GOSEF
Ccntrs
Oliestc
Kijkjes Buiten.
Het Bloemendaalsch Weekblad.
SPORT.
Het diamanten collier.
De loterij, de malaise en de
malcontenten.
VAN 0\
VOETBAL.
De uitslagen van 1.1. Zondag luiden:
D.W.S.Alcmaria Victrix 5—1
V.V.A.—Kinheim 2—0
H.R.C.—Z.V.V. 34
HaarlemSpartaan 80
W.F.C.Bloemendaal 01
Alcmaria heeft het in Amsterdam al bijzonder
slecht getroffen. En het begin was zoo hoopvol,
want nadat de wedstrijd slechts eenige minuten
oud was, had De Cocq van Delwijnen reeds voor
zijn club gedoelpunt. De gelijkmaker liet echter
niet lang op zich wachten, en juist, toen de Aik-
maarders weer in den aanval waren, werd hun
linksbinnen zóó geblesseerd (het was een zui
ver ongeluk!) dat verder meespelen uitgeslo
ten was! Zeer begrijpelijk werd- de Alcmaria
ploeg door dit ongeval dermate gedeprimeerd,
dat van een goed tegenspel weinig sprake meer
was en werd het voor D.W.S. betrekkelijk een
kleine kunst een groote 51 overwinning te be
halen.
V.V.A. schijnt dit seizoen voor verrassingen te
zorgen. Nadat een week geleden in Alkmaar met
80 werd verloren, weerstonden de Amsterdam
mers thans Kinheim, dat eveneens een week
terug tegen Haarlem zoo'n goede beurt gemaakt
had. De Velsenaren presteerden thans niet veel,
en vooral in techniek schoten zij te kort. V.V.A.
doelpuntte na eenige vergeefsche aanvallen uit
een penalty. Daarna ging de strijd, die overigens
weinig beteekende, gelijk op. Toch kreeg Kin
heim een prachtkans voor den gelijkmaker, als
ook zij een strafschop toegewezen krijgt. Groe-
neveld schoot echter het leder tegen de paal.
In de tweede helft wist de middenvoor van V.
V. A. nog eens het net te vinden.
De meest verrassende uitslag was zeker wel de
43 overwinning die Z.V.V., nog wel in den
Helder, op H.R.C. behaalde. Bovendien was deze
overwinning volkomen verdiend. Het spel der
Zaandammers was voor het Heldersche publiek
en de spelers een openbaring. De thuisclub miste
wel is waar den steun van haar eminenten mid
denvoor Beneker, die voorloopig geschorst is,
maar daarentegen stelde Z.V.V. zich op zonder
haar keeper en linksbuiten. Hoe spannend de
strijd was, wordt duidelijk gedemonstreerd door
het scoring-verloop: 01, 11, 2—1, 22, 2—3,
33, 34. De winnende goal werd gemaakt door
den middenvoor uit een schot, gelost op zeker
30 M. afstand. Het was voor den H.R.C.-keeper
totaal onhoudbaar! Zoo kwam het einde met
een even onverwachte als fraaie zege voor Z.
V. V.. dat zich eindelijk als sterke tegenstander
ontpopte.
Haarlem speelde niettegenstaande haar groote
overwinning tegen Spartaan een slechten wed
strijd. Het aantal gemiste kansen was legio!
Het spel der Amsterdammers, die zonder hun
eminenten rechtback Ohm waren, terwijl na
eenigen tijd ook keeper Oerlemans vervangen
werd, was al zeer onbeteekenend. Als de Amster-
damsche roodbroeken op dezen weg voortgaan,
vreezen wij het ergste, te meer, waar de mede-
gegadigde Z.V.V., zich blijkbaar gaat herstellen.
Onder deze omstandigheden moet niet te veel
waarde aan de Haarlemsche overwinning ge
hecht worden.
Aan den Bloemendaalschen hemel is het een
en al zonneschijn! Inderdaad: er is alle reden
tot groote tevredenheid, want in vergelijking
met het vorig seizoen is er veel veranderd. Niet,
dat de elftallen van deze afdeeling zwakker zijn,
integendeel, maar de geest in onze ploeg is
voorbeeldig, terwijl de „fighting spirit" in alle
geledingen aanwezig is. En juist deze vechtlust,
dit zich geheel en al geven van het begin tot
het einde moet resultaten afwerpen.
W.F.C.tot nog toe in haa-r sportpark ongesla
gen, ondervond een en ander aan den lijife. Dat
dit elftal vooral thuis een lastig tegenstander is,
daarvan kunnen Haarlem en D.W.S. meepraten,
terwijl ook de elftallen, die Wormerveer nog
met een bezoek moeten „vereeren" zich dat
voor gezegd kunnen houden.
Bloemendaal trof het ook al niet met de ter
rein-gesteldheid. WHj zijn natuurlijk op dit ge
bied wel wat verwend, en zoo bekroop ons een
„unheimisch" gevoel, toen wij het omgeploegde
W.F.C.-veld betraden.
Bakker won den toss en verkoos eerst tegen
wind in te spelen. Dit belette onze voorhoede
niet, aanstonds energiek aan te vallen, maar al
gauw bleek, dat de W.F.C.-defensie niet met
zich ligt spotten. Wel maakte J. Cassee, die dit
maal linksbinnen speelde (Kuiper was ziek) een
mooi doelpunt, maar dit werd zeer terecht
off-side verklaard. Even later kopt dezelfde
speler meer dan schitterend im doch de W.F.C.-
keeper rt drie niet minder fraai.
Dan komt de W.F.C.-voorhoede aan 't woord.
Alles wordt op den middenvoor gespeeld, wat
ook werkelijk een speler met capaciteiten is.
Onze verdediging, waarin vooral aanvoerder
Eakker prik speelde belette echter elke sc'met-
poging. Als dan eenmaal de bal achter Huisman
ligt, onteaat het den prima leidenden arbiter
niet, dat de handen van een der Wormerveer
ders een werkzaam aandeel in het maken van
dit doelpunt hadden, waarom het eveneens ge
annuleerd werd.
Als de rust ingaat, is de stand nog dubbel-
blank.
Na de thee, treedt Bloemendaal, met den
wind als bondgenoot, aanvallend op. Op geluk
kige wijze ontkomt dan het W.F.C. doel meer
malen aan een doorboring. Doelpunten zijn met
deze sterke verdedigingen uiterst duur, en het
ontgaat de toeschouwer niet, dat de parij, wie
het gelukt te scoren, de beide punten zal krilgen.
En dit is IBoemendaal, als Charlie de Bock den
bal achter den Wormerveerschen keeper depo
neert. Dit was 20 minuten na rust. De resteeren-
de 25 minuten worden onder groote spanning
uitgespeeld. Beide partijen geven zich volkomen,
maar de aanvallen der witten zijn ongetwijfeld
gevaarlijker. In dé laatste minuut worden nog
2 corners op ons doel genomen, waarbij al wat
Bloemendaal voelt en dit was vrij veel in
angst en beven verkeerde. Onze verdediging
weet ook deze gevaren te trotseeren. en als het
fluitsignaal „eindigen" klinkt, zijn beide punten
binnen. Voorwaar een prachtig resultaat, be
haald door hard werken en ernstig willen. Als
Bloemendaal zóó doorgaat, zijn de kansen op een
der bovenste plaatsen lang niet denkbeeldig!
Het kan in korten tijd wel verkeeren. Vorig
jaar moest tot het bittere eind gevochen worden
om het degradatie-noodlot te onüoopen, nu is
de toestand zóó. dat in stilte op de bezetting
der bovenste plaats gehoopt wordt.
Voor Zondag a.s. luidt het programma:
Kinheim—Alcmaria Victrix
De Spartaan—W.F.C.
Z.V.V.—D.W.S.
H.R.C.—V.V.A.
Haarlem en Bloemendaal zijn vrij en kunnen
zich rustig voorbereiden voor den grooten strijd
aan den Schoterweg op 15 November a.s.
Wij geven Kinheim tegen Alcmaria groote
kans, nu de sterke voorhoede der kaasmenschen
niet weinig aan kracht heeft ingeboet.
De Spartaan heeft heel wat goed te maken,
en daar W.F.C. uit niet zoo sterk schijnt, lijkt
ons gelijk spel niet uitgesloten.
Voor Z.V.V. is het gelukkig, dat de ommekeer
op tijd gekomen is. Daarom zal D.W.S. zeker in
Zaandam een moeilijk te verteren kluifje
krijgen. Wij gelooven dan ook niet, dat Van Es
c.s. er zonder kleerscheuren af zullen komen, en
dat het uitstapje hun tenminste één punt zal
kosten.
Voor V.V.A. is het de verliesbeurt. Trouwens,
wil H.R.C. een rol van beteekenis blijven spe
len, dan dient zij nu te winnen, want met eenige
lastige uitwedstrijden voor den boeg (Haarlem en
Bloemendaal) is het zaak voor de Helderschen
op de teilen te gaan passen. Wij houden het
op de roodjakken, te meer, waar ook V.V.A.
buitenshuis weinig pleegt te presteeren.
De lagere elftallen van Bloemendaal speelden
als volgt:
E.H.S.—Bloemendaal 2 6—3
T.H.B. 2Bloemendaal 3 103
Bloemendaal 4E.T.O. 26
Junioren.
Bloemendaal bHillegom 32
Zandvoort bBloemendaal c 90
I.V.O.Bloemendaal d 110
Junioren.
Bloemendaal bSpaarndam a 70
Spaarndam bBloemendaal c 14
Zondag a.s. speelt:
Bloemendaal 2—Spaarnevogels uur
Bloemendaal 3V.S.V. 3 10 uur
Junioren.
Bloemendaal aStormvogels a 10 uur.
Kennemers bBloemendaal d 2 uur.
Adspiranten (Zaterdag).
Bloemendaal aEdo a 3.30 uur
Bloemendaal cR.C.H. c 2.30 uur.
EEN BUITENGEWONE GEBEURTENIS OP
BILJARTGEBIED.
Een duel BosPoensgen.
Zaterdag en Zondag vindt een zeer bijzonder
evenement op biljartgebied plaats, want dan zal
op aanstichting van de Biljartvereeniging K. R.
A. S. te Amsterdam in het clublokaal dier ver-
eeniging, Singel 530, een match gespeeld worden
tusschen den Berlijner Albert Poensgen, ama
teur-wereldkampioen 1931 en Arie Bos, den be
kenden Amsterdamschen crack. Er wordt een
partij van 1500 caramboles in 3 gedeelten van
500 gespeeld en wel Zaterdag om 2 u. en 8 u. en-
Zondagmiddag om 2 uur. Dat belooft voor de
genoodigden het is geen openbare wedstrijd
wel een zeer apart genot te worden want van
deze beide rasspeïers valt onder alle omstandig
heden, dus ook als zij niet productief zouden spe
len, heel veel te genieten.
De lange Berlijner is geen jonge man meer.
Hij zal dicht bij de vijftig zijn, doch een zeer
sportieve figuur, lenig en sterk, hoewel ner
veus. Maar 'n prachtige coupe de queue en eer.
soepelen stijl maken het tot een groot genot
voor den kenner dezen genialen speler in actie
te zien. Hij heeft alle amateurkampiosnschappen
van Duitschland steeds met verbluffend gemak
veroverd en in menig internationaal tournooi
geschitterd. Doch door zijn drukke en verant
woordelijke maatschappelijke bezigheden de
heer Poensgen behoort tot de hoogere ambtena
ren in Duitschland heeft hij jaren lang de
training niet serieus doorgezet en kan hij ook
veelvuldig niet uitkomen. In de laatste jaren
treedt hij weer meer op den voorgrond en in het
vorig seizoen wist hij voor de eerste maal het
wereldkampioenschap te behalen.
Wtie Bos is behoeft niet nader uiteengezet te
worden. Hii is de fijnste', de geniaalste Neder-
landsche biljarter en misschien wel de elegant
ste speler van de geheele wereld. Zijn fout is
sijn fantasie. Ook de biljarterij is aan grondre
gels onderhevig en daar zondigt Bos wel vaak
tegen. Hij fantaseert dan zooals een musicus zich
variaties op een partituur veroorlooft. Maar
daarmede verfraait hij dan de partituur. En of
Bos nu met 10 movenne speelt of met 30, het is
altijd een bijzonder genot hem te zien spelen
omdat hij zoo vlot en elegant, zoo gracieus en
gemakkelijk speelt -ris geen tweede. Je in brio
doet een Moons stellig niet voor hem onder en
in souplessse van afstoot, een Soussa, evenmin.
Maar het. spel van Bos is nog veel aantrekkelij
ker en interessanter. Het is vol geestige inval
len, en wie als kenner 't spel van Bos gade
slaat kan zich begriipen hoe een Is. Queridn er
toe kwam Bos den Chopin van het groene laken
te noemen.
Men zal begrijpen hoe men naar dit partijtje
met intens verlangen uitziet.
Het heeft nog een aparte beteekenis in ander
opzicht ook, want Poensgen is amateurd en Bos
heet prof te ziin omdat dat de Frr"i«rh» '•w-
van de internationale biljartorganisatie Bos niet
meer als amateur willen toelaten, omdat hij in
dertijd een tijdje poogde als prof in Amerika
succes te behalen. Dat gelukte toen maar matig,
omdat Bos geen man is voor de machinale
nlichtpartijen en omdathij te veel fantasie,
te veel zin voor variatie had. Sedert is hij weer
jaren in ons land. Ieder hier beschouwt hem
als amateur, maar tot dusverre heeft de Neder.
Biljartbond geen succes met zijn pogen om Bos
weer op de amateur-lijst geplaatst te krijgen. t)e
heer Poensgen heeft intusschen aanstonds ge
meld dat hij het bijzonder op prijs stelt tegen
Bos uit te komen en de Duitsche bond werkte
direct mede voor het tot stand komen van deze
ontmoeting. Misschien dat de leiders van F. I.
A. B. er leering uit zullen trekken.
(N. R. Ct.)
Het was een koude dag in Maart. De boot van
Boulogne was juist naar Folkestone vertrokken
Het dek was zoo goed als leeg, alleen Maxime
Werner en een jonge man, lang en donker, in
een regenjas gehuld, liepen er, den wind 'trot-
seerend, heen en weer. Opeens bukte bii zich,
raapte iets van het dek op en vroeg:
„Pardon is dit soms van u?"
Heet meisje keerde zich snel om en zag dat
hij een met paarlen afgezetten armband in de
hand hield. Zenuwachtig voelde ze naar baar
pols.
Ja, dank U zeer. zei ze verheugd.
Het veiligfieiidskettinkje is zeker losgegaan,
meende hij. En haar glimlachend aanziende:
„U is juffrouw Werner, nietwaar, de dochter
van den heer Johnson Werner uit New-York?
Toevallig heb ik uw naam op uw valiesje ge
zien."
Ja, dat ben ik!" zei ze verbaasd.
Dan heb ik Uw vader drie weken gele
den in New-York ontmoet.
Hoe zag hij er uit? vroeg ze gretig.
Uitstekend, en uw moeder ook. Ze vertel
den mij dat u op reis was met meneer en me
vrouw Scholes."
Ja, we zyn naar de Riviera en Egypte ge
weest. Ik herinner mü toch niet u ooit gezien
te hebben.. Misschien als u mü uw naam zegt
Ik denk niet dat u dien zult kennen
Anthony Musgrave. Ik heb uw vader onlangs
voor het eerst gesproken toen ik hem op ziin
kantoor raad kwam vragen over iets. Hq heeft
mij uiterst vriendelijk ontvangen en mij meer-
maken ten eten gevraa"d '«'durende 11 eek,
die ik in New-York doorbracht. Misschien wel
omdat ik belangstelde in zijn kunstverzameling,
voegde hy ter nadere verklaring aan toe.
Geen wonder dat vader dan met u op had.
Hu praat dolgraag met iemand, die er verstand
van heeft behalve natuurlqk
Ze brak lachend af.
Ik weet wat u zeggen wil," viel hy in,
behalve met het soort bezoeker, die er onlangs
van doorging met eenige van de beroemde dia
manten.
O, weet u er van?
Ja, het heeft in de Amerikaansche couran
ten gestaan."
Dat is waar ook. Vader heeft het zich na
tuurlijk erg aangetrokken, niet zoozeer om de
waarde van de diamanten, als wel om de gren-
zenlooze brutaliteit van het geval. Een jonge
man wilde hem over zaken spreken en bracht
ongemerkt het gesprek op miniaturen, enz.,
waar papa een manie voor heeft.
En uw vader vroeg hem bq hem aan huis
te komen om de collectie eens te zien. Zoo is
het ook met my gegaan. Verwondert u dat niet,
nadat hij zulk een les gehad had?
Het meisje keek hem in het open gezicht.
U kunt er op aan dat dit niet gebeurd zou
zijn, als ik thuis was geweest zq ze beslist.
Heeft u dan zooveel meer menschenkennis
dan hij?
Ik zou tenminste iets verdachts in zijn
handelwqze gevonden hebben. Het was natuur
lijk heel slim van hem, veertien dagen voordat
moeder de tiara op de receptie zou dragen, on
der voorwendsel van zakeD kennis met vader
aan te knoopen en te maken dat hij de collec
tie te zien kreeg. Op het moment dat hij de
diamanten in handen had, werd papa aan de
telefoon geroepen. Hij was nog geen minuut
weg, of Lionel Carew verdween met de tiara en
zond met de volgende post een briefje: „Tiara
heel mooi, maar bitter teleurgesteld dat ze niet
degene is die aan Maria Louise heeft toebe
hoord. Misschien heeft Uw dochter die in be
lt. Zal er daarom .voor terugkomen, zoodra zij
weer thuis is. Heb er mijn hart op gezet. Au
revoir!
Die is goed! lachte de jonge man. Maar
dat zal hq toch niet durven, denkt u wel?
Ik weet het niet, zei ze peinzend. Ik hoop
van wel, want ik zou niets liever willen dan
dien Lionel Carew te pakken te krqgen. Maar
we zijn warempel al in Folkestone. Ik moet oom
en tante eens gaan zoeken.
Even later toen de boot de haven binnen-,
stoomde, kwam Maxime op Musgrave toe ver
gezeld door een heer en dame.
Ik heb oom en tante van u verteld, zei ze
vriendeiyk. Mag ik u even aan hen voorstel
len?
Het resultaat was dat hy met hen naar Lon
den reisde.
Denkt u lang in Londen te biyven? vroeg
Musgrave.
Neen,, antwoordde de heer Scholes. Over
cii paar dagen, denken we ergens buitan te .gaan
riogeeren, waar een paar kennissen van ons, een
Fransche dokter, Armand de Flavel en zijn
dochter, die we in het Zuiden van Frankrijk
'lobben leeren kennen, zich bij on' zullen w»n
Mag ik u in uw hotel eens een bezoek
komen brengen? vroeg Musgrave by het af
scheid aan Maxime.
Met genoegen, antwoordde ze lachend. Ik
heb zoo juist op uw koffer gezien dat u in het
hotel Mammouth gaat logeeren, en toevallig
gaan wij daar ook heen.
Musgrave vond het niet noodig te zeggen dat
hij dit adres pas op zy'n bagage had geplakt,
nadat hij dien morgen den naam van het ho
tel op Maxime's valies had gezien.
Na het diner trof hij de familie in de vesti
bule aan, en ze maakten een afspraak dien
avond samen uit te gaan. En ze schoten zoo
goed op dat Musgrave weldra als tot het gezel
schap behoorende werd beschouwd.
Ik zal blij zijn, kind, zei Meneer Scholes na
verloop van eenige dagen, als we Londen kun
nen verlaten. Al dat uitgaan begint mij danig
te vervelen. Als je vader er niet zoo bijzonder
op gesteld was dat je de galavoorstelling in het
operagebouw bqwoonde, zou ik liefst dadelqk
vertrekken. Maar we hebben nu eenmaal van
uit Parijs de loge reeds besproken. Mag ik het
genoegen hebben u daarin ook een plaats aan
te bieden, meneer Musgrave?
Het is heel vriendelijk van u graag, was
het antwoord.
- Mljfo brier heeft exr»rf>=» r>vor
heid, ging meneer Scholes voort, het beroemde
diamanten halssnoer naar zijn bankier in Lon
den gezonden, zoodat Maxime het Zaterdag kan
dragen.
Het collier van Maria Louise? vroeg Mus
grave.
Ja. zei Maxime, en onmiddellqk na de
voorstelling gaat het naar de kluis terug. Dus
Lionel Carew heeft voorloopig niet veel kans.
Dat is niets, als hq het ten slotte -naar
krygt, plaagde Musgrave haar.
Den volgenden namiddag begeleide hq Maxi
me naar den dierentuin, en na de thee gingen
ze wat op een bank zitten praten.
Hebt u de kaarten voor de comedie van
vanavond kunnen krijgen? vroeg ze.
Ja ik geloof dat ik ze hier heb, zei hq, zqn
portefeuille uit den zak nemend. Toen hq die
openmaakte woeien er een paar papiertjes uit en
hq stond op om ze weer op te halen. Daar viel
Maxime's oog op iets wits op den grond het
was een visitekaartje. Ze raapte het op, las
het en stak het met een verschrikt gezicht in
haar handschoen.
Toen ze in het hotel terugkwam vertelde de
heer Scholes hen dat de De Flavels van plan
waven veranderd r~ morgen zouden komen, nog
juist bijtqds om dr vriavoovstelling van de ope-
ra bij te wonen.
Maxime sloop naar boven zoodra ze kans zag
weg te komen en haalde het visitekaartje voor
den dag. Welk een ongehoorde brutaliteit! riep
ze verontwaardigd uit. Maar ik zal hem too-
nen, dat hij ditmaal met een vrouw te doen
heeft.
Dien avond in den schouwburg vroeg Musgra
ve haar: Vindt u het niet ietwat gewaagd,
morgen dat kostbare collier te dragen?
Volstrekt niet, zei Maxime, hem recht in
de oogen ziend.
Wanneer denkt u het te ontvangen?
Des namiddags. Zoudt u het graag eens
willen zien? vroeg ze kalm.
Ja dolgraag.
Kom dan na de thee even by my.
Uitstekend. Maar u mag wel oppassen dat
ik er niet mee aan den haal ga! plaagde hij.
Den volgenden morgen arriveerden Dr. de
Flavel en zyn dochter. Hy was een lange, ma
gere man van ongeveer vyftigjarigen leeftyd,
met een peper-en-zoutkleurigen baard. Meneer
Scholes stelde hem aan Musgrave voor. Er
volgde een kort gesprek, toen ging het jonge
meisje met Maxime naar boven om het be
roemde collier te bekijken, dat juist van de Bank
bezorgd was. Even later kwam Musgrave zyn
bewondering betuigen. Toen hy weg was nam
Maxime het foudraal nog eens in de hand. Zou
hq het durven? dacht ze. Dan loopt hy er lee-
lijk in, want hij heeft natuurlijk geen idéé dat
onze vriend, Dr. de Flavel een detective is. Op
eens kwam er een uitdrukking van schrik in
haar oogen. Ze hield het slot van het collier
onder het licht en bleef als aan den grond ge
nageld staan.
Toen holde ze naar haar slaapkamer, nam
iets uit de lade en ging vastberaden Musgra-
ve's kamer binnen.
Is er iets gebeurd? vroeg deze lachend.
Spot niet, zei ze buiten adem.
U weet heel goed wat er gebeurd is.
Heeft het iets met het collier te maken?
Ja? Dan zal ik er eens naar raden. U hebt
juist ontdekt, dat het door een onecht vervan
gen is!
Zqn onbeschaamdheid deed haar versteld
staan.
Ja, precies. Er was een merk op het slot.
Toevallig keek ik er naar en zag dat het er op
ontbrak en dus mijn collier niet was.
Buitengewoon handig, vindt u niet? zei hij
glimlachend. „Maar mag ik vragen waarom u
dat pistool om mq gericht houdt?
Houd op met uw gekheid. Ik kom hier om
myn halssnoer terug te halen en ga niet heen
voor ik het heb."
Heel natuurlqk maar
Ik weet wie u is Lionel Carew!
Hij barstte in lachen uit.
Meneer Carew, smeekte ze, toe, geef mij
het collier terug, dan zal ik er verder met nie
mand over spreken!
Waarom niet?
Och dat weet ik niet, zei ze blozend.
U wilt mq werkeiyk laten gaan? Mq mqn
leven opnieuw laten beginnen? O, juffrouw
Werner! Maar nu zonder gekheid, ik heb idef
dat uw collier veilig in de brandkast van het
hotel ligt. Ik ben niet de schurk, voor wien u
mq houdt. Hoe kwam u daar toch bij?
U had een kaartje in uw portefeuille
En dat is u in handen gevallen? Ik had het
bewaard als souvenir aan Lionel Carew, nadat
hq mq in Los Angeles 5000 dollars had ontsto
len.
Wie is u dan? vroeg ze uiterst verbaasd.
Dat zal ik u later wel eens op mqn gemak
vertellen.
Maar als u toch Carew eens was
Daar hoeft u niet bang voor te zyn. Wij
hebben hem en zijn medeplichtige, Dr. de Fla
vel en zqn dochter een uur geleden op heetpr-
daad betrapt met het collier in de hand en hen
gearresteerd.
Dr. de Flavel!
Ja, met wien uw vader en ik kennis maak
te als Lionel Carew.
Maar die Carew was een knappe jonge
man, terwyi
Dat is de Flavel in werkelqkheid ook. Om
niet herkend te worden heeft hij echter vóór
hii naar de Riviera ging zijn baard laten staan.
En weet u warom hij in Parijs achterbleef?
TI had hem terloops verteld. da.t de iuweb'er
aldaar van wien uw vader het beroemde collier
had gekocht, een duplicaat van onechte steenen
bezat. Lees nu dit bericht eens. Hy haalde een
courant vor den dag en ze las:
Heden werd den bekenden juwelier D. te
Parijs een collier ontstolen dat blqkbaar voor
echt werd gehouden, doch Inderdaad nagemaakt
was.
Is u nu overtuigd?
Ja. Hoe is u dien Carew op het spoor ge
komen?
Nadat hy mij in Los Angelos 5000 dollar
had ontstolen, besloot ik niet te zullen rusten,
vóór ik hem in handen had. Juist toen ik meen
de hém in Chicago op het spoor te zijn, las ik
in de courant het bericht van uw moeders tiara
en ik spoorde naar New-York om uw vader om
een onderhoud te verzoeken. Toen hq my Ca-
rew's briefje liet lezen, was Ik overtuigd dat hq
zou trachten eveneens uw collier te stelen en ik
ging naar Londen om hem in het oog te hou-
en zyn komst daar af te wachten.
Maar hoe kwam het dat hy u niet her
kende?
Omdat ik intusschen mijn baard en snor
had afgeschoren en zorg droeg hem zooveel mo-
gelqk uit den weg te blijven.
En toch herkende u hem?
Ja, aan zqn misvormden wqsvinger, die on
middellijk myn aandacht trok toen hq de han
den op den rug vouwde. Ik deelde dit aan Scot
land-Yard mee. Ze zonden een detective en wel
dra legden we hem de handboeien aan. Het zal
een heele leegte voor mij zijn, hier niets meer
te doen te hebben, eindigde hij zuchtend.
U heeft tenminste uw spel glansrijk ge
wonnen. Is u daarmee niet tevreden?
Neen, nu wil ik nog eens myn geluk in de
liefde beproeven, zei hij met een blik, waarvoor
ze blozend de oogen neersloeg.
Als de loten opgekocht worden.
Op een Maandagochtend zou de verkoop van
de nieuwe loten een aanvang nemen.
Voor de beide Escompto-kantoren in Soera-
baia waren 11.500 loten gearriveerd.
Het groote kantoor in de benedenstad het
leeuwenaandeelhst kleinere kantoor op
KLEURENSYMPHONIE.
We spraken over herfsttinten.
Ik zei, dat ik vol hoop op herfstschoon naar
,'t Kopje" was getogen, maar teleurgesteld
was teruggekeerd.
Mijn vriend meende dat deze teleurstelling
voor een deel zijn grond kon vinden in mqn
jarenlang verblqf in Gelderland, waar op moois
herfstdagen de voeten niet alleen langs de
boschpaden, maar ook op belommerde wegen
door opdwarrelend bruingeel, geelbruin, vaal-
bruin blad ruischen, dat na zyn afsterven viel
en steeds moeizaam blqft vallen tot het einde.
Voor een paar weken was hij te Soestdqk
uitgestapt om naar Amersfoort te wandelen. En
met geestdrift sprak hq over het glanzende
loof dat toen de boomen nog niet had verlaten,
en hoe het blonk in groengeel, goudgeel, buin-
geel, roodgeel, zelfs in roodgloeiïng: een won»
derschoone afscheidskleurenpracht!
Die beschrijving wekte in mq de herinnering
aan een wandeling in een vorig jaar langs
den Zelhemschen weg en een rustpooze op de
bank aan den Meine-ingang voor het kasteel
Ruurlo.
t Was bladstil en de namiddagzon drong door
de wichtige verzadigde lucht. Zq zette den
hemel in vlammen en gleed weg door 't gedun
de loof langs de grauwe stammen in het teer-
gele en roodgloeiende onderhout. Daar toon»
dichtte zij een symphonie van kleuren en tin
ten die alle nuances waren van bruin, nuances
van goudgeelbruin tot purperbruin, zoo veel
kleurig als de machtige zomerzon nauwelijks
weet te componeeren uit groen, geel, wit, blauw
en rood.
Die wondere pracht trof mq zoo sterk, omdat
ze zich lang niet alle jaren manifesteert. Dik-
wqls hult zich de herfst in een eenvoudig
hruingrauw kleed. Maar in 't jaar, waarvan ik
spreek, kon men jubelen bij zyn veelvervigen
rok, al stemde het afsterven der natuur, de
duisternis der nevels, het prevelen van den sla-
penden wind in de doorzichtige boomkruinen
droef te moede. Een dramatisch gebeuren vol
zoete poëzie en onverbiddelqke hardheid.
Toen 's avonds tusschen vier en vqf de gele
glimpen van wester-zonlicht de neveldoezele
lucht verguldden, werden de groengrauwe stam
men violetbruin getint en de juniprausrelieken
onder de dennen lichtgrauwbruin. Vaalbruin
werd de hooge beekoever, zwartbruin waren de
wortelklauwen van de dofbruin geschubde oude
lariksen in de donkere nissen van den wal,
grauwgroen bleef nog even de Meine-zoom.
waartegen rood en geel weekhout in de bosch-
weide verwonderiyk mooi contrasteerde.
Dan kwam de zonnedaling tot onder de kim.
Het geel en rood vervloeide tot dof avondbruin
om eindelijk onder de grauwe uilevlerken van
den nacht te verzwarten.
Overveen, K. ZW.
Simpang minder.
Nu is tien gulden niet veel, maar voor nat
aantal koopende Inlanders en Chineezen is het
toch ook weer niet zoo weinig. En toevallig
waren we er getuige van, hoe in de dagen die
zoo'n verkoop voorafgaan, kleine kongsies ge
vormd worden, die dan opdracht geven om een
Vi te koopen met z'n vijven of zessen en zulk
een kongsie betaalt dan graag drie pegulanten
voor een kwart lot van een rijksdaalder.
Hoe, dan ook, de bankdeuren gingen open,
de kantooruren hadden een aanvang genomen.
Dikke haag van menschen. Aansnellende dames
in taxi's. Lange slierten stonden buiten op
straat en 't werd al warm in de nog jonge zon.
Langzaam, heel langzaam aan zou men aan
de beurt komen. Ach het is ook wat, zonder
periodieke verhooging, zonder bönus of tap-
'tièmes, om van erger nog maar niet te spreken,
Het Bataviaasch Internaat zou dat alles in één
klap kunnen bijspijkeren. De andere kant gin
gen ze de trap af met hun een of twee loten.
Toen kwam er een nerveuse dame binnen
dringen en sprak van schande, van heel veel
schande. En dit euvele feit was dan, dat op
Simpang drie kwartier nutteloos wachten als
resultaat uitverkocht had gehad. Er werd ge
ïnsinueerd, dat het wel geen zuivere thee zou
zyn. Er kwam stemming en men begon wat
te dringen. Maar het ging voetschuifelend, want
er waren velen voor. Vlak br) het loket stond
een Chinees rustig te wachten, een opvallend
gezet en welgedaan zoon van China. Ook hij
wachtte tot het zqn geluksbeurt zou zijn. En
helaas zijn beurt is gekomen en helaas voor alle
anderen, die nu het paadje langs het loterij-
geluk zullen hebben te bewandelen hij heeft
zijn loodjes gekocht.
Moeizaam, met opgetrokken linkerschouder
diepte de welgedane man in zijn reehterbinhec-
zak. Een veelgebruikte leeren geldétui en lij
kend en vingerbevochtigend telde hq daar uit
dertig heèle mille'n, voor drieduizend Batavia-
sche Internaten. En toen dit langdurig werk
was afgeloopen, trok hij ziin rechterschouder
op, diepte in zijn linkerbinnenzak en telde der
tig heele duizenden uit voor nog eens hetzelfde
aantal Internaten.
En dat vertellen wy nu en we blikken af
blozen er niet bij, maar het commentaar van
al die andere „golddigers" als we dat moes
ten herhalen dan zouden velen uwer blozen,
als jonge uchtendrozen. Het geheel werd min
der vriendeliik, bepaald onvriendeiyk zelfs. En
massa werd men beleedigend en als 1 man bracht
men dat tot uiting. Op het bordje „uit" en „in"
was te zien, dat de agent zich in hoogstdes-
zelver kamer bevond en dat was de man die de
petroleuse's toen maar a-la-lanterne wênschten
te zien bungelen, althans wiens verantwoording
men van dit affreuze geval wenschte te hebben.
Inderdaad de agent was „in", maar toch ook
weer niet „in", want nu men niet een keurig
delegeerend comité had afgevaardigd enzoo-
voorts. Dat was ook niet handig, men had
stante pede een bestuur van malcontenten, van
protestanten moeten benoemen, wellièht had
men dan een willig oor ontmoet.
Nu echter trad daar naar voren de tweede
aanwezige in rang en van zijn verheven stand
punt boven aan de trap, sprak hij daar het
volk toe, niet in de trant van het odi profanum
vulgus, maar het was: wie het eerst komt het
eerst maalt.
Mopperend, onvoldaan in hoop ep verwach
ting trok het niet meer lotende loterijpubliek
af, het rechtsgevoel was onbevredigd.
H
Het is noodig dat we o:
heilige passie om op te g
God, tot het hart van he
gevende, het Groote.
Maar wie het zoover br<
ten prqs deelachtig: het i
ende fluïdum, den grooten
heid.
Met dit woord eeuwij
tijd bedoeld, waar de ver
waar de afwisseling is, di<
Maar het is het onnoembs
kan worden met het oog,
van de wereld. Dè.t, wat
leven ligt, dht bepaalt, of
nen verstaan, of wy Gods
Al is dat inderdaad niei
de smart ons de vreugd(
de vreugde van den myst
nen, toch bezingen alle
de smart. Het is veelal
mensch moet komen om
maken, om hem de vreuj
deelachtig te laten word<
Ook Krishnamurti zegt
U toe, lok de smart uit!
Het is voor den mysti
voor hem, die vastbeslote:
te leiden, in het begin mt
wone leven te gaan. Ze v
in zichzelf moeten ontwil
noodig, want de wereld
op te sluiten of af te zc
God te vinden.
De mysticus leidt ges
leven met de handen st
bed. Neen, hq staat mid<
Zqn vreugde zal alles
en schooner maken en d<
Er zijn voorbeelden v
Jezus en ook van de or
b.v. dat zq juist de zone
ze voelen, dat zij als ste
als reactie op een zond:
iets hoogers, kunnen
wordt; dat zij in andere
nen oproepen en ontwik
De mysticus wordt i
mystiek maar hij komt
groeit door de vreugde
leeft niet als een dweej
niets te dwepen, omdat
heeft met het hoogste, z
ten met het geheel, m(
alles wat hq doet, al zij
drenkt, zijn gekleurd do
niet kent. Zooals ook
ze het eeuwige geeft.
Om tot dien toestand
Godsverlangen blijvend i
is niet zóó moeilijk. Hoe
het gewone leven niet,
zinnen op gezet hebben,
gaan in het mystieke 1(
dit met onverdeelde ene
om bruggen achter ons
de tijd niet meer knags
terugtrekken, geen twij
heid in ons is.
Dan worden we bevr
den rust in alles. God
wat dof is. En al vertoon
van lichamelijke pijnen,
pijnen een vrede, die h
leven leidt, soms jaloers
Om een mystiek beel
mysticus is in den toes
bruiloft, waarbq de ziel
wordt door de ademtocl
bruidegom, die haar hu1
De eeuwige man of c
geen nutteloos leven,
werk is de tqd te kort.
aan hun deur, iederen c
iets geven, zonder dat ze
jagen om hem goed te
is, is de volheid van g
enkel woord, een handc
doende om den ander t
den.
De tweede causerie oi
loft zal op 24 Novem
's avonds, eveneens in d
Popellaan, Kinheimpark
langstellenden zyn hart
De Begrooting van he
geeft aan den Bond
in Nederland aanleiding
merkigen:
Hoewel op het eerste
en het daarbq gevoegd*
tweede vijfjarige we
denheid zou bieden, ges
wind, vooral van de m<
morie van Toelichting,
bezorgdheid.
Allereerst blijkt n.!.,
hierop de aandacht var
het tydvak, waarbinnen
Rqkswegenplan voltooid
minste met 5 jaren v
zoowel uit de op twee
alinea van bl.z 5 als
morie van Toelichting,
gelezen, dan dat deze ui
in een tijdvak van 25 j
geheele werk zal dus
in strijd met den oorsp
uitvoering in 25 jaar ti
rekenen van 1927 af.