Brief uit New York, Het Bloemendaalsch Weekblad. PREDIKBEURTEN. VAN OVERAL. Wat Amerika over Prinses Juliana zegt. VARIA. Valerius Ned. Herv. Kerk, Bloemendaal. V.m. 10 uur, Ds. J. C. van Dijk, N.m. 5 uur, Ds, J. C. van Dijk. Jeugddienst in het Jeugdhuis. V.m. 10 uur. Donderdag 5 Maart, v.m. 8 uur Ds. J. C. van Dijk, Bijbellezing. Overveen. v.m. 10 uur, Ds. J. van der Vlugt, van Bergen op Zoom. Geref. Kerk te Bloeinendual. V.m. 10 uurt Ds. J. C. Brussaard. N.m. 5 uur: Ds. J. C. Brussaard Collecte voor de radio-uitzending Ned. Hervormd Kerkgenootschap Santpoort. V.m. 10 uur. Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „Kiemkrachtig Zaad". Joh. 12, vr. 24. De Vrije Katholieke Kerk, Popeliaan, Kinheiinpark, V.m. 10.30 Gezongen H. Mis Religieuze Kring Aerdenliout.' V.m. 10te uur: Mej. Tony de Ridder, Ooster beek. Eglise Wallonne. Ned. Hervormde Kerk. Dimanche Ier Mars. 10 h. 30: Service et Sermon par ie pasteur P. Berthault, de la Haye. 11 h. 45: Service des Enfants. 20 h.: Service de St. Cène. Pasteur Krafft. Vendredi 6 Mars. 20 h. (soir): Conférence de Mr. Ie pasteur A. KrafftBonnard, de Genève. Un voyage en Syrië et la quaestion armé nienne. L'Eglisé est ouverté tous les jours de 1016 h. Ned. Hervormde Evangelisatie te Santpoort. V.m. 10 uur, Ds. J. W. Swaan, IJmuiden. WAT NIET IEDEREEN WEET. OVER HET EERSTE VLIEGTOESTEL. In 1908 werd een toestel uitgevonden, waar mede men, drijvend op twee gelijke draag vlakken en bestuurd door één man, in de lucht kón vliegen. Het toestel werd voortbewogen door een schroef waaraan twee vinnen zaten. Doordat een motor zorgde voor het snel rond draaien der vinnen, werd het toestel als het ware voortgeduwd, daar de vinnen en motor achter het toestel waren bevestigd. Dit was de uitvinding van de vliegmachine. De eerst genomen proeven met zoo'n toestel slaagden huiten verwachting en het duurde dén ook niet lang of men slaagde er In een kwar tier in de lucht te blijven, hetgeen voor dien tijd reeds heel lang was. Geleidelijk werden de vliegtoestellen verbeterd waarmede men lange- ren tijd in de lucht kon blijven. In Juni 1909 hadden wij Nederlanders het genoegen die eerste vliegmachine in ons land te zien opstijgen. Het was de Franschmam Lamberts die met zijn toestel in dit jaar ÏTür ons land was gekomen om zijn vliegkunst eens te laten zien. De belangstelling hiervoor was ontzettend groot. Wat de Franschen konden moesten wij ook kunnen en waarlijk een jaar daarop, dus in 1910, hadden wij ook ons eerste vliegtuig waar mede gedemonstreerd werd. De eerste demon stratie had plaats te Ede op 27 Juli van hoven- genoemd jaar. De heer Hilgers bestuurde het vliegtuig en werd geroemd en geëerd als een tweede Piet Hein. Hij was de held der lucht. Na hem kwamen nog meer vliegers niet waar? Weinmalen, Verstraeten, Van Maasdijk, Frits Koolhoven en in lateren tijd onze beroemde Fokker, die wat moed, handigheid en durf be treft aan de spits stond. Helaas hebben wy deze grooten Nederlander moeten verliezen, daar hy voor goed naar Amerika ging om daa: zijn plannen, die hij bij ons nimmer had kun nen volbrengen, ten uitvoer te brengen. Wij hebben echter aan Fokker veel te danken en zijn merk is het, dat nu thans aan de spits staat wat het vliegwezen betreft. We schrijven thans 1931. Wat er alzoo in 21 jaar gebeurd is behoeven we niet meer te memoreeren, daar een ieder weet hoe het vliegwezen in die jaren enorm vooruit gegaan is. Moest men in 1910 met opstijgen van een vliegtuig wachten totdat het windstil was, thans vliegt men met orkanen zoo zeker ais een sneltrein langs de rails. Ten huidige dage zijn de dames ook. gaan vliegen. Mej. Versluys was de eerste die over de dam ging en we weten het, als er één schaap over den dam is, komen er meer. Zouden we over 21 jaar, dus in 1952, alle maal vliegen. Daar we nu al vliegende dames, vliegende heeren en vlisgende winkels hebben, zou het niet onmogelijk zyn dat met den tyd die eveneens vliegt, we in 1952 allemaal vliegen. Nous verons! van ae Volkenbonds- en Vredesgedachte b. Heeft het Kellog-Pact inderdaad werke lijke beteekenis voor de bestrijding van den ooriog Zoo ja, in hoeverre? Voor beantwoording van de eerste vraag komen in aanmerking kweekelingen en Jonge onderwjzers(essen) tot en met den leeftyd van 25 jaar; voor die der tweede vraag Jonge a.s. leeraren(essen) in de geschiedenis, studeerende aan een onzer Universiteiten. Ter toelichting bj de prijsvraag voor kwee kelingen en jonge onderwijzers diene het vol gende: Deze vraag kan uiteraard verschillend wor den beantwoord o.a.: 1. met ais basis het sentiment, het ideëel voelen voor Volkenbond en Vrede en 2. op den grondslag voor intellect, de feite- lyke kennis van oorzaken, gevolgen, ontstaan van den Volkenbond, enz. De bedoeling is beide kanten van het vraagstuk tot uiting te laten komen. Zoo zal b.v. een ruzietje in de eerste klasse reeds aanleiding geven t.ot het leggen der eerste grondslagen van wat men op den duur wenscht te bereiken, terwijl de hoogste klasse bj het verlaten der school allicht toe gerust kan zijn met eenige feitenkennis. De antwoorden moeten uiterlijk 1 Juni a.s. zjn ingezonden bij den voorzitter van de Jeugd- onderwjscommissie van de „Vereeniging voor Volkenbond en Vrede", den heer J. Bastiaans, Zonnelaan 18 te Hilversum. Zj mogen ten hoog ste bedragen 3000 woorden dus ongeveer zoo veel als vjf bladen folio getypt). Hoofddoel is niet: feitenkennis over den Volkenbond ten toon te spreiden, hoewel natuurlijk degelijke kennis uit de opstellen zal moeten blijken, maar te toonen, dat men de internationale gedachte van den Volkenbond en wat daarmede samenhangt, verstaat en zoodoende ook in staat is om die gedachte op de leerlingen over te brengen. Het Hoofdbestuur van de „Vereeniging voor Volkenbond en Vrede", zal in overleg met de Jeugd-onderwijscommissie, die 't Hoofdbestuur bij alle onderwijs- en opvoedngs-aangelegen- heden terzijde staat, een jury te benoemen. De bekroonden zullen tijdig het bedrag ont vangen, waarvan zij de kosten voor de reis naar Genève moeten bestrijden, en tevens alle inlicn- tingen, opdat deze reis goed en aangenaam door hen kan worden volbracht. Van de zijde der Jeugdonderwijscommissie wordt, al dan niet in aansluiting met de bekroonde winnaars in na burige landen, gezorgd voor voorbereiding van de reis naar Genève en worden ook de noodige maatregelen getroffen voor het verblijf aldaar. Juist teneinde daarvoor den noodigen tjd be schikbaar te hebben, is inzending van de op stellen op uiterlijk 1 Juni noodig en gewenscht, opdat aan de bekroonden tijdig' het resultaat kan worden bekend gemaakt. Hoewel de keuze van het studie-materiaal uiteraard vrij wordt gelaten, geven Hoofd bestuur en Jeugdonderwijscommissie gaarne aan eventueele deelnemers gelegenheid, keimis te nemen van een literatuurlijst, die waarschijn lijk bij de beantwoording van dienst kan zijn. NEW YORK, Februari 1931. Er circuleert op het oogenblik in de Ameri- kaansche pers een artikel over Prinses Juliana, dat met al zijn aardige trekjes en zelfs met zijn kleine onjuistheden voor de Hollanders te interessant is, om het niet in zijn geheel weer te geven. Er zijn twee portretten van de Prinses bijgevoegd; één ervan is de bekende crayon-tee- kening, die bij het zilveren huwelijksfeest der Koningin werd gemaakt en het andere een foto op driejarigen leeftijd. Het artikel wórd geschre ven door Prinses Catherine Radziwill en heeft als titel: „Hoe een toekomstige koningin .wordt opgevoed." De ondertitel luidt woordelijk ver taald: Kroonprinses Juliana van Holland is meerderjarig, aantrekkelijk, intel ligent en in staat om haar eigen brood te verdienen. Toch is het zeer moeilijk om haar uit te huwelijken. in het volgende TER BEVORDERING VAN VOLKENBONDS- VREDESGEDACHTE. Prijsvragen. We ontvingen een publicatie van de Jeugd- ondevwys-commissie uit de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede. Daarin wordt mede gedeeld, dat besloten is, dit jaar twee prijs vragen uit te schrijven en wel: a. een voor jonge leerkrachten van het L.O. en b. een voor aanstaande leerkrachten van het voortgezet on derwijs. De publicatie gaat voort: Het hoofdbestuur van de „Vereeniging voor Volkenbond en Vrede" stelt dit jaar 3 prijzen beschikbaar van f 150 voor de best geoordeelde opstellen, welke bedragen zullen moeten wor den aangewend om, ongeveer eind Augustus, de bekroonden in staat te stellen, een reis naar Genève te maken, daar 10 12 dagen te ver blijven, onder deskundige leiding alles te bezich tigen en verschillende belangrijke conférences hij te wonen, georganiseerd door 't bureau van de „Union Internationale des Association pour la S. d. N." aldaar. Voor geleide naar en van Genève zal tevens gezorgd worden. Het is niet onmogelijk, dat evenals vorige jaren, ook nu weer een of meer afdeelingen onzer Vereeniging een bedrag' van f 150 be schikbaar stellen speciaal voor het best geoor deelde opstel van een deelnemer, die woont ter plaatse of in 't ressort dier afdeeiing. Hierover moet intusschen nog nader overleg met de af deelingen worden gepleegd. ,Als onderwerpen voor de prijsvraag zijn .ge kozen de twee volgende vragen: a. Wat kan een onderwijzer bij het Lager On derwijs doen In de school ter bevordering Tot zoover deze publicatie. Gaarne wekken we op tot deelneming aan deze prijsvragen. We willen hopen, dat vele jeugdigen van jaren zich zullen willen wijden aan de beantwoording van een der genoemde vragen. Vooral de eerste vraag is van groote beteekenis. Immers, van de school kan een enormen invloed uitgaan ter bevordering der vredesgedachte. Van de jeug: hangt het voor een groot deel af en van het geen ze op de school leert of in de toekomst eiken ooriog onmogelijk kan worden gemaakt, .élyiogheenvormenlgiwka ijctjoebnkb DE DWAASHEID DER MENSCHEN. Ach, waren alle menschen wijs Aan „Democratie", het orgaan der democra tische partij, ontieenen we het volgende, dat zeker tot allen, die van goeden wille zijn, iets te zeggen heeft: Waarom maakt men het zich voor de toe komst toch alty'd weer systematisch zoo moei lijk, door eerst, letterlijk als gekken, aan d- voorbereiding van den nieuwen ooriog krachtig mee te werken? De stroom van wapenen, inge voerd in China, is voornamelijk door blanke ar beiders gefabriceerd en getransporteerd. Dood en verderf konden in Marokko en Syrië worden verspreid, omdat Franscbe munitiearbeiders dit. aan hun regeering mogelijk maakten. Op het I.V.V.-congres te Den Haag terwijl men daar bezig was over de taak der vakorga nisatie ter bestrijding van den oorlog van ge dachten te wisselen, dankte een Engelsche vakvereenigingsleider de regeering ervoor, dat deze twee nieuwe kruisers liet bouwen en daar door de werkloosheid deed verminderen. Toen in 1926 de Engelsche regeering inzake oorlogs- uitgaven wilde bezuinigen, kwam zij in botsing met de betrokken Trade Unions, die de hand having der bestaande arsenalen eischten, omdat dit nu eenmaal in hun financieël voordeel, was". Uit: B. DE LIGT. Nieuwe vormen van oorlog. KINDERHERSTELLINGS- EN VACANTIE- KOLONIES. Vooruitgang in de kinderverpleging. De volijverige administrateur van het Cen traal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vavantie-kolonie's, de heer R. G. Bos, meldi ons het volgende, waaraan we gaarne plaatsing verleenen Niettegenstaande herhaalde klachten uit de afdeelingen over finantieële bezwaren en daar door verminderde uitzending, is het totaal aan tal verpleegdagen in 1930 vermeerderd met 6373 en tot 255722 gestegen. Het surplus in Januari en Februari 1931 be draagt reeds rond 4500 dagen, vergeleken met de overeenkomstige maanden in 1930, een bewijs dat de waarde der winterverpleging ieder jaar meer bekend wordt. Begin Maart zullen reeds 8 van de 10 kolonie huizen in exploitatie zijn. Het blijkt duidelijk, dat hoofd- en afdeelings- besturen hun uiterste krachten inspannen om 't in volkskracht en -gezondheid belegde kapitaal te versterken, door tijdige hulp aan het zwakke kind. In tal van plaatsen zijn of worden propagan- davorgaderingen belegd, waar met steun van mooie, toepasselijke films meerdere belangstel ling wordt gewekt voor de kinderuitzending. Inlichtingen zijn steeds verkrijgbaar op het algemeen administratiekantoor te Egmond aan Zee bij A. C. Bos. Gelukkig is een vast gemoed, dat in geen blijde weelde smilt, en stuit gelijk het taaie schild den onvermijdb'ren tegenspoed. Voadel. Hat artikel zelf geven wij weer: „Een van de interessantste personen van Euro pa is op het oogenblik de Jonge kroonprinses van Holland. Wanneer zij ooit haar moeder op volgt, zal zich het geheel eenige feit in de we reldgeschiedenis voordoen, dat twee vrouwen achtereenvolgens op teen koninklijken troon hebben gezeten. Alleen hierom zou men reeds belang stellen in Prinses Juliana, het eenige kind van Koningin Wilhelmina der Nederlan den. Haar geboorte was reeds op zichzelf een his torische gebeurtenis, omdat daardoor het Huis van Oranje op den Hollandschen troon bleef. Er is n.l. oen tijd geweest, waarin men vreesde, dat deze troon over zou gaan op de nakomelingen van de oude Groothertogin van Saksen-Wuimar, hetgeen het einde zou zün geweest van een der meest roemvolle bladzijden in 03 Hollandsche geschiedenis. Ook de geboorte van Koningin Wilhelmina was een belangrijke gebeurtenis. Wanneer men zegt, dat het koninginnetje door haar volk aangebeden werd, zegt men nog te weinig. Heel Holland schoen slechts één gedach te te hebben en die was voor zijn jonge Ko ningin, die zooveel voor het volk beteekende. Toen zij op haar beurt trouwde, begonnen alle Hollandsche huisvrouwen van hoog tot laag kleine sokjes te breiên of fijn borduurwerk te maken om het ten geschenke te kunnen geven aam haar eerste kind, wanneer hut geboren werd. Zij hoopten dat dat spoedig, zeer spoedig zou gebeuren, want Holland verlangde meer dan ooit naar een troonopvolger, om zijn roemvolle oude tradities voort te zetten! Eens of tweemaal mocht men hopen, doch die hoop vervloog en heit Hollandsche volk maakte zich opnieuw on gerust. Dat bleek een noodelooze angst te zijn, want op een mooien morgen ln April, negen jaar na haar huwelijk, schonk Koningin Wilhelmina 'het leven aan een meisje, dat Juliana werd ge doopt. Holland v/as dol van vreugde en lette op de gezondheid en het opgroeien van de Prinses met nog meer ongerustheid dan het voor de Ko ningin zelf tijdens haar kinderjaren had be toond. Juliana zou meer dan één gelegenheid gehad hebben om totaal te worden bedorven, wannuer de Voorzienigheid haar niet de beste en- verstandigste moeder had gegeven, die men zich denken kan. Dank zü het groote gezonde verstand van haar moeder, werd het kleine meisje zoo eenvoudig mogelijk opgevoed, doch onder strenge tucht. Elk uur van haar tijd moest veranltwoord wor den en hoewel er nooit te veel van haar krach ten werd gevurgd, liet men ha-ar toch voelen, dat zij geen recht had op het ongebruikt laten voorbijgaan van haar tijd. Op haar studies werd zorgvuldig toezicht gehouden door haar moeder en haar grootmoeder, de Koningin- Weduwe Emma, en zij trachtten beiden in den geest van het kind oen sterk besef van verant woordelijkheid t? Heggen. Toen de wereldoorlog uitbrak, waarin ook Hol land zoo licht gemengd had kunnen worden, be gon de Koningin erover te denken of het mis schien niet beter was, dat de opvoeding van haar dochter zoodanig voltooid werd, dat zij zij zoo noodig haar eigen brood zou kunnen verdienen. „Tegenwoordig zijn tronen iets onzekers ge worden," zei zij tot de kleine Primus. „Je zoudt op een goeden dag zonder, een cent op de wereld kunnen staan. Wees dus liever op die mogelijk heid voorbereid". Zoo werd er besloten dat het meisje naar de Leidsche univursiteit zou gaan om in de rechten te studeeren, haar graad te behalen en zichzelf niet alleen te bekwamen in de juridische weten schap, doch eveneens in de geschiedenis en an dere wetenschappen. Zij bleek uitstekend en met plezier te leeren, waardoor zij beantwoorde aan de wenschen van haar moedur. Hier mag ik wel herhalen, wat er ln den Haag ruim drie jaar ge leden gezegd werd, toen Prinses Juliana naar de beroemde universiteit ging. Tot dat tijdstip had zij geen eigen paleis ge had, iets wat altijd scherp gecritiseerd was door den trotschen Hollandschen adel, de meest trotsche, die er bestaat. Zij keurden ook den eenvoud af, waarmee hun toekomstige 'vórstin wurd opgevoed. Toen Juliana echter naar Leiden ging, was het noodig, dat zij een eigen verblijf zou krijgen. Er werd een groote, doclx in geen enkel opzicht weelderige villa voor haar gehuurd en zij woonde er samen met een der hofdames van haar moeder en met de noodige bedienden. Zij kreeg ook een auto. Dit alles genoot zij ten volle en zij 'teefde geheel als de andere studen ten, liep zonder gevolg door de oude stad, sloot vriendschap met haar medestudenten en noodig- de hen bij zich. Voor het eerst van haar leven wist zij wat het was, afhankelijk te zijn. En men zegt, dat zij aan leen van haar nieuwe vriendin nen gezegd heeft, dat zij hoopte „dat haar moe der haar in Leiden zou laten blijven wonen, om dat dat veel prettiger was dan je dood te ver velen in het saaie paleis in Den Haag". Doch aan alles komt een einde en de Prinses moest weer naar huis terug om daar weer on derworpen te worden aan de ijzeren tucht, die zij ai vroeger zoo slecht had verdragen. De Konin gin, die alles grondig doet, stond er op, dat haar dochter de huishoudelijke bezigheden zou leeren.' Prinses Juliana moest koeken leeren bakken en het toezicht houden over de keuken en het huis houden van haar moeder en over de linnenkast, die ln alle Hollandsche huishoudens een groote rol speelt. Men vertelt, dat zij doeken hueft moe ten zoomen en kleeren heeft moeten verstellen, een bezigheid waarvoor zij weinig schijnt te heb ben gevoeld. Haar koekjes waren ook geen suc ces. Men zegt zelfs, dat zij eens ten einde raad, omdat zij niets eetbaars kon maken, een van de koks omkocht om haar wat van zijn baksel te geven, dat zij aan haar moeder gaf als haar ui'gen werk. Juliana werd drie jaar geleden meerderjarig, doch hoewel in het gehèele land groote fees ten werden gegeven ter eere van die gebeurte nis, werd die in het koninklijk paleis niet bijzon- dur gevierd. De Koningin gaf een diner, en sprak in den loop daarvan haar dankbaarheid jegens God uit, dat Hij de Prinses bewaard had. Dat was alles. Juliana's positie veranderde niet. zij bleef een kind en men bleef haar behandelen als 'u kind. Zelfs nu zij 21 jaar is, woont zij nog altijd in dezelfde vertrekken zonder speciale hof dames om haar te bedienen en zonder dat men haar de geringste onafhankelijkheid toestaat, zelfs niet voor zoover zij die genoot, toen 2ü de Leidsche universiteit bezocht. Eiken zomer maakt de Koningin met haar dochter een bultenlandsche reis en dat is de eenige vacantie, die Juliana krijgt. De rest van den tijd is haar leven zoo ingericht, dat wel geen enkel meisje van haar leeftijd met haar zou willen ruilen. Het oude Haagsche paleis Is nooit vroolijk geweest en hoewel ln de mooie zalen el- ken winter eenige bals en gala-diners worden ge geven, kan men zeker niet zeggen, dat Prinses Juliana op hut gebied van feesten verwend wordt. Natuurlijk is de kwestie van haar huwelijk meer dan eens besproken. Het volk zou haar graag gelukkig getrouwd zien, doch de Prinses zelf schijnt er al even weinig naar te verlangen als haar moeder. Juliana heeft altijd gezegd, dat z-ij alleen uit liefde wil trouwen en Koningin Wilhelmina ziet op tegen den tijd, dat haar geliefd kind haar niet meer uitsluitend zal toe- behooren; zij denken dus liefst zoo min mogelijk aan het huwelijk van Holland's toekomstige vorstin. Er zijn natuurlijk wel aanzoeken gedaan en véle deftigu namen zijn genoemd, doch tót nu toe schijnt de Prinses haar hart nog niet ver loren te hebben en er niets naar te verlangen om het paleis en de verzorging van haar moeder te verlaten. In Den Haag en vooral in Amsterdam vertelt men, dat Juliana zelf zou willen trouwen met een lid van een der vooraanstaande families, zooals de Bentincks, de Schimm'elpennlncks of andere families, die tot den hoogien adel behoo- ren. Ongetwijfeld zou een dergelijke verbintenis door het geheele land toegejuicht worden. Doch liaar vader, de Hollandsclhe Prins-gemaal, heeft dezelfde vooroordeelen als alle andere Duitsche vqrsten en het zou niist gemakkelijk zün, zijn toestemming te krijgen voor heit huwelijk van zijn dochter met een eenvoudig edelman. Anders zou het niet zoo gemakkelijk zijn voor Pinses Juliana een geschikten echtgenoot -te vin den. Hij zou van zijn eigen rechten afstand moe ten doen en alleen bekend zijn als de man van zijn vrouw; er zijn niet veel mannen, die zoo'n positie willen accepteeren. Bij verscheidene prin sen heeft men gedacht, dat zij er wel voor te vinden zouden zijn, zoo b.v, de tweede zoon van Prins Erbach-Schönberg, wiens moeder een Prinses van Waldeck en een volle nicht van Ko ningin Wilhelmina is; twee prinsen van Meck lenburg, neven van Juliana's vader en nu on langs de tweede zoon van 'den Zweedschen kroonprins. Ai deze geruchten zijn echter teen voor een tegengesproken en in goed ingelichte Haagsche kringen denkt men dat Koningin Wil helmina in stilte haar dochter getrouwd zou willen zien met een van de twee jongere zoons van Koning George van Engeland. Hier heeft men echter eveneens te doen met het feit. dat de betrokken Engelsche prins aser waar schijnlijk geen afstand zal willen doen van zijn rechten, ook al kan hij dan trouwen met de 'toe komstige Koningin van Holland. Dat zou trou wens in Engeland zer scherp veroordeeld worden en het is niet te verwachten, dat Koning George er zijn toestemming voor zou geven. Toch is Prinses Juliana van uiterlijk beslist aantrekkelijk, hoewel zij niet klassiek mooi en minder knap dan haar moeder op lvaar leeftijd Zij heeft een prettig open gezicht, groote vrien delijke blauwe oogen en een overvloed van blond haar, dat zij lang draagt. Haar optreden is al lerliefst en haar geheele persoonlijkheid inne mend. Zü is geestig, weet intelligent te conver seeren en heeft teen gezond gevoel voor humor. Zij is echter nog jong en in sommige dingen zelfs kinderlijk voor haar leeftijd. Dit komt ver moedelijk door haar strenge opvoeding en het betrekkelijk teruggetrokken leven, dat zü leidt. Zü houdt van alle dieren, rijdt goed paard, speelt uitstekend tennis en golf en doet aan bijna alle takken van sport!" (Nadruk verboden.) Het volgende geestige taalgrapje vinden we als overgenomen uit een periodiekje in de N.R.Crt. Het wordt geschreven door H.B.S.-ere te Arnhem. „WILLEMSPLEIN". Een der jongelieden las in de N.R.Crt. een „taalgrapje" over het verbijsterend gebrek aan systeem bij de meervoudsvormen in 't Engelsct. Hij maakte toen een guitig vers om aan te toonen, dat wij in ons Hollandsch al even systeemloos zijn. Wij drukken he.t hieronder af: Een lasecht bewoner van Nederland Geeft altijd de voorkeur aan 't buitenland; Verwaarloost het Nederlandsch fabrikaat, Omdat „Made in England" veel beter staat! Zoo deed onlangs de „N.R.C.", Er onze taal groot onrecht mee, Toen zij voor den dag kwam met bovenstaand lied.*) Maar Heeren! Kent gij Uw moedertaal niet? Heusch! Al is ook de taal van John Buil nóg zoo'n rare, Wy winnen het toch van de Plumpuddenaren! Ik wil probeeren, U dit te bewijzen, En vang daartoe aan op de volgende wijze: Tên eerste: het meervoud van slot dat is sloten, Maar toch is het meervoud van pot geenszins poten. Evenzoo zegt men altijd één vat en twee vaten, Maar nooit zal men zeggen: één kat en twee katen. Wie gist'ren ging vliegen, zegt heden: ik vloog. Dus zegt U misschien ook van wiegen: ik woog? Nee, pardon. Waht ik woog is afkomstig van wegen, Maar... is nu ik voog een vervoeging van vegen? En dan het woord zoeken vervoegt men ik zocht En dus hoort bij vloeken misschien ook: ik vlocht? Alweer mis, want dat is afkomstig van vlechten, Maar ik hocht is geen juiste vervoeging van hechten. Bü roepen hoort: riep; maar bü snoepen geen sniep, By loopen hoort: liep; maar bü koopen geen kiep, En evenmin hoort er bü sloopen: ik sliep, Want dat is afkomstig van 't schoone woord slapen. Maar zet nu weer niet: ik riep bü 't woord rapen, Want dat komt van roepen, en U ziet terstond: Zoo draaien we vroolijk in 'n cirkeltje rond. Van raden komt ried, maar van baden geen bied, Dit komt van Bieden (ik hoop dat U 't ziet!) Ook komt hiervan: bood; maar van wieden géén wood. U ziet: de verwarring is akelig groot! Nog talloos veel voorbeelden kan ik U geven, Want gaf hoort bij geven, maar laf niet bij leven! Men spreekt van: wij drinken, wy hebben gedronken. Maar niet van: wij hinken en hebben gehonken! 'tls: ik eet en ik at; niet: ik weet en ik wat, Maar ik weet en ik wist, zóó vervoegt men dat. Maar schrijft U nu niet bij vergeten: vergist! Dat is een vergissing! Ja, moeilyk is 't! Het volgend geval dat is bijna te bont! Bü slaan hoort: ik sloeg; niet ik sling of ik slond. Bij gaan hoort: ik ging, niet: ik gong, of: ik gond, Bij staan niet: ik stoeg, of: ik sting, maar ik stond! Zoo kan ik wel doorgaan tot volgende week, Maar dierbare lezer, ik maak U van streek Met al dezen onzin, die toch gewis Van onvervalscht Hollandschen oorsprong is. Dus stop ik. Nee, ho! Daar vergeet ik warempel Een zéér instructief zoölogisch exempel! Een mannetjes-kat noemt men doorgaans een kater. Hoe noemt U een mannetjes-rat? Soms êen rater? Het jong van een koe wordt betiteld met kalf, Maar dat van een gnoe spreekt men nooit aan met gnalf, Evenmin heet een kangoeroe-kind kangoeralf. Hiermee heb ik, geloof ik, mijn plicht gedaan, En ik meen, dat 't gelukt is John Buil nog te slaan. We hebben gestreden met open vizier, En het eindresultaat doet ons allen plezier. Geachte redactie der N. R. C.: Groot Brittanje verliest het van ons, q. e. d. En gü, trouwe lezer van „Willemsplein", Zult nu wel overtogen zün Van onze superioriteit, Ook op 't gebied van malligheid- Zoo niet, dan zucht ik „Nou ja, enfin, soit...!" Inmiddels, met groeten, als steeds, tout a toi. ->) zie N. R. Crt. van 27 Dec. 1.1. Avondblad. GEVOLGEN VAN ZUINIGHEID. Het is algemeen bekend, dat de Schotten den naam hebben van erg gierig en uitgere kend te zïjr.-. Het volgende verhaal gaat over 'n voorval in een klein Schotsch dorpjé. Een toerist wandelde op een Zondagmorgen door, dat dorpje en zag op een landweg een boerin op haar Zondagsch aankomen, frisch gewas- schen en met een kraakheldere nieuwe jurk aan, vergezeld van haar dochtertje. Het kind had' natuurlijk haar Zondagsche jurk aan en een breede witte zyden sjerp om. De toerist ha.d echt schik in het kraakheldere tweetal en keek nog eens om, toen ze voorbij waren. De sjerp die het kind om haar middel had, ein digde van achter in eec strik met lange af hangende einden. Toevallig woei de wind een van die einden op en toen zag de toerist er met groote zwarte letters opstaan: „Rust zacht, lieve tante". Speelt het orgel of de organist? Henri Polak, die steeds een lezenswaardige „Kroniek" in Het Volk schryft, beantwoordt aan het slot er van thans ook hem gestelde vragen. Een der vragen en antwoorden laten we hier volgen: Mej. M. M. K. te V. A. ging voorby een kerk en zeide: ,,Het orgel speelt", waarop haar metgezel sprak: „Pardon, de organist speelt". Wie heeft gelijk? vraagt zy. Antwoord: Eigenlijk de metgezel. Maar wat de vraagster zeide, is een zoo oud en zoo al gemeen spraakgebruik, dat er voor haar geen aanleiding tot gewetenswroeging is. Zy moet haar vriend maar eens vragen, of hij niet het Vlaamsche lied kent, waarin de regel voor komt: „Dan zal de beiaard spelen", hetgeen dan ook onjuist zou wezen, omdat het de beiaardier is, die speelt. Zóó fyn behoeft de kaas niet te worden gesneden. Een beroemd Engelsch dokter schreef eens, naar aanleiding van zyn benoeming tot lyfarts var: den koning, op het bord van het lokaal, waar hij college gaf: „Professor X. maakt hier mede bekend, dat het Züne Majesteit behaagd heeft hem tot lüfarts te benoemen!" Den vol genden dag stond er tot zyn verbazing onder geschreven: „God save the King!" Laat je toch alsjeblieft door den kapper scheren! Waarom, ik spaar toch een groot bedrag maandelijks, als ik mezelf scheer? Ja, maar kleine Frits wordt er zoo door bedorven; hü kan al vloeken als een oude dra gonder. Keer Uw gelaat niet anders naar het ver« leden, dan om te leeren, hoe ge de toekomst ontmoeten moet. Plato, Mol zoo vriendelijk Niet alleen wat gezu daarbij verteld werd t eiessant en leerzaam weten hebben van het organisatie van deze wieren en andere m ontwikkeling van de organisme tot een bizonder leerzaam. Tot opbloeien van diverse irissen, tulpen, magnol enz. allen bijzonder gen met enthousiast dank brachten, door onderstreept. Niets meer aan de gadering gesloten. Met een variant op n Saeck" zeide Dr. A. toen hij in het Jeugdhui een korte voordracht en de Nederiandsche leden van volkszang: saeck, gaat maar zinge kort aan het woord." Als wilde hij zeggen avond de hoofdzaak en is slechts byzaak. Het groote bescheidenheid het waar, het was de avond, een propaganda eens naar hartelust uit den Gedenck Clank zouden gezongen wor schied. Hoe mooi wei het „Wilt heden nu toch hoe sterek". En druk maakte het ook harte gaarne mede. Ma gezien van het Bestuur Vletter te vragen zijn het zal velen ongetwi hebben dat Dr. De Vlet het Bestuur aanvaard 77ant door die voord: menigeen verrijkt. Gedenck Clank zijn is niet algemeen bek is en ook niet dat, uit dien Gedenck Clan lerius zijn. En dat is van Dr. De Vletter a wisten, openbaarde. E dracht was dat ze te\ tijd, waarin Valerius le den volksgeest uit dii wist het zóó te zegg dwong. Een kunst die Er was een gemengd jonge meisjes, maar allen luisterden met sps Vletter te zeggen had Wie Valerius was? Veere, het wolbekende in de eerste helft dei maakt heeft het 12-ja: 80-jarigen oorlog. Hij eener reederijkerskamet was Adriaan Wouters woonte dier dagen h; Latijn omgezet. Hij hee in den 80-jarigen oorl deren die Valerius geeft werden door he: als een illustratie van een geschiedkundig wt in voor. Het werk is uitgegeven. De liederen volksgeest dier dagen Valerius zelf heeft maar hij heeft ze ver: komen. De liederen staande wyzen; op de werden vaak de invrom eens op die van Engel van Duitsche dansliedei Dr. De Vletter dat de Clanck niet vormen van Nederiandsche me] Valerius alleen een ver: is geweest. Hü noemde de lieder uit -den tyd, dat de vac heid. De Nederlanders heid. Ze hebben, als heid. Ze hebben, als gestreden voor de vryj hun land en voor hun is een calvinistisch hoe de calvinistische krach een geschiedenisboek m geillustreerd. Men voelt geest van -die dagen. Douwen op God en de overwinning is behaald Dat is het wat in alle Men vindt er in een loof in God en het re waarvoor men streed van verschillende liede Gedenck Clank toonde aan-. Vóór dat de caus den nog eenige lichl platen die in den Ged< waarhij de heer De V Na de voordracht we voor het vaderland", e Leicester in de Neder Heel mooi klonk het Heer die uw tent in d< Alles op aard' door uw 't Schuimende, woelige En alles doet naar uv Wij slaan het oog tot Die ons in angst en nc Verlossen kunt ter all Ja redden van den doo< Gij die zoo bitter een Juicht nu een betere n Looft God den Heer m En roept te samen vn Hadd' ons de Heer, aa Al zoo niet bijgestaan Wij waren lang, 't was Al in den druk vergaa: Er werden nog vel den Gedènck Clank en zangbundel, onder de heer G. de Nobel, die a We kunnen niet anc zuiver gezongen en m zonder genoegen heb avond bijgewoond. Het de opkomst tot tevred voorzitter in het opet voorzitter heeft er noj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 6