T uinarchitect
C. A. Wenniger Mulder
„MERLENHOVE"
1U1MÜIS i In.
E. en li, VAN DEN BOSCH,
Groote Prijsverlaging
B. i. CASSEE 0 Zn.,
SPOOR'/ MOSTERD
Met ingang van 1 NOVEMBER j, 1.
is het bedrijf van
overgeplaatst naar:
CLIPPERWEG 114 - HEEMSTEDE
(TEL. 28913)
Ridderstr.18"™ Haarlem, Tel. 13310
31
Hatuurlijk branwstei
Het Bloemendaalsch Weekblad.
v.h. J. H. KRUL Jr.
BURGERLIJKE STAND.
TOONEEL.
Uit Haarlem's Raad.
Schoorsteenvegers
Viool- en Piano-onderwijs
Oranje Nassaulaan 9 O'veen.
Plantsoenlaan 19 Bloemendaal
NAAIMACHINES
I. GEWOEL Ooelstraat 37 Haarlem Telefoon I3S38.
Gewatteerde, Wolgevulde
en Leidsche Wollen Dekens,
Zijlstraat 83 Telef-11307 Zijlstraat 83
Tevens verschillende Tocht-
artikelen voorhanden.
Ziet Etalages Ziet Etalages
Causerieën over Mystiek.
PRIMA BRANDSTOFFEN
PRIMA BEDIENING
N,V. STEENKOLENHANDEL
TEL. 11617-14106. OVERVEEN
■weder gedeeltelijk stuk gemaakt, dan wachten
de beesten geen oogenblik om de aangebrachte
schade aan hun woning weder te herstellen.
Inderdaad deze expositie was zeer interes
sant, er was veel van te leeren, terwijl men
eveneens een goeden kijk krijgt op den arbeid
van de wesp, die wat ijver en vlijt betreft niet
voor de bij behoeft onder te doen.
Een groote verscheidenheid zwammen was
eveneens op deze herfstexpositie te bewonderen.
De tentoonstelling werd druk bezocht. De heer
Booting ging met de bezoekers rond en gaf van
alles een duidelijke explicatie. Reeds nu al zien
we met belangstelling een Voorjaarstentoonstel
ling tegemoet.
kostprijzen?
In de rubriek „Taalwacht" in „Neerlandia"
lezen wü
Naar wij vernemen, is van de regeering het
initiatief uitgegaan, om de centrale organisaties
van werkgevers en werknemers bijeen te bren
gen, teneinde het zoo mogelijk over een ver
laging der kostprijzen eens te worden.
(Het Vaderland).
Het bovenstaande bericht wekt bü ons alle
twijfel aan zijn juistheid. Zou onze regeering
inderdaad over kostprijzen alleen gaan beraad
slagen? Immers zijn kostprijzen de prijzen van
de kost d.i. de voeding (vergelijk: kost en in
woning vragen; kosthuis; kostganger). Wel kun
nen wij ons indenken, dat de regeering over
kostenprüzen, hoe leelijk dit woord ook is, lie
ver nog over inkoop-, aanmaakprijzen zal be
raadslagen.
zendingsfilm.
Op Woensdag 11 November a.s. zal in het
Jeugdhuis een bijzonder mooie film vertoond
worden, getiteld: Mentawei-film.
Niemand verzuime dezen film te gaan zien.
's Middags om 2 uur voor de jeugd en 'savonds
om 8 uur voor ouderen.
hoe is het mogelijk?
„Hoe is het mogelijk", vraagt men zich af,
lezende het volgende, dat we vinden in de ru
briek „Vlaanderen" in „Neerlandia":
De klachten over de achterstelling van het
Nederlandsch, door het Algemeen Commissariaat
van de Belgische regeering en andere ambtelijke
diensten en lichamen op de in 1930 te Antwerpen
gehouden Wereldtentoonstelling, blijken trots
het geschrijf in de Vlaamsche bladen niet
veel indruk te hebben gemaakt op de schuldigen.
Dezen stoorden er zich zoo weinig aan, dat ze,
met het oog op de Brusselsche wereldtentoon
stelling van 1935, hetzelfde spelletje al beginnen
te herhalen. Het inrichtend comité, het comité
van uitvoering, het algemeen commissariaat der
regeering zijn zoo goed als geheel uit Neder
landsch onkundigen, om maar niet te zeggen
anti-Vlaamsche personen samengesteld. Overal
in het Vlaamsche land wordt, door middel van
groote paneelen, langs de autobanen en de
spoorwegen, in het Fransch en, op enkele uiterst
zeldzame uitzonderingen na, in het Fransch
alleen, nu reeds een begin gemaakt met de re
clame voor deze internationale tentoonstelling.
Ook in de pers is dit al het geval en wordt het
Nederlandsch, de taal van de meerderheid der
bevolking van het Belgische koninkrijk, bij het
adverteeren, als asschepoester behandeld. De
anti-Vlaamsche driestheid der franskiljonsche
heeren van het tentoonstellingscomité gaat zoo
ver, dat zelfs in Noordnederlandsche maand
schriften (het te 's Gravenliage verschijnende
Javablad b.v.) heele bladzijden worden gevuld
met ééntalig-Fransche mededeelingen, in reus
achtige letters, als: „Exposition Universelle de
Bruxelles, AvrilNovembre 1935", enz. 't Neder
landsch achten de anti-Vlaamsche heeren waar
schijnlijk te min voor hun „Exposition Univer-
seile", maar de Vlaamsche en Hollandsche een
ten zullen, als altijd, zeer welkom zijn. Dat vin
den zij heel gewoon en de lamme goedzakken
van Vlamingen en Noordnederlanders trouwens
ook. Maar of het zal blijven duren?
ter beschikking der justitie
gesteld.
Door de justitie te Nijmegen is naar hier over
gebracht een man, die te Nijmegen aangehouden
was. als verdacht van een zedenmisdrijf en
diefstal van een fiets alhier. Onze politie had
opsporing verzocht. De aangehoudene is ter be
schikking van de justitie gesteld.
inbraak te vogelenzang in de
pastorie der r. k. kerk.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag is
ingebroken in de pastorie der R. k. kerk te Vo
gelenzang. De inbrekers gingen brutaal te werk.
Ze kwamen door een tuimelraam in de bijkeu
ken en vandaar gingen zij verder de pastorie In,
nadat zij de scharnieren uit een deur, die naar
het andere gedeelte der pastorie leidt, hadden
geslagen. Zoo konden zij binnen door in de kerk
komen.
In de kerk werd het offerblok geledigd. De
buit viel echter niet mede. Naar schatting be
vatte het offerblok f 20. Het mag wel opmerke
lijk heeten, dat de pastoor van de inbraak niets
heeft gemerkt.
WAT ER VERLOREN IS.
Gevonden en terug te bekomen bp: De Best,
Korte Kleverlaan bij Snippe, een slinger van
een auto; F. J. Schouten, Dompvloedslaan 9,
Overveen, een bruine dameshoed; W. Plukker,
Lam. v. Dalelaan 14, Haarlem, een nikkelen ro
zenkrans jn etui; Aartsen, Zomerzorgerlaan
14a, Bloemendaal, een tompouce; F. Hekker,
Militaireweg 14, Overveen een dames-parapluie
Kleveriaan 79, Bloemendaal, een nappa hand
schoen; van Abs, Ramplaan 53, Haarlem, een
zilveren damesring met steen; Den Bosch, Bloe-
mendaalscheweg 192 Overveen een jong poesje,
Garage Verbeek Bioemend.weg Bloemend., een
jongensjas; Vader, Binenpad 21, Overveen, een
blauwe studentemuts; Rijnegonlaan 35, Aerdenh.
een rijwielbelastingmerk; Eben Haëzer, Bosch
en Duinlaan 2a, Bloemendaal, een zilveren vul
potlood; Boom, Hooge Duin en Daalscheweg 8,
Bloemendaal, een groote lichtgele hond met
zwart dek; aan den politiepost te Aerdenhout,
een hamer en pijpsleutel van een auto; aan het
bureau van politie Overveen, een rolletje gaas.
TELEURGESTELDE INBREKERS.
Er is ingebroken in het houten gebouwtje
staande aan het Bloemendaalsche strand, dat
toebehoort aan den heer Witkop. Men heeft zich
toegang verschaft door een paneel van de
keukendeur in te trappen. De inbreker of in
brekers ving(en) echter bot, daar er in het
houten gebouwtje niets aanwezig was.
GEVESTIGD.
Van 29 Oct5 Nov. 1931.
C. Ph. Reusch, Iepenlaan 76, Bloemendaal;
W. J. M. A. Eijsvogel, Zonnebloemlaan 7,
Aerdenhout; E. Slaap, Dennenweg 1, Bloemen
daal; G. J. Goes, Bentvéldsweg 14, Aerdenhout;
Jhr. D. G. van Asch van Wijk, Dahlialaan 44,
Aerdenhout; W. H. Dalmeijer, Prins Hendrikl.
66, Overveen; H. Heijstek, Kleverlaan 121, Bloe
mendaal.
BLOEMENDAAL.
Bevallen; M. BroekmeijerVan Nes, d.; W. J.
B. KarstensDernison, d.
Ondertrouwd: E. B. Kaptein en A. Ujec.
Getrouwd: W. A. Ch. van den Berg en J.
Menet; J. Schotanus en M. Colmans.
HET SCHOUWTOONEEL.
DE WIJZE KATER. Boosaardig
spel in 3 bedrijven van Herman
Heyermans, met Jan Musch in de
hoofdrol.
Het is altijd een gewaagde proefneming, na
tal van jaren opnieuw een tooneelstuk te gaan
zien. Men beweert, dat iemand's smaak eens in'
dé zeven jaren verandert, en de mogelijkheid
bestaat dus, dat juist in het tusschenliggende
tijdperk de tooneelsmaak een wijziging heeft
ondergaan. En dat te meer, wijl de evo
lutie van onze maatschappij de laaste jaren
in een zoo versneld tempo heeft plaats gevonden
en ook op tooneelgebied vele stroomingen ge
komen zijn, andere verdrongen hebben en zelf
verdrongen zijn.
Wie herinnert zich thans nog de stukken, die
een tiental jaren geleden gespeeld werden, voor
zoover zij niet tot het klassieke repertoire be
hoorden? Zij zijn gekomen en gegaan en rusten
in de bibliotheken der gezelschappen, w \r geen
sterveling ze meer uit durft halen.
Men behoeft trouwens geen tien j ..r terug
te gaan, en slechts den tooneeldirecteur te vra
gen, met hoeveel schroom hij een stuk, dat het
vorig jaar een redelijk succes gehad heeft, weer
voor het voetlicht brengt. Hij zal u antwoorden,
aat materieele overwegingen, als het nog aan
wezig zijn van spelers en décors, een over
wegende rol spelen bij zijn besluit. En komen
deze overjarigen dan voor het voetlicht, dan
verdwijnen ze gewoonlijk na een serie van hoog
stens tien voorstellingen weder snel.
Heijermans is één van de weinigen onder de
Nederlandsche tooneelsehrijvers, wiens stukken
de evolutie overleefd hebben en noe steeds ovor-
leven. En dit, terwijl zijn stukken bijna allen
twee factoren in zich dragen, die een verouderen
in versneld tempo aannemelijk maken, namelijk
ten eerste het zwaar geaccentueerd tenden
tieuze karakter zijner stukken, welke eigen
schap gewoonlijk maakt, dat wanneer het euvel
waarop het stuk gebouwd is, door tijd of men-
schenhulp de wereld uit is, ook de waarde van
de tendenz verloren is. Daarbij komt, dat in
Heyermans' meeste stukken figuren voorkomen,
die ons thans ook als uit lang vervlogen tijden
voorkomen. Alles tezamen factoren genoeg om
deze stukken een kortstondigen levensloop te
bezorgen. Doch daartegenover staat één eigen-
VRAAGT
mé I
Let op het Fabrieksmerk
schap, die alle anderen in de schaduw stelt.
Heyermans schreef zóó zuiver tooneel, dat men
bij het aanschouwen zijner stukken zich niet
verwondert over anachronismen en althans ge
durende het spel alle bezwaren opzij zet om zich
over te geven.
Een stuk als De Wijze Kater met z'n middel-
eeuwsch hofleven en sterk gemarkeerde klucht
figuren zou reeds lang ten doode zijn opgeschre
ven zonder de vlotte dialogen en scherpe ge
zegden, waarmede Heyermans dit sprookje
doorweefde. En dat De Wijze Kater nog spring
levend is bewees ons de opvoering in onzen
Stadsschouwburg, van Maandag 2 Nov. Het
amphitheater, geheel uitgekocht, en bijna uit
sluitend bevolk met schooljeugd, heeft uitbon-
dig van Hans, de kater, genoten en hem aan
het eind juichende en brullende een catie ge
bracht. Doch ook de andere rangen waren goed
bezet, zoodat het een opgewekte voorstelling
kon worden.
Jan Musch heeft goed gedaan ons zijn unieke
creatie weer eens te laten zien, al zou ik mee-
nen, dat in den loop der tijden hij aan lenigheid
wel wat heeft ingeboet. Doch de wijze, waarop
hij zijn veroordeelingen van het gemis „mensch"
lanceert, zijn werkelijk nog steeds in grooten
stijl. Is het overigens niet uiterst merkwaardig,
dat een geheele schouwburg brult en giert als
Hans de Kater beweert, dat „de mensch een
beest van een beest is", terwijl van iemand, die
zulks in een openbare vergadering zou debitee-
ren, niet veel zou overblijven.
C'est ie ton, qui fait Ia musique. En mocht
van alles, wat Hans over ons menschen de
zaal inslingert, slechts een weinig, blijven
hangen, dan heeft de schrijver zijn hoordt'rs,
naast een uiterst genoegelijken avond, ook nog
stof tot overdenking gegeven.
Moge Hans, de filosophische vertegenwoor
diger van het poesengeslacht, nog vaak het ge
bouw op het Wilsonsplein beklimmen. Zoolang
er gevoel voor humor en voor goede tooneel-
kunst in ons Haarlemmers en omstrekenaren
leeft, zal hij er een groote schare bewonderaars
naast zijn lekker „hakje mellik" vinden.
J. H.
1. „MIJNHEER HAZEN HART", ge-
schap Verkade. Donderdag 29 Oct.
2. „DE BLAUWE TREIN", Rotterd.
Hofstadtooneel. Zaterdag 31 Oct.
3. „BRENNENDE HERZEN", Fritz
Hirsch' Operette-gezelschap. Zon
dag 1 Nov.
1. Mijnheer Hazenhart is een jongmensch,
die het mooie in het leven met goedigheid aan
vaardt en voor pleizier op reis op een groote
boot in de Middellandsche Zee. Zoo ook de be
wondering voor en de blijkbare genegenheid van
een lief meisje goedig over zich laat komen.
Ongelukkig voor hem is, dat hij dood-verlegen
is, een beetje stottert, en nog ee.n weinig scheel
ziet bovendien. Dit maakt hem nerveus, ja,
brengt hem den wanhoop nabij, totdat hem
duidelijk wordt, dat alleen een heroische hou
ding hem redden kan; daardoor zal het lieve
meisje hem niet alleen genegen zijn, maar ook
achten, wie weet met welke zalige gevolgen.
Hij weet niet, dat de schrijver van een beroemd
„damesboek" op dezelfde boot zich in een hut
opgesloten bezig houdt met het samenstellen
van een nieuwen onzin-roman, waarop het
komt voor rekening van Jan Hay, den auteur
van het blijspel! -de vrouwen, naar hij be
weert, dol zijn. Eerstbeoeld hoek was hem door
een vriendelijke koppellievende matrone aan
boord juist ter hand gesteld om er de drie laat
ste bladzijden van te lezen, en daarover met het
meisje te gaan praten. Hij waagt den sprong
en zegt zich te ontpoppen als de beroemde
schrijver zelf; autoriteit is hij nu, populaire fi
guur, wien men gaarne zijn onbeholpenheid en
gebreken vergeeft; dezen immers zijn voor wie
bewonderen wil slechts kleine vlekjes op het
heerlijke beeld van den Held. Nu wordt de Haas
een Leeuw en de Swells en andere oppervlak-
":igen aan boord herkennen niet het kleine
knaagdier onder de oogenschijnlijk forsche
leeuwenhuid. En het lieve meisje (dat zichzelf
ook al voor maatschappelijk meer uitgaf dan
ze was) valt nu met degelijken zwaai in zijne
oogenschijnlijk forsche armen. Het stadium van
geluk, als slechts eenmaal met volle zuiverheid
in een menschenleven voorkomt, schijnt aan
gebroken, maarde goedmoedige Haas-en-
Leeuw komt in diens hut in aanraking met den
beroemden auteur, voor wien hij zich had uit
gegeven. Deze mijnheer is nu juist een leeuw
in hazenhuid en ongelooflijk vermakelijk is het
tooneel, dat zich tusschen beiden afspeelt. De
meergenoemde matrone is juist de vrouw van
den echten auteur. Zij dea ex machina in diver-
sis editionibus helpt ook hier weder aan ont-
warring en knoop-aandraaien, zoodat, als het
lieve meisje en mijnheer Hazenhart hun waren
staat aan elkander hebben bekend, het slot er
aardig komt uit te zien, want de Swells, die
achter het leuke meisje heenwillen, krijgen een
langen neus.
Het is een gezellig bedenksel, dit stuk, maar
dat zou ons nog niets verder brengen, wanneer
we niet in Cor Hermus als Joe Finch Hazen
hart en in Paul Huf als Lemuel IC. de ichzelf
ironiseerende schrijver der roerende dames-
boeken twee zoo voortreffelijke spelers hadden,
dat het is of de schrijver op hun spel zich tot
het schrijven van dit blijspel heeft geïnspireerd.
Uitstekend gesecondeerd door hen, die de
kleinere rollen vervulden, heeft Cor Hermus
eerst alleen en in het derde bedrijf met Paul
Huf en hebben zij samen aan blijspel Creatie
iets geleerd, dermate voortreffelijk, dat de
juiste woorden er niet in te vinden zijn. Het
ware een uitstekend stuk om te verfilmen!
2. Van „Mijnheer Hanzenhart" naar „De blau
we trein" is „als een stap uit de zon" en een
fijn vrolijk landschap naar een opgesmukte
binnenkamer met quasi aardige menschen, met
veel koude drukte, bezig aan onbenullige ge
sprekken. De binnenkomer is in het tweede
bedrijf het decor van een restauratie-wagen en
daarom treffend vr onverwachtheid, maar
daarmee is ook alles gezegd. De eenigszms
clouwneske figuur van een kantoorknecht deed
met zijn eetpannetjes zelfs zeer onsmakelijk.
Het is ons een raadsel hoe een beschaafd man
als Cor van der Lugt Melsert dit st" k heeft
kunnen kiezen, of het moest zijn om er Louis
Grinberg in te laten optreden, die aardige mo
menten had, omdat hij nu eenmaal zelf aardig
is; hij zit zelfs aardig in de tram. Laat ons
hopen, dat deze trein onze stad in het vervolg
voorberijdt.
3. Over Fritz Hirsch ditmaal alleen goeds.
We hadden den ouden Hirsch weder terug. Ge
acheveerd was alles, de costuums als steeds
fleurig en frisch, maar nu ook smaakvol, de
muziek oneindig veel heter dan de vorige keer
toenmaar dat doet er niet toe. nü was de
muziek weder muziek, niet alleen met entrain,
maar genuanceerd en beschaafd, liefelijk bege
leidend en niet opdringerig voortjagend. Fritz
had weer als voorheen de volle genegenheid
van de zaal. Wel deed Friedel Dotze niet mee,
maar de vriendelijke verschijning van Hille
Marat met haar zuivere dictie en goed geluid,
deed het vrouwelijk element in dit fantastisch
spel voldoende uitkomen. Wie van het genre der
Weensche operette van voor de oorlog houdt,
blijft met Fritz Hirsch in een met volle recht
en rede welbemind gezelschap.
T.
De Raad van Haarlem zag zich Woensdag
weder geplaatst voor het doorwerken van een
vrij lange agenda. Gelukkig waren er vele ha
merstukken onder. De voorzitter „consulteert"
dan, zooals hij het noemt, den Raad over de
agenda. De agendapunten waarover niets valt
te zeggen, worden aangenomen en over de an
dere volgt later discussie.
Toen aan de orde kwam het voorstel tot ver
hooging van het voor 1931 aan de Commissie
voor Schoolkleeding toegekende subsidie, klaag
de de heer Peper er over, dat de schoolarts, al
vorens een beslissing te nemen, ter zake van het
verstrekken van schoenen aan kinderen, die het
wegens voetgebreken noodig hebben, eerst aan
het hoofd Van de school, waarop het kind gaat,
vraagt, of het gezin de schoenen waardig is.
De heer Peper zeide met de hem eigen vrij
moedigheid, dat het een voorbeeld is hoe „men
tot misdadigheid gaat komen", indien men maar
overal wil gaan bezuinigen. Hoe denkt de wet
houder er over, vroeg hij. Wat deed de wet
houder wien de vraag werd gesteld: de heer
Roodenburg? Hij zeide, dat. op de uitdrukkingen
die de heer Peper had gebezigd, hij niet zou
antwoorden.
Toen stond de heer Joosten op, die opmerk'
te, dat we zoo langzamerhand aan de uitdruk
kingen van den heer Peper wel gewend zijn, en
van zijn kant informeerde hij, hoe het met deze
aangelegenheid stond. Is het wellicht zoo,
vroeg hij dat de schoenen niet worden ver
strekt indien het gezin ze wel kan betalen?
Neen, antwoordde de wethouder; het is zoo, dat
indien blijkt, dat de schoenen zouden worden
verwaarloosd en dus het kind er niets aan zou
hebben, het beter is dat dan klompen worden
verstrekt. Maar, indien blijkt, dat een voet zou
worden verknoeid indien geen schoenen worden
verstrekt, dan worden ze in elk geval gegeven.
Bij het agendapunt aangaande de vaststel
ling eener suppletoire begrooting dienst 1930,
vroeg de heer Castricum te waken tegen over
schrijding van begrootingsposten. Het is nu
meer dan ooit zaak, zeide spreker, te zorgen dat
de uitgaven blijven zoo als zij in het raam der
begrooting zijn vastgesteld. Wethouder mr. Slin-
genberg verklaarde, dat de hoofden van takken
van dienst een aanschrijving zouden krijgen om
met de uitgaven binnen de perken der begroo
ting te blijven.
Bij het agendapunt ter zake verkoop van het
perceel Kenaupark 8, dat een eigendom der ge
meente is, voor f 20.000. (Het ligt in de bedoe
ling, dat in het perceel zal komen een labora
torium voor het maken van wetenschappelijke
films ten dienste van het onderwijs en dat een
gedeelte zal worden ingericht voor woning van
den directeur van het laboratorium), opperde de
heer Gerritsz, die bleek de minderheid van het
college van B. en W. uit te maken, bezwaar
tegen verkoop van het perceel voor genoemd
doel.
Het Kenaupark moet een park blijven, oor
deelde deze wethouder en het wordt ontsierd
door het perceel voor het voornoemde doel te
verkoopen. Wethouder Slingenberg echter be
toogde, dat de gemeente het geld best kan ge
bruiken en dat de bezwaren van ontsiering die
de heer Gerritsz zag niet bestaan. Ons is be
kend, dat dit zoo is; het perceel blijft van bui
ten zooals het nu is. Met 21 tegen 14 stemmen
nam de raad het voorstel aan.
Met 23 tegen 12 stemmen besloot de Raad een
bijdrage te verleenen in de kosten van vernieu
wing van de wijzerplaten in de Julianakerk aan
de Kloosterstraat.
B. en W. hadden den Raad een voorstel ge
daan ter zake van aanvulling der algemeene
politieverordening (parkeerverbod). De voorge
stelde bepaling was ontworpen door de rechts-
geleerde-commiEsie. Mevrouw Scheltema-Con
radi had ernstige bezwaren tegen de voorgestel
de redactie. Door haar werd een amendement
ingediend, dat in handen van de rechtsgeleerde
commissie werd gesteld om advies.
Ten slotte ontstond een lang debat over de
vraag: of al dan niet medewerking moet ver
leend worden tot stichting van een Chr. school
voor buitengewoon lager onderwijs aan achter
lijke kinderen. Het schoolbestuur had toezeg
ging van rijkssubsidie gekregen, mits de school
nog dit jaar wordt geopend. Het had daarom
bezwaar tegen uitstel van oprichting tot na
1931.
Wel wilde het de school op zeer bescheiden
voet beginnen, en was het bereid genoegen te
nemen met de beschikbaarstelling van gemeen
tewege van twee of meer schoollokalen en ook
merkte het op, dat de kosten van in rich! i- geen
groot bedrag zou vorderen.
De meerderheid van het college van B. en W.
plaatste zich op het standpunt, dat de gemeente
leveren wij de BESTE; in orde maken wij dt
slechtste voor den minsten prijs.
VAN
.OBEKltAHNSTEIH^
Br
niet wettelijk verplicht is medewerking te ver
leenen om tot de oprichting van deze bijzon
dere school voor buitengewoon lager onderwijs
te geraken en dat het betrekkelijk geringe aan
tal leerlingen, waardoor deze school vermoede
lijk zal worden bezocht, geenszins wettigt om in
deze buitengewone tijdsomstandigheden meer fi-
nanciëelen steun te geven dan de wet vordert.
Ze stelde voor te besluiten de gevi-aagde mede
werking tot stichting der school onder de tegen
woordige omstandigheden, niet te verleenen.
De minderheid van het College, de heeren
Roodenburg en Van Liemt, stelde voor te be
sluiten wel de gevraagde medewerking te ver
leenen om tot de oprichting der school te
komen en B. en W. te machtigen de noodige
lokalen ter beschikking te stellen.
De heer Roodenburg betoogde, dat de meer
derheid met haar voorstel z.i. tegen de wettelij
ke bepalingen ingaat en dat de gemeente zich
aan de gevraagde medewerking niet kan ont
trekken. Daarmede was de heer van Dam het
niet eens, die uitdrukkelijk uiteenzette, dat,
volgens de wet z.i. de gemeente niet verplicht
is medewerking te verleenen.
De heer Slingenberg, wethouder van Financiën,
sloot zich geheel bij den heer van Dam aan. De
wet maakt terdege onderscheid verklaarde
spr., tusschen „kosten van oprichting" en „kos
ten van instandhouding". Voor het overige legde
spreker er den nadruk op, dat in deze tijden fi-
nanciëele motieven gewicht in de schaal moeten
leggen. De financiën laten niet toe meer te
doen dan hetgeen strikt noodzakelijk is.
Bij de begrooting' zal blijken, aldus spreker,
dat we op het onderwijs moeten gaan bezuini
gen, dan mogen we hier niet royaal zijn. Mede
op den grond, dat een zeer kleine school zal
worden opgericht, verklaarde spreker zich tegen
het verleenen der gevraagde medewerking.
Nadat eenige anderen ook nog hun meening
hadden gezegd, kwam het voorstel der heeren
Roodenburg en Van Liemt in stemming. Het
werd verworpen met 18 tegen 16 stemmen. Vóór
de geheele rechterzijde met den heer Boes
(Vrijzinnig Democraat).
In de commissie van den Schouwburg werd met
16 tegen 14 stemmen op den heer Boes na, Bij
voet Jr. gekozen. Mevr. mr. Scheltema-Conradi
kreeg 1 stem.
i.
Men schrijft ons:
Dinsdagavond, 20 October, hield de heer Ko
Borsten zijn eerste causerie van een serie, die
hij dezen winter over Mystiek zal houden.
Een groote schare vulde het stemmingsvolle
kerkje der Vrij Katholieken in het Kinheim-
park en volgde aandachtig de boeiende rede.
In de groot belangstelling voor dit onderwerp
ziet spreker het bewijs, dat de Mystiek van alle
tijden is, dat ook de tegenwoordige mensch, be
wust of onbewust, zich geroepen voelt om de
verborgen geest in te gaan.
Niet alleen in de oude tijden werd de
mensch door angst en vreeze gedreven naar
het verborgene, maar ook het moderne men-
schenhart zoekt in zijn angst en verlatenheid
de schuilplaats van het verborgene op. De Mys
tiek, geboren uit vrees en angst, opent de
geest; maakt ons ontvankelijk voor het ver
hevene, voor den vrede, die in de verborgenheid
woont; voor de rust van de schuilplaats, waarin
iets hoogers spreekt dan de zinnen en de ge
vaarwording.
Het is niet gemakkelijk om het verlangen
een mystiek leven te leiden in de daad om te
zetten; want er is een zware voorwaarde aan
verbonden om in te gaan in de verborgenheid,
om te ruiken de reuk, van het verhevene, na
melijk de durf om in de stilte in te gaan. En
dat is voor den mensch de duurste opgave.
Want hij is bang voor zichzelf, bang om met
zichzelf alléén te zijn; daarom zoekt hij )VC1
reldsche drukte.