Parel-Wol
Jack Troost
Hupkens Leesbibliotheek
Ea. HAAKS - SVERVEEN
M Ptessius Zn.,
C. Korstanje
65 cent
Van 't Land
Fa. VAN DIJK OKKER
Uerij ,,'t BI o in m e k e"
DUITSCH
Denkt om Ow lieten
A. VAN BAAK
Depot „UNITAS"
VAN VELTHUYSEN Ir
KOFFIE
THEE
TOONEEL.
Biedt zich aan voor alle autotransport.
Levering van zand, grind, grond enz.
Magazijn „DE LEIDSCHE VAART"
Dames- en Heeren Pyama's,
HI8ELSC1
bJïsj
PATENT
Zijlstraat 91
HAAR LEÜ9
S"
H
'n Timmerman?
Bloemend.weg 46 - Tel. 23018.
MEVROUW,
TH. v. d. WEIDE.
WONINGINRICHTING
BEHANGERIJ - STOFFEERDERIJ
Kleverlaan 8 BloemendaaL Tel. 22053.
0000000000000000000
0
0
g Knipkaarten 10
0 Boeken 80 ct.
0 Knipkaarten 25
0 Boeken f 1.75.
Zandvoortschelaan 165.
0
Heemstede—Aerdenhout.
Tel. 26512.
0000000000000000000
tegen griep,
infludo en Arcanol
alle hoestbestrijdingsmiddelen.
A. G. v. VELZEN
Tuinaanleg Onderhoud
Depot van N.V. Kon. Zaadh.
J. B. WYS ZOON.
f
opM-V^J
N.V. AMSTEKDAMSCHE
TOONEEL V E REEN IGIN G
STADSSCHOUWBURG AMSTERDAM.
CIRCUS KNIE.
Het is langzamerhand een goede gewoonte
geworden belangrijke premières in onze hoofd
stad in de plaatselijke bladen aan een bespre
king te onderwerpen, teneinde den schouwburg
bezoeker voor te bereiden op komende voorstel
lingen. Deze voorbespreking geeft het voordeel,
dat de tooneelliefhebbers, die zoo gaarne eerst
de kat uit den boom kijken, en dat zijn er in
ons landje velen,, niet behoeven te wachten op
een tweede opvoering, doch reeds de eerste
voorstelling te Haarlem omtrent stuk en spel
georiënteerd zijn,
Laat ik: dan beginnen met alle liefhebbers van
goed toaneel aan te raden Circus Knie van Carl
Zuckmayer te gaan zien, daar, ondanks de be
zwaren, die men tegen het stuk zou kunnen
aanvoeren, dit toch zooveel te genieten geeft,
en den spelers zooveel gelegenheid schenkt, hun
spel tot groote hoogte op te voeren, dat ik niet
aarzel, de voorstellingen van Circus Knie onder
de gebeurtenissen van ons tooneelseizoen te rang
schikken.
De inhoud van deze circusgeschiedends is gauw
verteld. Katharina Knie de dochter van den
directeur van het reizend circus Knie, die ge-
nceg heeft van het armzalige woonwagenleven,
en reeds eenige malen in aanraking kwam met
den heereboer Rothacker steelt, teneinde zijn
aandacht op haar te vestigen, eenige zakken
haver bij hem weg. Haar toeleg gelukt haar,
en Rothacker vraagt haar vader of Katharina
in zijn dienst mag treden, waarin de oude Knie,
zij het met een bloedend hart, toestemt. Katha
rina verlaat het circus, dat verder trekt zonder
de eenige vrouwelijke attractie, die het den toe
schouwer bieden kon en steeds dieper in zwarte
armoede vervalt. Na een jaar komt het circus
wederom in dezelfde plaats, en Katharina, die
op hef punt staat zich te verloven met Rothacker
kcmt natuurlijk naar de voorstelling kijken. De
artisten vragen, ja smeeken, liaar allen weder
bij hen en haar ouden vader, die nog slechts een
wrak is, na het vertrek van zijn dochter, terug
te komen. Doch deze weigert; zij heeft Roth
acker lief en is in haar nieuwe omgeving geluk
kig. Als zij dan haar vader zal vertellen van
haai- liefde en zijn toestemming voor haar huwe
lijk zal vragen, komt zij tot de ontdekking, dat
onder haar verhaal haar vader voorgoed is in
geslapen. Door den dood van den directeur is
het circus ten doode opgeschreven en het ge
zelschap is volkomen uit het veld geslagen. Doch
dan wordt in Katharina het gevoel wakker, dat
zij in deze omstandigheden een plicht heeft te
vervullen, zoowel tegenover de nagedachtenis
van haar vader als tegenover haar gedesorgani
seerde kunstbroeders, zoodot zij de leiding van
het circus op zich neemt en bevel geeft onmid
dellijk op te breken.
IMieuw is dit probleem van den strijd tusschen
liefde en plicht zeker niet en ook de uitwerking
daarvan in haar geheel is niet revolutionnair,
doch er zijn tallooze détails, die maken, dat dit
in vier bedrijven geschreven stuk steeds blijft
boeien, terwijl het stuk ongetwijfeld een sterke
stijging naar het slot vertoont.
Doch, zooals ik in den aanvang reeds zeide, is
een van de voornaamste kwaliteiten van het stuk
dat het den spelers gelegenheid geeft tot zeer
sterk spel. En dan moet in de eerste plaats ge
noemd worden de Katharina van Charlotte
Kohier, een ze'er zuivere creatie van een rol,;
die voor haar geschreven kon zijn. Hoe prach
tig zijn haar stemmingswisselingen, en de in
nerlijke strijd tusschen haar liefde voor den va
der en de heereboer.
Onmiddellijk daarnaast zou ik den directeur
Knie, van Dalsum willen noemen, die vooral in
de laatste bedrijven den ouden, door verdriet
verteerder vader, op voortreffelijke wijze speel
de.
Daarnaast trof de prachtige bezetting van
de kleinere rollen. De clown Julius Schmitto-
üni van Jules Verstrakte is een van de knap
ste creaties, die ik van dezen acteur zag. Aaf
Bouber, gast bij dit gezelschap, gaf van de
cassière, waschvrouw Bibbo, een uitbeelding, die
ons doet betreuren, dat zij niet meer de gelegen
heid krijgt, in dit genre het groote tooneel te
betreden, terwijl ik als derde den heereboer
Rothacker van la Chapelle wil noemen. De an
deren sloten zich op uitstekende wijze bij de
bovengemaemden aan, zoodiat het geheel een zeer
gave voorstelling werd van een sterk speelstuk,
opgevoerd in zeer suggestieve décors, die de be
kende sfeer van het circus onmiddellijk in de
zaai brachten.
Ten slotte moet ik nog een woord: van hulde
aan de prestaties, die deze artisten
co het gebied van acrobatiek ten beste gaven en
r'ie zender twijfel een grondige voorstudie heb-
b-n v"rsischt. De wijze, waarop van Dalsum op
f~ïi eengmeters hoog staaldraad, per rijwiel
z' o evoluties ten beste geeft, miste haar uitwer-
krtg op de zaal niet.
Tk weet niet, of van Dalsum, in verband met
r "moeilijkheden met Circus Knie naar Haar-
1 l;-mt. Zoo ja dan verdient hij, dat een uit-
':c bte schouwburg hem hier ontvangt, zoo
r f. dan zou ik alle liefhebbeis van goed tooneel
v aanraden de voorstelling van dit stuk in
'irdam te ge an zien.
J. VI.
Ms rechtgeaarde Bloemendalers beginnen wij
d—5 week onze tconeel-recensie met een woord
v-n dank en hulde aan de tooneelvereeniging
van Amateurs: „Bloemendaal's tooneel", die
on Zondag 29 Januari ons een vertolking heeft
g 'even van J. B. Schuil's „Mésalliance" tot
welke in hotel Vreeburg gehouden voorstelling
alle lezers van ons blad toegang hadden tegen
betaling van het luttele bedrag van 10 cent per
persoon. De zaal was stampvol met een ge
moedelijk goed gemutst publiek. Het wat
ouderwetsche maar vlot geschreven realisti
sche stuk, dat een goedmoedige, romantische
inslag heeft en gelegenheid geeft zoowel tot
intiem spel (van Jo van Weelderen en haar
manl als tot realistisch uitbeelden van bekende
hollandsche typen in Dirk Lith, de loods met
het ringbaardje, in tante Bet, de doode. be-
krompene; ijdele, op het uiterlijke af levende
hofjesjuffrouw tante Bet, in de goedaardige
openhartige kruidenier en zijn als een hond zoo
tyouwe knecht, en ten slotte in de zoogenaamd
deftige mv. van Weelderen en zjjn vrouw,
wiens deftigheid alleen maar bestaat uit bang
heid voor de openbare meening en zucht naar
een hoog plaatsje op de maatschappelijke lad
der. Een der spelers was ongesteld geworden,
maar geen nood, de regisseur, wel-aangekon-
digd door den voorzitter den heer Van Hol
land, nam de rol over met het boekje in de
hand en hij deed dit zoo goed, dat men het
boekje wel zég maar als men van goeden wil
was, verg&t. Het stuk dat in zijn drie bedrij
ven de strekking bevat van: „eerlijk duurt het
langst" en „oprechtheid is voorwaarde voor
een gezonde samenleving", bracht onmiddellijk
de gevoelens der hoorders in beweging, de
zaal leefde dadelijk mede en na elk bedrijf
beloonde een hartelijk applaus de spelers en
het bestuur voor den gezelligen avond, die zij
aan onze lezers hadden bereid. Verscheidenen
der aanwezigen gaven zich als begunstiger der
vereeniging op. Het liefhebberij-tooneel is in
ons land ingeburgerd. Oudtijds gaven leeken
sinnespelen in de kerken, de rederijkerskamers
namen dit werk over, liefhebberij-tooneelgezel-
schappen hebben wij nii. Wanneer „Bloemen
daal's Tooneel" meer zulke aardige huiselijke
stukken kiest, en aldus noch beneden noch
boven zijn kracht grijpt, kan zij zich een stel
spelers eigen maken, waarvan op den duur
te verwachten is, als de booze tijden uitblij
ven (want kunst gedijt alleen in vrede), dat
zij diepere en meer in het zieleleven van ons
volk ingrijpende tooneelspelen geven, waardoor
èn spelers èn toeschouwers nög meer van uit
het dagelrjksche ieven van werken, eten en
slapen worden omhoog getild naar de sfeer
van warm gemeenschapsleven in aansluiting
aan onze zich in opgang naar groote dingen
bevindende tijd.
Fritz Hirsch is nog niet zoo ver, dat hij
iets van onzen tijd begrijpt. Zijne opvoering in
den Stadsschouwburg op Vrijdag 23 Januari,
en neg wel als wereld-première (excusez
du peu!) van „Zu jedem Kommt einmal das
Gliick", operette in 3 bedrijven naar den
roman: Little Dorrit van Dickens, is alleen
naar het uiterlijk een succes geweest, en wij
voorspellen dit Singspiel geen lang leven op de
planken. Little Dorrit, de kleine Dorrit is
het aanvallige dochtertje van een heerschap,
dat reeds 18 jaren in Londen in de gijzeling
zit en wel omstreeks (schrik niet lieve lezer)
3815. Het ging in zoo'n gijzelingentehuis toen
vrij gemoedelijk toe en Dorrit, beroemd, omdat
hij zijn geld had versnoept aan processen over
een erfenis, is in het oog der andere „pande
lingen" een man van oeteekenls. Zijn doch
tertje Dora is het zonnetje van het huis. Als
zij op bezoek komt rijst de figuur van haar
vader opnieuw in aller oogen omhoog. En in
zoover is en blijft het stuk aannemelijk, dat
waar Friedél Dotza, lieveling ook van het
Haarlemsch publiek, de kleine Dora uitbeeldde,
en zoodra zij speelde of zong of beide tegelijk
deed er iets van een gevoelsstroom van de
planken de zaal inkwam. Ja, het was alsof deze
operette om en voor haar gekozen was. Want
voor het overige was te veel bepaald mis. Een
zekere heer Clennam, beschaafd, correct en
sympathiek, zooals deze is, door Paul Harden
uitgebeeld, heeft het geheim van Dorrit's wer
kelijk bestaand erfrecht ontdekt en hij weet
den ouden heer van zijn schulden te bevrijden,
zoodat wij dezen in het derde bedrijf zooge
naamd „gelukkig" zien omdat hij in het bezit
is geraakt van veel geld, dat hij op poenige
malle overdreven wijze venteren gaat in een
duur hotel aan de Middellandsche zee; wij zien
hem daar bevelen en hooren hem er met zijne
duiten rammelen, dat het zoo'n aard heeft, op
een dag, dat een prins in hetzelfde hotel zijn
intrek aomt nemen. Dorrit, aanvankelijk zoo
iets als een gemoedelijk, geèlagen oud heer, is
door het geld geheel over het paard getild en
onverdragelijk geworden voor zijn omgeving
als burgerman-ede:man van derderangs- en
slap allooi. En nu zijn dit uit den aard der
zaak fouten: een gijzelingen-huis is als gevan
genis een voor een zangspel ongeschikte om
geving; de titel van het stuk „eenmaal wordt
iedereen nog wel eens gelukkig" is onjuist,
indien, zooals hier. dit geluk geacht wordt te
liggen in het verkrijgen van geld d.i. macht
over andere menschen zonder daarmee ge
paard gaande beschaving; onjuist is ook (en
Fritz Hirsch die de rol van Dorrit speelde, lag
het er in het 3e bedrijf erg dik op) dat het
goedig oude heertje min of meer ploertig
wordt; terwijl het er al evenzeer naast is, dat
het ontmoeten van een prins op zich zelf, zon
der dat ons uit de handeling ©enige vorstelijke
eigenschap van die persoon blijkt, een moment
van beteekenis is in een hotel of in het leven
van wie ook. Zelfs Albert May, die in een keu
rig crême-wit costuum den prins speelde kon
met zijn rechtschapen gezicht, zijn prettigen
oogopslag en aangenaam geluid de leegheid
der handeling niet vullen en de buigingen der
hotelgasten voor hem deden op z'n hoogst
oud-pruisisch, d.i. onaangenaam slaafsch aan,
en ook die mentaliteit laat zich niet aangenaam
uitzingen.
Zang is de hoogste kunst der menschelijke
ziel, die besnaard is als een viool, welk in
strument echter alleen een tot andere zielen
sprekend geluid geeft, als er eene tragische of
humoristische persoonlijkheid op speelt; en be
halve Dora en enkele pandelingen kwamen er
in het stuk zulke persoonlijkheden niet voor.
De muziek die behalve in het Dora-motief een
weinig oorspronkelijken indruk maakte, liet
hoewel voortreffelijk uitgevoerd, het publiek
gematigd onverschillig en zoo is het voorgeko
men, dat er na de pauze eenige menschen van
uit het boordevolle huis maar naar hun eigen
penaten zijn gegaan. Waarom het publiek in
Haarlem Fritz aan het slot toch met een har
telijk applaus begroette Wel dat is o. i. hier
aan toe te schrijven dat, zooals we dat van
hem gewoon zijn, aan het uiterlijk niets ent
brak. Wie, man of vrouw, wil leeren hoe de
mensch zich smaakvol weet te kleeden, wie
vriendelijke decors, aardige ensceneering wil
zien kan bij Fritz Hirsch altijd genieten, maar
wij zeggen met iemand die een enthousiast
duizendkoppig voetbal-publiek beschreef: hoe
geweldig zou het zijn als deze menschen (i. c.
Fritz Hirsch-ensemble) in hun enthousiast en
welverzorgd uiterlijk eens een zinvol innerlijk
hadden uit te dragen. Voor sommigen is het
nog altijd de vraag of de kunstsoort genaamd
operette zich eigenlijk wel voor gemoedsvol
aandoen leent. Het antwoord op die vraag is
o. i. dit: de operette leent zich voor lichte,
vroolijke kunst, desnoods met 'n beetje senti
mentaliteit en enkele drupjes tranen gemengd,
maar pogingen om romans, en dan nog wel
een van Dickens in operette-vorm te drama-
tiseeren zijn uit den aard der zaak tot mis
lukking gedoemd. Is het met Fritz Hirsch niet
in zeker opzicht zoo iets als met ons tooneel:
voortreffelijke krachten, alle uiterlijke moge
lijkheden van technisehen aard voorhanden,
maar geen durf om op de planken datgene te
orengen, wat den mensch, d.i. het denkend en
voelend wezen op twee beenen, van dezen tijd
pakt, omdat hij in zichzelf er mee bezig is?
Fritz Hirsch is geen psycholoog, althans geen
massa-psycholoog, en zeker niet iemand die
den durf heeft de amusementskunst die van
scabreus vriendelijk en zoetsappig geworden is,
hoog-liumoristisch of minstens humoristisch-
sarcastisch en aldus tot een levende kracht te
maken voor onzen tijd. Hoe jammer, want in
zijn gezelschap schuilt alles wat daarvoor noo-
dig is en zijn uitnemende muziekdirigent is tot
alles in staat.
Misschien zouden wij het bovenstaande niet
hebben geschreven, indien wij niet Woensdag
avond in den zelfden Stadsschouwburg de gast-
voorstelling hadden bijgewoond, waarmede
Kurt Jooss en zijn dansensemble Haarlem e.o.
bevoorrecht heeft.
Geef mij een glas wijn, donker van kleur en
met een geur als van amber, en stoot aan en
drink en laat ons vergeten waar wij zijn en
niets tot ons verder meer toelaten dan de her
innering aan dit ragfijne, dit volledige, dit vol
maakt afgewerkte naar inhoud en vorm vol
strekt één zijnde geheel van nog nooit geziene
zelfs' niet als mogelijk vermoede kunst. Hier
gaat een poort open. Hier is hou-vast voor
leven in en denken over kunst; want hier ge
beurt het, dat de mensch opgebeurd wordt uit
zichzelf, dat zijn ziel wordt bevrijd en van
aangezicht tot aangezicht komt te staan voor
de Schoonheid zelve. Geen woord is gezegd,
schaarsch geluid is neven de muziek gehoord!
maar het is gebeurd alsof duizende menschen-
tongen hadden gesproken.
Hier is het gebeurd. Hiér? In Holland, Ne
derland? Kurt Jooss heeft met „Der griine
Tisöh" en zijne „Zeitimpressionen" te Parijs
den eersten prijs behaald voor balletkunst. Dat
zegt iets. Ik voel den bodem van het vaderland
onder mij wankelen en verzinken en sta mid
den in Europa. Europa, dat de Grieksche
beeldhouwkunst heeft leeren kennen en de In
dische bewegingskunst. Europa met zijn over
al op elkaar gelijkende groote steden met hun
aan elkaar gelijke straatverkeer, met hun op
elkaar gelijkende binnenplaatsen van huizen
als kazernen, met hun overal het zelfde aspect
vertoonende danshuizen. Europa, waarin de
Franschen zijn fijn maar 'n beetje onrustig,
de Italianen luidruchtig en een beetje grimmig,
maar waar alleen de Spanjaarden hebben de
mathematisch zekere pas van het bij hen pas
sende ceremonieel, Europa, dat alleen waarlijk
de wals kent, de Weener-wals, de wals als
subliem drievoud van eenvoudige beweging, dat
zoo als geen ander deel der wereld de wals nu
kent met en door Kurt Jooss als kunst, Europa
dat geteisterd is door den oorlog als nimmer
nog een werelddeel geteisterd werd, oorlog die
binnen-menschelijke Golem, oorlog dien uit
menschen voortgekomen door menschen te-
weeggebrachten chaos, chaos die daarom te
recht (als een hoon, maar een hoon-naar-
waarheid) hier tot beeld gemaakt is in een
levend Lijk van menschelijke gestalte.
O, die fijne kleuren en die keur van ver
schillende danspassen in het eerste ballet „Mo
derne Grossstadt" van de typen van de straat
en van de binnenplaats en van de bar, van
welke niemand ontbrak en aan welke niets ont
brak! Want op hun gezichten lag wat zij zei
den, uit hunne handen sprak wat zij wilden en
hun zich in rijen dooreenstrengelende rythmen
vormden één levend kleed van bewegende
lijven, een tapijt van menschen-wee en men-
sehendriften, met zachte tinten bespeeld door
den jongen lichtgod van den Haarlemschen
Stadsschouwburg op hun kleedijen en op hun
fijnvingerige handen en op hun blanke onver-
trokken gelaten, zoo dat dit alles in zacht
groen en vaal-rose in geel-wit en licht-blauw
tintelde tot in de achterhoeken van de zaal.
Ik ben vervoerd en zoet-dronken van dank
baarheid om dit genotenc, dit waargenomene,
dit ingedronkene, dat zich in mij heeft vast
gezet tot het eerste onuitwischbare beeld van
nu eens waarlijk moderne schoonheid.
Kurt Jooss, wonderlijke naam! Duitsch of
Joodsch, Mongoolsch of Sanskrit? Ik weet het
niet maar er gaat voor mij een betooverende
kracht van uit, kracht van harmonie, van zelf-
beheersching vol van zin, kracht van vlugheid,
kracht van fijne contouren, van diepe schadu
wen en heerlijk oplichten. Heerlijk? Neen
tragisch, van een tragedie met diepe krassen
van sarcasme er door heen, van een karakteris
tiek, die eerlijk, zooals in het program naar
waarheid wordt betuigd, een nadere verklaring
van de handeling in woorden of décor onnoodig
maakt.
De Dood trad aan en had ons teffens in den
ban, er werd onhoorbaar in de zaal geademd
en teen bij het eerste schijnbaar vallen van het
scherm het oog een oogwenk rust had en één
enkel iemand even een levensteeken gaf, werd
dit door het publiek als een bijna den spelers
aangedaan beleedigen beschouwd en ijzig stil
bleef het publiek en liet zich weder verder voe
ren. Tot dat het einde daar was. Toen kwamen
allen allengs tot bezinning. Er was iets groots
gebeurd. En eerst ging één, toen gingen twee,
toen gingen meerderen staan en kletterend fre
netiek applaus ging langzaam over in gejuich.
Europa, Duitschland, Frankrijk, Nederland,
we zijn van nu af één gezin, want één in zien
één in tiegrip, één in gevoel, want één in be
leven van een moderne schoonheid als in deze
dreven nog niet had geschenen.
T.
JAC URLUS ZINGT TE HAARLEM.
Men schrijft ons:
De R.K. Oratoriumvereeniging, een koor van
ruim tweehonderdvijftig dames en heeren, zal
op 17 Februari a.s. in de gemeentelijke con
certzaal de „Judas Maccabaus" uitvoeren. Een
zeer bijzondere en voor de Haarlemmers niet
alledaagsche attractie van dezen avond zal het
optreden zijn van Jac. Urlus, die de tenorpartij
zal zingen. Jac. Urlus, 'de beroemde Wagner-
zanger, heeft in Bayreuth met het allergroot
ste succes gezongen en nog altijd zijn, ook de
grootste, muziekzalen bij zijn optreden uitver
kocht. Vooral het romantische genre van de
Judas Maccabaus ligt dezen volbloed operazan
ger natuurlijk voortreffelijk. Aan de vertolking
van de Judas Maccabaus zullen verder mede
werken To van der Sluyg, (sopraan), Annie
Woud (Alt) en Jac. Caro (bas). Het geheel
staat onder leiding van Hubert Cuijpers uit Am
sterdam. Stellig wacht den fijnproevers van
muziek in Haarlem bij deze uitvoering dus wel
iets moois. Voor het bijwonen van dit concert
dient men zich te wenden tot den heer P. J. M.
van Tetering, Groote Markt 4.
STERK.
„Zeg George, ik verzeker je, dat we onlang»
bij het diner van markies Hoogesbeegen zoo
nauw aan tafel zaten, dat we allen link»
moesten kauwen, om botsingen te voorko
men."
VEEL MEEGEMAAKT.
Bezoeker: „Heb je een vader en moeder?"
Kleine Emmy: „Dat zou ik denken.
Ik heb drie papa's gehad bij mijn eerste
mama en twee mama's bij mijn tweede pa".
LAAT UW BUITENWERK
SCHILDEREN DOOR
KORTE KLEVERLAAN 26,
TELEFOON 22397.
WIJ GARANDEEREN UW
BUITENWERK
MINSTENS VIER JAAR.
KINHEIMWEG 3 BLOEMENDAAL TELEFOON 22196
Beleefd aanbevelend, C. KORSTANJE.
ZANDVOORTSCHELAAN ^55
naast Café Restaurant ,JBoekenroode".
prima kwaliteit flanel 12.55
FRANSCH NEDERL.
9 onzer 10 candidaten
Merc.of Litch. geslaagd
Nieuwe club- en privé-
lessen vangen nu aan,
ook voor BOEKHOU
DEN, STENO-TYPEN
INSTITUUT
O. Gracht 71
EXTRA MOOIE
KWALITEIT!
PRACHT KLEUREN!
SPECIAAL VOOR
ONDERKLEEDING
PER GROOTE KNOT
VAN 100 GRAM
HET OUDE SPECIALE
WOL-ADRES:
Als uw schoenen goed ge
repareerd worden is het 't
behoud voor uw schoenen
en voor uw voeten.
Goed werk levert:
gedipl. schoenmaker,
Maat en Reparatie.
Billijke prijzen.
Verbindingsweg 29,
Telef. 22838.
Hygiënische artikelen.
(Wettig gedeponeerd)
(egenover het Stadhuis
Bestellingen per brief worden
scdir eet uitgevoerd.
HORLOGEMAKER,
Woonhuis: Bosch en Duin-
laan 33, BloemendaaL
Werkplaats: Bloemendaal-
JE ADRES
voor 1ste klas Schoen
reparatie is en blijft
Jan Steenstraat 32
Huis:
Garenkokerskade 44
Neemt proef met ons
LIJMWERK volgens
nieuw systeem.
■i
iQBSBBHBBESBBBBBBflflflBflflHflflBflflBB
De WONINGINRICHTING BENTVELD, Veldlaan 29,
heeft voor U een goedkoope aanbieding BEDDEKLEEDJES.
GEHEEL WOL, 1 X 1% f 2.50
JUTTEN, 1X1%f 2.00
VRAAGT ZICHTZENDING. TELEFOON 26563.
Wfl hebben ontvangen een nieuwe Collectie
BEHANGSELPAPIEREN 1983.
s
BLOEMENDAALSCHEWEG 301
TELEF. 14424
TELEFOON 13327
p VRAAGT PRIJSCOURANT
B35