen der bis geen zij zoeken, in sche en duizenden te snuffelen naar de blijvende waarde is, moeizaam verworven achter raken, voor r Hier staan we vooi genoeg, gezien de maandbladen, die stc landsche publiek wo: er een hiaat is, valt Dat speur- en s kostbaar, behoeft nie worden verricht. „De Kern" doet Kern"? Het is een en bescheiden mo| maar met een rijken U .maand na maand belangrijkste artikele schriften van alle b veld. Zij geeft U van datgene wat de moei houden, bewaard te v kern-lectuur in de baren vorm: in goed geleerdenjargon of van alle franje, zoo een artikel van twee ben, prettig-verrast z dat twee bladzijden 1 vertellen. Het arbeidsveld vai Daartoe kan al datg< den beschaafden, onri lang kan inboezemen kunst, staatkunde, eenige criterium vooi tikel zal zijn: „Is h moeite waard, gelez dan zult U het vinde Dat hierbij de m& acht zal worden geni vermelding. „De I richting, geen ander van het verlangen i nen en vrouwen: op wat er leeft in onze „De Kern" heeft tend, of in de eerste den man der wetensc eigen gebied iets brengen al zou da lijk zijn. Veeleer zien die groote schare N

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4