KAPITEIN KLAKKEBOS GAAT NAAR
AMERIKA.
Record-waanzin.
Brokjes Levenswijsheid®
door G. Th. ROTMAN.
Gemeenteraad®
SCHAAKRUBRIEK®
Heldebeeïd*
Ben waaghals, die 't gevaar niet ziet,
Springt van een hoogen toren
Te water ieder vraagt zich af:
Heeft hij 'tverstand verloren?
t Was dwaas! Nog dwazer was het, dat
Hjj daarvoor werd gehuldigd
Het feit, dat hij nog leeft, is hij
Aan 't stom geluk verschuldigd.
Maar zie 't applaus van het publiek,
De krans, hem aangeboden,
Was 'doorzaak van een tweeden sprong
Met 'tdroef gevolg: een doode!
Die tweede springer wilde ook
Zoo'n huldiging verwerven;
Hij klom twee meters hooger, maar
Zijn hoogmoed deed hem sterven.
Zoo eischte dus het duikrecord
Al gauw een menschenleven.
Toch wou zich nog een derde man
In dit gevaar begeven.
Hij heeft op 't laatst zich nog bedacht;
't Publiek werd snel verdreven
Door de politie Toen is hij
Op 't droge maar gebleven.
Al toonde hij zich in 't begin
Voor rede niet zeer vatbaar,
Toen hij zoo in de diepte keek
Vond hfl het al te nat daar!
Als hiermee nu die waanzin maar
Voorgoed is afgeloopen.
Of willen andr'ren 'tnog eens doen
En 'tmet den dood bekoopen?
Er zullen nog wel dwazen zijn,
Die 'took eens gaan probeeren;
Maar laten wij hun roekloosheid
Niet met een krans gaan eeren!
DE STEENEN HOND
(nadruk verboden)
Toen Ik kortgeleden ergens logeerde, zag
Jk uit het venster van mijn logeerkamer in
den tuin van de buren een hond. Het was een
van dat soort honden, waarvan de aanblik reeds
het ergste doet vreezen.
Een buldog in strijdvaardige houding; één
®n al grimmige waakzaamheid. Barsch de
oogen, barsch de pooten, barsch vooral de om-
rimpelde bek. Een tronie, welke het symbool
van ongastvrijheid scheen.
De bulhond lag vóór zijn hok, als een
schildwacht, die elk naderend wezen als een
vjjand beschouwt. Zijn aanwezigheid bracht de
Snenschenvrees en de menschenhaat van den
eigenaar tot uitdrukking. Dezen schildwacht
ïou niets of niemand passeeren.
Zelfs Ik, die buiten het domein van den bulle
bak verkeerde, voelde mij onder den ban van
kijn dwingelandij. Want deze werd niet be
grensd door het erf. Ik hoefde maar een ven
ster open of toe te schuiven, of het geluld zou
het monster de ooren doen spitsen. Mijn scha'
duw op het gordfln zou een waarschuwend ge
grom aan zijn strot ontlokken. Een ondoor
dacht fluiten of roepen zou beantwoord wor
den met woedend geblaf. Hemelsche goedheid,
wat had ik het met dezen buurman getroffen!
Maar tot mijn verbazing bleef het gedrocht
stil. Zijn roerloosheid trok mijn aandacht. Ik
begon hem te tarten. Maar hfl bewoog zich
niet. Hfl blafte niet nog gromde noch toonde
hfl zfln tanden.
Toen begreep ik, dat de hond een beest was
van steen. En deze ontdekking stemde me
aanstonds zachter jegens den eigenaar. Die
hond was maar een grapje van hem geweest.
Hfl meende 'tzoo kwaad niet en wou niemand
lastig vallen, alleen maar omdat deze een ven
ster open of toe schoof of ondoordacht kuchte.
Bfl het naar bed gaan was ik den buurman
dankbaar, omdat hij met zfln steenen hond mfl
een rustigen nacht waarborgde. En ik bedacht
bfl het inslapen, hoe heerlijk het zou zfln, wan
neer alle hcndenliefhebbers het voorbeeld van
dezen merkwaardigen man gingen volgen. Welk
een paradijs zou de wereld worden, als alle
henden van steen waren! En ik droomde me
zulk een versteening. Die leelflke jankers onder
de groentekar, die kwaadaardige keffers achter
hagen en hekken, die huilende maanzieken en
die jammerende heimwee-lflders, wier meesters
uit zfln gegaan, nadat ze hun lieveling in de
schuur hebben opgeslotenWelk een rust,
wanneer al dat gedierte versteend mocht
zfln!
Waarlflk, deze buur was een beminnelijk
man en ik besloot, den volgenden ochtend
met hem kennis te maken. Maar hoe werd ik
verrast, teen ik zfln huis binnentrad. Want
in het voorportaal ontmoette ik een mensche-
ïflk wezen, dat het midden hield tusschen een
lakei en een liftjongen. Deze neger in uniform
was bezig te telefoneeren.
Ik voel me altfld tegenover uniformen een
weinig schuchter en wilde den telefoneerenden
dienaar niet storen. Geduldig wachtte ik op
de mat.
Maar de negerjongen bleef staan met de
hoorn aan het oor. Hfl stond daar even onbe
weeglijk als de hond voor zfln hok had ge
legen. Toen ik behoedzaam hem naderde,
bleek deze man ook van steen.
En nogmaals herademde ik. Wat is het toch
veel gemakkelijker, met een steenen neger
bediende om te gaan dan met een negerbedien
de van vleesch, jegens wien men zijn houding
niet onmiddellflk kan bepalen. Hoeveel pretti
ger zou het leven zfln, zoo ook de menschcn
evenals de honden van steen waren.
Zoo scheen ook de buurman te denken. Hfl
had heel de schepping rondom zich in steen
veranderd. Steenen kabouters, steenen kik-
vorschen, steenen paddestoelen. En voor zfln
vensters bloeiden bloemen van glas. Men be
hoeft ze niet te begieten en niet te verplan
ten. Er is geen omkflken naar!
Maar na een week ging lk dien hond, waarop
ik uit mfln logeerkamer het oog had, feller haten
dan ik ooit een levenden hond heb gehaat.
Altijd diezelfde onbeweeglijke houding; altfld
diezelfde verstrakte barschheld, die geluidlooze
woede. Welk een wansmaak, dacht ik, zoo'n
69. Daar de kapitein slechts twee raketten
afgeschoten had, kwam het bootje 'n kilome
ter r erder al tot stilstand. Maar nu moesten
*e weer terug, want de kapitein verkoos geen
oogenblik langer in Amerika te blflven. ,,'t Is
me hier &1 te gezellig!" zei hij. Om echter de
ontplofbare stof voor de raketten te sparen,
werd ergens aan den kant een groote tak af
gesneden en hiermee boomde de kapitein het
bootje voort, na het te hebben laten keeren.
De professor zat terwfll aan het stuur, om er
de richting in te houden.
70. Maar de arme prof moest telkens in
zfln zakspiegeltje naar z'n arme geruïneerde
gezicht kflken. Hierdoor lette hfl niet op, wat
hfl deed en liet per ongeluk een der raketten
ontploffen. Het bootje schoot vooruit, onder
de voeten van den kapitein vandaan, en daar
ning de arme man, borenaan den tak, die
rechtop in de modder was blflven steken! Hee-
lemaal alleen! Jawel, goeie morgen! Binnen
I enkele oogenblikken stak een heele krokodillen
familie de koppen boven water!
71. Geweldig, wat zat de man in angst! Tel
kens kwam er weer 'n nieuwe kop boven wa
ter, en zelfs maakte een der monsters aan
stalten om de tak door te bijten. Maar geluk
kig! daar ontdekte de kapitein vlak boven z'n
hoofd een tak van een aan den kant staanden
boom, die over het water uitstak. Met de
kracht der wanhoop werkte hij zich wat om-
hoog, greep den tak en begon zich omhoog te
hflschen.
72. Maar jawel, de krokodillen voelden er
niets voor, hun prooi zoomaar te laten ont
snappen. Hap! daar had er al een hem bfl z'n
rechterhiel te pakken! De kapitein trapte met
z'n een vrfle been, wat hfl kon, maar de kro
kodil liet niet los en trok zóó hard, dat de
heele tak bijna tot op het water toe doorboog.
hond van steen!
En ik was van een waan genezen. Laten
de honden maar blaffen, de kikkers maar
kwaken de menschen maar lastig zijn. Dit
is de tol, die men als levend schepsel aan t
leven betaalt. Het leven is barsch en rumoerig,
maar het is met de verdrietelijkheden, die
meebrengt, toch duizendmaal meer waard dan
de rustige, gerieflijke, geluidlooze dood.
H. G. CANNEGIETER
De eerste vergadering in het nieuwe jaar
zit er dus weer op. Er is, vergeleken bfl twaalf
maanden her, ook in den Bloemendaalscher®
Raad heel wat gebeurd. Het aspect van den
Raad is veranderd. Mutatie aan de tafel van
B. en W. Nieuwe gezichten in den Raad. Vreed
zame debatten en ingrflpende besluiten, waar
van de laatste helaas menigmaal het merk-
teeken van crisismoeilflkheden en drang tot ver
sobering droegen.
Dat de Nieuwjaarsrede van den Burgemees
ter dan ook eenigermate in mineur was ge
toonzet is begrijpelijk. De heer Den Tex roerde
met een enkel woord den algemeenen toestand
aan en ging voort met het constateeren van
moeilijkheden, die ook Bloemendaal niet ont
houden zfln gebleven. Bloemendaal teert op
haar reserves. De burgemeester zeide het met
nadruk en in de naaste toekomst zal die klem
toon nog wel eens meer gelegd moeten worden,
al heeft de Raad, naar Spr. opmerkte, den
weg der bezuiniging ingeslagen.
Ook staat Bloemendaal dus een moeilijk
jaar te wachten en zal de harde weg der be
zuiniging voorshands niet verlaten kunnen
worden, al was het maar om nieuwe teleurstel
lingen te kunnen opvangen. Spr. wees er op,
dat er enkele lichtpunten overgebleven zijn
en noemde als een er van den Zeeweg en het
Bloemendaalsche Strand. De gronden langs
den Zeeweg wachten op doelmatige exploita
tie en de burgemeester deed een beroep op den
Raad om samenwerking met het College van
B. en W. als de tijd blijkt gekomen om het
kapitaal, in deze gronden gestoken, rendabel
te maken.
Maar na deze moedgevende opmerking va
rieerde Spr. weer op het aanvangsthema: De
werkloosheid houdt aan. Het aantal werkloo-
zen stflgt met een kleine twintig per half jaar
en bedraagt thans ongeveer 175. Het Crisis
comité verricht uitstekenden arbeid, maar de
lasten, die op den middenstand drukken stel
len het meermalen voor al te moeilijke proble
men en voeren ingezetenen, die tot dusver hun
bestaan niet bedreigd zagen, thans tot het
Crisiscomité.
De bevolking toont in aantal een accres.
Een verheugend teeken, maareen geboor
te-overschot is er niet. De toeneming is gevolg
van het gereedkomen der woningen van Bloe
mendaal-Noord. Alweer een stortbad je dus!
Met een woord van vermaan besloot de bur
gemeester. Naarmate de toestanden in het
maatschappelijk leven zich verscherpen, ziet
men ook de tegenstellingen in de gemeentera
den dikwijls acuter worden. Spr. hoopte, dat in
dezen Raad de persoonlijke appreciaties derge-
lflke tegenstellingen zullen voorkomen.
Uit ons verkort verslag zal men zich her
inneren dat het voorbereidend openbaar onder-
wfls met een stem is gesneuveld nadat in een
vorige vergadering de stemmen gestaakt had
den. Voorshands laten wij het bij de vermel
ding van bet feit en hopen op deze aangelegen
heid binnenkort terug te komen.
Er volgde thans een gedachtenwisseling
over het teere punt van het Wethouderspen
sioen. In een vorige vergadering was B. en W.
verzocht, prae-advles uit te brengen over al
of .niet invoering van wethouderspensioenen.
B. en W; echter, zich eenige spreekwijzen uit
onze Hollandsche taal herinnerend, waarin iets
wordt gezegd over ijs van één nacht en over
een kat en een boom stelden het blijkbaar op
prfls, vooraf het oordeel van den Raad te ken
nen, draaiden de zaak zoo'n beetje om en kwa
men op hun beurt bij het College der Vroede
Vaderen om prae-advies. Wfl behooren niet tot
hen, die een. incidenteel geval voetstoots tot
een precedent verheffen, anders zouden we een
beetje bevreesd worden voor meer derge-
lflke tennispartfltjes; De Raad vraagt het ge
voelen van B. en W. en B. en W. vragen ter
voldoening, aan dat verzoek het gevoelen van
den Raad...... and so ad infinitum.
Enfin, de heer Laan was er tegen, Haalde
frappante gevallen aan van wethouders, die er
in de dagen hunner zorgelooze jeugd eenigen
tijd als wethouder op hadden zitten en daar
tot in de jaren hunner grijsheid pensioen van
zullen trekken tot ongerief van een berooide
gemeentekas.
De heer Schulz was er voor. Wees er op,
dat een wethouder zijn volle werkkracht dik-
wflls moet geven ten profflte van de gemeente,
van welker dagelijksch bestuur hfl deel uit
maakt, met het gevolg, dat daarvcor andere
inkomsten, dikwijls goede vooruitzichten in het
particuliere léven moeten worden prijs ge
geven, zoodat op de gemeenschap de taak rust,
zulk een functionnaris schadeloos te etellen
voor eventueel ongerief, voortvloeiend uit zfln
arbeid ten bate van het algemeen.
Aldus werden diverse argumenten over
het algemeen met grijze baarden van ouder
dom hier nog eens gaaf opgediend. Nie
mand maakt zich tegenwoordig meer druk
over Wethouderspensioen. Dat is in als we
't zoo mogen zeggen in vrijwel alle respec
tabele ge-meent enal lang aanvaard. Het is een
teeken van onzen tijd en al willen we hier geen
beschouwing over de teekenen der tflden ten
beste geven Bloemendaal is geen eiland, waar
algemeen aanvaarde principes kalmpjes ge
negeerd kunnen worden. Ook uit de inleiding
van den voorzitter viel op te maken, dat deze
het wethouderspensioen geheel in het kader
van dezen tijd wenschte te bezien.
Aldus besloot de Raad, met de stemmen van
de heeren Luden, Dorhout Mees, Laan, Quar-
les van Ufford en Hogenbirk tegen, B. en W.
uit te noodigen te prae-adviseeren en de koers
van dit prae-advies zal uit den aard der zaak
dus wel naar den kant van de invoering lig
gen. De heer Van Riessen gaf in overweging,
pensioen toe te kennen op 60- of 65-jarigen
leeftijd, een denkbeeld, waarvoor wel animo
bleek te bestaan.
Bij de behandeling der voorgestelde onthef
fingen van bepalingen der bouwverordening
had eenig debat plaats over een merkwaardige
zaak. De Ver-leniging voor Jeugdwerk wenscht
een huis te bouwen aan de Donkere Laan hoek
Sterreboschlaan. De Commissie van bijstand
voor publieke werken adviseerde afwflzend,
daar de gevraagde dispensatie te groot werd
geoordeeld en er naar het oordeel der Com
missie een mooi beboscht plekje zou komen te
verdwijnen.
Natuurlflk is dit een deugdelflk motief
Het bleek echter, dat in de Commissie de mee
ningen nogal verdeeld waren geweest en de
heer Cassee gaf zelfs te verstaan dat persoon
lflke motieven niet vreemd waren geweest aan
het afwflzend praeadvies, waartegenover da
heer Hogenbirk aanvoerde, dat het z.i. geen
pas gaf, dat een hoofdambtenaar der gemeen
te de Vereeniging voor Jeugdwerk van advies
had gediend, terwijl de Commissie zich ge
noodzaakt had gezien, dit advies te desavou-
eeren. Waartegen de heer Laan weer opmerk
te, dat bedoelde hoofdambtenaar boven elke
verdenking van bevoordeeling verhéven is en
ais privé persoon zooveel adviseeren mag als
hfl maar wil.
De zaak werd intusschen nog een tikje inte
ressanter, toen het volgende bleek. De grond,
waarop de Vereeniging voor Jeugdwerk het
oog heeft geslagen behoorde destflds aan me
juffrouw Crommelin, die den grond aan de ge
meente heeft overgedaan onder het voorbehoud
van haar zeggenschap inzake eventueele be
bouwing. De vereeniging voer Jengdwerk werd
thans in haar streven gsteund door een re
quest waarop de namen van talrijke zeer voor
aanstaande ingezetenen voorkwamen. Dit re
quest droeg als eerste in de rij der ondertee
kenaren den naam van mejuffrouw Crommelin
zelve. Waar een ingezetene zoo nauw betrok
ken bfl de te verleeen dispensatie zich voor
inwilliging van het verzoek verklaard had,
diende de Commissie van Bijstand dus wel met
sterke argumenten te komen en waar deze
motieven zich voor het allergrootste gedeelte
bepaalden tot een pleidooi voor het behoud van
natuurschoon, deed het wel vreemd aan, dat
de Raad ten slotte met 76 stemmen besloot,
afwflzend op het verzoek van de Vereeniging
te beslissen. Het wil ons voorkomen, dat de
Raad met dit besluit de belangen van een nut
tige vereeniging kwalflk heeft gediend en zijn
waardigheid niet geschaad zou hebben door een
wat meer tegemoetkomende houding jegens
een request van nu niet de eerste de beste
gemeentenaren.
Het voorstel om een weg aan te leggen in
het verlengde van de Waldeck Pyrmontlaan
bracht de heeren Quarles van Ufford en Laan
in het geweer. De eerste merkte op, dat B. en
W. hier een crediet vragen voor een klein on
derdeel van de werken, die op de gronden van
Gehrels noodig zullen zfln. Hfl vroeg daarom
een afgerond plan voor de toekomstige exploi
tatie dezer terreinen.
De heer Laan onderschreef dit verzoek en
toonde de vrees, dat hier een begin wordt ge
maakt met uitgaven, waarvan de draagwijdte
niet te overzien zal zfln. Er zal hier een weg,
een school, een brug en wat al niet meer
'moeten komen. Men -spreekt over sportter
reinen. Wat zal dat alles moeten kosten? De
Raad tast hier in het duister. Laat men liever
dit alles eerst eens becijferen dit stuk terug
nemen en dan met een volkomen gedetailleerd
plan komen.
Nadat de heer Schulz zich vóór de voordracht
had verklaard werd deze verdedigd door wet
houder Prinsenberg. Hij betoogde, dat men
hier een uistekend project voor werkverschaf
fing heeft. De weg zal een uitstekende toegang
voor de terreinen van, Gehrels blflken en ten
slotte zal is de weg eenmaal gereed, er een
4200 M2 bouwrijp terrein liggen.
Het voorstel werd aangenomen.
Ook over de concessie aan auto-busonderne
mingen inzake de lijn Overveen-Strand had
een debat plaats. Zcoals men uit ons vorig
nummer heeft kunnen lezen stélden B. en W.
voor, deze consessie niet bij openbare inschrij
ving te gunnen, doch deze eerst te doen plaats
hebben, indien blijkt, dat de N.V. Stormvogels
die naar men weet door haar dienst Haarlem
Bloemendaalsche Strand een der meest serieuze
gegadigden is, niet in de eischen van verkeer
kan voorzien.
De heer Schulz was het niet met B. en W.
eens. Er is hier een goede kans op een voor
deel voor de gemeentekas. Spr. wil dit voordeel
niet prflsgeven. Hfl is niet tegen een voorkeur
ten behoeve van de Stormvogels, doch dan zal'
dit tot uiting moeten komen tén. bate der. ge-
misentefinanclën.
Ook de heer Laan meende, dat de N.V.
Stormvogels er wel wat voor over zullen heb
ben, wanneer zfl de concurrentie weg kan
houden.
Nadat de heer Quarles van Ufford had opge
merkt, dat het rationeel zou zijn, als het be
drag, waarvoor Stormvogels verleden. Jaar
Backhuys heeft uitgekocht, voortaan de ge
meente ten goede kwam, verdedigde de voor
zitter de voordracht. Met klem waarschuwde
hfl er tegen, van de lijn OverveenStrand geen
vechtlflntje tusschen twee ondernemingen te
maken, waardoor het verkeer ten zeerste be-
moeilflkt zou worden.
Na nog een debat stelden de heeren Quarles
van Ufford en Schulz voor, onderhandelingen
met Stormvogels te openen en bij onbevredi
gend resultaat tot openbare inschrijving over
te gaan.
Dit tusschenvoorstel (een voorstel Laan om
tot openbare inschrijving over te gaan was ge
sneuveld) werd aangenomen. We geven Storm
vogels een redelijke kans. Tot slot werd een ge
dachtenwisseling geopend over het al of niet
wenschelflke van Ford-transportauto's boven
Magirus-dito. De wethouder van Publieke Wer
ken vroeg voor zijn dienst een crediet van
13.000.voor de aanschaffing van twee
Magirussen. De heer Luden meende, dat het
met Fords net zoo goed kan. Die kosten maar
2600.— per stuk.
„Laat ons" zei de heer Quarles, „eens met
Ford praten. Als die ons de wagens die we
noodig hebben, belangrijk voordeeliger kan
leveren, is de oplossing duidelijk. BovendiÊn
steunen we daarmee de Nederlamdsche nijver
heid en andere nationale belangen."
De raad sloeg dit advies niet in den wind.
Binnenkort hooren we dus, of Ford 4 a 5 tons
vrachtwagens kan leveren. We vreezen zeer.
Uit de rondvraag memoreeren wfl een verzoek
van den heer Cassee cm wat meer verlichting
des avonds en des nachts van de Prins Hen
driklaan. De voorzitter zegde toe, dat B. en W.
een wakend oog zullen slaan op de plekken,
waar de Bloemendaalsche katjes grauw zfln.
Zoo hoort het immers.
Oplossingen, bfldragen enz. te richten aan
den Schaakredacteur. Cruquiusstraat 19.
Haarlem.
PROBLEEM No. 371.
L. T u h a nB aranowskt
(Warschau.)
Mat in twee zetten.
Stand der stukken;
Wit: Kd6, Dfl, Ta5, Te8, La8, 1x3, Pd5,
Zwart: Ke4, Td4, Tf5, Le8, a4, e3, f5, f7.
Speciaal-prfls-wedstrfld Swiat Szachowy,
1931.
PARTIJ No. 168.
Vijfde matchpartfl, gespeeld te Stockholm,
December 1932.
Wit: R. Spielmann, (Weenen).
Zwart: G. S tol tz (Stockholm).
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
Op
d2—<14
Pgl—f3
e2e3
h2b3
Lfl(13
Lel—b2
0—0
Pbl—d2
c2c4
a2a3
c4Xd5
d4xe5
12
Dame-pionopening.
Pc6Xe5 volgt
-h5, enz.
<17—as
c7c5
e7eS
Pa8bS
Pb8c6
LfSd8
O—0
Dd8e7
Tf8—dS
e6e5
Pf6Xd5
Ld6Xe5
13, Pf3Xe5,
Ld6Xe5; 14. Ddl-
13. Pf3 X e5 Pc6xe5
14. Ld3c2 1x8g4
Hier is Pe5g4 sterk,
15. Ddl—el Pd5—b4
Begin van een mooie, maar, zooals ten slotte
blijkt, totaal incorrecte offercombinatie.
16. a3Xb4 Td8Xd2
17. Delxd2 Pe5—f3f
18. g2xf3 Lg4XfS
19. e3e4 Lg4XfS
Nu blijkt, dat het plan De7h4 door Dd2—
d6 gepareerd wordt, omdat de witte Dame
naar g3 kan worden gebracht.
Spielmann won de match met 4, ls
OPLOSSING PROBLEEM No. 368.
(Dr L. N. de Jong.)
Stand der stukken:
Wit: Kc8, Db6, Td8, La7, Pd7, Ph5, h3,
b5, e2.
Zwart: Kd5, Lf5, Lf8, Pa-5, e5, «7, g7,
I. Dh6—g6, enz.
Goede oplossing ontvangen van: S. Ba-
rends te Aerdenhout; H. W. van Dort, K. H.
R. Pluim—Mentz en P. Rotteveel, allen te
Haarlem.
i
21 Jan,
Als ik over de landelijke schoonheid van da
schamele heide hoor spreken, denk ik onwille
keurig aan 't Gooi; nog liever aan de Veluwe,
in 't bflzonder aan den Zijperberg achter de
Steeg. Daar rolt zich van ongeveer 100 meter
boven het IJséldal een -effenbruin kleed -over
een golvend landschap uit haar noord, west
en zuid, zoover het oog kan zien. Anders
naar 't oosten. Daar gaat de blik over de
groene laagvlakte van de Lijmers tot aan den
Hettenhe'uvel en de hoogten van Kleef en Nij
megen.
In 't bruine land heerscht de volkomen
stilte der eenzaamheid: geen menschelflke wo
ning; niet ver van ons standpunt een breed-
gekroonde kromgegroeide den, die zich met
zware wortelklauwen in den schralen bodem
heeft vastgeklemd en onder den druk der wes
terstormen zfln grijparmen horizontaal naar 't
oosten uitstrekt. Verderop groepjes verwaaide
juniperusstruiken en kale spichtige berkenvin
gers op witgevlekte stammen. En in de verte
een schuin opstflgende rook- of stofzuil waar
onder misschien een herder met zijn kudde, die
t altfld eetbare heidekruid moet beknabbelen.
Dat is heide, golvend en breed, onder de
wintersneeuw als een noordsch landschap, ta
de heete, droge Juli-maand als een woestijn,
smachtend naar een verkwikkende regenbui,
ten tijde van den bloei als 't purperroode brui
loftskleed der Aarde.
Vroeger heb ik zulke beelden ook achter den
IJsel gekend, In Saliand, Twente en Homeland
(Graafschap Zutphen). In 't klein zfln ze er
nog wel, maar snel klimt daar het eeuwenoude
heidegebied in om plaats te maken voor den-
denland, sinds den opslag niet meer door wei
dende kudden wordt weggegraasd, of de
mensch den ploeg er inzet om aldoor nieuwe
graanakkers en kunstwelden te veroveren.
KERST ZWART.
Hans van Biilow had een bijzondere
antipathie tegen twee leden uit zfln orkest,
'aat ons zeggen, do heeren Schulz en Schmidt,
Op zekeren dag waren beid-en niet op de
repetitie verschenen.
Waar is meneer Schmidt?"
Herr Doktor, meneer Schmidt heeft van
nacht een beroerte gehad".
„Uitstekend, uitstekend, maar au zitten wé
toch nog met meneer Schulz,"