beste Fa. i. I. Ka si J. A. H Banke Kokerij J.J. iv.d.Li Hoe het Duitsche volk zijn geld verdient Hoe mieren zich verstaanbaar maken. Kastrand* Hun voedselvoorziening ss goed georganiseerd. Opger H. C. V/ Het Bloemendaalsch Weekblad, üe gevolgen der inflatie. VAN OVERAL. De bloemenmarkt in Ventimiglia. Het grootste schip ter wereld in aanbouw. Sneeuwstormen aan De Zuidpool! Vliegw Nog altijd worden gemaakt van zuivt wicht verkocht GIERI Ook hebben wij in de bekende [GERARDIN VE Specialiter OSTAD Telefooni aan ro ZANDVGOü HEEMSTEDE. Te Postreken SPECIAAL AC voor de I De huidige impasse, waarin het Duitsche volst is geraakt, noodzaakt de menschen om beroe pen uit te denken, die in normale tijden onder geen enkele omstandigheid levenskracht zou den hebben. Het is reeds algemeen bekend, hoe de intellectueel en de arbeider op materieele basis zijn verbroederd, hoe het Berlijnsche volk zich dagelijks wanhopig kronkelt in den greep der economische depressie, doch minder of lie ver gezegd onbekend zijn de antecedenten, die voor de nieuwe wijzen van broodwinning zijn aangegrepen. Ik zal u hiervan het een en ander vertellen en ter wille van de duidelijkheid enkele dialogen invoeren, die geen nadere verklaring behoeven. De wisselfabriek: „Hallo, Frans, kun jij mij tot het einde van deze maand vijfhonderd Mark leenen?" „Onmogelijk kerel. Mijn bezit bedraagt op zijn hoogst vijf en vijftig pfennig-, waarvan ik nog verschillende schulden moet betalen. Maar luister eens, misschien kan ik je toch wel hel pen. Je bent toch zakenman en je hebt goede bankrelaties?" „Dat is van geenerlei waarde, daar je zonder behoorlijke borgstelling toch geen crediet wordt verleend." „Luister, ik weet een firma „Maar die is dan toch niet meer bedrijfs- krachtig." „Luister nu, je praat onzin. Ik ken een firma, die nog zaken doet en die je waarschijnlijk zal kunnen helpen Twijfelend begeeft men zich op weg naar het opgegeven adres. Een klein bureau, discreet in een achterhuis opgeslagen. Personeel: de direc teur en een stenotypiste. De aard van het be drijf: de fabricatie van in doorsnee 250 wissels daags Ieder zakenman, die over goede bankrelaties beschikt, kan een wissel trekken, die door derde wordt gedisconteerd, wanneer hij den wisse! met zijn eigen naam van waarde maakt, het geen dus in waarheid beteekent, dat de bank de wissel koopt of hem als waarborg in ontvangst neemt voor een crediet. De directeur van deze eigenaardige zaak heeft de groote geldnood uitgebuit en een wisselfabriekopgericht. Dat beteekent: Hij weet door bemiddeling van di verse stroopoppen wissels in hahden te krijgen en geeft deze tegen een geringe vergoeding aan de bank door. De zakenlieden laten nu den wis sel, die behalve den naam van den strooman, hun eigen onderteekening draagt, bij de bank verdisconteeren en krijgen op deze manier hun geld, zonder te moeten riskeeren, dat in geval van niet-betaling een andere de dupe wordt. De strooman van de wisselfabriek laat de wissel, ingeval de klant haar niet tijdig inlost, kalm vervallen en in protest gaan, hij heeft sowieso niets te verliezen, want de paar Mark, die hij voor zijn onderschrift heeft verdiend, zijn reeds lang geïnd. De directeur van het wissel bureau gaat geheel vrijuit, daar zijn naam niet op den wissel voorkomt; hij heeft met' de „ge leverde waren" niets uit te staan. Deze moraal-ondermijnende ondernemingen worden niet eens in het duister geëxploiteerd, in het adresboek bevinden zich de namen van firma's en zakenmenschen, die zich als „borg- firma's" aankondigen, doch die in werkelijkheid slechts de schakel vormen tusschen het bedrog en de in het nauw gedreven zakenmenschen De Imucjijksredder. Het volgende voorbeeld, waarvan ik u wil vertellen, is meer humoristisch, al is dan de humor ook aan den tragi-komischen kamt. Een dezer dagen ontmoette ik een ouden ken nis, Egon genaamd. Hij zag er patent uit en, zooals onder vrienden gebruikelijk is, stelde ik hem de vraag: „En Egon,, wat doe jij tegenwoordig voor den kost?" Glimlachend antwoordde mijn oude kennis: „Ik ben van mijn beroep huwelijksredder, zeer winstgevend Ik vroeg hem verbaasd, wat dat beteekende en hij verklaarde: „Ik ben in dienst bij veertien directeuren van beteekenis, die niet over voldoenden tijd be schikken om zich met hun vrouwen te bemoeien. De vrouwen in de groote stad hebben allen ro mantische neigingen en het gebrek aan tyd der echtgenooten kan voor het huwelijksleven scha delijke gevolgen hebben. Om dergelijke gevaren af te wenden, word ik door verschillende par ticulieren als bliksemafleider geëngageerd. Ik word als huisvriend geïntroduceerd en moet de romantisch aangelegde huisgenoote zoolang aangenaam bezighouden, totdat de lust voor ro mantiek bekoeld is. Natuurlijk moet een derge lijk flirtgeval onschuldig zijn en de vrouw mag niet weten, dat ik door den echtgenoot word betaald en dat ik op die manier nog twaalf an- Edere vrouwen moet beminnen „En, vroeg ik, hoe bevind je je in je nieuwe beroep?" „Ach, wat zal ik zeggen, kerel, het zijn slechte tijden, maar je moet je er doorheen slaan, nietwaar?" De „wisselfabriek". Het „reclame-instituut De reclamefirma. Mjjn derde voorbeeld is het bewijs er voor, hoeveel moeite het kost om in Berlijn een nieuw artikel te lanceeren. De ingewijde kan nu als volgt te werk gaan. Wanneer hij een nieuw artikel heeft, dat ge plaatst moet worden, begeeft hij zich naar een bekend reclame-adres, engageert daar 50 agen ten, werkloozen, die 30 cent per uur ontvangen. Voor dat loon moetéii zij een dag, nadat het ar tikel is gelanceerd, alle drogisterijen en parfu meriezaken binnengaan en b.v. een nieuwe soort zeep vragen. De winkelier kijkt verbaasd, maar zal in negen van de tien gevallen het nieuwe artikel, waarvan hij inmiddels reeds een prijsopgave heeft ontvangen, bestellen De reclamefirma wisselt iedere 14 dagen van personeel, opdat de gezichten niet bekend zul len worden. De zaak bloeit en een dozijn firma's van deze soort zoeken daarin hun bestaan. De zorgenafleider. Ik schreef hierboven reeds over het beroep van den' huwelijksredder, als laatste voorbeeld wil ik nog een greep doen uit de beroepen der bliksemafleiders, ik heb thans het oog op den zorgenafleider. Tegen een matig honorarium stelt een man zich beschikbaar om een akelig karweitje, waar men tegen opziet, op te knappen, hij wordt dus om zoo te zeggen de zaakwaarnemer voor allé voorkomende zaakjes, waarmee men zich om der wille der reputatie, niet in kan laten Dit viertal voorbeelden is nog met ettelijke en meer oneerbare aan te vullen, doch zjj zijn voldoende om ons een denkbeeld te geven van den huidigen toestand, waarin het Duitsche volk verkeert. En het spreekwoord is niet te vergeefs, dat een kat in het nauw, rare spron gen kan maken (Nadruk verboden). Copyright 1931 Unipress Over het vermogen der insecten om elkaar mededeelingen te. doen zijn in de laatste jaren diepgaande onderzoekingen gedaan. Een bij zonder interessant hoofdstuk daarvan, is wel de spraak der mieren, die natuurlijk niet met hét menschelijke geluid vergeleken kan wor den, daar den insecten de hoogere geestelijke eigenschappen ontbreken, die voor 't tot stand komen van een dergeiijke sprank noodzakelijk zijn. Het gaat hier meer om de instinctieve teekeaspraak, die hoofdzakekijk terugslaat op de ingeboren neiging, eigen gevoelstoestanden, en bewegings-impulsen op andere individuen van de sociale gemeenschap over te dragen. Een uitgebreide studie over de mierentaai heeft Eidmann gemaakt, waarvan de resultaten hier thans mogen volgen. In zijn onderzoek beperkte hij zich tot het nagaan hoe de mieren aan elkaar kennis gaven van een nieuw-ontdekte voedingsbron. Wordt een stuk voedsêl in den vorm van een dood insect in de nabijheid van een mierenhooj legd, dan zal vrij spoedig een der rondlooj mieren den buit vinden. Eerst betast hij vondst en tracht hem weg te slepen. Gelukt haar deze sleperfl, dan keert zij na korten of langen tjjd met den buit naar het nest terug, waarbij zij nog onderweg door andere mieren, welke zij op haar weg tegenkomt, wordt ge holpen. Is echter het voedsel zoo zwaar en zoo groot uitgekozen, dat de vindmier het niet alleen weg kan dragen, dan zal zij eerst ech ter nog geruimen tijd trachten tevergeefs de buit alleen verder te slsepen. Heeft zjj ein delijk echter de onmogelijkheid ir'gezien, dan keert zij zoo snel mogelijk naar huis terug en vertelt de andere mieren van haar vondst. Eidmann kenmerkte de vindmier door een verfplekje, om haar houding in het gewoel van de andere mieren niet uit het oog te verliezen en nauwkeurig te kunnen nagaan, wat zij uit voerden. Zij loopt in het nest onrustig en op gewonden rond en kruist met de andere mieren de voelsprieten. De aldus gewaarsehuwden be geven zich direct naar den uitgang en volgen de vindster op den voet, vaak zelfs in recht streeks voelspriet-contact. Vaak kan men een geheele stoet van twee tot, drie mieren volgen, welke aan de vindster hangen en alle krom mingen van den weg nauwkeurig meemaken. Het komt dikwijls voor, dat het eerste alarm niet voldoende is cn de vindster keert nog maals naar het nest terug en haalt nieuwe troepen. Steeds geschiedt het alarm met de voelsprieten en wel alleen in de hoogste nest gedeelten, waar zich een groot aantal ar beiders ophouden en blijkbaar op de bericht geving door een succesvolle zwerfmler wach ten om dadelijk aan het werk te kunnen gaan. Verbazingwekkend is het succes van een der gelijk alarm.Men kan dikwijls mieren in don kere scharen juist uit de nestopening zien uit puilen. Door de leidster geleid, zijn zij spoed. bij den buit en trachten dazen te bemachtigen. Ais de voedselvondst zoo groot is, dat deze ook door vele hulpkrachten niet kan worden voortbewogen, dan wordt een complete mieren straat tusschen nest en vindplaats gevormd. Interessant is ook het volgends. Treft een mier, die een vondst heeft gedaan onderweg toevallig een andere mier, dan deelt zij de waardevolle ontdekking door klappen van haar voelsprieten dadelijk mede en overreed haar mee te gaan. Is het geval dat de buit zoodanig is dat de vindster dezen alleen in herhaalde tochten naar het nest kan slepen, dan waarschuwt zij geen andere kameraden, maar keert zoo lang terug tot het gevonden voorwerp geheel is overge bracht. In den regel worden de stukjes vosr reeds dadelijk aan den ingang aan een andere mier afgegeven, die ze dan naar het binnenste van het nest brengt. Onvermoeibaar is de vlijt en het geduld van de vindmieren. Als zij niet den indruk heeft, dat de buit voor haar alleen te groot is, keert zij steeds weer terug en haait een nieuw stukje. Zij keert zelfs dan nog naar de vindplaats terug als zij reeds het laatste stukje heeft weggedragen, want zij kan niet beoordeelen of de plaats ook werkelijk leeg is en zoekt de naaste omgeving zoolang af, tot zjj er absoluut zeker en van overtuigd is, dat er niets meer te halen is. In deze gewetensvolle zorgvuldigheid laat zij zich niet storen, zelfs wann-aer men op haar weg van het nest naar de voedingsbron nieuw voed sel legt. Wanneer men de mier op den terugweg van het nest naar de voedselvindplaats haar lieve- lingsspijs, een druppeltje honing aanbiedt, dan betast zjj wel den honing, lekt er wel eventjes aan, doch wordt dan steeds onrustig, verlaat de aanlokkelijke verzoeking en keert vol plichtsbesef rechtstreeks naar den vindplaats terug. Zoodra zij echter het laatste stukje van den buit in het nest heeft afgeleverd, snelt zij naar den honing en vergunt zich te genieten van deze kostelijke lekkernij. (Nadruk verboden.) Een dagelijks weerkerend bloe- mensprookje. De bloemenmarkt in Ventimiglia in Italië is de bezienswaardigheid van de streek. Daar- iheen rijden de luxe autobussen het elegantste publiek van Nice, Menton en San Remo. Een énkel uur lang, slechts, van vijf tot zes uur wordt door de overheid deze markt toegestaan, komt het oeroude grensstadje tot zijn volle ontplooiing. Wereldbekend en gevreesd overi gens als een der vervelendste en troostelooste douane-stationnetjes ter wereld. Als de rei zigers het naderen, zuchten zij en spreken elkaar moed toe en geduld, bergen geduld. Doch een ieder moet vaststellen dat Ven timiglia werkelijk bezienswaardig is met ae ruïnes van zijn vroegere cyclopenvesting op den heuvel een prachtig met palmen beplante plein en zijn goed onderhouden strand-prome- nads. Landwaarts links van de Legante Corso Principe Amadeo ligt de marktplaats. Op deze eenige markt worden koolstronken, noch worsten, noch eieren verkocht, het ge heele wijde vierkant naast de zuilenhal en tot aan de nieuwe kazerne der Carbinieri behoort aan de bloemen. Een enkel middaguur lang en eiken dag weer.' Want deze markt is bijna geheel alleen engros-markt, de koopers staan reeds met auto's en vrachtwagens gereed, de waren zijn teer en verdragen geen wachten. Bossen anjers, duizenden in getal, witte, rose, roodachtig violette, dieproode, uit purper fluweel en vuurvlammen, van helgeel tot aan het milde afstervend avondrood. Steeds hon derd samengebundeld. Men verlangt 25 tot 40 lire voor langstengelige reuzenbossen. Deze anjers worden door Bordighera en alle dorpen in de omgeving gekweekt, tot ver in de hergen glooien de narcissen-tuinen door tou wen in rechte lijnen afgedeeld en tegen deze touwen rusten des nachts of bij groote koude de beschutting brengende matten met de be kende gevlochten korven een huisindustrie uit de omgeving. Rozenknoppen zijn tót dezelfde bijna cirkelronde boeketten samengebonden. Tastend en onzeker steken de nog niet vol groeide knoppen uit de schede en verspreiden geenerlei geur evenals de meeste anjers. Des te sterker en bedwelmender geuren dan de mi mosas, de hslgeele knopvormige bloempjes, die trosgewijze slingeren aan den stengel. Er be staan honderd vijf en twintig soorten, gansche heuvelhellingen zijn overdekt met den gouden glans en zij ademen een bedwelmende geur ait. Daarnaast worden groote bossen asperge groen aangeboden, noodzakelijk Om boeketten samen te stellen, donkere en zeei helle, bijna waterblauwe viooltjes, de bonte riviera-anemo- nen, hyacinthen, paaschlelies, narcissen, koren bloemen, wagens vol margrieten, ook zjj zjjn op groote uitgestrekte velden te vinden. Tal loos zijn nog de andere soorten bloemen, in teklemmenden overvloed aanwezig, groote stapeis, waarheen men kijkt en een lichte wee moed komt over ons al3 wij aan het vergan kelijke bloemenleven denken, weemoed, doch ook een licht verwijt. Moeten zoo vele sterven voor een oogenblik van genot? Misschien zelfs niet eens gezien of ipgemerkt. Arme, lieflijke, vriendelijke bloemen wa ren zijn jullie geworden, waren als het andere. Schoonheid of geest of liefde? Massa! Ont zield! Te vroeg gebroken en te ver verzonden. Exportartikel. Ja, waar gaan zij naar toe? Naar Frankrijk, naar Nice, naar Parijs, naar E geland over Perijs. In de groote Zwitser- sche hotels van St. Morltz en Arosa. Het meeste gaat n r Zwitserland. De Amerikaan- schen uit de a-io's en cars kregen en stellen bont-s t iokett i samen. De verkoopster, te het wart gekleed, alle vrouwen dragen hier zwarte kleeren en zwarte hoofddoeken bindt snel en voor „vreemdelingen-prijzen" een paar boeketten. Zij zijn hier zeer arm aan deze zijde van de grens, veel armer dan ln Frankrijk en moeten van de moeilijke en onzekere bloe menteelt leven. Alleen bloemen, geen wijn en geen koren levert hen de bodem. Luxe d'ngen voor luxe menschen. Maar hier heef' de 70de, maar toch vaak zoo strenge moeder natuur met kwistige is Aid gt ad, pur per en juichend violet over de heuvelen ge zaaid, omkoepeld door een steeds wolkeloozer blauwen hemel. Maar als men door de schpon- heid wordt overstelpt, dan ziet men er nie's meer van Bloemenmarkt in Ventimiglia. Koopt Signo- ra, mooie dame, koopt Bloemen zullen u eig schooner maken. „Ruikt aan mijn bloemen, hoe heerlijk hun geur is. Viooltjes, Signora, rozen! Deze gouden twijg met mimosa. Zooveel goud als op een enkele mimosa is in alle schatka mers der wereld niet te vinden. Narcissen, nar cissen (Nadruk verboden.) Het moet alle records breken. Het snelheidsrecord voor het oversteken van den Atlantischen Oceaan heeft van 1907 af ge staan op naam van de „Mauretania" (Cunard Line), totdat het in 1928 overging op het nieu we Duitsche reuzenschip de „Bremen" (Nord- deutsche Lloyd). Dat liet de Cunard Line niet zonder meer passeeren en deze maatschappij liet dan ook dadelijk ontwerpen maken voor een nieuwen, grooten oceaanstoomer, die het re cord van de „Bremen" zou verbeteren. Dat schip wordt nu al gebouwd; het zal niet alleen sneller zijn dan de „Bremen", doch tevens dan de „Europa", dat op het oogenblik het snelste schip van de Norddeutsche Lloyd is. Het werk is toevertrouwd aan de beroemde John Brown- werf aan de Clyde dicht bij Glasgow. Over de bijzonderheden en den tegenwoordigen stand der werkzaamheden wordt een geheimzinnig stilzwijgen bewaard; er werken echter 3000 werklieden aan en dan is een geheim nooit ge heel te bewaren. Men was echter wel genegen, ons eenige bij zonderheden over het in aanbouw zijnde schip mede te deeleu. Het zal het grootste schip zijn, dat er bestaat of ooit heeft bestaan. Men hoopt het in Mei of Juni 1932 van stapel te kunnen laten loopen. Het moet een waterverplaatsing van 70.000 ton hebben en een lengte van 310 M., zoodat het alle bestaande records verre over treft. De „Leviathan" van de United States Lines heeft tot nu toe de grootste bruto ton- nenmaat (50.956) en de „Majestic" van de White Star Line de grootste lengte (279 M.). Deze beide schepen zijn in Duitschland ge bouwd, evenals de „Bremen" en de „Europa", die het record van haar zusterschip brak in Maart 1930 door van Cheroourg naar New-York te varen met een gemiddelde snelheid van 27.99 knoopen per uur. De snelheid van het nieuwe Engelsche schip zal 30 knoopen moeten bedra gen. Na het van stapel loopen wordt het schip verder afgebouwd en men hoopt, dat bet in September 1933 in een droogdok zal kunnen komen, dat speciaal voor dit schip te Southampton zal worden gebouwd. Daarna zal het zijn eerste reis doen, die naar men hoopt reeds dadelijk het record op naam van de Cunard Line zal terugbrengen. Van binnen zal het buitengewoon weelderig worden ingericht en accomodatie bieden voor ongeveer 4000 pas sagiers en 800 leden der bemanning. Het voor dit schip ontworpen droogdok zal 366 M. lang, 41 M. breed en 14 M, diep worden. Met deze af metingen is het het grootste droogdok ter we reld, hoewel dat van Le Havre dieper is, n.l. 16 Meter. Het bouwen van zoo'n reusachtig schip brengt groote moeilijkheden met zich mee op technisch gebied en daarom is men er ook zoo geheimzinnig mee. Het kan immers uitloopen op een groote mislukking en geldverspilling. Behalve het bouwen van het schip naar wij hooren een turbineschip heeft men o.a. de moeilijkheid van het te water laten. Wat dat betreft, heeft men niet de minste ervaring met zulke groote schepen; het grootste schip, dat op een Engelsche werf gebouwd is, de „Aqui- tania", meet 45000 ton. Bovendien is de Clyde te smal en onderhevig aan getijden, terwijl men nu een schip te water moet laten, dat 30 M. langer is dan de „Aquitama" en een eenigszins anderen vorm heeft. Men is al begonnen met een gedeelte van den tegenoverliggenden oever van de Clyde weg' te graven, terwijl ook het ge deelte van de Clyde tusschen de werf en de zee zal moeten worden uitgediept. Dit kost alleen al een millioen gulden, terwijl het schip zelf ruim 60 millioen gulden kost. Alieen voor de risico van het bouwen heeft men niet eens een verzekering kunnen afsluiten, zoodat het bedrag over verschillende verzeke ringsmaatschappijen moest worden verdeeld en dat nog onder pressie der regeering. De Lon- dcnsche firma's zijn huiverig als zij denken aan het verlies van 11 millioen gulden bij het uitbranden van de „Bremen", toen dat schip in aanbouw was. De „Bremen" was n.l. ook groo- tendeels in Londen verzekerd. Karpetten, lino leum, houtwerk en kurk vormen een ernstig brandgevaar bij een schip in aanbouw en in de laatste maanden van het afwerken is dit gevaar inderdaad buitengewoon groot. Het wordt door de assuradeurs met nog meer vrees beschouwd dan het van stapel loopen van het schip. In ge val van een ongeluk zal de regeering dan ook wel een deel van het verlies moeten dragen; de wet, die haar daartoe machtigde, heeft aan het bouwplan meer bekendheid gegeven, dan men wenschelijk achtte. (Nadruk verboden). son heeft op zijn expeditie van 19111914 mee gemaakt, dat na enkele dagen het hout er reeds uitzag als een ets. IJspilaren werden zoo spoe dig reeds geheel doorgesneden, touwen vielen in vezels uiteen en roestig metaal werd gepo lijst. Dit werd o.a. beproefd met een paar oude hondenkettingen. Geverfde houten kisten wer den door de mannen opzettelijk aan den wind blootgesteld, omdat zij het „etswerk" zoo mooi voDden. Omdat de verf eerst moest worden weggesleten, duurde het grapje veertien dagen. De insnijdingen waren dan tot 3 m.M. diep. Groeven in het harde (js. Het sneeuwdek wordt door zoo'n storm eerst verhard en daarna worden er groeven in gesne den, die bekend zijn onder den naam sastrugi. Zelfs het harde blauwe (js krijgt groeven en putten door de sneeuwstormen. De wind maakt soms de névé korrelsneeuw aan het uiteinde der gletschers) en het ijs heel glad. Daar zijn zij geheel glad gepolijst en afgerond, hoewel er van dichtbij gezien talrijke groeven in voorko men terwijl de hevige vorst er meermalen spleten in doet ontstaan en stukken af doet springen. De Noordzijde is veel ruwer en on regelmatiger gevormd. Waar in de rotsen ver schillende steensoorten elkaar afwisselen, ziet men de lagen duidelijk afgeteekend, doordat de zachtere soorten meer worden uitgesleten. (Nadruk verboden). Wat de sneeuwstorm vermag. Ervaringen van Sir Douglas Mawson. Sir Douglas Mawson heeft eens een hut te ruggevonden, die hij met zijn expeditie twintig jaar tevoren had gebouwd. Voor zoover het hout aan de buitenlucht was blootgesteld, bleek het zwaar te hebben geleden. Dit was een ge volg van de sneeuw sformen, die in die streken een zeer groote verwoestende kracht hebben door de grootere snelheden van den wind. Aan de Zuidpool is een windsnelheid van 125 K.M. per uur niets or gewoons. De fijne sneeuwdeel- tjes worden met die groote snelheid tegen het hout gedreven, waardoor de planken in verloop vat) twintig jaar meer dan een centimeter dun ner waren geworden, hoewel er uitstekend hout voor was gebruikt. Iets merkwaardigs is ook, dat de zachtere vezels in relief op de plank staan. De verwoesting van den sneeuwstorm. Men behoeft echter geen twintig jaar te wachten om de verwoestende werking der sneeuwstormen te ondervinden, Dezelfde Jtav- WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT. (In moes- en bloemtuin, keuken en kelder). 2e helft April. (Nadruk verboden). In den moestuin: We zaaien en planten er lustig op los, b.v. deze week de bieten of kroten. U kunt hiervoor b.v. nemen „bleek- blad", welke wij dikwijls zaaiden. Ze wordt wat grooter dan de „echte zwarte" en ze is ook niet zoo kieskeurig op de standplaats, want de „zwarte" moet beter bemesten grond hebben dan de „bleekblad". Het zaad is grof en we kun nen dat ook zeer goed in hoopjes van drie bij elkaar uitzaaien. De hoopjes komen dan in verband op een afstand van 20 a 25 c.M. Later, als ze opkomen, worr'-i er twee weggenomen. Het geschiedt dus veiligheidshalve met htt oog op slakken, j mochten oppeuzelen. Prei wordt ook, evenals de kroten, het best op rijen geteeld, hetzij dat men ze direct zoo zaait, of dat men ze eerst uitzaait op een an der hoekje, om ze later uit te planten. We zet ten ze dan wat dieper om het gebleekte ge deelte zoo lang mogelijk te krijgen. Hebt u wei nig grond en moet u dus zuinig zijn met uw land, zaai ze dan door de uien. Deze, de uien, worden gewoon met de vrije hand gezaaid en c'aartusschen de prei. Eerst groeien uien 't hardst. In 't laatst van Juli echter beginnen ze af te sterven, en dan heeft de prei nog tijd ge noeg. Men heeft van beide verschillende soor ten. Wij kunnen aanbevelen, van uien: de platte stroogele, die gedurende den winter zich goed houden, en van prei: de dikke Brabant- sche winterprei, die zelfs felle vorst weerstaat, wat van de stroogele nu evenwel niet gezegd kan worden. Men weet, dat de prei uitsluitend een wintergroente is. -- Postelein kan men nu zaaien, als men wil, maar ze houdt beslist van warmte, en daarom, indien men nu reeds buiten den bak zaait, dan moet het zijn op een klein hoekje vóór de schutting, om het dan eerst later op den kouden grond te herhalen. Poste lein is fijn zaad en in den regel niet goedkoop; dit voorjaar betaalt men 60 cent en meer per ons. Om het daarom zoo zuinig en droog mo gelijk te bewaren, kunnen we 't in een gewone bierflesch doen, die goed gesloten kan worden, omdat posteieinzaad gemakkelijk ontkiemt. Om die reden is 't ook niet noodig, ja zelfs ver keerd, om het zaad er diep onder te' harken. Wij drukken het alleen maar even goed aan met de hark, daarna flink nat gieten, opdat we niet behoeven te gieten vóór ze er goed op staat. Daarom dekken we dan ook 't raam bij zonnig weer (als dus in den bak is gezaaid), anders wordt de grond zoo korstig en hard, om zoodra de plantjes opkomen, het schermmiddel weg te nemen. Wij gebruiken sedert jaren de gewone groene soort, welke ook ingemaakt heerlijk van smaak is. De groene is sterker dan de gele, deze heeft ook een fjjner smaak, maar gaat bij regenachtig weer licht rotten. Ook ae schorseneeren kunnen er in, liefst ook al weer op rijen. Dit mag er echter wel wat dieper onder dan ander zaad, want de vogels zijn er erg op gesteld, zoodat het bijna altijd noodig is om het bezaaide bed te beveiligen, 't zij door garen of door vlechtdraad. Zaait ge niet op rijen, dan kan er mooi een enkel slazaadje door. Dit is een ouderwetsche manier, maar deze tusschenteelt kan best, als tenminste het aantal slaplanten maar niet te groot wordt. In den bloementuin: Het mooie weer overdag kan ons aan 't voorjaar doen denken, maar wees bedacht op mogelijke nachtvorsten. Wij moeten nog op onze hoede zijn met het aan de buitenlucht blootstellen van kasplanten. Uit de Oranjerie kan reeds veel naar buiten," dat later voor versiering van gazon of wandelpad moet dienen. De Oranjerie-planten worden veelal vrij stiefmoederlijk behandeld. In den zomer willen we gaarne, dat ze er mooi ge vormd en frisch uitzien, maar 's winters worden ze veelal te dicht op elkaar in een donkere Oranjerie gestopt. Ook Oranjerie-planten heb ben liefst zooveel mogelijk licht, en wie er een mooie collectie van heeft, zal zich het bouwen van een flinke koude kas er voor, niet beklagen. We houden ze daardoor 's winters aan den groei en hebben gelegenheid ze in 't vroege voorjaar in te snijden. Dit kan ook in Mei en Juni buiten geschieden, hetgeen echter het na deel heeft, dat de planten er een tijdlang on ooglijk uitzien. Ook aan op tijd verpotten of verkuipen dient bij deze planten gedacht te worden. Als het weer gunstig is en blijft, kunnen we een begin maken met het zaaien van éénjarige zomerbloemen, waarvoor we de plaatsen hebben gereed gemaakt. Behalve de eenjarige gewassen, kunnen we ook 2-jarige, als: Stokrozen, Duizandschoonen, Oenothera Lamaschianu en dergelijke, zaaien. Aangezien deze het eerste jaar laag blijven en geen bloe men geven, doen we het beste daarvoor be paalde kweekbedden te maken, of als hiervoor geen plaats is, hier en daar een plaatsje te zoe ken tusschen andere planten, er zorg voor dra gende, dat onze zaailingen voldoende ruimte hebben om zich te ontwikkelen en vooral vol doende licht en zon. Wanneer dit nog niet ge schied is, kunnen we nog onze stamrozen flink bemesten. Wij maken hiertoe tusschen de plan ten in gaten, en vullen die liefst met stijve luemest. Narcissen, Tulpen en Hyacinten staan nu volop in bloei. Door de uitgebloeide bloemen weg te nemen, kunnen we er voor zorgen, dat de bedden en groepen zoo lang mogelijk frisch blijven. ONZE VOORTVAREN OP RUIMEN SCHA.4 CIRCULAIRE AA! VEREENIGIN GSBESTU Bezoekt de Amsterds „Schip Kiest het als plaats w uitstapje zult maken m Club. Kiest het als doel va: Neemt, voor schoolbez verblijf te Schiphol zoo de ervaring geleerd heel ren gaarne een langerei verblijven, waar zij in kunnen genieten op een kunnen zien hoe de verk naar de groote centra in vertrekken. Rondleidingen onder d ben plaats te 11, 12, 13, Hierbij worden vliegtui; tigd en wordt eene uitei trent verschillende hela; gen, als nachtlanding: dienst, enz. Een bewijs van toegan bliek bestemde terrein k< op deelname aan eene (voor schoolkinderen on grip van rondleiding f 0. In het Restaurai - en c te Schiphol bestaat uil om het „12-uurtje" of iet Voor scholen geldt een Voor de gelegenheidsr eeniging of Club is het voortreffelijke keuken, bi Restaurant Schiphol: 25 Schiphol is van Amstc te hereiken met de boe ding" en van Holthuizen kei tusschen Zeil- en V per autobusdienst van trekt van de Nassaukade ae volle uren. Beleefd aanbevele TEI [Timmerman, WerkplaatsBLO Kleine Houtstr-j HAARLEM - Tel> PRIMA EMAILLE hei nihkelen\ oennee

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 6