Verkiezing Provinciale Staten. vm OVERAL. PAPA EN Jeugdherinneringen Het Bloernendaalsch Weekblad. De loop der stemming in Bloemendaal. Verkiezings-varia. VARIA. Gesprek tusscl Pete INGEZONDEN In Noord-Holland had Woensdag plaats de stemming voor leden der Provinciale Staten. Wij laten hier volgen den niet officieelen uitslag der stemming in de gemeente Bloemen daal. Uitgebracht 5742 stemmen, waarvan van onwaarde 189, dus geldige stemmen 5553. Ze waren als volgt verdeeld over de onderscheidene partijen: Lysfno/'l. Chr.-Hist. Unie. Lennep, Jhr. Mr. D. E. v., Heemstede Kistemaker, IC, Hoofddorp Honig, Mr. A. J., Haarlem Wall, E. van der, Haarlem Franken, H., Haarlem Delfos, J. J., Haarlem Rijke, Mr. W. de, Haarlem Totaal Lijst no. 2. Chr. Dem. Partij Visser Matthijs de, Amsterdam Schurer, Fedde, Amsterdam Gerritse, P. L., Amsterdam Visser, Biem, Bloemendaal Tjebbes Jr., P., Bussum Vries, Chr. de, Haarlem Bois, L. P. du, Amsterdam Gusebroek, F. H., Amsterdam Totaal Lijst no. 4. Middenstandspartij. Weiss, A., Amsterdam Bruinsma, A. F., Amsterdam Kamp, W. A. J. van de, Haarlem Bernhard, F. J., Amsterdam Milhado, J. A., Amsterdam Bruggen Cate, Mr. J. B. ten, A.dam Emmeriks, Chr. L. W. R., Amsterdam Jansen, J. H. Ch., Amsterdam Baadenhuijsen, H., Amsterdam Totaal Lijst no. 5. Vrijheidsbond. Miedema, Mr. A. S., Haarlem Guépin, Mr. C. H., Santpoort Scheltema, geb. Conradi, Haarler Quarles van Ufford, Bloemendaal Blankevoort, Mr. C., Haarlem Gunters, C. A. C., Zandfoort Dorp, Mr. E. C. van, Bloemendaal Totaal Lijst no. 6. R. K. Staatspartij. Bomans, Mr. J. B., Haarlem Hooy Th. G. C., Haarlem Kessel, J. G. van, Haarlem Roozen H.zn., J. W., Haarlem Siegers, C., Zandvoort .Westerwoudt, Mr. Th. J. M. A., Bl.daal Totaal Lijst no. 7. Staatk. Ger. Partij. Kuijk, E., Amsterdam Resting, C. J., Hilversum Jansen, A., Bussum Hiel O. van, Hilversum Totaal Lijst no. 8. s.'u. A. P. Reinalda, M. A., Haarlem Vail, W. van de, Alkmaar Miedema, geb. Zondervan, Beverwij' Visser, W. F., Velsen Noordhoff, F. S., Haarlem Mars, A., Haarlem Hameien, L. van, Velsen Voogd, P., Haarlem Totaai S06 15 6 3 1 839 30 6 2 1 1 3 47 41 42 8 14 1 1 2 1 2 112 "28 81 78 50 19 6 63 1579 1383 12 32 8 4 29 1468 1 2 1 12 683 2 18 2 3 2 3 3 716 Lijst no. 9 Rev. Soc. Partij. Sneevlied, H. J. F. M., Amsterdam Totaal Lijst 10. Liberale lijst (dr. M. de Hartogh) Hartogh, Dr. M. de, Amsterdam Kropv-eld, Dr. A. I., Amsterdam 23 2 Totaal Lijst no. 11 Herv. Ger. Staatspartij. Vromans, H. A., Heemstede Warmolts, L., Amsterdam Totaal Ljjst no. 12. Anti-Rev. Partij. Bruch, Mr. A. Haarlem Harms Jr., L., Zaandam Brants, K., Haarlem Slingenberg, L., Zaandijk Wolzak Hzn., G„ Haarlem Feernink, Ph., Koog aan de Z3-' Koijtink, G. H.. Alkmaar, Kleiman Hzn., D., Zaandijk Soetekouw, A. L., Oostzaan Rlessen, P. E. van, Bloemendaal Driel, A. van, Haarlem Totaal Lijst no. 13. R. K. Volkspartij. Gemmel, J. J., Amsterdam Winsen, J. A. I. van, Haarlem Hendriks, J. H. H., Amsterdam Totaal Lijst no. 14 Vrijz. Dem. Bond Slingenberg, Mr. M„ Haarlem Comello, G. W., Hilversum Leeuwen, H. van, Haarlem Btickmann, A. F. C., Velsen Over, J., Haarlem Meijers, geb. Kehrer, H., Bussum Totaal Lijst no. 15. Comm. Partij (Set"' x Seegers, L., Amsterdam, Beuzemaker, N., Amsterdam Wijnkoop, D.. Amsterdam Kuiper, P., Wormerveer Totaal 25 11 375 1 1 7 4 2 1 1 8 5 4 709 285 3 '4 1 2 297 10 1 11 1 23 In de gemeente Haarlem. In de gemeente Haarlem werden uitgebracht 59761 stemmen, waarvan 4627 van onwaarde. Zo werden aldus verdeeld over de partijen Lijst 1 Chr. Hist.-Unie 4824 st. Lijst 2 Chr. Dem Partij 437 Lijst 3 Plattelanaerspartij Lijst 4 Middenstandspartij 1572 Lijst 5 Vrijheidshond 4518 Lijst 6 R. K. Staatsparty 14S78 Lijst 7 Staatsk. Ger. Partü 185 Lijst 8 S.D.A.P. 17018 Lijst 9 Rev. Soc. Partij 286 Lijst 10 Lijst dr. M. de Hartogh 291 Lijst 11 Herv. Ger. Staatspartij 105 Lijst 12 Anti-Rev. Partij 4413 Lijst 13 R. K. Volkspart:' 517 Lijst 14 Vrijz. Dem. Bor.i 3996 Lijst 15 Comm. Partij 2147 De uitslag in de Provincie. Het „Volk" maakte naar aanieiding der stem ming in de Provincie een berekening der zete!- voideeling. Het blad concludeerde: In de volgende zittingsperiode komen dus: 26 S.D.A.P., 17 Roomsch-Kath., 6 Anti-Rev., 7 Chr. Hist., 8 Vrijh. Bond, 7 Vrijzinnig Democra- teen, 3 Communistische Partij, 2 Middenst., 1 Rev. Soc Partij. De S.D.A.P. wint twee zetels, de Middenstan ders 1, terwijl de Rev. Soc. partij een nieuwen zetel zal bezetten. De Chr. Hist., de Vrijheidsbond en de Vrijz. Dem. verliezen ieder 1 zetel en ook de heer De Hartogh- verdwijnt uit de Staten. door Richard Tauber. Op 21 April a.s. wordt Richard Tau ber Sr., gewezen generaal-inten- dant te Chemnitz, 70 jaar oud. ZUn drukken en succesvollen werkkring in die stad heeft hy eerst kort ge leden neergelegd. Over zyn persoon schrijft zijn zoon, de beroemde ka merzanger,, het volgende artikel. Voor myn vader ben ik mijn leven lang de „kleine jongen" gebleven, waar hij vroeger mee ging kampeeren. Thans nog is zyn zorg voor my roerend. De minste ongesteldheid is de aanlei ding tot een weigemeenden raad. Onze verhou ding is trouwens zöö goed alsmen maar zou kunnen wensch.cn. Doch de modeme jeugd is nu eenmaal' ondankbaar en wil het altyd beter we ten dan de oude heeren. Hoewel ik moet toe geven, dat die dikwyis geen ongelijk hebben: zij zijn een menschenleeftijd ouder en hebben dus veel meer ervaring. Myn vader is myn beste raadsman. Hy heeft my door het moeilijke begin van myn carrière geleid met liefdevolle hand en met verstandig inzicht. Hij heeft trouwens ook mijn eerste op treden in elkaar gezet en wel in zyn eigen schouwburg te Chemnitz. Ik heb geluk gehad en dank dat grootendeels aan myn vader. Doch laat ik met dat al toch even opmerken, dat men met geluk alleen niet verder komt, wan neer men niets kan. Protectie op zichzelf helpt niemand iets vooruit, wanneer hy niet bewyst, dat hij wat presteert, dat hü de eigenschappen bezit, die noodig zijn om succes te kunnen ver dienen. De eerste rol. Myn vader hc.ii ondanks den verbitterden tegenstand van de „goede kringen" in Chem nitz doorgezet, dat ik in 1913, nauwelijks twin tig jaar oud, den rol van Tammino uit de „Zau- berflöte" mocht spelen. De voorbereiding, die hij mij had gegeven, bleek toen zoo goed te zijr- geweest, dat ik mij er op kon verlaten. Ik voelde mij zoo zeker, ik speelde zoo onbevangen, alsof ik al jaren op het tooneel had gestaan. De avond werd een volkomen succes voor mij en daardoor ook voor mijn vader. De weg naar het Hoftheater te Dresden was voor my ge baand en myn vader had de voldoening, dat ik voldaan had aan zijn verwachtingen. Ook in Dresden had ik als „groentje" heel wat tegen stand te overwinnen, maar ook daar was myn vader weer mijn goede raadsman, die mij steeds den juisten weg wees en mijn carrière verge makkelijkte door zijn relaties. Nu heeft myn vader niet altijd aan myn kunnen geloofd. Tijdens mijn studie was hij zelfs zeer sceptisch. Hy zei dikwijls: „Je kunt beter een goed kapelmeester worden dan een middelmatig zanger". Mijn stem scheen hem te zwak en daarom spoorde hy mij aan, toch voor al mijn algemeene muzikale ontwikkeling te verzorgen. In dezen tyd heeft hij den meesten invloed op mij uitgeoefend. Reeds jong' reizen en trekken. Doordat myn moeder vroeg gestorven is, ben ik altyd met myn vader alleen geweest. Hy hield bijzonder veel van mij en wilde mij altijd bij zich hebben. Doordat hij mij nooit aan 't Gebeurde in het stembureau van de School C„ de Genestetweg. Een der kiezers vraagt belangstellend of de heeren achter de tafel het nog al hebben kun nen". „Uitstekend", wordt geantwoord. „Voor alles is gezorgd, maar jammer niet voor de mo kertjes." Even later wordt een pakje voor de heeren be zorgd. Het blijkt de zoozeer verlangde „moker tjes" te bevatten, plus de geschreven mededee- ling, dat er nu niets meer te wenschen is. Deze attentie inspireert één der leden van het bureau tot het maken van een gedicht, dat den vermeenden schenker wordt thuisbezorgd, en als volgt luidt: Luide klagers lyden niet, Vergeefsche klagers zijn er niet! Dat is weer, wat men heden zie-t: Vandaar dit schoone stembuslied. Nauw is öe droeve klacht geuit, Door rookers zonder rookerskruit, Die duchtig worden uitgebuit, En klagen met een droef geluid. Of een of and're goede geest, Die and'rer lyden luide leest, En door hun lijden lydt het meest, Is al bij Ouwejan geweest! Het stembureau van de school C, Met Uwe gave zeer tevreé, Deelt hierbij aan U Edele mee, Dat Uwe groote vriend'lijkheid, Hen vult met groote- dankbaarheid, By dezen zwaren stembusstryd. Wy rooken als een moriaan. Tot onze stemstrijd is gedaan! W.g. DE COMMISSIE. vreemden wilde overlaten, maakte ik reeds als kind het leven van reizen en trekken mee, dat nu eenmaal onafscheidelijk aan het tooneel is verbonden. Hij wist dikwijls in het geheel niet, waar hy my tijdens de repetities moest laten en dan moest ik gewoonlijk op de voorste rij in de leege zaal gaan zitten, terwijl hij zelf op het tooneel stond en de repetities leidde. Ik moest mij heel stil houden, zoodat niemand mijn aan wezigheid bemerkte. Nu iedereen die zelf kinde ren heeft, zal mij moeten toegeven, dat dit op den duur niet vol te houden is. Maar ais de di recteur mij al eens ontdekte, bleef mijn vader toch altijd mijn trouwe beschermer, waarvoor hij menige heftige woordenwisseling heeft gehad. Onze verhouding is in den loop der jaren niet veranderd. Hij houdt mij nog altijd voor het jongetje, dat zyn vaderlyken raad dringend noodig heeft. In mijn hart ben ik het altijd ge heel met hem eens, maar toch spreek ik hem tegen uit zucht tot oppositie. Dat is die tegen stand tot eiken prijs, die telkens weer door de jongere generatie tegenover de oudere wordt be toond. Nu ontaardt die oppositie in ons geval gelukkig nooit in ruzie, wat ook wel niet anders mogelijk is t-usschen twee menschen, dié elkaar zoo na staan als myn vader en ik. Wij zijn verbonden door nog; andere dan die der bloed verwantschap en de vele moeilijkheden, die wij samen hebben doorgemaakt, hebben ons nog meer tot elkaar gebracht. Onbaatzuchtig. Myn vader was en is nog steeds de eenige persoon, die volkomen onbaatzuchtig aan myn zijde heeft- gestaan. Thans dwingt zijn leeftijd hem. eenigszins op den achtergrond te treden. Hij heeft zijn werk neergelegd om voor jonge ren plaats te maken. Tegen den ouderdom is geen kruid gewassen, doch dat feit wordt dub bel smartelijk wanneer het gaat om iemand als mijn vader, die nog in het volle bezit van al zijn vermogens is en die eigenlijk nu pas zijn beste werk zou kunnen presterren, nu hij op het- kalme inzicht van zijn leeftijd en een heel leven van ervaringen kan steunen. Het is moeilijk voor hem. zoo plotseling te moeten uitrusten. Iemand die zijn heele leven hard gewerkt heeft, kan niet in eens uitscheiden. Mijn vader begon pas in mijn talent te ge- looven, toen ik uit Freiburg, waar ik studeerde, naar Wiesbaden kwam om voor den intendant Mutaenbeehter te zingen. Deze bood mij dadelijk een engagement aan. Doch toen verleende mijn vader zyn toestemming niet meer. Hij zag plot seling in, dat ik genoeg in mij had om eenmaal iets belangrijks te presteeren. Ik mocht myn carrière niet verknoeien door kleine rollen te spelen, maar moest dadelijk aan de moeilijke bewijzen, dat ik tegen mijn werk opgewassen was. En de opvatting van mijn vader, dat men slechts groot kan worden, wanneer men groote rollen speelt, was voor de zooveelste maal juist gebleken. Dat is het bewonderenswaardige in mijn va der, dat hij, hoewel hij eigenlijk geen musicus is, toch een uiterst fijn gevoel voor muziek heeft, ik zou byna zeggen een muzikaal instinct. Dat is telkens weer gebleken bij zijn werk als tooneeldirecteur, by zyn omgang met musici en zangers en bij zijn regie. Hij heeft zich nooit vergist, wanneer hij op dat gebied iets voorspel de. Hy voelde waar er talent aanwezig was, hoe verborgen het ook was, hoe het echte kun nen ook wias bedekt door uiterlijkheden. Wat is het jammer dat hij dit instinct niet meer kan gebruiken in dienst van het tooneel, vooral in dezen tyd, waar het Duitsche tooneel ervaren en beproefde leiders zoo dringend noodig heeft. UIT DE LAND- EN TUINBOUWWERELD. ("Nadruk verboden.) Drinkwater op boerderij. Drinkwater moet ir.- de eerste plaats zóóveel mogelijk helder, kleur- en reukloos en frisch van smaak zyn. Een frissche smaak wijst op de aanwezigheid van koolzuurgas; water, dat lang gestaan heeft, verliest dit gas én smaakt dientengevolge laf. Waar het te verkrijgen is, verdient stroomend water de voorkeur. Ver ontreinigende stoffen worden meegevoerd en zinken. Het bronwater door de z.g. Norton- pompen opgevoerd, voldoet ook best aan de eisc-hen van goed drinkwater. Hét groote voor deel hiervan is, dat men zoo diep gaan kan tot men goed water heeft. Het gebeurt wel, dat pomp- of putwater een gele tint vertoont. Dit kan zijn oorzaak -hebben hierin, dat de put in de onmiddellijke nabijheid van de mestvaalt is gegraven, wat natuurlijk verkeerd is, maar het kan ook daaraan liggen, dat het ijzerdee- len bevat. Dit laatste is volstrekt niet kwaad, kan in vele gevallen zelfs goed werken. Maar toch achten, we opzending van een monster van zulk drinkwater zeer gewenscht omdat een leek niet kan uitmaken, waarvan de gele kleur afkomstig is. Dringt er een onaangename lucht tot ons op, of is de smaak niet in orde, dan beginnen we alvast met het water niet te ge bruiken en n ie t aan het vee te geven. Be halve dat de stofwiseling in het lichaam der dieren zonder water niet tot haar recht zou ko men, is het bij melkvee ook beslist waar, dat te weinig water den melkafvoer belemmert. Geen wonder, dat 1/8 deel der melk uit water bestaat. Toch zou te veel drinken hier weer schaden, dewyl de melk te dun en te waterig en de lichaamsweefsels zelf te slap zouden worden. Op den smaak der melk heeft 't water een grooten invloed. Zuiver drinkwater moge wat moeilijk te krijgen zijn, het maakt de kos ten dubbel goed. Natuurlijk is de temperatuur, vooral in den winter, van groot belang, daar koud water te veel warmte aan het lichaam onttrekt, ter- wyl daardoor verschillende ziekten ontstaan kunnen. Mestvee vooral mag geen koud water hebben. Eigenlyk zou men altijd een thermo meter bij de hand moeten hebben o-m precies te werk te gaan, doch dan is ze in de practijk niet uit te voeren. Daarom zeggen we liever: laat het water in den stal een poos staan, tot het de temperauur der omgeving heeft aange nomen. Staat er een pomp in den stal, dan kan men daarbij een eenvoudigen steenen bak laten metselen dien 's morgens (of beter ééns per dag) vol laten Ioopen. Zulk een bak moet echter steeds flink gereinigd worden. Tuinkers. De vroegste voorjaarsgroente is zeker wei de Tuinkers. De cultuur is niet heel moeilijk. Zelfs in de kamer kan men haar kweeken en men ziet ze dan ook dikwijls gebezigd voor het versieren van vreemdsoortige vormen, waarop zij wordt gezaaid en later spoedig ontkiemt, wanneer men het zaad slechts vochtig houdt. Weldra tooit het bezaaide voorwerp zich met zijn groene versiering, even grillig van vorm als het voorwerp zelf. Wil men in de kamer cie tuinkers als groente kweeken, dan kan dat heel goed voo-r het raam geschieden in platte bakken, gevuld met losse aarde. Wordt het tuinkers daarop uitgezaaid en de grond goed vochig gehouden, dan duurt het slechts een paar dagen of het zaad ontkiemt en we'dra kan men de groene stengeltjes en blaadjes bij den dag zien groeien. Zeker zal men bij niet al te ongunstigen uitslag met 14 dagen de groente kunnen gebruiken. Asperges. Wie de groene takken der asperges te vroeg van de plant afneemt, ontrooft zich een groet deel van den oogst van het volgende jaar, want het loof moet de komende asperges hel pen voorbereiden en er stoffen voor verzame len; ja, een plant kan zelfs door te groot verlies aan loof te gronde gaan. We n-oemen hier een paar ziekten (er zijn er meer): Het asperge groen wordt geel, de naalden vallen af en het groen staat niet meer zoo recht op. Van roest is geen spoor te ontdekken. Hoogstwaarschijn lijk is dit een ziekte, door bacteriën veroor zaakt. 't Beste zal zijn de stengels uit den grond te nemen en te -verbranden, het gat in den grond gedurende den winter open te laten en in het voorjaar, zoodra de grond open is, kalk onder te spitten. Vreterij van dan asperge-kever. Bestrijding afzoeken der kevers en afkloppen boven een wijden trechter, die in een flasch staat. De beste tijd is hiervoor 's ochtends vroeg, zoolang de kevers stijf zijn.Er zijn meest 3 soorten van kevers, die schadelijk zijn en vernietigd moe ten worden. Melk en Biest. De melk van een dier, dat pas gebaard heeft, wordt algemeen met den naam van biest betiteld. De biest is van geheel andere samen stelling dan de gewone melk, en bezit daarom geheel andere eigenschappen. Gewone melk be staat voor het grootste gedeelte uit water, waarin vier verschillende stoffen aanwezig zijn, n.l. eiwitstoffen, vetten, melksuiker en zouten. Melk bszit geen standvastige samen stelling, deze is voor bijna elke koe verschil lend. Evenmin als de gewone melk heeft de biest een standvastige samenstelling. De biest verandert bovendien dagelijks vat- samenstel ling al .weer in zooverre met die van gewone melk overeen, dat ze gebruikt kan worden voor boter- en kaasbereiding. Biest is natuurlijk voedsel voor het pasge boren dier, het werkt «enigszins laxeerend en bevordert de ontlasting van den darm vat- het z.g. darmpak. Roobol. Dit schadelijk onkruid kent ieder landbou wer wel, al is het ender een anderen naam. Het heet ook wel: her- of heermoes, kwadenaard, akkerpaardenstaart en honnijt. Komt het veel in de wei voor, dan kan het eten er van o.a. diarrhee bij de koeien verwekken en de melk- gift wel tot op de helft verminderen. Het on kruid heeft twee soorten van stengels: die zaad g'even, of eigenlijk sporevruchten en stengels, die dit niet doen. De zaadgevendc stengel is roodachtig bruin van kleur met bolronde, op geblazen scbeeden en verschijnt reeds in de maand Maart. Misschien is hier de naam roo bol uit voortgekomen. Vele menschen kennen slechts de groene sten-gels, die in den zomer, meestal zeer vertakt, opschieten. De roodach tige vruchtenstengels wordt pl.m. 20 cM. hoog, de groene bladstengels echter wel 60 c.M. en. hooger. De wortelstok van dit taaie onkruid kan worden gedood of tenminste zeer ver zwakt door aanwending van kainiet. Wie eenige jaren achtereen in den herfst 1000 K.G. kainiet per H.A. uitstrooit, zal het roobol gaandeweg zien verdwynen. De Minimumwet. De scheikunde heeft in die laatste jaren de oogèn der landbouwers meer en meer geopend voor het vraagstuk der bemesting. Zij weten nu, dat de verschillende groeifactoren zyn: water, warmte, lucht, licht en voedsel. Is er voor de plant voldoende water, lucht en voedsel, doch niet voldoende warmte, dan kan de plant haar groei door de geringe hoeveelheid warmte, welke maar aanwezig is niet voltooien. Het blijkt dus hieruit duidelijk, dat de ontwikkeling afhangt van die groeifactor, welke in de ge ringste hoeveelheid, dus in het minimum, aan wezig is. De vier voedselfactoren zijn stikstof, phosphor, kali en kalk. Ook van deze mag niet één min of meer, ontbreken. We maakten inder tijd het volgende rijm, om onzen landbouwers de minimumwet in te prenten: Ik hoor daar van een minimumwet, Wat zou dat toch wel wezen? Wel, dat weet ik, zei Japik-boer Daar heb ik vgn gelezen. Als in den grond één. stof ontbreekt, In meerd're of mind're mate, Dan kan geen overvloed, hoe groot, Van d'andi're drie, ook baten. De stof, die in het minimum is, Zal steeds den oogst bepalen, Zij geeft het deel aan, dat de plant Uit elke stof kan halen. Dit is een wet van groot gewicht, Die ieder moet onthouên, Wie haar vergeet, eenzydig mest, Dien zal het wis berouwen. B—r. DE BEVOLKING IN JAPAN. Volgens de jongste volkstelling heeft Japan 64.477.000 inwoners tegen 55.963.000 in 1920. De bevolkingstoename zou grooter geweest zyn als de aardbeving van 1923 geen tienduizenden slachtoffers gemaakt had. Wanneer men de bevolking der Japansche koloniën meerekent, heeft dat ryk 90.334.000 inwoners tegen 76.988.000 in 1920. Korea heeft thans 21.058.000 inwoners (17.264.000), Formosa 4.593.000 (3.655.000), Sachalin 295000 (106000). Ruim 21% van de bevolking van Japan woont in steden met meer dan 20.000 inwoners, het- «welk meer is dan in Frankrijk, waar slechts 15% der bevolking in steden met meer dan 20.000 zielen woont. De twee grootste steden van Japan zyn Tokio en Osaka. Groot-Tokio heeft 5.200.000 inwoners en Osaka 2.500.000. Na New York en Londen is Tokio de grootste stad der wereld. EEN WATERVAL VAN 345 METER." In Britsch Guyana, dat aan ons Suriname (grenst bestaat een waterval, waarvan weinig (gesproken wordt, maar die vijfmaal hooger is dan de alom bekende „Niagara". Deze komt van een hoogte van 50 meter, terwijl bij den water val, waarover wij het hebben, het water zich van een hoogte van 245 meter naar beneden stort. Hij heet „Kajeteur", soms „Kajetuk", hetgeen waterval van den grijsaard" beteekent, en wordt gevormd door de rivier Potaro, die zich, na een vrij onregelmatigen loop in de Essequi- borivier ontlast, en welke stroom zich by de hoofdstad Georgetown in den Atlantischen Oceaan werpt. De Potaro is, aan bedoelden wa terval, 125 meter breed. De Kajeteur werd in 1870 ontdekt door Har rington Brown, een regeerinsopzichter in Britsch Guyana. Nooit, verklaarde hij, had hij iets zoo schoons en overweldigends gezien. HOE MEN GOED EN GOEDKOOP DINEERT. In een klein maar zeer deftig, restaurant in Budapest komt een heer binnen. Een zeer voor naam uitziend heer.De tyd om te dineeren is eigenlijk, nog niet aangebroken en waarschynlyk daarom, is hy nog de eenige gast. Snel vliegt hy over de spyskaart en stelt daaruit een eerste klas menu te zamen. Een menu, dat ieder zich zou kunnen laten smaken. Ook de wyn een der duurste merken, wordt met volmaakte kennis van zaken gekozen. De heer imponeert zelfs de ober- kellner. Deze constateert wel dat de gast mis schien wat te haastig eet en ook den wyn wat te snel drinkt, wat nu juist niet bij zyn andere voorname allures past. De gast is juist aan den laatsten „gang" ge komen, als een andere heer het lokaal betreedt. Hij geeft den ober en de andere kellners een teeken. Terwijl hij de hand op zyn mond legt, slaat hij de revers van zijn jas even om en laat een metalen indentificatiepennning zien. Een politie-beambte dus. De gast, die met den rag naar de deur zit bemerkt daarvan niets en eet rustig verder. Plotseling voelt hij twee stevige vuisten op zijn schouders. „Nu hebben we U eindelijk en ditmaal ont komt U ons niet", zegt de politieman, en voor de andere goed en wel van zyn eersten schrik bekomen is, zijn z'n beide handen geboeid. De waard schiet toe. Hoe oneindig pijnlyk gelukkig dat er om dezen tijd nog geen andere gasten zijn. „Ja, U hebt wel geboft, dat ik te rechter tyd ben gekomen", zegt de politieman tot den waard. ,Dat is een zeer gevaarlijke knaap, deze heer; zijn taktiek is om in de stille uren, als er geen gasten in' de restaurants zijn, daarbinnen te gaan en zich van den inhoud der „cassa" meester te maken. En als hem iemand in den weg treedt dan ontziet hij zich volstrekst niet om hem overhoop te steken of ander geweld te gebruiken. U ziet, 'n 'bijzonder nummer. Nu, U is nu voor 'n paar jaar voor hem veilig". Dan- beveelt hij den ander mee te gaan. Hij pakt hem aan een arm vast en duwt hem voor zich, de deur uit. Een oogenblik later zijn beiden in een auto verdwenen. De waard herademt en is blij, dat de zaak nog zoo goed is afgeloopen. De ober denkt niet meer aan de verloren gegane fooi,en schudt zyn hoofd. Hy heeft weinig menschenkennis aan den dag gelegdmaar de man zag er toch werkelijk zoo voornaam uit. En terwyi ,de waard, ober en kellners nog over het voorval spreken, zitten de politieman en zyn arrestant, die reeds lang van zijn handboeien bevrijd is, hoogst genoegelijk in de auto. „Nou, dat hebben wij er weer eens fyn afge bracht", zegt de „crimineele". „Nu wisselen wij de rollen om. Ik heb ook honger!" antwoordt de „rechercheur". VAN WANNEER DATEERT HET VLOEI PAPIER? Vloeipapier, waarmee men het nog natte schrift droogt, werd voor het eerst in het En- gelsche graafschap Berkshire vervaardigd; het zou in korten tijd het fijne witte of gekleurde zand vervangen, dat men gedurende eeuwen tot het drogen van met inkt beschreven papier be zigde. Een papiermakersknecht had vergeten bij de -breiachtige massa, die papier moest worden de gewone, benoodigde hoeveelheid gom te voe gen en werd wegens dat verzuim ontslagen. Doch na eenigen tijd constateerde de eigenaar van den papiermolen bij toeval, dat het zonder gom vervaardigde papier de eigenschap had de inkt te absorbeeren zonder dat hy vlekte of de geschreven letters deed verdwijnen en het vloei papier was uitgevonden. Het is de grootste drinker der wereld geble ven. Peter: Wel, beste kerel, Wim: Ja, dat mag ik Sinds veertien dagen heb Peter: Ja, zoo gaat het, Dan vergeet je zelfs je bes Weet je het laatste nieuws Wim: Neen, wat bedoel een misdaad in onze gen Peter: Nou gryp je er kig, ernstige misdrijven g meente maar zelden. Het Wim: Ja, dat is tenmins Echter, ik herinner me r al niet geleden, dat men op zoek was naar Frans zwaar misdrijf verdacht 1 Peter: Hou daar maar c de gemeentenaren den schi Maar wat ik je vertellen zanger is er weer. Ik hel Dat is toch altijd even mc nooit. Wim: Je zegt „hij is je zeker een grapje. Ik dat daalsche nachtegaal" nooi was. Peter: Je blijft loch m kerd. Dien bedoel ik niel doch je houdt je maar i Ik bedoel den vogel. Wim: O zoo, maar druk Peter: De volgende mai gaal weder voor de radio, gehoord Wim: Hoe kan je me die ruzie kwam in den man des vredes, niets me ben. Ik heb mijn radioti oorlog willen ze, en terecl ben. Maar, terwille van vecht men onverstoord vc niets van hebben. Peter: Gelukkig maar, kort aangebonden zijn. W leverancier van radiotoest Je moet nu missen het kunnen smalcen, want 1 nachtegaal door de radio i: echt in de natuur en. de i bij hem buiten opgestelc luisteraars hem ook kunm WimJa amice, dat mi zoudt me bijna bewegen 1 aan te schaffen. Peter: Het komt wel ee uitzending de nachtegaal je wat ze dan doen? Wim: Nou, daar hen ik oude tante pleegt te zeg nooit te oud om te leeren' haar hoogen leeftijd no nemen. Peter: Ik zal je vertelli Dan laten ze een goede v speelt in de openlucht ee melodie en ziet, of liever g tegaleu komen in de boom zitten en luisteren naar 1 uit ten einde dan beginne: aarzelend en onzeker, ma het hoogste lied uit en slaagd. Aardig hè? Wim: Ja, inderdaad. Peter: Nu nog iets. Weder aan. Je gaat zeker bollenvelden. Want je ziet renpracht Wim: Ja, ik zal wel m gaan. Maar anders, ik zo vonden hebben, indien hel machine over de bollenvel dat gaat nu eenmaal niel wel zoo graag als het au1 Ik hoorde laatst, dat d lucht in is geweest", tot zijn ega en kinderen. De getogen over de vlucht. Peter: Och kom, dat z; goed figuur te maken. Ik boozer dan ooit keek, ti verliet. Nou, dan begrijp je wel hoe iaat het was. Wim: Enfin, daar ik r de bollenvelden, zóó, dat il heid aan kleurenpracht kan, zal ik maar een tc langs de bollenvelden gaj Peter: Ik ga óók „bol velden ga ik met myn Rc we elkaar wel tegen kon je den goeden kant van een aanrijding met mijn i Wim: Wees gerust. In c hard. En, je weet het, ik geheel-onthouderscourant, geleerd, dat, 'als je chan nooit een borrel moet ge Peter: Kerel, dachten a Helaas, hoeveel ongelukk dat de bestuurders van au van Bacchus zijn. Geluk! tijden ontspringen ze den zich zware straffen opge Wim: Ja, zeg dat wel die dronken zyn en die nen nooit zwaar genoeg gun mijn medemensch ni maar zulke lui Peter: Je blijft de oude opwinden. Pas op je gez Wim: Och, een mer Steeds dezelfde blijven is Peter: Daar zou nog ve Maar kom, ik zie het is moet noodig mijn jongste sorieschooltje gaan haler Wim: Haast je maai-. je wachten. Ook tot zie (Buiten verantwoordelyl VOOR DE Z1 Eenige jaren geleden kende Zendingscorporatie! Indië (zendingsposten, t een beroep gedaan op zeei voor dit groiend werk ééi te schryven op het giro: dingsburcau te Oegstge hebben toen aan dat ve «chen is de arbeid nog m SMer en meer gewaardei

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4