KINDERVERHAAL Zadelmakerij Tel. I Nieuwe avonturen van Piepneus en Bifakrsnoet IÈf fers ES Telefoon 13531 if. 23187 TEN. Westland's Roem. Brokjes Levenswijsheid. Naar Buiten! Door G. Th. ROTMAN. Bloemendaal's hernieuwde opbloei. SPORT. SCHAAKRUBRIEK. rERVEEN e maken wrlj d« :n prijs. rlaan 76 AAL,. ielrijden, zwem- eren vorm van ibare foto kun- l fotografeeren :eling gekomen dat naast het ats in de alge- misschien een len; De mensch- ereikte ontwik- streeft einde- ote, omhoog en :er omvattend, die film (smai- al te kostbare geworden voor vooraanstande scheen in De- ;en Nederiand- t; hiervan ma- t, Boer, Mol, ibestuur vor- onze plaatsge- op zich heeft maandblad. De rerk in het Ki lt en afloopend het bewegende op heeterdaad ukt. De inhoud ol afwiseling; kundige leiding ze redactie een rich als ama- zich in het bi nt en de Smal- dschrift weldra nr., groot 21 ;egven tekst in svat reeds zoo- or- of achterin t gegeven; Liet rdacht weg om te leggen alles ook toejuichen, n de jaargang te inhoudsop- vensehen Liga, succes. iNDA. e propaganda- B." Touristen- van uitvoering n deze zoo zeer rlucht met een 'oto's en voor- 3, om het zóo deze vereeni- ïynhof) it. VIr. Ie pasteur ye- arations. jours de 10 h tendaal. k. de Hartog van idaal H. Avondmaal. tpoort. lem. elisatie sfoort. terk irk. lis. Des namid- 1 het H. Saera- ;enheid tot me iden. Wanneer U met vacantie gaat Of wel uit potverteeren, Ga dan vooral het Westland ook Met een bezoek vereeren. Zooals men hier aan „zure bom" Of roomijs zit te kluiven, Zoo stopt daar iedereen zich vol Met heerlijk zoete druiven. En wat er vriend en vreemdeling Niet kunnen consumeeren, Daar gaat men, als in 't buitenland, Thans wijn van fabriceeren. Geen aqua pompa met karmijn! Neen, neen, van heusche druiven Brouwt men een wijntje, zacht en fijn! Is 'tniet om van te gnuiven? En zie, een nieuwe industrie Verrijst daardoor al weder. Men zit in 't Westland, potverdrie, Niet bij de pakken neder! „Geen uitvoer, daarom niet getreurd! Niet loopen lanterfanten! Pers dan maar wjjn uit Westland's roem, De zoete „Alicante". De concurrentie is wel zwaar, Maar 'tkan misschien toch best, want Straks drinkt natuurlijk iedereen Champagne uit het Westland! En weldra zal het waarheid zijn: Men gaat uitsluitend fuiven Met heerlijke belegen wijn Uit Holland's eigen druiven. Als 'teens zóó was, dat in de kas De wijnoogst niet mislukte Hoog dan het glas, en drink eens ras Op Nederlands producten! (Nadruk verboden) Zoodra het volop zomer is geworden, verlan gen wij naar buiten. Maar weten wij wel, wat dit verlangen behelst? „Ik moet er eens uit!", antwoordt men mij ter verklaring. Er uit. Waar uit? Naar buiten? Waarbuiten? Buiten is niet voor elkeen op dezelfde plek. De stedeling, die zijn werk heeft temidden van de ratelende bedrijvigheid van winkel of fabriek en wiens woning hoog boven het asfalt in een nauwe straat is gelegen, snakt naar de rust van bosschen en zee. Maar de landman, die eenzaam achter het ploegpaard over het wijde veld heeft gestapt, haakt naar het rumoer van de groote stad. Voor den één is buiten juist het tegendeel van hetgeen het voor den ander is. En toch is buiten voor beiden hetzelfde. Naar buiten beteekent: buiten het terrein van onze gewone omgeving, buiten ons gezin, waarvan wij de gezichten en stemmen, de gewoonten en mee ningen zoo door en door kennen, buiten den tredmolen van onzen dagelijkschen arbeid. Wij moeten er eens uit. Waai-uit? Uit ons ge wone doen, uit den sleur, uit ons huis. Uit ons zelf. Want de kern van het verlangen om naar buiten te gaan, is de behoefte eens buiten ons zelf te treden, onszelf eens voor een oogenblik kwijt te raken. We willen tijdelijk nu eens een ander zijn dan de kantoorman A. of de arbeider B. of de huisvader C. We willen eens in een andere huid kruipen, eens uit andere oogen kijken, met een ander gemoed tegenover de wereld staan. Naqr buiten beteekent tegenwoordig: op reis. Maar wij behoeven niet noodzakelijk op reis te gaan, om er eens uit te zijn. Het reizen ais al gemeen© gewoonte bestaat nog slechts kort. Een kwart eeuw geleden gingen alleen enkele uit verkorenen op reis, de rest vierde kermis. De reis is in de plaats van de kermis gekomen. En de ouderwetsche kermis heeft dezelfde taak vervuld, welke men nu aan de reis heeft opge dragen; ook zij stelde de menschen in de ge legenheid, er eens heelemaal uit te zijn. En voorzoover de meeste ouderwetsche menschen te schuw en te schuchter waren om zonder kunst- matigen prikkel buiten zichzelf te geraken, na men zij het bedwelmend medicijn van den al cohol te baat, om zichzelf in een roes te ver geten. Op het carnaval kroop men in een andere huid en in de vermomming bereikte men dezelfde uitkomst als thans met de verplaat sing. Men werd, in alle opzichten, voor eien tijdje een ander mensch, zooals men zich nu een ander mensch voelt, wanneer men als vreemdeling door de straten van Brussel of Alexandtrië wandëlt. Wie zich de weelde niet veroorlooft, zij het dan maar voor korten duur, eens naar buiten te gaan, verwaarloost een deel van zijn we zenlijk bestaan. Hij doet lichaam en geest te kort en deze zuinigheid zal zich wreken. Maar als men, gelijk zoovelen in onze dagen, geen geld heeft om naar buiten te gaan? Zou den vele misdaden van tegenwoordig niet zijn te verklaren uit den onverwoestbaren drang naar romantiek, die den mensch in het bloed zit? Het is voor de maatschappelijke veiligheid heilzaam, dat de bioscoop althans een goedkoop middel aan de hand doet, om er eens uit te zijn. Maar wanneer dit middel faalt of zelfs in de ergste gevallen ontbreekt? Dan komt de brave en ingetogen burger in de verleiding om te nemjen, wat hij niet koopen kan; dan trakteert hij zichzelf op de sensatie een dief of een roover te zijn en moordend of stelend zichzelf en zijn eentonige sleur voor een oogenblik te vergeten. Hierom dient het reizen bevorderd. Het is voor de maatschappij een veüigheidspolis en voor den enkeling een gezondheidskuur. Eén ding is jammer: dat de eenvormigheid van de modern© beschaving het ons bijna on- .mogelijk maakt, naar buiten te gaan en er eens uit te komien. Want waarheen wij ons richten, overal stuiten wij op denzelfden aanblik. Dorpen en steden loopen ineen en lijken op elkaar; volken en naties verliezen hun eigenaardige kenmerken; de stad wordt beboscht en het bosch in een villapark herschapen. Overal dezelfde menschen van thuis in hun zelfde huizen, stra ten, auto's en vliegmachines. Overal ons eigen beeld en gelijkenis. Het is, of we, in de wereld- t 53. Nou, van onderen was het koord gauw 3os; het was met 'n lus om een koperen knopje bevestigd. Overgelukkig ijlden we, onze buit achter ons aan sleepend, naar de kikkerverga dering terug, waar we met luid hoerageroep begroet werden. Toen werd er 'n groote strik met 'n sohuifknoop in het touw gemaakt. 54. Daarop kleedden de kikkers zich uit en sprongen plomp! ploemp! in de beek. De strik werd op 'n ondiepe plek dicht onder dfi oppervlakte van het water aan 'n zwanebloem vastgemaakt. Met het andere eind vah het touw kropen de kikkers onder de bladeren van een plomp w gereed om te trekken. Meneer Lodderoog ging midden in de strik staan en kwaakte er lustig op los om den ooievaar aan te lokken. 55. Werkelijk, de list gelukte! In enkele mi- 56. Floep! daar trokken alle kikvorschen, zoo Buten kwam de ooievaar, aangelokt door het hard als ze konden, tegelijk aan het touw, zoo- gekwaak van meneer Lodderoog, aanvliegen, dat de strik stijf om de pootep. van den Ploemp. Meneer Lodderoog natuurlijk weg, ooiervaar sloot. Tegelijk wonden ze gauw 't eind maar de ooievaar, streek in het water neer en van het touw om een paaltje, dat in het water stond al na enkele stappen midden in den strik, stond, envriend ooievaar was gevangen In ademlooze spanning keken wij, achter de Ja, morgen brengen! Dat denk je maari biezen verborgen, toe. stad aangeland, ons eigen gelaat in een duizend- voudigen spiegel weerkaatst zien. Het wordt steeds moeilijker naar buiten te gaan! H. G. CANNEGIETER VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST. (Herinneringen en overdenkingen der laatste 50 jaar.) door LEONARD A. SPRINGER Tuinarchitect te. Haarlem. (Vervolg). Gaan wij echter naar het dorp Bloemendaal terug, dan zien wij dat de laatste der vele buitens langzamerhand verdwijnen. Rusten- burch waar vroeger de familie Rutgers van Rozenbrug en later de fam. van Tienhoven Wilson woonde, is verdeeld, en in het dorp opgenomen. Het Sterrebosch dat eenmaal deel uitmaakte van het Bloemendaalsche Bsoch, als •onderdeel van SaxenburgWildhoef, was reeds vroeger stukgewijs verbrokkeld en is thans ook met straten, huizen en villa's bezet. Aelbrechtsberg of Aelbertsberg ten Noorden van Wildhoef is in een villapark veranderd, terwijl Dennenheuvel, dat er aan grensde en eertijds tot de Schapenduinen behoorde, geen buitenplaats meer is, maar voor een deel R.K.- gesticht, deels R. K. begraafplaats. Wildhoef is dus geheel ingesloten, doch zoo lang mej. Van Wickervoort Crommelin leeft, zal het nog wel buitenplaats blijven; maar dan zien wij dat zoowel over de tegenover- dan zien wij endat zoowel over de tegenover liggende en bijbehoorende weilanden, als over het huiten zelf, allerlei wegen ontworpen zijn, zonder dat eenige rekening is gehouden met de oude mooie boomen en boomengroepen. De Donkerelaan is ten koste der plaats en begroei ing als een zeer breede verkeersweg gedacht in verbandimet de straten van Haarlem N. aan de Oostzijde der spoorbaan HaarlemAlk maar. Is Wildhoef eenmaal volgebouwd, dan kan Bloemendaal zich Noordwaarts niet meer uit breiden. Even voorhij Dennenheuvel is een der toegangen tot het Duinlustpark, dat voor en over de grens ligt. Duinlust eenmaal ook een buitenplaats, in 1836 van den heer J. Enschedé, was in 1876 hotel, onder dircetie van den heer Rust. Later werd er de drukkerij der firma Groenewegen Co in geplaatst, die behalve haar eigen cata logi, ook het Tuinbouw-tijdschrift Ned. Tuin bouwblad Sempervirens, drukte. Bij de exploi tatie der terreinen werd het weder hotel- café. De hoofdweg was als een verbinding tus- schen Meer- en Bergscheweg en Bloemendaal sche weg bij de Jan Gijzenvaart ontworpen. Tijdens de ontwikkeling van Duin en Daal zijn de terreinen van Duinlust volgens de eer ste plannen van den architect Joh F. W. Stom aangelegd. Toen de gronden later in de Bumen- landsche werden opgenomen, zijn de wegen ver der door mij uitgebreid en behandeld. Daar bij kwamen de nieuwe toegangswegen naast Dennenheuvel en een bij het station Santpoort, in het gebruik. Doch hier is het einde van Bloemendaal. Verder kan men niet meer gaan. Hier was men op het gebied der Gemeente Velzen aangeland, maar ook op het gebied van het Provinciaal Ziekenhuis, dat in den loop der laatste jaren een reeks arbeiders- en be- ambtenwoningen liet bouwen, omdat dit daar beter was dan binnen de omheining van het gesticht. Gaan wij verder na, wat er ten Zuiden van Overveen in de laatste 50 jaren is geschied voor uitbreiding der woonsteden in de ge meente Bloemendaal, dan zien wij alleen eeni ge uitbreiding der bewoning langs de Rampe laan. Het uitgebreide Elswoud en Duinvliet liggen daar nog zooals zij waren, toen ik er in 1883 voor het eerst kwam om er te werken. Wat er ten Zuiden van dit Landgoed is ge schied, is geen voortzetting der uitbreiding van Overveen, het bestuurs-centrum der ge meente, maar heeft een ander punt van uit gang gehad. Toen in de eerste jaren van 1900 de electri- sche Tram van Haarlem naar Zandvoort werd gemaakt, begon de heer Mr. H. Enschedé zijn gronden van Groot-Bentveld en aanhoorig- heden, waar hij een jachthuis had, te exploi- teeren, liet er wegen aanleggen en verkocht grootere en kleinere stukken aan verschillen de exploitanten, waaronder ook de Binnen- landsche. Ook hier steeds meer en meer uit breiding van exploitatie. Het Oude Ooster- duin, eigendom van den heer G. J. v. d. Vliet te Overveen, eenmaal ook een mooi buiten met zwaar geboomte, is eerst gevallen als prooi voor de steeds zich uitbreidende bloem bollencultuur. De boomen werden gesloopt, de duinen afgegraven, en toen bleek, dat de bo dem er minder voor den teelt geschikt was, op nieuw, doch met hakhout, beplant, 't Vormt met Groot-Bentveld, Klein Bentveld, Koeduin en Naaldenveld de zoogenaamde Aerdenhout. Wij zitten hier weer op historischen grond. Ook hier waren immers voorheen reeds meerdere buitens. De oude rechte lanen met zeer oude eiken, wijzen op vroegere aanplantingen. In het laatst van de 16e eeuw, had Hendrik Lau rens Spieghel er zijn buitenplaats Spiegelen- burg (eertijds Nuijzenburg), dat in 1812 nog bestond. Verder nog „De grauwe Olifant", in 1704 eigendom van den heer J. G. Langendijk. De wegen alhier tot aan den z.g. Doodweg, zijn door ondergeteekende aangegeven, doch Se wegen door de exploitatie Reijnegom door an deren. Later is de weg langs het Julianaduin door mij voor de Gemeente ontworpen. Ook ten Zuiden van de Zandvoortschelaan is heel wat veranderd. Toen de Tram kwam, liet de heer Jhr. Mr. P. Teding van Berkhout, die intusschen eigenaar van Boekenrode en omgeving was geworden, door zijn tuinbaas wegen aanleggen in het Koeduin, dat tot Boe kenrode behoorde, doch door den weg naar Vo gelenzang van de eigenlijke plaats was afgc sneden. Het lag in den driehoek tusschen dien weg, den Doodweg en de Zandvoortschelaan. Zeer spoedig verrezen ook daar Villa's. De laatste en belangrijkste was Kareol, van den heer J. Bunge, dat kort voor de oorlogsjaren is gebouwd in Zweedschen stijl. Thans is Naaldenveld aan de beurt en hier beginnen reeds meerdere Villa's te komen, §n als dit oude boschgedeelte en Klein Bentveld volgebouwd zijn, blijft, alleen nog Mariënbosch over, want dan stuit men op de terreinen van de Amsterdamsche Waterleiding en dan is het „Tot hier toe en niet verder". Men zal zeggen: ten Oosten van den Voge- lenzangschenweg liggen nog oude buitens, die voor exploitatie in aanmerking komen. Ja, er liggen nog de laatste restanten van het oude landgoed Leyduin, thans verdeeld in Leyduin van den heer Dorhout Mees, Koe koeksduin van den heer M. C. Koning en het Vinkenduin van Mej. Prins, doch daar die ten Zuiden van den weg der Amsterdamsche Wa terieiding liggen, behooren zij, met Woest- duin, Casa Nova, etc. meer tot het gedeelte Vogelenzang der Gemeente Bloemendaal. Hier zal wel zoo spoedig geen uitbreiding te wach ten zijn. Wel heeft een bouwspeculant langs den weg naar Vogelenzang achter Koekoeks duin wat huizen gebouwd, doch veel trek daarheen is er niet. Gaan wij dus na wat in de verloopen jaren binnen de Gemeente Bloemendaal is geschied, dan zien wij dat onder Burgemeester Immink Bloemendaal's opbloei begon, na een lange rustperiode van midden 18e eeuw tot aan het einde der 19e eeuw. De jaren onder Burgemeester Jhr. Bas Bak ker, kenmerken zich door sterken groei, waar bij de Gemeente haar grenzen nagenoeg be reikte. Zal onder Burgemeester Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, door de uitvoering der plannen voor een nieuw Raadhuis als een nieuw centraal punt van uitgang, de Gemeente zich nu verder en even mooi, doch Westwaarts ontwikkelen? Dien kant moet het op; het kan niet anders. Tusschen de prises d'eau der Haariemschïe Waterleiding en de grenzen van Kweekduin en Duin en Daal, ligt een breede strook, die best geëxploiteerd kan worden, zonder schade te doen aan dit groote uitgestrekte duinterrein van de prises d' eau tot aan Zee. De afstand van de prises d' eau der Haar- lemsche Waterleiding tot aan de zee is hemels breed pl.m. 4 K.M., dus een zeer breede strook, die zich van de spoorbaan HaarlemZandvoort uitstrekt tot IJmuiden. Er blijft dus genoeg over voor natuurschoon over een opper vlakte van eenige duizenden Hectaren. Indien men niet wil overgaan tot bouwen Westwaarts de duinen in, dan zal de bloei der Gemeente Bloemendaal in haar Noordelijk deel tot staan komen. Wij mogen blijde zijn dat er nog Villa's met groote tuinen bestaan. Zal dit zoo blijven? Zeker is het, dat men zich geen te groote illusies moet maken van groote buitens van meer dan één hectare in de toekomst. Bij de exploitatie der oude-Buitens tot Villaparken vonden de koopers oude boomen, die voor 100 en meer jaren daar door de voorvaderen geplant waren, in een tijd dat men geduld had om zijn tijd af te wachten, en bovendien de kosten minder groot waren dan thans. Thans op de kale onbegroeide duinen een grooten tuin of groote buitenplaats te maken kost zeer veel geld, terwijl men jaren moet wachten eer het werkelijk iets is, vooral nu men te ongeduldig is en niet wachten wil. Voor villatuinen van pljm. 3-, 4, a 5000M2. gaat het nog, doch de tijden zijn er niet naar om in de naaste toekomst te verwachten, dat men het voorbeeld der voorvaderen kan volgen. Doch de Gemeente en de duineigenaren (de familie v. d. Vliet doet in dit opzicht al heel veel) kunnen voorgaan door evenals onze vaderen, de duinen alvast te beplanten en al dus voor latere bebouwing geschikt te maken. Wij profiteeren van hetgeen de voorvaderen deden, laten wij zorgen dat het nageslacht van ons hetzelfde kan zeggen, als men weer 50 of 100 jaren verder is. Elk geslacht moet boomen planten voor de toekomst. Het zal onze lezers niet verwonderen, dat wij er prijs op stellen den deskundigen en sym pathieken schrijver van bovenstaande histori sche aanteekeningen en beschouwingen open lijk daarvoor te bedanken. Aan anderen zij 't gegeven hem hulde en dank te brengen voor het veel goede en groote werk, dat hij ook in het belang van onze gemeente heeft verricht, dikwerf, dit weten wp toevallig van anderen, zonder eenige daarop passende belooning. Toe wijding is alles. Een voorbeeld van toewijding aan groote en scboone belangen is hier aan het woord geweest. Red. BI. W. PERSONALIA. Op 4 Juli slaagde alsnog voor dipl. B van de Afdeeling Gymnasium van het Kennemer Lyceum Mejuffrouw A. Kruimel, na verlengd examen. NIEUWS VAN HET JEUGDHUIS. DE JAARLIJKSCHE DUITSCHE REIS DER C. J. M. V. Zaterdagmiddag vertrok een aantal leden der Chr. Jonge Mannen Vereeniging van het Jeugdhuis per auto naar Keulen voor het maken van een achtdaagsche voetreis langs den Rijn. In Keulen werd overnacht en van daar werd de reis per trein voortgezet tot Königswinter, waar de eigenlijke voetreis aanvangt. Achtereenvolgens wordt dan over nacht in de Jeugdherbergen te Neuwied, Bop- pard, Lorely, Lorch en Bingerbriick, om ten slotte weder in Keulen terug te keeren, waar de auto hen voor den terugtocht naar het vaderland zal wachten. De reis gaat dus door één der schoonste gedeelten van Rijnland. De leiding is ook dit jaar weder in handen van den heer Lankamp, die in dit opzicht getoond heeft, dat hem deze taak veilig kan worden toevertrouwd. Wij wenschen hun goeden reis en veel genoegen. Bij de te Edam gehouden athletiekwedstrij- den heeft onze B. G. V. een zeer mooie plaats weten te bezetten. Immers zij wist de hand te leggen op niet minder dan drie eerste prijzen! Oplossingen, bijdragen, enz. te richten aan den Schaakredacteur, Cruquiusstraat 19, Haarlem. PROBLEEM No. 351. Dr. H. v. GottschalL (Görlitz.fc Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kd6, Lc6, Pa4, c7. Zwart: Ka7, a5, a6. Een alleraardigst minatuurtje van den be roemden oud-meester. PARTIJ No. 151. Gespeeld in een vierkamp te Berlijn, 9 Augus tus 1930. Wit; K. Helling (Berlijn). Zwart: I. Kash dan. (New York). Nimzo-Indische verdediging. 1. d2—d4 Pg8—f6 2. e2e3 e7—e6 Pbld2 c7c5 3. 4. Lfld3 c2c3 Pgl—f3 7. 0—0 8. e3e4 9. c3Xd4 Ld3bl 11. Pd2Xe4 12. LblXe4 13. Tfl—el 5. 6. 10. Pb8—c6 Dd8c7 d7d5 Lf8d6 c5Xd4 Pc6b4 d5Xe4 Pf6xe4 Lc8d7 0—0 14. Le4xh7f Dit bekende offer op h7 zal in de!» partij blijken niet vernietigend te zijn geweest. 14Kg8xb7 15. Pf3—g5f Kh7g6 Alle andere zetten met den Koning zijn direct doodeljjk. (Zie b.v. Dh5f na Kh8). 16. h2h4 Ld6h2j- 17. Kgl—hl Lh2—f4 18. Ddlg4 Hier moest Tele5! gespeeld worden. 18. 19. Dg4xg5f 20. Lel—f4 21. Dg5h5f 22. Lf4—d6 23. Tele5 24. Ld6Xf8 25. Tal—cl Lf4xg5 Kg6—h7 Dc7d8 Kh7g8 Pb4—c2 f7—f6 Dd8xf8 f6xe5 Opgegeven. Op 26. Tclxc2 volgt e5x<14 en Zwart Is de kwaliteit voor, terwijl hij een sterken vrijpion heeft op de d-lijn, 'tgeen in verband met zijn Looper (die de witte velden bestrijkt) gewel dig sterk is, OPLOSSING PROBLEEM No. 347. (Pen11i Sola). Stand der stukken: Wit: Kd3, Dal, Pc4, a2, e4. Zwart: Ka4, b4, c5, e7, L Dalh8 (dreigt De8 mat), Ka4b5; 2. Dh8b8j, onv.; 3, Pc4e5 mat, Db8e8 mat of 3. Db8—b6 ma,t. Op 1b4b3; 2. Dh8e8f, Ka4—b4;, 3, a2a3 mat. Aardige matstellingen! Goede oplossing ontvangen van: H. W. v. Dort en J. A. Schiering, beiden te Haarlem; H. J. S. Beck en H. de Ruijter, (ook nog eindspelstudie no. 97), beiden te Bloemendaal. 1 CORRESPONDENTIE. Bloemendaal. S. C. v. E. 1. Dale5 faalt na 1b4b3. Mej. G. Groeneveld behaalde n.l. den eersten prijjs met 100 M. hardloopen in 14.2 sec.; mej. R. van Asselt dito met vérspringen (4.63 MO en de dames-estafetteploeg dito, waarvoor deze laatste de zilveren lauwertak uitgereikt werd. Ten slotte behaalde nog de heer N. van den Klinkenberg den tweeden prijs hoogspringenen den vierden dito hardloopen, terwijl Beppie van Twisk beslag legde op den tweeden prijs hard loopen. DE GESCHIEDENIS VAN EEN BANKBILJET. Het Instituut voor Conjunctuuronderzoek in Amerika bracht onlangs, .met toestemming der regeering, een nieuwtype bankbiljet van 1 met aangehechte allonge in omloop, waarop de op volgende houders werden verzocht, mede te deelen voor welk doel het geld besteed was. Na verloop van drie maanden kwamen eenige dezer biljetten weer in het bezit van het instituut.dat ze weer tegen gewone banknoten inwisselde. Het meest werd het geld voor tabak, parfum, toiletpoeder en bioscoop gebruikt en voor alcóhol (in het land der prohibitie!) Dan eerst volgden uitgaven voor levensmiddelen en kleeding. De laatste endossant schreef: „Bij den laatsten beurskrach verloor ik mijn gansche vermogen van drie millloen dollar en nu moet ik van mijn laatsten dollar scheiden. Niets doen is een leelijk kwaad, 't Brengt den mensch tot slechte daden, 't Werken kan ons nimmer schaden, Arbeid adelt. 't Ledig zijn nastlai Is een bron van groot venijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1932 | | pagina 3