T uinarchitect C. A. Wenniger Mulder „MERLENHOVE" 1U1MÜIS i In. E. en li, VAN DEN BOSCH, Groote Prijsverlaging B. i. CASSEE 0 Zn., SPOOR'/ MOSTERD Met ingang van 1 NOVEMBER j, 1. is het bedrijf van overgeplaatst naar: CLIPPERWEG 114 - HEEMSTEDE (TEL. 28913) Ridderstr.18"™ Haarlem, Tel. 13310 31 Hatuurlijk branwstei Het Bloemendaalsch Weekblad. v.h. J. H. KRUL Jr. BURGERLIJKE STAND. TOONEEL. Uit Haarlem's Raad. Schoorsteenvegers Viool- en Piano-onderwijs Oranje Nassaulaan 9 O'veen. Plantsoenlaan 19 Bloemendaal NAAIMACHINES I. GEWOEL Ooelstraat 37 Haarlem Telefoon I3S38. Gewatteerde, Wolgevulde en Leidsche Wollen Dekens, Zijlstraat 83 Telef-11307 Zijlstraat 83 Tevens verschillende Tocht- artikelen voorhanden. Ziet Etalages Ziet Etalages Causerieën over Mystiek. PRIMA BRANDSTOFFEN PRIMA BEDIENING N,V. STEENKOLENHANDEL TEL. 11617-14106. OVERVEEN ■weder gedeeltelijk stuk gemaakt, dan wachten de beesten geen oogenblik om de aangebrachte schade aan hun woning weder te herstellen. Inderdaad deze expositie was zeer interes sant, er was veel van te leeren, terwijl men eveneens een goeden kijk krijgt op den arbeid van de wesp, die wat ijver en vlijt betreft niet voor de bij behoeft onder te doen. Een groote verscheidenheid zwammen was eveneens op deze herfstexpositie te bewonderen. De tentoonstelling werd druk bezocht. De heer Booting ging met de bezoekers rond en gaf van alles een duidelijke explicatie. Reeds nu al zien we met belangstelling een Voorjaarstentoonstel ling tegemoet. kostprijzen? In de rubriek „Taalwacht" in „Neerlandia" lezen wü Naar wij vernemen, is van de regeering het initiatief uitgegaan, om de centrale organisaties van werkgevers en werknemers bijeen te bren gen, teneinde het zoo mogelijk over een ver laging der kostprijzen eens te worden. (Het Vaderland). Het bovenstaande bericht wekt bü ons alle twijfel aan zijn juistheid. Zou onze regeering inderdaad over kostprijzen alleen gaan beraad slagen? Immers zijn kostprijzen de prijzen van de kost d.i. de voeding (vergelijk: kost en in woning vragen; kosthuis; kostganger). Wel kun nen wij ons indenken, dat de regeering over kostenprüzen, hoe leelijk dit woord ook is, lie ver nog over inkoop-, aanmaakprijzen zal be raadslagen. zendingsfilm. Op Woensdag 11 November a.s. zal in het Jeugdhuis een bijzonder mooie film vertoond worden, getiteld: Mentawei-film. Niemand verzuime dezen film te gaan zien. 's Middags om 2 uur voor de jeugd en 'savonds om 8 uur voor ouderen. hoe is het mogelijk? „Hoe is het mogelijk", vraagt men zich af, lezende het volgende, dat we vinden in de ru briek „Vlaanderen" in „Neerlandia": De klachten over de achterstelling van het Nederlandsch, door het Algemeen Commissariaat van de Belgische regeering en andere ambtelijke diensten en lichamen op de in 1930 te Antwerpen gehouden Wereldtentoonstelling, blijken trots het geschrijf in de Vlaamsche bladen niet veel indruk te hebben gemaakt op de schuldigen. Dezen stoorden er zich zoo weinig aan, dat ze, met het oog op de Brusselsche wereldtentoon stelling van 1935, hetzelfde spelletje al beginnen te herhalen. Het inrichtend comité, het comité van uitvoering, het algemeen commissariaat der regeering zijn zoo goed als geheel uit Neder landsch onkundigen, om maar niet te zeggen anti-Vlaamsche personen samengesteld. Overal in het Vlaamsche land wordt, door middel van groote paneelen, langs de autobanen en de spoorwegen, in het Fransch en, op enkele uiterst zeldzame uitzonderingen na, in het Fransch alleen, nu reeds een begin gemaakt met de re clame voor deze internationale tentoonstelling. Ook in de pers is dit al het geval en wordt het Nederlandsch, de taal van de meerderheid der bevolking van het Belgische koninkrijk, bij het adverteeren, als asschepoester behandeld. De anti-Vlaamsche driestheid der franskiljonsche heeren van het tentoonstellingscomité gaat zoo ver, dat zelfs in Noordnederlandsche maand schriften (het te 's Gravenliage verschijnende Javablad b.v.) heele bladzijden worden gevuld met ééntalig-Fransche mededeelingen, in reus achtige letters, als: „Exposition Universelle de Bruxelles, AvrilNovembre 1935", enz. 't Neder landsch achten de anti-Vlaamsche heeren waar schijnlijk te min voor hun „Exposition Univer- seile", maar de Vlaamsche en Hollandsche een ten zullen, als altijd, zeer welkom zijn. Dat vin den zij heel gewoon en de lamme goedzakken van Vlamingen en Noordnederlanders trouwens ook. Maar of het zal blijven duren? ter beschikking der justitie gesteld. Door de justitie te Nijmegen is naar hier over gebracht een man, die te Nijmegen aangehouden was. als verdacht van een zedenmisdrijf en diefstal van een fiets alhier. Onze politie had opsporing verzocht. De aangehoudene is ter be schikking van de justitie gesteld. inbraak te vogelenzang in de pastorie der r. k. kerk. In den nacht van Dinsdag op Woensdag is ingebroken in de pastorie der R. k. kerk te Vo gelenzang. De inbrekers gingen brutaal te werk. Ze kwamen door een tuimelraam in de bijkeu ken en vandaar gingen zij verder de pastorie In, nadat zij de scharnieren uit een deur, die naar het andere gedeelte der pastorie leidt, hadden geslagen. Zoo konden zij binnen door in de kerk komen. In de kerk werd het offerblok geledigd. De buit viel echter niet mede. Naar schatting be vatte het offerblok f 20. Het mag wel opmerke lijk heeten, dat de pastoor van de inbraak niets heeft gemerkt. WAT ER VERLOREN IS. Gevonden en terug te bekomen bp: De Best, Korte Kleverlaan bij Snippe, een slinger van een auto; F. J. Schouten, Dompvloedslaan 9, Overveen, een bruine dameshoed; W. Plukker, Lam. v. Dalelaan 14, Haarlem, een nikkelen ro zenkrans jn etui; Aartsen, Zomerzorgerlaan 14a, Bloemendaal, een tompouce; F. Hekker, Militaireweg 14, Overveen een dames-parapluie Kleveriaan 79, Bloemendaal, een nappa hand schoen; van Abs, Ramplaan 53, Haarlem, een zilveren damesring met steen; Den Bosch, Bloe- mendaalscheweg 192 Overveen een jong poesje, Garage Verbeek Bioemend.weg Bloemend., een jongensjas; Vader, Binenpad 21, Overveen, een blauwe studentemuts; Rijnegonlaan 35, Aerdenh. een rijwielbelastingmerk; Eben Haëzer, Bosch en Duinlaan 2a, Bloemendaal, een zilveren vul potlood; Boom, Hooge Duin en Daalscheweg 8, Bloemendaal, een groote lichtgele hond met zwart dek; aan den politiepost te Aerdenhout, een hamer en pijpsleutel van een auto; aan het bureau van politie Overveen, een rolletje gaas. TELEURGESTELDE INBREKERS. Er is ingebroken in het houten gebouwtje staande aan het Bloemendaalsche strand, dat toebehoort aan den heer Witkop. Men heeft zich toegang verschaft door een paneel van de keukendeur in te trappen. De inbreker of in brekers ving(en) echter bot, daar er in het houten gebouwtje niets aanwezig was. GEVESTIGD. Van 29 Oct5 Nov. 1931. C. Ph. Reusch, Iepenlaan 76, Bloemendaal; W. J. M. A. Eijsvogel, Zonnebloemlaan 7, Aerdenhout; E. Slaap, Dennenweg 1, Bloemen daal; G. J. Goes, Bentvéldsweg 14, Aerdenhout; Jhr. D. G. van Asch van Wijk, Dahlialaan 44, Aerdenhout; W. H. Dalmeijer, Prins Hendrikl. 66, Overveen; H. Heijstek, Kleverlaan 121, Bloe mendaal. BLOEMENDAAL. Bevallen; M. BroekmeijerVan Nes, d.; W. J. B. KarstensDernison, d. Ondertrouwd: E. B. Kaptein en A. Ujec. Getrouwd: W. A. Ch. van den Berg en J. Menet; J. Schotanus en M. Colmans. HET SCHOUWTOONEEL. DE WIJZE KATER. Boosaardig spel in 3 bedrijven van Herman Heyermans, met Jan Musch in de hoofdrol. Het is altijd een gewaagde proefneming, na tal van jaren opnieuw een tooneelstuk te gaan zien. Men beweert, dat iemand's smaak eens in' dé zeven jaren verandert, en de mogelijkheid bestaat dus, dat juist in het tusschenliggende tijdperk de tooneelsmaak een wijziging heeft ondergaan. En dat te meer, wijl de evo lutie van onze maatschappij de laaste jaren in een zoo versneld tempo heeft plaats gevonden en ook op tooneelgebied vele stroomingen ge komen zijn, andere verdrongen hebben en zelf verdrongen zijn. Wie herinnert zich thans nog de stukken, die een tiental jaren geleden gespeeld werden, voor zoover zij niet tot het klassieke repertoire be hoorden? Zij zijn gekomen en gegaan en rusten in de bibliotheken der gezelschappen, w \r geen sterveling ze meer uit durft halen. Men behoeft trouwens geen tien j ..r terug te gaan, en slechts den tooneeldirecteur te vra gen, met hoeveel schroom hij een stuk, dat het vorig jaar een redelijk succes gehad heeft, weer voor het voetlicht brengt. Hij zal u antwoorden, aat materieele overwegingen, als het nog aan wezig zijn van spelers en décors, een over wegende rol spelen bij zijn besluit. En komen deze overjarigen dan voor het voetlicht, dan verdwijnen ze gewoonlijk na een serie van hoog stens tien voorstellingen weder snel. Heijermans is één van de weinigen onder de Nederlandsche tooneelsehrijvers, wiens stukken de evolutie overleefd hebben en noe steeds ovor- leven. En dit, terwijl zijn stukken bijna allen twee factoren in zich dragen, die een verouderen in versneld tempo aannemelijk maken, namelijk ten eerste het zwaar geaccentueerd tenden tieuze karakter zijner stukken, welke eigen schap gewoonlijk maakt, dat wanneer het euvel waarop het stuk gebouwd is, door tijd of men- schenhulp de wereld uit is, ook de waarde van de tendenz verloren is. Daarbij komt, dat in Heyermans' meeste stukken figuren voorkomen, die ons thans ook als uit lang vervlogen tijden voorkomen. Alles tezamen factoren genoeg om deze stukken een kortstondigen levensloop te bezorgen. Doch daartegenover staat één eigen- VRAAGT mé I Let op het Fabrieksmerk schap, die alle anderen in de schaduw stelt. Heyermans schreef zóó zuiver tooneel, dat men bij het aanschouwen zijner stukken zich niet verwondert over anachronismen en althans ge durende het spel alle bezwaren opzij zet om zich over te geven. Een stuk als De Wijze Kater met z'n middel- eeuwsch hofleven en sterk gemarkeerde klucht figuren zou reeds lang ten doode zijn opgeschre ven zonder de vlotte dialogen en scherpe ge zegden, waarmede Heyermans dit sprookje doorweefde. En dat De Wijze Kater nog spring levend is bewees ons de opvoering in onzen Stadsschouwburg, van Maandag 2 Nov. Het amphitheater, geheel uitgekocht, en bijna uit sluitend bevolk met schooljeugd, heeft uitbon- dig van Hans, de kater, genoten en hem aan het eind juichende en brullende een catie ge bracht. Doch ook de andere rangen waren goed bezet, zoodat het een opgewekte voorstelling kon worden. Jan Musch heeft goed gedaan ons zijn unieke creatie weer eens te laten zien, al zou ik mee- nen, dat in den loop der tijden hij aan lenigheid wel wat heeft ingeboet. Doch de wijze, waarop hij zijn veroordeelingen van het gemis „mensch" lanceert, zijn werkelijk nog steeds in grooten stijl. Is het overigens niet uiterst merkwaardig, dat een geheele schouwburg brult en giert als Hans de Kater beweert, dat „de mensch een beest van een beest is", terwijl van iemand, die zulks in een openbare vergadering zou debitee- ren, niet veel zou overblijven. C'est ie ton, qui fait Ia musique. En mocht van alles, wat Hans over ons menschen de zaal inslingert, slechts een weinig, blijven hangen, dan heeft de schrijver zijn hoordt'rs, naast een uiterst genoegelijken avond, ook nog stof tot overdenking gegeven. Moge Hans, de filosophische vertegenwoor diger van het poesengeslacht, nog vaak het ge bouw op het Wilsonsplein beklimmen. Zoolang er gevoel voor humor en voor goede tooneel- kunst in ons Haarlemmers en omstrekenaren leeft, zal hij er een groote schare bewonderaars naast zijn lekker „hakje mellik" vinden. J. H. 1. „MIJNHEER HAZEN HART", ge- schap Verkade. Donderdag 29 Oct. 2. „DE BLAUWE TREIN", Rotterd. Hofstadtooneel. Zaterdag 31 Oct. 3. „BRENNENDE HERZEN", Fritz Hirsch' Operette-gezelschap. Zon dag 1 Nov. 1. Mijnheer Hazenhart is een jongmensch, die het mooie in het leven met goedigheid aan vaardt en voor pleizier op reis op een groote boot in de Middellandsche Zee. Zoo ook de be wondering voor en de blijkbare genegenheid van een lief meisje goedig over zich laat komen. Ongelukkig voor hem is, dat hij dood-verlegen is, een beetje stottert, en nog ee.n weinig scheel ziet bovendien. Dit maakt hem nerveus, ja, brengt hem den wanhoop nabij, totdat hem duidelijk wordt, dat alleen een heroische hou ding hem redden kan; daardoor zal het lieve meisje hem niet alleen genegen zijn, maar ook achten, wie weet met welke zalige gevolgen. Hij weet niet, dat de schrijver van een beroemd „damesboek" op dezelfde boot zich in een hut opgesloten bezig houdt met het samenstellen van een nieuwen onzin-roman, waarop het komt voor rekening van Jan Hay, den auteur van het blijspel! -de vrouwen, naar hij be weert, dol zijn. Eerstbeoeld hoek was hem door een vriendelijke koppellievende matrone aan boord juist ter hand gesteld om er de drie laat ste bladzijden van te lezen, en daarover met het meisje te gaan praten. Hij waagt den sprong en zegt zich te ontpoppen als de beroemde schrijver zelf; autoriteit is hij nu, populaire fi guur, wien men gaarne zijn onbeholpenheid en gebreken vergeeft; dezen immers zijn voor wie bewonderen wil slechts kleine vlekjes op het heerlijke beeld van den Held. Nu wordt de Haas een Leeuw en de Swells en andere oppervlak- ":igen aan boord herkennen niet het kleine knaagdier onder de oogenschijnlijk forsche leeuwenhuid. En het lieve meisje (dat zichzelf ook al voor maatschappelijk meer uitgaf dan ze was) valt nu met degelijken zwaai in zijne oogenschijnlijk forsche armen. Het stadium van geluk, als slechts eenmaal met volle zuiverheid in een menschenleven voorkomt, schijnt aan gebroken, maarde goedmoedige Haas-en- Leeuw komt in diens hut in aanraking met den beroemden auteur, voor wien hij zich had uit gegeven. Deze mijnheer is nu juist een leeuw in hazenhuid en ongelooflijk vermakelijk is het tooneel, dat zich tusschen beiden afspeelt. De meergenoemde matrone is juist de vrouw van den echten auteur. Zij dea ex machina in diver- sis editionibus helpt ook hier weder aan ont- warring en knoop-aandraaien, zoodat, als het lieve meisje en mijnheer Hazenhart hun waren staat aan elkander hebben bekend, het slot er aardig komt uit te zien, want de Swells, die achter het leuke meisje heenwillen, krijgen een langen neus. Het is een gezellig bedenksel, dit stuk, maar dat zou ons nog niets verder brengen, wanneer we niet in Cor Hermus als Joe Finch Hazen hart en in Paul Huf als Lemuel IC. de ichzelf ironiseerende schrijver der roerende dames- boeken twee zoo voortreffelijke spelers hadden, dat het is of de schrijver op hun spel zich tot het schrijven van dit blijspel heeft geïnspireerd. Uitstekend gesecondeerd door hen, die de kleinere rollen vervulden, heeft Cor Hermus eerst alleen en in het derde bedrijf met Paul Huf en hebben zij samen aan blijspel Creatie iets geleerd, dermate voortreffelijk, dat de juiste woorden er niet in te vinden zijn. Het ware een uitstekend stuk om te verfilmen! 2. Van „Mijnheer Hanzenhart" naar „De blau we trein" is „als een stap uit de zon" en een fijn vrolijk landschap naar een opgesmukte binnenkamer met quasi aardige menschen, met veel koude drukte, bezig aan onbenullige ge sprekken. De binnenkomer is in het tweede bedrijf het decor van een restauratie-wagen en daarom treffend vr onverwachtheid, maar daarmee is ook alles gezegd. De eenigszms clouwneske figuur van een kantoorknecht deed met zijn eetpannetjes zelfs zeer onsmakelijk. Het is ons een raadsel hoe een beschaafd man als Cor van der Lugt Melsert dit st" k heeft kunnen kiezen, of het moest zijn om er Louis Grinberg in te laten optreden, die aardige mo menten had, omdat hij nu eenmaal zelf aardig is; hij zit zelfs aardig in de tram. Laat ons hopen, dat deze trein onze stad in het vervolg voorberijdt. 3. Over Fritz Hirsch ditmaal alleen goeds. We hadden den ouden Hirsch weder terug. Ge acheveerd was alles, de costuums als steeds fleurig en frisch, maar nu ook smaakvol, de muziek oneindig veel heter dan de vorige keer toenmaar dat doet er niet toe. nü was de muziek weder muziek, niet alleen met entrain, maar genuanceerd en beschaafd, liefelijk bege leidend en niet opdringerig voortjagend. Fritz had weer als voorheen de volle genegenheid van de zaal. Wel deed Friedel Dotze niet mee, maar de vriendelijke verschijning van Hille Marat met haar zuivere dictie en goed geluid, deed het vrouwelijk element in dit fantastisch spel voldoende uitkomen. Wie van het genre der Weensche operette van voor de oorlog houdt, blijft met Fritz Hirsch in een met volle recht en rede welbemind gezelschap. T. De Raad van Haarlem zag zich Woensdag weder geplaatst voor het doorwerken van een vrij lange agenda. Gelukkig waren er vele ha merstukken onder. De voorzitter „consulteert" dan, zooals hij het noemt, den Raad over de agenda. De agendapunten waarover niets valt te zeggen, worden aangenomen en over de an dere volgt later discussie. Toen aan de orde kwam het voorstel tot ver hooging van het voor 1931 aan de Commissie voor Schoolkleeding toegekende subsidie, klaag de de heer Peper er over, dat de schoolarts, al vorens een beslissing te nemen, ter zake van het verstrekken van schoenen aan kinderen, die het wegens voetgebreken noodig hebben, eerst aan het hoofd Van de school, waarop het kind gaat, vraagt, of het gezin de schoenen waardig is. De heer Peper zeide met de hem eigen vrij moedigheid, dat het een voorbeeld is hoe „men tot misdadigheid gaat komen", indien men maar overal wil gaan bezuinigen. Hoe denkt de wet houder er over, vroeg hij. Wat deed de wet houder wien de vraag werd gesteld: de heer Roodenburg? Hij zeide, dat. op de uitdrukkingen die de heer Peper had gebezigd, hij niet zou antwoorden. Toen stond de heer Joosten op, die opmerk' te, dat we zoo langzamerhand aan de uitdruk kingen van den heer Peper wel gewend zijn, en van zijn kant informeerde hij, hoe het met deze aangelegenheid stond. Is het wellicht zoo, vroeg hij dat de schoenen niet worden ver strekt indien het gezin ze wel kan betalen? Neen, antwoordde de wethouder; het is zoo, dat indien blijkt, dat de schoenen zouden worden verwaarloosd en dus het kind er niets aan zou hebben, het beter is dat dan klompen worden verstrekt. Maar, indien blijkt, dat een voet zou worden verknoeid indien geen schoenen worden verstrekt, dan worden ze in elk geval gegeven. Bij het agendapunt aangaande de vaststel ling eener suppletoire begrooting dienst 1930, vroeg de heer Castricum te waken tegen over schrijding van begrootingsposten. Het is nu meer dan ooit zaak, zeide spreker, te zorgen dat de uitgaven blijven zoo als zij in het raam der begrooting zijn vastgesteld. Wethouder mr. Slin- genberg verklaarde, dat de hoofden van takken van dienst een aanschrijving zouden krijgen om met de uitgaven binnen de perken der begroo ting te blijven. Bij het agendapunt ter zake verkoop van het perceel Kenaupark 8, dat een eigendom der ge meente is, voor f 20.000. (Het ligt in de bedoe ling, dat in het perceel zal komen een labora torium voor het maken van wetenschappelijke films ten dienste van het onderwijs en dat een gedeelte zal worden ingericht voor woning van den directeur van het laboratorium), opperde de heer Gerritsz, die bleek de minderheid van het college van B. en W. uit te maken, bezwaar tegen verkoop van het perceel voor genoemd doel. Het Kenaupark moet een park blijven, oor deelde deze wethouder en het wordt ontsierd door het perceel voor het voornoemde doel te verkoopen. Wethouder Slingenberg echter be toogde, dat de gemeente het geld best kan ge bruiken en dat de bezwaren van ontsiering die de heer Gerritsz zag niet bestaan. Ons is be kend, dat dit zoo is; het perceel blijft van bui ten zooals het nu is. Met 21 tegen 14 stemmen nam de raad het voorstel aan. Met 23 tegen 12 stemmen besloot de Raad een bijdrage te verleenen in de kosten van vernieu wing van de wijzerplaten in de Julianakerk aan de Kloosterstraat. B. en W. hadden den Raad een voorstel ge daan ter zake van aanvulling der algemeene politieverordening (parkeerverbod). De voorge stelde bepaling was ontworpen door de rechts- geleerde-commiEsie. Mevrouw Scheltema-Con radi had ernstige bezwaren tegen de voorgestel de redactie. Door haar werd een amendement ingediend, dat in handen van de rechtsgeleerde commissie werd gesteld om advies. Ten slotte ontstond een lang debat over de vraag: of al dan niet medewerking moet ver leend worden tot stichting van een Chr. school voor buitengewoon lager onderwijs aan achter lijke kinderen. Het schoolbestuur had toezeg ging van rijkssubsidie gekregen, mits de school nog dit jaar wordt geopend. Het had daarom bezwaar tegen uitstel van oprichting tot na 1931. Wel wilde het de school op zeer bescheiden voet beginnen, en was het bereid genoegen te nemen met de beschikbaarstelling van gemeen tewege van twee of meer schoollokalen en ook merkte het op, dat de kosten van in rich! i- geen groot bedrag zou vorderen. De meerderheid van het college van B. en W. plaatste zich op het standpunt, dat de gemeente leveren wij de BESTE; in orde maken wij dt slechtste voor den minsten prijs. VAN .OBEKltAHNSTEIH^ Br niet wettelijk verplicht is medewerking te ver leenen om tot de oprichting van deze bijzon dere school voor buitengewoon lager onderwijs te geraken en dat het betrekkelijk geringe aan tal leerlingen, waardoor deze school vermoede lijk zal worden bezocht, geenszins wettigt om in deze buitengewone tijdsomstandigheden meer fi- nanciëelen steun te geven dan de wet vordert. Ze stelde voor te besluiten de gevi-aagde mede werking tot stichting der school onder de tegen woordige omstandigheden, niet te verleenen. De minderheid van het College, de heeren Roodenburg en Van Liemt, stelde voor te be sluiten wel de gevraagde medewerking te ver leenen om tot de oprichting der school te komen en B. en W. te machtigen de noodige lokalen ter beschikking te stellen. De heer Roodenburg betoogde, dat de meer derheid met haar voorstel z.i. tegen de wettelij ke bepalingen ingaat en dat de gemeente zich aan de gevraagde medewerking niet kan ont trekken. Daarmede was de heer van Dam het niet eens, die uitdrukkelijk uiteenzette, dat, volgens de wet z.i. de gemeente niet verplicht is medewerking te verleenen. De heer Slingenberg, wethouder van Financiën, sloot zich geheel bij den heer van Dam aan. De wet maakt terdege onderscheid verklaarde spr., tusschen „kosten van oprichting" en „kos ten van instandhouding". Voor het overige legde spreker er den nadruk op, dat in deze tijden fi- nanciëele motieven gewicht in de schaal moeten leggen. De financiën laten niet toe meer te doen dan hetgeen strikt noodzakelijk is. Bij de begrooting' zal blijken, aldus spreker, dat we op het onderwijs moeten gaan bezuini gen, dan mogen we hier niet royaal zijn. Mede op den grond, dat een zeer kleine school zal worden opgericht, verklaarde spreker zich tegen het verleenen der gevraagde medewerking. Nadat eenige anderen ook nog hun meening hadden gezegd, kwam het voorstel der heeren Roodenburg en Van Liemt in stemming. Het werd verworpen met 18 tegen 16 stemmen. Vóór de geheele rechterzijde met den heer Boes (Vrijzinnig Democraat). In de commissie van den Schouwburg werd met 16 tegen 14 stemmen op den heer Boes na, Bij voet Jr. gekozen. Mevr. mr. Scheltema-Conradi kreeg 1 stem. i. Men schrijft ons: Dinsdagavond, 20 October, hield de heer Ko Borsten zijn eerste causerie van een serie, die hij dezen winter over Mystiek zal houden. Een groote schare vulde het stemmingsvolle kerkje der Vrij Katholieken in het Kinheim- park en volgde aandachtig de boeiende rede. In de groot belangstelling voor dit onderwerp ziet spreker het bewijs, dat de Mystiek van alle tijden is, dat ook de tegenwoordige mensch, be wust of onbewust, zich geroepen voelt om de verborgen geest in te gaan. Niet alleen in de oude tijden werd de mensch door angst en vreeze gedreven naar het verborgene, maar ook het moderne men- schenhart zoekt in zijn angst en verlatenheid de schuilplaats van het verborgene op. De Mys tiek, geboren uit vrees en angst, opent de geest; maakt ons ontvankelijk voor het ver hevene, voor den vrede, die in de verborgenheid woont; voor de rust van de schuilplaats, waarin iets hoogers spreekt dan de zinnen en de ge vaarwording. Het is niet gemakkelijk om het verlangen een mystiek leven te leiden in de daad om te zetten; want er is een zware voorwaarde aan verbonden om in te gaan in de verborgenheid, om te ruiken de reuk, van het verhevene, na melijk de durf om in de stilte in te gaan. En dat is voor den mensch de duurste opgave. Want hij is bang voor zichzelf, bang om met zichzelf alléén te zijn; daarom zoekt hij )VC1 reldsche drukte.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 2