Het Bloemendaalsch Weekblad. ONS VLIEGWEZEN. KUNST. UIT BOEK EN BLAD. FOTO- EN KÜNOKUNST. PREDIKBEURTEN. SPORT. VARIA. Gesprek tus. Heen en weer Londen in vogelvlucht. (Vervolg. Reizen is altijd opwekkend en leerzaam. Is denken iets anders dan vergelijken? Is niet in ieder geval reizen de gemakkelijkste manier van vergelijken? Zelfs als men reist in vogelvlucht, wat wel een gepaste benaming schijnt voor een uitstapje per K. L. M. The royal dutch airmail, zooals onze Koninklijke Nederlandsche Luchtvaart Maatschappij in Engeland heet mag, ook "daar, er zijn. Reeds bij onze aankomst op het vliegveld te Croydon viel eene vergelijking niet ten ongunste van Schiphol uit. Het verharde deel van het vlieg veld is op Schiphol ongetwijfeld grooter dan dat van Croydon, men was daar trouwens bezig het te vergrooten. Overigens, wat vlotte en beleefde behandeling betreft, zoo door de vliegdienst-beambten als door de douanen, kunnen deze twee vliegvelden zich met elkaar meten, en al zijn de gebouwen te Croydon iets monumentaler, wat praktische inrichting betreft geeft Schiphol niets toe. Waarom de bus van Croydon naar Londen zooveel beter is dan onze Nederlandsche naar het Leidsche Plein begrijp ik niet. Er was d.m. reden de Hol- landsche bus nog beter te maken dan de En- gelsche, omdat de weg van Schiphol naar Amsterdam zooveel slechter is dan die van Croydon naar de Engelsche hoofdstad. De Engelschen zeiven schenen mij toeschietelijker en eenvoudiger menschen toe dan voor den oorlog. Misschien kreeg ik dien indruk omdat ik zelf intusschen zooveel ouder ben, of komt 't van den oorlog of van de Labour-regeering In Londen zijn veel meer dan vroeger gele genheden waar men gemoedelijk en burgerlijk een broodje kan eten, al ontbreken nog altijd de café's aan de straat met hun terrassen, die Parijs, Amsterdam en naar men zegt ook Kopenhagen zoo gezellig maken. Vooral Ly on's lunchrooms maken opgang. Een aller aardigst eethuis is The Cock, Fleetstraat 22. Het gebouwtje moet er in i'549 al zoo gestaan hebben. Op beide verdiepingen hangt 't vol oude gravures en andere platen en overal herinneren óf een antieke schoorsteen óf imi tatie-antieke voorwerpen er aan, dat eeuwen lang hier gezellig gegeten en gedronken werd. Beneden in den gang hangt ingelijst een lijvig gedicht van Tennyson, opgedragen aan den wijn-schenkenden kellner: Plump head waiter at „The Cock", To which I must resort, How goes the time? 'T is five o'clock. But let it not be such as that You set before chance-comers, But such whose father grape greid fat On Lusitanean Simmers. Dan volgen 24 evengroote coupletten waar van het laatste herinnert aan den dood. Het slotvers luid: But when he (Death) calls and thou shalt (cease To pace the gritted floor And laying down an unictuouse lease Of life, shalt earn no more, No carved cross-bones, the types of Death Shall show thee past to Heaven, But carved cross-pipes, and underneath A pintpot neatly graven. Men kan er pintpots van oud model koopen en de eigenaar drijft blijkbaar een levendigen handel in nagemaakt antiek, doch de platen aan den wand schijnen niet te koop. Achter op de eetkaart wordt o.a. reclame gemaakt voor „Masonic dinners", hetgeen wat betreft de Engelsche vrijmetselarij te denken geeft. Trams en rails ziet men in de City niet meer, ook de elegante handsome cab is verdwenen, in dit leuke rijtuigje op twee wielen zat men getweeën vlak achter het paard; de koetsier had zijn zetel in de hoogte achter de kap, die u van hem scheidde, moest men met elkaar praten dan geschiedde dit door een luikje boven uw achterhoofd. Het asfalt was al geen pretje voor het paard, de benzine deed de rest. Het aantal buslijnen is enorm, wij zagen b.v. lijn 237, Somtijds staan bij één bushalte 6 en meer bussen stil, eventjes maar en dan raast alles weer door met een lawaaien en brommen, zeker niet minder dan dat van de motoren aan het vliegtuig. In The Majesty's Theatre werd Saint Joan van Shaw als talkie gegeven, de belangstelling voor verschillende rangen was zoo groot, dat honderden menschen meest jongelui al een uur te voren queu maakten bij de ingangen. Een verhuurder van klap stoeltjes maakte goede zaken, een kranten- verkooper, een chocolademan en verschillende muzikanten gaven de wachtenden wat aflei ding, politie was er niet te zien, niemand drong of hinderde een ander, wie stonden of zaten, gevoelden dat zij daardoor alleen recht hadden daar te staan of te zitten en de an deren erkenden dit blijkbaar. De Londenaar. de Engelschman in het algemeen heeft een aangeboren rechtsgevoel, hij rekent er trou wens oj5' dat zijne medemenschen het eveneens hebben- het ingewikkelde raderwerk der groo- te stad loopt er door als gesmeerd en toch onder een orde en tucht, die bij alle drukte weldadig kalmeerend aandoet. Ik wilde des avonds ook wel eens ergens heen. Voor de opera is zoo'n vliegend bezoek aan Londen on geschikt, men moest er zijn plaats 14 dagen te voren besproken hebben. Tegen 8 uur was 't al te laat naar een circus of schouwburg te gaan die op dat uur begon. We kunnen wie met een voortreffelijk, razend-vlot, gezellig en toch groot variëté-theater tevreden is, een bezoek aan 't Palladium aanraden (in een van de zijstraten van de Oxfordstreet links om voor wie uit de City komt, vindt men weder om links de eerste zijstraat inslaande, dit van binnen voor eenige duizenden plaats gevend gebouw, dat op 't uur van aanvang tot de nok gevuld is. Met een enthousiast punliek, dat niet als bij ons door stampen of klappen maar door juichen en lachen zijn tevredenheid betuigt. Den volgenden morgen maar weer bij tijds teruggevlogen. 9.45 Engelsche tijd van Croydon. Daar staat weer de vliegmachine. Ze is tastbaar geworden idee. Maar weer in dachtig aan den raad in K. L. M.'s Indische luchtreisgids gegeven: zich laten gaan, niet willen vasthouden het gewone gevoelen en de voorstelling dat het oppervlak der eigenlijk toch kleine aarde d verblijfplaats voor ods, de vastigheid voor <se voeten is; doet men dit, dan gaat een ineuwe voorstelling en ge- voélswoort voor ons open. Ons schip .schom melt en duikelt meer dan dat op de heenreis. Er is hooge druk boven de Engelsche kust en met groote vaart worden wij naar de sfeer van lagen druk gezogen. Dunne flarden nevel schuiven langs ons achterwaarts. Ashford 10.10 Eng. tijd. Folkstone al 10.17. Nu boven de branding van het water der Noordzee en blijkbaar ook eenige branding in de lucht daar boven. Piloot Sillevis is nu onze geleider. In eens ziet op zij alles grauw en grijs, maar on der ons is het water der Noordzee nog te zien, zacht groen. De zee is kalm. Ik bedenk mij, dat als we hierin terecht komen in een zwem gordel, we lang genoeg zouden drijven om op gepikt te kunnen worden. Het ongewone blijft sensationeel. Is 't sensatie? Of alleen die van vreemdheid? Wij menschen blijven, ook in de lucht, reizigers in een vreemd land. De gesprekken verstommen door het geraas der motoren. Een mooi oogenblik voor Kos- ter's Internationaal Privaatrecht. Ter linker zijde reikt een man zijn wang aan zijne vrouw, die voor hem zit en er een vluchtig kusje op plaatst. 10.30 Eng. tijd Calais in zicht, 't Is nevelig, we koersen noordwaarts en vliegen zichtbaar laag (100 M. zeide Sille vis na aankomst). Een geweldig breed strand. Wij er boven. Duinkerken al. Het is pas 10.48 Eng. tijd en we zijn al zoowat op de helft. Weer -die uitgestrekte duinen en moerassen bij Wenduynen. Een natuurmonument. 11.07% Ostende; 11.18 aan de Ecluse; 11.27 de Hol- landsche grens over. Duynbergen en Heyst. We vliegen weer boven het strand en 't is nu zoo gewoon dat in alle rust loodrecht naar beneden is te kijken. De lucht is blijkbaar een uitnemende spoorbaan. Boven Vlissingen, dat maar even ten deel is te zien; nu strijken wol ken onder ons, laag en ineens zien we alleen onze eigen machine en is al het andere éene witte massa. We varen nu zeker op kompas. Een nieuwe gewaarwording, heel interessant, maar niet aangenaam, 't Is of de zon wil doorbreken zoo licht wordt 't, maar er is niets te zien dan wit, aldoor helderder wordend wit waar men steeds meer het zonlicht achter vermoedt, maar het blijft éen witte massa, er valt niets te zien. De motoren slaan nijdig voort. We zijn hooger gegaan in het stralen de wit. Goddank, even een glimp van groen met wat rechte gele strepen. Heel hoog zijn we (800 M. bleek later) in de stralende witte wolk. 't Is nu maar goed, dat hier boven nog niet het drijvende Restaurant der toekomst is, we zouden er tegen aan kunnen varen. Het vaderland ontvangt ons niet hartelijk. We moeten ongeveer boven Zierikzee zijn. Sillevis vertelde later, dat hij naar beneden had geseind om te vragen of hij goed koers hield en 2% gr. moest omzetten. Naar het gevoel in mijn ooren te oordeelen moeten we steeds stijgen. Wil de piloot boven de wolk uit? Het is of we stilstaan. De wolk wordt nu flanserig en ineens be grijpen wij welk een prachtige en weinig kostbare methode van waterverplaatsing Hij, die de wolken schiep, heeft ingesteld. Tusschen de naar achter drijvende wolken worden lan den in zon beneden zichtbaar en nette Hol- landsche boerderijen, op zij wolken, van boven blauwe lucht, een breed kanaal; dit moet maar de motoren draaien al langzaam, we passeeren de Oude Maas en in een groote bocht om Waalhaven heen gaat de schuit in eens schuin staan,* de rechterzijwand met glas en hout en al wil blijkbaar mijn rechteroor ra ken. Ik ben verbaasd niet te vallen of weg te glgden naar links, nog eens in de rondte, daar zijn we recht boven Waalhaven en hobbelde bobbel neemt het stugge onvrindelijke gras veld ons voorthollenden op. Van Waalhaven tot Amsterdam (we gaan op verzoek van een jongen Engelschman met een klein om metje over den bollenstreek) neemt de ad- sistent plaats in onze kajuit. Delft oud-en- nieuw vereend is mooi, zuidelijk de Studie gebouwen, noordelijk 't fabrieksterrein: de nieuwe autoweg wordt druk bereden. Den Haag links groot en luchtig, grafelijk gelegen. Nu rechts nog het typische Aalsmeer en het sprookje, de droom is uit. Op Schiphol wederom een vlotte ontvangst. Van lijdelijk voorwerp worden we weer actief levend. MISTINGUETT. Haar programma. Voor de gastvoorstellingen van Mistinguett op Dinsdag 2 en Woensdag 3 Juni in het ge bouw van K. en W. te Den Haag en op Don derdag 4, Vrijdag 5 en Zaterdag 6 Juni in den Stadsschouwburg te Amsterdam, heeft de Koningin van de Parijsche revue Earl Leslie's groote fantasie in 24 tafereelen: „Miss op reis" gekozen, de schitterende revue, waarmede Mistinguett te Parijs. Berlijn en in Italië triomfen behaalde. Mistinguett komt met een zeer uitgebreide staf van medewerkers; behalve de solistische beroemdheden treedt een geheei leger van girls en boys op, o.a. „The sixteen Lovely Stars", The 10 smart Boys", „Les 16 Beautés de Paris". Van de solo-medewerker» noemen wij in de eerste plaats Earl Leslie, den beroemden partner van Mistinguett en ontwer per van vele revues voor Mistinguett. Voorts treden óp de „Elvyny Sisters" van het ballet der Scala te Milaan, de revueberoemdheden Tommy Ladd, Line Jack en Farbel, de steppers Rod en Reggie Riffier van de Winter-Garden te New-York, Margaret Jade, Carenzio, Mai- chisio, Fraday, enz. De regie is in handen van Nine E. Genocchi. Een groot jazz-orkest staat onder leiding van Raphael. Veertig eigen décors en 500 costumes, ont worpen in de eerste ateliers van Parijs. Van de verschillende tafereelen noemen wij o.a.: „De eeuwige driehoek"; „Beroemde straten"; „Wals droom"; „Apachen" (Overval: het brandende huis); „Gouden regen"; „Flirting dance"; „De mode aan het strand; „De school van de flirt"; „De origineele Parijsche Cancan"; „In Miky- Kleedkamer"; „Jong Geluk"; „Het uur der lief de", enz. enz. Mistinguett zal in de meeste tafereelen per soonlijk medewerken. „FOCUS" no. 11 van 20 Mei j.l., als gewoonlijk op zijn kunstdrukpapier een voor namen indruk makend bevat ditmaal bijzonder aantrekkelijke foto's: Poppenkast door G. P. W. de Bruin; Avond door Fr. van Katwijk; Avond rust door B. Swanenburg en De Merapi door A. J. Aartsen Jr., noemen wij afzonderlijk. Het nummer bevat o.a. artikels over Zee- hondenjacht (v. J. T. O. Hulse); De Fresson- druk (E. B. Lucas); Fotochemicaliën-Voet- angels (H. H. Ph. B.)Zelfontbranding van Vacu Blitz (W. H. v. Grasstek) en De kleine Camera (van M. A. I. Kluit). De redactie wekt fotografeerenden in ons land op tot bezoek aan de eenige door den Ameri kaan A. P. H. Trivellie, wetensch. medewerker, verbonden aan de Kodak-laboratoria, in Neder land te houden lezing met demonstratie, op Maandagavond 6 Juli a.s., in Philips Demonstra tiezaal, Heerengracht 270, Amsterdam. Aanvragen om introductie richte men tot den heer J. Schellekens, Nieuwe Heerengracht 7, Amsterdam. Het maandblad: HET LICHTBEELD van Mei, bevat, behalve de gewone rubrieken o.a. de artikelen: Behandel de films met zachtheid; Wijziging der bioscoopwet; City-lights bij nacht (een nacht-première bij Tuschinsky, die vrijwel mislukte en Over het koopen van een toestel (met aanbeveling van een Welta-Watson 9 X 12 c.M.) De heer J. J. van der Meulen schrijft over Lichtbeelden ook bij het lager on derwijs. De Centrale Commissie van de Film keuring geeft hare officieele mededeelingen. De Voorloopige Commissie die de oprichting eener NEDERLANDSCHE VEREENIGING VAN CULTUREELE FILMS voorbereidt, ont wierp Statuten en roept allen die bewijs van in stemming hebben gezonden met de oprichting op tot de eerste (de stichtings)vergadering, tegen Zaterdag 20 Juni e.k., n.m. 2 uur in Philips Demonstratiezaal, Heerengracht 270, Amsterdam. A. M. de Jong schrijft in zijn letterkundige kroniek no. 346, over Ina Boudier—Bakker: „De Klop op de deur", het volgende: De „familieroman" is een logies uitvloeisel van de „psychologiese roman". Onvermijdelijk moet de romanschrijver, die zich bezig houdt met het scheppen van psychologiese romans op de duur de behoefte gaan voelen, iets en al meer hooi op zijn vork nemen en in plaats van de historie van één of enkele figuren die van een ganse familiegroep te schrijven. En een maal zover bekruipt hem de lust nog verder te gaan en zijn „terrein van onderzoek" uit te strekken over verschillende geslachten van de zelfde familiegroep. Waarmee de auteur dan het terrein van de historiese roman betreedt en zijn taak verzwaard ziet met al de nood- zakelik daaraan verbonden moeilijkheden. Want, nü krijgt hij behalve de uiterlike en innerlike historie van de verschillende tijdper ken, waarin achtereenvolgens de beschouwde geslachten leefden. Hij moet zich nauwgezet rekenschap geven van de verschillende feiten, gebeurtenissen en stromingen, die het mensen leven in die periode beïnvloedden en het alge mene denken richting gaven. Hij moet zich gans het beeld van de onderscheiden tijdper ken eigen maken, zich in de geest dier jaren verplaatsen, de sfeer weten aan te voelen en voelbaar te maken, waarin het levert zich bewoog èn: waardóór en hóe die sfeer zich telkens wijzigde naar de sfeer onzer eigen da gen. Voorwaar geen geringe taak, die een enorme voorbereiding vraagt, het verzamelen, rangschikken en oordeelkundig en bekwaam aanwenden van een uitgebreid veelzijdig en overzichtelik archief. En laat ik het maar da- delik zeggen: Ina BoudierBakker heeft zich, van deze zware en moeilike taak op een waar lik lamentabele wijze gekweten. Ina BoudierBakker beschikt over een ze kere gemakkelikheid van de psychologiese uit eenrafeling der burgerlike ziel. Zij heeft in „Armoede" en „Het Spiegeltje" bewezen daar in te behoren onder de knapsten van haar schrijvende zusteren. En het Was volstrekt niet nodig dit ten overvloede nóg eens te gaan be wijzen door het voortbrengen van een duizend bladzijden zware roman, waarin zij zichzelf tot in het oneindige herhaalt in het uitbeelden van al maar weer nieuwe burgerlike zielenood en zielezaligheid, hechter of losser worden van gezinsbanden, meer of minder ingewikkelde leifdesverhoudingen en de rustige of wel dra- matiese ontknoping derzelven. Ik weet niet of Ina BoudierBakker door het succes van Jo van Ammers—Küller's fami lieroman „De Opstandigen" geprikkeld is tot het leveren van het bewijs, dat zij op dit ter rein nog heel wat meer kon presteren dan de befaamde kunstzuster. Men mag zoiets niet onderstellen, maar „De klop op de deur" is een op breder basis gebouwde, wijder grijpen de en dieper woelende historiese familieroman dan „De Opstandigen". Want waar het laat ste boek zich meer bepaalde tot het volgen van één maatschappelik verschijnsel: de strijd voor de vrouwenemancipatie in burgerlike kring en de wijze, waarop de verschillende generaties daarop reageerden, heeft Ina BoudierBakker het ganse zich ontplooiende maatschappelijk leven willen beelden en de grote gebeurtenis sen en persoonlikheden, die daarop invloed uit oefenden. En waar haar boek begint in de oudejaarsnacht van het jaar 1857'58 en ein digt na de wereld-oorlog, had zij, naast het belden harer personagiën, tot taak het her scheppen van een zeer belangrijk en veelbewo gen, zich met ongekende vaart ontwikkelende periode van de nieuwste geschiedenis. Haar boek bewijst, dat zij voor het gemakkelikste gedeelte van haar taak het grootste deel van haar aandacht en liefde gegeven heeft, en het moeilikste, zeker niet onbelangrijkste gedeel te van het werk schromelik heeft ver onachtzaamd. Histories is haar boek zó onvolledig en gebrekkig, getuigt van een zó luchthartig en lichtzinnig dilettantisme, dat de ietwat behoorlik georiënteerde lezer zich ieder ogenblik ergeren moet. Dat zou misschien min der erg, minder voelbaar zijn, als niet herhaal- delik en met grote nadruk deze historiese ele menten vol meer of minder critiese beschou wingen nadrukkelik onder onze aandacht ge bracht werden, feiten en gebeurtenissen tot in bizonderheden gereleveerd, namen van belang rijke historiese persoonlikheden onveranderd werden genoemd. Daardoor worden wij immers ■-/ i <-1 r (i n oo fcA t»eri«rv er ver geten of verwaarloosd, hoeveel er verkeerd ge ïnterpreteerd, hoeveel er oppervlakkig be schouwd en volstrekt niet begrepen werd. De ontwikkeling der socialistiese arbeidersbewe ging, speciaal in Nederland en nog meer in 't bizonder in Amsterdam wat is er in dit on evenredig omvangrijke boek van terechtge komen? Haar invloed op de historie van land en stad, van wereld en denken is onmiskenbaar genoeg geweest om zelfs de aandacht van een zo afwerende burgerlike geest als die van deze schrijfster niet geheel en al te zijn ontsnapt en in haar boek zelfs een vrij belangrijk element te vormen af en toe, maar hoe ver beneden de algemeen bekende en aan de feiten te contro leren werkelikheid is deze geweldige historiese invloed in dit pretentieuze boek verwerkt! Fi guren als Domela Nieuwenhuys en Troelstra worden nauweliks schaduwachtig aangeduid. De vaste samengroei der beweging in politieke en vak-organisatie, het binnendringen in parle ment en Amsterdamse raad, de aldoor wassen de invloed en macht van de rooie rakkers er was geen aandacht voor. Evenmin trouwens voor de groepering en actie der kerkelike par tijen en de geweldige invloed, die de steeds sterker politike bewustheid in alle lagen onzer bevolking op het ganse leven had. En de wereld-oorlog hoe naargeestig is deze ontzettende ramp in het dikke boek ver werkt. Bladzijden van opgeschroefd kranten- proza, zonder waarachtige, diepe innerlike be- wogendheid, zonder de brandende ontzetting, die zeker de kunstenaar moet vervoeren tot een schrikkelik beeld van deze laaiende hellewaan zin. Bovendien vol feitelike onjuistheden, die telkens weer irriteren, omdat zij bewijzen met hoe weinig ernst zelfs deze, al zeer gemakkelik te benaderen periode „bestudeerd" is! Het is alles van een hopeloos dilettantisme... De klagelike mislukking van deze historiese onderdelen der familiegeschiedenis der Craet- sen zou misschien minder pijnlijk treffen, wan neer de roman als kunstwerk, als prozawerk geweldige kwaliteiten vertoonde. Ik heb ze tot mijn spijt niet kunnen ontdekken. Zeker, er zijn gevoelige, aandoenliike momenten, knappe psy chologiese gedeelten en het is niet te ontken nen, dat vele der figuren een sterk eigen leven en aangezicht hebben. Maar bij dieper en aan dachtiger beschouwen bevindt men, dat ook op dit gebied Ina BoudierBakker maar zelden dieper doordringt dan tot de lagen, die nog voor de middelmatige mensenkenner dadelik zijn te zien. Ina BoudierBakker heeft de hei lige en onoverwinnelike vrees van de burger- lik-fatsoenlike dame voor buitensporigheden en de al te rauwe waarheid van het werkelike leven. Onder al deze Craetsen, mannelike en vrouwelike, vinden we geen enkel slecht of minderwaardig karakter. De hele deftige fami lie vertoont geen spoor van degeneratie, zelfs raakt er geen enkele in rood vaarwater. Ze blaken allemaal van morele en geestelike ge zondheid en springen nooit uit de band: de malle dichterling en het romanties-sentimen- tele Jetje blijven ten slotte zéér, zéér netjes binnen de perken van het nog juist aanvaard bare. Van een bijna zielige wereldvreemdheid is deze doorlopende huwelikshistorie-schilde- ring, van een lichtelik belachelike bourgeois- zelfgenoegzaamheid eveneens en ongemeen mid delmatig. De middelmatigheid, die succes ver zekert en bij een middelmatig bourgeois- publiek geestdriftige toejuichingen moest ver wekken: het gaat nergens zijn begrip te buiten of te boven, het onthult niets van wat men liever verborgen houdt, het is alles dood- en doodfatsoenlik. Overigens naar mijn opvatting meer dood nog dan fatsoenlik. Rest de mogelikheid het te bewonderen als proza-kunstwerk. AchSchrijven kan Ina BoudierBak ker immers helemaal niet! Haar taalgevoel staat op een zeer lage trap van ontwikkeling en haar geweten tegenover vraagstukken van stijl en taal is nóg ruimer dan haar histories verantwoordelikheidsbesef. Zij begaat in vol komen gemoedsrust de ergste blunders tegen taal en stijl en merkt de meest barbaarse cor ruptheden van haar slordig en harkerig proza zelfs bij de correctie van herdrukken niet op. Zij schrijft„Wij liggen een soort ver lamd, zij heeft het over comitees, „door den oorlog op bezworen", zij vraagt „Heb ik daarvoor mijn kinderen geboren en grootgebracht?" Zij heeft het over „een bazuin, die den onder gang dier wereld scheen... in te luiden"! Zij gebruikt het fraaie beeld „Als een fak kel... wordt daar op eenmaal... de arbeid stopgezet." Enz. enz. enz. Het boek krioelt van de walgelikste germanismen en gallicismen. De taal is onverzorgd, de stijl is gemeenplaatsig, flodderig en slap om er ziek bij te worden. Een waar paskwil van tijd tot tijd. En dit is dan het boek van het jaar! Het boek, waarover moord en brand geschreeuwd wordt en waarvan ons verzocht wordt aan te nemen dat het een kunstwerk van allereerste rang is... Reklame en kritiek kunnen zéér sug gestief werken. Maar ik kijk graag uit mijn eigen ogen, en geen reputatie is eerbiedwaar dig genoeg om door haar suggestie een mis lukt en knoeierig geschreven boek tot een be langwekkend en belangrijk kunstwerk te bom barderen! Aangezien ds. van Dijk van hier, de moeite heeft genomen het boek te lezen en weer óver te lezen, achten wij het met velen onzer lezers, van belang (Ds. van Dijk was ook niet ver rukt) van zoo heel andere zijde een gemoti veerd oordeel over dit o.i. slappe oppervlakkig heid streelende werk, hier over te nemen uit „Het Volk". Ned. Herv. Kerkgenootschap Santpoort. V.m. 10 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „Het feest der verdrukten." (Openb. 7 13 v.) Gereformeerde Kerk te Bloemendaal. V.m. 10 uur: Ds. J. C. Brussaard. N.m. 5 uur: Ds. J. C. Brussaard. Collecte voor de Diakonie. Eglise Wallonne, Begijnehof. Dimanehe 31 Mai. 10 h. 30: Culte et Sermon. Collecte spéciale pour l'Eglise. 11 h. 45: Ecole du dimanehe. 20 h. Culte et Sermon. Vendredi 5 Juin. 20 h.Service. Pasteur Krafft. L'Eglise est ouverte tous les jours de 1017 h, Ned. Herv. Kerk te Bloemendaal. V.m. 10 uur: Ds. O. G. Heldring, van Zetten. Collecte voor de Heldring-gestichten. Jeugddienst in het Jeugdhuis. V.m. 10 uur: Mej. Barger, Bloemendaal. Jeugddienst voor Ouderen. 'sAvonds 7.30 uur: Ds. J. W. P. Ie Roy, pred- te Sloterdijk. Overveen. V.m. 10 uur: de Heer K. Koopman. Collecte voor de Heldring-gestichten. Ned. Herv. Evangelisatie te Santpoort, V.m. 10 uur: Ds. H. E. Beker, Haarlem. gesteld kan worden met de Derby of den jaar- lijkschen roeiwedstrijd tusschen de studenten- ploegen van Oxford en Cambridge, en wordt door duizenden bezocht. Evenals beroepsvoet ballers, zijn er ook beroeps-cricketters, en de elf tallen van de Counties, waaruit de groote com petitie is samengesteld, tellen hoofdzakelijk profs, die echter de ontsierende trucs van hun voetbal-collega's missen. Integendeel, onder de beroeps-cricketters leven prachtrfiguren. De ve teraan Jacq Hobbs, wereldbekend speler van Surrey, heeft den wensch te kennen gegeven van zijn contract, dat einde 1932 expireert, reeds na afloop van dit seizoen, ontheven te worden. Hobbs, die thans 48 jaar oud is, kan zich een der meest populaire Engelschen noemen. Tal rijke records staan op zijn naam. Sinds hij voor Surrey uitkwam, scoorde hij meer dan 55000 runs, waaronder 177 centuries; tevens kwam hij in 62 test-wedstrijden uit. Toch bleef hij altijd eenvoudig en hoogst bescheiden, terwijl zijn spor tieve eer het hoogste was, dat hij verliezen kon. Fender, de aanvoerder van Surrey noemt Jack een „great gentleman", en daar is alles mee ge- ■zegd. Ook in ons land bloeit een opgewekt cricket- leven. Wel telt het spel van lat en bal, bij lange niet zooveel aanhangers, als voetbal, maar toch is de belangstelling stijgende. Het centrum is den Haag, waar de H.C.C. „de groote Haag- sche" een klas op zich zelf vormt. Haar reser ve-elftal was zelfs vorig seizoen kampioen. Van krachtsverschil tusschen eerste en tweede elftal is geen sprake, misschien is het tweede iets ster ker. Er is geregeld contact met Engelsche ploe gen. Een tour van the Free Foresters staat jaarlijks op het programma, en het bezoek dezer Engelschen is telkens een festijn. Want 'dat wij nog wel van de Britten kunnen leeren, staat vast, hoewel het verblijf der Engelsche ge-inter neerden van 1914'18 veel goed gedaan heeft. Een groot aantal Engelsche officieren speelden toen in Hollandsche clubs, en hun goeden invloed ■bleef niet uit. Sinds 1918 is 't spelpeil dan ook gestegen, hoewel 'tnog eenige jaren duren zal, voor wij met John. Buil gelijk zijn. Sedert eenige jaren wordt ook in Bloemendaal druk gecricket, door jongelui van de B.V.C. Bloemendaal. Het waren J. Biijk en G. van Dam, die het initiatief voor de oprichting van een cricket-afdeeling namen. Him pogingen zijn met succes bekroond. Spoedig hadden zij een kern van goede spelers gevormd, en uitkomend in den Haarlemschen Criketbond werd al eenige malen het kampioenschap behaald. Als vriend schappelijk gespeeld werd tegen clubs, uit komende in den Nederl. Cricketbond bleek, dat met Bloemendaal niet te spotten valt; zonder uitzondering leverden deze ontmoetingen over winningen voor onze plaatsgenooten op. In G. v. Dam, L. v. d. Mey en G. Zeeuwe bezit Bloe mendaal een uitstekend bowlers-trio. H. Beijk is een cricket-keeper van erkende kracht, terwijl we in H. Eijsten, H. Beijk, L. v. d. Meij en G. Strik goede batsmen hebben. Ook het fielden is wel verzorgd. Hierin is Aat Cassu de primus, maar ook Heemskerk mag met eere genoemd worden. Een niet te snelle bowler beleeft door gaans weinig pleizier van den lefthander M. Jansen, wiens fort het is, den bal naar de boun- derij te zenden, trammer is het ,dat de crack J. Beijk dit seizoen, door afwezigheid (hij verblijft in Duitschland) zijn elftal niet aan kan voeren. Ook over ons tweede elftal kunnen we tevre den zijn. We zagen onze reserves Zaterdagmid dag in 't veld tegen een sterk C.V.H. U. Aan voerder Bosse en Walenkamp hadden niet 't minste ontzag voor de bowlery van Kroon en Rijpma, en ranselden de ballen naar alle zijden. Bosse met 50 en Walenkamp met 77 (jammer dat deze speler in 't gezicht van zijn century strandde) zorgden voor een hoog totaal. Het was haast vooruit te zien, dat de Haarlemmers, die weldra hun 25-jarig jubileum zullen vieren, dit totaal niet halen zouden. Dit schenen zij zelf ook te begrijpen, en blijkbaar hadden de bats- men het consigne „tijd uit spelen" gekregen. Dit systeem werkt de propoganda niet in de hand. Bijkans elke bal wordt „geblokt", geen enkele risico wordt genomen. Door scherp fielden trachtten de Bloemen dalers toch voor den tijd de gasten uit te krij gen. Dit gelukte inderdaad, en even voor half aOht viel het laatste cricket. Met ruim 100 runs was de wedstrijd gewonnen. Wij kunnen ieder aanraden eens aan den Bre- derodeweg (op Zaterdagmiddag) met het cricket-spel kennis te gaan maken. De spelregels zijn wel niet eenvoudig, maar in hoofdtrekken kan men de zaak toch spoedig onder de knie hebben; de finesses komen later wel. Hoofdzaak is te genieten van deze mooiste aller sporten, A. C, CRICkET. Een der mooiste zomersporten is ongetwijfeld het cricket-spel. Van een goed cricketter wordt veel meer vereischt, dan men oppervlakkig zou denken, en al is deze sport minder levendig dan voetbal, voor een goed kenner van de spel regels is er toch heel wat meer te genieten, dan van hetgeen King Soccer kan bieden. Als men in Engeland over „the King of te Sport" spreekt, bedoelt men hiermede het cric ket. De hoog opgevoerde sportiviteit bij deze sport is zoo vanzelfsprekend, dat men, bij alles wat niet door den beugel kan (ook op maat schappelijk gebied, deze handelwijze kwalifi ceert met „It's not cricket". Een „Test-match" op de „Oval" tusschen En- Jawel, mijnheer. Een voor de bank en een gelarid en Australië is een gebeurtenis, die gelijk voor een zydemagazijn Toekomstplannen. Directeur tot gevangene, die juist ontslagen wordt: En heb je nu al plannen voor de toe komst? Peter: Oef, oef, oe Henk Wim: Peter, wat? Wat is er toch gebe Iets ernstigs. Er heef plaats gehad? Peter: Neen, geluk had er wel een kunn er nog aan denk. Wim: Kerel, je mas is er dan toch gebeu Peter: Verleden' w fcooals je in de cour: raadsvergadering. Ik tegen vijf uur voorbi Daar zie ik juist teur het Raadhuis u: een paar leden van praten. Hij had in de en in de andere een Ik vroeg hem „wat het moeten torsen var hem kennelijk eenige „Ik heb geen tijd Loosjes; stap maar in vlug er van door" ze Onderweg vertelde boek was de politie-ve „derzelver aanvullinge: menigte!! Het is op mi sche Redacteur een woond, dan spreekt hij „stadhuis-» of raadhuis Wim: Maar Peter, Van der Palm sprak ver". Waarom mag rr Wat heeft dat nu me kunnen plaats hebben, wat de Dagelijksche R verordening wilde gaai Peter: Heb maar g Weest nu niet zoo h kalm vertellen. Hij ze moest gaan bestudeer* den Raad had aanbevo teneinde maatregelen het hinderlijke vervoe: meente. Hij moest di< inwinnen, vertelde hij i Wim: Dat is een goi nis zou in de gemeen Ik hoorde wel, dat uit „Van ouds het Ras om den hinder van d: Peter: Je denkt toch gadering bent, en dat rumpeeren? Laat me Wim: Als je dan m had kunnen plaats maakt me bijzonder n Peter: Ja, ja, daar vaart reed de auto m weg over. „De copie Dagelijksche Redacteu kan goed chauffeeren. maar bij de thee, als je in het belang van de keer". Maar... opeens denk ik Plots stopt hij vlak bi fiets uit Haarlem kon het hebben. De jongen O, als ik daaraan no; ontweek nog net den ging naar den jongen „Ik ben toch niet t< „ik zou tegen vijf uui gerust", zeide de Dag. spoediger klaar dan il de raadscopie den jong In Haarlem stopte bood hij me een cockta liet smaken; zelf nam de reeds vermelde rede zegt: „ik moet nog ev< teur telefoneeren". Ze langrijke dingen dingen gesprek duurde nogal Wim: Moest je het éénen cocktail doen! D Peter: Weest gerust, hij, „neem maar een tv je, dat aanbod heb ik i goede man was terug ernstig. Het scheen Hij haalde een boekje even in en zeide „vana' née verslaan", ja, dat Dag. redacteur is toch wat is hij nu krijgszuch verslaan en wat is hij een dominee gaan ver: Wim: Ik kan me ii opkeek. Je zeide zeker begrijp er niets van". Peter: Ja, dat deed zeide hij, „het smaakt lijk bedoelde hij den scheepsrecht, voegde h lachte hij me hartelijk wat het beteekent, et „Zeker vanwege den Wim: Werd je toen Peter: Zeker, zeker! uitgelegd dat het woo: term was, liet ik de t me den cocktail goed s van prima qualiteit. I taalde en ging weg. Z riep hij uit. Welgemoe Wim: Ja Peter, je ku Peter: En, je kan i Heb je gehoord, dat de nen in het hanteeren Wim: Kan dat niet er eens een patroon v< Peter: Het moet een zullen gaan schieten, wel 17 Meter. Nu, zo gevaar buitengesloten. Wim: Peter, alles go hoort, dat ze aan het s< toch maar waarschuw* buurt. Peter: Maar zeg een: de politie zich zóó flin! met den voetbal, maar Wim: Och, we zullen hopen. Maar, ik hoorde in den raad heeft gez< eenig gevaar aan kan i politie zoo goed met d< Als je zoo'n wapen politiemannen geeft, is

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4