De vader van het voorbereidend Onderwijs. De slichting van James Lick. Een bloedige Industrie! Bij den ISOsien geboortedag van Fröbel, Het werk van de bekende Caiifornische sterrewacht De opbloei van de foewapenirags-industrëe, een typisch teeken des tïjds, VAN OVEI TH. GR< ij X— A door Dr. P. RUGENS. Al onze Fröbelscholen, kinderbewaarplaatsen aan het werk van Fröbel wel iets toegevoegd. enz. zouden niet bestaan, als Friedrich Fröbel niet in 1837 zijn „Kindergarten" had geopend te Blankenburg in Thüringen. De groote paeda- goog, wiens 150en geboortedag wij op 21 April herdenken, was echter van huis uit hout vester. Eerst op lateren leeftijd helde hij over naar de paedagogiek; van 1808 tot 1811 werkte hij onder leiding van, den grooten Pestalozzi te Yverdon in Zwitserland, toen werd hij onder wijzer, onderbrak zijn carrière om deel te ne men aan den strijd tegen Napoleon en opende in 1816 te Griesheim een onderwijsinrichting, die later naar Keilhau in de buurt van Rudol- stadt verplaatst werd en tot 1831 door hem zelf werd geleid. Al dien tijd had hij zijn eigenlijke roeping nog niet gevonden; eerst na eeq langdurig verblijf in Zwitserland wijdde hij zich geheel aan de verzorging van het kind vóór den sehoolplichtigen leeftijd en hier werd hij, evenals zijn leermeester Pestalozzi, eer, pionier op het nieuwe, tot dusver onbekende terrein van de kinderziel, een ontdekker van nimmer vermoede mogelijkheden om het jonge kind te ontwikkelen, te beïnvloeden, bezig te houden eji dingen te leeren zonder den druk, dien werk in den engen zin van het woord vooral op het jeugdige gemoed uitoefent. Neg thans zijn zijn principes, die voornamelijk ge baseerd zijn cp de toen zeer verbreide filosofie van Schelling, niet verouderd en zij zullen wel ten allen tij do de basis van het voorbereidend onderwijs blijven. Zijn opvatting van den mensch als vormer en vervormer der materie, wiens geluk vanaf zijn vroegste jeugd bestaat in het vormen en vervormen van zijn omgeving, is n.l. niet slechts de filosofische grondslag van zijn „Kindergarten", doch ook thans nog een zeer belangrijke ideëele basis van het geheele onder wijs in al zijn geledingen. Fröbel gaf de aan zijn zorg toevertrouwde kin deren niet langer slecht gevormde poppen, slordig afgewerkte soldaatjes, e.d. om mee te spelen, doch allerlei bollen, blokjes, plankjes en staafjes, dus meetkundige lichamen van nauw keurig bepaalde afmetingen, de voorloopers van de prachtige bouwdoozen en meccano-spelen van later, waarover de volwassenen haast nog meer enthousiast zijn dan de kinderen. Doch hoe nieuw en revolutionair Fröbel's idééën de menschen van zijn tijd toeschenen, blijkt uit het opmerkelijk feit dat de man die in 1844 met zijn „Handleiding voor het gebruik van de derde gave" aantoonde, welk een verrassende ver scheidenheid van vormen men kan verkrijgen met acht eenvoudige houten blokjes niet alleen niet begrepen, maar zelfs gewantrouwd werd, zoodat in 1851 in Pruisen en andere Duitsche staten zijn „Kindergarten" eenvoudig verboden werd. Men vreesde, dat de kinderen zouden op groeien tot atheï3t en socialisten, wanneer zij van jongaf in de gelegenheid werden gesteld om volgens hun eigen wenschen en vermogens dingen samen te stellen, inplaats van zich te vervelen met de vormen en voorwerpen uit de wereld der volwassenen. Nu is het waar, dat Fröbel zijn werk zonder hulp van de overheid en dikwijls zelfs tegen haai- bevelen in moest verrichten, maar er bleef hem dan ook niets over. Het openbaar onderwijs heeft trouwens ook na zijn tijd nog lang geaarzeld om zijn prim cipe van zelfwerkzaamheid over te nemen, voor al in zijn eigen land, waar de particuliere scholen in tegenstelling daarmee zich veel spoe diger daarop instelden. Ook de wetgeving is in Duitschland nog lang niet, wat ervan verwacht mag worden. Hierdoor had Fröbel ook bij de ouders veel tegenstand te overwinnen. In Pruisen werd eerst in 1839, in den IMoordduitschen Bond eerst in 1869 'n wet aangenomen, die de al te geweten- looze uitbuiting van kinderen verbood. Het is er zelfs thans nog niet schitterend gesteld: kin deren van 12 jaar mogen reeds werken voor een vreemden werkgever en op hun tiende jaar kan de vader hen reeds in zijn eigen bedrijf laten meehelpen. En dat gedurende zes uur per dag! Men weet nu b.v., dat het kind tusschen zijn vierde en vijfde jaar in een toestand verkeert, die bijzonder geschikt is om te leeren schrijven en dat het dus verkeerd is, daarmee te wach ten tot de kinderen zes en zeven jaar oud zijn. Er zijn vele psychologische proeven genomen, kortom, onze kennis is verruimd door weten schappelijke methoden, die Fröbel niet gebrui ken kon, omdat ze in zijn tijd nog niet bekend waren. Des te meer moet het ons daarom tref fen, dat ook het wetenschappelijk onderzoek geen andere resultaten heeft gehad, dan die de groote paedagoog reeds heeft bereikt met zijn intuïtie. Wanneer moderne inrichtingen van onderwijs er dan ook naar streven, de kinderen niet maar zooveel mogelijk parate kennis op mechanische wijze bij te brengen, doch ook de intellectueele aanleg en vermogens van 't kind tot ontplooiing te brengen, door het geen pasklaar- gemaakte leerstof te laten opnemen, doch alles zelf te laten verwerken, dan is dat streven weliswaar gedeeltelijk nieuw wat de wijze van uitvoering betreft, maar het is toch reeds door Fröbel voorvoeld en voorbereid, evenals trouwens de ontwikkeling van het gemeenschapsgevoel (lee ren op de ouderwetsche manier kan men slechts, als men alleen is verwerken op de moderne wijze slechts slechts met anderen tezamen). Deze vooruitgang op paedagogisch gebied weer spiegelt zich duidelijk in de kinderboeken van vroeger en nu. Thans achten ook zeer bekende en verdienstelijke schrijvers het niet beneden zich, oorspronkelijk werken voor de jeugd te schrijven. (Nadruk verboden) DE MENSCH EN DE WICHELROEDE. Een congres van metaalvinders en waterontdekkers. Het blijkt, dat reeds een jaar lang een buiten gewoon interessante wetenschap wordt beoefend, va.n welker bestaan menigeen nog niet af wist. Wij moeten bekennen, dat ook wij deel uitmaak ten van die groep onwetenden, tot op 't oogen- blik, dat wij een alleszins belangwekkend verslag onder de oogen kregen. Dit .verslag werd ons toe gezonden uit Rome en beschreef niets meer of minder dan het verloop van en bijeenkomst der „Wichelroedekundigen" aller landen. „Onder de aanwezigen", zoo lezen wij, „bevonden zich be halve talrijke herbergiers een docent in de Turksche letteren, een priester, een bekend ad vocaat, een robust dienstmeisje, een arts, een poelier en een beroemde actrice. Talrijke toespra ken wei-den gehouden, waaronder vooral de rede van den Wel. Edel. Zeergeleerde Heer dr. A. A. Cragny (een onderzoeker van bovennatuurlijke verschijnselen) zeer veel indruk maakte. Ook de woorden van den heer Hans Kreks, die sprak over het verband tusschen de wichelroedekunde en de scheepvaart, vielen in goede aarde en kon den door iedereen worden begrepen, daar spreker de kwestie op populaire wijze behandelde." Na afloop van de eigenlijke vergadering snel den alle deelnemers naar buiten en begonnen de groene weiden in den omtrek te exploreeren. De bedoeling was wateraders te ontdekken en de plaats te bepalen waar verborgen schatten be graven lagen of waar zich kostbare metalen in den grond bevonden. Iedereen was gewapend met wichelroeden en slingers en ondanks het koele weer waren de meesten in hemdsmouwen hetgeen overigens tot hen zelf ternauwernood doordrong, daar ze rondliepen als razenden. Signorina del Pio, een ïtaliaansche, die naar men beweert verleden jaar met behulp van de wichelroede een urn met gouden munten vond, wierkt tegenwoordig zonder roede of slinger, maar rookt een sigaret en verwacht wonderen van deze methode. Wanneer wij bedenken, dat Plato zooals sommigen zeggen nog veel meer zou hebben bereikt, wanneer hy een kistje van honderd had gehad, dan begrijpen wij wat voor mejuffrouw del Pio de sigaret beteekent. Een professor stoot plotseling een kreet uit. Hij heeft water gevonden. Daar het twee dagen en nachten achtereen had geregend, lijkt ons dit niets bijzonders, maar de geleerde hechtte zeer veel waarde aan zijn ontdekking. Een nieuwelinge in de „Rabdomanzia" (de ïtaliaansche benaming voor meergenoemd tijd verdrijf) wandelde statig heen en weer, gehuld in een fraaie pels: Ook zü vindt water, maar het is bij elkaar nog geen halve emmer vol. Terwijl jaloersche mede-zoeksters de gelukkige vindstsr nog staan te bespotten, verklaart Frau- lein Lotte Nettler uit Mannheim, dat er metaal in de huurt is. En inderdaad: op de plek, die zij aangeeft, wordt een hand vol geweerkogels opgegraven. Buitengewone gebeurtenissen hebben verder tijdens dit congres niet plaats gehad, maar men is zeer tevreden over de resultaten. In zijn slot woord betoogde de voorzitter, dat de vereeniging, waarvan hij het genoegen had president te zijn, het hare bijdroeg tot de verspreding der ware wetenschap en hij zeide voorts dat hij er van overtuigd was, dat alle leden zich stseds zouden door Prof. Dr. G. STRUVE. Bij hun pogingen om de geheimen van het groote heelal te ontraadselen, bestudeeren de moderne astrologen bij voorkeur het ruime ar beidsveld der vaste sten-en, nevelvlekken en ster* renhoopen, waarvan de afstanden slechts in lichtjaren gemeten kunnen worden omdat zij, in kilometers omgerekend, elk menschelijk voor stellingsvermogen te boven zouden gaan. Daarbij wordt zelfs wel eens in ernst de meening geuit, dat klassieke astronomie, welke zich met de be wegingen van de planeten en hun satellieten in ons eigen zonnestelsel bezighoudt, eigenlijk al een afgedane zaak is; dat men de banen dezer hemellichamen reeds zoo grondig heeft onder zocht, dat er van dit werk geen belangrijke nieuwe resultaten meer verwacht kunnen worden, zoodat de verzameling van nieuw materiaal door waarnemingen en het uitbouwen van de be staande theoriëen de daaraan besteede moeite en arbeid niet waard waren. Wie zoo oordeelt, heeft echter geen begrip van het eigenlijke karakter van het wetenschappe lijk onderzoek in het algemeen en van de taak der wetenschap in het bizonder. Een volkomen oplossing en beantwoording van een weten schappelijk vraagstuk bestaat niet en zal ook nooit bestaan. Dit is wel in hooge mate het geval bij een der voornaamste onderdeelen van de klassieke astro nomie: de beweging der hemellichamen. Reeds in de grijzen oudheid hield de menschheid zich hiermede bezig. Dit onderdeel omvat het onder zoek van de banen, waarin de planeten en hun manen zich bewegen en een poging om de af wijkingen van die banen op wiskundigen grond slag te bepalen door te berekenen, in hoeverre de massa van naburige hemellichamen op grond van de algemeene wet der zwaartekracht sto ringen veroorzaakt. Om dergelijke vraagstukkein nader te brengen tot hun oplossing is het van groot belang de se cundaire stelsels van ons zonnestelsel, die elk be staan uit een planeet met de daarbij behoorende manen, nader te onderzoeken. Behalve de sy stemen der planeten Jupiter en Saturnus met beijveren bedriegerij en schijngeleerdheid aan del hun talrijke satellieten is ook dat van Uranus kaak te stellen. (Le.) met zijn vier manen zeer merkwaardig, hoewel Een dergelijke bescherming is dan ook ten eenenmale onvoldoende en onze eeuw onwaardig. Een hoe kortzichtig zijn zulke ouders. Hun kin deren zullen nimmer in het leven tot de vol waardige arbeidskrachten kunnen behooren, omdat er geen tijd overblijft voor een behoor- lijkeop leidipg; het geld. dat zij in him vroeg ste jeugd verdienen, verliezen zij later in het veelvoudige, doordat zij nooit vooruit kunnen komen in him leven. Doch hoe langzaam wint dit inzicht veld. In 1844 meest van de streek, waarin Fröbel leefde, gezegd worden: „De kin deren, die dikwijls op hun vierde jaar reeds door hun ouders aan den garenwinder worden gezet, groeien bij het gebrekkige onderwijs, zon der contact met de buitenwereld en zonder de vormende kracht te ondergaan van een leven temidden van anderen, op in de geestdoodende eentonigheid van hun werk. Uit zwakke ouders geboren en levend temidden van dezelfde on gunstige omstandigheden, worden zij van de eene generatie op de andere steeds zwakker en achterlijker". En een uitlating van zeer recen- ten datum over dezelfde streek van Pruisen: „Meer dan de helft der kinderen is ondervoed een vierde is rachitisch; 32 pet. lijdt aan bloed armoede" en weer door de zelfde oorzaken: slechte voeding, kinderarbeid, gebrek aan ware jeugd. Het moderne opvoedingssysteem is uitstekend, het heeft zich sinds den tijd van Fröbel nog bui tengewoon ontwikkeld, doch wat hebben die kin deren daaraan, als hun de tijd niet gegund wordt, kind te zijn, omdat zij moeten werken, direct of indirect geld moeten verdienen? Fröbel heeft echter zijn levenswerk kunnen voltooien ondanks allen tegenstand en al kumien niet alle kinderen ervan profiteeren, er zijn toch zeer velen,-die de goede gevolgen ervan ondervinden. Als wij met blijdschap zien, hoe in onzen tijd het voorbereidend onderwijs zich heeft ontwik keld. moeten wij tevens met verbazing toe geven, dat het in al zijn onderdeelen telkens weer blijkt te berusten op Fröbel's systeem. Zelfs de meest moderne vorm van voorbereidend onderwijs, de Montessorischool, heeft een echt Fröbelschen Kindergarten" en dr. Maria Mon- tessorl, de ïtaliaansche dokteres, aan wie dui zenden en nog eens duizenden kinderen een blijde jeugd met een goede verzorging en een juist begrip van hun behoeften te danken heb ben, is dan ook Fröbel's beste leerlinge. Ook de moderne wetenschap heeft natuurlijk door Kolonel b. d. BENARES. De beurswereld begroet de gebeurte nissen van den laatsten tijd niet al leen met een verwonderlijke kalmte, die verdacht aandoet, maar in enkele gevallenzelfs met een soort hoopvolle vreugde, die gelijken tred houdt met de toename van de moei lijkheden om Sjanghai. Natuurlijk profiteert van zulke gelegenheden in de allereerste plaats de wapen industrie Hausse der Hotchkiss- aandeelenvan ongeveer 1100 öp 1268 Gnome Rhone van 300 op 360Lorraine-Werken van 90 oi 118 Schneider-Creuzot van 1300 öp 1350Er wordt dus grof verdien: aan dergelijke gewapende conflicten En geen van de leidende figuren van de bewapenings-industrie heeft belang bij de spoedige oplossing daarvan. Integendeel! O-W'ers! Dat woord heeft een leelijken klank. De eigen geldzak te vullen op kosten van het om zijn bestaan en zijn gebied strij dende volk heeft nooit, en nergens, als eervol gegolden. Oorlogswinsten, gemakkelijk be haald, snel bijeengegaard, zijn verleidelijk. Echte O-W'ers jagen niet alleen hun voordeel na, wanneer him pleegvader de oorlog, alle poorten geopend heeft, doch zij zorgen even eens in de tijden van een zoogenaamden vrede er voor, dat him graan bloeit, dat oorlog en oorlogsverlangen niet uitsterven, dat de we reld wapenen en oorlogswerktuigen noodig heeft, even hard noodig heeft, als het lieve brood. De ware O-W'ers van den wereldoorlog, namelijk de bewapenings-industrie overal ter wereld, zijn tegenwoordig nog steeds een Mees ter in die Kunst. Zij doen het natuurlijk niet zichtbaar, zij spreken voor het publiek van volkerenverzoening en eeuwigen vrede! Zij hebben hun belangen met een manteltje ver borgen dat manteltje heet: veiligheid! „Veilig heid der volkeren tegen de machtswellust van hun buren, die zoo snood zijn aan de door de vredesverdragen geschapen wereldorde te tor nen". En ter wille van de veiligheid van deze wereldorde, bewapenen de volken als razenden, ondanks ontwapeningsbeloften, ondanks ont wapeningsconferenties, groeien de legers, groeien de voorraden wapens en oorlogswerk tuigen van alle soorten met angstwekkende snelheid! En degenen, die de touwtjes in han den houden, de Geweldigen der bewapenings- industrie, reiken elkaar de hand: hun schoor- steenen rooken, him hoogovens gloeien, hun banksaldi worden geweldige kapitalen. Voor hen geen crisis, geen geldnood De leiders van dezen oorlog in vredestijd zetelen in de directiegebouwen van de groote internationale bewapeningsfabrieken als Schnei der-Creuzot, de Compagnie des forges et acieries, het Kuhlman-Konzern en hoe zij nog meer mogen heeten. Zij bez'tten invloed op de reeds bestaande wapenfabrieken als b.v. Skoda In Pilsen, waar zij geweldige fabrieken uit den grond stampen. En de Fransche regeering werkt hand in hand met hun Duitsche colle ga's, banen den weg voor hen, zoover het hun mogelijk is. De Fransche afgevaardigde Paul Faure heeft enkele weken geleden in de Ka mers de draden van het net weer eens onbarm hartig in het daglicht gesteld. Hij heeft be wezen, dat Schneider-Creuzot en de door hem gesteunde banken, Union Parisienne en Union Europeenne, him voordeel weten te trekken uit iedere leening, die Frankrijk zijn bondge- nooten toestaat. lederen keer, dat er Fransche milliarden naar Praag, naar Belgrado, War- schu of Boekarest stroomen, stroomen de wapen-orders rijkelijk naar Schneider-Creuzot terug. Zelfs werd het een soort voorwaarde, waarop men het geld verkreeg, niet alleen voor de directe bondgenooten van den Fran- schen kring, maar ook voor Mexico, Grieken land, Spanje, Japan en zelfs voor de anti poden in de Middeilandsche zee, de Latijnsche zusternatie Italië. Dè geheele wereld werd tenslotte klant en afnemer van de nog nauw verhonden bewa peningsindustrieën. Overal, waar onrust heerschte, bleven de sporen van hun hand achter. Den roovergeneraals in China leverden zij wapenen voor den ouderlingen strijd, het nationale China wapenen voor den strijd tegen Japan, hetzelfde Japan, dat naar aanleiding van een leening ook hij hen wapenen moest bestellen. In de Wit-Russische legers, die in het Verre Oosten steeds weer van zich doen spreken, doen tanks, machinegeweren en kara bijnen hun moordend werk. In de woestijnen van Noord-Afrika richten de Kabylenstammen hun, door smokkelen verkregen wapenen, op de blanken, wapenen, die door blanken gele verd werden! Geen wonder dus, dat in dezen tijd der wereldcrisis de bewapeningsindustrieën nog niet behoeven te klagen. Schneider-Creuzot.. net hart van deze industrie, kon bij een aan deelenkapitaal van 5 millioen fraiTcs (1913: 36 mill, fr.) gemiddeld in de laatste drie jaar een netto-winst van 26 millioen francs maken en 20 pCt. dividend uitbetalen. De aandeeler werden op de beurs met 2.620 francs, die der met hen verbonden Bank Union Parisienne zelfs met 3.670 fr. verhandeld. Ue fabrieker verschaffen meer dan 20.000 arbeiders werk en fabriceeren oorlogswerktuigen van alle soort, van mitrailleurs tot zwaar geschut, van motorfietsen tot vliegtuigen. Ook in den scheepsbouw heeft men voet gevat en men be schikt over eigen ijzer- en kolenmijnen, over fabrieken, die daarvoor het SEt'-ïlaal ver vaardigen, enzoovoort. Niet alleen is de Schneider-Creuzot, zooals een publiek geheim is, voor 60 pCt. aandeelhouder van de Skoda- werken in Pilsen, maar ook nog van een groot aantal wapenfabrieken in Tsjecho-Slowakije van den Staatswapenfahriek in Joegoslavië van de Friedenshütte en tezamen met de Engel- sche wapenfirma Vickers van de „Gesellscha't zur Herstellung von Kriegsgerat" in Polen verder van de Staatswapenfabrieken van Roe menie te Siebenbtlrgen, van de petroleumraffl- naderijen fe Boedapest, van de „Veitchen Mag- nesitwerken" in Oostenrijk, dus overal waar in Midden-Europa, in de Donaustreken, op de Balkenuitloopei s, een begin van een wapen industrie aanwezig is. Andere wapen-industrieën doet niet onder voor Schneider-Creuzot: de Compagnie des Forges et Acieries te Parijs, met eUi aandee lenkapitaal van 180 millioen francs, een aan tal arbeiders van 20.000 zielen, een omzet van 707 millioen francs, het hoogovens en wals- fabrieken in Midden-, Noord- en Zuid-Frank- rjjk, met groote belangen bij de staalwerken in het vroegere Duitsche Lotharingeil en in het Saargebied (Rombacher- en Dollinger- hütte), de staalfabrieken en wapenfabrieken in Chatillon, de staalfabrieken van Longwy, in Fourchamboult en Décadeville, in St. Quen en Montceron, alle fabrieken met een aandeelen kapitaal van tusschen de 40 en de 100 millioen francs, die dividenden van 20 pCt. en meer uitkeeren die duizenden en nog eens duizenden arbeiders te werk stellen bij het vervaardigen van wapenen en vernielingsmachines, en ver der de sedert tientallen van jaren in Frank rijk gevestigde wapenfirma Hotchkiss, de specialiste voor mitrailleurs en licht geschut. Voor de Chemische bewapening zorgen een aantal groote concerns, waaronder als eerste het Kuhlmann-Konzern, welks aanaeelen- kapitaal sedert den vooroorlogstijd van 6.61 millioen met enorme sprongen is gestegen tot 250 millioen francs en dat thans reeds meer dan een millioen ton kunstmest en andere chemische producten aflevert. Zij worden echter alle in grootte overtreffen door de Skoda-Werken in Pilsen: 200 mil lioen kronen aandeelenkapitaai tegen 25 mil lioen in 1913, 1634 millioen kronen omzet, 28 pCt. dividend, 30.000 man personeel, 600 millioen kronen salarissen en loonen, dat alles spreekt een taal, de niet verkeerd begre pen kan worden, uit dat alles blijkt overduide lijk, hoe deze Tsjechische rustkamer zich ver dubbeld, verdrievoudigd beeft, de wapenleve rancier is geworden voor alle omliggende sta ten, voor den geheelen Balkan. Ook de oude wapenindustrie van België heeft den vooruitgang van den tijd kunnen bijhouden. John Cockerill in Seraing beschikt nog steeds over een aandeelenkapitaai van 177.5 millioen francs, een productie, welke die van den vooroorlogstijd met 33 pCt. overtreft, en 11.600 arbeiders. Ook de wapenfabrikanten in Luik zijn niet zonder betéekenis. Over het algemeen is echter de rentabiliteit der Belgi sche wapenfabrieken in verhouding omlaag- gegaan. Cockeiiil betaalde in 1929—30 slechts nog 6.9 pCt., Luik zelfs in het geheel geen dividend meer uit. De Engelsche en de Amerikaansche wapen industrie is tegenwoordig tegenover de concur renten van het Europeesche vasteland eenigs- zins in de verdrukking geraakt. Dat is te be grijpen, als men voelt, wat het voor deze soort O-W'rs beteekent, als een regeering reeds in vollen vredestijd voorbereidingen treft om in tijd van oorlog de winsten tot een voor de algemeenheid en voor het vaderland draagbaar minimum te drukken. Dat is niet naar den zin van de heeren. En hierbij is het duidelijk, weiken weg de ontwapeningsconferenties opmoeten! Maar tot nog toe heeft men nog nooit één woord hooren vallen te Genève over een scherpere controle van de wapenfabrikanten door de ontwape- naars. Voorloopig zijn de hyena's der wapen fabrieken nog ongehinderd in staat, hun in vloed, ten gunste van de bewapening op de vertegenwoordigers der te Genève vertegen woordigde volkeren uit fe oefenen en te ver hinderen, dat door een ontwapening, b.v. naar het voorbeeld van Duitschland, de levensdraad van deze bloedgierige Industrie wordt afge sneden, dat deze menschonteerende oorlogs winst niet meer mogelijk is (Nadruk verboden). het tot dusver het minst onderzocht is. Deze sa tellieten van Uranus hebben een buitengewoon geringe lichtsterkte en kunnen slechts gezien worden met behulp van de grootste refractors en bij zeer gunstige voorwaarden in de atmosfeer. Het klimaat van Europa laat in dit opzicht he laas veel te wenschen over, doch voor de groote sterrewachten in California zün de omstandighe den onvergelijkelijk veel gunstiger. Het aantal heldere nachten is er meer dan dubbel zoo groot als bij ons en bovendien is de atmosfeer in deze bergstreek zoo doorzichtig en rustig als slechts op enkele plaatsen op aarde het geval is. Dit was dan ook de reden, dat ik het afgeloopen jaar met genoegen een uitnoodiging van de Caiiforni sche universiteit te Berkeley bij San Francisco en de Lick-sterrewcht op den Mount Hamilton aannam om een studiereis van vijf maanden naar de Vereenigde Staten te doen. De universi teit van den staat Californië is de meest bekende in de Westelijke Staten der Unie en telt meer dan 10.000 studenten. Berkeley is eigenlijk een voorstad van San Francisco en ligt aan den Oostelijken oever van de baai. De meest beroem de afdeeling der universiteit is wel de groote Lick-sterrewacht, die ruim 100 K.M. ten Z.O. van San Francisco ligt op een hoogte van 1300 M. en gesticht kon worden, dank zij een legaat van James Lick, een rijken bewoner van San Francisco. Lick, die te Pensylvanië geboren was, fabri ceerde oorspronkelijk meubels en piano's in Zuid-Amerika en kwam in 1847 in Californië, waar hij in de omgeving van San Francisco groo te stukken grond opkocht, zoodat hij by dén snellen groei der stad binnen korten tijd schat- ryk werd. Om zijn naam onsterfeiyk te maken, ontwierp hy aanvankeiyk plannen voor monu mentale gebouwen in San Francisco zelf. Het is dan ook meer een gelukkig toeval dan een bui tengewone belangstelling voor de astronomie, waardoor hij met geleerden te Berkeley in aan raking kwam, die hem op de gedachte brachten, een groote sterrenwacht te stichten. Het bouwen van deze sterrewacht, die zyn naam inderdaad in de geheele wereld een be kenden klank heeft gegeven, beleefde Lick zelf niet meer. Hij stierf in 1876, kort nadat hy de stichtings oorkonde had onderteekend. Later werd zyn stoffeiyk overschot overeenkomstig zijn wensch bygezet in den reusachtigen pyier van den voornaamsten telescoop. Een verlichte bronzen plaat aan den voet daarvan draagt het eenvoudige opschrift: „Here hes the body of James Lick". In 1888 was de sterrewacht gereed; zij had driekwart millioen gekost. Het groote, langgerekte hoofdgebouw met de werkkamers der astronomen en de zalen van de uitgebreide bibliotheek ligt als-een kroon op den berg. Aan de eene zijde wordt het geflan keerd door den grooten toren, waarin zich de reusachtige refractor met een diameter van 90 c.M. en een brandpuntsafstand van 18 M be vindt. Het is zelfs thans nog op één na het grootste instrument van zyn soort, dat de weréld kent en de Yerkes refractor van de sterrewacht te Chicago is slechte een weinig grooter. Aan de andere zijde staat een kleinere toren met een refractor van 30 c.M. Het tweede hoofd instrument der sterrewacht, een spiegeltélescoop van 91 c.M„ bevindt zich op een naburigen, iets lageren bergtop. Tal van andere instrumenten en in de bijge bouwen ondergebrachte laboratoria en studeer kamers voltooien de uitrusting van de sterre wacht. Verder bevinden zich hier vele woningen voor de getrouwde astronomen en wetenschap pelijke of technische assistenten, een gemeen- schapplijke eetzaal, een eigen postkantoor en 'n schooltje voor de kinderen van deze in een onvergeiykelijk schoon landschap gelegen berg- kolonie. Gedurende mijn verbiyf aldaar stelde de toen malige directeur, Professor Aitken, my in de ge legenheid om in totaal 43 nachten waarnemin gen te verrichten met den grooten refractor om mijn studie van de manen van Uranus voort te zetten, een tegemoetkoming, die ik niet genoeg kan waard:eren. Van die 43 nachten gingen er slechts 5 geheel of gedeelteiyk verloren door be wolking. Daardoor kon ik in den loop van drie maanden een hoeveelheid materiaal voor de be paling van de baan dezer satellieten verzamelen, die zoowel quantitatief als qualitatief alle vroe gere metingen overtreft. De resultaten van dit werk vcor wat betreft de theoretische conclusies kunnen eerst overzien worden, wanneer het ma teriaal systematisch verwerkt is, iets wat nog langen tyd zal duren. De studie 'van dit onder deel der astronomie is echter zeer goed mogelijk bij het bestendig mooie weer, waardoor op den Mount Hamilton vele maanden van het jaar slechts heldere nachten voorkomen, zoodat men niet te klagen heeft over de omstandigheden, waaronder men moet werken. Er bestaat ver moedelijk geen tweede sterrewacht ter wereld, die in dit opzicht onder zoo bijzondere gunstige om standigheden verkeert. Het schitterende klimaat maakt het mogeiyk, als regel gedurende 250 tot 280 nachten per jaar waarnemingen te doen en het is niet in de laatste plaats hieraan te dan ken, dat de Lick-sterrewacht over de geheele we reld bekend is geworden. In die 44 jaar van haar bestaan is hier n.l een schat van materiaal ver zameld, waardoor menig belangryk resultaat voor de wetenschap is verkregen. (Nadruk verboden). BRAHMAANSCHE WIJSHEID. Wanneer reine gedragsregels worden gevolgd, dan is er ware godsdienst. Zelfonderzoek is pynlyk. Laat niemand zyn eigen plicht vergeten ter wille van die van een ander. Hij die na toornig gemaakt te zijn, niet meer aan toorn toegeeft, heeft een machtige overwin ning behaald. andere over je werk denken. 1 voren gewaarschuwd, dat je e als het niet deugt, of een com als het den menschen aansta: Natuurlijk zou het de bedo allemaal bleef: Van en voor we zeggen: van veertien t Drie of vier jongelui van di een kleine redactie moeten v en schiftte. Wat denken jullie er van over en en hiermede wend jong-Bloemendaal als er netje zit, laat het me met e een boodschap aan ons bqka daal weten. Dan vragen we baar een zaaltje, houden eei ring, waar een redactie wor zaken verder besproken en h nen. En ten slotte tot Clara e Je ziet, dat de goede wil er Laten we, zooals de Engelse ten, er het beste van te make vergadering! Met beste SCHEURLEER 1 Naar aanleiding van c Scheurleer Zoonen had de Crt. een onderhoud met den Kooi, dat hieronder moge v< Reeds eenigen tijd geleden ten, dat de firma Scheurleei verkeerde. Men heeft daarv: gehoord. Bij informatie werd ken. Des te meer ontstelteni: dat de firma haar betaling dan ook veroorzaakt. Het ding en onrust in de stad ei in de Spuistraat en op Sche den zich weldra een aantal baar binnen wilden. De dei gesloten en aan degenen, die ken vroegen, werd medege< geen mogelijkheid bestond. Mr. A. Diemer Kool, alg houder met den titel vai bank, heeft hierop voor on gemaakt en ons gedurende e ontvangen. Hy deelde ons mede, dat i het samenstellen van den t surséance over te leggen st passiva. De aanvrage zou rechtbank worden ingediend De moeilijkheden, in w< raakt, komen geheel en al Tot voor enkele jaren heeft de zaken gedaan; onder in is de keer gekomen. Eeners vangrijke onttrekkingen pli zijds zit de bank tot een aan bevroren credieten. Deze twee omstandighed, haar liquiditeit zoodanig be zetting van de betalingen t' hjk was. Uit de by de reel staat biykt. dat de activa Zeker bedrag overtreffen. 1 zou het naar de overtuigini gelijk geweest zijn, de af' zaken zonder verlies voor doen geschieden, mits men door tijdelyken steun de za den en de moeiiykheden door te kamen. Er zijn dai laatste dagen alle pogingen krijgen. Men heeft hiervoor banken als bij de partici overal echter tevergeefs, overal: de crisis en men do Wat er nu verder gaat gel oogenblik nog niet overziei steun te krijgen worden v niet tot een resultaat, dan SCHAGCHELSTRAAT 46, 1 Mogen wy even Uw aam zaak in het vervaardigen Japonnen en schorten, w aan leerlingen-verpleegste ons volgens aangegeven m

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1932 | | pagina 4