De Groot-Nederlandsche gedachte in de praktijk Het Bloemendaalsch Weekblad, Heeft de opvoeding invloed op het karakter? Moderne maagdenroof. De man. SPOR door HERMAN VOS, leider der Vlaamsche Nationale Kamerfractie te Antwerpen. Zuid-Nederland, eeretitel van historische voor naamheid, zoo leerde ons Pol de Mont. Zuid-Nederland, dit is, deel van het groote Nederland dat, in wording en ontwikkeling één kultureel territorium vormt. De Vlaamsche beweging, zoo meenen wij, is maar uiting van éen particularistisch provincia lisme, dat uit den tijd is, indien zij niet streeft naar een samengroei met het heele Nederland- sche stamvolk en zijn beschaving. Deze laaste ontplooit zich in haar volheid in onzen tijd voorloopig alleen in het Noorden. Vrij van de taaiverdrukking willen wij losse vormen van staatsontwikkeling scheppen, die in het Zuiden aanleuning bij en aanschakeling met het Noorden mogelijk maken. De Nederlandsche taal is de onze. Zoolang eenig beletsel in den weg staat tegen het zich volledig uitleven in die taal voor de Vlamingen, zullen zü daarmee moeten opruimen. Men too- vert die beletselen met geen slagwoorden weg. Indien men mij vraagt, of de Groot-Nederland- sche staat het ideaal is, dan antwoord ik on dubbelzinnig: jal In het kultureele ligt elke intégratie van wat functioneel bij elkaar hoort in de lijn van een gróotere „efficiency", zooals dat voor het econo mlsche evenzeer het geval is. Daarmede heeft men nog niemendal gezegd over den vorm, waarin die staatkundige intégratie zal gebeuren. Het is onhistorisch gedacht waneer men daar bij uitsluited een eenheidsstaat op het oog heeft. Wat de toekomst aan mogelijkheden van politieke organisatie in zich bergt, gaat ver uit boven die ééne mogelijkheid. En aan den ande ren kant, is deze op dit oogenblik volstrekt niet actueel, in den zin dat haar verwezenlijking niet enkel om redenen buiten ons, onwezenlijk en zelfs ondoelmatig is. Het kan best zijn, dat, zooals dr. Moller het in zijn rede voor het Dietsch Studenten Verbond te Utrecht zei, indien er ooit nog eens een groote oorlog komt, er één van twee gebeurt: of de groote Nederlandsche staat ontstaat, of de Nederlandsche nationaliteit verdwijnt. Indien er voor alle volken redenen bestaan om alle krachten in te spannen voor de uitban ning van den oorlog, voor de kleine volken, die de „geschovenen" zullen zijn meer dan de „schuivers", zijn zij bijzonder dwingend. En daarom kan de derde mogelijkheid, waar over de Noord-Nederlandsche spreker het had, ons alleen bezig houden: het Groot-Nederland- sche volk als een geestelijke eenheid vormen. Want, als zoodanig bestaat het niet. Er is op leiding, opvoeding noodig om hat Noorden, misschien daar nog het meest en het Zuiden, tot het besef van die eenheid te brengen. Elk werk, dat dit besef bevordert, is Groot- Nederlandsch werk bij uitstek. Op welke wijze kan het geschieden? Niet door het voorbijzien van conflicten, van belangen, geestelijke en stof-' felijke, die niet in evenwicht zijn, maar in even wicht moeten worden gebracht, maar door naar een oplossing van die conflicten vooreerst te streven. En in dit verband is daar het verkeers- geografische vraagstuk dat voor de Groot-Ne- derlandsche eenheid, naar het mij voorkomt van beslissende beteekenis moet geacht worden. Een oplossing daarvan brengt de mogelijkheid van het lasschen van Noord- en Zuid dichter bi), dan het best uitgewerkte schema van een Groot- Nederlandschcn Staatop het papier. En elke bevordering van het op peil brengen van ons intellectueel leven met dat van Noord- Nederland evenzeer. En daarop moet de nadruk vallen van elke practische Groot-Neöerlandsche politiek. Laat hierbij dan maar eens Antwerpsche trots spreken, en vastgesteld zijn, dat er in de Sin jorenstad in den kring van de Vlaamsche Na tionalisten aan die Groot-Nederlandsche een heid metterdaad en verdienstelijk gewerkt wordt zooals op dit oogenblik nergens anders. De Volkshoogeschool Herman Van den Ueeck, die in goede handen is, heeft voor dit jaar éen programma opgesteld dat naar omstandigheden een model mag geheeten worden. Ziehier nu het beste van Nederlandschen we- tenschappelijken arbeid veelal door de besten in de eigen taal geboden. Het Nederlandsche eenheidsbesef doordrenkt om zoo te zeggen de zen arbeid. Met een lezing van een in het Noor den en het Zuiden als autoriteit in de taalkun de erkenden geleerde Prof. dr. Willem de Vree- se, is zij dit jaar geopend geworden. Met den Bond van Nederlandsche Volksuni versiteiten is de band gesloten. Op zooveel dat aan onze beschaving de eigen gestalte geeft, wordt in de talrijke lessen ge wezen: de Nederlandsche Kunstgeschiedenis een studie-obiect bij uitnemendheid van onze eenheid den cyclus over Fransch-Vlaanderen het scheidingsproces van Noord en Zuid in de 16e eeuw, de economische aardrijkskunde van deze landen, enz. En verder, over het heele gebied van de we tenschap gaat de intellectueele speurtocht. We tenschap in en door onze taal voor den bree- deren kring van degenen, die de algemeene vor ming bezitten om uit dit waarachtige hoogere onderwijs hun voordeel te halen. Ik geef meer om een dergelijke actie dan om alle geschetter over Groot-Nederland. Want hier wordt de aan sluiting gezocht met de levende krachten van het denkende Groot-Nederland. Bravo voor zulk werk! Dat men een derge lijke inrichting op de been kan brengen en bloeiend maken door eigen krachten, het is een teeken dat er toch wel wat meer geestelijke im puls zit in de VJaarnsch-nationale scharen, dan de tegenstrevers het zouden willen doen geloo. ven. (Nadruk verboden). moedsgesteldheid zeer ongunstig beïnvloed! Over het geheel genomen, zou men dus kun nen zeggen, dat bij „echte" tweelingen de mis dadige aanleg van den een een zeker teeken is van dezelfde neigingen bij den ander. Toch is in zoo'n geval beïnvloeding door derden niet bui tengesloten. Een van de „echte" tweelingen, die door Professor Lange zijn bestudeerd, had even veel op z\jn kerfstok als zijn broer, doch toen hg met een goede en flinke vrouw getrouwd was, veranderde hij zijn levenswijze en werd zeer godsdienstig. Thans tracht hij zijn broer te bekeeren, doch zonder succes. Een zonderlinge proef. Tenslotte Willen wij nog een merkwaardige proef mededeelen van Dr. A. Gesell van de Yale universiteit. Hij heeft gedurende meer dan twee jaar een paar verweesde tweelingzusjes in zijn laboratorium waargenomen. De overeen komst in de ontwikkeling der beide kinderen was verbazingwekkend. Vrijwel op hetzelfde uur begonnen zij naar voorwerpen te grijpen en de nieuwe bewegingen, die zij zichzelf leer den, werden dikwijls op hetzelfde oogenblik ge daan. Ook de volgorde van de verschillende be wegingen en van de klanken, die zij leerden uitspreken, was dezelfde. Een van de sterkste staaltjes deed zich voor, toen de kinderen 44 weken oud waren. Zij grepen naar een lepel, zwaaiden ermee door de lucht, namen hem in de andere hand, wreven ermee langs den zij kant van hun babystoeltjes en sloegen er ten slotte op dezelfde wijze mee op hun tafeltje. De bewegingen en de volgorde daarvan kwamen nauwkeurig met elkaar overeen. „Het was verbazingwekkend, een weinig min der dan griezelig", schrijft Dr. Gesell erover. „Het scheen of zij gedreven werden door den zelfden innerlijken drang". In vele kleinigheden deden de tweelingzusjes trouwens hetzelfde. Zij moeten dus lichamelijk en geestelijk zeer sterk met elkaar overeenkomen; immers ds kans, dat twee kinderen uit louter toeval al die bewegingen op dezelfde wijze en in dezelfde Wat de tweelingen ons leeren. Karakters blijven ondanks jarenlange scheiding gelijk. Maar het verstand ontwikkelt zich bij den een beter dan bij den ander- Door Dr. H. WESTERMAN. Er zijn tweelingen, die volkomen op elkaar gelijken en andere, die niet meer overeenkomst vertoonen dan gewone broers of zusters. De laatste zijn z.g. toevallige tweelingen én hebben ook inderdaad niets meer met elkander gemeen dan met hun andere broers en zusters, behalve dan den gelijken leeftijd. Doch de tweelingen, die opvallen door hun sterke gelijkenis, hebben zich oorspronkelijk ontwikkeld uit dezelfde eicel, evenals men soms twee kuikens te voor schijn ziet komen uit één ei. Zulke tweelingen vertoonen niet slechts in hun uiterlijk, doch ook in karakter en aanleg, soms zelfs in hun levens loop een treffende gelijkenis. Is die gelijkenis nu aangeboren of verkregen? Worden de per soonlijkheden aan elkaar gelijk, doordat even oude kinderen uit hetzelfde gezin dezelfde kan sen krijgen, of ontwikkelen zij zich in dezelfde richting onafhankelijk van hun opvoeding? Dit kan men uit den aard der zaak slechts nagaan in die gevallen, waarbij de kinderen op jeugdi gen leefjjd van elkaar gescheiden werden en een verschillende opvoeding kregen, wat inder daad eenige malen voorgekomen is. Dr. New man te Chicago heeft drie paar tweelingen ont dekt, die bij verschillende pleegouders zijn op gevoed en eerst als volwassen menschen weer vereenigd werden. Hun geschiedenis is zeer merkwaardig. De eerste geschiedenis. Het eerste paar tweelingen, de zusjes A. en O., werd op den leeftijd van 18 maanden ge scheiden en aan verschillende pleegouders ge geven. Die van O. gingen kort daarop naar Ca nada, doch A. bleef tot haar achttiende jaar bij haar Londensche pleegouders en ging toen pas naar Canada om met haar tweelingzuster samen te wonen. Zij ontvingen vrijwel dezelfde schoolopvoeding, doch het leven in Londen ver schilt zeer sterk van dat in een klein plaatsje in Canada. Zijn de tweelingzusters nu nog aan elkaar gelijk? Wat hun uiterlijk betreft, gelij ken zij nog steeds sterk op elkaar; alleen de vorm van de ooren is iets anders. O. is rechtsch en A. is linksch, doch dat komt vrij dikwijls voor bij tweelingen. Slechts de gelaatsuitdruk king is anders als gevolg van de zeer verschil lende omgeving, waarin de meisjes zijn opge groeid en de personen en toestanden, die zij daar gezien hebben. O. had meer geleerd en was dus intellectueel meer ontwikkeld, doch het merkwaardige was. dat ook haar verstandelijke vermogens beter bleken te zijn. Hieruit zou men de conclusie kunnen trekken, dat het menschelijk verstand beter wordt, naarmate het meer gebruikt wordt. In temperament en emoties waren de tweelingen echter aan elkaar gelijk, evenals in hun levensopvatting en liefhebberijen, hoewel zij in geheel verschillenden geest warén opge voed. Dit moet zeer treffend zijn geweest voor de geleerden, die de proeven namen. Er blijkt uit, dat het verstand ontwikkeld wordt door de opvoeding, doch de persoonlijkheid en overtui ging daarvan onafhankelijk zijn, wat geheel in tegenspraak is met de gangbare opvatting. Het andere paar. Het tweede paar tweelingen waren de zusjes 'E. en G. Zü werden op tweejarigen leeftüd aan verschillende pleegouders gegeven door het New-Yorksche weeshuis, waar zij tot dien tgd toe geweest waren. De pleegouders van beiden woonden in Michigan, doch de kinderen wisten niets van eikaars bestaan af. Op zekeren dag ontdekte een kloosterzuster in een omnibus een meisje, dat zoo sprekend geleek op een van haar vroegere leerlingen, dat zij haar aansprak. Dat was het begin van een blijde ontdekking, want de tweelingzusters kwamen niet sléchts in uiterlijk, doch ook in karakter en persoonlijk- iheid geheel met elkaar overeen en waren spoe- 'dig zeer aan elkaar gehecht. Zij wonen nu sa men; de eene is assistente bü een dokter en de andere by een tandarts. Weer vertoonen de tweelingen een groote overeenkomst in uiterlijk, persoonlijkheid en opvattingen, doch in dit geval was dat niet zoo verwonderlük, waar zij ongeveer op dezelfde wijze waren opgevoed. Het eenige verschil was, dat de pleegvader van E. stierf, toen zy vier jaar was, zoodat zü slechts vrouwelijke leiding had en een eenvoudiger opleiding kreeg. Dit laatste was auidelijk te merken, ook in de kwa liteit der verstandelijke vermogens; weer bleek het verstand beter te worden door het gebruik. Het derde paar. En nu het derde paar, twee broers, die bü de geboorte aan verschillende pleegouders gegeven werden en niet door letters kunnen worden on derscheiden, omdat de pleegouders beiden de namen Paul Harold gaven. Doch laten wij hen X. en Y. noemen. X. is zijn leven lang in een groote stad geweest en Y. op een klein dorp. Ook deze tweelingen wisten niets van eikaars bestaan, totdat Y. begon te snuffelen in familie papieren en tot zijn verbazing bemerkte, dathü een tweelingbroer had. Waar ter wereld deze zich bevond, kon hü echter niet te weten ko men. Eerst na lang zoeken vond hij hem. De opvoeding der beide jongens was vrijwel precies dezelfde, doch hun persoonlijkheid en wijze van optreden zün geheel verschillend. Dit verschil moet aangeboren zijn, want zij zijn in denzelf den geest opgevoed. In uiterlijk lijken zü sterk op elkaar, doch de uitdrukking van het gezicht is geheel anders. De broers zijn ook niet bijzon der aan elkaar gehecht. De tweeling in de misdadigerswereld. Over de geheele wereld wordt den laatsten tijd veel aandacht gegeven aan tweelingen, omdat langs dezen- weg kan worden uitge maakt, in hoeverre opvoeding en omgeving- invloed op iemand hebben. Ook de kwestie, of iemand als misdadiger geboren wordt of zich later daartoe ontwikkelt, kan zoo worden uit gemaakt. Professor Lange te Miinchen heeft 30 misdadigers gevonden, alle recidivisten en onverbeterlijk, die tweelingbroers hadden. Op die tweelingbroers kwam het nu aan; waren dat ook misdadigers? Er waren 17 „toevallige" tweelingen bij en aaarbü waren er slechts 2, die eveneens misda digers waren. Dit is zeker niet meer, dan bü ge wone broers en zusters het geval zou zijn. Doch nu de 13 „echte" tweelingen. Daarvan waren er 10 even verstokte misdadigers als hun twee lingbroers, 3 waren er normaal, doch en dat maakt het geval des te merkwaardiger toen men het leven van hun 3 tweelingbroers in de gevangenis wat nauwkeuriger onderzocht, ble ken 2 der misdadigers als kind zware verwon dingen aan het hoofd te hebben gehad, waar door zeer goed abnormaliteit kan ontstaan, ter wijl de derde misdadiger zeer te lijden had van jicht, een kwaal, die het humeur en de ge Een prettige bezigheid in Bosnië. VADERS EN ZONEN. Uit Agram wordt aan de Franfurter Zeitung Zeitung geschreven: In afgelegen streken van Bosnië en Zuid- Servië is heden ten dage vrouwenroof nog niets bizonders. Vaak komt het voor, dat een verliefde jongeling, door de ouders van het uitverkoren meisje afgewezen, tot dit uiterste middel overgaat om het meisje voor zich te winnen, hg ontvoert haar al of niet met haar toestemming en brengt haar naar zijn eigen huis. Heeft het meisje een nacht in het huis van den schaker doorgebracht, dan hebben de ouders meestal geen bezwaar meer om hun toe stemming voor het huwelijk te geven. Zeiden wordt de hulp van d-e politie tegen den meisjes- roover ingeroepen. Het gebeurt echter vaker, dat de ouders en familieleden van het meisje wanneer de roof intgds wordt bemerkt, den schaker achtervolgen en hem zgn buit, weer afnemen, wat dan zelden zonder bloedvergie ten afloopt. Het bovenstaande dient, om de volgende ge schiedenis van zulk een meisjesroof begrüpelijk te maken, welke zich kortgeleden in het kleine Bosnische dorp Modric heeft afgespeeld. Het mooiste meisje van dit dorp is de 18-jarige Milka Petrovic, dochter van een welgestelden boer. Wegens haar schoonheid en misschien ook wel om den bruidsschat, dien zü zou krij gen, had zij vele aanbidders. Eén van de vurigste was Stevo Gramac, een knappe flinke jongen, die echt-er straatarm was. Hierdoor kwam het dat Milka's vader niets voor een verloving van zijn dochter met Stevo voelde en hem kort en bondig de deur uitzette. Stevo gaf zich echter niet gewonnen. Op een avond overviel hü het meisje, dat op weg naa.- huis was. Hg' trachtte haar met behulp van /er- scheidene vrienden op een gereedstaanden wa gen te brengen om dan in razenden galop met zij schoonen buit er van door te gaan. Doch op de hulpkreten van het meisje kwam de bosr Milos Stonjik af, die de jonge mannen met eenige schoten in de lucht verdreef. Hij nam 't meisje, dat half bezwymd was, mee naar zijn huis, opdat zij eerst een btetje van den schrik zou bekomen voordat zü verder ging. Niettegenstaande haar bevrijder 50 jaar was, maakte de schoonheid van het meisje zulk een indruk op hem, dat hü besloot haar voor zich te behouden. Hij sloot haar in zün huis op en begaf zich naar den ouden Petrovic om zijn goudkeuring voor een huwelijk te verzoeken. De ouders hadden hier niets tegen, daar Eilos, een nog flinke weduwnaar,als zeer welgesteld gold. De voorbereidingen voor de bruiloft werden m allerijl getroffen en Milos, tot over de ooren verliefd, „on niet genoeg naar het meisje kijken dat hü veiligheidshalve in zijn huis had gehou den. Twee dagen voor de bruiloft reed Milos naar Brod om geschenken voor zijn bruid te koopen. Daar hij vreesde, dat zg'n medeburger Stevo tijdens zijn afwezigheid Milka zou ontvoeren, verzocht hü zg'n tv/intigjarigen zoon Marko, aan wien hij reeds een kleine boerderij had ge geven op Milka te letten. De zoon beloofde dit en Milos reed naar Brod. Toen hü met ge schenken voor zijn bruid beladen terugkeerde, vond hij zijn huis leeg. Booze vermoedens re zen in hem op; hü snelde naar het huis van zijn zoon. Tot zijn ontzetting vond hij daar een vroolük gezelschap bruiloftsgasten, die hem met luid gelach begroetten. Marko had van de afwezigheid van zün vader gebruik gemaakt en zich met Milka, die den zoon liever had dan den reeds grijzen vader, in den echt laten ver binden. Voor het bruiloftsfeest had hg' het halve dorp uitgenoodigd. Ook de ouders van het meisje verschenen, zij wisten toch, dat Marko eens alles van zyn vader zou erven en dat was voor hen de hoofdzaak. De drie zusters woonden byeen en werkten van den vroegen morgen tot laat in den nacht Het was een leven vol kommer en zorg. Nooit lachte het geluk haar toe. Eensklaps werd hun een verrassing beschoren, een verrassing zooals hun moede harten zich nooit hadden kunnen voorstellen. Het moest bepaald een abuis van het lot zijn, dat het zich plotseling het bestaan der drie zusters herinnerde en haar met zulk een ongedacht geluk overrompelde. Een harer schier vergeten tantes was gestorven. En zy had zich een tante in den edelsten zin van het woord getoond, zij had haar een erfenis van wel dui zend gulden nagelaten! dat is voor zulke arme, aan ontbering gewende menschenkinde- ren een millioen. Het geluk bedelmde haar de drie bleeke zusters konden eerst ternauwer nood gelooven, dat er zooveel geld op aarde be stond. En zg belegden het geheèle kapitaal, dat zy niet waagden aan te breken, op de spaar bank. Een flauwe twijfel, of het daar wel volkomen zeker was, rees in de ziel van elk der drie zusters op. Maar toen zg' in het trotsche gebouw wachtten zg waren er alle drie heen gegaan'en zagen hoe andere menschen de in richting nog veel meer geld toevertrouwden, voelden zg zich eenigszins gerustgesteld. En in de buurt sprak niemand eenige weken lang over iets anders dan: de erfenis van de zusters. Kleine winkeliers, die hun zaakjes in de on middellijke nabijheid uitoefenden en de zusters tot dusver trotsch voorby waren gegaan, ver waardigden haar nu met een zekere ernstige opmerkzaamheid. Zü genoten nu opeens de ach ting van het geheele groote huis, waarin zü met zoovele andere familiën woonden. Zg waren niet meer zoo verlaten als voorheen; de wereld bood haar 'n vriendschap aan, die tot de kleine erfe nis in geen verhouding stond. En dat was al leen de schuld van de tante. Een kruideniertje in hetzelfde huis waagde zelfs 'n eerbare toe nadering, Hij bracht haar een bezoek en gedroeg zich zoo eigenaardig, want zoo had vroeger nog niemand zich in haar bijzgn gedragen. Spoedig ontdekte ieder voor zich, dat het eigenaardige gedrag van den kruidenier van be neden zg'n oorsprong in trouwplannen moest hebben, en in stilte vroegen zij zichzelve af, op wie hij het voorzien had. Zü onderzochten haar aantrekkehjkheden de ingeslapen üdelheid nam snel de zeldzame gelegenheid te baat om uit haar lichten sluimer te ontwaken en vonden de tegen haar gesmeede huwelüksplan- nen van den goeden man volkomen begrgpelük. Want aan het spaarbankboekje dachten zg niet. Hoe konden zij weten hoe het op de huwelüks- mark toegaat? Zij wilden het niet weten. Wèl viel het haar op, dat hü nu eerst zün gevoe lens liet spreken, maar zü weerden elke prozaï sche verdenking onverbiddelük af. De kruidenier liet het doel züner visities al daar duidelijker doorschemeren. Hü sprak met plechtige openhartigheid van zün „zaak" die slechts een klein kapitaal behoefde om een groote vlucht te nemen en zonder eenigen over gang sprak hij direct daarna met dezelfde plech tige openhartigheid van het huwelük, dat vol gens verzekeringen van vakmannen op dit ge bied, het hoogste levensgeluk beduidde. De drie zusters zagen elkaar beteekenisvol aan. En geen van drieën kon nalaten een oogje op hem te wagen. Begrüpelijk Hij was een flinke aardige man en behoorde als huwelijk3eandidaat tot de voorziehtigsten in den lande Hü toonde geen voorliefde voor een der drie zusters. Hij kon evengoed met Anna dweepen, als met Carolina of met Marie. Daarover was hij zichzelf nog niet in het reine. En hoe hij nu met alle drie op dezelfde manier koketteerde, was een kunststuk dat geen andere huwelijkscandidaat hem gemakkelijk zóó handig en netjes had kunnen nadoen. De krui denier was in een lastig parket. Hij was bereid een der zusters te trouwen, natuurlijk met een bruidschat van duizend gulden, maar- hij wist heel goed dat de erfenis alle drie in gemeen schap toebehoorde. Hij zocht daarom naar een sluw middel, om dé zusters die oplossing van zün moeilijk pro bleem te suggereeren. Hü betoogde herhaalde lijk en nadrukkelijk, dat de aangeduide vlucht van zijn zaak 'n' ronde som van duizend gulden zou vereischen, en voegde dan zoo terloops er bü, dat hü met een bedrag van büvcorbeeld dri? honderd gulden heelemaal niet gediend zou zgn. Dergelüke betoogen, telkens weer herhaald, brachten de zusters van lieverlede aan het ver stand hoe de zaak stond. En in aansluiting aan deze financieele uiteenzettingen had de kruide nier nooit verzuimd ook verder den lof der za ligheid van het huwelijk uit liefde te bezingen - Ik zou de gezellin mijns levens op de handen dragen", verklaarde hij met de grootste beslist heid en keek haar daarbij alle drie aan. zoodat geen van drieeën wist wie op zijn handen ge dragen zou worden. Op dezelfde wy'ze was hg van plan alle zorgen des levens van zijn weder helft af te wenden, zijn hart uitsluitend voor haar te laten kloppen en het haar thuis zoo ge noeglijk te maken, als eenigszins mogelijk was. Dat zeide hij zoo in het algemeen en dus kon elk van de drie zijn intrige blikken op haar ma nier uitleggen. Eidelük, op zekeren morgen, verklaarde Ca rolina, de middelste in jaren, dat er iets gebeu ren moest. Zooals de zaken stonden, oordeelde zg verstandig, kon slechts één van him trou wen, omdat hü met minder dan duizend gul den niet „gediend" was. „En het zou jammer zün hem te laten loopen, zuchtte zü met teedere, ietwat egoïstische voor zichtigheid. Zü besloten daarom eenstemmig, dat de kruidenier „in de familie" moest blüven. Maar om het lot eenvoudig te laten beslissen, wie de gelukkige zou zün, kwam haar toch als een soort van heiligschennis voor en de zaak vorderde niemendal, totdat eindelük Carolina en Marie in een onbegrg'pelüken aanval van edelmoedigheid verklaarden, zich voor de oudste op te offeren. Dat was volgens haar de eenige billijke uitweg. De oudste kwam den man toe. Zü steunden op het gebruikelüke traditioneele huweiyks- recht der eerstgeborene en deden afstand. Door deze onbaatzuchtige berusting redden zü de eer van den geheelen oudejongejuffrouwstand. Een paar weken later voerde de kruidenier de bleeke, tengere Anna naar het trouw-altaar. Het huwe lijk schonk hém niet de zaligheid waarvan hü steeds zulke verrukkelüke tafereelen had opge hangen. Anna had echter niet de minste schuld daaraan. Zij was goed, bescheiden en had haar man lief. Maar Marie en Caroling bedierven zün huiselijk geluk. Zü gevoelden zich meege- trouwd. Zü deelden immers elk met een gelijk bedrag in dat huweLjk. Zij interesseerden zich al te levendig in het doen en laten van den krui denier. Bij elke kleinigheid moest haar raad worden ingewonnen. Bü het anschaffen der meubelen moest met haar smaak rekening worden ingewonnen. Bü het aanschaffen der zii een woordje kunnen meespreken, kortom in alles wilden zii zich mengen daarop hadden zg immers beiden gegronde aanspraken „Wanneer is je man gisteravond thuisgeko men?" „Wat, zóó laat?" Je hebt hem daarover toch zeker goed de le« gelezen?" Zoo ging het voortdurend. Zü bemoeiden zich met al de lusten en lasten van het huwe lijk. Zü begeleidden het echtpaar als het eens bij hooge uitzondering naar de komedie ging. Zij klemden zich vast aan den man, zü drongen zich, als was het een zaak die vanzelf spreekt, in het huwelük in, waaraan zü met haar ver mogen hadden deelgenomen. Hü leed onder de overdreven deelname. De ge heele buurt lachte hem uit als hü over de straat wandelde tusscnen drie vrouwen, arm in arm, met de zusters, terwül zün echtgenoote beschei den aan een kant liep. „JÜ hebt hem immers den heelen dag", zeiden de blikken der zusters, „wü willen ook een man hebben." En het huwelijk zou zoo gelukkig zün geweest, want het paar had elkander oprecht lief, wan neer de zusters niet als verstoorsters in den weg hadden gestaan. Het toeval kwam hen te hulp Hü had een kleine speculatie op touw gezet, zij gelukte en hü verdiende een aardig sommetje Het eerste v/at hü deed, was de zusters zoo gauw mogelijk haar aandeel terug te betalen. Slechts noode namen zü het geld aan, de ar men, want nu bleven zü weer zonder man. (Nadruk verboden). HET MEDICIJNKASTJE. Van hoeveel belang het is een medicgnkastje te hebben, waar naast de meest voorkomende huismiddeltjes ook o.a. altijd waterstof of superoxyd (gorgeldrank) boorwater, verband middelen, bloedstelpende watten e.a. in aan wezig moeten zijn, zullen velen onzer lezeressen zeker wel eens ondervonden hebben. Niet iedereen weet echter de juiste plaats voor een dergelijk kastje te vinden en heel vaak treft men dit b.v. in een badkamer aan. Ie. We moeten zorgen, dat medieünkastjes noch aan muren gehangen worden, waarop de zonnestralen den heelen dag inwerken, noch in de nabijheid van verwarmingsbuizen, daar de warmte zeer slecht op de verschillende raedi- cünen inwerkt. Heel begrijpehjk is het dan ook dat de warme, vochtige temperatuur in een bad kamer ongeschikt is voor onze huisapotheek en we voor een koele, luchtige plaats zullen moeten zorgen. 2e. Het kastje moet zóó hangen, dat het ook 's nachts voldoende belicht kan worden, nooit mag men bij het uitnemen der medicünfleschjes op zün geheugen of tastgevoel vertrouwen, maar zal men zich inderdaad goed moeten over tuigen, dat men de gewenschte medieünen heeft igenomen. 3e. De huisapotheek zal in hoofdzaak uit „huismiddelen" moeten Bestaan. 4e. Het bewaren van restjes medicijnen in geval bij voorkomende gevallen weer te gebrui ken, biedt veel gevaar en moet vermeden worden. De houdbaarheid van medieynen is be grensd en een leek kan niet beoordeelen of zjj nog goed zgn. 5e. Indien vergift in het kastje bewaard wordt, zorge men dat de betreffende fleschjes goed kenbaar zgn door een helgekleurd etiquet. waarop behalve de naam tevens nog eens aan gegeven staat: „Vergift". 6e. Watten en verbandmiddelen moeten, om tegen stof gevrüwaard te zgn, in glazen stop- flesschen bewaard worden. 7e. Wanneer men om gegronde redenen medi cijnen bewaart, zal men de betreffende fleschjes van een korte gebruiksaanwüzing dienen te voorzien. 8e. Medicijnen behooren in daarvoor bestem de fleschjes, men schenke ze nooit over in fleschjes, die voor het bewaren van levens middelen dienst hebben gedaan. 9e. De sleutel van het medieünkastje behoort een vaste plaats te hel* en, opdat men er in geval van nood niet eerst naar moet zoeken. UIT HET KLEINE WERELDJE. Kleine hygiënische en paedagogische wenken. Groeit de baby goed? Er zün enkele dingen, waaraan men kan nagaan of een kind in zgn ontwikkeling niet ten achter blüft. In de vierde maand leert het zg'n hoofd ophouden zonder dat dit onder steund wordt. Het lacht voor het eerst hardop tusschen de derde en de vijfde maand. Het krijpt naar voorwerpen en houdt ze vast in de zevende maand en kan gewoonlijk al zitten, als het 7 of 8 maanden oud is. Als het U maanden is, moet de weeke plek bovenop het hoofd, waar de schedelbeenderen nog niet me! elkaar vergroeid zijn, zich vernauwen, om op tweejarigen leeftijd geheel verdwenen te rijn Geen poeder voor baby. Tegenwoordig gebruikt men meer zalf of olie voor de verzorging der baby's dan poeder. De huid blijft er zacht en buigzaam door en zal niet licht te droog worden, wat bij baby's zoo licht gebeurt. Ook aanstaande moeders wordt aangeraden, zich met zalf of olie in te wrijven om de huid voor kleine scheurtjes te bewaren. Als U iets belooft doe het dan ook; Denk eerst goed na, voordat gü een kind iets belooft. Een kind leert door volwassenen na te doen en hun handelwgze en opvattingen over te nemen. Als het bemerkt, dat beloften niet worden nagekomen, leert het daaraan weinig waarde te hechten en verliest het boven dien zijn vertrouwen in zün ouders. Onop rechtheid ontstaat trouwens het gemakkelijkst door een slecht voorbeeld, waardoor het kiud op het idee wordt gebracht, langs dezen ge- makkelyken weg zgn doel te hereiken. (Nadruk verboden). allen die in binnenhuiskunst inhoud geeft een duidelgk van hetgeen door de mei Dort L.O.V., Metz Co., de betimmeringen en die van H wordt vervaardigd naar planr dr. Berlage, Brinkman en Bromberg zelf, J. Brunot, H Dorp, G. Feenstra, Ir. I. P. I pen, F. Hansbrand, P. E. L. Is Frits Lensvelt, Lion Cachet, hem, J. A. Muntendam, T. N Penart, G. Rietveld, J. Roode Sluys, F. Spanjaard, P. Vork A. H. Wegerif, A. F. van de H. Wouda. Paul Bromberg geeft ee: logisch gebouwde tekst, die gebruik van het jargon, wai schrifturen over plastische l baar worden. Wü hopen meermalen in st: boeken te wüzen en danken de gelegenheid om ook op h prestatie de aandacht onze: mogen vestigen. DE OMMEKEER EN ME ROLAND HOI Van onze geniale plaatsge de N.V. Van Loghum Slate ommekeer en de nieuwe U lfsme (prijs f 2.20 en f 2.90) Voor ons is de wending in massa van het eenzijdige n van den proletariër-geest (c geest van den volledigen n wendig gevolg van de meer schouwing van geschiedenis meer en meer zich zelf bew praktische vraagstukken. E empirische, de causale w zijn gebleken onvoldoende aan het menschelijk denken niet kan buiten een helder bewustzijn van al wat ge: heeft altyd boven de ws het Licht is altijd in de dl drngen of m.a.w. niet de geeft leiding aan het lever staan wij ook het bovengeb listisch" niet dus in den z hinein voelend en fantaseer Het is o.i. een groot voori listische en voor de niet-s dat een vrouw als deze sc geestelüken ommekeer geti zeer gevoelige en veel liefh lüden der massa van onter ten heeft meegeleefd. INSPECTEUR \Y. VAN LENTBEBOUI Het Octobernummer van Volkshuisvesting en Steden Kloveniersburgwal 70, Am kort leerzaam artikel van naar over het verband tus: en gevaren voor volksgezo landschap. De heer Van I hoofdambtenaren der volks; niet door ministerieele aan: finantieele, politieke of soc hygiënische, overwegingen pelük lood heeft laten slaa JANTJE WEET EEN ANTWOORD.' Vader; Klantje, ik hoor dat jü altgd de laat ste van de klas bent. Kan je er niet voor zorgen dat Je een andere plaats krijgt!? Jantje: „Neen pa, alle andere plaatsen zijn bezet! VOETBA De uitslagen van Zonda, W.F.C.D.W.S. AlcmariaV.V.A. KinheimHaarlem De Spartaan—H.R..C BloemendaalZ.V.V. Een emotievolle Zondag Haarlem verloren, V.V.A. gemaakt, D.W.S en H.R.C Ziehier, gebeurtenissen, wi één dag stof tot napraat c W.F.C. schgnt thuis toe wonnen te kunnen wordei blgkbaar in eigen home van stapel, want evenals t men zij ook tegen D.W.S staan. En in deze periode ders weinig of niets in de ter evenwel dooft dit vu hiervan behoort de tegenj Dit heeft D.W.S. dan ooi met inspanning van alle Amsterdammers nog een ceeren. Jammer dat ook v ting de onderlinge verhoui Zelfs moest één der W.F.' kamer verwezen worden. Al zou de uitslag het moeden, V.V.A. Is niet z fer van Alcmaria gewees rood-zwarte verdedigers in onnoozele taktiek toegepa spel-val. Wanneer men zü systeem baseert, moet het geraffineerd uitgevoerd w< hing gehouden worden rr vijandelgke voorhoede. Di verzuimd, waardoor de 8 klaard kan worden. Een dit succes kon toegeschre Alkmaar-spelers Hamstra wünen. De laatste speli kracht van den D.W.S.-ai speelt hij in Alcmaria ei aanwinst voor de Noordhi 'ijkt het of de aloude j beteekenis gaat spelen, van de competitie zed be Meestentijds krijgt Alcma: Begin een groote inzinkin wen of ook ditmaal na d volgen. Eindelijk dan heeft ooi nederlaag (waarvoor al ei te pakken. Op volkomen diende wüze werden de r neim met 42 geslagen. kers ia betrekkelyk korte sprong, maar toen was l De rust ging reeds in me en in de tweede helft we: ken. Met nog twee goe< Kinheim haar superiorite wedstrijd een byzonder a verloop. Hoe langer hoe vel secaren zich in 't twe yoelm, en tegenstanders J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4