KINDERVERHAAL
Zadelmakerij
Tel. I
Nieuwe avonturen van Piepneus en Bifakrsnoet
IÈf
fers
ES
Telefoon 13531
if. 23187
TEN.
Westland's Roem.
Brokjes Levenswijsheid.
Naar Buiten!
Door G. Th. ROTMAN.
Bloemendaal's
hernieuwde opbloei.
SPORT.
SCHAAKRUBRIEK.
rERVEEN
e maken wrlj d«
:n prijs.
rlaan 76
AAL,.
ielrijden, zwem-
eren vorm van
ibare foto kun-
l fotografeeren
:eling gekomen
dat naast het
ats in de alge-
misschien een
len; De mensch-
ereikte ontwik-
streeft einde-
ote, omhoog en
:er omvattend,
die film (smai-
al te kostbare
geworden voor
vooraanstande
scheen in De-
;en Nederiand-
t; hiervan ma-
t, Boer, Mol,
ibestuur vor-
onze plaatsge-
op zich heeft
maandblad. De
rerk in het Ki
lt en afloopend
het bewegende
op heeterdaad
ukt. De inhoud
ol afwiseling;
kundige leiding
ze redactie een
rich als ama-
zich in het bi
nt en de Smal-
dschrift weldra
nr., groot 21
;egven tekst in
svat reeds zoo-
or- of achterin
t gegeven; Liet
rdacht weg om
te leggen alles
ook toejuichen,
n de jaargang
te inhoudsop-
vensehen Liga,
succes.
iNDA.
e propaganda-
B." Touristen-
van uitvoering
n deze zoo zeer
rlucht met een
'oto's en voor-
3, om het zóo
deze vereeni-
ïynhof)
it.
VIr. Ie pasteur
ye-
arations.
jours de 10 h
tendaal.
k.
de Hartog van
idaal
H. Avondmaal.
tpoort.
lem.
elisatie
sfoort.
terk
irk.
lis. Des namid-
1 het H. Saera-
;enheid tot me
iden.
Wanneer U met vacantie gaat
Of wel uit potverteeren,
Ga dan vooral het Westland ook
Met een bezoek vereeren.
Zooals men hier aan „zure bom"
Of roomijs zit te kluiven,
Zoo stopt daar iedereen zich vol
Met heerlijk zoete druiven.
En wat er vriend en vreemdeling
Niet kunnen consumeeren,
Daar gaat men, als in 't buitenland,
Thans wijn van fabriceeren.
Geen aqua pompa met karmijn!
Neen, neen, van heusche druiven
Brouwt men een wijntje, zacht en fijn!
Is 'tniet om van te gnuiven?
En zie, een nieuwe industrie
Verrijst daardoor al weder.
Men zit in 't Westland, potverdrie,
Niet bij de pakken neder!
„Geen uitvoer, daarom niet getreurd!
Niet loopen lanterfanten!
Pers dan maar wjjn uit Westland's roem,
De zoete „Alicante".
De concurrentie is wel zwaar,
Maar 'tkan misschien toch best, want
Straks drinkt natuurlijk iedereen
Champagne uit het Westland!
En weldra zal het waarheid zijn:
Men gaat uitsluitend fuiven
Met heerlijke belegen wijn
Uit Holland's eigen druiven.
Als 'teens zóó was, dat in de kas
De wijnoogst niet mislukte
Hoog dan het glas, en drink eens ras
Op Nederlands producten!
(Nadruk verboden)
Zoodra het volop zomer is geworden, verlan
gen wij naar buiten. Maar weten wij wel, wat
dit verlangen behelst? „Ik moet er eens uit!",
antwoordt men mij ter verklaring. Er uit. Waar
uit? Naar buiten? Waarbuiten?
Buiten is niet voor elkeen op dezelfde plek.
De stedeling, die zijn werk heeft temidden van
de ratelende bedrijvigheid van winkel of fabriek
en wiens woning hoog boven het asfalt in een
nauwe straat is gelegen, snakt naar de rust
van bosschen en zee. Maar de landman, die
eenzaam achter het ploegpaard over het wijde
veld heeft gestapt, haakt naar het rumoer van
de groote stad. Voor den één is buiten juist het
tegendeel van hetgeen het voor den ander is.
En toch is buiten voor beiden hetzelfde. Naar
buiten beteekent: buiten het terrein van onze
gewone omgeving, buiten ons gezin, waarvan wij
de gezichten en stemmen, de gewoonten en mee
ningen zoo door en door kennen, buiten den
tredmolen van onzen dagelijkschen arbeid.
Wij moeten er eens uit. Waai-uit? Uit ons ge
wone doen, uit den sleur, uit ons huis. Uit ons
zelf. Want de kern van het verlangen om naar
buiten te gaan, is de behoefte eens buiten ons
zelf te treden, onszelf eens voor een oogenblik
kwijt te raken. We willen tijdelijk nu eens een
ander zijn dan de kantoorman A. of de arbeider
B. of de huisvader C. We willen eens in een
andere huid kruipen, eens uit andere oogen
kijken, met een ander gemoed tegenover de
wereld staan.
Naqr buiten beteekent tegenwoordig: op reis.
Maar wij behoeven niet noodzakelijk op reis te
gaan, om er eens uit te zijn. Het reizen ais al
gemeen© gewoonte bestaat nog slechts kort. Een
kwart eeuw geleden gingen alleen enkele uit
verkorenen op reis, de rest vierde kermis. De
reis is in de plaats van de kermis gekomen. En
de ouderwetsche kermis heeft dezelfde taak
vervuld, welke men nu aan de reis heeft opge
dragen; ook zij stelde de menschen in de ge
legenheid, er eens heelemaal uit te zijn. En
voorzoover de meeste ouderwetsche menschen te
schuw en te schuchter waren om zonder kunst-
matigen prikkel buiten zichzelf te geraken, na
men zij het bedwelmend medicijn van den al
cohol te baat, om zichzelf in een roes te ver
geten.
Op het carnaval kroop men in een andere
huid en in de vermomming bereikte men
dezelfde uitkomst als thans met de verplaat
sing. Men werd, in alle opzichten, voor eien
tijdje een ander mensch, zooals men zich nu
een ander mensch voelt, wanneer men als
vreemdeling door de straten van Brussel of
Alexandtrië wandëlt.
Wie zich de weelde niet veroorlooft, zij het
dan maar voor korten duur, eens naar buiten
te gaan, verwaarloost een deel van zijn we
zenlijk bestaan. Hij doet lichaam en geest te
kort en deze zuinigheid zal zich wreken.
Maar als men, gelijk zoovelen in onze dagen,
geen geld heeft om naar buiten te gaan? Zou
den vele misdaden van tegenwoordig niet zijn
te verklaren uit den onverwoestbaren drang
naar romantiek, die den mensch in het bloed
zit? Het is voor de maatschappelijke veiligheid
heilzaam, dat de bioscoop althans een goedkoop
middel aan de hand doet, om er eens uit te zijn.
Maar wanneer dit middel faalt of zelfs in de
ergste gevallen ontbreekt?
Dan komt de brave en ingetogen burger in de
verleiding om te nemjen, wat hij niet koopen
kan; dan trakteert hij zichzelf op de sensatie
een dief of een roover te zijn en moordend of
stelend zichzelf en zijn eentonige sleur voor een
oogenblik te vergeten.
Hierom dient het reizen bevorderd. Het is voor
de maatschappij een veüigheidspolis en voor den
enkeling een gezondheidskuur.
Eén ding is jammer: dat de eenvormigheid
van de modern© beschaving het ons bijna on-
.mogelijk maakt, naar buiten te gaan en er eens
uit te komien. Want waarheen wij ons richten,
overal stuiten wij op denzelfden aanblik. Dorpen
en steden loopen ineen en lijken op elkaar;
volken en naties verliezen hun eigenaardige
kenmerken; de stad wordt beboscht en het bosch
in een villapark herschapen. Overal dezelfde
menschen van thuis in hun zelfde huizen, stra
ten, auto's en vliegmachines. Overal ons eigen
beeld en gelijkenis. Het is, of we, in de wereld-
t
53. Nou, van onderen was het koord gauw
3os; het was met 'n lus om een koperen knopje
bevestigd. Overgelukkig ijlden we, onze buit
achter ons aan sleepend, naar de kikkerverga
dering terug, waar we met luid hoerageroep
begroet werden. Toen werd er 'n groote strik
met 'n sohuifknoop in het touw gemaakt.
54. Daarop kleedden de kikkers zich uit
en sprongen plomp! ploemp! in de beek. De
strik werd op 'n ondiepe plek dicht onder dfi
oppervlakte van het water aan 'n zwanebloem
vastgemaakt. Met het andere eind vah het
touw kropen de kikkers onder de bladeren van
een plomp w gereed om te trekken. Meneer
Lodderoog ging midden in de strik staan en
kwaakte er lustig op los om den ooievaar aan
te lokken.
55. Werkelijk, de list gelukte! In enkele mi- 56. Floep! daar trokken alle kikvorschen, zoo
Buten kwam de ooievaar, aangelokt door het hard als ze konden, tegelijk aan het touw, zoo-
gekwaak van meneer Lodderoog, aanvliegen, dat de strik stijf om de pootep. van den
Ploemp. Meneer Lodderoog natuurlijk weg, ooiervaar sloot. Tegelijk wonden ze gauw 't eind
maar de ooievaar, streek in het water neer en van het touw om een paaltje, dat in het water
stond al na enkele stappen midden in den strik, stond, envriend ooievaar was gevangen
In ademlooze spanning keken wij, achter de Ja, morgen brengen! Dat denk je maari
biezen verborgen, toe.
stad aangeland, ons eigen gelaat in een duizend-
voudigen spiegel weerkaatst zien.
Het wordt steeds moeilijker naar buiten te
gaan!
H. G. CANNEGIETER
VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST.
(Herinneringen en overdenkingen der laatste
50 jaar.)
door
LEONARD A. SPRINGER
Tuinarchitect te. Haarlem.
(Vervolg).
Gaan wij echter naar het dorp Bloemendaal
terug, dan zien wij dat de laatste der vele
buitens langzamerhand verdwijnen. Rusten-
burch waar vroeger de familie Rutgers van
Rozenbrug en later de fam. van Tienhoven
Wilson woonde, is verdeeld, en in het dorp
opgenomen. Het Sterrebosch dat eenmaal deel
uitmaakte van het Bloemendaalsche Bsoch, als
•onderdeel van SaxenburgWildhoef, was
reeds vroeger stukgewijs verbrokkeld en is
thans ook met straten, huizen en villa's bezet.
Aelbrechtsberg of Aelbertsberg ten Noorden
van Wildhoef is in een villapark veranderd,
terwijl Dennenheuvel, dat er aan grensde en
eertijds tot de Schapenduinen behoorde, geen
buitenplaats meer is, maar voor een deel R.K.-
gesticht, deels R. K. begraafplaats.
Wildhoef is dus geheel ingesloten, doch zoo
lang mej. Van Wickervoort Crommelin leeft,
zal het nog wel buitenplaats blijven; maar
dan zien wij dat zoowel over de tegenover-
dan zien wij endat zoowel over de tegenover
liggende en bijbehoorende weilanden, als over
het huiten zelf, allerlei wegen ontworpen zijn,
zonder dat eenige rekening is gehouden met de
oude mooie boomen en boomengroepen. De
Donkerelaan is ten koste der plaats en begroei
ing als een zeer breede verkeersweg gedacht in
verbandimet de straten van Haarlem N. aan
de Oostzijde der spoorbaan HaarlemAlk
maar.
Is Wildhoef eenmaal volgebouwd, dan kan
Bloemendaal zich Noordwaarts niet meer uit
breiden. Even voorhij Dennenheuvel is een der
toegangen tot het Duinlustpark, dat voor en
over de grens ligt.
Duinlust eenmaal ook een buitenplaats, in
1836 van den heer J. Enschedé, was in 1876
hotel, onder dircetie van den heer Rust. Later
werd er de drukkerij der firma Groenewegen
Co in geplaatst, die behalve haar eigen cata
logi, ook het Tuinbouw-tijdschrift Ned. Tuin
bouwblad Sempervirens, drukte. Bij de exploi
tatie der terreinen werd het weder hotel-
café. De hoofdweg was als een verbinding tus-
schen Meer- en Bergscheweg en Bloemendaal
sche weg bij de Jan Gijzenvaart ontworpen.
Tijdens de ontwikkeling van Duin en Daal
zijn de terreinen van Duinlust volgens de eer
ste plannen van den architect Joh F. W. Stom
aangelegd. Toen de gronden later in de Bumen-
landsche werden opgenomen, zijn de wegen ver
der door mij uitgebreid en behandeld. Daar
bij kwamen de nieuwe toegangswegen naast
Dennenheuvel en een bij het station Santpoort,
in het gebruik. Doch hier is het einde van
Bloemendaal. Verder kan men niet meer gaan.
Hier was men op het gebied der Gemeente
Velzen aangeland, maar ook op het gebied van
het Provinciaal Ziekenhuis, dat in den loop
der laatste jaren een reeks arbeiders- en be-
ambtenwoningen liet bouwen, omdat dit daar
beter was dan binnen de omheining van het
gesticht.
Gaan wij verder na, wat er ten Zuiden van
Overveen in de laatste 50 jaren is geschied
voor uitbreiding der woonsteden in de ge
meente Bloemendaal, dan zien wij alleen eeni
ge uitbreiding der bewoning langs de Rampe
laan. Het uitgebreide Elswoud en Duinvliet
liggen daar nog zooals zij waren, toen ik er in
1883 voor het eerst kwam om er te werken.
Wat er ten Zuiden van dit Landgoed is ge
schied, is geen voortzetting der uitbreiding
van Overveen, het bestuurs-centrum der ge
meente, maar heeft een ander punt van uit
gang gehad.
Toen in de eerste jaren van 1900 de electri-
sche Tram van Haarlem naar Zandvoort werd
gemaakt, begon de heer Mr. H. Enschedé zijn
gronden van Groot-Bentveld en aanhoorig-
heden, waar hij een jachthuis had, te exploi-
teeren, liet er wegen aanleggen en verkocht
grootere en kleinere stukken aan verschillen
de exploitanten, waaronder ook de Binnen-
landsche. Ook hier steeds meer en meer uit
breiding van exploitatie. Het Oude Ooster-
duin, eigendom van den heer G. J. v. d. Vliet
te Overveen, eenmaal ook een mooi buiten
met zwaar geboomte, is eerst gevallen als
prooi voor de steeds zich uitbreidende bloem
bollencultuur. De boomen werden gesloopt, de
duinen afgegraven, en toen bleek, dat de bo
dem er minder voor den teelt geschikt was, op
nieuw, doch met hakhout, beplant, 't Vormt met
Groot-Bentveld, Klein Bentveld, Koeduin en
Naaldenveld de zoogenaamde Aerdenhout. Wij
zitten hier weer op historischen grond. Ook
hier waren immers voorheen reeds meerdere
buitens. De oude rechte lanen met zeer oude
eiken, wijzen op vroegere aanplantingen. In
het laatst van de 16e eeuw, had Hendrik Lau
rens Spieghel er zijn buitenplaats Spiegelen-
burg (eertijds Nuijzenburg), dat in 1812 nog
bestond. Verder nog „De grauwe Olifant", in
1704 eigendom van den heer J. G. Langendijk.
De wegen alhier tot aan den z.g. Doodweg,
zijn door ondergeteekende aangegeven, doch Se
wegen door de exploitatie Reijnegom door an
deren. Later is de weg langs het Julianaduin
door mij voor de Gemeente ontworpen.
Ook ten Zuiden van de Zandvoortschelaan
is heel wat veranderd. Toen de Tram kwam,
liet de heer Jhr. Mr. P. Teding van Berkhout,
die intusschen eigenaar van Boekenrode en
omgeving was geworden, door zijn tuinbaas
wegen aanleggen in het Koeduin, dat tot Boe
kenrode behoorde, doch door den weg naar Vo
gelenzang van de eigenlijke plaats was afgc
sneden. Het lag in den driehoek tusschen dien
weg, den Doodweg en de Zandvoortschelaan.
Zeer spoedig verrezen ook daar Villa's. De
laatste en belangrijkste was Kareol, van den
heer J. Bunge, dat kort voor de oorlogsjaren
is gebouwd in Zweedschen stijl.
Thans is Naaldenveld aan de beurt en hier
beginnen reeds meerdere Villa's te komen, §n
als dit oude boschgedeelte en Klein Bentveld
volgebouwd zijn, blijft, alleen nog Mariënbosch
over, want dan stuit men op de terreinen van
de Amsterdamsche Waterleiding en dan is het
„Tot hier toe en niet verder".
Men zal zeggen: ten Oosten van den Voge-
lenzangschenweg liggen nog oude buitens, die
voor exploitatie in aanmerking komen.
Ja, er liggen nog de laatste restanten van
het oude landgoed Leyduin, thans verdeeld in
Leyduin van den heer Dorhout Mees, Koe
koeksduin van den heer M. C. Koning en het
Vinkenduin van Mej. Prins, doch daar die ten
Zuiden van den weg der Amsterdamsche Wa
terieiding liggen, behooren zij, met Woest-
duin, Casa Nova, etc. meer tot het gedeelte
Vogelenzang der Gemeente Bloemendaal. Hier
zal wel zoo spoedig geen uitbreiding te wach
ten zijn. Wel heeft een bouwspeculant langs
den weg naar Vogelenzang achter Koekoeks
duin wat huizen gebouwd, doch veel trek
daarheen is er niet.
Gaan wij dus na wat in de verloopen jaren
binnen de Gemeente Bloemendaal is geschied,
dan zien wij dat onder Burgemeester Immink
Bloemendaal's opbloei begon, na een lange
rustperiode van midden 18e eeuw tot aan het
einde der 19e eeuw.
De jaren onder Burgemeester Jhr. Bas Bak
ker, kenmerken zich door sterken groei, waar
bij de Gemeente haar grenzen nagenoeg be
reikte.
Zal onder Burgemeester Jhr. Mr. C. J. A.
den Tex, door de uitvoering der plannen voor
een nieuw Raadhuis als een nieuw centraal
punt van uitgang, de Gemeente zich nu verder
en even mooi, doch Westwaarts ontwikkelen?
Dien kant moet het op; het kan niet anders.
Tusschen de prises d'eau der Haariemschïe
Waterleiding en de grenzen van Kweekduin en
Duin en Daal, ligt een breede strook, die best
geëxploiteerd kan worden, zonder schade te
doen aan dit groote uitgestrekte duinterrein
van de prises d' eau tot aan Zee.
De afstand van de prises d' eau der Haar-
lemsche Waterleiding tot aan de zee is hemels
breed pl.m. 4 K.M., dus een zeer breede strook,
die zich van de spoorbaan HaarlemZandvoort
uitstrekt tot IJmuiden. Er blijft dus genoeg
over voor natuurschoon over een opper
vlakte van eenige duizenden Hectaren.
Indien men niet wil overgaan tot bouwen
Westwaarts de duinen in, dan zal de bloei der
Gemeente Bloemendaal in haar Noordelijk deel
tot staan komen.
Wij mogen blijde zijn dat er nog Villa's met
groote tuinen bestaan. Zal dit zoo blijven?
Zeker is het, dat men zich geen te groote
illusies moet maken van groote buitens van
meer dan één hectare in de toekomst. Bij de
exploitatie der oude-Buitens tot Villaparken
vonden de koopers oude boomen, die voor
100 en meer jaren daar door de voorvaderen
geplant waren, in een tijd dat men geduld
had om zijn tijd af te wachten, en bovendien
de kosten minder groot waren dan thans.
Thans op de kale onbegroeide duinen een
grooten tuin of groote buitenplaats te maken
kost zeer veel geld, terwijl men jaren moet
wachten eer het werkelijk iets is, vooral nu
men te ongeduldig is en niet wachten wil.
Voor villatuinen van pljm. 3-, 4, a 5000M2. gaat
het nog, doch de tijden zijn er niet naar om
in de naaste toekomst te verwachten, dat men
het voorbeeld der voorvaderen kan volgen.
Doch de Gemeente en de duineigenaren (de
familie v. d. Vliet doet in dit opzicht al heel
veel) kunnen voorgaan door evenals onze
vaderen, de duinen alvast te beplanten en al
dus voor latere bebouwing geschikt te maken.
Wij profiteeren van hetgeen de voorvaderen
deden, laten wij zorgen dat het nageslacht van
ons hetzelfde kan zeggen, als men weer 50 of
100 jaren verder is.
Elk geslacht moet boomen planten voor de
toekomst.
Het zal onze lezers niet verwonderen, dat
wij er prijs op stellen den deskundigen en sym
pathieken schrijver van bovenstaande histori
sche aanteekeningen en beschouwingen open
lijk daarvoor te bedanken. Aan anderen zij 't
gegeven hem hulde en dank te brengen voor
het veel goede en groote werk, dat hij ook in
het belang van onze gemeente heeft verricht,
dikwerf, dit weten wp toevallig van anderen,
zonder eenige daarop passende belooning. Toe
wijding is alles. Een voorbeeld van toewijding
aan groote en scboone belangen is hier aan
het woord geweest.
Red. BI. W.
PERSONALIA.
Op 4 Juli slaagde alsnog voor dipl. B van
de Afdeeling Gymnasium van het Kennemer
Lyceum Mejuffrouw A. Kruimel, na verlengd
examen.
NIEUWS VAN HET JEUGDHUIS.
DE JAARLIJKSCHE DUITSCHE REIS
DER C. J. M. V.
Zaterdagmiddag vertrok een aantal leden
der Chr. Jonge Mannen Vereeniging van het
Jeugdhuis per auto naar Keulen voor het
maken van een achtdaagsche voetreis langs
den Rijn. In Keulen werd overnacht en van
daar werd de reis per trein voortgezet tot
Königswinter, waar de eigenlijke voetreis
aanvangt. Achtereenvolgens wordt dan over
nacht in de Jeugdherbergen te Neuwied, Bop-
pard, Lorely, Lorch en Bingerbriick, om ten
slotte weder in Keulen terug te keeren, waar
de auto hen voor den terugtocht naar het
vaderland zal wachten. De reis gaat dus door
één der schoonste gedeelten van Rijnland. De
leiding is ook dit jaar weder in handen van
den heer Lankamp, die in dit opzicht getoond
heeft, dat hem deze taak veilig kan worden
toevertrouwd. Wij wenschen hun goeden reis
en veel genoegen.
Bij de te Edam gehouden athletiekwedstrij-
den heeft onze B. G. V. een zeer mooie plaats
weten te bezetten. Immers zij wist de hand te
leggen op niet minder dan drie eerste prijzen!
Oplossingen, bijdragen, enz. te richten aan den
Schaakredacteur,
Cruquiusstraat 19, Haarlem.
PROBLEEM No. 351.
Dr. H. v. GottschalL
(Görlitz.fc
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kd6, Lc6, Pa4, c7.
Zwart: Ka7, a5, a6.
Een alleraardigst minatuurtje van den be
roemden oud-meester.
PARTIJ No. 151.
Gespeeld in een vierkamp te Berlijn, 9 Augus
tus 1930.
Wit; K. Helling (Berlijn).
Zwart: I. Kash dan. (New York).
Nimzo-Indische verdediging.
1. d2—d4 Pg8—f6
2. e2e3 e7—e6
Pbld2 c7c5
3.
4. Lfld3
c2c3
Pgl—f3
7. 0—0
8. e3e4
9. c3Xd4
Ld3bl
11. Pd2Xe4
12. LblXe4
13. Tfl—el
5.
6.
10.
Pb8—c6
Dd8c7
d7d5
Lf8d6
c5Xd4
Pc6b4
d5Xe4
Pf6xe4
Lc8d7
0—0
14. Le4xh7f
Dit bekende offer op h7 zal in de!» partij
blijken niet vernietigend te zijn geweest.
14Kg8xb7
15. Pf3—g5f Kh7g6
Alle andere zetten met den Koning zijn
direct doodeljjk. (Zie b.v. Dh5f na Kh8).
16. h2h4 Ld6h2j-
17. Kgl—hl Lh2—f4
18. Ddlg4
Hier moest Tele5! gespeeld worden.
18.
19. Dg4xg5f
20. Lel—f4
21. Dg5h5f
22. Lf4—d6
23. Tele5
24. Ld6Xf8
25. Tal—cl
Lf4xg5
Kg6—h7
Dc7d8
Kh7g8
Pb4—c2
f7—f6
Dd8xf8
f6xe5
Opgegeven.
Op 26. Tclxc2 volgt e5x<14 en Zwart Is de
kwaliteit voor, terwijl hij een sterken vrijpion
heeft op de d-lijn, 'tgeen in verband met zijn
Looper (die de witte velden bestrijkt) gewel
dig sterk is,
OPLOSSING PROBLEEM No. 347.
(Pen11i Sola).
Stand der stukken:
Wit: Kd3, Dal, Pc4, a2, e4.
Zwart: Ka4, b4, c5, e7,
L Dalh8 (dreigt De8 mat), Ka4b5; 2.
Dh8b8j, onv.; 3, Pc4e5 mat, Db8e8 mat
of 3. Db8—b6 ma,t.
Op 1b4b3; 2. Dh8e8f, Ka4—b4;,
3, a2a3 mat.
Aardige matstellingen!
Goede oplossing ontvangen van: H. W. v.
Dort en J. A. Schiering, beiden te Haarlem;
H. J. S. Beck en H. de Ruijter, (ook nog
eindspelstudie no. 97), beiden te Bloemendaal.
1
CORRESPONDENTIE.
Bloemendaal. S. C. v. E. 1. Dale5 faalt
na 1b4b3.
Mej. G. Groeneveld behaalde n.l. den eersten
prijjs met 100 M. hardloopen in 14.2 sec.; mej.
R. van Asselt dito met vérspringen (4.63 MO
en de dames-estafetteploeg dito, waarvoor deze
laatste de zilveren lauwertak uitgereikt werd.
Ten slotte behaalde nog de heer N. van den
Klinkenberg den tweeden prijs hoogspringenen
den vierden dito hardloopen, terwijl Beppie van
Twisk beslag legde op den tweeden prijs hard
loopen.
DE GESCHIEDENIS VAN EEN BANKBILJET.
Het Instituut voor Conjunctuuronderzoek in
Amerika bracht onlangs, .met toestemming der
regeering, een nieuwtype bankbiljet van 1 met
aangehechte allonge in omloop, waarop de op
volgende houders werden verzocht, mede te deelen
voor welk doel het geld besteed was. Na verloop
van drie maanden kwamen eenige dezer biljetten
weer in het bezit van het instituut.dat ze weer
tegen gewone banknoten inwisselde. Het meest
werd het geld voor tabak, parfum, toiletpoeder
en bioscoop gebruikt en voor alcóhol (in het land
der prohibitie!) Dan eerst volgden uitgaven voor
levensmiddelen en kleeding. De laatste endossant
schreef: „Bij den laatsten beurskrach verloor ik
mijn gansche vermogen van drie millloen dollar
en nu moet ik van mijn laatsten dollar scheiden.
Niets doen is een leelijk kwaad,
't Brengt den mensch tot slechte daden,
't Werken kan ons nimmer schaden,
Arbeid adelt. 't Ledig zijn nastlai
Is een bron van groot venijn