q 15014
'erk
'Nieuwe Avonturen van
Mijnheer Pimpelmans.
AKSNG.
NING.
van alle
en
uders.
ICHTING
iJansweg
'biére,
OKKER
IAAL - TEL. 22053
Voor de Vroew.
OOTE SUCCES
'REDEN VAN
Boer van Rijk
pel in drie
ven
E OPVOERING
[ZOEN.
ij onzen dank voor
in, en geven wij de
r J. JANSSEN, dien
SHEETS»
„Be Tourist".
het Sigarenmagaz.
De Tourist.
i 1ste klas merken
garetten.
J. JANSSEN.
iat 136,
630.
ELAAN 165.
tDENHOUT.
OFFEERDERIJ
25ste Jaargang.
Het Bloemendaaisch Weekblad. 26 Juni 1931. Tweede Blad
No. 25.
LOSSE BLAADJES.
Hoover's Moratorium.
Brokjes Levenswijsheid.
Ontsanning.
AUTOMC
SCHAAKRUBRIEK.
G 28 JUNI, 8.15 UUR.
[ADEL
tSTE RANG 1.25
ten.
lefoon 11430.
:id voor fietsenstalling.
reien.
BLOEMEND AAL.
•OT VAN RENTEZEGELS.
svelend,
soliede
eis.
16512.
tls een algemeene klacht:
Wij beleven slechte tijden!
Zelfs de grootste optimist
Vindt geer, reden tot verblijden.
Handel, scheepvaart, industrie
Hebben nooit zóó stil gelegen
Landbouw, veeteelt, visscherij,
Alles heeft een klap gekregen.
'tls ontzettend en het wordt
Ook de hooge heeren helder:
Als er geen verbetering komt
Gaan wij allen naar den kelder!
Hoover in Amerika
Sprak: „de Duitsche oorlogsschulden
Zijn voor het verarmde volk
Nagenoeg niet meer te dulden,
En dit oefent invloed uit
Op de andere wereldrijken.
Laten wij daarom die zaak
Nuchter, practisch eens bekijken:
Krasse middelen tot herstel
Dienen thans ter hand genomen;
Stel dus de betaling uit.
Duitschland moet op adem komen!
'tls een groote schade, maar
Van twee kwaden kies het beste!
Algeheele ondergang
Wacht ons anders nog ten leste!"
'tls een voorstel van gewicht.
Duitschland gaat zich reeds verblijden;
Frankrijk trekt een zuur gezicht,
Wil liefst het verlies niet lijden.
Maar wanneer 't verstandig is
Neemt 't genoegen met dit stropje;
't Halve ei is beter toch
Dan 't beruchte leege dopje!
(Nadruk verboden)
Op school, in kantoor en werkplaats ziet men
reikhalzend uit naar vacantie. Menigeen is er
dringend aan toe. De laatste loodjes wegen het
zwaarst.
Vacantie zal de ontspanning brengen, welke
als reactie op inspanning voor het levens
behoud noodig is. De boog kan niet altijd ge
spannen zijn. Maar zal ieder, die straks vacantie
neemt, den boog ook waarlijk ontspannen? Of
zal hij zijn inspanning voortzetten, en haar
alleen op andere doeleinden richten?
Het wezen van de ontspanning is nog niet
algemeen bekend. Velen verstaan onder dit
woord iets, wat meer op inspanning gelijkt.
Toch is de zin van het begrip uit de benaming
duidelijk te lezen. Het beeld van den boog laat
geen twijfel over.
Men spaart den boog niet, door, wanneer
men gewend is op valken te schieten, voor de
afwisseling thans zijn pijl op een kraai te rich
ten. Men moet den boog opbergen, zoodat de
pees slap neerhangt. Dan is de boog eerst in
den toestand van rust.
Ontspanning lijkt zoo gemakkelijk. En toch
is zij moeilijker te leeren dan inspanning. Dit
weten zij, die zich bezighouden met lichaams
cultuur.
De leek ziet de bewonderenswaardigste pres
taties van den gymnast in zware toeren, waar
bij de spieren opzwellen van krachtsbetoon.
Maar de gymnast zelf ervaart dagelijks, dat er
nog zwaarder toeren beslaan en bewondert
het meest den turner, wien het gelukt, zijn
spieren volmaakt te ontspannen, zoodat alle
veerkracht er uit geweken schijnt en zij neer
liggen als wollen draadjes, die een kind weg
blaast.
Leven is rhythme en de grootste kracht ont
wikkelt de mensch, die de wetten van bet
rhythme beheerscht. Die vloed kan doen volgen
door eb en duister door licht. Hoe dieper de
slaap, te helderder het waken, Hoe grooter
de dorst, te verkwikkender de lafenis. Zal men
de sterkste inspanning kunnen verdragen, dan
moet de ontspanning, welke haar afwisselt,
volledig zijn.
Ontspannen is: de spanning wegnemen. Het
beeld van den boog is verouderd, omdat nie
mand met zoo'n werktuig meer schiet. Maar
ook de vioolspeler levert een c(uidelijke illus
tratie. Voordat hij het concert begint, spant
hij de snaren. Hoeveel verschillende liederen hij
speelt hoe hij zijn repertoire afwisselt, één ding
blijft ten allen tijde gelijk; de snaren moeten
gespannen zijn. Ontspant hij de snaren, er is
geen muziek meer mogelijk.
Het wegnemen van spanning is het weg
nemen van actie. Afwisseling van actie is een
aantrekkelijk en noodzakelijk iets en wie zijn
vacantie aan verandering van bezigheden be
steedt, doet reeds een heilzaam werk voor het
welzijn van lichaam en geest. Maar deze ver-
poozing is geen ontspanning.
Men kan geen zes weken aaneen aan ont
spanning besteden; voor de meesten is het reeds
onmogelijk, dit een week vol te houden. Ont
spanning is als een rhythmische functie iets
regelmatig terugkeerends; zij moet wekelijks,
dagelijks zelfs haar plaats krijgen in ons levens
systeem.
Het leven van den modernen mensch is vol
spanning. Steeds trekken twee polen ons weder
zijds aap. Het vóór en het tegen doen beide
een beroep op ons. Plicht en genot strijden om
den voorrang. Tegenstrijdige belangen nemen
ons in beslag. Ons gevoelsleven richt zich naar
verschillende kanten en wanneer het den één
bevoorrecht, doet het den ander te kort. Van
weerskanten trekt men ons aan den arm, om
onze aandacht voor zijn bizondere zaak op te
eischen. Het verleden staat op tegen het heden-
het vleeseh tegen den geest. Verstand en gevoel
strijden tegen elkaar om de heerschappij over
onze persoonlijkheid en in dezen strijd rukken
zij ons uiteen.
Wat moeten wij gelooven van de zich op
dringende wereldbeschouwingen; welk inzicht
in den economischen toestand is het ware; wie
heeft gelijk in de kunst, in de politiek?
Zoo staan al onze snaren gespannen en t is
geen wonder, dat er onder al dit strakke ruk
ken en trekken eens een snaar breekt. Dit te
voorkomen, is het doel van ontspanning.
Ontspanning is: de spanning wegnemen,
Welbewust, door een methodische daad. Ont
spanning is een kunst, waarin sommigen van
nature begaafd zijn, maar die anderen met
moeite hebben te leeren.
Van Napoleon vertelt men, dat hij, als hij bij
het te bed gaan zijn kleeren over den stoél
hing, tegelijk daarmee ook al zijn strategische
puzzles en diplomatieke problemen afgespte.
Wie onzer doet hem dit na?
Dit is de taak, welke de vacantie ons stelt.
Maar niet alleen de vacantie. Wie zich- niet
aanwent, om gelijk Napoleon eiken dag de
snaren van lichaam en geest terug te draaien,
zoodat zij slap neerhangen en zelfs de grootste
musicus er geen geluid meer uit krijgt, zal
het in den levensstrijd afleggen.
H. G. CANNEGIETER.
floor G. Th. Rotman.
Nadruk verboden.
lastm
75. Giwls aan den weg, juist in de bocht.
Daar staat een schitte'rend kunstgewrocht:
Een groot reclameschilderij,
Het maken was een heel karwei,
Maar 't is haast klaar, en Jantje Smeer
Zit voor zijn werk bewond'rend r.eer.
76. En als de arbeid is gedaan,
Besluit Jan Smeer naar huis te gaan.
O wee! daar heb je Pimpeldans.'
Nu gaan de poppen aan den dans!
Straks ziet hij nog, wat i k je zeg!
Het schilderij aan voor den weg!
77. Krak! Pimpelmans vervolgt zijn tocht 78. Het zware motorrijwiel schoot
Dwars door het sohoone kunstgewrocht;
Jan Smeer draait, van ontzetting stom.
Bij 't hooren van 't gekraak zich om,
En slaat daarbij pe> ongeluk
De kiezen van een fietser stuk.
Met beide wielen in een sloot;
Ons edel tweetal echter vloog
Daarover heen in wijden boog;
De pruikendokter viel daarbij
Juist in een trogvol spoelingbrij.
EEN WONING ZONDER SLAAPKAMER.
Bij de beperktheid van ruimte in de tegen
woordige woningen is het moeilijkste probleem
meestal het bed-vraagstuk. De meubel-industrie,
die meestal nog slaapkamer-ameublementen met
2-persoons bedden, lits jumeaux, nachtkastjes
enz. produceert, begint zich tegenwoordig toch
reeds toe te leggen op het vervaardigen van
nieuwe slaapgelegenheden, zooals divanbed, zit-
slaapmeubels enz, die overdag en 's nachts voor
verschillende doeleinden kunnen gebruikt worden
en over meerdere woonruimten kunnen verdeeld
worden, zoodat de eigeidijke slaapkamer uitge
schakeld wordt. Daar elra kubieke meter ruimte
een rol speelt, zijn de kamers meestal zoo klein
dat men er heelemaal geen groote meubelen in
kan zetten en zoo komen reeds vele menschen,
die zich aan den goeden ouden tijd verwant
gevoelen, ertoe, de storende bedden uit hun wa
ning te bannen. Een woon-slaapkamer kan men
soms op de alleraardigste wijze oplossen. Men kan
b.v. 'n knus zithoekje maken, dat men 's avonds
in twee divanbedden kan veranderen, 't Opklap,
dag gaan matras en verdere benoodigdheden
achter een gordijn, dat 'van een stemmig kastje
neerhangt. Men kan daarop boeken, een vaas
met bloemen of anderszins plaatsen. Zoo'n op-
klapbed is wel het minste plaais-innemende
slaapmiddel dat er bestaat, en wordt ook graag
gebruikt waar reeds een andere slaapgelegenheid
aanwezig is en voor een tweede niet veel plaats
meer is. Het nadeel is echter, dat er overdag
geen zitgelegenheid van te maken is.
Voor aanhangers van het tweepersoons bed, die
toch geen groote woning willen of kunnen be
wonen, is een goede oplossing gevonden in de
dubbele divan, die er overdag precies zoo uitziet
als het eenpersoons divanbed en 's nachts uit
getrokken kan worden en twee slaapgelegenheden
op dezelfde hoogte te voorschijn roept. De ma
trassen zijn niet even hoog, om het onderscheid
in hoogte van de twee divans, die overdag onder
elkaar worden geschoven, gelijk te maken.
Met de tweepersoonsbedden verdwijnen ook de
nachtkastjes. Daarvoor moet men een equivalent
zoeken, daar men naast zijn slaapgelegenheid
graag iets heeft om wat op neer te kunnen
zetten. Een menigte aardige invallen zijn
hiervoor. Kleine tafeltjes, die men ook over
dag kan gebruiken, kastjes die aan den divan
vastgebouwd zijn.
Gecombineerde meubels zijn de „derner cri'
van de tegenwoordige woninginrichters, boe
kenkastjes met ingebouwde bureaux, schrijf
tafels met vakken bestemd voor boeken,
schrijfmachine of radiotoesel. Deze voor ver
schillende doeleinden bruikbare meubelstukken
hebben ook nog het groote voordeel, dat zij
niet behoeven te passen bij reeds aanwezige
voorwerpen, maar ook later iL de woonruimte
gebracht en steeds weer anders gecombineerd
kunnen worden. De bevrijding van den dwang
om steeds hetzelfde materiaal te gebruiken is
een schrede voorwaarts, die te danken is aan
de moderne binnenhuisarchitecten.
HANDWERK OP KINDERKLEERTJES.
Op licht gekleurde linnen jurkjes staat een
bont patroon in dec kruissteek bijzonder aardig
Voor de allerkleinsten kiest men 'n doorloopend
patroon, dat het heele jurkje bedekt. Lichtgroen
en lichtgeel zijn de meest gewilde grondkleuren
voor deze jurkjes.
Als de meisjes ouder worden, Is borduurwerk in
den platten steek meer geëigend dan kruissteek
borduursel. Gewoonlijk herhaalt zich eenzelfde
motief op rok, lijfje en kraag of manchetten.
Zeer veel wordt ook Madeira-borduursel aange
bracht, uitsluitend op kraag en manchetten,
ïooral wanneer het jurkje van icrile of batist
is.
GESPIKKELDE STOFFEN.
Er bestaat plotseling een groote voorliefde
voor gespikkelde stoffen, vooral lichtgekleurde
zijde of shantung met donkerder spikkels. Daar
van worden zeer eenvoudige japonnetjes gemaakt
met een matig langen klokrok en een tamelijk
breede verlakte ceintuur in de kleur der spikkels.
(Nadruk verboden.)
VOOR DE WEEKEND.
Het wordt steeds meer gebruik om met de
weekend uit te gaan en dan vraagt menige
vrouw zich af, wat zij voor zoo'n uitstapje zal
meenemen. Meestal zal zij haar keus laten val
len op een ensemble, en wel, op een fantasie-
costuura, dat eleganter en meer gekleed is dan
het klassieke mantelpak van strenge snit. En
voor dat fantasie-costuum is wollen velours wel
het meesjj geschikte materiaal. Men weet het
tegenwoordig zoo te fabriceeren, dat het niet
veel meer weegt. Een rok met diepe plooien, een
kort manteltje met schuin opgezette zakken als
versiering en een lichte zijden blouse.
Een meer gekleed ensemble kunnen wij ons
denken van zwarte crêpe marocain met een
lichtgekleurde garneering en manchetten. Een
klokkende volant, die onder de knie begint, is
op het oogenblik zeer modern Men kan ook het
:eheele ensemble in een lichte kleur nemen,
doch dan moet men een mantel meenemen. Deze
is wijd, voorzien van ceintuur en zakken, en ge
sloten met fantasleknoopen.
NOG STEEDS BOLERO'S.
Bolero's en korte manteltjes vestigen de aan
dacht op een slank en jeugdig figuur. Men ziet
ze dan ook overal dragen als voltooiing van
ochtendenserrrbles en eenvoudige japonnetjes v.
wollen crêpe met plooien en ingezette deelen.
Doordat de bolero de lijn van het figuur tame
lijk hoog onderbreekt, staat hij het beste bij
een jeugdige verschijning. De mouwen worden
naar onderen iets wijder, een kraag ontbreekt
gewoonlijk geheel en al. Daarom wordt dikwijls
de kraag van de daaronder gedragen zomer
japonnetjes er overeen gehaald. Ook op de
luchtigste zomerjaponnetjes worden deze
bolero's of korte jasjes gedragen, wat ook
practisch is, want daardoor behoeft men geen
mantel mee te nemen.
Uit Chaplin's draaiboek.
HANS NATONEK:
DE MIJNHEER DIE ZICH IN DEN HALS
KRABT
De beroemde Chaplin-kenner Hans
Natonek heelt reeds verscheidene ar
tikelen gepubliceerd, die blijk geven
dat hij het wezen van Chaplin vol
komen begrijpt. Een bijzonder aar
dig schetsje geven wij hieronder
weer.
Hoe kan ik haar imponeeren, bedacht Charlie
Chaplin. Hij keek naar zijn beenen en liet in
zijn broekzak een paar munten door de vingers
glijden als vreesde hij, dat het geld door een
onbekend gat, spoorloos zou verdwijnen.
1- - -- Het is waar, verweet hij zichzelf, er is niet
veel bijzonders aan mij, maar tenslotte is zij
ook geen prinses, al doet zij maar zoo, want
uigueiu en uil ue nuuu een woning met ineens overdag verkoopt zij bonbons en chocolade.
Besluiteloos noodigde hij het aardige meisje
uit met hem een café binnen te gaan. Haar
strak hoogmoedig gezichtje bleef onveranderd en
het leek wel alsof zij wilde zeggen: Jij valt toch
eigenlijk niet in mijn smaak en het is maar een
bloot toeval, dat ik naast je loop, dat ik mij
verwaardigd heb om tot jouw laagte af te
dalen.
Wanneer ik een groote vertering maakte, zou
zij wel respect voor mij krijgen, dacht Charlie,
maar daar is geen kans op. Charlie kreeg het
benauwd, hij hoog de hoeken van zijn hoog boord
naar beneden, maar toen raakte het boord uit
zijn fatsoen. Het meisje glimlachte, wat spot
tend, wat medelijdend.
Wanneer Charlie op een meisje verliefd werd,
konden zijn donkere oogen aan haar mond be
delen als twee kleine Napolitaansche Lazzaroni,
doch hij bedelde discreet en wanneer zij naar
hem keek, zag hij een anderen kant pp en had
den zijn oogen een kouden onverschilligen blik.
En wanneer dan de oogen weer bedelden, zonder
hoop op een milde gave, zag het meisje het
nooit.
Charlie bestelde twee porties ijs. „Met slag
room?" vroeg de kellner. Het meisje ontwaakte
even uit haar onverschilligheid. „Zonder" zei
Charlie kalm, zonder te laten blijken hoe zwaar
hem deze twee lettergrepen vielen. Hij trommel
de nerveus op het tafelblad. „Straks biedt hij
me worstjes aan. dacht de kleine verkoopster
en trok een gezicht als een beleedigde barones.
„Schei alsjeblieft uit met dat getrommel, dat
maakt me zenuwachtig", zei het meisje. Charlie
had zoo juist de gedachte op tafel getrommeld
hoe gemakkelijk het is een meisje te imponee
ren wanneer men eenvoudig een flesch wijn
aan kan laten rukken.
Het gesprek vlotte onder deze omstandig
heden niet bijster. De oogen van Charlie, twee
kleine donkere bedeljongetjes, zochten gedachten,
woorden, kansen, redding.
Langzaam, kwam een groote sterke man voor
bij. Hij droeg witte manchetten, merkte Nussi
het eerst op ja, zij heettte Nussi en Charlie
was verrukt toen hij voor het eerst dien naam
hoorde. De statige meneer mijnheer had een
dikken, rooden nek, die zonder merkbaren over
gang in den glanzenden schedel overging. Dit be
merkte Charlie, en zijn blik boorde zich in dit
blanke kogelronde achterhoofd vast.... Statige
heeren waren hem onsympathiek. Op dat oogen
blik zei Nussi argeloos, maar toch met een ze
keren klank in haar stem, die Charlie in elkaar
deed krimpen: „Een deftige mijnheer".
„Pas maar op", zei Charlie geprikkeld en greep
Nussi's hand. Nu zal ik je' eens toonen wat ik
wel kan.. Zijn fluisterende stem kreeg een ge-
heimzinnigen klank. ,.Zie je die groote sterke
mijnheer daar voor ons?
„Natuurlijk", zei Nussi, „ik had het nog zoo
compleet te kunnen inrichten is de deugd ont
staan de ruimte door veelvuldigheid levendig
te maken.
De tegenwoordige opvatting heeft het ook
mogelijk gemaakt de oudere woningen langza
merhand te veranderen. Wie moed heeft sn het
noodige geld bezit om van oude geërfde meu
belstukken te kunnen scheiden, die- kan ge
makkelijk zijn in eet-, woon-""en slaapkamer
streng verdeelde woning in verschillende
knusse zitgelegenheden oplossen. Ja, meestal
is het zelfs al voldoende de ruimte verslindende
bedden te verwijderen. Dan nog een paar kleu
rige, bonte gordijnen, goede lichtgarnituren op
de juiste plaats aangebracht, met smaak ver
deelde kunstvoorwerpen en het karakter van
de woning is grondig en in haar voordeel ver
anderd.
HET MANTELPAK.
Het mantelpak is een bijna klassiek geworden
dracht, die zich in alle jaargetijden weet te
handhaven, en telkens opnieuw in den smaak
valt. De moderne mantelpakken kenmerken zich
dan ook alleen door een kleine verandering van
snit, een daperie bij wijze van revers en soms
een wit vest inplaats van een blouse. De nieuw
ste modellen zijn dikwijls van crêpe romain en
verder van mat en glanzend satijn of var.- bro
kaatzijde. Iets nieuws is ook, dat de mouwen
soms slechts halflang zijn; dikwijls ziet men
daaronder dan de ondermouwen van een lichte
zijden blouse.
DE HERBOREN PARASOL.
Het vorige jaar zagen wij een enkele parasol
van zwarte kant met een fluweelen rand 'en
verder parasols van shantungzijde met rose
bloemen beschilderd. Dit jaar worden het meest
parasols met zeer verschillend gekleurde bloe
men gekozen met een iets langere stok, dan wij
tot dusver zagen, en met een omgebogen hand
vat. Zoo mogelijk laat men een der kleuren met
met het toilet overeenkomen.
MODERNE HUISHOUD SCHORTEN.
Er worden de meest flatteuse en vroolijke
schorten gedragen om de lichte zomerkleeren te
beschermen bij het huiswerk. Dikwijls zijn ze van
wit katoen, in een levendige kleur bedrukt en
met wat kant langs de vierkante halsuitsnijding.
Zij worden echter ook gemaakt van shantung
met tusschenzetsels van batist en zelfs van waseh-
bare crêpe de Chine. Allerlei bedrukte stoffen met
een klein patroontje zijn gewild. Voor het wer
ken in den tuin zijn de stevigere weefsels aan
te paden, zooals cretonne; zij' hebben dikwijls
een grooten zak van voren. Ook de kinderschor-
ten zijn bijzonder vroolijk van kleur en altijd
van bitna onverslijtbare stoffen gemaakt.
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan
den Schaakredacteur,
Ged. Oude Gracht 88, Haarlem.
PROBLEEM No. 805*).
J. COLPA. (Dordrecht).
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kg7, Da7, Le7, Lf5, Fe5, d2, g2, g4, h2.
Zwart: Kf4, Td5, Fc2, b7.
4e prijs Jubileumswedstrjjd N. S. B. (1898).
LANDENW'EDSTRIJD.
De landenwedstrjjd zal dit jaar van 1126
Juli a.s. te Praag worden gehouden. Er zuilen
19 landen van de partij zijn, zoodat in 14 dagen
18 partijen gespeeld moeten worden, een ge
weldige prestatie.
Voor Nederland heeft het bestuur van den
Nederlandschen Schaakbond de medewerking
verkregen van de heeren: Jbr. Mr. J. H. O. van
den Bosch ('sGravenhage), R. D. G. van Does-
burgh (Bussum), Rud. J. Loman ('sGraven
hage), D. Noteboom (Noordwijk a. Zee) en H.
Weenink, (Amsterdam).
De ploegen zullen ditmaal volgens een vaste
volgorde spelen, welke vooraf wordt bepaald,
terwijl bij elke volgende ronde de spelers een
plaats opschuiven. De spelers hangen derhalve
niet af van den leider, zooals verleden jaar.
Jammer, dat de Rotterdammer S. Landau ver
hinderd is.
Dr. Euwe kan niet uitkomen, wegens zijn
'match met Oapablanca, welke 12 Juli a.6. te
Amsterdam een aanvang zal nemen.
OPLOSSING PROBLEEM No. 302.
F. BRANDON).
Stand der stukken:
Wit: Kfl, Dg3,. Le7, Lh3, Pe2, b3, f2.
Zwart: Kd5, Ta7, Th5, Lc6, Pb8, Ph7, a5, c7,
d3, d7, e4.
1. Dg3Xd3, enz.
Goede oplossing ontvangen van: H. de Ruyter
te Bloemendaul; H. W. van Dort, te Haarlem.
juist over hem". „Precies", zei Charlie, nu moet
je eens opletten, toe, kijk nu niet zoo in zijn
richting, deze meneer zal zich binnen tien tellen
in den hals krabben, ik beveel hem zich op het
achterhoofd te krabben, dadelijkdadelijk, ik
tel tot tienzijn stem werd bezwerend, zich
krabben zalhij moet.,., hij moet"
En ziedaar, hoe zonderling, de statige meneer
met de witte manchetten krabde zich op het
achterhoofd.
„Hoe heb je dat klaargespeeld?" vroeg Nussi
met een zweem van eerbiedige verbazing in haar
stem en zij schoof wat dichter naar Charlie toe.
Charlie glimlachte doch hulde zich in zwijgen.
Thans bedelde Nussi. Hoe goed deed hem dat.
Hij mompelde zooiets van magische krachten
en dat men niet bij iedereen op zijn gelaat kon
lezen wat hij kon.
Nussi's oogen keken Charlie thans geheel
anders aan. Voor den eersten keer in haar leven
ondervond zij zooiets als een overwinning van
den geest, zij, Nussi, voor wie uiterlijke dingen
slechts waarde hadden.
Charlie's gelaat was koel en rustig. Het is
maar goed, dacht hij, dat het kevertje of wat
voor insect het ook was, wiens doelbewusten op-
marsch van den jaskraag naar den dikken hals
ik nauwkeurig heb gadegeslagen, niet voor den
tijd is weggevlogen, doch braaf verder is ge
krabbeld.
(Nadruk verboden.)
GRETA GARBO SABOTEERT DE KUNST.
In de wereldpers is onlangs een artikel ver
schenen van niemand minder dan van den be
kenden cineast E. A. Dupont, onder den titel
„Greta pas op".
Uit dit artikel blijkt, dat „de goddelijke" op
het oogenblik in Amerika bezig is de kunst te
saboteeren. Wat is namelijk het geval?
Wel in 1908 verscheen in de wereld een nieuwe
roman „Leven en opgang van Susan Lennox".
Deze roman verwekte zeer veel opzien en
wordt op het oogenblik nog druk gelezen. Susan
Lennox is een vrouw „over wie de burgerlijke
moraal op fluisterende toon pleegt te spreken".
David Graham Philips, de (thans overleden)
schrijver van het boek teekent deze beklagens
waardige vrouw fel en levend en eindigt zijn
boek met een pleidooi voor haar en haar zusters.
Het is te begrijpen, dat dit scherpe waarheids-
lievende boek zich niet in het enthousiasme van
het Amerikaansche „fatsoen" mocht en mag
verheugen. Deze lieden voelen zich meer op hun
gemak bij de Hollywood-kitsch, die nog geregeld
wordt vervaardigd. Het is dus zooveel te meer
toe te juichen, dat een Amerikaansche regisseur
het aandurft dit menschelijke wezen te verfil
men. Echter had men hier bruten Greta Garbo
gerekend, die de rol van Susan Lennox zou ver
vullen. Greta wenseht n.l. deze onfatsoenlijke
rol niet te spelen! Of de rol moet naar haar
smaak worden omgebouwd, wat een vermoorden
van de roman beteekent, óf Garbo dreigt (voor
den zooveelsten keer) naar Zweden terug te
gaan.
In Amerika heeft men begrijpelijker wijze
de mond vol over deze kwestie. De zaak van den
overleden schrijver wordt vei^iedigd door Theo-
dor Breiser, een auteur, die om een dergelijke
kwestie in conflict is met de Paramount. Men
ziet dus, dat de goddelijke Garbo in den omgang
zoo goddelijk niet blijkt te zijn. En dat zij zelfs
.pog'ngen doet een roman te misvormen en des-
'wege de kunst saboteert.
(Nadruk verboden.)