Parel-Wol Jack Troost Hupkens Leesbibliotheek Ea. HAAKS - SVERVEEN M Ptessius Zn., C. Korstanje 65 cent Van 't Land Fa. VAN DIJK OKKER Uerij ,,'t BI o in m e k e" DUITSCH Denkt om Ow lieten A. VAN BAAK Depot „UNITAS" VAN VELTHUYSEN Ir KOFFIE THEE TOONEEL. Biedt zich aan voor alle autotransport. Levering van zand, grind, grond enz. Magazijn „DE LEIDSCHE VAART" Dames- en Heeren Pyama's, HI8ELSC1 bJïsj PATENT Zijlstraat 91 HAAR LEÜ9 S" H 'n Timmerman? Bloemend.weg 46 - Tel. 23018. MEVROUW, TH. v. d. WEIDE. WONINGINRICHTING BEHANGERIJ - STOFFEERDERIJ Kleverlaan 8 BloemendaaL Tel. 22053. 0000000000000000000 0 0 g Knipkaarten 10 0 Boeken 80 ct. 0 Knipkaarten 25 0 Boeken f 1.75. Zandvoortschelaan 165. 0 Heemstede—Aerdenhout. Tel. 26512. 0000000000000000000 tegen griep, infludo en Arcanol alle hoestbestrijdingsmiddelen. A. G. v. VELZEN Tuinaanleg Onderhoud Depot van N.V. Kon. Zaadh. J. B. WYS ZOON. f opM-V^J N.V. AMSTEKDAMSCHE TOONEEL V E REEN IGIN G STADSSCHOUWBURG AMSTERDAM. CIRCUS KNIE. Het is langzamerhand een goede gewoonte geworden belangrijke premières in onze hoofd stad in de plaatselijke bladen aan een bespre king te onderwerpen, teneinde den schouwburg bezoeker voor te bereiden op komende voorstel lingen. Deze voorbespreking geeft het voordeel, dat de tooneelliefhebbers, die zoo gaarne eerst de kat uit den boom kijken, en dat zijn er in ons landje velen,, niet behoeven te wachten op een tweede opvoering, doch reeds de eerste voorstelling te Haarlem omtrent stuk en spel georiënteerd zijn, Laat ik: dan beginnen met alle liefhebbers van goed toaneel aan te raden Circus Knie van Carl Zuckmayer te gaan zien, daar, ondanks de be zwaren, die men tegen het stuk zou kunnen aanvoeren, dit toch zooveel te genieten geeft, en den spelers zooveel gelegenheid schenkt, hun spel tot groote hoogte op te voeren, dat ik niet aarzel, de voorstellingen van Circus Knie onder de gebeurtenissen van ons tooneelseizoen te rang schikken. De inhoud van deze circusgeschiedends is gauw verteld. Katharina Knie de dochter van den directeur van het reizend circus Knie, die ge- nceg heeft van het armzalige woonwagenleven, en reeds eenige malen in aanraking kwam met den heereboer Rothacker steelt, teneinde zijn aandacht op haar te vestigen, eenige zakken haver bij hem weg. Haar toeleg gelukt haar, en Rothacker vraagt haar vader of Katharina in zijn dienst mag treden, waarin de oude Knie, zij het met een bloedend hart, toestemt. Katha rina verlaat het circus, dat verder trekt zonder de eenige vrouwelijke attractie, die het den toe schouwer bieden kon en steeds dieper in zwarte armoede vervalt. Na een jaar komt het circus wederom in dezelfde plaats, en Katharina, die op hef punt staat zich te verloven met Rothacker kcmt natuurlijk naar de voorstelling kijken. De artisten vragen, ja smeeken, liaar allen weder bij hen en haar ouden vader, die nog slechts een wrak is, na het vertrek van zijn dochter, terug te komen. Doch deze weigert; zij heeft Roth acker lief en is in haar nieuwe omgeving geluk kig. Als zij dan haar vader zal vertellen van haai- liefde en zijn toestemming voor haar huwe lijk zal vragen, komt zij tot de ontdekking, dat onder haar verhaal haar vader voorgoed is in geslapen. Door den dood van den directeur is het circus ten doode opgeschreven en het ge zelschap is volkomen uit het veld geslagen. Doch dan wordt in Katharina het gevoel wakker, dat zij in deze omstandigheden een plicht heeft te vervullen, zoowel tegenover de nagedachtenis van haar vader als tegenover haar gedesorgani seerde kunstbroeders, zoodot zij de leiding van het circus op zich neemt en bevel geeft onmid dellijk op te breken. IMieuw is dit probleem van den strijd tusschen liefde en plicht zeker niet en ook de uitwerking daarvan in haar geheel is niet revolutionnair, doch er zijn tallooze détails, die maken, dat dit in vier bedrijven geschreven stuk steeds blijft boeien, terwijl het stuk ongetwijfeld een sterke stijging naar het slot vertoont. Doch, zooals ik in den aanvang reeds zeide, is een van de voornaamste kwaliteiten van het stuk dat het den spelers gelegenheid geeft tot zeer sterk spel. En dan moet in de eerste plaats ge noemd worden de Katharina van Charlotte Kohier, een ze'er zuivere creatie van een rol,; die voor haar geschreven kon zijn. Hoe prach tig zijn haar stemmingswisselingen, en de in nerlijke strijd tusschen haar liefde voor den va der en de heereboer. Onmiddellijk daarnaast zou ik den directeur Knie, van Dalsum willen noemen, die vooral in de laatste bedrijven den ouden, door verdriet verteerder vader, op voortreffelijke wijze speel de. Daarnaast trof de prachtige bezetting van de kleinere rollen. De clown Julius Schmitto- üni van Jules Verstrakte is een van de knap ste creaties, die ik van dezen acteur zag. Aaf Bouber, gast bij dit gezelschap, gaf van de cassière, waschvrouw Bibbo, een uitbeelding, die ons doet betreuren, dat zij niet meer de gelegen heid krijgt, in dit genre het groote tooneel te betreden, terwijl ik als derde den heereboer Rothacker van la Chapelle wil noemen. De an deren sloten zich op uitstekende wijze bij de bovengemaemden aan, zoodiat het geheel een zeer gave voorstelling werd van een sterk speelstuk, opgevoerd in zeer suggestieve décors, die de be kende sfeer van het circus onmiddellijk in de zaai brachten. Ten slotte moet ik nog een woord: van hulde aan de prestaties, die deze artisten co het gebied van acrobatiek ten beste gaven en r'ie zender twijfel een grondige voorstudie heb- b-n v"rsischt. De wijze, waarop van Dalsum op f~ïi eengmeters hoog staaldraad, per rijwiel z' o evoluties ten beste geeft, miste haar uitwer- krtg op de zaal niet. Tk weet niet, of van Dalsum, in verband met r "moeilijkheden met Circus Knie naar Haar- 1 l;-mt. Zoo ja dan verdient hij, dat een uit- ':c bte schouwburg hem hier ontvangt, zoo r f. dan zou ik alle liefhebbeis van goed tooneel v aanraden de voorstelling van dit stuk in 'irdam te ge an zien. J. VI. Ms rechtgeaarde Bloemendalers beginnen wij d—5 week onze tconeel-recensie met een woord v-n dank en hulde aan de tooneelvereeniging van Amateurs: „Bloemendaal's tooneel", die on Zondag 29 Januari ons een vertolking heeft g 'even van J. B. Schuil's „Mésalliance" tot welke in hotel Vreeburg gehouden voorstelling alle lezers van ons blad toegang hadden tegen betaling van het luttele bedrag van 10 cent per persoon. De zaal was stampvol met een ge moedelijk goed gemutst publiek. Het wat ouderwetsche maar vlot geschreven realisti sche stuk, dat een goedmoedige, romantische inslag heeft en gelegenheid geeft zoowel tot intiem spel (van Jo van Weelderen en haar manl als tot realistisch uitbeelden van bekende hollandsche typen in Dirk Lith, de loods met het ringbaardje, in tante Bet, de doode. be- krompene; ijdele, op het uiterlijke af levende hofjesjuffrouw tante Bet, in de goedaardige openhartige kruidenier en zijn als een hond zoo tyouwe knecht, en ten slotte in de zoogenaamd deftige mv. van Weelderen en zjjn vrouw, wiens deftigheid alleen maar bestaat uit bang heid voor de openbare meening en zucht naar een hoog plaatsje op de maatschappelijke lad der. Een der spelers was ongesteld geworden, maar geen nood, de regisseur, wel-aangekon- digd door den voorzitter den heer Van Hol land, nam de rol over met het boekje in de hand en hij deed dit zoo goed, dat men het boekje wel zég maar als men van goeden wil was, verg&t. Het stuk dat in zijn drie bedrij ven de strekking bevat van: „eerlijk duurt het langst" en „oprechtheid is voorwaarde voor een gezonde samenleving", bracht onmiddellijk de gevoelens der hoorders in beweging, de zaal leefde dadelijk mede en na elk bedrijf beloonde een hartelijk applaus de spelers en het bestuur voor den gezelligen avond, die zij aan onze lezers hadden bereid. Verscheidenen der aanwezigen gaven zich als begunstiger der vereeniging op. Het liefhebberij-tooneel is in ons land ingeburgerd. Oudtijds gaven leeken sinnespelen in de kerken, de rederijkerskamers namen dit werk over, liefhebberij-tooneelgezel- schappen hebben wij nii. Wanneer „Bloemen daal's Tooneel" meer zulke aardige huiselijke stukken kiest, en aldus noch beneden noch boven zijn kracht grijpt, kan zij zich een stel spelers eigen maken, waarvan op den duur te verwachten is, als de booze tijden uitblij ven (want kunst gedijt alleen in vrede), dat zij diepere en meer in het zieleleven van ons volk ingrijpende tooneelspelen geven, waardoor èn spelers èn toeschouwers nög meer van uit het dagelrjksche ieven van werken, eten en slapen worden omhoog getild naar de sfeer van warm gemeenschapsleven in aansluiting aan onze zich in opgang naar groote dingen bevindende tijd. Fritz Hirsch is nog niet zoo ver, dat hij iets van onzen tijd begrijpt. Zijne opvoering in den Stadsschouwburg op Vrijdag 23 Januari, en neg wel als wereld-première (excusez du peu!) van „Zu jedem Kommt einmal das Gliick", operette in 3 bedrijven naar den roman: Little Dorrit van Dickens, is alleen naar het uiterlijk een succes geweest, en wij voorspellen dit Singspiel geen lang leven op de planken. Little Dorrit, de kleine Dorrit is het aanvallige dochtertje van een heerschap, dat reeds 18 jaren in Londen in de gijzeling zit en wel omstreeks (schrik niet lieve lezer) 3815. Het ging in zoo'n gijzelingentehuis toen vrij gemoedelijk toe en Dorrit, beroemd, omdat hij zijn geld had versnoept aan processen over een erfenis, is in het oog der andere „pande lingen" een man van oeteekenls. Zijn doch tertje Dora is het zonnetje van het huis. Als zij op bezoek komt rijst de figuur van haar vader opnieuw in aller oogen omhoog. En in zoover is en blijft het stuk aannemelijk, dat waar Friedél Dotza, lieveling ook van het Haarlemsch publiek, de kleine Dora uitbeeldde, en zoodra zij speelde of zong of beide tegelijk deed er iets van een gevoelsstroom van de planken de zaal inkwam. Ja, het was alsof deze operette om en voor haar gekozen was. Want voor het overige was te veel bepaald mis. Een zekere heer Clennam, beschaafd, correct en sympathiek, zooals deze is, door Paul Harden uitgebeeld, heeft het geheim van Dorrit's wer kelijk bestaand erfrecht ontdekt en hij weet den ouden heer van zijn schulden te bevrijden, zoodat wij dezen in het derde bedrijf zooge naamd „gelukkig" zien omdat hij in het bezit is geraakt van veel geld, dat hij op poenige malle overdreven wijze venteren gaat in een duur hotel aan de Middellandsche zee; wij zien hem daar bevelen en hooren hem er met zijne duiten rammelen, dat het zoo'n aard heeft, op een dag, dat een prins in hetzelfde hotel zijn intrek aomt nemen. Dorrit, aanvankelijk zoo iets als een gemoedelijk, geèlagen oud heer, is door het geld geheel over het paard getild en onverdragelijk geworden voor zijn omgeving als burgerman-ede:man van derderangs- en slap allooi. En nu zijn dit uit den aard der zaak fouten: een gijzelingen-huis is als gevan genis een voor een zangspel ongeschikte om geving; de titel van het stuk „eenmaal wordt iedereen nog wel eens gelukkig" is onjuist, indien, zooals hier. dit geluk geacht wordt te liggen in het verkrijgen van geld d.i. macht over andere menschen zonder daarmee ge paard gaande beschaving; onjuist is ook (en Fritz Hirsch die de rol van Dorrit speelde, lag het er in het 3e bedrijf erg dik op) dat het goedig oude heertje min of meer ploertig wordt; terwijl het er al evenzeer naast is, dat het ontmoeten van een prins op zich zelf, zon der dat ons uit de handeling ©enige vorstelijke eigenschap van die persoon blijkt, een moment van beteekenis is in een hotel of in het leven van wie ook. Zelfs Albert May, die in een keu rig crême-wit costuum den prins speelde kon met zijn rechtschapen gezicht, zijn prettigen oogopslag en aangenaam geluid de leegheid der handeling niet vullen en de buigingen der hotelgasten voor hem deden op z'n hoogst oud-pruisisch, d.i. onaangenaam slaafsch aan, en ook die mentaliteit laat zich niet aangenaam uitzingen. Zang is de hoogste kunst der menschelijke ziel, die besnaard is als een viool, welk in strument echter alleen een tot andere zielen sprekend geluid geeft, als er eene tragische of humoristische persoonlijkheid op speelt; en be halve Dora en enkele pandelingen kwamen er in het stuk zulke persoonlijkheden niet voor. De muziek die behalve in het Dora-motief een weinig oorspronkelijken indruk maakte, liet hoewel voortreffelijk uitgevoerd, het publiek gematigd onverschillig en zoo is het voorgeko men, dat er na de pauze eenige menschen van uit het boordevolle huis maar naar hun eigen penaten zijn gegaan. Waarom het publiek in Haarlem Fritz aan het slot toch met een har telijk applaus begroette Wel dat is o. i. hier aan toe te schrijven dat, zooals we dat van hem gewoon zijn, aan het uiterlijk niets ent brak. Wie, man of vrouw, wil leeren hoe de mensch zich smaakvol weet te kleeden, wie vriendelijke decors, aardige ensceneering wil zien kan bij Fritz Hirsch altijd genieten, maar wij zeggen met iemand die een enthousiast duizendkoppig voetbal-publiek beschreef: hoe geweldig zou het zijn als deze menschen (i. c. Fritz Hirsch-ensemble) in hun enthousiast en welverzorgd uiterlijk eens een zinvol innerlijk hadden uit te dragen. Voor sommigen is het nog altijd de vraag of de kunstsoort genaamd operette zich eigenlijk wel voor gemoedsvol aandoen leent. Het antwoord op die vraag is o. i. dit: de operette leent zich voor lichte, vroolijke kunst, desnoods met 'n beetje senti mentaliteit en enkele drupjes tranen gemengd, maar pogingen om romans, en dan nog wel een van Dickens in operette-vorm te drama- tiseeren zijn uit den aard der zaak tot mis lukking gedoemd. Is het met Fritz Hirsch niet in zeker opzicht zoo iets als met ons tooneel: voortreffelijke krachten, alle uiterlijke moge lijkheden van technisehen aard voorhanden, maar geen durf om op de planken datgene te orengen, wat den mensch, d.i. het denkend en voelend wezen op twee beenen, van dezen tijd pakt, omdat hij in zichzelf er mee bezig is? Fritz Hirsch is geen psycholoog, althans geen massa-psycholoog, en zeker niet iemand die den durf heeft de amusementskunst die van scabreus vriendelijk en zoetsappig geworden is, hoog-liumoristisch of minstens humoristisch- sarcastisch en aldus tot een levende kracht te maken voor onzen tijd. Hoe jammer, want in zijn gezelschap schuilt alles wat daarvoor noo- dig is en zijn uitnemende muziekdirigent is tot alles in staat. Misschien zouden wij het bovenstaande niet hebben geschreven, indien wij niet Woensdag avond in den zelfden Stadsschouwburg de gast- voorstelling hadden bijgewoond, waarmede Kurt Jooss en zijn dansensemble Haarlem e.o. bevoorrecht heeft. Geef mij een glas wijn, donker van kleur en met een geur als van amber, en stoot aan en drink en laat ons vergeten waar wij zijn en niets tot ons verder meer toelaten dan de her innering aan dit ragfijne, dit volledige, dit vol maakt afgewerkte naar inhoud en vorm vol strekt één zijnde geheel van nog nooit geziene zelfs' niet als mogelijk vermoede kunst. Hier gaat een poort open. Hier is hou-vast voor leven in en denken over kunst; want hier ge beurt het, dat de mensch opgebeurd wordt uit zichzelf, dat zijn ziel wordt bevrijd en van aangezicht tot aangezicht komt te staan voor de Schoonheid zelve. Geen woord is gezegd, schaarsch geluid is neven de muziek gehoord! maar het is gebeurd alsof duizende menschen- tongen hadden gesproken. Hier is het gebeurd. Hiér? In Holland, Ne derland? Kurt Jooss heeft met „Der griine Tisöh" en zijne „Zeitimpressionen" te Parijs den eersten prijs behaald voor balletkunst. Dat zegt iets. Ik voel den bodem van het vaderland onder mij wankelen en verzinken en sta mid den in Europa. Europa, dat de Grieksche beeldhouwkunst heeft leeren kennen en de In dische bewegingskunst. Europa met zijn over al op elkaar gelijkende groote steden met hun aan elkaar gelijke straatverkeer, met hun op elkaar gelijkende binnenplaatsen van huizen als kazernen, met hun overal het zelfde aspect vertoonende danshuizen. Europa, waarin de Franschen zijn fijn maar 'n beetje onrustig, de Italianen luidruchtig en een beetje grimmig, maar waar alleen de Spanjaarden hebben de mathematisch zekere pas van het bij hen pas sende ceremonieel, Europa, dat alleen waarlijk de wals kent, de Weener-wals, de wals als subliem drievoud van eenvoudige beweging, dat zoo als geen ander deel der wereld de wals nu kent met en door Kurt Jooss als kunst, Europa dat geteisterd is door den oorlog als nimmer nog een werelddeel geteisterd werd, oorlog die binnen-menschelijke Golem, oorlog dien uit menschen voortgekomen door menschen te- weeggebrachten chaos, chaos die daarom te recht (als een hoon, maar een hoon-naar- waarheid) hier tot beeld gemaakt is in een levend Lijk van menschelijke gestalte. O, die fijne kleuren en die keur van ver schillende danspassen in het eerste ballet „Mo derne Grossstadt" van de typen van de straat en van de binnenplaats en van de bar, van welke niemand ontbrak en aan welke niets ont brak! Want op hun gezichten lag wat zij zei den, uit hunne handen sprak wat zij wilden en hun zich in rijen dooreenstrengelende rythmen vormden één levend kleed van bewegende lijven, een tapijt van menschen-wee en men- sehendriften, met zachte tinten bespeeld door den jongen lichtgod van den Haarlemschen Stadsschouwburg op hun kleedijen en op hun fijnvingerige handen en op hun blanke onver- trokken gelaten, zoo dat dit alles in zacht groen en vaal-rose in geel-wit en licht-blauw tintelde tot in de achterhoeken van de zaal. Ik ben vervoerd en zoet-dronken van dank baarheid om dit genotenc, dit waargenomene, dit ingedronkene, dat zich in mij heeft vast gezet tot het eerste onuitwischbare beeld van nu eens waarlijk moderne schoonheid. Kurt Jooss, wonderlijke naam! Duitsch of Joodsch, Mongoolsch of Sanskrit? Ik weet het niet maar er gaat voor mij een betooverende kracht van uit, kracht van harmonie, van zelf- beheersching vol van zin, kracht van vlugheid, kracht van fijne contouren, van diepe schadu wen en heerlijk oplichten. Heerlijk? Neen tragisch, van een tragedie met diepe krassen van sarcasme er door heen, van een karakteris tiek, die eerlijk, zooals in het program naar waarheid wordt betuigd, een nadere verklaring van de handeling in woorden of décor onnoodig maakt. De Dood trad aan en had ons teffens in den ban, er werd onhoorbaar in de zaal geademd en teen bij het eerste schijnbaar vallen van het scherm het oog een oogwenk rust had en één enkel iemand even een levensteeken gaf, werd dit door het publiek als een bijna den spelers aangedaan beleedigen beschouwd en ijzig stil bleef het publiek en liet zich weder verder voe ren. Tot dat het einde daar was. Toen kwamen allen allengs tot bezinning. Er was iets groots gebeurd. En eerst ging één, toen gingen twee, toen gingen meerderen staan en kletterend fre netiek applaus ging langzaam over in gejuich. Europa, Duitschland, Frankrijk, Nederland, we zijn van nu af één gezin, want één in zien één in tiegrip, één in gevoel, want één in be leven van een moderne schoonheid als in deze dreven nog niet had geschenen. T. JAC URLUS ZINGT TE HAARLEM. Men schrijft ons: De R.K. Oratoriumvereeniging, een koor van ruim tweehonderdvijftig dames en heeren, zal op 17 Februari a.s. in de gemeentelijke con certzaal de „Judas Maccabaus" uitvoeren. Een zeer bijzondere en voor de Haarlemmers niet alledaagsche attractie van dezen avond zal het optreden zijn van Jac. Urlus, die de tenorpartij zal zingen. Jac. Urlus, 'de beroemde Wagner- zanger, heeft in Bayreuth met het allergroot ste succes gezongen en nog altijd zijn, ook de grootste, muziekzalen bij zijn optreden uitver kocht. Vooral het romantische genre van de Judas Maccabaus ligt dezen volbloed operazan ger natuurlijk voortreffelijk. Aan de vertolking van de Judas Maccabaus zullen verder mede werken To van der Sluyg, (sopraan), Annie Woud (Alt) en Jac. Caro (bas). Het geheel staat onder leiding van Hubert Cuijpers uit Am sterdam. Stellig wacht den fijnproevers van muziek in Haarlem bij deze uitvoering dus wel iets moois. Voor het bijwonen van dit concert dient men zich te wenden tot den heer P. J. M. van Tetering, Groote Markt 4. STERK. „Zeg George, ik verzeker je, dat we onlang» bij het diner van markies Hoogesbeegen zoo nauw aan tafel zaten, dat we allen link» moesten kauwen, om botsingen te voorko men." VEEL MEEGEMAAKT. Bezoeker: „Heb je een vader en moeder?" Kleine Emmy: „Dat zou ik denken. Ik heb drie papa's gehad bij mijn eerste mama en twee mama's bij mijn tweede pa". LAAT UW BUITENWERK SCHILDEREN DOOR KORTE KLEVERLAAN 26, TELEFOON 22397. WIJ GARANDEEREN UW BUITENWERK MINSTENS VIER JAAR. KINHEIMWEG 3 BLOEMENDAAL TELEFOON 22196 Beleefd aanbevelend, C. KORSTANJE. ZANDVOORTSCHELAAN ^55 naast Café Restaurant ,JBoekenroode". prima kwaliteit flanel 12.55 FRANSCH NEDERL. 9 onzer 10 candidaten Merc.of Litch. geslaagd Nieuwe club- en privé- lessen vangen nu aan, ook voor BOEKHOU DEN, STENO-TYPEN INSTITUUT O. Gracht 71 EXTRA MOOIE KWALITEIT! PRACHT KLEUREN! SPECIAAL VOOR ONDERKLEEDING PER GROOTE KNOT VAN 100 GRAM HET OUDE SPECIALE WOL-ADRES: Als uw schoenen goed ge repareerd worden is het 't behoud voor uw schoenen en voor uw voeten. Goed werk levert: gedipl. schoenmaker, Maat en Reparatie. Billijke prijzen. Verbindingsweg 29, Telef. 22838. Hygiënische artikelen. (Wettig gedeponeerd) (egenover het Stadhuis Bestellingen per brief worden scdir eet uitgevoerd. HORLOGEMAKER, Woonhuis: Bosch en Duin- laan 33, BloemendaaL Werkplaats: Bloemendaal- JE ADRES voor 1ste klas Schoen reparatie is en blijft Jan Steenstraat 32 Huis: Garenkokerskade 44 Neemt proef met ons LIJMWERK volgens nieuw systeem. ■i iQBSBBHBBESBBBBBBflflflBflflHflflBflflBB De WONINGINRICHTING BENTVELD, Veldlaan 29, heeft voor U een goedkoope aanbieding BEDDEKLEEDJES. GEHEEL WOL, 1 X 1% f 2.50 JUTTEN, 1X1%f 2.00 VRAAGT ZICHTZENDING. TELEFOON 26563. Wfl hebben ontvangen een nieuwe Collectie BEHANGSELPAPIEREN 1983. s BLOEMENDAALSCHEWEG 301 TELEF. 14424 TELEFOON 13327 p VRAAGT PRIJSCOURANT B35

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1933 | | pagina 5