KINDERVERHAAL KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT. ÏHÏH'I i UP5 11 i Mi m ËSe Jaargang. Het BloemendaaSsch Weekblad. 4 Maart 1932. Tweede Blad. No. 9. Blijde verwachting. Brokjes Levenswijsheid. Busgroente. Door G. Th, ROTMAN. UIT B0EÜ EU BLAD. SCHAAKRUBRIEK. m Mill M'M,: 8 I i U ifi^iji^jp i Als je 's morgens bij 't ontwaken Bloemen op je ruit ziet staan, Als j' in 't ochtendblad kunt lezen: Straks zal d' ijsbaan opengaan; Als je naar je dikste jekker En je wollen wanten grijpt, Als je op je werk dan aankomt Dik-beijzeld, wit-berijpt; Als je kolenhok erg leegraakt En je bijbestellen moet, Als j' er wel eens een zou lusten Voor verwarming van het bloed; Als de wind door neus en ooren Snijdt, wanneer je loopt op straat, Als de sneeuwklok in je tuintje Zielig 't hoofdje hangen laat; Als je vrouw, die anders kalm is, Min of meer onrustig wordt, Als ze op den rommelzolder En in alle laatjes snort, Als ze momp-lend in zichzelven Telkens 't woordje „schoonmaak" bromt.. Bat zijn allemaal symptomen. Dat de lente nader komt! (Nadruk verboden) Wanneer in het voorjaar de versche groen ten verschijnen, zijn er altijd nog menschen, die blikjes eten. Het kan zijn, dat deze voor keur met zuinigheidsoverwegingen samen hangt. Maar zelfs wanneer de jonge spinazie goedkooper is geworden dan busgroente, blij ven sommige huisvrouwen deze laatste ge trouw. Kan het zijn, dat zich hier een oude over levering doet gelden? Geslacht na geslacht heeft zich met inmaak gevoed en onbewust heeft zich misschien de opvatting bestendigd, dat een welgevulde provisie-kast het bewijs van welstand is. Onze grootmoeders voorzagen zich tegen wintertijd op zoo degelijke wijze, dat kelder en zolder na Paschen nog slechts ten halve waren geledigd. Wat moest men met dezen overvloed doen? Wegwerpen zou zonde zijn. Dus; maar gedroogd en gepekeld eten, ook al schoot in den tuin reeds de jonge groente in 't zaad! Wij hebben onze levensgewoonten grondig gewijzigd. Onze huizen leenen zich niet langer tot inmaak; een kelder en een zolder bezitten wij niet meer en bovendien komt de groente- kar eiken dag aan de deur. Maar wij weten tevens, dat versche groente bestanddeelen be vat, welke busgroente mist. Zelfs de eenvou digste huissloof kent het woord vitamine. Waren wij op alle gebied maar zoo wijs als wanneer het onze maag betreft! In hoevele opzichten voeden wij ons nog met busgroente 'inplaats van met de versche vrucht van den akker! Busgroente is eenmaal malsch en smakelijk geweest; busgroente zat eenmaal vol vitami nen. Maar dat is jaren geleden, voordat zij geconserveerd werd. Zoo zijn er ook levensgewoonten, maat schappelijke toestanden, wijsgeerige opvattin gen, wetenschappelijke methoden, woorden en uitdrukkingen, die eenmaal vol levenskracht zaten en geurden naar het veld en de morgen dauw. Maar nu zijn ze verdroogd en duf en alle levenssap is er uit. Waarom ruimen wij ze niet op, nu de nieuwe oogst in den tuin is gerijpt? Waarom houden wij ons aan deze bus groente, die wie weet hoeveel jaren in het pakhuis van den tijd heeft gelegen'? Een teekenend voorbeeld van onze liefde voor busgroente levert de spelling. Wij zijn nog steeds verplicht volgens de regels van De Vries en Te Winkel te schrijven. Eenmaal zijn De Vries en Te Winkel geweldige hervormers ge weest. Zij ruimden de overjarige inmaak van Siegenbeek op en plukten de nieuwe spelling uit den tuin van hun tijd. En dien verschen oogst hebben ze in hun woordenboek ingemaakt. Tegenwoordig is die spelling volmaakt ver ouderd. Al is men dertig jaar schrijver van be roep, toch weet men nog- niet uit het hoofd, of een tafel mannelijk of vrouwelijk is en of to nen teenen of muzieknoten zijn. De vereen voudigde spelling is gekomen en is al geen nieuwtje meer; haar plant schiet reeds in 't zaad en nóg voeden wij ons met het inge maakte goed van De Vries en Te Winkel. Dit ééne voorbeeld is voldoende om een a'ge- meene levenshouding duidelijk te maken. Op het veld van den tijd, waar het immerdoor voorjaar is, groeit telkens jong gewas, dat de kracht van zon en buitenlucht in zijn vezels heeft opgezogen. Frissche planten, vol levens sap. Geladen met krachtige vitaminen. Maar wij laten het staan. Wij hebben kelder en zolder nog bepakt met oude busgroente. Die moet eerst op. Ga voorbij, groenteboer met je versche spinazie! Niet noodig vandaag!! Zou de dufheid en sufheid, welke onze sa menleving zoo gemelijk maakt; de machteloos heid om maatschappelijke moeilijkheden te bo ven te komen; het teringachtig bestaan van eerwaardige instellingen niet zijn te verklaren uit het gebrek aan vitaminen, dat onze bus groenten-etende wereld ondermijnt? Vreemde voorliefde voor inmaak, hoeveel schade hebt ge de maatschappelijke gezondheid al berokkend! Waarom voeden wij ons met het verouderde op alle gebied en laten wij de ver sche oogst op het veld van den tijd verrotten? Er is zooveel frisch gevoel, zooveel jonge ge dachte, zooveel oorspronkelijk inzicht, zooveel nieuwe durf ook op dit oogenblik in de wereld, dat we waarlijk kelder en "zolder wel kunnen fluiten. Kom, stuur nu vandaag den groente boer, als hij met de versche pluk aan uw deur staat, eens niet met een „Niet noodig!" voorbij! H. G. CANNEGIETER 105. Maar opeens wat was dat? Daar knapte het touw, waaraan de wagen hing, en dat reeds zcoveel te dragen had gehad, opeens stuk en het bamboegevaarie kwam met een doffen slag op het plaveisel terecht. Dooi den val vloog de wagen uit elkaar en de aap, woest blazend, vertoonde zich aan de dcodelijk verschrikte omstanders, die haast-je rep-je de kuiten namen. De raadsleden ver loren van schrik hun hooge doppen. 107. Op den hoek van 't Beursplein stond Janus Hakhout, de verkeersagent. Z'n lange armen zwaaiden als molewieken en het verkeer ge raakte geen seconde in de war. Maar Janus keek jaloersch naar z'n collega, die aan den overkant te paard passeerde. „Die heeft 't gemakkelijk!" zuchtte hij, „die kan fijn zit ten!" Maar wacht, Janus behoefde geen oogenblik meer jaloersch te zijn! 106. De aap had nu het rijk alleen en daar be sloot hij een edel gebruik van te maken. Nu hij zelf vrij was, gunde hij anderen cok de vrijheid .Hij maakte een voor een al de wa gens open en hielp zijn mede-gevangenen, zich van hun wapens te bevrijden. En daar ging het zaakje, hoor, de stad in! O, jongens, jongens, wat moest er van de arme Rotter dammers terechtkomen! 108. Want vlak daarop kwam de neushoorn aan gestoven en vloog met bons van achteren tegen Janus' kuiten en het volgend oogenblik zat Janus tjceps! boven op het afgrij selijke dier en moest mee of hij wou of niet. Hij had nu óók een „paard", en nog wel een met 'n prachtigen kapstok voor zijn helm, maar of Janus er erg mee in z'n schik was stan>.t te bezien DE CULTUREELE FILM. Zooals bekend is krijgen alle leden der Cul tuurfilmcentrale kosteloos het officieele orgaan der Vereeniging „Het Lichtbeeld" toegezonden. Te beginnen met het a.s. Januari-nummer zal dat blad in een nieuw gewaad verschijnen, grooter van formaat, rijker van inhoud en in een oplaag van 5000 exemplaren. Met de Uitgeefster, de N. V. Leiter Nijpels te Maastricht is thans een overeenkomst aan gegaan, waardoor ook de leden van de bij onze vereeniging aangesloten organisaties, instellin gen, vereenigingen enz., tegen den sterk ver laagden prijs van f 2.50 per jaar, een abonne ment op „Het Lichtbeeld" kunnen bekomen. De steeds toenemende belangstelling in alles wat de cultureele film betreft wettigt het ver trouwen dat velen van deze gunstige gelegen heid om een interessant en cultureel filmblad te bekomen, gebruik zullen willen maken. Daarom verzoekt het Hoofdbestuur der Ne- derlandsche Vereeniging voor Cultureele films de Hoofdbesturen, Directie's, enz. van de be doelde organisatie's, instellingen en vereenigin gen hun (haar) leden hiervan op de hoogte te brengen en wel te willen bevorderen dat velen van deze gunstige aanbieding gebruik zullen maken. Bij den Secretaris der Cultuurfilmcentrale, v. d. Wateringelaan 140 te Voorburg, wordt ten spoedigste een opgave ingewacht van namen en adressen van hen, die zich op bovenbedoelde voorwaarde op „Het Lichtbeeld" willen abon- neeren. Desgewenscht kan voor een collectief-abon nement, tegen den prijs van f 2.50 per abonné, door de genoemde besturen worden ingeteekend. SOCIAAL-HYGIëNISCH OVERZICHT. Binnenkort zal verkrijgbaar worden gesteld: „Het overzicht van het sociaal-hygiënisch werk in Nederland", dat ingevolge een door het 2e Kamerlid, mevrouw de Vries-Bruins, tot den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid ge richt verzoek is samengesteld. In dit overzicht zijn alle onderdeelen van de verschillende takken van het Sociaal-Hygiënisch werk namelijk van de hygiëne van het kind, de tuberculosebestrijding en de bestrijding van de geslachtsziekten uitvoerig behandeld. Vcor ieder onderdeel van eenige beteekenis, wordt na een zeer beknopte geschiedkundige in leiding, medegedeeld hetgeen op dit oogenblik in ons land op het betreffende gebied wordt ge daan; of, en zco ja op welke wijze, samenwer king bestaat tusschen overheid en het particu lier initiatief, met vermelding van de hierop be trekking hebbende voorschriften en regelingen, en wordt een overzicht gegeven van de op het betreffende gebied werkzame vereenigingen, or ganisaties en inrichtingen. Tal van toelichtende staten, grafische voor stellingen en foto's geven een duidelijk beeld van den groei van het sociaal-hygiënisch werk en van de bereikte resultaten. Waar tot dusverre een dergelijk verzamelwerk geheel ontbrak, zal dit overzicht ongetwijfeld blijken te voldoen aan een reeds lang, door allen, die op het terrein der Sceiale-Hygiëne werkzaam zijn, gevoelde behoefte. Het geheel omval ruim 300 bladzijden tekst, kwartoformaat. De inhoudsopgave alsmede een proeve van illustratie gaan hierbij ter kennis neming. De prijs van het werk bedraagt f 2 per exem plaar, franco thuis en bij afname in ééns van 10 en meer exemplaren f 1.70 per exemplaar, eveneeens franco thuis. Toezending geschiedt na ontvangst van het bedrag, bij voorkeur te stor ten op postrekening 39500 van den dienst van de Nederlandsche Staatscourant, Rijksuitgeverij. VREDE ALS DAAD. Een onzer lezers maakt ons opmerkzaam op 'n artikel in „Da Stuwing" maandblad der Amst. Mij. voor Jonge Mannen, besprekend het boek: „Het koor der Verschrikking" van P. Minderaa, verschenen bij den' uitgever Ploegs- ma te Zeist. Wij geven hieronder (uit Pro pria cuns) als tegenhanger van Minderaa's boek dat niet de positieve beteekenis van Vrede maar de negatieve van urlog schetst, de vol gende bespreking van het nieuwe boek van B. de Ligt „Vrede als Daad" (le deel), versche nen bij Var i ?.ra Slaterus. Dat is net boek waarop wij wachtten. Het boek, uat ten volle toont, wat de vredcs- strijd in wezen is. Reeds in de titel ligt een beginselverklaring, want met deze klare en forse woorden scheidt de schrijver zich af, zoo wel van hen, die van de vrede slechts rust en een luilekkerlandssfeer verwachten als van hen, die de vrede slechts met woorden willen berei ken en voor de offers, voor de daden, terug schrikken. Er ligt iets van de gespannenheid van de vrede, waarvoor het waard is te strijden en van de daadkracht, waarmede gestreden dient te worden. Het boek geeft „de beginselen, geschiedenis en strijdmetbode van de direkte aktie tegen de oorlog", maar het is reeds in dit eerste deel veel ruimer dan de letterlijke beteekenis deze- woorden. Oorlog is niet iets dat in het lucht ledig hangt, maar iets, dat met talloze dingen samenhangt, dat door vele toestanden, verhou dingen en beginselen wordt mogeiik gemaakt. En al mogen de meningen over de kracht van al die faktoren zeer uiteenlopen, al zal de een de aandacht vestigen op het absolute nationa lisme en (right or wrong my country), een ander op het kapitalisme en een derde op het minderhedenvraagstuk, zich te beperken tot de bestrijding van het enkele verschijnsel oorlog is onmogelijk. En in de twede plaats wordt de oorlog niet enkel bestreden als een verschrik king, als een doodsoorzaak, maar ook als de tot karikaturale afmetingen vergrote uiting van een bepaalde geestesgesteldheid of bepaalde beginselen. En ook hier kan de nadruk verschillend vallen; zal de een zich in zijn strijd tegen de oorlog richten tegen het staats-absolu- tisme, een ander tegen het beginsel recht door macht, maar zullen weinigen de oorlog bekam pen als een op zich zelf staand iets. En in de derde plaats zijn de oorlogsbestrijders niet tevreden met de toestand „geen oorlog", maar wensen zij een „ware" vrede, waarin dus tevens niet alleen de mogelikheid van militaire oorlog is uitgesloten maar ook alle andere vor men van oorlog, die in de huidige maatschappij voorkomen, zooals ekonomiese uitbu.ting en nationale onderdrukking. De Ligt heeft voor zich zelf (en dus ook als maatstaf voor dit boek) de vredesstrijd zo zui ver en zo absoluut mogeiik gesteld, en tot de uiterste grenzen verruimd. Hij heeft alle faktoren, die de oorlog medeveroorzaken en alle beginselen, die erin tot uiting komen, onderzocht en wil deze alle ofwel veredelen (zooals het strijdinstinkt) ofwel bestrijden (zooals het kapitalisme). En vooral: hij richt zijn ideaal op de meest ware vrede, op de toe stand, die reeds door Kong Tse als de hoogste trap in de geschiedenis der menschheid werd aangeduid, gegrondvest op de absolute erken ning van de waarde der menschelike persoon- iikheid en een sterk sociaal bewustzijn. n. In het tweede hoofdstuk worden behandeld allen, die aan de ontwikkeling van deze vredes- idee hebben medegewerkt. En niet alleen bij een historiese volgorde maar ook bij een kwalita tieve zouden ongetwijfeld hierbij de Chinese philosofen voorop hebben gestaan Want wie hebben meer dan zij medegewerkt aan de ont wikkeling van de grondslag van het huidige anti-militarisme: de erkenning van de waarde der menschelijke persoonlijkheid? En zelfs in het moderne China, waar kommunistiese ge- weldspropaganda, de Westerse voorbeelden en het bewapeningskapitaa.1 om strijd het op komend nationalisme in militaristiese banen trachten te leiden werkt hun invloed krach tig door. Zo baseerde de profeet der moderne Chinezen Sun Yat Sen zijn fel nationalisme niet op roemruchte krijgsverrichtingen maar op de morele deugden van zijn volk en tegen over de persoonliikheid-kwetsende dienstplicht over de persoonlikheid-kwetsende dienstplicht, nale onafhankelikheid aanvaarden, stelde hii het beginsel: „Als wij ons rijk willen regeeren zonder buitenlandsche controle, moeten wij be ginnen met de verzorging van de persoon" (De drie volksbeginselen). Na China: India, waar zich eveneens een zeer sterke pacifistiese traditie beeft ontwik keld. doch op geheel andere basis. En al stelt De Ligt beide wellicht tè scherp tegenover elkaar, ter verheldering van een door de gehele vredesbeweging lopende scheiding is zijn om schrijving van het verschil zeer waardevol: „Terwijl in China de vredelievendheid uit tevredenheid met kosmos en leven was voort gekomen, was zij in India gevolg van onvrede met en ontevredenheid over kosmos en leven. De eersten wilden leven en strijd veredelen, de laatste ze tot rust, tot stilstand brengen; ze vernietigen door ze theoretisch-praktisch in hun nietig te erkennen". Het is een verheu gend feit. dat in het huidige Indië van deze vernietiging van strijd en leven niets meer te bemerken is en dat in tegendeel de geweldlooze strijd om zelfbevrijd'ng door een zeer positieve gezindheid wordt beheerst. Maar buiten Jezaja en Jeremia worden in dit hoofdstuk dan voorn amelik nog slechts de Egypties-Assyriese despoten bs hand tl, wier vredelievendheid hoogstens beschouwd kan wor den als een voorloper van de latere pax romana en het tegenwoordige streven naar een pax gallica. Van een der besten hiervan, van de jeugdige Ichnaton zegt De Ligt zelf: „Wij hebben hier eer met kosmopolitisch despotisme dan met pacifisme, met caesaropapistisch katholicisme dan met streven naar een werke- lijken volkenhond te doen". En dat De Ligt deze desniettemin een plaats in zijn boek heeft ingeruimd kan dan ook niet anders verklaard worden dan door zijn drang om zo veel moge lijk te wijzen op het universalisme in alle wereldgodsdiensten en door zijn te grote waar dering voor het kosmopolitisme. Een kosmopi- tisme, dat bij hem gelukkig wel zeer ver ver wijderd is van datgene, dat Edmond Picard een „Kellnerismus" noemde, „weil der sprach- gewandte. heimatlose, fracktragende dienst bare Geist zugleich sein lebendigster Vertreter und seine soziale Stütze is" maar dat toch door miskenning van de waarden, die niet alleen in de nationale kuituur maar ook in de nationale idee kunnen liggen, niet geheel te aanvaar den is. m. Van hen, die de vrede metterdaad Hebben nagestreefd worden in dit eerste deel enkel diegenen behandeld, die zulks deden uit gods dienstige motieven. En veel talrijker dan wij ooit door bestudering van officiële geschied werken hadden kunnen vermoeden zijn deze ge weest. En zeer groot is de moed geweest van al diegenen, die, door nieuwe religieuze en mo- reele waarden bezield, weigerden zichzelf, hun land of hun vorst met onwaardige midd-len te verdedigen. Het is een haast eentonig verhaal, hoe deze mensen, wier enige misdaad was geen medemensen te willen doden als de meest gevaarlike individuen in de loop der eeuwen in alle landstreken telkens weer en op vaak ongelooflik-wreedaardige wijze zijn ver volgd. Maar telkens weer ook komt de idee der geweldloosheid opnieuw op. Want als het zaad door de wind werden haar aanhangers door.de overheid van het ene land naar het andere gejaagd, gans Europa over. Van de Essenen, eerste Christenen, Manicheeën en Donatisten aan het begin onzer jaartelling over Katharen, Albigenzen, Waldenzen, Begharden en de Bo heemse en Engelse boeren in de Middel eeuwen tot de talloze Wederdopers toe loopt één lijn van sociaal-religieuze revolutionairen, slechts zelden afwijkend van het beginsel der geestelike weerbaarheid en geheel Europa in één gof van beroering houdend. Maar staat en kerk van Augustinus tot Luther, Calvijn en Zwingli toe staan in hechte eendrachtigheid gereed om hen met inquisitie, pijnbank en brandstapel steeds weer te verdelgen. In de zeventiende eeuw is dan metterdaad aan die beroering een einde gemaakt: velen zijn uitge weken naar het nieuwe land over de Oceaan, om daar in kleine kolonies aan hun beginselen getrouw te kunnen blijven; anderen, vooral qua kers en doopsgezinden, hebben zich aangepast en zijn tot steunpilaren van de burgerlike maat schappij en het opkomend kapitalisme gewor den en de konsekwenten, de absolutisten die nog zijn overgebleven kunnen zich tegen de zware verdrukking in niet meer ontwikkelen. Datgene, wat de nieuwe religieuse en morele ideeën in de voorafgaande eeuwen zulk een ingang had doen vinden bij het volk: de gloed der sociale rrvoiutie was thans verdwenen. De beweging b'eef nu benerkt tot enkelingen of kleine groep jes. En het gold, nu het contact met de massa verloren was, misschien nog meer dan in de voorafgaande tijd, dat „waan, waarheid en Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Cruquiusstraat 19, Haarlem. PROBLEEM No, 334. E. K a s s n e r. (Weenen). Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kc6, Dd7, Lc5, Pb7, Pd4, a2. Zwart: Ka4, Tg5, Th5, Lh2, Pa8, d5, f6, H4. EINDSPEL No. 72. In de vijfde matchpartij tusschen de meesters R. Spiel man (Weenen) en E. D. Bogol- jubow (Triberg, Baden), gespeeld te Semme- ring 13 Januari 1932, ontstond na den 27sten zet van Wit (Spielmann), Dg"4f3 de volgende stand Zwart kon in bovenstaanden stand het Paard niet nemen (g6xf5), wegens 28. e4xf5. Pe6— c7?; 29. Pd5f6ï, met Damewinst of 28 Pe6d8; 29. Df3Xh5 met beslissenden aanval. Er volgde dan ook: 27Tc8c6 De witte stelling is echter zeer dreigend, 28. Pf5h6f Lf8xh6 29. Le3 X h.6 Pe6—d4 Daarna is het spel spoedig uit. Daar Pf6t dreigde, moest het Paard het punt g7 gedekt houden. Maar Zwart heeft geen behoorlijken zet meer. 30. Pd5f6f Kg8h8 Niet 30Pd7Xf6 daar (na 31. Df6:) mat alleen te dekken is door 31Pd4 e6; 32. Lc4Xe6, f7xe6; 33. Df6xg6f, Kg8— k8; 34 Dg6Xc8t en wint. 31. Lh6g7 fKh8xg7 32. Pf6 x e8t Kg7h6 33. Df3xf7 Opgegeven. Er dreigt 34. h3h4, gevolgd door Df7g7 mat. Of 34. Df7g7t en daarna Lc4f7. Deze match won Spielmann met 4, 3. 3. OPLOSSING PROBLEEM No. 330 (G. C h r i s t o f f an in i). Stand der stukken: Wit: Ka8, Dh4, Tc6, Th3, Lhl, Pf4, Pg6, e3. Zwart: Ke4, Df3, Ld2, d3. d4, e2, e6, h7. Dit probleem is later verbeterd door toevoe ging van een zwarten Toren op fl en een zwar ten pion op a7. 1. Pg6e7, enz. Goede oplossing ontvangen van: S. C. v. Eg- mond te BloemendaalH. W. v. Dort te Haar lem. (Ook nog van No. 329); P. Mars, te Sant poort. waanzin vaak vreemd door elkander koortsten", omdat slechts enkelingen lang nog niet de massa inderdaad reeds rijp waren voor rede lijke zelfkennis". Dit en het feit, dat Christen dom en dualisme deze bewegingen maar al te vaak „lebensverneinend" in plaats van levens- opbouwend maakten, doen aan de betekenis dier stromingen voor ons huidig anti-milita risme iets af, maar de ideeën van enige der voorlopers, het verband, dat de vroegster, legden tusschen de sociale en de religieuse ver nieuwingen en vooral de konsekwente en daad- werkelike verdediging van de idee der geweld loosheid en geestelike weerbaarheid behouden hun grote waarde. En het is zeer terecht, dat De Ligt hierbij ook aan het zooveel gesmade natuurrecht de volle waardering geeft, want hoezeer ook uit juridies- en sociologies wetenschappelijk oogpunt een onding, daar tegenover staat, dat tallozen, die in hun morele oordeel hun tijd verre vooruit waren, er de juridiese rechtvaardiging in hebben ge vonden voor him revolutionair en baanbrekend optreden tegen de overheid. Volgt een slot over den tegenwoordigen tijd. HUMOR. HET RECLAMEMODEL. Schilder (tot een ellendig uitziend man, die zich aanbiedt als model)„U ziet er voor 'n model nu met bepaald geschikt; uit." „Ik ben toch zeer gezocht door fabrikant van levensemiddlen, die hunne waren aanprijzen met „Voorheen" en „Thans". Uc ben het „Voor heen".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1932 | | pagina 3