ZALM
UPS' Klnlsinrichting en Kofferklnis
BIoemeifaaMe SMvereenigiitfl
LFaber Zn., i
Fa. C. CASSEE
Wandel I. Balm l Zn.
Viering ju
„'tKopje".
van
ƒ2.- ƒ2.-
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Ui DRUKKERIJ VOORHEEN DE ERVEN LOQSJES
DE TWENTSCHE BANK N.V.
P. VAN DER STAD
Wijnhandel
25ste Jaargang.
10 Juli 1931
Ne. 27,
Vischliandel J. BALM Zn.
VOOR KENNEMERLAND EN HAARLE
P. RUTTE
Bloemendaalsche Kopjes
en Pannekoekjes
BLOEMENDAAL - BLOEMENDAALSCHEWEG 147
EERSTE BLAD.
Agenda.
BLOEMENDAALSCHE
BRIEVEN.
iskiês&sRÊÊk
De school leidt op voor Lyceum, Gymnasium, H. B. S. Het onderwijs in
de 7e klas wordt gegeven volgens het Dalton-plan.
Prospectus bij het Hoofd der School, S. A. WILSON
S. dan onze SCHOENEN eens
S. dan onze SCHOENEN eens
LI Till IE! Sïïllit.
azijn JE DAHLIA" -
ARTISTIEK BLOEMWERK
Verbindingsweg Dlaetiiendaal, Iel. 22338
„Uitzending van Diners aan buis"
C. j. OUDE - CUISINIER
üaamrzorging „Maison Zijf
KUWtUIKCKUHUillB I1HIS
Bloemendaalscheweg 60 Bloemendaal
WSLD EN GEVOGELTE
Tel. 10188.
Bloemendaalscheweg48
Telefoon 22444.
De Gebeurtenis van de Week.
Dankbaarheid voor rijke zegeningen door God
geschonken
Herdenking van hen die heengingen
Mej. Barger spreekt de gedachtenisrede uit
Onderscheidene van waardeering getuigende
spraken en aanbieding van geschenken
toe-
Het Bloemendaalsch Weekblad
Middenmooten VERSGHE HOLL.
ZALM 2.— per pond.
Bloemend.weg 60 BLOEMEN DAAL
Anno 1861 Telef. 23280 (2 lijnen)
Bezorging in den geheelen omtrek
ADVERTENTIÊN
Advertentiën per regel f 0.15
Vraag en Aanbod, 4 regels f 0.35, bij vooruitbetaling
Elke regel meer f 0.10
Advertentiën bij contract belangrijke korting
VOOR REDACTIE, ADMINISTRATIE
- EN ADVERTENTIEN
wende men zich tot de
Ged. Oude Gracht 88. Haarlem Telef. 10144
ABONNEMENTEN
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1.75
Per-halfjaar,
Bloemendaalscheweg 58-71
Tel. 22184
COMESTIBLES
FIJNE VLEESCHWAREN
DELICATESSEN
Heelt U onze heerlijke
al geproefd???
IETS FIJNS BIJ DE THEE
WETTIG GEDEPONEERD
Advertenties kunnen tot uiterlijk Donder-
Jags tien uur worden aangenomen.
Ingezonden stukken vóór Woensdag 13 uur.
Klachten over de bezorging richte men recht-
itreeks tot de Administratie.
Cinema Palace. lederen avond 8 uur 15: Marine-
pronkstukken. Op het Tooneel: Karin Zoska,
Russische dans-attractie.
Luxor Theater. lederen avond 8 uur 15:
Beschermt Uw dochters! en De moord in de
10de straat.
Rembrandt Theater. lederen avond 7 uur en 9
uur 15: Salto Mortale.
(Nadruk verboden.)
Een woord vooraf.
Onze lezers zullen in dit en volgende nummers
onder bovenstaanden titel brieven vinden, gewijd
aan onderwerpen van dezen tijd en van maat
schappelijk belang, hetzij voor ons land, hetzij
voor het algemeen. Dragen zij geen ander on
derschrift dan een T„ dan zijn ze van de hand
van onzen hoofdredacteur mr. P. Tideman; zij
zullen zich uit den aard der zaak meer dan eens
bewegen op grensgebieden van het Recht. Voor
de eerste maal veroorlove men hem een per
soonlijk woord van dank te richten tot hen, die
zijn 60 jaren oud worden hebben aangegrepen
als een gelegenheid hem een blijk van belang-
steling of waardeering te geven.
Red. BI. W.
I.
Wie wat van de wereld wil begrijpen, zal moe
ten beginnen zichzelf weg te cijferen. Wie daar
na iets voor anderen wil doen, zal zielmelf moe
ten vergeten. Doch wil hij tevens voor anderen
iets zijn, dan moet liij zichzelf zijn. Zichzelf te
zijn en toch niet aan zichzelf te denken; te han.
delen, te doen wat plicht en rede voorschrij
ven en daarbij toch zich niet te vragen: wie
ben ik, waarom doe ik zoo, in wie is de Rede
bezig aldus te doen? dat is het v«re werken en
is ook: gelukkig zijn. Wanneer het mij gelukt
is na mijn N. G. Tjid, waarin een overmaat van
zelfverzekerdheid het leven mijner medemen-
schen om mij afsloot, door raad en daad dan
dezen dan genen het leven te verlichten of hen
te helpen, dan is dit mij, na een leven als een
leerschool van zelf over mijzelf geroepen ram
pen, alleen gelukt door mij van mijzelf Af te
wenden en te trachten op te gaan in uw aller
Gemeenschap. Dat was en is geluk, in de eerste'
plaats voor mij. Want eene schadelijke maat
van zelfverzekerdheid wordt overmoed, en over.
moed wordt smart, en smart wordt lijden, zelf
vernedering en inkeer.
Zoo dichtte ik na genoemden tijd, als voor
woord voor een nimmer uitgegeven bundel:
„Ruwe Vegen en Pennestreken"
Leest dit niet, die zoet en lieflijk
Draagt in 't herte een gerieflijk
Beeld van God, Uw welbeminde.
Al wat koud en ongevoelig
Draaft ter helle en wil spoedig
Zinken in het lichtloos Niet,
Laat een zelfden adem varen,
Als neerstreek op deze blaêren.
Hieraan is alle hybris vreemd, en ik kan
ze nu niet vinden, zoo weinig had ik er op ge
rekend door de omstandigheden, Van der Goes,
Kalff Jr., Anthonie Donker, Frans Coenen e.a.
weer uit deze oude tent te worden gelokt, na er
door deze onvriendelijke heeren eerst weer te
zijn iDgedreven (in effigie althans), verschil
lende der gedichten van dien onuitgegeven bun
del, ademen ook wel een anderen geest dan de
voor Anthonie c.s. „onbegaanbare" Stémmtogs-
allcëen, waarop ze na bijkans 40 jaren nog hun
teenen stooten. Doch ik heb noch met deze ge
dichten, noch met het bundelen der oude de
wereld ooit vermoeid, zoodat het op z'n minst
onhoffelijk is dat dezen nu mijn naam daarmede
thans in opspraak brengen.
Zijn zij de marine" om de N. G. geschiedenis
te schrijven? Wat hun toets? Echtheid, ge
ïnspireerdheid, of zo. .vloeienr ïeid? Wat hebben
ze onderzocht? Waar is hün intellectueele pas
sie? Als die bestaat, waar is ze op gericht? Heeft
Diepen.brock hen ingelicht, of Thym of Boeken,
Royaards? Wie van hen weet, dat Coenen toen
een fijne zwakke was, die zich blind staarde' op
Flaubert? En Van der Goes? 'k Heb bij mijn
weten dezen nooit ontmoet. Zijn naam werd bij
de N. G.'ers van den militanten natijd nooit ge
noemd. Hij was beschaafd lettré, of eigenlijk hij
was 't al geweest. Wat Donderdagmaar laat
ik niet in 't oude zeer vervallen. Mijn zooge
naamde Nieuwe Gids tijd! Tijd van eigengereid
heid en Atlas-gevoel; wilde ik niet de as van het
wereldgebeuren een paar graden omzetten? Heb
ik niet reeds toen vele vrienden gemaakt, die
ik nog heb, en vele vijanden, die blijkbaar nu
nóg, tandenknersend en scheldwoorden preve
lend mijn naam „ijdelijk gebruiken"? Ik kan mij,
dit bedenkende, zelf moeilijk indenken, dat het
alles niets was wat ik dicht en deed en schreef.
Maar wat doet het er toe? Zelfs de meest in
telligente van hen, Anthonie Donker, kan geen
reputaties, zelfs geen kwade, vestigen. Dat doet
de Tijd, die ook de tand reeds in zijn werk ge
slagen heeft. Ad fundum, vriend! Moge het U
gegeven zijn op Uw 60ste jaar mij na te zeg.
gen:
Te voren zong ik een weligen waan,
En met verbeelding, liefderijk belaên
Mijn wondere Leven deed i-k, die geboren
Uit menschen, 'door der Liefde kus,
verhooren.
Mijn bede om Schoonheid voelde en in
dien licht-
Krans aangeheven, waar ten Hemel ligt
Der Zielen Zee en franje van geluid
Staêg daalt op stijgenden ais hemelsch
fruit,
Vloot eindelijk een vlot gelijk op 't deinend
meer van Contemplatie
En muziek zachtekens van engele'r eeuwig
mijmerende Gratie.
Nu daal ik weer terugga naar de wereld
Als een fontein, die in zijn toppe perelt
Vanfiefde en lioht, dan stralend op 't gelaat
Der moederaard valt en weer opwaarts gaat.
En gij allen, die mijn zestigsten verjaardag
voor mijn lieve vrouw, mijn dapperen jongen en
mijzelven tot een feestdag hebt gemaakt, het is
eigenlijk voor U, dat ik mij weer eens even
bezig heb gehouden met mijzelf, mij weer eens
even heb laten gaan, op gevaar af om, en nu
in het gezicht vau de haven opnieuw te stran
den! Velen van U hebben mij in woord en daad
vóór of op 27 Juni 1931 iets gegeven van zich-
zelven, ik heb getracht U na te doen, te
evenaren; hebt dank, hebt hartelijk dank. Maar
punctum nu, een volgend maal niet wederom
aldus. Ook hiervan geld: Foeta non dolet, maar
finiri oportet.
P. TIDEMAN.
(Volgens Henri Polak nu een deftig advocaat,
wie lacht daar, in een der schoonste dorpen van
ons hemelsch aardrijk, Nederland). Het ga U
wel. En thans allen weer aan den arbeid.
II.
Minister Donner, volens naar zich laat den
ken op aanstichten van den heer Nolens, heeft
eenigen tijd geleden een ontwerp van wet bij on
ze volksvertegenwoordiging aanbangig gemaakt
(het afdeelingsverslag der lie Kamer verscheen
j.l. Donderdag in de ochtendbladen) tegen sma
dende Godslastering en het tegen smadelijk
krenken van godsdienstige gevoelens,
Studie van dit onltwerp en van de werking
van soortgelijke bepalingen in een naburig
land (het ontwerp schijnt grootendeels ontleend
aan 166 van het Dui-tsche Strafwetboek in zijn
voorlaatste redactie) geven als van zelf aan
leiding tot de volgende opmerkingen:
Het strafrecht is een tweesnijdend zwaard.
Het is nadeelig voor staat en maatschappij
zijne werking uit te breiden buiten den kring van
algemeen erkende en strikte noodzakelijkheid.
Het belijden van meeningen op het gebied van
den. godsdienst met volkomen vrijheid is hier te
lande een recht, dat door den Staat grondwet
telijk den ingezetenen wordt gewaarborgd (G.
W. a. 168) en dat in be teekenis niet onderdoet
voor de hun evenzeer bij Grondwet en Wet ge.
waarborgde rechten van de vrijheid der persoon
lijkheid (G. W. a. 4; B. W. a. 2 al. 1; ib.
al. 2), vrijheid van drukpers, vrijheid van
vereeniging en vergadering, vrijheid tot het
aangaan van verbintenissen, die niet uit
drukkelijk bij de wet zijn verboden of
krachteloos verklaard enz. De wet heeft
op dit gebied ten onzent volstaan met en door
strafbepalingen gesanctioneerd: A. het bescher
men van den openbaren godsdienst tegen 1°
verhindering of verstoring van godsdienstige bij
eenkomsten en plechtigheden (Sr. a. 145. 146),
en 2° het bespotten en beschimpen van bedie
naren van den godsdienst- in geoorloofde functie,
en van voorwerpen aan 'èen geoorloofden eere-
dienst gewijd; B. de bescherming van de maat
schappij en hare leden tegen de verstoring der
openbare orde en rust, die kan voortkomen uit
m-eeningsverschillen, welke de onderscheiden
Kerkgenootschappen hier te lande verdeeld hou
den (Wet van 10 Sept. 1853 S. 102).
Toepassing dezer strafbepalingen is zelden
voorgekomen. Niemand heeft ooit opgemerkt, dat
rij eene preventieve werking zouden hebben.
Blijkbaar waren zij vrijwel overbodig. De be.
schaving van ons volk is ver genoeg gevorderd,
het fanatisme (dat mengsel van idéé fixe en
heerschzucht) op godsdienstig gebied komt hier
te lande te sporadisch voor dan dat het noodig
en nuttig zou zijn de werking der Strafwet op
dit gebied uit te breiden.
Dit geldt in het bizonder wlanneer het gaat om
invoering eener strafbepaling, die als de voor
gestelde in uitlegging en toepassing tolt groote
onzekerheid en ongelijkheid aanleiding moet
geven.
Aangenomen dat de begrippen smalend en
krenkend eens beteekenis hebben die niet kan
worden misverstaan, dan kan ditzelfde toch be-
H Wilt U gemakkelijk loopen, probeert 0
e
o
9
MAAT- en REPARATIE-INRICHTING
Kleverparkweg 154
Tegenover de Middelbaar Technische School
le Has Heeren- en Dameskleermakcrü
Opgericht 1903 Telefoon 10303
STEEDS HET NIEUWSTE in stoffen er<
modellen Prijzen billijk
94»-
Origineele ontwerpen voor tuinaanleg.
BRUIDSWERK - KRANSEN
Bekroond met hoogste onderscheiding
W. ftEUNDSR.
Jordensstraat 74, Haarlem, Tel. 13132
Prijscourant wordt op aanvrage toegezonden.
Dames- en Heerenkapsalons
Bloemend.weg 232 b.h. Postkantoor.
Tel. 10908 Overveen.
Zandvoort, Badhuisplein 3, Tel. 106
godsvoorstellingen, door hem als bekrompen ge
voelde godsdienstige gevoelens te helpen verfris-
schen en te verruimen? Zgn. atheïstische stroo-
mingen richten zich dikwijls meer tegen een
bepaald door haar verworpen begrip van God,
dan dat zij al wia-t in het woord God gedacht is
zouden verwerpen. Of is godsdienstig terrein het
eenige menschelijke gebied, waarop kritiek en
ontwikkeling (die verruiming en veredeling kan
beteekenen) niet toelaatbaar zijn?
En wederom, welk begrip (totellectus) bezit,
zwaarlijk worden gezegd van de hoofdbegrippen j la-achtens opleiding of ervaring, de Nederland-
J ge_
TELEFOON 23280 (2 lijnen)
Overal schoongemaakt thuis bezorgd.
Opgericht 1870.
KL. HOUTSTRAAT 136, HAARLEM
j Ook bjj de beoordeeltog van do vraag: heeft in
naam God beteekent vermoedelijk van oudsher geval objectief krenking plaats gevonden
het to het offer aangeroepen wezen; deze naam j van „godsdienstige gevoelens" zal het openbaar
is hier te lande vooral gebruikelijk voor het daka{; daarover voor den strafrechter, in omge-
Voorwerp van geloof en vereering der Christenenen sfeer die daaTOp niet zijn ingesteld, naar
in den zin van den aanhef van de 37 artikelen j
der oude Nederlandsche Geloofsbelijdenis opge. j
steld door Guido de Brés: „Wij -gelooven mei het
hart en belijden met den mond, dat er is een
eenig en eenvoudig geestelijk Wezen, 't welk wij
God noemen."
O.i. is het Godsbegrip, voor zoover dit in onze
Staatsregeling toepassing vindlt geen ander dan
dit en dus van zuiver protestantschen oorsprong.
Kunnen ook onze roomsch-katholieke la-nd-
genooten zich met dit begrip van het Hoogste'
Wezen vereenigen?
Of kunnen omgekeerd onze protestantsche
Ian-dgenooten zich vereenigen met het roomsch-
katholieke Godsbegrip zooals zich dit in de r.k.
theologie, pauselijke breven, allocutie's, staats-
en opvoedkundige stukken der laatste halve
eeuw heeft ontwikkeld? En hoe staan onze land-
genooten, die noch Protestant noch Roomsch-
katholiek zijn tegenover dit begrip?
Of is ons land voor dezulken een afgesloten
gebied, dus om niet van de Joden te spreken
voor Mohammedanen, Boeddhisten en aanhan
gers der andere over de aarde' verspreide gods.
diensten en eerediensten?
Welk eene opleiding in theologische vraag
stukken onzer land genoot en in rechterlijke func
tie onderstelt een regeertog, die aan hen ter be
oordeeling wil geven of naar dit begrip „God"
is gelasterd of iets anders?
Daargelaten of het Hoogste Wezen gelasterd
kan worden door den gertogen mensch, voorziet
de regeertog niet, dat juist door de juridische'
debatten die zij aldus voor onze hiertoe niet op.
geleide Rechterlijke macht ontketent een drei
ging voor herhaald naar beneden halen en ver
groven van de beste gevoelens en gedachten der
Menschheid?
Aangaande het begrip „godsdienstige gevoe
lens" geldt hetzelfde, met dien verstande, dat de
opvattingen der verschillende gezindten omtrent
den inhoud van het begrip „Godsdienstig" nog
veel meer uiteenloopen dan die omtrent den in.
houd van het. begrip „God". Maar bovendien
komen daarbij twee vragen: 1° zijn de woorden
„godsdienstige gevoelens" niet (even-als de woor
den „godsdienstige meentogen" van art. 168 der
Grondwet) te lezen als: „gevoelens nopens den
godsdienst"? En zoo ja, hoe zal men dan zonder
met artikel 7 derzelfde Grondwet to strijd te
komen b.v. den door anderen atheïst genoemden
vrijdenker de vrijhei^ om zijne gedachten en ge
voelens te openbaren kunnen waarborgen, wan
neer hij tracht hem verouderd voorkomende,
iwü vreezen, juist er toe bijdragen, dat godsdien
stige gevoelens worden gekrenkt en bezoedeld en
dreigt het tegendeel te worden bereikt van het
doel waartoe deze regeering zich heeft gezet.
Met erkennen van de eerbiedwaardigheid van
de bedoeling der regeering achten wij het
beoogde ingrijpen van de wetgevende macht op
godsdienstig gebied, een neerhalen van God en
godsdienst in den waren zin des woords, voor
ae burgers een bron van twist en tweedracht
en dit wetsontwerp mitsdien verwerpelijk.
Verzoening door Godsvrucht en liefde onder de
leden der Maatschappij zou door deze of eene
soortgelijke wetswijziging eerder worden tegen,
gegaan dan bevorderd,
T.
Deze week was het de week van herdenking
van het 25-jarig bestaan van de middelbare
school voor meisjes ,,'t Kopje". Dinsdagmid
dag had een feestelijke samenkomst plaats in
het jeugdhuis aan de Donkerelaan. Van alle
zijden waren de reünisten uit het geheele land
opgekomen om de viering van het jubileum
bij te wonen. Reeds lang voor het vastgestelde
uur van beginnen was de groote zaal van het
Jeugdhuis geheel gevuld met belangstellen
den. In afwachting van de komende dingen,
haalde de reünisten verscheidene herinneringen
uit den tijd d"" schooljaren e- T-T as een
gezellig gekout en een druk geroezemoes.
Inmiddels kwamen ook verscheidene offi-
cieele personen binnen, de genoodigden. We
merkten onder anderen op: den waarnemen-
den Burgemeester van Bloemendaal, wethou
der J. C. Laan met den wethouder van Onder
wijs, dr. J. Th. Bornwater als vertegenwoordi
gers van het gemeentebestuur; mr. F. J. D.
Theyse en C. J. Bruyn, resp. voorzitter en se
cretaris, als vertegenwoordigers van „Bloe-
mendaal's Bloei"; den heer C. W. de Visser,
voorzitter der Commissie van Toezicht op het
M." O.; leden v. h. Sdhoolbestuu; dr. C. Brou
wer, namens gecommitteerden bij bet eind
examen der school en den heer W. F. G. Sank-