GROOTEen EXTR GROOTE MATEI 48 68 95 1.1B J.TH. KOR' Een botsing in den trein. VAN OV T >tE R. K. b. b. h. HAARLE Het B!<@@m@8idasEseh We©kb!aeL ERSR W^BSSBXiSSB maSaBSSHSSX'. - WSSGHM „HAAK OPTEER" iVrij, naar het Vlaamsch, van R. C.) Eline DUVEEN, de beroemde actrice, lag op den divan in haar met uitgezochte weelde inge richt boudoir, en rookte fie eene sigaret na de andere. Zij dacht aan Paul van Weel, die overal ver telde, dat hij met haar wilde trouwen, welk nieuws in zijn kring heel wat opschudding had gewekt. Hij van hoogen afkomst en schatrijk, zij een tooneelspeelster. Doch wat gaf zij erom, wat men van haar vertelde? Zij hield van Paul, met een liefde, waar zij Soms zelf beangst voor werd. Nooit had ze inderdaad zóó innig van ie mand gehouden, zelfs niet van Frits Duveen, wiens weduwe zij nu was. En toch zou zij Paul nooit haar jawoord ge ven. Hij was vijftien jaar jonger dan zij. Maar hoe hem te overtuigen, dat een huwelijk met haar onmogelijk was? Vijftien jaar verschil in leeftijd! Hij was nu twee en twintigzij ze ven en dertig, naderde angstig de veertig. Aan haar slapen begonnen al zilveren draadjes te glinsteren! Toen zij er hem onlangs opmerk zaam op maakte, weigerde hij te kijken. Zij had zichzelf een oude vrouw genoemd, vergeleken bij hem, maar als antwoord had hij haar in zijn armen genomen en gezegd: „Voor mij zal .ie er nooit oud uitzien. Mijn liefde voor je houdt geen rekening met je leef tijd". Eens op 'n middag, toen zij wist, dat er nie mand zou komen dan hij, had ze allen schmink, waar ze anders nogal veelvuldig' gebruik van maakte, achterwege gelaten, een afgedankte ja pon aangetrokken' en was, als een oude vrouw, bij den haard gaan zittenHij had gelachen en haar gekust, omdat zij zich met alle geweld oud wilde voordoen, hetgeen haar, volgens hem, in het geheel niet goed afging. „Wat kan ik anders nog bedenken? bepeinsde Eline, de rookwolkjes van haar sigaret nasta rende- Met hem trouwen mag ik niet. Met mijn ouderdom en zijn leeftijd moet ons huwelijk een mislukking worden. Daar mag ik mijzelf niet aan blootstellen, en zeker niet hém. Daarvoor is hij nog veel te jongIk moet flink zijn en eiken omgang met hem verhinderen dan zal hij mij wel gauw vergeten. Een snik steeg op in haar keelGauw ver geten.... Paul zou haar vergeten Hem op offeren beteekende vooV haar afstand doen van alle g?luk. Want gelukkig tests zij door zijn <ef- de, zijn vurige ongeoroTdelde liefde. De uren, die hij bij haar doorbracht, waren haar een onuit sprekelijk genot, maar tevens een wreede mar teling want meer en meer zag zij in, dat er van een echtverbintenis niets kon komen, dat haar leeftijd een onoverkomelijke hinderpaal was. Zelfverloochening' baatte niets; hoe dikwijls had zij hem al niet gezegd: „Ik houd niet genoeg van je lang zooveel niet als van Duveen Dan antwoordde hij: „Met de helft ben ik al meer dan tevreden; en als je me misschien moe bent, wel, dan stuur je me maar voor 'n poosje op reis..,.. Machteloos tegen zulke redeneering had ze dan maar weer gezwegen. Lang bleef zij nadenken: haar inwendige strijd bracht een uitdrukking van grenzeloÓze' droefheid op haar gezicht. Eindelijk mompelde zij: „Er is maar een oplossing ik moet tegen over hem tooneelspelenIk moet al mijn ta lent aanwenden, om mijzelf tot een der onge lukkigste schepselen der wereld te maken Alles wat ik maar wensch, bezit ikgoede vrienden .allesmaar als hij weg is dan zal ik mij altijd eenzaam voelen Eline Duveen sprong op; zij hoorde een auto aankomen en voor het huis stoppen. Enkele oogenblikken later stond zij tegenover Paul van ,Weel en begroette hem met een handdruk. „Wat is er, Eline?" vroeg hij, verbaasd over die ongewone, koele ontvangst. Je bent zoo.... zoo vreemd. Is er iets? „Neem plaats, zei ze, uiterlijk kalm. Ik had je willen schrijven, maar was bang, dat mijn brief in verkeerde handen zou komenWat ik je wilde zeggen, moet een geheim tusschen ons blijven „Maar wat is er dan toch, Eline? Wat is dat voor 'n geheim, dat je me niet eens durft te schrijven? „Dat zal ik je zeggen, PaulEr gaat een praatje, dat je met mij zult trouwen „Ja, dat is zooDat heb ik zélf verteld. „Met welk recht? „Met welk recht??Maar Eline Je be doelt toch niet dat ikdatwij niet trouwen? stamelde Paul ontsteld. Dat kan je toch niet meenen, liefste! Eline, je bent alles voor me. Alles! Zonder jou kan ik niet leven, dat weet je toch! Met gesloten oogen en de handen krampachtig in elkaar geklemd had ze geluisterd; toen, al haar zelfbeheersching verzamelend, keek zij hem aan en schudde het hoofd: „Het is onmogelijk, Paul Het is niet de eerste maal, dat ik je dat zegNeen, Paul, het is niet alleen ons verschil in leeftijd er is nog een andere reden een heel voor name redendie je de onmogelijkheid van een huwelijk met mij zal doen inzien Je hebt ;je in mij vergist, Paul Tot dusver heb je alleen de goede zijde van mijn karakter leeren kennenIk ben er de schuld van, dat mijn man zoo jong gestorven is „Ben jij daar de schuld van? Onmogelijk! Zoo iets heb jij nooit kunnen doen „En toch is het zooWat ik deed, staat bij na gelijk met een moord in koelen bloede. Langzamerhand heb ik hem geestelijk verlamd. Ik beSchopwde hem als een minderwaardig individu en ik toonde hem voortdurend mijn minachting. heb hem innerlijk ontzettend doen lijden en dat werd ten slotte zijn dood doordat hij heel veel van me hield en daarbij zeer teergevoelig was Ik heb hem steeds ge kweld,, gemarteld. .Maar waarom dan toch?wat voor reden had je daartoe? vroeg Paul, met verstikte stem. „Dat weet ik nie. Ik geloof, dat mijn karakter er mij oe dwong. Ik had er plezier in, hem te kwetsen. Ik speelde voortdurend een wreed spel met hem, zonder genade.Niet aleen, dat ik in zijn tegenwoordigheid met iederen man flirtte ik ging nog verder alleen uit zucht, hem te pijnigenen onteerde zijn naam „Eline! Luchtig, als in een rol, waarin zij een zware beschuldiging niet ernstig opnam, vervolgde Eline: „Zoo heb ik hem gemarteldjaren langen daarom beschouw ik mijzelf als de oorzaak van zijn dood. En zie je, Paul als wij eenmaal getrouwd zouden zijn, dan zou ik met jou hetzelfde spel beginnen dat voel ik. Mijn karakter is nu eenmaal niet anders. Ik moet plagen, tergen, pijn doen, omdat wel, omdat Ik daar plezier in heb. Ik houd van flirten ik houd van alle mannen Doodsbleek bleef Paul haar aanstaren. Onverschillig stak Eline een eigaret op en. ging, teneinde zijn dieptreurig gezicht niet te zien, voor het raam staan kijken, den tuin in. Er ontstond een drukkende stilte Zü trachtte zichzelf moed in te spreken Nog even tooneelspelen nog even wat kracht ver zamelen, het is ons beider geluk Zooals ik hém nu al deze leugens heb opgedischt, zoo zou het misschien ook in ons huwelijk worden, maar dan de rollen omgekeerd. Hij zoo jong vergeleken bij mij ik zou jaloersch worden op iedere vrouw die hij maar eenigszins vriendelijker zou be handelen. En mijn innerlijk leed zou ten slotte niet meer te dragen zijn. En dan hijver bonden met een veel oudere vrouwDoor spelenlaatste bedrijfhet is onvermij delijk Zij wendde zich eindelijk om en lachte spottend. „Wat zeg je wel van zoo'n vrouw als ik blijk te zijn Durf je nu nog het leven met mij aar „Eline, liefste je houdt van me, stiet hij uit dat heb je me meermalen verzekerd. Met mij zou je dat spel niet beginnen Hij wilde haar handen grijpen, maar zij trok zich terug even was zij bang, haar rol niet te kunnen volhouden, toen zij zijn smeekende oogen zag, maar zij vermande zich en zij ernstig „Mijn liefde voor jou is niet groot, niet diep genoeg, Paul, omjou te sparen. Mogelijk zou zelfs mijn spel met jou nog wreeder zijn, omdat jij nog jong bent en ik bijnaeen oude vrouw, „Je speelt comedie!" viel hij uit. „Je studeert een nieuwe rol in of je houdt van een ander „Ik speel geen comedie", zei ze, alsof ze de grootste waarheid sprak. „Ben je dan ben je dan'n duivelin bracht hij er schor en woest uit. „Dat ben ik", antwoordde zij, met haar laatste greintje zelfbeheerschingdat ben ik" „Heb ik mij dan zoo in jou vergist klonk het als een klacht van zijn lippen. „Dat heb je" Ze lachte, een lach, dien ze spottend had willen doen klinken, maar daarmede faalde zij jam merlijk. Haar lachen was onnatuurlijk en verried slechts de zenuwachtige spanning, waarin zij verkeerde. Hij bemerkte echter niets hij zag in haar nu werkelijk de duivelin en plotseling', alsof hij hevig schrok, rende hij de kamer uit. Eline wankelde, zij was aan het eind van haar krachten. Nooit had zij zoo.n zware rol te ver vullen gehad. Toen even later haar kamenier binnenkwam, vond zij haar bewusteloos op den vloer liggen. de grootste, het De Beers concern, met een aandeelenkapitaal van meer dan 100 millioen is) zoowel op als onder den grond uitgeoefend. Deze ontginningen, die geheel modem zijn in gericht, zijn kolossale ondernemingen, die tot stand zijn gekomen in samenwerking met ver koopmaatschappijen, die vrijwel de gelieele diamantprcductiü der wereld reguleeren. En uit dit gebied komen bijna nlJe steenen, die door hun grootte, zuiverheid en schitterend slijpsel, wereldberoemd zijn geworden. Reeds in 1869 werd in de rolsteenen der Vaal- rivier een steen gevonden, die iets over 83 karaat zwaar was en die een verkoopprijs van 300.000 gulden haalde. Hij werd bekend onder den naam van „de Ster van het Zuiden". Nog bekender werd de drie jaar later gevonden „Steward", die 288 karaat woog. In het district Kimberley werd in 1881 een 457 karaat zware diamant gestolen,, die door den Nizan van Hyderabad gekocht en „Victoria" gedoopt werd. De grootste diamant der wereld echter is op 26 Januari 1905 in de Premier-mijn gevonden .Cullinan", die later op wensch van der. Koning van Engeland in „de Ster van Afrika" werd omgedoopt. Met zijn 302112 karaat (dat zijn 620 gram) vertegenwoordigt hij een niet meer te schatten waarde; de regeering van Transvaal heeft hem voor 150.000 pond sterling gekocht en aan het Sngelsche Koningshuis ten geschenke gegeven. Wegens zijn buitengewone groote kon hij niet in zijn geheel geslepen worden; hij werd gekloofd en leverde toen 9 groote en 96 kleinere diamanten uit. waarvan de grootste thans Engeland's kroon enscepter sieren. De interessantste diamant der wereld is echter niet de Cullinan, maar de wegens zijn avonturen beroemd geworden „Ko-hi-noor", welke volgens de Indische sage, reeds voor Christus geboorte gevonden werd. Na avontuurlijke verwikkelingen werd hij door Engelsche Oost-Indische Compag nie aan Koningin Victoria geschonken, die hem liet slijpen. Dat alleen heeft ongeveer 'n ton ge kost; tengevolge van het slijpen werd het ge wicht van den steen van 186 op 106 karaat teruggebracht De steen is buitengewoon mooi. Een andere interessante steen is de „Orloff" van de Rus sische kroonschatten en ook de „Groote Mogol", die tot de Perzische kroonjuweelen behoort. De „Orloff" moet eenmaal tot oog gediend hebben van een godenbeeld in een Indische tempel; hij' werd door een Fransch soldaat ge stolen en door hem voor 1.400.000 gulden aan een Engelschman verkocht. Hij weegt ongeveer 193 karaat en geldt voor een der schoonste diamanten der wereld. Tot de Oostenrijksche kroonschatten behoort ders, ontwaken uit hun winterverdooving. Mieren en soms ook al enkele hommels, komen weer te voorschijn. Bij betrekkelijk zoel en zonnig weer brengen -de bijen een bezoek aan de bloeiende katjes, waarmede sommige boomen en heesters getooid geraken. In boomen en heesters heeft m deze maand reeds een sterke opstijging van levenssappen plaats. De blad- en bloesemknoppen van de on derscheidene vruchtboomen, gaar. reeds sterk zwellen. Vaak krijgen in de laatste helft van Maart sommige struiken al weer groene blaadjes, andere, zooals het peperboompje, de kamoelje en de pyrus japonica, gaan dan bloeien, alsmede het Maartsche of welriekende viooltje (viola odorata) de ci-ouus, de muurbloem, het madeliefje, of meizoentje, de paardebloem of hondsbloem. De bekoorlijke sneeuwklokjes staan hier en daar in volle bloei. Ir. sommige huis kamers bloeien nog hyacinten, tulpen en cro- cusjes. Werkzaamheden. Ook in Maart kunnen de vruchtboomen nog worden gesnoeid, alsmede nog allerlei loofboomen worden gepoot en verplant. Waar dit tot heden nog is verzuimd, binde men de loshangende takken en twijgen van de lei- boomen, die aan muren of schuttingen staan, oordeelkundig aan. Heeft men soms vrucht boomen, die wel telken jare krachtige scheuten maken, doch weinig vruchten opleveren, dan steke men enkele dikke wortels af, of wel, men verplante de boomen. Daardoor worden ze in hun groei min of meer gestuit, doch wordt de vorming van vruchtknoppen (natuurlijk eerst voor het volgend jaar) bevorderd. Enthout van vruchtboomen kan in het laatst van de maand worden afgesneden, waarna het op een koele plaats, met het ondereind in droog zand, moet worden bewaard tot de geschikte tijd om te enten is aangebroken. Verzuim toeh vooral niet de ooftboomen van mos, doode schors, verdorde bladeren enz., zoo goed mogelijk te zuiveren. Nestkastjes moeten in de loop van deze maand worden opgehangen tegen boomstammen, muren of schuttingen, om inseeten-etende vogeltjes, zooals koolmeezen, pimpelmeesjes gekraagde roodstaartjes, muurroodstaartjes en boomkrui pertjes, te lokken. Ze bouwen daarin, we weten het bfj ervaring, heel gaarne hun nestje en zullen uw goede zorgen zeer zeker rijkelijk beloonen, niet alleen door hun lieflijk, opwekkend gezang maar ook door het vernietigen van allerlei scha delijk en lastig gedierte. Krachtige scheuten van de verschillende vlier soorten, van wilgen en populieren of peppels be hoorlijk diep in liefst vochthoudende bodem ge stoken, geraken meest prachtig aan den groei. Geschikte plekjes voor planting zijn licht te vinden. In den loop dezer maand kunnen eikels, beukenootjes, tamme- en wilde kastanjes eenige de „Florentijn", een bijzonder schoone, 139 ka- centimetel.s diep in den grond worden geIegdi raat zware diamant, waarvan de waarde op 3 Andere ROMANTISCHE LOTGEVALLEN VAN KOSTBARE DIAMANTEN. De dagbladen hebben reeds melding gemaakt van de vondst in het diamant gebied van West- Transvaal door twee diamantzoekers, van een diamant van 200 karaat, die dus tot de grootste edelsteenen der wereld behoort en een buiten gewoon groote waarde vertegenwoordigt. Men MAART OF LENTEMAAND. Voorbij zijn bij de intrede van Maart de zoo genaamde Wintermaanden, maar daarmede is, jammer genoeg nog niet vervlogen de wintertijd, want de lente vangt, volgens den kalender, eerst aan den 21sten Maart en, wat het winterweer betreft, dit houdt niet zelden aan, of komt nog terug zelfs "in April helaas enkele malen nog in de zoo schoone Meimaand. De weersgesteldheid in Maart kenmerkt zich bijna zonder uitzon- millioen Oostenr. kronen wordt geschat, bijzondere steenen zijn de „Danau-Radjah" van 367 karaat; de beroemde „Groene Diamant van Dresden" die Augustus de Sterke, koning van Polen verworven heeft; de ongelukzaaiende „Hope" waarvan de bezitters, zonder uitzonde ring onder ongewone omstandigheden den dood gevonden hebben; en ten slotte de 340 karaat zware „Nizam" van den Radjah van Golconda. Bijna alle, deze "steenen hadden avontuurlijke, somtijds sprookjesachtige lotgevallen, die aan rontan- en scenarieosehrijvers immer weer stof voor hun werken leveren. Hoe lang de diamant nog de kostbaarste steen der wereld zal zijn? „Wie zaj. het zeggen! Zeker is het, dat sedert 1852 immer weer opnieuw be proefd is slijpbare diamanten synthetisch te .produceeren en wie weet of dit te eeniger tijd spreekt zelfs van 100.000 pond sterling. (niet zal gelukken. En dan zou het uit zijn met Dit bericht zal ongetwijfeld in de geheele de romantieb, die'heden nog de kostbare, zorg- v/ereld groot opzien baren, want in zeer langen vuldig bewaarde en bewaakte edelsteenen tijd heeft men in „Diamantland" geen zulk een om'huIj-.. kostbaren steen gevonden. Jaar in jaar uit trek- ken duizenden naar de Kaapkolonie, in de hoop hetr geluk te hebben een diamant te vinden, die hen in één slag tot een vermogend man zal maken. Weken en maanden trekken zij door het gloeiende zand, graven, onder de grootste ontberingen en letterlijk levende als dieren, naar de kostbare steenen, steeds hopende op „den grooten slag", om meestal weer terug te keeren armer dan te voren, uitgemergeld, ziek en moe. Het spreekt vanzelf, dat de gemelde vondst van een 200 karaat zwaren diamant, weer nieuwe hoop bij dit soort avonturiers opwekt die waar schijnlijk nimmer verwezenlijkt zal worden. Steenen ter waarde van 100.000 pond st. zijn even zeldzaam als vozen in'de woestijn. Maar wat helpt al dat waarschuwen Alleen reeds de schaduw eenei' mogelijkheid om millioenen te winnen is gewoonlijk al voldoende voor men- schen om gevaren en ontberingen op zich te nemen. En dan bijna geen enkele dezer man nen heeft iets te verliezen Zij hebben zoowat allen schipbreuk geleden op de levenszeezij hebben slechts te winnen. Maar deze persoonlijke, voor eigen rekening en risico gedreven diamantzoekerij, wordt toch ook hoe langer hoe zeldzamer! Want tegen woordig beheerschen de groote trusts en de officieele diamantmijnen bijna het geheele diainanthoudende gebied van West-Transvaal en de Kaapkolonie. Nog slechts een paar onbe duidende, ver van de wereld gelegen plekken, zijn „vrij"; en daar is al heel weinig te bespeuren van een goudroes". In kommervolle omstandig heden slijten daar de diamantzoekers hun leven, zonder water, zonder spoorwegen en zonder, vooruitzicht ooit weer uit dat leven los te komen. Want de mogelijkheid om op deze „claims" dia manten te vtaden is nauwelijks grooter dan in onze loterij den vetten prijs te winnen. Het eerste land waar slijpbare diamanten ge vonden werden was Indië, dat tot ver hi de achttiende eeuw de wereld van deze kostbare edelsteenen voorzag. Zij werden gevonden (en thans nog wel een enkele) in de Oostelijke en Noordelijke hellingen der Dekhan hoogvlakte. Wereldberoemd waren ook de thans uitgeputte! groeven van Golconda, waarin de eerste reuzen- steenen gevonden werden. In 1782 werden in Brazilië, in het dal der Jequetinhonca-rivier en in Minas Geraes en ook in Baliia, voor het eerst diamanten gevonden, eigenlijk slechts door een toeval, want de gelukkige vinders waren goudwasschers, die jacht op het gele metaal maakten. Ook in Europa zijn hier en daar diamanten waaruit zich dan, in betrekkelijk korten tijd, mooie boompjes ontwikkelen, die later op ge schikte plekjes kunnen worden uitgeplant. Fram- bozenstruiken laten zich ook in Maart nog heel goed splitsen of verplanten en geven dan, als een en ander met zorg geschiedt, in dit jaar nog eenige vruchten. Heeft men zijn aardbeiplanten tegen de winterkoude gedekt, dan dient men die bedekking bij eenigszins gunstig weer weg te nemen, teneinde, met het oog op mogelijk late nachtvorsten te voorkomen, dat ze te vroegtijdig bloeien, aangezien ook deze bloesem daartegen niet bestand zijn. De hoogstamrozen dienen bij gunstig weer eveneens van het winterdek te worden ontdaan. Indien ze in de grond zijn ge legd, late men ze, alvorens ze aan te binden, eerst eenige dagen op .den bodem liggen, heelt men dan tevens goede gelegenheid, om ze te snoeien. Bij daartoe gunstig weer en als de bodem daarvoor geschikt wordt bevonden, moeten in den loop van Maart zomerrogge, zomertarwe en zomergerst worden uitgezaaid. Met uitstekend gevolg wordt ook hierbij bij de bemesting van de akkers van kunsmeststoffen gebruik gemaakt. Veelal wordt dan per H.A. aangewend 500 a 800 K.G. Thomasslakkenmeel, 100 a 350 K.G. kalizout 40 pCt„ of 200 a 700 K.G. kalizout 20 pCt. en 150 a 300 K.G. van het zoo vlug en krachtig werkende Chili-salpeter. Het Thomasslakkenmeel en het kalizout moeten zoo spoedig mogelijk worden ondergewerkt en van het Chilisalpeter kan de helft van de aan te wenden hoeveelheid bij het zaaien worden ingeëgd en de rest een maand later bij droog weer oppervlakkig worden uitgestrooid. Half stalmest en daarbij ongeveer de helft van de genoemde hoeveelheden der aan- dering door groote wispelturigheid. Mooie lente dagen kan ze geven, maar in elk geval bezorgt gegeven kunstmeststoffen, geven ook goede uit- ze ons ook de zoo beruchte Maartsche buien: gure'regen-, sneeuw- en hagelvlagen.' Dat „Lentemaand", volgens al oud en vooral in deze streken zeer bekend gezegde, negen zo- mersche dagen moet leveren, zal waarschijnlijk zijn oorsprong wel vinden in het feit, dat deze maand, na het eindigen van den wintertijd eertijds werd .daarvoor veelal den 22sten aan gemerktnog negen lentedagen moest geven en lentedagen zouden toch geen winterweer, maar zomerweer aanbrengen. Het lengen van dagen wordt in Maart nog komsten. Met het poten van aardappelen waohte men tot het laatst van de maand en dan de vroege soorten het eerst. Wij telen met geregeld gunstig gevolg puike, heerlijk smakende aardappelen, door aanwending van kunstmest en strooien dan Are uit 6 a 8 K.G. van het zoo krachtig werkende Thomasslakkenmeel, 3 a 6 K.G. patent kali en 2 a 4 K.G. Chili-salpeter. Ook kan half stalmest en half kunstmest aan den bodem worden toegediend. Dan strooie men b.v. per Are uit 5 a 6 K.G. Thomasslakkenmeel, 2 a 3 K.G. krachtiger. In het geheel worden ze daarin ruim i patentkali en 1 a 2 K.G. Chili-saipeter. twee volle uren langer; te weten 's ochtends eenj De kleur en het aanzien van het winterkoren uur en 11 minuten en 's avonds op 5 minuten kunnen zich om dezen tijd van het jaar opval - na een uur. Zooals bekend is, zijn bij het begin lend snel ten goede wijzigen, door zoelen regen van den lentetijd dagen en nachten nagenoeg i en verwarmenden zonneschijn. Op akkers waar even lang, terwijl de zon dan precies in het Oosten, deze gewassen soms niet al te fleurig mochten opkomt en in hét Westen ondergaat. Op den I staan, heeft uitstrooiing van Chili-salpeter en warmte ,s morgens reeds boven de kim tien minuten voor half zes en onttrekt zich dan eerst aan ons oog 's avonds precies half zeven. Toenemende levensopgewektheid valt in den loop van Maart in de dierenwereld waar te nemen. Van onze gevederde vriendjes komen onderscheidene soorten, o.a. het bouwmeestertje of akkermannetje, de veld- of akkerleeuwerik, de houtduif, de reiger, de kievit, voor zoover niet reeds aangekomen, de ooievaar en de hout snip, weder in deze streken terug. De heelemaal niet schuwe kuifleeuwerik blijft ook 's-winters in deze streken vertoeven. In het laatst van de maand komt ook al het zwarte of muurroodstaartje terug. Patrijzen of veldhoenders en korhoenders gaan paren. Eksters merels of gietelingen en heggemusschen of bas taard-nachtegalen, beginnen gewoonlijk reeds met den nestbouw. In het laatst van de maand hebben kieviten en wilde eenden reeds eieren in hun nest. Spreeuwen, merels zanglijster», gevonden, zoo b.v. in Lapland en in de Uralsche j vinken, heggemusschen en winterkoninkjes zln- laatsten dag der maand komt de bron van licht j zoo hebben ook wij herhaaldelijk opgemerkt door WALTER CLIFFORD. Zooals Dikkie nu bij ons aan het tafeltje, het gezellige veilige societeits-tafeltje, kwam, was hij beslist om van te schrikken. Zijn oog zat dicht, z'n duim was verbonden en een bloedige schram liep over zijn rechterwang. Dikkie toch, begonnen we, maaf hij weerde ons af. Eerst een Voorburg zei hij en toen de kell- ner, bestelde hij er begeerig twee tegelijk. ,Dan hoef ik niet telkens te vragen", motiveerde hij. Toen Dikkie een geweldige slok genomen had (om deze slokken was hij berucht op de soos) vonden we het toch werkelijk tijd geworden, dat hij de uitzonderlijke teekenen van geweld, die zijn gelaat en zijn duim onmiskenbaar droegen, nader toe zou lichten. Och, hou er van opWat een misère, wat een misèreen dan had Je die gezichten moeten zien... die beroerde lachende gezichten- Je zou ze „Ik zal jullie vertellen. Ik ben vandaag in Haarlem geweest. Goede zaken gedaan, aardige ordertjes genoteerd. Om een uur of vijf denk ik zoo: 't Zit er voor vandaag weer op. Ik heb mijn best gedaan. In de beste stemming van de wereld stap ik naar het station, tippel heen en weer op het perron, koop een amusant tijdschrift en lach. Ik was één al zonnigheid, had een bui om zelfs den man, die op m'n eksteroog zou trappen, be moedigend toe te lachen. Goed de trein komt aan. Ik stap in een tweede klas coupé, zit er alleen en lees in het amusante tijdschrift. Ik was er zoo in verdiept dat ik pas op keek toen de trein al aan 't rijden was. Ik merk dat er nog iemand in de coupé is gekomen, 'n Lange magere kerel, 'n Ongunstig uitziend individu heet dat in de detective-verhalen. Maar zooals ik ie al zei: ik was in een zonnige bui. Daarom lach ik den kerel vriendelijk toe en ik zeg: „Goeien dag meneer, mooi weertje vindt U niet De man kijkt me aan, wat zeg ik, neemt me van top tot teen op. „Meneer," zegt hij daarna met een kraakstem, „ik wil U zeggen, dat ik heelemaal niet gesteld ben op de vriendlijkhden die U op mij wenscht los te laten. Ik houd er niet van, om maar met iedereen over het weer of wie weet wat te dis puteeren Maar omdat U het nu eenmaal gezegd hebt, wil ik U ook mijn meening vertellen. Ik vind het heelemaal geen mooi weertje. Ik vind het zelfs guur en koud." Toen keek de kerel weer in een boek dat hij in de hand had en was stil. En ik, ik kon van verontwaardiging geen woord uitbrengen. Ik poogde weer in het amu sante weekblad te kijken, maar de moppen smaakten me als azijn. Ik zat me te ergeren aan dien onbeschoften kerel. Wat bezielde dien man. Wat gaf hem het recht om zoo ongemotiveerd uit te vallen? Terwijl ik daar zoo'n beetje over nadenk zie ik plotseling, dat m'n medereiziger opstaat en naar de temperatuurregelaar gaat. Je weet wel in eiken trein heb je zoo'n ding met „warm en koud" er op en een hefboom om het te regelen. Het staat op koud. De ergerlijke kerel zet het op warm. Dat deed hij natuurlijk alleen om me te nege ren. „Dat laat je niet op je zitten,"zeg ik bij mezelf. De man zit nog niet, of ik sta op en be geef me naar den regelaar. En resoluut zet ik de hefboom op koud. Voldaan ga ik weer zitten. „Nou jij", denk ik bi! mezelf. De man reageert allerbrutaalst. Hij staat zwijgend op en zet het ding weer op warm. Dan houd ik 'tctet langer uit. Ik buig me naar hem over en zeg nadrukkelijk: „Meneer, lk vezoek U vriendelijk en dringend (jat ding op koud te laten staan. Het is warm wéér meneer, dat kan ieder normaal mensch constateeren. Het spijt me dat U dat niet kunt." „Meneer, U is beleedigend," kraakt de man. „En U onbeschoft," wind ik me op, „Meneer „Meneer ban ben ik mezelf niet meer meestee, M'n vuist schiet uit op de linkerkaak van den ellendeling'. Hij slaat terug en een poosje later zijn we in druk gevecht. We strijden als leeu wen. We beuken er op, terwijl de trein voort snelt Ik weet niet meer hoe het kwam, maar ineens stond de trein stil en werd de portier openge rukt. „Maar heeren Een conducteur grijpt me bij m'n arm. Ik wil nog eenige charges op het leelijke gelaat van mijü tegenstander uitvoeren, maar de hand houdt me helaas te stevig vast. We staan op het perron. Om ons heen twintig, dertig nieuwsgierigen. Ik begin te vertellenhortendstcotend hij interrumpeerteindelijk schijnt het den conducteur duidelijk te zijn. „Maar heeren," zegt hij akeljjk wijs, „de trein is in 't geheel niet verwarmd! Het geeft niets of U aan den regelaar komt We staan paf. De menigte om ons heen brult hartelijk. En.." Maar Dikkie kan niet verderDe soos schudt van ons bulderend gelach. „Allemachtigdus jullie ook alBonjour hcor En in een stemming, gelijk aan die van een beruchten dollen stier, stevent Dickie naar buiten. Z'n gezicht met een schram en een dichtgesla gen oog, in toorn vertrokken, vergeet ik nooit goudwasseherijen; de aldaar gevonden steehen 2ijn zóó klein, dat een systematisch ontginnen niet- loonend zou zijn. De voornaamste vindplaats van werkelijk groote en kostbare diamanten is heden Zuld- Afrika. In Buitfontein, Dutoitspan, in het dis trict Kimberley, enz., wordt de ontginning reeds sedert jaren door reusachtige trutste .(waarvan gen telkens al een lentelied. In den loop der maand gaan ons de zoogenaamde wintervogels, dat zijn, zooals men weet, de bonte kraaien of hulskraaien, de sijsjes, de rietganzen en sommige wilde eenden, vinken en lijsters weer verlaten. Deze trekken weer naar het hooge Noorden, om daar te nestelen. Klkvorschen, padden, sommige kevers en vim- in korten tijd buitengewoon goede uitwerking. Bij het zaaien, poten en planten houde men geregeld zooveel mogelijk rekening met de weersgesteldheid. Het zaad van spinazie, van snij- en kropsla, radijs, worteltjes, enz. zaaie men uit, aanvankelijk nog bü voorkeur op beschutte zonnige plekjes; tuinboonen, peulen, doperwten en capucijners kunnen worden gelegd. In het laatst van Maart kunnen de bolletjes van gladiolus en montbretia worden uitgepoot. Ook kunnen nog plantjes van vergset-mij-nietjes en van viooltjes op de perken worden aange bracht. Deze plantjes moeten, zooals men weet, een niet te vruchtbaren bodem hebben, daar ze anders te welig groeien en weinig bloemen geven. Met het zaaien van bloemzaden in den kouden grond, wachte men tot in het laatst van April, ja, indien het voorjaar schraal en guur mocht zijn, tot begin Mei. Bent U tevreden met de jas, die lk U twee weken geleden verkocht? Mijn vier jongens hebben de jas gedragen. Nu ziet u wel een ouverslijtbare jas. Hm, tederen keer, dat het had geregend, moest een van de kleinere jongens de jas aantrekken. Uit het slaapkamertje van de tweeling hoorde men tegelijkertijd een schaterend gelach en een heftig gesnik. Papa zou eens gaan kijken wat er aan de hand was. „Wat is er. nier te doen?" vroeg hij streng aan de lachende tweelinghelft. „O. niks," zei deze stralend van genoegen, „Anna heeft alleen maar Henkie tweemaal ge baad en mij heelemaal niet!"... „Waarom peinst u zoo?" vroeg hij. „Ik peins niet!" zeide zij. „Vijf minuten lang hebt u niets gezegd", stelde hii vast. „Ach, ik had ook niets te zeggen!" excuseer de zij. „Zegt U dan heelemaal niets, als U niets te zeggen hebt?" was zijn vraag. „Neen „Wilt U mijn vrouw worden?" IS HET U BEKEND, dat men vroeger veel papier van mos naakte? dat tabaksrook een beschermigsmiddel is tegen N«ele koorts? In „Neerlandia" orgaa Nederiandsche Verbond L. C. van Vlietvan Dai volgende, dat zeker de verdient. DE FlCONOMISi Deze aanhef klinkt nie als lid van het Algeme< bond ben ik toch eigenl mogelijk vreemde woord echter de uitdrukking, v komen uw aandacht te k is noodig. Niet alleen de regeerii bestuur is verplicht r doch ook ieder mens moeten de gelederen si zooveel in ons vermoget sche crisis te boven te voor zich dat sterk wil Wat nu te doen? Er i n.l. door zooveel 'tmoge! derlandsch Fabrikaat t aerlandsche biscuits, jan: zen, haarden, meubelen, v nijverheid, stoffen, tapijter zou ik nog kunnen noe ken vindt ieder het zei! grondstoffen uit het t maar door Nedcrlandsch werkt worden. Steunt de Nederlam daardoor de Nederlandse! kooplieden, de winkelier huizen met buitenlandse' huizen in Brussel en P; daar mooie prijscourante dan, dat het Uw plicht eigen land te koopen. Toen Koning, Willem I land aanvaardde, vond hi crisis. Al was die eenigs: toch op hetzelfde neer: del en nijverheid hadden Banken waren danig get het goede voorbeeld, do( te betrekken, al wat steunen. Zijn hofhoudin den lande zijn hem daa brieken, o.a. de tapijtw< Deventer, hebben daa: danken. Groote mannen hebben gesteld en de handen i toestand meester te wo altijd groote mannen steun gaven in moeilijke ze nog. Om niemand oi geen namen, ieder kent ter den steun van lede: mannen en vrouwen lx king, door daden. Koopt nu van eigen brieken, van eigen nijver: naars, zooveel in Uw ve derlandsche instellingen Nederlandsch personeel 1 zonder betrekking gaai GEBOREN HENDRIK WILHELS JOSEPH, Zoon van JOS. M. K. GÖBEL en A. H. J. M. GÖBEL- HOEFSLO; Over een, Zone <g 1 Maart 1931. ze T-SLAAPKAMER liefst op 't Z. met pens omgéving Bloemendaal Rujne van Brederode. No. 250 Boekh. BLADI GROEN, Bloemendaal. TENNISCLUB. 4 Dames vragen eenige uitsl. geoef. dai voor Maandag- of Vrijd ochtend. Baan Bloeme weg. Br. lett H. Dru TIMMER, Bloemendaal, EXTRA AANBIEDIN< EERSTE KWALITEIT BADDOEKEI Lange Veers traat Groote Houtstraat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4