beste
Fa. i. I.
Ka si
J. A. H
Banke
Kokerij
J.J. iv.d.Li
Hoe het Duitsche volk zijn geld
verdient
Hoe mieren zich verstaanbaar
maken.
Kastrand*
Hun voedselvoorziening ss goed georganiseerd.
Opger
H. C. V/
Het Bloemendaalsch Weekblad,
üe gevolgen der inflatie.
VAN OVERAL.
De bloemenmarkt in
Ventimiglia.
Het grootste schip ter
wereld in aanbouw.
Sneeuwstormen aan
De Zuidpool!
Vliegw
Nog altijd worden
gemaakt van zuivt
wicht verkocht
GIERI
Ook hebben wij in
de bekende
[GERARDIN
VE
Specialiter
OSTAD
Telefooni
aan ro
ZANDVGOü
HEEMSTEDE.
Te
Postreken
SPECIAAL AC
voor de
I
De huidige impasse, waarin het Duitsche volst
is geraakt, noodzaakt de menschen om beroe
pen uit te denken, die in normale tijden onder
geen enkele omstandigheid levenskracht zou
den hebben. Het is reeds algemeen bekend, hoe
de intellectueel en de arbeider op materieele
basis zijn verbroederd, hoe het Berlijnsche volk
zich dagelijks wanhopig kronkelt in den greep
der economische depressie, doch minder of lie
ver gezegd onbekend zijn de antecedenten, die
voor de nieuwe wijzen van broodwinning zijn
aangegrepen. Ik zal u hiervan het een en ander
vertellen en ter wille van de duidelijkheid enkele
dialogen invoeren, die geen nadere verklaring
behoeven.
De wisselfabriek: „Hallo, Frans, kun jij mij
tot het einde van deze maand vijfhonderd Mark
leenen?"
„Onmogelijk kerel. Mijn bezit bedraagt op
zijn hoogst vijf en vijftig pfennig-, waarvan ik
nog verschillende schulden moet betalen. Maar
luister eens, misschien kan ik je toch wel hel
pen. Je bent toch zakenman en je hebt goede
bankrelaties?"
„Dat is van geenerlei waarde, daar je zonder
behoorlijke borgstelling toch geen crediet wordt
verleend."
„Luister, ik weet een firma
„Maar die is dan toch niet meer bedrijfs-
krachtig."
„Luister nu, je praat onzin. Ik ken een firma,
die nog zaken doet en die je waarschijnlijk zal
kunnen helpen
Twijfelend begeeft men zich op weg naar het
opgegeven adres. Een klein bureau, discreet in
een achterhuis opgeslagen. Personeel: de direc
teur en een stenotypiste. De aard van het be
drijf: de fabricatie van in doorsnee 250 wissels
daags
Ieder zakenman, die over goede bankrelaties
beschikt, kan een wissel trekken, die door derde
wordt gedisconteerd, wanneer hij den wisse!
met zijn eigen naam van waarde maakt, het
geen dus in waarheid beteekent, dat de bank de
wissel koopt of hem als waarborg in ontvangst
neemt voor een crediet. De directeur van deze
eigenaardige zaak heeft de groote geldnood
uitgebuit en een wisselfabriekopgericht. Dat
beteekent: Hij weet door bemiddeling van di
verse stroopoppen wissels in hahden te krijgen
en geeft deze tegen een geringe vergoeding aan
de bank door. De zakenlieden laten nu den wis
sel, die behalve den naam van den strooman,
hun eigen onderteekening draagt, bij de bank
verdisconteeren en krijgen op deze manier hun
geld, zonder te moeten riskeeren, dat in geval
van niet-betaling een andere de dupe wordt.
De strooman van de wisselfabriek laat de
wissel, ingeval de klant haar niet tijdig inlost,
kalm vervallen en in protest gaan, hij heeft
sowieso niets te verliezen, want de paar Mark,
die hij voor zijn onderschrift heeft verdiend, zijn
reeds lang geïnd. De directeur van het wissel
bureau gaat geheel vrijuit, daar zijn naam niet
op den wissel voorkomt; hij heeft met' de „ge
leverde waren" niets uit te staan.
Deze moraal-ondermijnende ondernemingen
worden niet eens in het duister geëxploiteerd,
in het adresboek bevinden zich de namen van
firma's en zakenmenschen, die zich als „borg-
firma's" aankondigen, doch die in werkelijkheid
slechts de schakel vormen tusschen het bedrog
en de in het nauw gedreven zakenmenschen
De Imucjijksredder.
Het volgende voorbeeld, waarvan ik u wil
vertellen, is meer humoristisch, al is dan de
humor ook aan den tragi-komischen kamt.
Een dezer dagen ontmoette ik een ouden ken
nis, Egon genaamd. Hij zag er patent uit en,
zooals onder vrienden gebruikelijk is, stelde ik
hem de vraag:
„En Egon,, wat doe jij tegenwoordig voor den
kost?"
Glimlachend antwoordde mijn oude kennis:
„Ik ben van mijn beroep huwelijksredder, zeer
winstgevend
Ik vroeg hem verbaasd, wat dat beteekende
en hij verklaarde:
„Ik ben in dienst bij veertien directeuren van
beteekenis, die niet over voldoenden tijd be
schikken om zich met hun vrouwen te bemoeien.
De vrouwen in de groote stad hebben allen ro
mantische neigingen en het gebrek aan tyd der
echtgenooten kan voor het huwelijksleven scha
delijke gevolgen hebben. Om dergelijke gevaren
af te wenden, word ik door verschillende par
ticulieren als bliksemafleider geëngageerd. Ik
word als huisvriend geïntroduceerd en moet de
romantisch aangelegde huisgenoote zoolang
aangenaam bezighouden, totdat de lust voor ro
mantiek bekoeld is. Natuurlijk moet een derge
lijk flirtgeval onschuldig zijn en de vrouw mag
niet weten, dat ik door den echtgenoot word
betaald en dat ik op die manier nog twaalf an-
Edere vrouwen moet beminnen
„En, vroeg ik, hoe bevind je je in je nieuwe
beroep?"
„Ach, wat zal ik zeggen, kerel, het zijn
slechte tijden, maar je moet je er doorheen
slaan, nietwaar?"
De „wisselfabriek".
Het „reclame-instituut
De reclamefirma.
Mjjn derde voorbeeld is het bewijs er voor,
hoeveel moeite het kost om in Berlijn een
nieuw artikel te lanceeren.
De ingewijde kan nu als volgt te werk gaan.
Wanneer hij een nieuw artikel heeft, dat ge
plaatst moet worden, begeeft hij zich naar een
bekend reclame-adres, engageert daar 50 agen
ten, werkloozen, die 30 cent per uur ontvangen.
Voor dat loon moetéii zij een dag, nadat het ar
tikel is gelanceerd, alle drogisterijen en parfu
meriezaken binnengaan en b.v. een nieuwe
soort zeep vragen. De winkelier kijkt verbaasd,
maar zal in negen van de tien gevallen het
nieuwe artikel, waarvan hij inmiddels reeds een
prijsopgave heeft ontvangen, bestellen
De reclamefirma wisselt iedere 14 dagen van
personeel, opdat de gezichten niet bekend zul
len worden. De zaak bloeit en een dozijn firma's
van deze soort zoeken daarin hun bestaan.
De zorgenafleider.
Ik schreef hierboven reeds over het beroep
van den' huwelijksredder, als laatste voorbeeld
wil ik nog een greep doen uit de beroepen der
bliksemafleiders, ik heb thans het oog op den
zorgenafleider.
Tegen een matig honorarium stelt een man
zich beschikbaar om een akelig karweitje,
waar men tegen opziet, op te knappen, hij
wordt dus om zoo te zeggen de zaakwaarnemer
voor allé voorkomende zaakjes, waarmee men
zich om der wille der reputatie, niet in kan
laten
Dit viertal voorbeelden is nog met ettelijke
en meer oneerbare aan te vullen, doch zjj zijn
voldoende om ons een denkbeeld te geven van
den huidigen toestand, waarin het Duitsche
volk verkeert. En het spreekwoord is niet te
vergeefs, dat een kat in het nauw, rare spron
gen kan maken
(Nadruk verboden).
Copyright 1931 Unipress
Over het vermogen der insecten om elkaar
mededeelingen te. doen zijn in de laatste jaren
diepgaande onderzoekingen gedaan. Een bij
zonder interessant hoofdstuk daarvan, is wel
de spraak der mieren, die natuurlijk niet met
hét menschelijke geluid vergeleken kan wor
den, daar den insecten de hoogere geestelijke
eigenschappen ontbreken, die voor 't tot stand
komen van een dergeiijke sprank noodzakelijk
zijn. Het gaat hier meer om de instinctieve
teekeaspraak, die hoofdzakekijk terugslaat op
de ingeboren neiging, eigen gevoelstoestanden,
en bewegings-impulsen op andere individuen
van de sociale gemeenschap over te dragen.
Een uitgebreide studie over de mierentaai heeft
Eidmann gemaakt, waarvan de resultaten hier
thans mogen volgen.
In zijn onderzoek beperkte hij zich tot het
nagaan hoe de mieren aan elkaar kennis gaven
van een nieuw-ontdekte voedingsbron. Wordt
een stuk voedsêl in den vorm van een dood
insect in de nabijheid van een mierenhooj
legd, dan zal vrij spoedig een der rondlooj
mieren den buit vinden. Eerst betast hij
vondst en tracht hem weg te slepen. Gelukt
haar deze sleperfl, dan keert zij na korten of
langen tjjd met den buit naar het nest terug,
waarbij zij nog onderweg door andere mieren,
welke zij op haar weg tegenkomt, wordt ge
holpen. Is echter het voedsel zoo zwaar en zoo
groot uitgekozen, dat de vindmier het niet
alleen weg kan dragen, dan zal zij eerst ech
ter nog geruimen tijd trachten tevergeefs de
buit alleen verder te slsepen. Heeft zjj ein
delijk echter de onmogelijkheid ir'gezien, dan
keert zij zoo snel mogelijk naar huis terug en
vertelt de andere mieren van haar vondst.
Eidmann kenmerkte de vindmier door een
verfplekje, om haar houding in het gewoel van
de andere mieren niet uit het oog te verliezen
en nauwkeurig te kunnen nagaan, wat zij uit
voerden. Zij loopt in het nest onrustig en op
gewonden rond en kruist met de andere mieren
de voelsprieten. De aldus gewaarsehuwden be
geven zich direct naar den uitgang en volgen
de vindster op den voet, vaak zelfs in recht
streeks voelspriet-contact. Vaak kan men een
geheele stoet van twee tot, drie mieren volgen,
welke aan de vindster hangen en alle krom
mingen van den weg nauwkeurig meemaken.
Het komt dikwijls voor, dat het eerste alarm
niet voldoende is cn de vindster keert nog
maals naar het nest terug en haalt nieuwe
troepen. Steeds geschiedt het alarm met de
voelsprieten en wel alleen in de hoogste nest
gedeelten, waar zich een groot aantal ar
beiders ophouden en blijkbaar op de bericht
geving door een succesvolle zwerfmler wach
ten om dadelijk aan het werk te kunnen gaan.
Verbazingwekkend is het succes van een der
gelijk alarm.Men kan dikwijls mieren in don
kere scharen juist uit de nestopening zien uit
puilen. Door de leidster geleid, zijn zij spoed.
bij den buit en trachten dazen te bemachtigen.
Ais de voedselvondst zoo groot is, dat deze
ook door vele hulpkrachten niet kan worden
voortbewogen, dan wordt een complete mieren
straat tusschen nest en vindplaats gevormd.
Interessant is ook het volgends. Treft een
mier, die een vondst heeft gedaan onderweg
toevallig een andere mier, dan deelt zij de
waardevolle ontdekking door klappen van haar
voelsprieten dadelijk mede en overreed haar
mee te gaan.
Is het geval dat de buit zoodanig is dat de
vindster dezen alleen in herhaalde tochten naar
het nest kan slepen, dan waarschuwt zij geen
andere kameraden, maar keert zoo lang terug
tot het gevonden voorwerp geheel is overge
bracht.
In den regel worden de stukjes vosr reeds
dadelijk aan den ingang aan een andere mier
afgegeven, die ze dan naar het binnenste van
het nest brengt. Onvermoeibaar is de vlijt en
het geduld van de vindmieren.
Als zij niet den indruk heeft, dat de buit
voor haar alleen te groot is, keert zij steeds
weer terug en haait een nieuw stukje. Zij keert
zelfs dan nog naar de vindplaats terug als zij
reeds het laatste stukje heeft weggedragen,
want zij kan niet beoordeelen of de plaats ook
werkelijk leeg is en zoekt de naaste omgeving
zoolang af, tot zjj er absoluut zeker en van
overtuigd is, dat er niets meer te halen is. In
deze gewetensvolle zorgvuldigheid laat zij zich
niet storen, zelfs wann-aer men op haar weg
van het nest naar de voedingsbron nieuw voed
sel legt.
Wanneer men de mier op den terugweg van
het nest naar de voedselvindplaats haar lieve-
lingsspijs, een druppeltje honing aanbiedt, dan
betast zjj wel den honing, lekt er wel eventjes
aan, doch wordt dan steeds onrustig, verlaat
de aanlokkelijke verzoeking en keert vol
plichtsbesef rechtstreeks naar den vindplaats
terug. Zoodra zij echter het laatste stukje van
den buit in het nest heeft afgeleverd, snelt zij
naar den honing en vergunt zich te genieten
van deze kostelijke lekkernij.
(Nadruk verboden.)
Een dagelijks weerkerend bloe-
mensprookje.
De bloemenmarkt in Ventimiglia in Italië is
de bezienswaardigheid van de streek. Daar-
iheen rijden de luxe autobussen het elegantste
publiek van Nice, Menton en San Remo. Een
énkel uur lang, slechts, van vijf tot zes uur
wordt door de overheid deze markt toegestaan,
komt het oeroude grensstadje tot zijn volle
ontplooiing. Wereldbekend en gevreesd overi
gens als een der vervelendste en troostelooste
douane-stationnetjes ter wereld. Als de rei
zigers het naderen, zuchten zij en spreken
elkaar moed toe en geduld, bergen geduld.
Doch een ieder moet vaststellen dat Ven
timiglia werkelijk bezienswaardig is met ae
ruïnes van zijn vroegere cyclopenvesting op
den heuvel een prachtig met palmen beplante
plein en zijn goed onderhouden strand-prome-
nads. Landwaarts links van de Legante Corso
Principe Amadeo ligt de marktplaats.
Op deze eenige markt worden koolstronken,
noch worsten, noch eieren verkocht, het ge
heele wijde vierkant naast de zuilenhal en tot
aan de nieuwe kazerne der Carbinieri behoort
aan de bloemen. Een enkel middaguur lang
en eiken dag weer.' Want deze markt is bijna
geheel alleen engros-markt, de koopers staan
reeds met auto's en vrachtwagens gereed, de
waren zijn teer en verdragen geen wachten.
Bossen anjers, duizenden in getal, witte, rose,
roodachtig violette, dieproode, uit purper
fluweel en vuurvlammen, van helgeel tot aan
het milde afstervend avondrood. Steeds hon
derd samengebundeld. Men verlangt 25 tot 40
lire voor langstengelige reuzenbossen.
Deze anjers worden door Bordighera en alle
dorpen in de omgeving gekweekt, tot ver in
de hergen glooien de narcissen-tuinen door tou
wen in rechte lijnen afgedeeld en tegen deze
touwen rusten des nachts of bij groote koude
de beschutting brengende matten met de be
kende gevlochten korven een huisindustrie uit
de omgeving. Rozenknoppen zijn tót dezelfde
bijna cirkelronde boeketten samengebonden.
Tastend en onzeker steken de nog niet vol
groeide knoppen uit de schede en verspreiden
geenerlei geur evenals de meeste anjers. Des
te sterker en bedwelmender geuren dan de mi
mosas, de hslgeele knopvormige bloempjes, die
trosgewijze slingeren aan den stengel. Er be
staan honderd vijf en twintig soorten, gansche
heuvelhellingen zijn overdekt met den gouden
glans en zij ademen een bedwelmende geur
ait. Daarnaast worden groote bossen asperge
groen aangeboden, noodzakelijk Om boeketten
samen te stellen, donkere en zeei helle, bijna
waterblauwe viooltjes, de bonte riviera-anemo-
nen, hyacinthen, paaschlelies, narcissen, koren
bloemen, wagens vol margrieten, ook zjj zjjn
op groote uitgestrekte velden te vinden. Tal
loos zijn nog de andere soorten bloemen, in
teklemmenden overvloed aanwezig, groote
stapeis, waarheen men kijkt en een lichte wee
moed komt over ons al3 wij aan het vergan
kelijke bloemenleven denken, weemoed, doch
ook een licht verwijt.
Moeten zoo vele sterven voor een oogenblik
van genot? Misschien zelfs niet eens gezien of
ipgemerkt.
Arme, lieflijke, vriendelijke bloemen wa
ren zijn jullie geworden, waren als het andere.
Schoonheid of geest of liefde? Massa! Ont
zield! Te vroeg gebroken en te ver verzonden.
Exportartikel. Ja, waar gaan zij naar toe?
Naar Frankrijk, naar Nice, naar Parijs, naar
E geland over Perijs. In de groote Zwitser-
sche hotels van St. Morltz en Arosa. Het
meeste gaat n r Zwitserland. De Amerikaan-
schen uit de a-io's en cars kregen en stellen
bont-s t iokett i samen. De verkoopster, te
het wart gekleed, alle vrouwen dragen hier
zwarte kleeren en zwarte hoofddoeken bindt
snel en voor „vreemdelingen-prijzen" een
paar boeketten. Zij zijn hier zeer arm aan deze
zijde van de grens, veel armer dan ln Frankrijk
en moeten van de moeilijke en onzekere bloe
menteelt leven. Alleen bloemen, geen wijn en
geen koren levert hen de bodem.
Luxe d'ngen voor luxe menschen. Maar hier
heef' de 70de, maar toch vaak zoo strenge
moeder natuur met kwistige is Aid gt ad, pur
per en juichend violet over de heuvelen ge
zaaid, omkoepeld door een steeds wolkeloozer
blauwen hemel. Maar als men door de schpon-
heid wordt overstelpt, dan ziet men er nie's
meer van
Bloemenmarkt in Ventimiglia. Koopt Signo-
ra, mooie dame, koopt Bloemen zullen u eig
schooner maken. „Ruikt aan mijn bloemen, hoe
heerlijk hun geur is. Viooltjes, Signora, rozen!
Deze gouden twijg met mimosa. Zooveel goud
als op een enkele mimosa is in alle schatka
mers der wereld niet te vinden. Narcissen, nar
cissen
(Nadruk verboden.)
Het moet alle records breken.
Het snelheidsrecord voor het oversteken van
den Atlantischen Oceaan heeft van 1907 af ge
staan op naam van de „Mauretania" (Cunard
Line), totdat het in 1928 overging op het nieu
we Duitsche reuzenschip de „Bremen" (Nord-
deutsche Lloyd). Dat liet de Cunard Line niet
zonder meer passeeren en deze maatschappij
liet dan ook dadelijk ontwerpen maken voor een
nieuwen, grooten oceaanstoomer, die het re
cord van de „Bremen" zou verbeteren. Dat
schip wordt nu al gebouwd; het zal niet alleen
sneller zijn dan de „Bremen", doch tevens dan
de „Europa", dat op het oogenblik het snelste
schip van de Norddeutsche Lloyd is. Het werk
is toevertrouwd aan de beroemde John Brown-
werf aan de Clyde dicht bij Glasgow. Over de
bijzonderheden en den tegenwoordigen stand
der werkzaamheden wordt een geheimzinnig
stilzwijgen bewaard; er werken echter 3000
werklieden aan en dan is een geheim nooit ge
heel te bewaren.
Men was echter wel genegen, ons eenige bij
zonderheden over het in aanbouw zijnde schip
mede te deeleu. Het zal het grootste schip zijn,
dat er bestaat of ooit heeft bestaan. Men hoopt
het in Mei of Juni 1932 van stapel te kunnen
laten loopen. Het moet een waterverplaatsing
van 70.000 ton hebben en een lengte van 310 M.,
zoodat het alle bestaande records verre over
treft. De „Leviathan" van de United States
Lines heeft tot nu toe de grootste bruto ton-
nenmaat (50.956) en de „Majestic" van de
White Star Line de grootste lengte (279 M.).
Deze beide schepen zijn in Duitschland ge
bouwd, evenals de „Bremen" en de „Europa",
die het record van haar zusterschip brak in
Maart 1930 door van Cheroourg naar New-York
te varen met een gemiddelde snelheid van 27.99
knoopen per uur. De snelheid van het nieuwe
Engelsche schip zal 30 knoopen moeten bedra
gen.
Na het van stapel loopen wordt het schip
verder afgebouwd en men hoopt, dat bet in
September 1933 in een droogdok zal kunnen
komen, dat speciaal voor dit schip te
Southampton zal worden gebouwd. Daarna zal
het zijn eerste reis doen, die naar men hoopt
reeds dadelijk het record op naam van de
Cunard Line zal terugbrengen. Van binnen zal
het buitengewoon weelderig worden ingericht
en accomodatie bieden voor ongeveer 4000 pas
sagiers en 800 leden der bemanning. Het voor
dit schip ontworpen droogdok zal 366 M. lang,
41 M. breed en 14 M, diep worden. Met deze af
metingen is het het grootste droogdok ter we
reld, hoewel dat van Le Havre dieper is, n.l.
16 Meter.
Het bouwen van zoo'n reusachtig schip
brengt groote moeilijkheden met zich mee op
technisch gebied en daarom is men er ook zoo
geheimzinnig mee. Het kan immers uitloopen
op een groote mislukking en geldverspilling.
Behalve het bouwen van het schip naar wij
hooren een turbineschip heeft men o.a. de
moeilijkheid van het te water laten. Wat dat
betreft, heeft men niet de minste ervaring met
zulke groote schepen; het grootste schip, dat
op een Engelsche werf gebouwd is, de „Aqui-
tania", meet 45000 ton. Bovendien is de Clyde
te smal en onderhevig aan getijden, terwijl men
nu een schip te water moet laten, dat 30 M.
langer is dan de „Aquitama" en een eenigszins
anderen vorm heeft. Men is al begonnen met
een gedeelte van den tegenoverliggenden oever
van de Clyde weg' te graven, terwijl ook het ge
deelte van de Clyde tusschen de werf en de zee
zal moeten worden uitgediept.
Dit kost alleen al een millioen gulden, terwijl
het schip zelf ruim 60 millioen gulden kost.
Alieen voor de risico van het bouwen heeft men
niet eens een verzekering kunnen afsluiten,
zoodat het bedrag over verschillende verzeke
ringsmaatschappijen moest worden verdeeld en
dat nog onder pressie der regeering. De Lon-
dcnsche firma's zijn huiverig als zij denken
aan het verlies van 11 millioen gulden bij het
uitbranden van de „Bremen", toen dat schip in
aanbouw was. De „Bremen" was n.l. ook groo-
tendeels in Londen verzekerd. Karpetten, lino
leum, houtwerk en kurk vormen een ernstig
brandgevaar bij een schip in aanbouw en in de
laatste maanden van het afwerken is dit gevaar
inderdaad buitengewoon groot. Het wordt door
de assuradeurs met nog meer vrees beschouwd
dan het van stapel loopen van het schip. In ge
val van een ongeluk zal de regeering dan ook
wel een deel van het verlies moeten dragen; de
wet, die haar daartoe machtigde, heeft aan het
bouwplan meer bekendheid gegeven, dan men
wenschelijk achtte.
(Nadruk verboden).
son heeft op zijn expeditie van 19111914 mee
gemaakt, dat na enkele dagen het hout er reeds
uitzag als een ets. IJspilaren werden zoo spoe
dig reeds geheel doorgesneden, touwen vielen
in vezels uiteen en roestig metaal werd gepo
lijst. Dit werd o.a. beproefd met een paar oude
hondenkettingen. Geverfde houten kisten wer
den door de mannen opzettelijk aan den wind
blootgesteld, omdat zij het „etswerk" zoo mooi
voDden. Omdat de verf eerst moest worden
weggesleten, duurde het grapje veertien dagen.
De insnijdingen waren dan tot 3 m.M. diep.
Groeven in het harde (js.
Het sneeuwdek wordt door zoo'n storm eerst
verhard en daarna worden er groeven in gesne
den, die bekend zijn onder den naam sastrugi.
Zelfs het harde blauwe (js krijgt groeven en
putten door de sneeuwstormen. De wind maakt
soms de névé korrelsneeuw aan het uiteinde
der gletschers) en het ijs heel glad. Daar zijn
zij geheel glad gepolijst en afgerond, hoewel er
van dichtbij gezien talrijke groeven in voorko
men terwijl de hevige vorst er meermalen
spleten in doet ontstaan en stukken af doet
springen. De Noordzijde is veel ruwer en on
regelmatiger gevormd. Waar in de rotsen ver
schillende steensoorten elkaar afwisselen, ziet
men de lagen duidelijk afgeteekend, doordat de
zachtere soorten meer worden uitgesleten.
(Nadruk verboden).
Wat de sneeuwstorm vermag.
Ervaringen van Sir Douglas
Mawson.
Sir Douglas Mawson heeft eens een hut te
ruggevonden, die hij met zijn expeditie twintig
jaar tevoren had gebouwd. Voor zoover het
hout aan de buitenlucht was blootgesteld, bleek
het zwaar te hebben geleden. Dit was een ge
volg van de sneeuw sformen, die in die streken
een zeer groote verwoestende kracht hebben
door de grootere snelheden van den wind. Aan
de Zuidpool is een windsnelheid van 125 K.M.
per uur niets or gewoons. De fijne sneeuwdeel-
tjes worden met die groote snelheid tegen het
hout gedreven, waardoor de planken in verloop
vat) twintig jaar meer dan een centimeter dun
ner waren geworden, hoewel er uitstekend
hout voor was gebruikt. Iets merkwaardigs is
ook, dat de zachtere vezels in relief op de plank
staan.
De verwoesting van den sneeuwstorm.
Men behoeft echter geen twintig jaar te
wachten om de verwoestende werking der
sneeuwstormen te ondervinden, Dezelfde Jtav-
WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT.
(In moes- en bloemtuin, keuken en kelder).
2e helft April.
(Nadruk verboden).
In den moestuin: We zaaien en planten
er lustig op los, b.v. deze week de bieten of
kroten. U kunt hiervoor b.v. nemen „bleek-
blad", welke wij dikwijls zaaiden. Ze wordt wat
grooter dan de „echte zwarte" en ze is ook niet
zoo kieskeurig op de standplaats, want de
„zwarte" moet beter bemesten grond hebben
dan de „bleekblad". Het zaad is grof en we kun
nen dat ook zeer goed in hoopjes van drie bij
elkaar uitzaaien. De hoopjes komen dan in
verband op een afstand van 20 a 25 c.M. Later,
als ze opkomen, worr'-i er twee weggenomen.
Het geschiedt dus veiligheidshalve met
htt oog op slakken, j mochten oppeuzelen.
Prei wordt ook, evenals de kroten, het best
op rijen geteeld, hetzij dat men ze direct zoo
zaait, of dat men ze eerst uitzaait op een an
der hoekje, om ze later uit te planten. We zet
ten ze dan wat dieper om het gebleekte ge
deelte zoo lang mogelijk te krijgen. Hebt u wei
nig grond en moet u dus zuinig zijn met uw
land, zaai ze dan door de uien. Deze, de uien,
worden gewoon met de vrije hand gezaaid en
c'aartusschen de prei. Eerst groeien uien 't
hardst. In 't laatst van Juli echter beginnen ze
af te sterven, en dan heeft de prei nog tijd ge
noeg. Men heeft van beide verschillende soor
ten. Wij kunnen aanbevelen, van uien: de
platte stroogele, die gedurende den winter zich
goed houden, en van prei: de dikke Brabant-
sche winterprei, die zelfs felle vorst weerstaat,
wat van de stroogele nu evenwel niet gezegd
kan worden. Men weet, dat de prei uitsluitend
een wintergroente is. -- Postelein kan men nu
zaaien, als men wil, maar ze houdt beslist van
warmte, en daarom, indien men nu reeds buiten
den bak zaait, dan moet het zijn op een klein
hoekje vóór de schutting, om het dan eerst
later op den kouden grond te herhalen. Poste
lein is fijn zaad en in den regel niet goedkoop;
dit voorjaar betaalt men 60 cent en meer per
ons. Om het daarom zoo zuinig en droog mo
gelijk te bewaren, kunnen we 't in een gewone
bierflesch doen, die goed gesloten kan worden,
omdat posteieinzaad gemakkelijk ontkiemt. Om
die reden is 't ook niet noodig, ja zelfs ver
keerd, om het zaad er diep onder te' harken.
Wij drukken het alleen maar even goed aan
met de hark, daarna flink nat gieten, opdat
we niet behoeven te gieten vóór ze er goed op
staat. Daarom dekken we dan ook 't raam bij
zonnig weer (als dus in den bak is gezaaid),
anders wordt de grond zoo korstig en hard, om
zoodra de plantjes opkomen, het schermmiddel
weg te nemen. Wij gebruiken sedert jaren de
gewone groene soort, welke ook ingemaakt
heerlijk van smaak is. De groene is sterker dan
de gele, deze heeft ook een fjjner smaak, maar
gaat bij regenachtig weer licht rotten. Ook
ae schorseneeren kunnen er in, liefst ook al
weer op rijen. Dit mag er echter wel wat dieper
onder dan ander zaad, want de vogels zijn er
erg op gesteld, zoodat het bijna altijd noodig is
om het bezaaide bed te beveiligen, 't zij door
garen of door vlechtdraad. Zaait ge niet op
rijen, dan kan er mooi een enkel slazaadje
door. Dit is een ouderwetsche manier, maar
deze tusschenteelt kan best, als tenminste het
aantal slaplanten maar niet te groot wordt.
In den bloementuin: Het mooie weer
overdag kan ons aan 't voorjaar doen denken,
maar wees bedacht op mogelijke nachtvorsten.
Wij moeten nog op onze hoede zijn met het aan
de buitenlucht blootstellen van kasplanten. Uit
de Oranjerie kan reeds veel naar buiten," dat
later voor versiering van gazon of wandelpad
moet dienen. De Oranjerie-planten worden
veelal vrij stiefmoederlijk behandeld. In den
zomer willen we gaarne, dat ze er mooi ge
vormd en frisch uitzien, maar 's winters worden
ze veelal te dicht op elkaar in een donkere
Oranjerie gestopt. Ook Oranjerie-planten heb
ben liefst zooveel mogelijk licht, en wie er een
mooie collectie van heeft, zal zich het bouwen
van een flinke koude kas er voor, niet beklagen.
We houden ze daardoor 's winters aan den
groei en hebben gelegenheid ze in 't vroege
voorjaar in te snijden. Dit kan ook in Mei en
Juni buiten geschieden, hetgeen echter het na
deel heeft, dat de planten er een tijdlang on
ooglijk uitzien. Ook aan op tijd verpotten of
verkuipen dient bij deze planten gedacht te
worden. Als het weer gunstig is en blijft,
kunnen we een begin maken met het zaaien
van éénjarige zomerbloemen, waarvoor we de
plaatsen hebben gereed gemaakt. Behalve de
eenjarige gewassen, kunnen we ook 2-jarige,
als: Stokrozen, Duizandschoonen, Oenothera
Lamaschianu en dergelijke, zaaien. Aangezien
deze het eerste jaar laag blijven en geen bloe
men geven, doen we het beste daarvoor be
paalde kweekbedden te maken, of als hiervoor
geen plaats is, hier en daar een plaatsje te zoe
ken tusschen andere planten, er zorg voor dra
gende, dat onze zaailingen voldoende ruimte
hebben om zich te ontwikkelen en vooral vol
doende licht en zon. Wanneer dit nog niet ge
schied is, kunnen we nog onze stamrozen flink
bemesten. Wij maken hiertoe tusschen de plan
ten in gaten, en vullen die liefst met stijve
luemest. Narcissen, Tulpen en Hyacinten staan
nu volop in bloei. Door de uitgebloeide bloemen
weg te nemen, kunnen we er voor zorgen, dat
de bedden en groepen zoo lang mogelijk frisch
blijven.
ONZE VOORTVAREN
OP RUIMEN SCHA.4
CIRCULAIRE AA!
VEREENIGIN GSBESTU
Bezoekt de Amsterds
„Schip
Kiest het als plaats w
uitstapje zult maken m
Club.
Kiest het als doel va:
Neemt, voor schoolbez
verblijf te Schiphol zoo
de ervaring geleerd heel
ren gaarne een langerei
verblijven, waar zij in
kunnen genieten op een
kunnen zien hoe de verk
naar de groote centra in
vertrekken.
Rondleidingen onder d
ben plaats te 11, 12, 13,
Hierbij worden vliegtui;
tigd en wordt eene uitei
trent verschillende hela;
gen, als nachtlanding:
dienst, enz.
Een bewijs van toegan
bliek bestemde terrein k<
op deelname aan eene
(voor schoolkinderen on
grip van rondleiding f 0.
In het Restaurai - en c
te Schiphol bestaat uil
om het „12-uurtje" of iet
Voor scholen geldt een
Voor de gelegenheidsr
eeniging of Club is het
voortreffelijke keuken, bi
Restaurant Schiphol: 25
Schiphol is van Amstc
te hereiken met de boe
ding" en van Holthuizen
kei tusschen Zeil- en V
per autobusdienst van
trekt van de Nassaukade
ae volle uren.
Beleefd aanbevele
TEI
[Timmerman,
WerkplaatsBLO
Kleine Houtstr-j
HAARLEM - Tel>
PRIMA
EMAILLE
hei nihkelen\
oennee