GOSEF Ccntrs Oliestc Kijkjes Buiten. Het Bloemendaalsch Weekblad. SPORT. Het diamanten collier. De loterij, de malaise en de malcontenten. VAN 0\ VOETBAL. De uitslagen van 1.1. Zondag luiden: D.W.S.Alcmaria Victrix 5—1 V.V.A.—Kinheim 2—0 H.R.C.—Z.V.V. 34 HaarlemSpartaan 80 W.F.C.Bloemendaal 01 Alcmaria heeft het in Amsterdam al bijzonder slecht getroffen. En het begin was zoo hoopvol, want nadat de wedstrijd slechts eenige minuten oud was, had De Cocq van Delwijnen reeds voor zijn club gedoelpunt. De gelijkmaker liet echter niet lang op zich wachten, en juist, toen de Aik- maarders weer in den aanval waren, werd hun linksbinnen zóó geblesseerd (het was een zui ver ongeluk!) dat verder meespelen uitgeslo ten was! Zeer begrijpelijk werd- de Alcmaria ploeg door dit ongeval dermate gedeprimeerd, dat van een goed tegenspel weinig sprake meer was en werd het voor D.W.S. betrekkelijk een kleine kunst een groote 51 overwinning te be halen. V.V.A. schijnt dit seizoen voor verrassingen te zorgen. Nadat een week geleden in Alkmaar met 80 werd verloren, weerstonden de Amsterdam mers thans Kinheim, dat eveneens een week terug tegen Haarlem zoo'n goede beurt gemaakt had. De Velsenaren presteerden thans niet veel, en vooral in techniek schoten zij te kort. V.V.A. doelpuntte na eenige vergeefsche aanvallen uit een penalty. Daarna ging de strijd, die overigens weinig beteekende, gelijk op. Toch kreeg Kin heim een prachtkans voor den gelijkmaker, als ook zij een strafschop toegewezen krijgt. Groe- neveld schoot echter het leder tegen de paal. In de tweede helft wist de middenvoor van V. V. A. nog eens het net te vinden. De meest verrassende uitslag was zeker wel de 43 overwinning die Z.V.V., nog wel in den Helder, op H.R.C. behaalde. Bovendien was deze overwinning volkomen verdiend. Het spel der Zaandammers was voor het Heldersche publiek en de spelers een openbaring. De thuisclub miste wel is waar den steun van haar eminenten mid denvoor Beneker, die voorloopig geschorst is, maar daarentegen stelde Z.V.V. zich op zonder haar keeper en linksbuiten. Hoe spannend de strijd was, wordt duidelijk gedemonstreerd door het scoring-verloop: 01, 11, 2—1, 22, 2—3, 33, 34. De winnende goal werd gemaakt door den middenvoor uit een schot, gelost op zeker 30 M. afstand. Het was voor den H.R.C.-keeper totaal onhoudbaar! Zoo kwam het einde met een even onverwachte als fraaie zege voor Z. V. V.. dat zich eindelijk als sterke tegenstander ontpopte. Haarlem speelde niettegenstaande haar groote overwinning tegen Spartaan een slechten wed strijd. Het aantal gemiste kansen was legio! Het spel der Amsterdammers, die zonder hun eminenten rechtback Ohm waren, terwijl na eenigen tijd ook keeper Oerlemans vervangen werd, was al zeer onbeteekenend. Als de Amster- damsche roodbroeken op dezen weg voortgaan, vreezen wij het ergste, te meer, waar de mede- gegadigde Z.V.V., zich blijkbaar gaat herstellen. Onder deze omstandigheden moet niet te veel waarde aan de Haarlemsche overwinning ge hecht worden. Aan den Bloemendaalschen hemel is het een en al zonneschijn! Inderdaad: er is alle reden tot groote tevredenheid, want in vergelijking met het vorig seizoen is er veel veranderd. Niet, dat de elftallen van deze afdeeling zwakker zijn, integendeel, maar de geest in onze ploeg is voorbeeldig, terwijl de „fighting spirit" in alle geledingen aanwezig is. En juist deze vechtlust, dit zich geheel en al geven van het begin tot het einde moet resultaten afwerpen. W.F.C.tot nog toe in haa-r sportpark ongesla gen, ondervond een en ander aan den lijife. Dat dit elftal vooral thuis een lastig tegenstander is, daarvan kunnen Haarlem en D.W.S. meepraten, terwijl ook de elftallen, die Wormerveer nog met een bezoek moeten „vereeren" zich dat voor gezegd kunnen houden. Bloemendaal trof het ook al niet met de ter rein-gesteldheid. WHj zijn natuurlijk op dit ge bied wel wat verwend, en zoo bekroop ons een „unheimisch" gevoel, toen wij het omgeploegde W.F.C.-veld betraden. Bakker won den toss en verkoos eerst tegen wind in te spelen. Dit belette onze voorhoede niet, aanstonds energiek aan te vallen, maar al gauw bleek, dat de W.F.C.-defensie niet met zich ligt spotten. Wel maakte J. Cassee, die dit maal linksbinnen speelde (Kuiper was ziek) een mooi doelpunt, maar dit werd zeer terecht off-side verklaard. Even later kopt dezelfde speler meer dan schitterend im doch de W.F.C.- keeper rt drie niet minder fraai. Dan komt de W.F.C.-voorhoede aan 't woord. Alles wordt op den middenvoor gespeeld, wat ook werkelijk een speler met capaciteiten is. Onze verdediging, waarin vooral aanvoerder Eakker prik speelde belette echter elke sc'met- poging. Als dan eenmaal de bal achter Huisman ligt, onteaat het den prima leidenden arbiter niet, dat de handen van een der Wormerveer ders een werkzaam aandeel in het maken van dit doelpunt hadden, waarom het eveneens ge annuleerd werd. Als de rust ingaat, is de stand nog dubbel- blank. Na de thee, treedt Bloemendaal, met den wind als bondgenoot, aanvallend op. Op geluk kige wijze ontkomt dan het W.F.C. doel meer malen aan een doorboring. Doelpunten zijn met deze sterke verdedigingen uiterst duur, en het ontgaat de toeschouwer niet, dat de parij, wie het gelukt te scoren, de beide punten zal krilgen. En dit is IBoemendaal, als Charlie de Bock den bal achter den Wormerveerschen keeper depo neert. Dit was 20 minuten na rust. De resteeren- de 25 minuten worden onder groote spanning uitgespeeld. Beide partijen geven zich volkomen, maar de aanvallen der witten zijn ongetwijfeld gevaarlijker. In dé laatste minuut worden nog 2 corners op ons doel genomen, waarbij al wat Bloemendaal voelt en dit was vrij veel in angst en beven verkeerde. Onze verdediging weet ook deze gevaren te trotseeren. en als het fluitsignaal „eindigen" klinkt, zijn beide punten binnen. Voorwaar een prachtig resultaat, be haald door hard werken en ernstig willen. Als Bloemendaal zóó doorgaat, zijn de kansen op een der bovenste plaatsen lang niet denkbeeldig! Het kan in korten tijd wel verkeeren. Vorig jaar moest tot het bittere eind gevochen worden om het degradatie-noodlot te onüoopen, nu is de toestand zóó. dat in stilte op de bezetting der bovenste plaats gehoopt wordt. Voor Zondag a.s. luidt het programma: Kinheim—Alcmaria Victrix De Spartaan—W.F.C. Z.V.V.—D.W.S. H.R.C.—V.V.A. Haarlem en Bloemendaal zijn vrij en kunnen zich rustig voorbereiden voor den grooten strijd aan den Schoterweg op 15 November a.s. Wij geven Kinheim tegen Alcmaria groote kans, nu de sterke voorhoede der kaasmenschen niet weinig aan kracht heeft ingeboet. De Spartaan heeft heel wat goed te maken, en daar W.F.C. uit niet zoo sterk schijnt, lijkt ons gelijk spel niet uitgesloten. Voor Z.V.V. is het gelukkig, dat de ommekeer op tijd gekomen is. Daarom zal D.W.S. zeker in Zaandam een moeilijk te verteren kluifje krijgen. Wij gelooven dan ook niet, dat Van Es c.s. er zonder kleerscheuren af zullen komen, en dat het uitstapje hun tenminste één punt zal kosten. Voor V.V.A. is het de verliesbeurt. Trouwens, wil H.R.C. een rol van beteekenis blijven spe len, dan dient zij nu te winnen, want met eenige lastige uitwedstrijden voor den boeg (Haarlem en Bloemendaal) is het zaak voor de Helderschen op de teilen te gaan passen. Wij houden het op de roodjakken, te meer, waar ook V.V.A. buitenshuis weinig pleegt te presteeren. De lagere elftallen van Bloemendaal speelden als volgt: E.H.S.—Bloemendaal 2 6—3 T.H.B. 2Bloemendaal 3 103 Bloemendaal 4E.T.O. 26 Junioren. Bloemendaal bHillegom 32 Zandvoort bBloemendaal c 90 I.V.O.Bloemendaal d 110 Junioren. Bloemendaal bSpaarndam a 70 Spaarndam bBloemendaal c 14 Zondag a.s. speelt: Bloemendaal 2—Spaarnevogels uur Bloemendaal 3V.S.V. 3 10 uur Junioren. Bloemendaal aStormvogels a 10 uur. Kennemers bBloemendaal d 2 uur. Adspiranten (Zaterdag). Bloemendaal aEdo a 3.30 uur Bloemendaal cR.C.H. c 2.30 uur. EEN BUITENGEWONE GEBEURTENIS OP BILJARTGEBIED. Een duel BosPoensgen. Zaterdag en Zondag vindt een zeer bijzonder evenement op biljartgebied plaats, want dan zal op aanstichting van de Biljartvereeniging K. R. A. S. te Amsterdam in het clublokaal dier ver- eeniging, Singel 530, een match gespeeld worden tusschen den Berlijner Albert Poensgen, ama teur-wereldkampioen 1931 en Arie Bos, den be kenden Amsterdamschen crack. Er wordt een partij van 1500 caramboles in 3 gedeelten van 500 gespeeld en wel Zaterdag om 2 u. en 8 u. en- Zondagmiddag om 2 uur. Dat belooft voor de genoodigden het is geen openbare wedstrijd wel een zeer apart genot te worden want van deze beide rasspeïers valt onder alle omstandig heden, dus ook als zij niet productief zouden spe len, heel veel te genieten. De lange Berlijner is geen jonge man meer. Hij zal dicht bij de vijftig zijn, doch een zeer sportieve figuur, lenig en sterk, hoewel ner veus. Maar 'n prachtige coupe de queue en eer. soepelen stijl maken het tot een groot genot voor den kenner dezen genialen speler in actie te zien. Hij heeft alle amateurkampiosnschappen van Duitschland steeds met verbluffend gemak veroverd en in menig internationaal tournooi geschitterd. Doch door zijn drukke en verant woordelijke maatschappelijke bezigheden de heer Poensgen behoort tot de hoogere ambtena ren in Duitschland heeft hij jaren lang de training niet serieus doorgezet en kan hij ook veelvuldig niet uitkomen. In de laatste jaren treedt hij weer meer op den voorgrond en in het vorig seizoen wist hij voor de eerste maal het wereldkampioenschap te behalen. Wtie Bos is behoeft niet nader uiteengezet te worden. Hii is de fijnste', de geniaalste Neder- landsche biljarter en misschien wel de elegant ste speler van de geheele wereld. Zijn fout is sijn fantasie. Ook de biljarterij is aan grondre gels onderhevig en daar zondigt Bos wel vaak tegen. Hij fantaseert dan zooals een musicus zich variaties op een partituur veroorlooft. Maar daarmede verfraait hij dan de partituur. En of Bos nu met 10 movenne speelt of met 30, het is altijd een bijzonder genot hem te zien spelen omdat hij zoo vlot en elegant, zoo gracieus en gemakkelijk speelt -ris geen tweede. Je in brio doet een Moons stellig niet voor hem onder en in souplessse van afstoot, een Soussa, evenmin. Maar het. spel van Bos is nog veel aantrekkelij ker en interessanter. Het is vol geestige inval len, en wie als kenner 't spel van Bos gade slaat kan zich begriipen hoe een Is. Queridn er toe kwam Bos den Chopin van het groene laken te noemen. Men zal begrijpen hoe men naar dit partijtje met intens verlangen uitziet. Het heeft nog een aparte beteekenis in ander opzicht ook, want Poensgen is amateurd en Bos heet prof te ziin omdat dat de Frr"i«rh» '•w- van de internationale biljartorganisatie Bos niet meer als amateur willen toelaten, omdat hij in dertijd een tijdje poogde als prof in Amerika succes te behalen. Dat gelukte toen maar matig, omdat Bos geen man is voor de machinale nlichtpartijen en omdathij te veel fantasie, te veel zin voor variatie had. Sedert is hij weer jaren in ons land. Ieder hier beschouwt hem als amateur, maar tot dusverre heeft de Neder. Biljartbond geen succes met zijn pogen om Bos weer op de amateur-lijst geplaatst te krijgen. t)e heer Poensgen heeft intusschen aanstonds ge meld dat hij het bijzonder op prijs stelt tegen Bos uit te komen en de Duitsche bond werkte direct mede voor het tot stand komen van deze ontmoeting. Misschien dat de leiders van F. I. A. B. er leering uit zullen trekken. (N. R. Ct.) Het was een koude dag in Maart. De boot van Boulogne was juist naar Folkestone vertrokken Het dek was zoo goed als leeg, alleen Maxime Werner en een jonge man, lang en donker, in een regenjas gehuld, liepen er, den wind 'trot- seerend, heen en weer. Opeens bukte bii zich, raapte iets van het dek op en vroeg: „Pardon is dit soms van u?" Heet meisje keerde zich snel om en zag dat hij een met paarlen afgezetten armband in de hand hield. Zenuwachtig voelde ze naar baar pols. Ja, dank U zeer. zei ze verheugd. Het veiligfieiidskettinkje is zeker losgegaan, meende hij. En haar glimlachend aanziende: „U is juffrouw Werner, nietwaar, de dochter van den heer Johnson Werner uit New-York? Toevallig heb ik uw naam op uw valiesje ge zien." Ja, dat ben ik!" zei ze verbaasd. Dan heb ik Uw vader drie weken gele den in New-York ontmoet. Hoe zag hij er uit? vroeg ze gretig. Uitstekend, en uw moeder ook. Ze vertel den mij dat u op reis was met meneer en me vrouw Scholes." Ja, we zyn naar de Riviera en Egypte ge weest. Ik herinner mü toch niet u ooit gezien te hebben.. Misschien als u mü uw naam zegt Ik denk niet dat u dien zult kennen Anthony Musgrave. Ik heb uw vader onlangs voor het eerst gesproken toen ik hem op ziin kantoor raad kwam vragen over iets. Hq heeft mij uiterst vriendelijk ontvangen en mij meer- maken ten eten gevraa"d '«'durende 11 eek, die ik in New-York doorbracht. Misschien wel omdat ik belangstelde in zijn kunstverzameling, voegde hy ter nadere verklaring aan toe. Geen wonder dat vader dan met u op had. Hu praat dolgraag met iemand, die er verstand van heeft behalve natuurlqk Ze brak lachend af. Ik weet wat u zeggen wil," viel hy in, behalve met het soort bezoeker, die er onlangs van doorging met eenige van de beroemde dia manten. O, weet u er van? Ja, het heeft in de Amerikaansche couran ten gestaan." Dat is waar ook. Vader heeft het zich na tuurlijk erg aangetrokken, niet zoozeer om de waarde van de diamanten, als wel om de gren- zenlooze brutaliteit van het geval. Een jonge man wilde hem over zaken spreken en bracht ongemerkt het gesprek op miniaturen, enz., waar papa een manie voor heeft. En uw vader vroeg hem bq hem aan huis te komen om de collectie eens te zien. Zoo is het ook met my gegaan. Verwondert u dat niet, nadat hij zulk een les gehad had? Het meisje keek hem in het open gezicht. U kunt er op aan dat dit niet gebeurd zou zijn, als ik thuis was geweest zq ze beslist. Heeft u dan zooveel meer menschenkennis dan hij? Ik zou tenminste iets verdachts in zijn handelwqze gevonden hebben. Het was natuur lijk heel slim van hem, veertien dagen voordat moeder de tiara op de receptie zou dragen, on der voorwendsel van zakeD kennis met vader aan te knoopen en te maken dat hij de collec tie te zien kreeg. Op het moment dat hij de diamanten in handen had, werd papa aan de telefoon geroepen. Hij was nog geen minuut weg, of Lionel Carew verdween met de tiara en zond met de volgende post een briefje: „Tiara heel mooi, maar bitter teleurgesteld dat ze niet degene is die aan Maria Louise heeft toebe hoord. Misschien heeft Uw dochter die in be lt. Zal er daarom .voor terugkomen, zoodra zij weer thuis is. Heb er mijn hart op gezet. Au revoir! Die is goed! lachte de jonge man. Maar dat zal hq toch niet durven, denkt u wel? Ik weet het niet, zei ze peinzend. Ik hoop van wel, want ik zou niets liever willen dan dien Lionel Carew te pakken te krqgen. Maar we zijn warempel al in Folkestone. Ik moet oom en tante eens gaan zoeken. Even later toen de boot de haven binnen-, stoomde, kwam Maxime op Musgrave toe ver gezeld door een heer en dame. Ik heb oom en tante van u verteld, zei ze vriendeiyk. Mag ik u even aan hen voorstel len? Het resultaat was dat hy met hen naar Lon den reisde. Denkt u lang in Londen te biyven? vroeg Musgrave. Neen,, antwoordde de heer Scholes. Over cii paar dagen, denken we ergens buitan te .gaan riogeeren, waar een paar kennissen van ons, een Fransche dokter, Armand de Flavel en zijn dochter, die we in het Zuiden van Frankrijk 'lobben leeren kennen, zich bij on' zullen w»n Mag ik u in uw hotel eens een bezoek komen brengen? vroeg Musgrave by het af scheid aan Maxime. Met genoegen, antwoordde ze lachend. Ik heb zoo juist op uw koffer gezien dat u in het hotel Mammouth gaat logeeren, en toevallig gaan wij daar ook heen. Musgrave vond het niet noodig te zeggen dat hij dit adres pas op zy'n bagage had geplakt, nadat hij dien morgen den naam van het ho tel op Maxime's valies had gezien. Na het diner trof hij de familie in de vesti bule aan, en ze maakten een afspraak dien avond samen uit te gaan. En ze schoten zoo goed op dat Musgrave weldra als tot het gezel schap behoorende werd beschouwd. Ik zal blij zijn, kind, zei Meneer Scholes na verloop van eenige dagen, als we Londen kun nen verlaten. Al dat uitgaan begint mij danig te vervelen. Als je vader er niet zoo bijzonder op gesteld was dat je de galavoorstelling in het operagebouw bqwoonde, zou ik liefst dadelqk vertrekken. Maar we hebben nu eenmaal van uit Parijs de loge reeds besproken. Mag ik het genoegen hebben u daarin ook een plaats aan te bieden, meneer Musgrave? Het is heel vriendelijk van u graag, was het antwoord. - Mljfo brier heeft exr»rf>=» r>vor heid, ging meneer Scholes voort, het beroemde diamanten halssnoer naar zijn bankier in Lon den gezonden, zoodat Maxime het Zaterdag kan dragen. Het collier van Maria Louise? vroeg Mus grave. Ja. zei Maxime, en onmiddellqk na de voorstelling gaat het naar de kluis terug. Dus Lionel Carew heeft voorloopig niet veel kans. Dat is niets, als hq het ten slotte -naar krygt, plaagde Musgrave haar. Den volgenden namiddag begeleide hq Maxi me naar den dierentuin, en na de thee gingen ze wat op een bank zitten praten. Hebt u de kaarten voor de comedie van vanavond kunnen krijgen? vroeg ze. Ja ik geloof dat ik ze hier heb, zei hq, zqn portefeuille uit den zak nemend. Toen hq die openmaakte woeien er een paar papiertjes uit en hq stond op om ze weer op te halen. Daar viel Maxime's oog op iets wits op den grond het was een visitekaartje. Ze raapte het op, las het en stak het met een verschrikt gezicht in haar handschoen. Toen ze in het hotel terugkwam vertelde de heer Scholes hen dat de De Flavels van plan waven veranderd r~ morgen zouden komen, nog juist bijtqds om dr vriavoovstelling van de ope- ra bij te wonen. Maxime sloop naar boven zoodra ze kans zag weg te komen en haalde het visitekaartje voor den dag. Welk een ongehoorde brutaliteit! riep ze verontwaardigd uit. Maar ik zal hem too- nen, dat hij ditmaal met een vrouw te doen heeft. Dien avond in den schouwburg vroeg Musgra ve haar: Vindt u het niet ietwat gewaagd, morgen dat kostbare collier te dragen? Volstrekt niet, zei Maxime, hem recht in de oogen ziend. Wanneer denkt u het te ontvangen? Des namiddags. Zoudt u het graag eens willen zien? vroeg ze kalm. Ja dolgraag. Kom dan na de thee even by my. Uitstekend. Maar u mag wel oppassen dat ik er niet mee aan den haal ga! plaagde hij. Den volgenden morgen arriveerden Dr. de Flavel en zyn dochter. Hy was een lange, ma gere man van ongeveer vyftigjarigen leeftyd, met een peper-en-zoutkleurigen baard. Meneer Scholes stelde hem aan Musgrave voor. Er volgde een kort gesprek, toen ging het jonge meisje met Maxime naar boven om het be roemde collier te bekijken, dat juist van de Bank bezorgd was. Even later kwam Musgrave zyn bewondering betuigen. Toen hy weg was nam Maxime het foudraal nog eens in de hand. Zou hq het durven? dacht ze. Dan loopt hy er lee- lijk in, want hij heeft natuurlijk geen idéé dat onze vriend, Dr. de Flavel een detective is. Op eens kwam er een uitdrukking van schrik in haar oogen. Ze hield het slot van het collier onder het licht en bleef als aan den grond ge nageld staan. Toen holde ze naar haar slaapkamer, nam iets uit de lade en ging vastberaden Musgra- ve's kamer binnen. Is er iets gebeurd? vroeg deze lachend. Spot niet, zei ze buiten adem. U weet heel goed wat er gebeurd is. Heeft het iets met het collier te maken? Ja? Dan zal ik er eens naar raden. U hebt juist ontdekt, dat het door een onecht vervan gen is! Zqn onbeschaamdheid deed haar versteld staan. Ja, precies. Er was een merk op het slot. Toevallig keek ik er naar en zag dat het er op ontbrak en dus mijn collier niet was. Buitengewoon handig, vindt u niet? zei hij glimlachend. „Maar mag ik vragen waarom u dat pistool om mq gericht houdt? Houd op met uw gekheid. Ik kom hier om myn halssnoer terug te halen en ga niet heen voor ik het heb." Heel natuurlqk maar Ik weet wie u is Lionel Carew! Hij barstte in lachen uit. Meneer Carew, smeekte ze, toe, geef mij het collier terug, dan zal ik er verder met nie mand over spreken! Waarom niet? Och dat weet ik niet, zei ze blozend. U wilt mq werkeiyk laten gaan? Mq mqn leven opnieuw laten beginnen? O, juffrouw Werner! Maar nu zonder gekheid, ik heb idef dat uw collier veilig in de brandkast van het hotel ligt. Ik ben niet de schurk, voor wien u mq houdt. Hoe kwam u daar toch bij? U had een kaartje in uw portefeuille En dat is u in handen gevallen? Ik had het bewaard als souvenir aan Lionel Carew, nadat hq mq in Los Angeles 5000 dollars had ontsto len. Wie is u dan? vroeg ze uiterst verbaasd. Dat zal ik u later wel eens op mqn gemak vertellen. Maar als u toch Carew eens was Daar hoeft u niet bang voor te zyn. Wij hebben hem en zijn medeplichtige, Dr. de Fla vel en zqn dochter een uur geleden op heetpr- daad betrapt met het collier in de hand en hen gearresteerd. Dr. de Flavel! Ja, met wien uw vader en ik kennis maak te als Lionel Carew. Maar die Carew was een knappe jonge man, terwyi Dat is de Flavel in werkelqkheid ook. Om niet herkend te worden heeft hij echter vóór hii naar de Riviera ging zijn baard laten staan. En weet u warom hij in Parijs achterbleef? TI had hem terloops verteld. da.t de iuweb'er aldaar van wien uw vader het beroemde collier had gekocht, een duplicaat van onechte steenen bezat. Lees nu dit bericht eens. Hy haalde een courant vor den dag en ze las: Heden werd den bekenden juwelier D. te Parijs een collier ontstolen dat blqkbaar voor echt werd gehouden, doch Inderdaad nagemaakt was. Is u nu overtuigd? Ja. Hoe is u dien Carew op het spoor ge komen? Nadat hy mij in Los Angelos 5000 dollar had ontstolen, besloot ik niet te zullen rusten, vóór ik hem in handen had. Juist toen ik meen de hém in Chicago op het spoor te zijn, las ik in de courant het bericht van uw moeders tiara en ik spoorde naar New-York om uw vader om een onderhoud te verzoeken. Toen hq my Ca- rew's briefje liet lezen, was Ik overtuigd dat hq zou trachten eveneens uw collier te stelen en ik ging naar Londen om hem in het oog te hou- en zyn komst daar af te wachten. Maar hoe kwam het dat hy u niet her kende? Omdat ik intusschen mijn baard en snor had afgeschoren en zorg droeg hem zooveel mo- gelqk uit den weg te blijven. En toch herkende u hem? Ja, aan zqn misvormden wqsvinger, die on middellijk myn aandacht trok toen hq de han den op den rug vouwde. Ik deelde dit aan Scot land-Yard mee. Ze zonden een detective en wel dra legden we hem de handboeien aan. Het zal een heele leegte voor mij zijn, hier niets meer te doen te hebben, eindigde hij zuchtend. U heeft tenminste uw spel glansrijk ge wonnen. Is u daarmee niet tevreden? Neen, nu wil ik nog eens myn geluk in de liefde beproeven, zei hij met een blik, waarvoor ze blozend de oogen neersloeg. Als de loten opgekocht worden. Op een Maandagochtend zou de verkoop van de nieuwe loten een aanvang nemen. Voor de beide Escompto-kantoren in Soera- baia waren 11.500 loten gearriveerd. Het groote kantoor in de benedenstad het leeuwenaandeelhst kleinere kantoor op KLEURENSYMPHONIE. We spraken over herfsttinten. Ik zei, dat ik vol hoop op herfstschoon naar ,'t Kopje" was getogen, maar teleurgesteld was teruggekeerd. Mijn vriend meende dat deze teleurstelling voor een deel zijn grond kon vinden in mqn jarenlang verblqf in Gelderland, waar op moois herfstdagen de voeten niet alleen langs de boschpaden, maar ook op belommerde wegen door opdwarrelend bruingeel, geelbruin, vaal- bruin blad ruischen, dat na zyn afsterven viel en steeds moeizaam blqft vallen tot het einde. Voor een paar weken was hij te Soestdqk uitgestapt om naar Amersfoort te wandelen. En met geestdrift sprak hq over het glanzende loof dat toen de boomen nog niet had verlaten, en hoe het blonk in groengeel, goudgeel, buin- geel, roodgeel, zelfs in roodgloeiïng: een won» derschoone afscheidskleurenpracht! Die beschrijving wekte in mq de herinnering aan een wandeling in een vorig jaar langs den Zelhemschen weg en een rustpooze op de bank aan den Meine-ingang voor het kasteel Ruurlo. t Was bladstil en de namiddagzon drong door de wichtige verzadigde lucht. Zq zette den hemel in vlammen en gleed weg door 't gedun de loof langs de grauwe stammen in het teer- gele en roodgloeiende onderhout. Daar toon» dichtte zij een symphonie van kleuren en tin ten die alle nuances waren van bruin, nuances van goudgeelbruin tot purperbruin, zoo veel kleurig als de machtige zomerzon nauwelijks weet te componeeren uit groen, geel, wit, blauw en rood. Die wondere pracht trof mq zoo sterk, omdat ze zich lang niet alle jaren manifesteert. Dik- wqls hult zich de herfst in een eenvoudig hruingrauw kleed. Maar in 't jaar, waarvan ik spreek, kon men jubelen bij zyn veelvervigen rok, al stemde het afsterven der natuur, de duisternis der nevels, het prevelen van den sla- penden wind in de doorzichtige boomkruinen droef te moede. Een dramatisch gebeuren vol zoete poëzie en onverbiddelqke hardheid. Toen 's avonds tusschen vier en vqf de gele glimpen van wester-zonlicht de neveldoezele lucht verguldden, werden de groengrauwe stam men violetbruin getint en de juniprausrelieken onder de dennen lichtgrauwbruin. Vaalbruin werd de hooge beekoever, zwartbruin waren de wortelklauwen van de dofbruin geschubde oude lariksen in de donkere nissen van den wal, grauwgroen bleef nog even de Meine-zoom. waartegen rood en geel weekhout in de bosch- weide verwonderiyk mooi contrasteerde. Dan kwam de zonnedaling tot onder de kim. Het geel en rood vervloeide tot dof avondbruin om eindelijk onder de grauwe uilevlerken van den nacht te verzwarten. Overveen, K. ZW. Simpang minder. Nu is tien gulden niet veel, maar voor nat aantal koopende Inlanders en Chineezen is het toch ook weer niet zoo weinig. En toevallig waren we er getuige van, hoe in de dagen die zoo'n verkoop voorafgaan, kleine kongsies ge vormd worden, die dan opdracht geven om een Vi te koopen met z'n vijven of zessen en zulk een kongsie betaalt dan graag drie pegulanten voor een kwart lot van een rijksdaalder. Hoe, dan ook, de bankdeuren gingen open, de kantooruren hadden een aanvang genomen. Dikke haag van menschen. Aansnellende dames in taxi's. Lange slierten stonden buiten op straat en 't werd al warm in de nog jonge zon. Langzaam, heel langzaam aan zou men aan de beurt komen. Ach het is ook wat, zonder periodieke verhooging, zonder bönus of tap- 'tièmes, om van erger nog maar niet te spreken, Het Bataviaasch Internaat zou dat alles in één klap kunnen bijspijkeren. De andere kant gin gen ze de trap af met hun een of twee loten. Toen kwam er een nerveuse dame binnen dringen en sprak van schande, van heel veel schande. En dit euvele feit was dan, dat op Simpang drie kwartier nutteloos wachten als resultaat uitverkocht had gehad. Er werd ge ïnsinueerd, dat het wel geen zuivere thee zou zyn. Er kwam stemming en men begon wat te dringen. Maar het ging voetschuifelend, want er waren velen voor. Vlak br) het loket stond een Chinees rustig te wachten, een opvallend gezet en welgedaan zoon van China. Ook hij wachtte tot het zqn geluksbeurt zou zijn. En helaas zijn beurt is gekomen en helaas voor alle anderen, die nu het paadje langs het loterij- geluk zullen hebben te bewandelen hij heeft zijn loodjes gekocht. Moeizaam, met opgetrokken linkerschouder diepte de welgedane man in zijn reehterbinhec- zak. Een veelgebruikte leeren geldétui en lij kend en vingerbevochtigend telde hq daar uit dertig heèle mille'n, voor drieduizend Batavia- sche Internaten. En toen dit langdurig werk was afgeloopen, trok hij ziin rechterschouder op, diepte in zijn linkerbinnenzak en telde der tig heele duizenden uit voor nog eens hetzelfde aantal Internaten. En dat vertellen wy nu en we blikken af blozen er niet bij, maar het commentaar van al die andere „golddigers" als we dat moes ten herhalen dan zouden velen uwer blozen, als jonge uchtendrozen. Het geheel werd min der vriendeliik, bepaald onvriendeiyk zelfs. En massa werd men beleedigend en als 1 man bracht men dat tot uiting. Op het bordje „uit" en „in" was te zien, dat de agent zich in hoogstdes- zelver kamer bevond en dat was de man die de petroleuse's toen maar a-la-lanterne wênschten te zien bungelen, althans wiens verantwoording men van dit affreuze geval wenschte te hebben. Inderdaad de agent was „in", maar toch ook weer niet „in", want nu men niet een keurig delegeerend comité had afgevaardigd enzoo- voorts. Dat was ook niet handig, men had stante pede een bestuur van malcontenten, van protestanten moeten benoemen, wellièht had men dan een willig oor ontmoet. Nu echter trad daar naar voren de tweede aanwezige in rang en van zijn verheven stand punt boven aan de trap, sprak hij daar het volk toe, niet in de trant van het odi profanum vulgus, maar het was: wie het eerst komt het eerst maalt. Mopperend, onvoldaan in hoop ep verwach ting trok het niet meer lotende loterijpubliek af, het rechtsgevoel was onbevredigd. H Het is noodig dat we o: heilige passie om op te g God, tot het hart van he gevende, het Groote. Maar wie het zoover br< ten prqs deelachtig: het i ende fluïdum, den grooten heid. Met dit woord eeuwij tijd bedoeld, waar de ver waar de afwisseling is, di< Maar het is het onnoembs kan worden met het oog, van de wereld. Dè.t, wat leven ligt, dht bepaalt, of nen verstaan, of wy Gods Al is dat inderdaad niei de smart ons de vreugd( de vreugde van den myst nen, toch bezingen alle de smart. Het is veelal mensch moet komen om maken, om hem de vreuj deelachtig te laten word< Ook Krishnamurti zegt U toe, lok de smart uit! Het is voor den mysti voor hem, die vastbeslote: te leiden, in het begin mt wone leven te gaan. Ze v in zichzelf moeten ontwil noodig, want de wereld op te sluiten of af te zc God te vinden. De mysticus leidt ges leven met de handen st bed. Neen, hq staat mid< Zqn vreugde zal alles en schooner maken en d< Er zijn voorbeelden v Jezus en ook van de or b.v. dat zq juist de zone ze voelen, dat zij als ste als reactie op een zond: iets hoogers, kunnen wordt; dat zij in andere nen oproepen en ontwik De mysticus wordt i mystiek maar hij komt groeit door de vreugde leeft niet als een dweej niets te dwepen, omdat heeft met het hoogste, z ten met het geheel, m( alles wat hq doet, al zij drenkt, zijn gekleurd do niet kent. Zooals ook ze het eeuwige geeft. Om tot dien toestand Godsverlangen blijvend i is niet zóó moeilijk. Hoe het gewone leven niet, zinnen op gezet hebben, gaan in het mystieke 1( dit met onverdeelde ene om bruggen achter ons de tijd niet meer knags terugtrekken, geen twij heid in ons is. Dan worden we bevr den rust in alles. God wat dof is. En al vertoon van lichamelijke pijnen, pijnen een vrede, die h leven leidt, soms jaloers Om een mystiek beel mysticus is in den toes bruiloft, waarbq de ziel wordt door de ademtocl bruidegom, die haar hu1 De eeuwige man of c geen nutteloos leven, werk is de tqd te kort. aan hun deur, iederen c iets geven, zonder dat ze jagen om hem goed te is, is de volheid van g enkel woord, een handc doende om den ander t den. De tweede causerie oi loft zal op 24 Novem 's avonds, eveneens in d Popellaan, Kinheimpark langstellenden zyn hart De Begrooting van he geeft aan den Bond in Nederland aanleiding merkigen: Hoewel op het eerste en het daarbq gevoegd* tweede vijfjarige we denheid zou bieden, ges wind, vooral van de m< morie van Toelichting, bezorgdheid. Allereerst blijkt n.!., hierop de aandacht var het tydvak, waarbinnen Rqkswegenplan voltooid minste met 5 jaren v zoowel uit de op twee alinea van bl.z 5 als morie van Toelichting, gelezen, dan dat deze ui in een tijdvak van 25 j geheele werk zal dus in strijd met den oorsp uitvoering in 25 jaar ti rekenen van 1927 af.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4