KORTVERHAAL
22 FEBRUARI SINT PETRUS.
De economische
werkzaamheden van de
Vereeniging voor Volken
bond en Vrede.
Waarom?
PREDÏKB
Kut, rut, Suntevogel
Sinte Peter, dal es kommen.
„Zooveel dagen de leeuwerik zingt vóór Sint
Petrus, zooveel dagen daarna zwijgt hij nog
weer".
„Sint Petrus legt een brug (van ijs), of
breekt een brug".
Ziedaar de twee meest bekende volksgezeg
den over den dag van 22 Februari: Sinte
Petrus of Sinte Peter, Sint-Pieter-in-den-
V/inter (Cathedra Petri). Deze dag aan Petrus
gewijd, ter herinnering aan den dag waarop hij
als bisschop van Antiochië is gekozen, is een
z.g. lotsdag, een dies criticus, welke sedert de
zevende eeuw naar de oude Latijnsche bere
kening der jaargetijden als het begin van de
lente werd beschouwd. Deze dag werd ook ge
vierd; het volk, vooral de herders en de schip
pers, kende dan een lente-vóórfeest, eigenlijk
een gewijzigde voortzetting van een oorspron
kelijk heidensch feest.
Sinte Peter is ook heden ten dage in ons
land nog een dag, die in verschillende streken
niet onopgemerkt voorbijgaat, meer in het
bijzonder in het Oosten van Overijssel, den
Achterhoek, en in Drente. Vooral voor de
landbouwende bevolking heeft hij beteekenis:
dan wil het geloof, dat men beginnen moet de
landerijen te bewerken; de bouwlanden worden
meest verhuurd en de huurboer moet de pacht
aan de verhuurder betalen. Veelal geschiedt
deze pachtbetaling in onze Oostelijke provin
cies nog ten kantore van den notaris. In vele
pachtcontracten treft men vaak als een der
voorwaarden, waaronder de huur is aange
gaan: „de pachtsom zal verschijnen op Sinte
Peter (22 Februari)". In het algemeen hoort
men in deze streken ook veel vaker spreken
van „Sinte Peter" dan van 22 Februari.
Een uitvoerige, zeer leesbare beschrijving
van de gewoonten op dezen dag is ons be
waard gebleven in een boek, dat als een juweel
kan worden aangemerkt voor hen, die de ze
den en gewoonten der Achterhoekers het ge-
heele jaar door, willen kennen. De schrijver er-
yan is de in 1925 overleden Borculoschen on
derwijzer Hendrik Willem Heuvel, of zooals
men hem in Gelderland (en ook daarbuiten)
algemeen kende: „meester" Heuvel. In dat
werk, getiteld „Oud Achterhoeksch Boeren
leven het geheele jaar rond" 1) leest men,
hoe op Sinte Peter de verhuizing van de eene
naar de andere plaats geschiedt. Op de hem
eigen wijze vertelt Heuvel dan:
„De pachtboer die genoodzaakt is met Sint
Peter van de plaats te vertrekken, moet op
Sint Petersdag voor des middags twaalf uur
met have en goed het huis verlaten hebben, om
plaats te maken voor den „ankommenden"
huurder. Sint Petersnacht is een mysterieuze
nacht. In dien nacht paren de veldhoenders,
zeiden oude natuurkenners op het land en ja,
omstreeks dien tijd ziet men de patrijzen in
paartjes. „Als het vriest in den nacht van
Sinte Peter, dan vriest het nog veertig nachten
na dezen", luidde oudtijds het gezegde.
In afgelegen streken was het wel een ge
woonte dat op Sint Pet.ersmorgen in de
vroegte de huisheer met een hamer klopt aan
alle hoekposten van woning en stal onder het
opzeggen van een bezweringsrijm, om slangen
en ander ongedierte, alsmede den Sintevogel
(den wintertijd) uit te drijven.
Sint Peter opent het hek van de lente en dan
moet deooievaar het nest betrekken. Een
boerenspreekwoord zegt ook: „Sint Peter
maakt de brugge of hi'j brek ze", d.w.z. na
een zachten winter begint het wel eens te
vriezen.
Vastenavond en Sint Peter zijn tweeling
broeders, beiden winteruitdrijvers, lang voor ze
hun Christelijken naam en beteekenis ontvin
gen. Sint Peter doet het meest aan een lange
karavaan van verhuiswagens denken. Er is
deernis in veler hart! Dat is een drama op het
land, diep tragisch soms. Alles in het huis is
leeg; de deel, de balken, de keuken, de ka
mers; niets dan naakte muren en gapende bed
steden, die ruiken naar muf bedstroo. Maar
alles, huis en erf vol dierbare herinneringen
aan arbeid en zorg.
Buiten wachten de aanstaande buren, die al
in den nanacht van ginder ver zijn weggere
den, om hen op te halen, naar het Kanaan, dat
hun hoop is. De paarden zijn ingespannen, het
is nog een lange tocht
In de nieuwe woonplaats hebben „naobers-
vr ouwen" (buurvrouwenn) de leege woningen
in der haast wat opgeknopt. De beide naaste
buurvrouwen hebben het vuur op den haard
aangelegd. Dat „vuurbouten" was eenmaal een
offer aan de huisgeesten. Weldra geurt de
koffie en te zamen aan een taxll drinkt men op
de nieuwe „naoberschop", die na eenige dagen
of weken door een vroolijk buurtfeest wordt
gewijd. Dat is het „Aovertrekkingsmaol" of de
„Willekomste".
Ook nog in onzen tijd kan men in die stre
ken verschillende „verhuisstoeten" op Sint
Peter aantreffen.
Bij het zooeven genoemde slaan met den
kruishamer tegen balken en posten, werd dik
wijls geroepen:
„Rut, rut, Suntevogel
Sinte Peter, dai zal kommen".
Het eenvoudige volk hoopte, dat men hier
door muizen, vlinders, vlooien en ander onge
dierte kon verdrijven.
Sint Pieterbal slaan
Een eigenaardig gebruik, dat op dezen dag
nog in eere gehouden wordt, vindt men in het
Drentsche gehucht Gees, onderdeel van de ge.
meente Oosterhesselen: het z.g. Sint Pieter-
balslaan. Het balslaan is een typisch lente-
gebruik, dat met Sint Petrus echter niets te
maken heeft.
Op dezen dag verlaat de schooljeugd de
school iets vroeger dan gewoonlijk. In optocht
gaat zij dan naar de huizen van hen, die in
afgeloopen jaar gehuwd zijn, en zij zingen
dan:
„Daar komen wij knechtjes en meisjes aan,
Al om Sint Pieter den bal te slaan;
Hadt gij in de gilde gebleven,
Dan heeft gij Sint Heter dan bal
niet te geven,
Maar nu zijt gij uit de gilde gegaan,
Nu moet gij Sint Pieter dan bal uitslaan'
Na het zingen is de echtgenoot verplicht een
kaatsbal uit te slaan. Deze ballen worden een
voor een op een plankje gelegd, dat vooraf op
een paal of op een andere verhevenheid gelegd
wordt; vervolgens worden ze met een stok
door hem „uitgeslagen", of, zooals de jongens
het noemen, „gewipt".
In vroegere jaren werd dit vaak zoo gedaan,
dat de bal in het water viel. Tot groot ver
maak der aanwezigen moest hU daaruit dan
worden opgehaald. Was het balslaan door den
jongen man, die in het vorige jaar in het hu
welijk was getreden, gedaan, dan bood hij den
stok aan een anderen jongen man aan. Als
die hem aannam, dan gold dit als bewijs, dat
deze nu in het huwelijk zou willen treden en
dus in het volgende jaar den Pietersbal zou
moeten slaan. Weigerde iemand, die toch in
het huwelijk zou treden, den stok aan te ne
men, dan werd hij een „doestcobbe" genoemd.
Herhaaldelijk is het gebeurd, dat zulk een „on
willige" z'n leven lang dien bijnaam gehouden
heeft.
In een in 1848 in Drente verschenen boekje
wordt meegedeeld, hoe eertijds het gebruik te
Gees was. Ook in de jaren 1850 tot 1860 ging
het nog aldus toe. Dienaangaande wordt dan
verteld:
„Des namiddags na schooltijd op den 22
Februari gingen schoolknapen en meisjes naar
het huis van een in het vorige jaar gehuwd
echtpaar, waar zij het voornoemde liedje zon
gen, Dan kwam een der echtgenooten wie het
gold, even buiten de deur om iets, b.v. enkele
appelen of noten, hiervoor opgespaard, uit te
werpen, die door de kinderen gegrepen werden.
Maar opdat niemand der kinderen zich aan
den wedloop onttrekken zou, kwam de andere
echtgenoot met koud water, om de kinderen
die nog te dicht bij de deur stonden, daarmede
te begieten. Kinderen die het volksgebruik niet
al te goed kenden of niet bij de hand waren
om te grijpen naar hetgeen uitgeworpen was,
kregen dan wel eens een flinke dosis water op
't hoofd, wat tot veel vermaak voor de anderen
aanleiding gaf".
Hoe dit gebruik ontstaan is? Daarover is
men het niet eens. De veronderstelling is wel
eens geuit, dat het een vorm van het kaats
spel is, dat vooral vroeger in ons land (in het
bijzonder in Friesland) een algemeen gezocht
vermaak was. Of dit evenwel de juiste uitleg
ging is, mag betwijfeld worden.
Maar zooals het met zoovele zeden en ge-
bruiken uit vroegeren tijd gaat, ook hier is in
den loop der jaren veel van het oude verloren
gegaan.
Ook in Friesland, te Dantumadeel, kende
men het balslaan; een ervan was met „loover"
versierd. Daarna begon de wedloop en de wed
strijd om dezen fraaien Sint-Pietersbal te be
machtigen; wie hem kreeg was koning. Met
hem voorop, trokken de kinderen dan vervol
gens door 't dorp, waar ze op versnaperingen
onthaald werden. Waling Dijkstra vertelt in
zijn „Friesland's Volksleven" nog een manier
van „bal uitslaan", in de Dokkumer Wouden:
een vermakelijkheid voor de vrienden en
vriendinnen, welke uitging van het jonge paar,
dat spoedig zou trouwen, en dat altijd op 22
Februari plaats vond.
In deze provincie werd Sint Peter eveneens
als het begin der lente aangemerkt; dan begon
men den grond te bebouwen en gehuurde
bouwlanden werden aanvaard. In Grouw was
het kinderfeest: de avond van den 21sten Fe
bruari, de Sint-Pieter-avond, vertoonde veel
overeenkomst met den avond van den 5en De
cember.
In een uit de Middeleeuwen dateerenden al
manak, waarin van alle dagen van het jaar
een korte beschrijving gegeven wordt, vindt
men over Sint Petrus de volgende niet
moeilijk te lezen bijzonderheden vermeld.
„22 S. Pieters Stoel, Op desen dagh wert ge
houden de ghedachtenisse van Petri verhoo-
ginge/ die te Antiochia maer niet te Romen
gheschiet is/ want men hout het daer voor/
dat sulcks door den Prince van Antiochia/ ge-
naemt Theophilus, gheschiet is/ wiens afge
storven Soon Petrus uytten dooden opgewekt
hadde/ ende in 't midden een hoogen Stoel ghe-
stelt hadden/ daer op hy staede/ soude mogen
van alle sijn toehoorders gehoort en gesien
werden/ om de Heydensche superstitiën te
beter te weerenalsoo de Heydenen op desen
dagh Wijn en Spijse den Helschen Afgoden of
ferden opte Graven van haer Ouders en
Vriende. In welckers stede Paulus de vierde/
Paus van Roomen/ desen Feestdagh heeft in
ghestelt Anno 1556.
Niet alleen hier te lande, maar ook in het
buitenland zijn er streken, waar aan dezen dag
bijzondere beteekenis gegeven wordt.
In Baden loopen op Sint-Pieter-avond de
kinderen met bel en ketting en ontvangen geld
of iets anders. In Westfalen is het nog ge
woonte, dat men dien dag de knechts in dienst
neemt 2), en in Denemarken de herders. Ook
bedelen in Westfalen arme kinderen op dezen
dag met een houten hamer om brood. Waarom
juist met een houten hamer, is onbekend.
In vele deelen van Frankrijk, evenals in
Tsjecho-Slowakije, geldt 22 Februari als het
begin der lente.
1) Uitgave van M. E. Kluwer, Deventer.
2) In ons land komen de knechts en meiden
vaak op den lsten Maart in dienst. Zoo hoort
men in enkele plaatsen van Noord-Brabant,
o.a. te Esch:
Op den eersten van Mert
Moeten de booien zijn op den herd,
Want anders zyn ze den kost niet werd.
De Vereeniging voor Volkenbond en Vrede"
die zich tot taak st-elt de bekendheid met en
den arbeid van den Volkenbond in ons land
te populariseeren, beschikt o.a. over da mede
werking eener Economische Commissie.
Deze staat onder leiding van het oud-lid der
Tweede Kamer, thans Commissaris der Ko
ningin in Ncord-Brabant, den heer Mr. A. van
Rijckevorsel. Zij telt als leden bekende econo
men als Mej. van Dorp en de heeren Everwijn,
oud-directeur der Nederlandsche Handelmaat
schappij, Dr. L. G. Kortenhorst, secretaris van
de R. K. Werkgeversvereeniging, P. J. S. Sor-
rarens, secretaris van de Internationale der
Christelijke Werklieden, Ch. L J. M. Weiter,
oud- vice-president van den Raad van Indië,
Dr. F. M. Wibaut en anderen.
De vereeniging heeft terecht begrepen, dat
in den tegenwoordigen tijd, dat in het bijzonder
de economische vraagstukken aller aandacht
tot zich trekken, aan het economisch herstel
nimmer voldoende aandacht kan worden ge
wijd.
Reeds in 1927, toen de Economische Confe
rentie van den Volkenbond, die zoo groote
verwachtigen opwekte, doch niet volbracht,
doordat de leden van den Volkenbond zich aan
hare uitspraken niet stoorden, bijeenkwam,
stelde deze Vereeniging eene Commissie samen
onder leiding van wijlen Prof. Treub, welker
voornaamste doel was een geschriftje te ont
werpen en te verspreiden, dat den gemiddel
den leek zou in staat stellen niet slechts de
taak van deze Conferentie te begrijpen, doch
ook de moeilijkheden, waarvoor zij was ge
plaatst. Ook thans ligt zoodanig streven, ziét
men de mededeelingen in haar orgaan, in het
voornemen.
En vooral thans is daartoe alle aanleiding.
De economische toestand is uitermate moeilijk
en verward, dat weet een ieder. Die moeilijk
heden hangen nauw samen met bijv. het vraag
stuk van herstel- en oorlogsschulden, dat wel
op den weg naar oplossing is, doch slechts ten
halve.
Die moeilijkheden zijn mede ontstaan door
de steeds hooger geworden tolmuren, die ons
destijds, in 1930 ter Volkenbondstentoonstel
ling te 's-Gravenhage, op zeer ingenieuze wijze
zijn uitgebeeld. Maar hoe die moeilijkheden
in elkander grijpen, en wat er gedaan moet
worden om ze op te lossen, welke leek weet
het, ook al praten velen ervoer met een gezag
dat anders zou doen veronderstellen
Als de bovengenoemde Vereeniging erin
slaagt een objectief en overzichtelijk geschrift
je samen te stellen, dat niet alleen de betee
kenis der aanstaande Economische Wereld
conferentie in het licht stelt, maar ook eens
uiteenzet om welke vraagstukken het daarbil
gaat, z\j zal ongetwijfeld genoegen van dit
werk beleven, en zij zal er toe bijdragen, dat.
nde-t slechts in de direct belanghebbende krin
gen, doch door het geheele volk begrepen wordt
om welke groote waarden het te Londen zal
S Er is te meer aanleiding om op dit streven, staat zijn over de geweldige moeilijkheden van
de aandacht te vestigen nu de Commissie van het oogenblik heen te komen.
Voorbereiding voor de Economische Wereld
conferentie onder leiding van den President der
Nederlandsche Bank, Mr. L. J. A. Trip, hare
werkzaamheden heeft voleindigd en eeii agenda
met uitvoerige toelichting aan den Raad van
den Volkenbond heeft aangeboden. Geheel in
overeenstemming met wat ter Conferentie te
Lausanne werd voorgesteld, bestaat deze
agenda uit een financieel en een economisch
gedeelte. Maar de daarop ietwat naievelijk in
geschreven vraagstukken zijn thans deskundig
geformuleerd en belicht: toonen ook den on-
derlingen samenhang, die voor alles niet mag
ontbreken.
Wat het fin-ancieele betreft zijn de punten
waarom het gaat de munt-politiek en de daar
mede verband houdende credietpolitiek, waar
hij het herstel van den gouden standaard een
overwegende plaats inneemt; het herstel van
het evenwicht tussehen verkoops- en kostprij
zen en het herstel van de kapitaalbeweging.
Wat het economische aangaat betreffen zij de
beperking van den internationalen handel, de
oorzaken en de gevolgen; de tariefpolitiek en
de handelsverdragpolitiek, en tenslotte de or
ganisatie van de voortbrenging en van den
ruilhandel- Dat bij de tariefpolitiek de tolmu
ren en bij de handelsverdragspolitiek de meest-
begunstigingselausule zijn begrepen, spreekt
wel evenzeer vanzelf als dat onder de organi
satie van de voortbrenging en den ruilhandel
vraagstukken als die van economische en
industrieele kartellen, graan en andere voort
brengsel-en en verkeerskwesties zijn opgeno
men. Het is dus niet slechts een omvangrijk
maar ook een belangrijk programma, dat de
Commissie-Trip heeft ontwikeld.
Nu begrijpe men goed, dat de leden der
Commissie-Trip eerste klas deskundigen wa
ren, maar zonder uitvoerend gezag. Politieke
beteekenis heeft men aan hun arbeid niet wil
len geven. Dat heeft hun echter juist de vrij
heid geschonken om hun stem onverbiddelijk
te doen hooren. Een herstel van de economi
sche bedrijvigheid, zoo hebben zij in de toelich
ting van de agenda opgemerkt, zal slechts
schuchter en van beperkten omvang kunnen
zijn, indien men niet ernstige maatregelen van
herstel zou treffen. De verdedigende maat
regelen van economischen aard, die dikwijls zijn
opgelegd door niet te ontwijken noodzakelijk
heid van monetairen en financieelen aard, zijn
tenslotte uitgeloopen op een werkelijken toe
stand van economischen oorlog. Het program,
door de Commissie opgesteld is dan ook een
program van economische ontwapening. Te Lau
sanne acht de Commissie een wapenstilstand
geteekend; de Conferentie te Londen moet het
vredesverdrag uitwerken. Indien deze beslis
sende onderneming zal mislukken, zal men zich
er aan blootstellen alle volkeren van de wereld
het ideaal van autarki (zelfhelp in de ruimsten
vorm) te zien aannemen, dat niet zal nalaten
den economischen vooruitgang te verlammen.
Een dergelijke keuze zou den geheelen inter
nationalen financieelen bouw in zijn grondsla
gen aan het wankelen brengen.
Het is heel gemakkelijk om de schouders op
te halen voor het onvermogen van den Volken
bond. Daarmede echter komt geen mensch en
geen volk verder. Slechts door de internatio
nale samenwerking, die in hoogste instantie in
den Volkenbond is belichaamd, te versterken,
geraakt men tot oplossingen, die wellicht in
door
THéRèSE VANNIES.
Op een zoelen lentedag, toen de viooltjes g ur-
den in de psrken van den mooien tuin, die het
sanatorium omringde, verliet Geoffrey Noë dit
gebouw, dat een jaar lang zijn tehuis was ge
weest.
Dit jaar had hem bijna tien jaar verouderd.
Niemand waagde het, een toespeling te maken
op wat was gebeurd, zelfs zijn moeder niet. Doch
hijzelf sprak er over, eenige dagen nadat hij was
thuisgekomen, op een avond dat hij met haar
allien was.
Opeens begon hij te spreken.
Moeder. hebt u ooit begrepen waarom
ik het deed?
Zij schrikte en verbleekte. Toen antwoordde ze
zacht:
Neen jongen de doktoren zeggen, dat
het een moment van waanzin meet zijn ge
weest maar het is voorbij denk er niet
meer over
Voorbij? Dat zegt U, moeder? U, die weet, wat
Maurice voor mij is geweest? En die weet, dat
ik hem Ja, zijn leven hij ligt begraven
op het kerkhof gisteren ben ik bij zijn graf
geweest.
Wat kon de moeder antwoorden? Was het niet
vcor allen een mysterie geweest, dat slechts ver
klaard leek door de verklaringen der doktoren,
die meenden, dat een aanval van verstandsver
bijstering tot de daad had geleid?
Maurice had zich juist verlcofd. Zijn meisje
was de opvallend mcoie Laure de Castignac, een
dochter uit een adelijk, verarmd geslacht. Geof
frey was met de verloving niet eens geweest, hij
toonde altijd een moeilijk beheerschte vijandig
heid tegen het meisje en wantrouwde haar blijk
baar. Zij op haar beurt, ontweek hem. Teen, na
zijn dood het testament van Maurice geopend
werd, bleek daaruit, dat hij zijn geheele, aan
zienlijke vermogen aan haar had nagelaten. Zij
vertrok kort na de tragedie met haar vader, een
norsch, slecht befaamd man, naar het buitenland.
Zijn bibliotheek had Maurice nagelaten aan zijn
vriend. De boeken waren in kisten opgeborgen,
men had den meed niet, ze uit te pakken.
Het was Geoffrey zelf, die op een dag tot ont
stelde verbazing van zijn moeder, daartoe kwam.
Ze wist, hoeveel herinneringen hem nu bestorm
den. Geen bleef hem gespaard aan uren van
genegenheid en vriendschap, aan gezamenlijke
reisjes, aan gezamenlijke droomerijen. Doch op
één punt bleef de herinnering staan als voor een
zwarten muur. Dat eene, vergetene, was het ver
schrikkelijke, waarvan Maurice slechts de feiten
wist, die nooit meer konden wo-rden uitgewischt.
Het was op een avond geweest, in de lente van
het vcrig jaar. Maurice, zijn verloofde en aan
staande schoonvader en neg eenige bekenden lo
geerden bij Geoffrey. Het was voor de eerste
maal dat Laure dit huis betrad.
Ook Geoffrey's moeder voelde zich niet aan
getrokken tot dit ongewoon mooie -meisje, maar
zij trachtte toch vriendelijk vcor haar te zijn,
Toch merkte Maurcs, dat noch zijn vriend, noch
diens moeder, van Laure hielden en dat hinderde
hem ontzaglijk. Dien avond, terwijl men musi
ceerde in den salon, wandelde hij met Geoffrey
den tuin door. Zij gingen Geoffrey's werkkamer
binnen, daar, waar hij nu de boeken van zijn
vriend rangschikte, zijn geheugen pijnigend om
zich dat, wat gebeurde werkelijk binnen te bren
gen. Doch vergeefs alles wat hij wist was dat
Maurice en hij in deze kamer twistten over Laure,
dat had een der gasten, die toevallig voorbijkwam,
door het geopende venster gehoord. Een schot
deed het gezelschap opschrikken, midden in een
piano-solo, door een der dames gespeeld. Men
snelde toe en vond Maurice, dood. Een kogel had
hem midden tussehen de cogen getroffen. De re
volver lag midden in de kamer, vlak voor de-
voeten van Geoffrey, die als versteend naar zijn
dcoden vriend stond te staren. Hij was niet bij
machte opheldering te geven, doch het wapen
was zijn eigendom, het placht in het schrijf
bureau te liggen, dat in de kamer stond, waarin
de moord was gepleegd. Men moest Geoffrey
naar een sanatorium brengen en hij genas eerst
na een jaar van den toestand van volkomen ver
wardheid waarin hij verkeerde. Zijn geheugen en
verstand keerden terug slechts dat ééne bleef
vergeten.
Uren en dagenlang zat hij nu in de kamer,
waarin hij de boeken naast zijn eigen boeken had
neergezet. Zijn moeder smeekte hem, zich niet
zoozeer in het verleden te verdiepen, maar tever
geefs.
Op een nacht wekte haar een instinct, dat haar
het bed uitdreef. Ze sloop de trappen af en wat
zij vreesde, was waar: Geoffrey zat op in de
kamer, waarin hij zijn vriend gedood had. Zij
stond in den gang, weifelend of zij zou binnen
gaan, bevend van angst en smart. Teen kromp
zij inéén: Geoffrey had gesproken. Zij hoorde
hem zacht, doch zeer duidelijk spreken ook den
naam van zijn vroegeren vriend
Zij luisterde lang in gespannen aandacht, maar
tenslotte hield zij het niet langer uit. Zacht
draaide zij de deurkruk om en trad binnen. Het
vertrek was geheel en al donker, doch na een
oogenblik onderscheidde zij de gestalte van haar
zoon, in een leunstoel gezeten. Zoo onbeweeglijk
zat hij, dat zij een oogenblik vreesde, dat hij dood
was. Doch toen zij licht maakte, zag zij, dat zijn
oo-gen geopend waren. Een merkwaardige uit
drukking was op zijn gelaat, een mengeling van
smart en oneindige vreugde.
Moeder, stamelde hü, ik deed het niet.
Ik deed het niét!
Wat hem tot die overtuiging b acht, wilde hij
niet zeggen, doch hij was als bez.eld door nieuw
leven. Dadelijk den volgenden dag ging hij naar
een bekend detective-bureau en had een lang
gesprek met een van de leiders. Het zou natuur
lijk zeer moeilijk zijn, om ooit iets te bewijzen,
doch hij had zijn zeer uitgesproken vermoedens.
Men spoorde Laure en haar vader op. Er had
'ach een derde bij hen gevoegd, Laure's echtge
noot, een gewezen danseur, de man, over wien
Geoffrey destijds praatjes had gehoord en wiens
verleden zeer ongunstig was. De detective recon
strueerde, met behulp van allen, die den avond
aanwezig waren geweest, zooveel mogelijk wat ge
beurd was kort vóór den moord. Toen bleek, dat
niemand met zekerheid kon zeggen, of Laure nog
in de kamer aanwezig was, teen de plano-solo
werd gespeeld. Ook bleek, dat Laure wist, dat
Maurice zijn testament had gemaakt en haar tot
erfgename had benoemd.
Stap voor stap naderde men toen de waarheid,
Laure was uit den salon weggeslopen door de ge
opende verandadeu.-n, omdat zij vermoedde, dat
Geoffrey zijn vriend dingen over haar zou ver
tellen, die hij wist. Zij beluisterde het gesprek
door het geopende venster, zag de woede-uitbar
sting van Maurice, zag Geoffrey vallen. Zijn
vriend boog zich ontsteld over hem heen en
snelde toen de kamer ernaast binnen, om water
te halen. Laure klem het laag bij den grond ge
legen venster binnen, nam uit een lade de re
volver, die zij er in had zien liggen en schoot
haar verloofde dood, teen hij weer binnen kwam.
Daarna wierp zij het wapen midden in de kamer
en liep door de deur weg, een paar kamers door.
Zij kwam in de salon, teen daar verwarring
heerschte over het schot en hst leek toen, alsof
zü mèt de anderen ging kijken, wat er gebeurd
was.
Zóó vertelde Geoffrey het vrloop van de mis
daad. Bewijzen leken niet mser te vinden, doch
nooit weifelde Geoffrey een moment bij zijn be
schuldiging en hij, die een jaar lang alles, wat
met de misdaad in verband stond, vergeten had,
wist nu bijzonderheden, détails, gebeurtenissen,
die waren voorafgegaan en die erop volgden, die
zoowel de schuldige en haar medeplichtigen als
den detective en de politie verwonderd deden
staan.
Hoe kón U dat alles weten? riep Laure hem
toe, tijdens het prcces, toen hij een serie ver
pletterende bijzonderheden over haar leven vcor
en na den moord mededeelde, die door getuigen
bevestigd werden.
Hij antwoordde niet, doch keek haar in de
oogen. Een seconde lang rustten hun blikken in
elkander. Het duivslsch mcoie gelaat der vrouw
werd lijkbleek, ze strekte langzaam, als af
werend, de hand uit en stiet een gesenoorden
kreet uit, alsof zij iets ontzettends zag. Teen
zonk zij in elkander en bij haar terugkeer tot
het bewustzijn, bekende zij eindelijk de geheele
waarheid.
Geoffrey was als een hernieuwd mensch naar
huis teruggekeerd. Zijn moeder omhelsde hem
met tranen van vreugde.
Wat een geluk mijn jongen, dat je je ein
delijk alles herinnerde, zei ze.
Hij keek haar vreemd aan.
Ik heb me niets herinnerd, moeder, zei
hij en drukte op het woord met een eigenaardi-
gen klank in zijn stem.
Hoe meen je?
Hij keek penzend langs haar heen.
Moeder, U zult het niet kunnen gelooven,
ik zou het zelf nooit geloofd hebben, voordat
ik het had meegemaakt, maar Maurice vertélde
het mij.
Zij keek hem verschrikt aan.
Ja moeder, ik weet, dat U het niet kunt ge
looven... ik ben zelf vaak geneigd cm te den
ken, dat ik droomde en dat ik in dien droom
alleen maar mijn geheugen terugkreeg. Maar
moeder, hoe wilt U het dan verklaren, dat ik
zooveel méér wistdan ik me ooit zou heb
ben kunnen herinneren?
(Nadruk verboden).
DE IEPENZIEKTE.
Veiling van doode en stervende
iepen en het onschadelijk maken
van de schors dezer boomen voor
1 Maart a.s. is noodzakelijk.
In den zomer van 1932 heeft het Comité in
zake bestudeering en bestrijding van de iepen
ziekte in de pers er op gewezen, dat bet in
verband met de bestrijding van deze gevrees
de ziekte noodzakelijk Is, de doode en sterven
de iepen tijdig op te ruimen en de schors er
van onschadelijk te maken door deze onmiddel
lijk na de velling te verbranden of, al dan
niet met den stam, gedurende ten minste 3
maanden onder water gedompeld te houden.
Deze maatregelen dienen te worden getrof
fen om den iepenspintkevers, die de ziekte
overbrengen, zooveel mogelijk de gelegenheid
te benemen, zich te vermenigvuldigen. Boven
dien worden dan vele kevers en hunne larven
verdelgd.
De iepenspintkevers planten zich n.l. voort
in'de schors van stervende en doode Iepen en
brengen de ziekte van deze boomen over op ge
zonde. Gevelde, doch niet ontschorste iepen zijn
in dit opzicht gelijk te stellen met stervende
iepen en vormen voor de spintkevers, evenals
deze, een bij uitstek gunstige gelegenheid om
zich te vermenigvuldigen.
Het is derhalve van het grootste belang, te
zorgen, dat er zoo weinig mogelijk iepen zijn
waarin de spintkevers kunnen voorttelen; dit
kan geschieden door de stervende en doode
iepen tijdig op te ruimen en de schors dezer
boomien, alsmede die van reeds gerooide boo
men, onschadelijk te maken. Aangezien de
spintkevers de schors reeds vroeg in het voor
jaar beginnen te verlaten, is het noodzakelijk
dat deze zoo spoedig mogelijk, liefst vóór
Maart, op boven omschreven wijze onschade
lijk worde gemaakt.
Daar het bestrijden van de iepenziekte een
groot algemeen belang is, roepen wij de mede
werking in van alle eigenaren van iepen om
na te gaan, of er onder hun boomen moge
lijk zijn, die een broedplaats voor de spint-
kevers zouden kunnen vormen; dat wil du3
zeggen, of er doode of stervende iepen bij zijn,
of geVelde iepen aanwezig zijn, die niet ont
schorst zijn. De boomen, die thans stervend
of dood zijn, kunnen in wintertoestand veel
al gemakkelijk van de gezonde boomen wor
den onderscheiden, door het in de schors voor
komen van iepenspintkevers. Aan den buiten
kant der schors ziet men dan kleine rende
gaatjes, alsof er een schot hagel op den stam
is gelost, welke gaatjes door het inboren van
de spintkevers zijn ontstaan, terwijl aan de
binnenzijde van de schors dan talrijke, kron
kelende bruine larvengangen aanwezig zijn.
Het is thans nog niet te laat om deze b°°"
men onschadelijk te maken.
Laat een ieder er voor zorgen, zoo mogelijk
nog vóór 1 Maart zijn stervende en doode
iepen op te ruimen en de schors ervan te ver
nietigen. h
Desgewenscht verstrekken het Staatsboscn-
beheer te Utrecht en de Plantenziektenkunm-
ge Dienst te Wageningen kosteloos nadere in
lichtingen.
Helpt allen mede de iepenziekte te bestal?
den!!!! v -J--
Eglise W
Begün
Dimanehe 1
9 h. 30: Service.
10 h. 30: Service.
11 h. 45: Service des ei
20 h.: Service.
Vendredi
20 h.: Service.
LTlglise est ouverte tous
Ned. Hem
V.m. 10 uur Ds. M. C. 1
Jeugddienst in
V.m. 10 uur de heer W
Gebouw M
Donderdag 2 Maart, am
Dijk, Bijbellezing.
Overv
V.m. 10 uur Dr. K. H. 3
Ned. Herv. Kei
Santp<
V.m. 10 uur, Prof. Dr.
van Eysinga „Het 1
(Openib. 13; vs. 8).
Ned. Hervormde
te Sant
V.m. 10 uur, Ds. C. M.
dam.
Gerei. Kerk, E
V.m. 10 en n.m. 5 uur I
De Vrije Kathi
Popellaan Ki
Zondag 26 Februari, 10.
Mis.
Woensdag 1 Maart, 8 m
Lof.
Donderdag 2 Maart, 7.3
Mis.
In de middagzitting b
len gemiddelden arbeidst
werklieden op 48 uur pe
bet concept-reglement v
hoogste 55 uur.
De heer Quarles van
tniddeld 52 uur, hetgeen
deert tot: gemiddeld 48 i
Uur.
Dit amendement wordt
werktijd voor beambten
gesteld op ten hoogste
week.
De heer Schulz stelt
jnede het principe van,
tien jaar geleden aanva
Bij de behandeling dei
In geval van vervanging
werkkracht door een infe
nisatles voor, een ambter
vervangt, indien deze v
een maand heeft geduu:
geven, gelijkstaande met
het bestaande salaris en
van den superieur. Dit
den heer Schulz verdedig
Ook de heer Wittemai
vervanging van een suj
Worden, aannemelijk.
Het voorstel der orj
worpen.
Bij de vacantieregelinj
ties voor, het recht op
aan vast-aangestelden,
maanden in dienst zijn. i
ten minste 8 maandenJ.
De heer Schulz stelt
dat minder dan een jaar
vacantie te verleenen, v:
rende welke de betrokl
voorstel wordt aangenom
Een langdurig debat v
viaag, of aan gemeent
worden verleend voor 1
gressen en vergaderinge:
omstandigheden, een en i
salaris.
Bij een voorstel-Schub
dergelijk verlof facultat
den met behoud van sa!
men.
Een voorstel der organ
wegens ziekte het salari:
volledig uit te keeren,
een zelfde voorstel, wi
voorgesteld, staken de si
Bij punt 49, waarbij t
dien de wachtgelder-aml
Ifik treedt, het wachtj
duur van het huwelijk,
hiermede in te stemmen,
voor den wachtgelder-s
huwelijk treedt, verhooj
®cn wachtgelder-ambten
Uer wordt, verhoogd wa>
Stemmen: Natuurlijk r
De heer Schulz verkls
de heer Noorman, tegen
De heer Witteman wij
•en ambtenaar zijn wer
Wijze, die bevorderlijk is
van zaken. Dergelijke
aanleiding tot ontslag, t<
®°°dig kan blijken, da
Wordt geelimineerd.
Hiervoor zou spr. de i
deloosstslling willen open
Villen overlaten aan bet
art. 5 wordt me