GROOTEen EXTR
GROOTE MATEI
48
68
95
1.1B
J.TH. KOR'
Een botsing in den trein.
VAN OV
T >tE R. K. b. b. h.
HAARLE
Het B!<@@m@8idasEseh We©kb!aeL
ERSR W^BSSBXiSSB maSaBSSHSSX'. - WSSGHM
„HAAK OPTEER"
iVrij, naar het Vlaamsch, van R. C.)
Eline DUVEEN, de beroemde actrice, lag op
den divan in haar met uitgezochte weelde inge
richt boudoir, en rookte fie eene sigaret na de
andere.
Zij dacht aan Paul van Weel, die overal ver
telde, dat hij met haar wilde trouwen, welk
nieuws in zijn kring heel wat opschudding had
gewekt. Hij van hoogen afkomst en schatrijk, zij
een tooneelspeelster. Doch wat gaf zij erom, wat
men van haar vertelde? Zij hield van Paul, met
een liefde, waar zij Soms zelf beangst voor
werd. Nooit had ze inderdaad zóó innig van ie
mand gehouden, zelfs niet van Frits Duveen,
wiens weduwe zij nu was.
En toch zou zij Paul nooit haar jawoord ge
ven. Hij was vijftien jaar jonger dan zij. Maar
hoe hem te overtuigen, dat een huwelijk met
haar onmogelijk was? Vijftien jaar verschil in
leeftijd! Hij was nu twee en twintigzij ze
ven en dertig, naderde angstig de veertig. Aan
haar slapen begonnen al zilveren draadjes te
glinsteren! Toen zij er hem onlangs opmerk
zaam op maakte, weigerde hij te kijken. Zij had
zichzelf een oude vrouw genoemd, vergeleken
bij hem, maar als antwoord had hij haar in zijn
armen genomen en gezegd:
„Voor mij zal .ie er nooit oud uitzien. Mijn
liefde voor je houdt geen rekening met je leef
tijd".
Eens op 'n middag, toen zij wist, dat er nie
mand zou komen dan hij, had ze allen schmink,
waar ze anders nogal veelvuldig' gebruik van
maakte, achterwege gelaten, een afgedankte ja
pon aangetrokken' en was, als een oude vrouw,
bij den haard gaan zittenHij had gelachen
en haar gekust, omdat zij zich met alle geweld
oud wilde voordoen, hetgeen haar, volgens hem,
in het geheel niet goed afging.
„Wat kan ik anders nog bedenken? bepeinsde
Eline, de rookwolkjes van haar sigaret nasta
rende- Met hem trouwen mag ik niet. Met mijn
ouderdom en zijn leeftijd moet ons huwelijk een
mislukking worden. Daar mag ik mijzelf niet
aan blootstellen, en zeker niet hém. Daarvoor is
hij nog veel te jongIk moet flink zijn en
eiken omgang met hem verhinderen dan zal
hij mij wel gauw vergeten.
Een snik steeg op in haar keelGauw ver
geten.... Paul zou haar vergeten Hem op
offeren beteekende vooV haar afstand doen van
alle g?luk. Want gelukkig tests zij door zijn <ef-
de, zijn vurige ongeoroTdelde liefde. De uren, die
hij bij haar doorbracht, waren haar een onuit
sprekelijk genot, maar tevens een wreede mar
teling want meer en meer zag zij in, dat er van
een echtverbintenis niets kon komen, dat haar
leeftijd een onoverkomelijke hinderpaal was.
Zelfverloochening' baatte niets; hoe dikwijls
had zij hem al niet gezegd:
„Ik houd niet genoeg van je lang zooveel
niet als van Duveen
Dan antwoordde hij:
„Met de helft ben ik al meer dan tevreden;
en als je me misschien moe bent, wel, dan
stuur je me maar voor 'n poosje op reis..,..
Machteloos tegen zulke redeneering had ze
dan maar weer gezwegen.
Lang bleef zij nadenken: haar inwendige
strijd bracht een uitdrukking van grenzeloÓze'
droefheid op haar gezicht.
Eindelijk mompelde zij:
„Er is maar een oplossing ik moet tegen
over hem tooneelspelenIk moet al mijn ta
lent aanwenden, om mijzelf tot een der onge
lukkigste schepselen der wereld te maken
Alles wat ik maar wensch, bezit ikgoede
vrienden .allesmaar als hij weg is
dan zal ik mij altijd eenzaam voelen
Eline Duveen sprong op; zij hoorde een auto
aankomen en voor het huis stoppen. Enkele
oogenblikken later stond zij tegenover Paul van
,Weel en begroette hem met een handdruk.
„Wat is er, Eline?" vroeg hij, verbaasd over
die ongewone, koele ontvangst. Je bent zoo....
zoo vreemd. Is er iets?
„Neem plaats, zei ze, uiterlijk kalm. Ik had je
willen schrijven, maar was bang, dat mijn brief
in verkeerde handen zou komenWat ik je
wilde zeggen, moet een geheim tusschen ons
blijven
„Maar wat is er dan toch, Eline? Wat is dat
voor 'n geheim, dat je me niet eens durft te
schrijven?
„Dat zal ik je zeggen, PaulEr gaat een
praatje, dat je met mij zult trouwen
„Ja, dat is zooDat heb ik zélf verteld.
„Met welk recht?
„Met welk recht??Maar Eline Je be
doelt toch niet dat ikdatwij niet
trouwen? stamelde Paul ontsteld. Dat kan je
toch niet meenen, liefste! Eline, je bent alles
voor me. Alles! Zonder jou kan ik niet leven,
dat weet je toch!
Met gesloten oogen en de handen krampachtig
in elkaar geklemd had ze geluisterd; toen, al
haar zelfbeheersching verzamelend, keek zij hem
aan en schudde het hoofd:
„Het is onmogelijk, Paul Het is niet de
eerste maal, dat ik je dat zegNeen, Paul,
het is niet alleen ons verschil in leeftijd
er is nog een andere reden een heel voor
name redendie je de onmogelijkheid van
een huwelijk met mij zal doen inzien Je hebt
;je in mij vergist, Paul Tot dusver heb je
alleen de goede zijde van mijn karakter leeren
kennenIk ben er de schuld van, dat
mijn man zoo jong gestorven is
„Ben jij daar de schuld van? Onmogelijk!
Zoo iets heb jij nooit kunnen doen
„En toch is het zooWat ik deed, staat bij
na gelijk met een moord in koelen bloede.
Langzamerhand heb ik hem geestelijk verlamd.
Ik beSchopwde hem als een minderwaardig
individu en ik toonde hem voortdurend mijn
minachting. heb hem innerlijk ontzettend
doen lijden en dat werd ten slotte zijn dood
doordat hij heel veel van me hield en daarbij
zeer teergevoelig was Ik heb hem steeds ge
kweld,, gemarteld.
.Maar waarom dan toch?wat voor reden
had je daartoe? vroeg Paul, met verstikte stem.
„Dat weet ik nie. Ik geloof, dat mijn karakter
er mij oe dwong. Ik had er plezier in, hem te
kwetsen. Ik speelde voortdurend een wreed spel
met hem, zonder genade.Niet aleen, dat ik in
zijn tegenwoordigheid met iederen man flirtte
ik ging nog verder alleen uit zucht, hem
te pijnigenen onteerde zijn naam
„Eline!
Luchtig, als in een rol, waarin zij een zware
beschuldiging niet ernstig opnam, vervolgde
Eline:
„Zoo heb ik hem gemarteldjaren
langen daarom beschouw ik mijzelf als
de oorzaak van zijn dood. En zie je, Paul
als wij eenmaal getrouwd zouden zijn, dan
zou ik met jou hetzelfde spel beginnen dat
voel ik. Mijn karakter is nu eenmaal niet anders.
Ik moet plagen, tergen, pijn doen, omdat
wel, omdat Ik daar plezier in heb. Ik houd van
flirten ik houd van alle mannen
Doodsbleek bleef Paul haar aanstaren.
Onverschillig stak Eline een eigaret op en.
ging, teneinde zijn dieptreurig gezicht niet te
zien, voor het raam staan kijken, den tuin in.
Er ontstond een drukkende stilte
Zü trachtte zichzelf moed in te spreken
Nog even tooneelspelen nog even wat kracht ver
zamelen, het is ons beider geluk Zooals ik hém
nu al deze leugens heb opgedischt, zoo zou het
misschien ook in ons huwelijk worden, maar dan
de rollen omgekeerd. Hij zoo jong vergeleken bij
mij ik zou jaloersch worden op iedere vrouw
die hij maar eenigszins vriendelijker zou be
handelen. En mijn innerlijk leed zou ten slotte
niet meer te dragen zijn. En dan hijver
bonden met een veel oudere vrouwDoor
spelenlaatste bedrijfhet is onvermij
delijk
Zij wendde zich eindelijk om en lachte
spottend.
„Wat zeg je wel van zoo'n vrouw als ik
blijk te zijn Durf je nu nog het leven met
mij aar
„Eline, liefste je houdt van me, stiet hij uit
dat heb je me meermalen verzekerd. Met mij
zou je dat spel niet beginnen
Hij wilde haar handen grijpen, maar zij trok
zich terug even was zij bang, haar rol niet te
kunnen volhouden, toen zij zijn smeekende
oogen zag, maar zij vermande zich en zij
ernstig
„Mijn liefde voor jou is niet groot, niet diep
genoeg, Paul, omjou te sparen. Mogelijk zou
zelfs mijn spel met jou nog wreeder zijn, omdat
jij nog jong bent en ik bijnaeen oude vrouw,
„Je speelt comedie!" viel hij uit. „Je studeert
een nieuwe rol in of je houdt van een
ander
„Ik speel geen comedie", zei ze, alsof ze de
grootste waarheid sprak.
„Ben je dan ben je dan'n duivelin
bracht hij er schor en woest uit.
„Dat ben ik", antwoordde zij, met haar laatste
greintje zelfbeheerschingdat ben ik"
„Heb ik mij dan zoo in jou vergist klonk het
als een klacht van zijn lippen.
„Dat heb je"
Ze lachte, een lach, dien ze spottend had willen
doen klinken, maar daarmede faalde zij jam
merlijk. Haar lachen was onnatuurlijk en verried
slechts de zenuwachtige spanning, waarin zij
verkeerde.
Hij bemerkte echter niets hij zag in haar nu
werkelijk de duivelin en plotseling', alsof hij
hevig schrok, rende hij de kamer uit.
Eline wankelde, zij was aan het eind van haar
krachten. Nooit had zij zoo.n zware rol te ver
vullen gehad.
Toen even later haar kamenier binnenkwam,
vond zij haar bewusteloos op den vloer liggen.
de grootste, het De Beers concern, met een
aandeelenkapitaal van meer dan 100 millioen
is) zoowel op als onder den grond uitgeoefend.
Deze ontginningen, die geheel modem zijn in
gericht, zijn kolossale ondernemingen, die tot
stand zijn gekomen in samenwerking met ver
koopmaatschappijen, die vrijwel de gelieele
diamantprcductiü der wereld reguleeren. En
uit dit gebied komen bijna nlJe steenen, die
door hun grootte, zuiverheid en schitterend
slijpsel, wereldberoemd zijn geworden.
Reeds in 1869 werd in de rolsteenen der Vaal-
rivier een steen gevonden, die iets over 83 karaat
zwaar was en die een verkoopprijs van 300.000
gulden haalde. Hij werd bekend onder den naam
van „de Ster van het Zuiden". Nog bekender werd
de drie jaar later gevonden „Steward", die 288
karaat woog.
In het district Kimberley werd in 1881 een
457 karaat zware diamant gestolen,, die door den
Nizan van Hyderabad gekocht en „Victoria"
gedoopt werd.
De grootste diamant der wereld echter is op
26 Januari 1905 in de Premier-mijn gevonden
.Cullinan", die later op wensch van der. Koning
van Engeland in „de Ster van Afrika" werd
omgedoopt. Met zijn 302112 karaat (dat zijn
620 gram) vertegenwoordigt hij een niet meer
te schatten waarde; de regeering van Transvaal
heeft hem voor 150.000 pond sterling gekocht
en aan het Sngelsche Koningshuis ten geschenke
gegeven. Wegens zijn buitengewone groote kon
hij niet in zijn geheel geslepen worden; hij werd
gekloofd en leverde toen 9 groote en 96 kleinere
diamanten uit. waarvan de grootste thans
Engeland's kroon enscepter sieren.
De interessantste diamant der wereld is echter
niet de Cullinan, maar de wegens zijn avonturen
beroemd geworden „Ko-hi-noor", welke volgens
de Indische sage, reeds voor Christus geboorte
gevonden werd. Na avontuurlijke verwikkelingen
werd hij door Engelsche Oost-Indische Compag
nie aan Koningin Victoria geschonken, die hem
liet slijpen. Dat alleen heeft ongeveer 'n ton ge
kost; tengevolge van het slijpen werd het ge
wicht van den steen van 186 op 106 karaat
teruggebracht
De steen is buitengewoon mooi. Een andere
interessante steen is de „Orloff" van de Rus
sische kroonschatten en ook de „Groote Mogol",
die tot de Perzische kroonjuweelen behoort.
De „Orloff" moet eenmaal tot oog gediend
hebben van een godenbeeld in een Indische
tempel; hij' werd door een Fransch soldaat ge
stolen en door hem voor 1.400.000 gulden aan
een Engelschman verkocht. Hij weegt ongeveer
193 karaat en geldt voor een der schoonste
diamanten der wereld.
Tot de Oostenrijksche kroonschatten behoort
ders, ontwaken uit hun winterverdooving. Mieren
en soms ook al enkele hommels, komen weer te
voorschijn. Bij betrekkelijk zoel en zonnig weer
brengen -de bijen een bezoek aan de bloeiende
katjes, waarmede sommige boomen en heesters
getooid geraken.
In boomen en heesters heeft m deze maand
reeds een sterke opstijging van levenssappen
plaats. De blad- en bloesemknoppen van de on
derscheidene vruchtboomen, gaar. reeds sterk
zwellen. Vaak krijgen in de laatste helft
van Maart sommige struiken al weer groene
blaadjes, andere, zooals het peperboompje, de
kamoelje en de pyrus japonica, gaan dan bloeien,
alsmede het Maartsche of welriekende viooltje
(viola odorata) de ci-ouus, de muurbloem, het
madeliefje, of meizoentje, de paardebloem of
hondsbloem. De bekoorlijke sneeuwklokjes staan
hier en daar in volle bloei. Ir. sommige huis
kamers bloeien nog hyacinten, tulpen en cro-
cusjes.
Werkzaamheden. Ook in Maart kunnen de
vruchtboomen nog worden gesnoeid, alsmede nog
allerlei loofboomen worden gepoot en verplant.
Waar dit tot heden nog is verzuimd, binde men
de loshangende takken en twijgen van de lei-
boomen, die aan muren of schuttingen staan,
oordeelkundig aan. Heeft men soms vrucht
boomen, die wel telken jare krachtige scheuten
maken, doch weinig vruchten opleveren, dan
steke men enkele dikke wortels af, of wel, men
verplante de boomen. Daardoor worden ze in
hun groei min of meer gestuit, doch wordt de
vorming van vruchtknoppen (natuurlijk eerst
voor het volgend jaar) bevorderd. Enthout van
vruchtboomen kan in het laatst van de maand
worden afgesneden, waarna het op een koele
plaats, met het ondereind in droog zand, moet
worden bewaard tot de geschikte tijd om te
enten is aangebroken. Verzuim toeh vooral niet
de ooftboomen van mos, doode schors, verdorde
bladeren enz., zoo goed mogelijk te zuiveren.
Nestkastjes moeten in de loop van deze maand
worden opgehangen tegen boomstammen, muren
of schuttingen, om inseeten-etende vogeltjes,
zooals koolmeezen, pimpelmeesjes gekraagde
roodstaartjes, muurroodstaartjes en boomkrui
pertjes, te lokken. Ze bouwen daarin, we weten
het bfj ervaring, heel gaarne hun nestje en zullen
uw goede zorgen zeer zeker rijkelijk beloonen,
niet alleen door hun lieflijk, opwekkend gezang
maar ook door het vernietigen van allerlei scha
delijk en lastig gedierte.
Krachtige scheuten van de verschillende vlier
soorten, van wilgen en populieren of peppels be
hoorlijk diep in liefst vochthoudende bodem ge
stoken, geraken meest prachtig aan den groei.
Geschikte plekjes voor planting zijn licht te
vinden. In den loop dezer maand kunnen eikels,
beukenootjes, tamme- en wilde kastanjes eenige
de „Florentijn", een bijzonder schoone, 139 ka- centimetel.s diep in den grond worden geIegdi
raat zware diamant, waarvan de waarde op 3
Andere
ROMANTISCHE LOTGEVALLEN VAN
KOSTBARE DIAMANTEN.
De dagbladen hebben reeds melding gemaakt
van de vondst in het diamant gebied van West-
Transvaal door twee diamantzoekers, van een
diamant van 200 karaat, die dus tot de grootste
edelsteenen der wereld behoort en een buiten
gewoon groote waarde vertegenwoordigt. Men
MAART OF LENTEMAAND.
Voorbij zijn bij de intrede van Maart de zoo
genaamde Wintermaanden, maar daarmede is,
jammer genoeg nog niet vervlogen de wintertijd,
want de lente vangt, volgens den kalender, eerst
aan den 21sten Maart en, wat het winterweer
betreft, dit houdt niet zelden aan, of komt nog
terug zelfs "in April helaas enkele malen nog in
de zoo schoone Meimaand. De weersgesteldheid
in Maart kenmerkt zich bijna zonder uitzon-
millioen Oostenr. kronen wordt geschat,
bijzondere steenen zijn de „Danau-Radjah" van
367 karaat; de beroemde „Groene Diamant van
Dresden" die Augustus de Sterke, koning van
Polen verworven heeft; de ongelukzaaiende
„Hope" waarvan de bezitters, zonder uitzonde
ring onder ongewone omstandigheden den dood
gevonden hebben; en ten slotte de 340 karaat
zware „Nizam" van den Radjah van Golconda.
Bijna alle, deze "steenen hadden avontuurlijke,
somtijds sprookjesachtige lotgevallen, die aan
rontan- en scenarieosehrijvers immer weer stof
voor hun werken leveren.
Hoe lang de diamant nog de kostbaarste steen
der wereld zal zijn? „Wie zaj. het zeggen! Zeker
is het, dat sedert 1852 immer weer opnieuw be
proefd is slijpbare diamanten synthetisch te
.produceeren en wie weet of dit te eeniger tijd
spreekt zelfs van 100.000 pond sterling. (niet zal gelukken. En dan zou het uit zijn met
Dit bericht zal ongetwijfeld in de geheele de romantieb, die'heden nog de kostbare, zorg-
v/ereld groot opzien baren, want in zeer langen vuldig bewaarde en bewaakte edelsteenen
tijd heeft men in „Diamantland" geen zulk een om'huIj-..
kostbaren steen gevonden. Jaar in jaar uit trek-
ken duizenden naar de Kaapkolonie, in de hoop
hetr geluk te hebben een diamant te vinden,
die hen in één slag tot een vermogend man
zal maken. Weken en maanden trekken zij door
het gloeiende zand, graven, onder de grootste
ontberingen en letterlijk levende als dieren, naar
de kostbare steenen, steeds hopende op „den
grooten slag", om meestal weer terug te keeren
armer dan te voren, uitgemergeld, ziek en moe.
Het spreekt vanzelf, dat de gemelde vondst van
een 200 karaat zwaren diamant, weer nieuwe
hoop bij dit soort avonturiers opwekt die waar
schijnlijk nimmer verwezenlijkt zal worden.
Steenen ter waarde van 100.000 pond st. zijn
even zeldzaam als vozen in'de woestijn. Maar
wat helpt al dat waarschuwen Alleen reeds
de schaduw eenei' mogelijkheid om millioenen te
winnen is gewoonlijk al voldoende voor men-
schen om gevaren en ontberingen op zich te
nemen. En dan bijna geen enkele dezer man
nen heeft iets te verliezen Zij hebben zoowat
allen schipbreuk geleden op de levenszeezij
hebben slechts te winnen.
Maar deze persoonlijke, voor eigen rekening
en risico gedreven diamantzoekerij, wordt toch
ook hoe langer hoe zeldzamer! Want tegen
woordig beheerschen de groote trusts en de
officieele diamantmijnen bijna het geheele
diainanthoudende gebied van West-Transvaal
en de Kaapkolonie. Nog slechts een paar onbe
duidende, ver van de wereld gelegen plekken,
zijn „vrij"; en daar is al heel weinig te bespeuren
van een goudroes". In kommervolle omstandig
heden slijten daar de diamantzoekers hun leven,
zonder water, zonder spoorwegen en zonder,
vooruitzicht ooit weer uit dat leven los te komen.
Want de mogelijkheid om op deze „claims" dia
manten te vtaden is nauwelijks grooter dan in
onze loterij den vetten prijs te winnen.
Het eerste land waar slijpbare diamanten ge
vonden werden was Indië, dat tot ver hi de
achttiende eeuw de wereld van deze kostbare
edelsteenen voorzag. Zij werden gevonden (en
thans nog wel een enkele) in de Oostelijke en
Noordelijke hellingen der Dekhan hoogvlakte.
Wereldberoemd waren ook de thans uitgeputte!
groeven van Golconda, waarin de eerste reuzen-
steenen gevonden werden. In 1782 werden in
Brazilië, in het dal der Jequetinhonca-rivier
en in Minas Geraes en ook in Baliia, voor het
eerst diamanten gevonden, eigenlijk slechts
door een toeval, want de gelukkige vinders
waren goudwasschers, die jacht op het gele
metaal maakten.
Ook in Europa zijn hier en daar diamanten
waaruit zich dan, in betrekkelijk korten tijd,
mooie boompjes ontwikkelen, die later op ge
schikte plekjes kunnen worden uitgeplant. Fram-
bozenstruiken laten zich ook in Maart nog heel
goed splitsen of verplanten en geven dan, als
een en ander met zorg geschiedt, in dit jaar nog
eenige vruchten. Heeft men zijn aardbeiplanten
tegen de winterkoude gedekt, dan dient men die
bedekking bij eenigszins gunstig weer weg te
nemen, teneinde, met het oog op mogelijk late
nachtvorsten te voorkomen, dat ze te vroegtijdig
bloeien, aangezien ook deze bloesem daartegen
niet bestand zijn. De hoogstamrozen dienen bij
gunstig weer eveneens van het winterdek te
worden ontdaan. Indien ze in de grond zijn ge
legd, late men ze, alvorens ze aan te binden,
eerst eenige dagen op .den bodem liggen, heelt
men dan tevens goede gelegenheid, om ze te
snoeien.
Bij daartoe gunstig weer en als de bodem
daarvoor geschikt wordt bevonden, moeten in
den loop van Maart zomerrogge, zomertarwe en
zomergerst worden uitgezaaid. Met uitstekend
gevolg wordt ook hierbij bij de bemesting van
de akkers van kunsmeststoffen gebruik gemaakt.
Veelal wordt dan per H.A. aangewend 500 a 800
K.G. Thomasslakkenmeel, 100 a 350 K.G. kalizout
40 pCt„ of 200 a 700 K.G. kalizout 20 pCt. en
150 a 300 K.G. van het zoo vlug en krachtig
werkende Chili-salpeter. Het Thomasslakkenmeel
en het kalizout moeten zoo spoedig mogelijk
worden ondergewerkt en van het Chilisalpeter
kan de helft van de aan te wenden hoeveelheid
bij het zaaien worden ingeëgd en de rest een
maand later bij droog weer oppervlakkig worden
uitgestrooid. Half stalmest en daarbij ongeveer
de helft van de genoemde hoeveelheden der aan-
dering door groote wispelturigheid. Mooie lente
dagen kan ze geven, maar in elk geval bezorgt gegeven kunstmeststoffen, geven ook goede uit-
ze ons ook de zoo beruchte Maartsche buien:
gure'regen-, sneeuw- en hagelvlagen.'
Dat „Lentemaand", volgens al oud en vooral
in deze streken zeer bekend gezegde, negen zo-
mersche dagen moet leveren, zal waarschijnlijk
zijn oorsprong wel vinden in het feit, dat deze
maand, na het eindigen van den wintertijd
eertijds werd .daarvoor veelal den 22sten aan
gemerktnog negen lentedagen moest geven
en lentedagen zouden toch geen winterweer,
maar zomerweer aanbrengen.
Het lengen van dagen wordt in Maart nog
komsten.
Met het poten van aardappelen waohte men
tot het laatst van de maand en dan de vroege
soorten het eerst. Wij telen met geregeld gunstig
gevolg puike, heerlijk smakende aardappelen,
door aanwending van kunstmest en strooien
dan Are uit 6 a 8 K.G. van het zoo krachtig
werkende Thomasslakkenmeel, 3 a 6 K.G. patent
kali en 2 a 4 K.G. Chili-salpeter. Ook kan half
stalmest en half kunstmest aan den bodem
worden toegediend. Dan strooie men b.v. per Are
uit 5 a 6 K.G. Thomasslakkenmeel, 2 a 3 K.G.
krachtiger. In het geheel worden ze daarin ruim i patentkali en 1 a 2 K.G. Chili-saipeter.
twee volle uren langer; te weten 's ochtends eenj De kleur en het aanzien van het winterkoren
uur en 11 minuten en 's avonds op 5 minuten kunnen zich om dezen tijd van het jaar opval -
na een uur. Zooals bekend is, zijn bij het begin lend snel ten goede wijzigen, door zoelen regen
van den lentetijd dagen en nachten nagenoeg i en verwarmenden zonneschijn. Op akkers waar
even lang, terwijl de zon dan precies in het Oosten, deze gewassen soms niet al te fleurig mochten
opkomt en in hét Westen ondergaat. Op den I staan, heeft uitstrooiing van Chili-salpeter
en warmte ,s morgens reeds boven de kim tien
minuten voor half zes en onttrekt zich dan
eerst aan ons oog 's avonds precies half zeven.
Toenemende levensopgewektheid valt in den
loop van Maart in de dierenwereld waar te
nemen. Van onze gevederde vriendjes komen
onderscheidene soorten, o.a. het bouwmeestertje
of akkermannetje, de veld- of akkerleeuwerik,
de houtduif, de reiger, de kievit, voor zoover
niet reeds aangekomen, de ooievaar en de hout
snip, weder in deze streken terug. De heelemaal
niet schuwe kuifleeuwerik blijft ook 's-winters in
deze streken vertoeven.
In het laatst van de maand komt ook al het
zwarte of muurroodstaartje terug. Patrijzen of
veldhoenders en korhoenders gaan paren. Eksters
merels of gietelingen en heggemusschen of bas
taard-nachtegalen, beginnen gewoonlijk reeds
met den nestbouw. In het laatst van de maand
hebben kieviten en wilde eenden reeds eieren
in hun nest. Spreeuwen, merels zanglijster»,
gevonden, zoo b.v. in Lapland en in de Uralsche j vinken, heggemusschen en winterkoninkjes zln-
laatsten dag der maand komt de bron van licht j zoo hebben ook wij herhaaldelijk opgemerkt
door
WALTER CLIFFORD.
Zooals Dikkie nu bij ons aan het tafeltje, het
gezellige veilige societeits-tafeltje, kwam, was hij
beslist om van te schrikken. Zijn oog zat dicht,
z'n duim was verbonden en een bloedige schram
liep over zijn rechterwang.
Dikkie toch, begonnen we, maaf hij weerde
ons af.
Eerst een Voorburg zei hij en toen de kell-
ner, bestelde hij er begeerig twee tegelijk. ,Dan
hoef ik niet telkens te vragen", motiveerde hij.
Toen Dikkie een geweldige slok genomen had
(om deze slokken was hij berucht op de soos)
vonden we het toch werkelijk tijd geworden, dat
hij de uitzonderlijke teekenen van geweld, die
zijn gelaat en zijn duim onmiskenbaar droegen,
nader toe zou lichten.
Och, hou er van opWat een misère,
wat een misèreen dan had Je die gezichten
moeten zien... die beroerde lachende gezichten-
Je zou ze
„Ik zal jullie vertellen. Ik ben vandaag in
Haarlem geweest. Goede zaken gedaan, aardige
ordertjes genoteerd. Om een uur of vijf denk ik
zoo: 't Zit er voor vandaag weer op. Ik heb mijn
best gedaan. In de beste stemming van de wereld
stap ik naar het station, tippel heen en weer op
het perron, koop een amusant tijdschrift en lach.
Ik was één al zonnigheid, had een bui om zelfs
den man, die op m'n eksteroog zou trappen, be
moedigend toe te lachen. Goed de trein komt
aan. Ik stap in een tweede klas coupé, zit er
alleen en lees in het amusante tijdschrift. Ik
was er zoo in verdiept dat ik pas op keek toen de
trein al aan 't rijden was. Ik merk dat er nog
iemand in de coupé is gekomen, 'n Lange magere
kerel, 'n Ongunstig uitziend individu heet dat in
de detective-verhalen. Maar zooals ik ie al zei:
ik was in een zonnige bui. Daarom lach ik den
kerel vriendelijk toe en ik zeg: „Goeien dag
meneer, mooi weertje vindt U niet
De man kijkt me aan, wat zeg ik, neemt me
van top tot teen op.
„Meneer," zegt hij daarna met een kraakstem,
„ik wil U zeggen, dat ik heelemaal niet gesteld
ben op de vriendlijkhden die U op mij wenscht
los te laten. Ik houd er niet van, om maar met
iedereen over het weer of wie weet wat te dis
puteeren Maar omdat U het nu eenmaal gezegd
hebt, wil ik U ook mijn meening vertellen. Ik
vind het heelemaal geen mooi weertje. Ik vind
het zelfs guur en koud."
Toen keek de kerel weer in een boek dat hij
in de hand had en was stil.
En ik, ik kon van verontwaardiging geen
woord uitbrengen. Ik poogde weer in het amu
sante weekblad te kijken, maar de moppen
smaakten me als azijn. Ik zat me te ergeren aan
dien onbeschoften kerel. Wat bezielde dien man.
Wat gaf hem het recht om zoo ongemotiveerd
uit te vallen? Terwijl ik daar zoo'n beetje over
nadenk zie ik plotseling, dat m'n medereiziger
opstaat en naar de temperatuurregelaar gaat.
Je weet wel in eiken trein heb je zoo'n ding met
„warm en koud" er op en een hefboom om het
te regelen. Het staat op koud. De ergerlijke
kerel zet het op warm.
Dat deed hij natuurlijk alleen om me te nege
ren. „Dat laat je niet op je zitten,"zeg ik bij
mezelf. De man zit nog niet, of ik sta op en be
geef me naar den regelaar. En resoluut zet ik de
hefboom op koud. Voldaan ga ik weer zitten.
„Nou jij", denk ik bi! mezelf.
De man reageert allerbrutaalst. Hij staat
zwijgend op en zet het ding weer op warm.
Dan houd ik 'tctet langer uit. Ik buig me naar
hem over en zeg nadrukkelijk: „Meneer, lk vezoek
U vriendelijk en dringend (jat ding op koud te
laten staan. Het is warm wéér meneer, dat kan
ieder normaal mensch constateeren. Het spijt me
dat U dat niet kunt."
„Meneer, U is beleedigend," kraakt de man.
„En U onbeschoft," wind ik me op,
„Meneer
„Meneer
ban ben ik mezelf niet meer meestee,
M'n vuist schiet uit op de linkerkaak van den
ellendeling'. Hij slaat terug en een poosje later
zijn we in druk gevecht. We strijden als leeu
wen. We beuken er op, terwijl de trein voort
snelt
Ik weet niet meer hoe het kwam, maar ineens
stond de trein stil en werd de portier openge
rukt.
„Maar heeren
Een conducteur grijpt me bij m'n arm. Ik wil
nog eenige charges op het leelijke gelaat van mijü
tegenstander uitvoeren, maar de hand houdt me
helaas te stevig vast. We staan op het perron.
Om ons heen twintig, dertig nieuwsgierigen. Ik
begin te vertellenhortendstcotend
hij interrumpeerteindelijk schijnt het den
conducteur duidelijk te zijn.
„Maar heeren," zegt hij akeljjk wijs, „de trein
is in 't geheel niet verwarmd! Het geeft niets of U
aan den regelaar komt
We staan paf.
De menigte om ons heen brult hartelijk. En.."
Maar Dikkie kan niet verderDe soos schudt
van ons bulderend gelach.
„Allemachtigdus jullie ook alBonjour
hcor
En in een stemming, gelijk aan die van een
beruchten dollen stier, stevent Dickie naar buiten.
Z'n gezicht met een schram en een dichtgesla
gen oog, in toorn vertrokken, vergeet ik nooit
goudwasseherijen; de aldaar gevonden steehen
2ijn zóó klein, dat een systematisch ontginnen
niet- loonend zou zijn.
De voornaamste vindplaats van werkelijk
groote en kostbare diamanten is heden Zuld-
Afrika. In Buitfontein, Dutoitspan, in het dis
trict Kimberley, enz., wordt de ontginning reeds
sedert jaren door reusachtige trutste .(waarvan
gen telkens al een lentelied. In den loop der
maand gaan ons de zoogenaamde wintervogels,
dat zijn, zooals men weet, de bonte kraaien of
hulskraaien, de sijsjes, de rietganzen en sommige
wilde eenden, vinken en lijsters weer verlaten.
Deze trekken weer naar het hooge Noorden, om
daar te nestelen.
Klkvorschen, padden, sommige kevers en vim-
in korten tijd buitengewoon goede uitwerking.
Bij het zaaien, poten en planten houde men
geregeld zooveel mogelijk rekening met de
weersgesteldheid. Het zaad van spinazie, van
snij- en kropsla, radijs, worteltjes, enz. zaaie men
uit, aanvankelijk nog bü voorkeur op beschutte
zonnige plekjes; tuinboonen, peulen, doperwten
en capucijners kunnen worden gelegd.
In het laatst van Maart kunnen de bolletjes
van gladiolus en montbretia worden uitgepoot.
Ook kunnen nog plantjes van vergset-mij-nietjes
en van viooltjes op de perken worden aange
bracht. Deze plantjes moeten, zooals men weet,
een niet te vruchtbaren bodem hebben, daar ze
anders te welig groeien en weinig bloemen geven.
Met het zaaien van bloemzaden in den kouden
grond, wachte men tot in het laatst van April,
ja, indien het voorjaar schraal en guur mocht
zijn, tot begin Mei.
Bent U tevreden met de jas, die lk U twee
weken geleden verkocht?
Mijn vier jongens hebben de jas gedragen.
Nu ziet u wel een ouverslijtbare jas. Hm,
tederen keer, dat het had geregend, moest een
van de kleinere jongens de jas aantrekken.
Uit het slaapkamertje van de tweeling hoorde
men tegelijkertijd een schaterend gelach en een
heftig gesnik.
Papa zou eens gaan kijken wat er aan de hand
was.
„Wat is er. nier te doen?" vroeg hij streng
aan de lachende tweelinghelft.
„O. niks," zei deze stralend van genoegen,
„Anna heeft alleen maar Henkie tweemaal ge
baad en mij heelemaal niet!"...
„Waarom peinst u zoo?" vroeg hij.
„Ik peins niet!" zeide zij.
„Vijf minuten lang hebt u niets gezegd",
stelde hii vast.
„Ach, ik had ook niets te zeggen!" excuseer
de zij.
„Zegt U dan heelemaal niets, als U niets te
zeggen hebt?" was zijn vraag.
„Neen
„Wilt U mijn vrouw worden?"
IS HET U BEKEND,
dat men vroeger veel papier van mos
naakte?
dat tabaksrook een beschermigsmiddel is tegen
N«ele koorts?
In „Neerlandia" orgaa
Nederiandsche Verbond
L. C. van Vlietvan Dai
volgende, dat zeker de
verdient.
DE FlCONOMISi
Deze aanhef klinkt nie
als lid van het Algeme<
bond ben ik toch eigenl
mogelijk vreemde woord
echter de uitdrukking, v
komen uw aandacht te k
is noodig.
Niet alleen de regeerii
bestuur is verplicht r
doch ook ieder mens
moeten de gelederen si
zooveel in ons vermoget
sche crisis te boven te
voor zich dat sterk wil
Wat nu te doen? Er i
n.l. door zooveel 'tmoge!
derlandsch Fabrikaat t
aerlandsche biscuits, jan:
zen, haarden, meubelen, v
nijverheid, stoffen, tapijter
zou ik nog kunnen noe
ken vindt ieder het zei!
grondstoffen uit het t
maar door Nedcrlandsch
werkt worden.
Steunt de Nederlam
daardoor de Nederlandse!
kooplieden, de winkelier
huizen met buitenlandse'
huizen in Brussel en P;
daar mooie prijscourante
dan, dat het Uw plicht
eigen land te koopen.
Toen Koning, Willem I
land aanvaardde, vond hi
crisis. Al was die eenigs:
toch op hetzelfde neer:
del en nijverheid hadden
Banken waren danig get
het goede voorbeeld, do(
te betrekken, al wat
steunen. Zijn hofhoudin
den lande zijn hem daa
brieken, o.a. de tapijtw<
Deventer, hebben daa:
danken.
Groote mannen hebben
gesteld en de handen i
toestand meester te wo
altijd groote mannen
steun gaven in moeilijke
ze nog. Om niemand oi
geen namen, ieder kent
ter den steun van lede:
mannen en vrouwen lx
king, door daden.
Koopt nu van eigen
brieken, van eigen nijver:
naars, zooveel in Uw ve
derlandsche instellingen
Nederlandsch personeel 1
zonder betrekking gaai
GEBOREN
HENDRIK WILHELS
JOSEPH,
Zoon van
JOS. M. K. GÖBEL
en
A. H. J. M. GÖBEL-
HOEFSLO;
Over een,
Zone <g 1 Maart 1931.
ze
T-SLAAPKAMER
liefst op 't Z. met pens
omgéving Bloemendaal
Rujne van Brederode.
No. 250 Boekh. BLADI
GROEN, Bloemendaal.
TENNISCLUB.
4 Dames vragen
eenige uitsl. geoef. dai
voor Maandag- of Vrijd
ochtend. Baan Bloeme
weg. Br. lett H. Dru
TIMMER, Bloemendaal,
EXTRA
AANBIEDIN<
EERSTE
KWALITEIT
BADDOEKEI
Lange Veers traat
Groote Houtstraat