Brief uit New York,
Het Bloemendaalsch Weekblad.
PREDIKBEURTEN.
VAN OVERAL.
Wat Amerika over Prinses Juliana
zegt.
VARIA.
Valerius
Ned. Herv. Kerk, Bloemendaal.
V.m. 10 uur, Ds. J. C. van Dijk,
N.m. 5 uur, Ds, J. C. van Dijk.
Jeugddienst in het Jeugdhuis.
V.m. 10 uur.
Donderdag 5 Maart, v.m. 8 uur Ds. J. C. van
Dijk, Bijbellezing.
Overveen.
v.m. 10 uur, Ds. J. van der Vlugt, van Bergen
op Zoom.
Geref. Kerk te Bloeinendual.
V.m. 10 uurt Ds. J. C. Brussaard.
N.m. 5 uur: Ds. J. C. Brussaard
Collecte voor de radio-uitzending
Ned. Hervormd Kerkgenootschap Santpoort.
V.m. 10 uur. Prof. Dr. G. A. van den Bergh van
Eysinga. „Kiemkrachtig Zaad". Joh. 12,
vr. 24.
De Vrije Katholieke Kerk, Popeliaan,
Kinheiinpark,
V.m. 10.30 Gezongen H. Mis
Religieuze Kring Aerdenliout.'
V.m. 10te uur: Mej. Tony de Ridder, Ooster
beek.
Eglise Wallonne.
Ned. Hervormde Kerk.
Dimanche Ier Mars.
10 h. 30: Service et Sermon par ie pasteur
P. Berthault, de la Haye.
11 h. 45: Service des Enfants.
20 h.: Service de St. Cène. Pasteur Krafft.
Vendredi 6 Mars.
20 h. (soir): Conférence de Mr. Ie pasteur
A. KrafftBonnard, de Genève.
Un voyage en Syrië et la quaestion armé
nienne.
L'Eglisé est ouverté tous les jours de 1016 h.
Ned. Hervormde Evangelisatie te Santpoort.
V.m. 10 uur, Ds. J. W. Swaan, IJmuiden.
WAT NIET IEDEREEN WEET.
OVER HET EERSTE VLIEGTOESTEL.
In 1908 werd een toestel uitgevonden, waar
mede men, drijvend op twee gelijke draag
vlakken en bestuurd door één man, in de lucht
kón vliegen. Het toestel werd voortbewogen
door een schroef waaraan twee vinnen zaten.
Doordat een motor zorgde voor het snel rond
draaien der vinnen, werd het toestel als het
ware voortgeduwd, daar de vinnen en motor
achter het toestel waren bevestigd. Dit was de
uitvinding van de vliegmachine.
De eerst genomen proeven met zoo'n toestel
slaagden huiten verwachting en het duurde dén
ook niet lang of men slaagde er In een kwar
tier in de lucht te blijven, hetgeen voor dien
tijd reeds heel lang was. Geleidelijk werden de
vliegtoestellen verbeterd waarmede men lange-
ren tijd in de lucht kon blijven.
In Juni 1909 hadden wij Nederlanders het
genoegen die eerste vliegmachine in ons land te
zien opstijgen. Het was de Franschmam
Lamberts die met zijn toestel in dit jaar ÏTür
ons land was gekomen om zijn vliegkunst eens
te laten zien. De belangstelling hiervoor was
ontzettend groot.
Wat de Franschen konden moesten wij ook
kunnen en waarlijk een jaar daarop, dus in
1910, hadden wij ook ons eerste vliegtuig waar
mede gedemonstreerd werd. De eerste demon
stratie had plaats te Ede op 27 Juli van hoven-
genoemd jaar. De heer Hilgers bestuurde het
vliegtuig en werd geroemd en geëerd als een
tweede Piet Hein. Hij was de held der lucht. Na
hem kwamen nog meer vliegers niet waar?
Weinmalen, Verstraeten, Van Maasdijk, Frits
Koolhoven en in lateren tijd onze beroemde
Fokker, die wat moed, handigheid en durf be
treft aan de spits stond. Helaas hebben wy
deze grooten Nederlander moeten verliezen,
daar hy voor goed naar Amerika ging om daa:
zijn plannen, die hij bij ons nimmer had kun
nen volbrengen, ten uitvoer te brengen.
Wij hebben echter aan Fokker veel te danken
en zijn merk is het, dat nu thans aan de spits
staat wat het vliegwezen betreft. We schrijven
thans 1931. Wat er alzoo in 21 jaar gebeurd is
behoeven we niet meer te memoreeren, daar
een ieder weet hoe het vliegwezen in die jaren
enorm vooruit gegaan is.
Moest men in 1910 met opstijgen van een
vliegtuig wachten totdat het windstil was,
thans vliegt men met orkanen zoo zeker ais
een sneltrein langs de rails. Ten huidige dage
zijn de dames ook. gaan vliegen. Mej. Versluys
was de eerste die over de dam ging en we
weten het, als er één schaap over den dam is,
komen er meer.
Zouden we over 21 jaar, dus in 1952, alle
maal vliegen. Daar we nu al vliegende dames,
vliegende heeren en vlisgende winkels hebben,
zou het niet onmogelijk zyn dat met den tyd
die eveneens vliegt, we in 1952 allemaal vliegen.
Nous verons!
van ae Volkenbonds- en Vredesgedachte
b. Heeft het Kellog-Pact inderdaad werke
lijke beteekenis voor de bestrijding van den
ooriog
Zoo ja, in hoeverre?
Voor beantwoording van de eerste vraag
komen in aanmerking kweekelingen en Jonge
onderwjzers(essen) tot en met den leeftyd van
25 jaar; voor die der tweede vraag Jonge a.s.
leeraren(essen) in de geschiedenis, studeerende
aan een onzer Universiteiten.
Ter toelichting bj de prijsvraag voor kwee
kelingen en jonge onderwijzers diene het vol
gende:
Deze vraag kan uiteraard verschillend wor
den beantwoord o.a.:
1. met ais basis het sentiment, het ideëel
voelen voor Volkenbond en Vrede en
2. op den grondslag voor intellect, de feite-
lyke kennis van oorzaken, gevolgen, ontstaan
van den Volkenbond, enz. De bedoeling is beide
kanten van het vraagstuk tot uiting te laten
komen. Zoo zal b.v. een ruzietje in de eerste
klasse reeds aanleiding geven t.ot het leggen
der eerste grondslagen van wat men op den
duur wenscht te bereiken, terwijl de hoogste
klasse bj het verlaten der school allicht toe
gerust kan zijn met eenige feitenkennis.
De antwoorden moeten uiterlijk 1 Juni a.s.
zjn ingezonden bij den voorzitter van de Jeugd-
onderwjscommissie van de „Vereeniging voor
Volkenbond en Vrede", den heer J. Bastiaans,
Zonnelaan 18 te Hilversum. Zj mogen ten hoog
ste bedragen 3000 woorden dus ongeveer zoo
veel als vjf bladen folio getypt). Hoofddoel is
niet: feitenkennis over den Volkenbond ten toon
te spreiden, hoewel natuurlijk degelijke kennis
uit de opstellen zal moeten blijken, maar te
toonen, dat men de internationale gedachte van
den Volkenbond en wat daarmede samenhangt,
verstaat en zoodoende ook in staat is om die
gedachte op de leerlingen over te brengen.
Het Hoofdbestuur van de „Vereeniging voor
Volkenbond en Vrede", zal in overleg met de
Jeugd-onderwijscommissie, die 't Hoofdbestuur
bij alle onderwijs- en opvoedngs-aangelegen-
heden terzijde staat, een jury te benoemen.
De bekroonden zullen tijdig het bedrag ont
vangen, waarvan zij de kosten voor de reis naar
Genève moeten bestrijden, en tevens alle inlicn-
tingen, opdat deze reis goed en aangenaam door
hen kan worden volbracht. Van de zijde der
Jeugdonderwijscommissie wordt, al dan niet in
aansluiting met de bekroonde winnaars in na
burige landen, gezorgd voor voorbereiding van
de reis naar Genève en worden ook de noodige
maatregelen getroffen voor het verblijf aldaar.
Juist teneinde daarvoor den noodigen tjd be
schikbaar te hebben, is inzending van de op
stellen op uiterlijk 1 Juni noodig en gewenscht,
opdat aan de bekroonden tijdig' het resultaat
kan worden bekend gemaakt.
Hoewel de keuze van het studie-materiaal
uiteraard vrij wordt gelaten, geven Hoofd
bestuur en Jeugdonderwijscommissie gaarne
aan eventueele deelnemers gelegenheid, keimis
te nemen van een literatuurlijst, die waarschijn
lijk bij de beantwoording van dienst kan zijn.
NEW YORK, Februari 1931.
Er circuleert op het oogenblik in de Ameri-
kaansche pers een artikel over Prinses Juliana,
dat met al zijn aardige trekjes en zelfs met zijn
kleine onjuistheden voor de Hollanders te
interessant is, om het niet in zijn geheel weer
te geven. Er zijn twee portretten van de Prinses
bijgevoegd; één ervan is de bekende crayon-tee-
kening, die bij het zilveren huwelijksfeest der
Koningin werd gemaakt en het andere een foto
op driejarigen leeftijd. Het artikel wórd geschre
ven door Prinses Catherine Radziwill en heeft
als titel: „Hoe een toekomstige koningin .wordt
opgevoed." De ondertitel luidt woordelijk ver
taald:
Kroonprinses Juliana van Holland
is meerderjarig, aantrekkelijk, intel
ligent en in staat om haar eigen
brood te verdienen. Toch is het zeer
moeilijk om haar uit te huwelijken.
in het volgende
TER BEVORDERING VAN VOLKENBONDS-
VREDESGEDACHTE.
Prijsvragen.
We ontvingen een publicatie van de Jeugd-
ondevwys-commissie uit de Vereeniging voor
Volkenbond en Vrede. Daarin wordt mede
gedeeld, dat besloten is, dit jaar twee prijs
vragen uit te schrijven en wel: a. een voor
jonge leerkrachten van het L.O. en b. een voor
aanstaande leerkrachten van het voortgezet on
derwijs. De publicatie gaat voort:
Het hoofdbestuur van de „Vereeniging voor
Volkenbond en Vrede" stelt dit jaar 3 prijzen
beschikbaar van f 150 voor de best geoordeelde
opstellen, welke bedragen zullen moeten wor
den aangewend om, ongeveer eind Augustus, de
bekroonden in staat te stellen, een reis naar
Genève te maken, daar 10 12 dagen te ver
blijven, onder deskundige leiding alles te bezich
tigen en verschillende belangrijke conférences
hij te wonen, georganiseerd door 't bureau van
de „Union Internationale des Association pour
la S. d. N." aldaar. Voor geleide naar en van
Genève zal tevens gezorgd worden.
Het is niet onmogelijk, dat evenals vorige
jaren, ook nu weer een of meer afdeelingen
onzer Vereeniging een bedrag' van f 150 be
schikbaar stellen speciaal voor het best geoor
deelde opstel van een deelnemer, die woont ter
plaatse of in 't ressort dier afdeeiing. Hierover
moet intusschen nog nader overleg met de af
deelingen worden gepleegd.
,Als onderwerpen voor de prijsvraag zijn .ge
kozen de twee volgende vragen:
a. Wat kan een onderwijzer bij het Lager On
derwijs doen In de school ter bevordering
Tot zoover deze publicatie. Gaarne wekken
we op tot deelneming aan deze prijsvragen. We
willen hopen, dat vele jeugdigen van jaren zich
zullen willen wijden aan de beantwoording van
een der genoemde vragen. Vooral de eerste
vraag is van groote beteekenis. Immers, van
de school kan een enormen invloed uitgaan ter
bevordering der vredesgedachte. Van de jeug:
hangt het voor een groot deel af en van het
geen ze op de school leert of in de toekomst
eiken ooriog onmogelijk kan worden gemaakt,
.élyiogheenvormenlgiwka ijctjoebnkb
DE DWAASHEID DER MENSCHEN.
Ach, waren alle menschen wijs
Aan „Democratie", het orgaan der democra
tische partij, ontieenen we het volgende, dat
zeker tot allen, die van goeden wille zijn, iets
te zeggen heeft:
Waarom maakt men het zich voor de toe
komst toch alty'd weer systematisch zoo moei
lijk, door eerst, letterlijk als gekken, aan d-
voorbereiding van den nieuwen ooriog krachtig
mee te werken? De stroom van wapenen, inge
voerd in China, is voornamelijk door blanke ar
beiders gefabriceerd en getransporteerd. Dood
en verderf konden in Marokko en Syrië worden
verspreid, omdat Franscbe munitiearbeiders dit.
aan hun regeering mogelijk maakten.
Op het I.V.V.-congres te Den Haag terwijl
men daar bezig was over de taak der vakorga
nisatie ter bestrijding van den oorlog van ge
dachten te wisselen, dankte een Engelsche
vakvereenigingsleider de regeering ervoor, dat
deze twee nieuwe kruisers liet bouwen en daar
door de werkloosheid deed verminderen. Toen
in 1926 de Engelsche regeering inzake oorlogs-
uitgaven wilde bezuinigen, kwam zij in botsing
met de betrokken Trade Unions, die de hand
having der bestaande arsenalen eischten, omdat
dit nu eenmaal in hun financieël voordeel, was".
Uit: B. DE LIGT. Nieuwe
vormen van oorlog.
KINDERHERSTELLINGS- EN VACANTIE-
KOLONIES.
Vooruitgang in de kinderverpleging.
De volijverige administrateur van het Cen
traal Genootschap voor Kinderherstellings- en
Vavantie-kolonie's, de heer R. G. Bos, meldi
ons het volgende, waaraan we gaarne plaatsing
verleenen
Niettegenstaande herhaalde klachten uit de
afdeelingen over finantieële bezwaren en daar
door verminderde uitzending, is het totaal aan
tal verpleegdagen in 1930 vermeerderd met 6373
en tot 255722 gestegen.
Het surplus in Januari en Februari 1931 be
draagt reeds rond 4500 dagen, vergeleken met
de overeenkomstige maanden in 1930, een
bewijs dat de waarde der winterverpleging ieder
jaar meer bekend wordt.
Begin Maart zullen reeds 8 van de 10 kolonie
huizen in exploitatie zijn.
Het blijkt duidelijk, dat hoofd- en afdeelings-
besturen hun uiterste krachten inspannen om 't
in volkskracht en -gezondheid belegde kapitaal
te versterken, door tijdige hulp aan het zwakke
kind.
In tal van plaatsen zijn of worden propagan-
davorgaderingen belegd, waar met steun van
mooie, toepasselijke films meerdere belangstel
ling wordt gewekt voor de kinderuitzending.
Inlichtingen zijn steeds verkrijgbaar op het
algemeen administratiekantoor te Egmond aan
Zee bij A. C. Bos.
Gelukkig is een vast gemoed, dat in geen
blijde weelde smilt, en stuit gelijk het taaie
schild den onvermijdb'ren tegenspoed.
Voadel.
Hat artikel zelf geven wij
weer:
„Een van de interessantste personen van Euro
pa is op het oogenblik de Jonge kroonprinses
van Holland. Wanneer zij ooit haar moeder op
volgt, zal zich het geheel eenige feit in de we
reldgeschiedenis voordoen, dat twee vrouwen
achtereenvolgens op teen koninklijken troon
hebben gezeten. Alleen hierom zou men reeds
belang stellen in Prinses Juliana, het eenige
kind van Koningin Wilhelmina der Nederlan
den.
Haar geboorte was reeds op zichzelf een his
torische gebeurtenis, omdat daardoor het Huis
van Oranje op den Hollandschen troon bleef. Er
is n.l. oen tijd geweest, waarin men vreesde, dat
deze troon over zou gaan op de nakomelingen
van de oude Groothertogin van Saksen-Wuimar,
hetgeen het einde zou zün geweest van een der
meest roemvolle bladzijden in 03 Hollandsche
geschiedenis. Ook de geboorte van Koningin
Wilhelmina was een belangrijke gebeurtenis.
Wanneer men zegt, dat het koninginnetje door
haar volk aangebeden werd, zegt men nog te
weinig. Heel Holland schoen slechts één gedach
te te hebben en die was voor zijn jonge Ko
ningin, die zooveel voor het volk beteekende.
Toen zij op haar beurt trouwde, begonnen alle
Hollandsche huisvrouwen van hoog tot laag
kleine sokjes te breiên of fijn borduurwerk te
maken om het ten geschenke te kunnen geven
aam haar eerste kind, wanneer hut geboren
werd. Zij hoopten dat dat spoedig, zeer spoedig
zou gebeuren, want Holland verlangde meer dan
ooit naar een troonopvolger, om zijn roemvolle
oude tradities voort te zetten! Eens of tweemaal
mocht men hopen, doch die hoop vervloog en
heit Hollandsche volk maakte zich opnieuw on
gerust. Dat bleek een noodelooze angst te zijn,
want op een mooien morgen ln April, negen jaar
na haar huwelijk, schonk Koningin Wilhelmina
'het leven aan een meisje, dat Juliana werd ge
doopt.
Holland v/as dol van vreugde en lette op de
gezondheid en het opgroeien van de Prinses met
nog meer ongerustheid dan het voor de Ko
ningin zelf tijdens haar kinderjaren had be
toond. Juliana zou meer dan één gelegenheid
gehad hebben om totaal te worden bedorven,
wannuer de Voorzienigheid haar niet de beste en-
verstandigste moeder had gegeven, die men zich
denken kan.
Dank zü het groote gezonde verstand van haar
moeder, werd het kleine meisje zoo eenvoudig
mogelijk opgevoed, doch onder strenge tucht.
Elk uur van haar tijd moest veranltwoord wor
den en hoewel er nooit te veel van haar krach
ten werd gevurgd, liet men ha-ar toch voelen,
dat zij geen recht had op het ongebruikt laten
voorbijgaan van haar tijd. Op haar studies
werd zorgvuldig toezicht gehouden door haar
moeder en haar grootmoeder, de Koningin-
Weduwe Emma, en zij trachtten beiden in den
geest van het kind oen sterk besef van verant
woordelijkheid t? Heggen.
Toen de wereldoorlog uitbrak, waarin ook Hol
land zoo licht gemengd had kunnen worden, be
gon de Koningin erover te denken of het mis
schien niet beter was, dat de opvoeding van haar
dochter zoodanig voltooid werd, dat zij zij zoo
noodig haar eigen brood zou kunnen verdienen.
„Tegenwoordig zijn tronen iets onzekers ge
worden," zei zij tot de kleine Primus. „Je zoudt
op een goeden dag zonder, een cent op de wereld
kunnen staan. Wees dus liever op die mogelijk
heid voorbereid".
Zoo werd er besloten dat het meisje naar de
Leidsche univursiteit zou gaan om in de rechten
te studeeren, haar graad te behalen en zichzelf
niet alleen te bekwamen in de juridische weten
schap, doch eveneens in de geschiedenis en an
dere wetenschappen. Zij bleek uitstekend en met
plezier te leeren, waardoor zij beantwoorde aan
de wenschen van haar moedur. Hier mag ik wel
herhalen, wat er ln den Haag ruim drie jaar ge
leden gezegd werd, toen Prinses Juliana naar
de beroemde universiteit ging.
Tot dat tijdstip had zij geen eigen paleis ge
had, iets wat altijd scherp gecritiseerd was door
den trotschen Hollandschen adel, de meest
trotsche, die er bestaat. Zij keurden ook den
eenvoud af, waarmee hun toekomstige 'vórstin
wurd opgevoed. Toen Juliana echter naar Leiden
ging, was het noodig, dat zij een eigen verblijf
zou krijgen. Er werd een groote, doclx in geen
enkel opzicht weelderige villa voor haar gehuurd
en zij woonde er samen met een der hofdames
van haar moeder en met de noodige bedienden.
Zij kreeg ook een auto. Dit alles genoot zij ten
volle en zij 'teefde geheel als de andere studen
ten, liep zonder gevolg door de oude stad, sloot
vriendschap met haar medestudenten en noodig-
de hen bij zich. Voor het eerst van haar leven
wist zij wat het was, afhankelijk te zijn. En men
zegt, dat zij aan leen van haar nieuwe vriendin
nen gezegd heeft, dat zij hoopte „dat haar moe
der haar in Leiden zou laten blijven wonen, om
dat dat veel prettiger was dan je dood te ver
velen in het saaie paleis in Den Haag".
Doch aan alles komt een einde en de Prinses
moest weer naar huis terug om daar weer on
derworpen te worden aan de ijzeren tucht, die zij
ai vroeger zoo slecht had verdragen. De Konin
gin, die alles grondig doet, stond er op, dat haar
dochter de huishoudelijke bezigheden zou leeren.'
Prinses Juliana moest koeken leeren bakken en
het toezicht houden over de keuken en het huis
houden van haar moeder en over de linnenkast,
die ln alle Hollandsche huishoudens een groote
rol speelt. Men vertelt, dat zij doeken hueft moe
ten zoomen en kleeren heeft moeten verstellen,
een bezigheid waarvoor zij weinig schijnt te heb
ben gevoeld. Haar koekjes waren ook geen suc
ces. Men zegt zelfs, dat zij eens ten einde raad,
omdat zij niets eetbaars kon maken, een van
de koks omkocht om haar wat van zijn baksel
te geven, dat zij aan haar moeder gaf als haar
ui'gen werk.
Juliana werd drie jaar geleden meerderjarig,
doch hoewel in het gehèele land groote fees
ten werden gegeven ter eere van die gebeurte
nis, werd die in het koninklijk paleis niet bijzon-
dur gevierd. De Koningin gaf een diner, en
sprak in den loop daarvan haar dankbaarheid
jegens God uit, dat Hij de Prinses bewaard had.
Dat was alles. Juliana's positie veranderde niet.
zij bleef een kind en men bleef haar behandelen
als 'u kind. Zelfs nu zij 21 jaar is, woont zij nog
altijd in dezelfde vertrekken zonder speciale hof
dames om haar te bedienen en zonder dat men
haar de geringste onafhankelijkheid toestaat,
zelfs niet voor zoover zij die genoot, toen 2ü de
Leidsche universiteit bezocht.
Eiken zomer maakt de Koningin met haar
dochter een bultenlandsche reis en dat is de
eenige vacantie, die Juliana krijgt. De rest van
den tijd is haar leven zoo ingericht, dat wel geen
enkel meisje van haar leeftijd met haar zou
willen ruilen. Het oude Haagsche paleis Is nooit
vroolijk geweest en hoewel ln de mooie zalen el-
ken winter eenige bals en gala-diners worden ge
geven, kan men zeker niet zeggen, dat Prinses
Juliana op hut gebied van feesten verwend
wordt.
Natuurlijk is de kwestie van haar huwelijk
meer dan eens besproken. Het volk zou haar
graag gelukkig getrouwd zien, doch de Prinses
zelf schijnt er al even weinig naar te verlangen
als haar moeder. Juliana heeft altijd gezegd, dat
z-ij alleen uit liefde wil trouwen en Koningin
Wilhelmina ziet op tegen den tijd, dat haar
geliefd kind haar niet meer uitsluitend zal toe-
behooren; zij denken dus liefst zoo min mogelijk
aan het huwelijk van Holland's toekomstige
vorstin. Er zijn natuurlijk wel aanzoeken gedaan
en véle deftigu namen zijn genoemd, doch tót nu
toe schijnt de Prinses haar hart nog niet ver
loren te hebben en er niets naar te verlangen om
het paleis en de verzorging van haar moeder te
verlaten.
In Den Haag en vooral in Amsterdam vertelt
men, dat Juliana zelf zou willen trouwen met
een lid van een der vooraanstaande families,
zooals de Bentincks, de Schimm'elpennlncks of
andere families, die tot den hoogien adel behoo-
ren. Ongetwijfeld zou een dergelijke verbintenis
door het geheele land toegejuicht worden. Doch
liaar vader, de Hollandsclhe Prins-gemaal, heeft
dezelfde vooroordeelen als alle andere Duitsche
vqrsten en het zou niist gemakkelijk zün, zijn
toestemming te krijgen voor heit huwelijk van
zijn dochter met een eenvoudig edelman.
Anders zou het niet zoo gemakkelijk zijn voor
Pinses Juliana een geschikten echtgenoot -te vin
den. Hij zou van zijn eigen rechten afstand moe
ten doen en alleen bekend zijn als de man van
zijn vrouw; er zijn niet veel mannen, die zoo'n
positie willen accepteeren. Bij verscheidene prin
sen heeft men gedacht, dat zij er wel voor te
vinden zouden zijn, zoo b.v, de tweede zoon van
Prins Erbach-Schönberg, wiens moeder een
Prinses van Waldeck en een volle nicht van Ko
ningin Wilhelmina is; twee prinsen van Meck
lenburg, neven van Juliana's vader en nu on
langs de tweede zoon van 'den Zweedschen
kroonprins. Ai deze geruchten zijn echter teen
voor een tegengesproken en in goed ingelichte
Haagsche kringen denkt men dat Koningin Wil
helmina in stilte haar dochter getrouwd zou
willen zien met een van de twee jongere
zoons van Koning George van Engeland. Hier
heeft men echter eveneens te doen met het feit.
dat de betrokken Engelsche prins aser waar
schijnlijk geen afstand zal willen doen van zijn
rechten, ook al kan hij dan trouwen met de 'toe
komstige Koningin van Holland. Dat zou trou
wens in Engeland zer scherp veroordeeld worden
en het is niet te verwachten, dat Koning George
er zijn toestemming voor zou geven.
Toch is Prinses Juliana van uiterlijk beslist
aantrekkelijk, hoewel zij niet klassiek mooi en
minder knap dan haar moeder op lvaar leeftijd
Zij heeft een prettig open gezicht, groote vrien
delijke blauwe oogen en een overvloed van blond
haar, dat zij lang draagt. Haar optreden is al
lerliefst en haar geheele persoonlijkheid inne
mend. Zü is geestig, weet intelligent te conver
seeren en heeft teen gezond gevoel voor humor.
Zij is echter nog jong en in sommige dingen
zelfs kinderlijk voor haar leeftijd. Dit komt ver
moedelijk door haar strenge opvoeding en het
betrekkelijk teruggetrokken leven, dat zü leidt.
Zü houdt van alle dieren, rijdt goed paard,
speelt uitstekend tennis en golf en doet aan
bijna alle takken van sport!"
(Nadruk verboden.)
Het volgende geestige taalgrapje vinden we
als overgenomen uit een periodiekje in de
N.R.Crt. Het wordt geschreven door H.B.S.-ere
te Arnhem.
„WILLEMSPLEIN".
Een der jongelieden las in de N.R.Crt. een
„taalgrapje" over het verbijsterend gebrek aan
systeem bij de meervoudsvormen in 't Engelsct.
Hij maakte toen een guitig vers om aan te
toonen, dat wij in ons Hollandsch al even
systeemloos zijn. Wij drukken he.t hieronder af:
Een lasecht bewoner van Nederland
Geeft altijd de voorkeur aan 't buitenland;
Verwaarloost het Nederlandsch fabrikaat,
Omdat „Made in England" veel beter staat!
Zoo deed onlangs de „N.R.C.",
Er onze taal groot onrecht mee,
Toen zij voor den dag kwam met
bovenstaand lied.*)
Maar Heeren! Kent gij Uw moedertaal niet?
Heusch! Al is ook de taal van John Buil
nóg zoo'n rare,
Wy winnen het toch van de Plumpuddenaren!
Ik wil probeeren, U dit te bewijzen,
En vang daartoe aan op de volgende wijze:
Tên eerste: het meervoud van slot dat is sloten,
Maar toch is het meervoud van pot
geenszins poten.
Evenzoo zegt men altijd één vat en twee vaten,
Maar nooit zal men zeggen: één kat
en twee katen.
Wie gist'ren ging vliegen, zegt heden: ik vloog.
Dus zegt U misschien ook van wiegen: ik woog?
Nee, pardon. Waht ik woog is afkomstig
van wegen,
Maar... is nu ik voog een vervoeging van vegen?
En dan het woord zoeken vervoegt men ik zocht
En dus hoort bij vloeken misschien ook:
ik vlocht?
Alweer mis, want dat is afkomstig van
vlechten,
Maar ik hocht is geen juiste vervoeging
van hechten.
Bü roepen hoort: riep; maar bü snoepen
geen sniep,
By loopen hoort: liep; maar bü koopen
geen kiep,
En evenmin hoort er bü sloopen: ik sliep,
Want dat is afkomstig van 't schoone woord
slapen.
Maar zet nu weer niet: ik riep bü 't woord rapen,
Want dat komt van roepen, en U ziet terstond:
Zoo draaien we vroolijk in 'n cirkeltje rond.
Van raden komt ried, maar van baden geen
bied,
Dit komt van Bieden (ik hoop dat U 't ziet!)
Ook komt hiervan: bood; maar van wieden
géén wood.
U ziet: de verwarring is akelig groot!
Nog talloos veel voorbeelden kan ik U geven,
Want gaf hoort bij geven, maar laf niet
bij leven!
Men spreekt van: wij drinken, wy hebben
gedronken.
Maar niet van: wij hinken en hebben gehonken!
'tls: ik eet en ik at; niet: ik weet en ik wat,
Maar ik weet en ik wist, zóó vervoegt men dat.
Maar schrijft U nu niet bij vergeten: vergist!
Dat is een vergissing! Ja, moeilyk is 't!
Het volgend geval dat is bijna te bont!
Bü slaan hoort: ik sloeg; niet ik sling of
ik slond.
Bij gaan hoort: ik ging, niet: ik gong, of:
ik gond,
Bij staan niet: ik stoeg, of: ik sting, maar
ik stond!
Zoo kan ik wel doorgaan tot volgende week,
Maar dierbare lezer, ik maak U van streek
Met al dezen onzin, die toch gewis
Van onvervalscht Hollandschen oorsprong is.
Dus stop ik. Nee, ho! Daar vergeet ik warempel
Een zéér instructief zoölogisch exempel!
Een mannetjes-kat noemt men doorgaans
een kater.
Hoe noemt U een mannetjes-rat? Soms
êen rater?
Het jong van een koe wordt betiteld met kalf,
Maar dat van een gnoe spreekt men nooit aan
met gnalf,
Evenmin heet een kangoeroe-kind kangoeralf.
Hiermee heb ik, geloof ik, mijn plicht gedaan,
En ik meen, dat 't gelukt is John Buil nog
te slaan.
We hebben gestreden met open vizier,
En het eindresultaat doet ons allen plezier.
Geachte redactie der N. R. C.:
Groot Brittanje verliest het van ons, q. e. d.
En gü, trouwe lezer van „Willemsplein",
Zult nu wel overtogen zün
Van onze superioriteit,
Ook op 't gebied van malligheid-
Zoo niet, dan zucht ik „Nou ja, enfin, soit...!"
Inmiddels, met groeten, als steeds, tout a toi.
->) zie N. R. Crt. van 27 Dec. 1.1. Avondblad.
GEVOLGEN VAN ZUINIGHEID.
Het is algemeen bekend, dat de Schotten
den naam hebben van erg gierig en uitgere
kend te zïjr.-. Het volgende verhaal gaat over
'n voorval in een klein Schotsch dorpjé. Een
toerist wandelde op een Zondagmorgen door,
dat dorpje en zag op een landweg een boerin
op haar Zondagsch aankomen, frisch gewas-
schen en met een kraakheldere nieuwe jurk
aan, vergezeld van haar dochtertje. Het kind
had' natuurlijk haar Zondagsche jurk aan en
een breede witte zyden sjerp om. De toerist
ha.d echt schik in het kraakheldere tweetal en
keek nog eens om, toen ze voorbij waren. De
sjerp die het kind om haar middel had, ein
digde van achter in eec strik met lange af
hangende einden. Toevallig woei de wind een
van die einden op en toen zag de toerist er
met groote zwarte letters opstaan: „Rust zacht,
lieve tante".
Speelt het orgel of de organist?
Henri Polak, die steeds een lezenswaardige
„Kroniek" in Het Volk schryft, beantwoordt
aan het slot er van thans ook hem gestelde
vragen. Een der vragen en antwoorden laten
we hier volgen:
Mej. M. M. K. te V. A. ging voorby een
kerk en zeide: ,,Het orgel speelt", waarop haar
metgezel sprak: „Pardon, de organist speelt".
Wie heeft gelijk? vraagt zy.
Antwoord: Eigenlijk de metgezel. Maar wat
de vraagster zeide, is een zoo oud en zoo al
gemeen spraakgebruik, dat er voor haar geen
aanleiding tot gewetenswroeging is. Zy moet
haar vriend maar eens vragen, of hij niet het
Vlaamsche lied kent, waarin de regel voor
komt: „Dan zal de beiaard spelen", hetgeen
dan ook onjuist zou wezen, omdat het de
beiaardier is, die speelt. Zóó fyn behoeft de kaas
niet te worden gesneden.
Een beroemd Engelsch dokter schreef eens,
naar aanleiding van zyn benoeming tot lyfarts
var: den koning, op het bord van het lokaal,
waar hij college gaf: „Professor X. maakt hier
mede bekend, dat het Züne Majesteit behaagd
heeft hem tot lüfarts te benoemen!" Den vol
genden dag stond er tot zyn verbazing onder
geschreven: „God save the King!"
Laat je toch alsjeblieft door den kapper
scheren!
Waarom, ik spaar toch een groot bedrag
maandelijks, als ik mezelf scheer?
Ja, maar kleine Frits wordt er zoo door
bedorven; hü kan al vloeken als een oude dra
gonder.
Keer Uw gelaat niet anders naar het ver«
leden, dan om te leeren, hoe ge de toekomst
ontmoeten moet. Plato,
Mol zoo vriendelijk
Niet alleen wat gezu
daarbij verteld werd
t eiessant en leerzaam
weten hebben van het
organisatie van deze
wieren en andere m
ontwikkeling van de
organisme tot een
bizonder leerzaam. Tot
opbloeien van diverse
irissen, tulpen, magnol
enz. allen bijzonder
gen met enthousiast
dank brachten, door
onderstreept.
Niets meer aan de
gadering gesloten.
Met een variant op
n Saeck" zeide Dr. A.
toen hij in het Jeugdhui
een korte voordracht
en de Nederiandsche
leden van volkszang:
saeck, gaat maar zinge
kort aan het woord."
Als wilde hij zeggen
avond de hoofdzaak en
is slechts byzaak. Het
groote bescheidenheid
het waar, het was de
avond, een propaganda
eens naar hartelust uit
den Gedenck Clank
zouden gezongen wor
schied. Hoe mooi wei
het „Wilt heden nu
toch hoe sterek". En
druk maakte het ook
harte gaarne mede. Ma
gezien van het Bestuur
Vletter te vragen zijn
het zal velen ongetwi
hebben dat Dr. De Vlet
het Bestuur aanvaard
77ant door die voord:
menigeen verrijkt.
Gedenck Clank zijn
is niet algemeen bek
is en ook niet dat,
uit dien Gedenck Clan
lerius zijn. En dat is
van Dr. De Vletter a
wisten, openbaarde. E
dracht was dat ze te\
tijd, waarin Valerius le
den volksgeest uit dii
wist het zóó te zegg
dwong. Een kunst die
Er was een gemengd
jonge meisjes, maar
allen luisterden met sps
Vletter te zeggen had
Wie Valerius was?
Veere, het wolbekende
in de eerste helft dei
maakt heeft het 12-ja:
80-jarigen oorlog. Hij
eener reederijkerskamet
was Adriaan Wouters
woonte dier dagen h;
Latijn omgezet. Hij hee
in den 80-jarigen oorl
deren die Valerius
geeft werden door he:
als een illustratie van
een geschiedkundig wt
in voor. Het werk is
uitgegeven. De liederen
volksgeest dier dagen
Valerius zelf heeft
maar hij heeft ze ver:
komen. De liederen
staande wyzen; op de
werden vaak de invrom
eens op die van Engel
van Duitsche dansliedei
Dr. De Vletter dat de
Clanck niet vormen
van Nederiandsche me]
Valerius alleen een ver:
is geweest.
Hü noemde de lieder
uit -den tyd, dat de vac
heid. De Nederlanders
heid. Ze hebben, als
heid. Ze hebben, als
gestreden voor de vryj
hun land en voor hun
is een calvinistisch hoe
de calvinistische krach
een geschiedenisboek m
geillustreerd. Men voelt
geest van -die dagen.
Douwen op God en de
overwinning is behaald
Dat is het wat in alle
Men vindt er in een
loof in God en het re
waarvoor men streed
van verschillende liede
Gedenck Clank toonde
aan-. Vóór dat de caus
den nog eenige lichl
platen die in den Ged<
waarhij de heer De V
Na de voordracht we
voor het vaderland", e
Leicester in de Neder
Heel mooi klonk het
Heer die uw tent in d<
Alles op aard' door uw
't Schuimende, woelige
En alles doet naar uv
Wij slaan het oog tot
Die ons in angst en nc
Verlossen kunt ter all
Ja redden van den doo<
Gij die zoo bitter een
Juicht nu een betere n
Looft God den Heer m
En roept te samen vn
Hadd' ons de Heer, aa
Al zoo niet bijgestaan
Wij waren lang, 't was
Al in den druk vergaa:
Er werden nog vel
den Gedènck Clank en
zangbundel, onder de
heer G. de Nobel, die a
We kunnen niet anc
zuiver gezongen en m
zonder genoegen heb
avond bijgewoond. Het
de opkomst tot tevred
voorzitter in het opet
voorzitter heeft er noj