SMOKKELAARS OP DE ADRIATISCHE ZEE. KORT VERHAAL GEHEIME SIGNAALDIENST TUSSCHEN DE EILANDEN. De Deensche Sahara. Misdadige brandstichting. Het zusje. Smokkelhandel hoofdmiddel van bestaan door OLAF FALÖ. Wanneer een toerist op reis door Dalmatië in de haven van Corcula zijn schip verlaat om de stad, die als een schoon kasteel op het eiland ligt, te gaan bezicht-gen, doet niets hem vermoeden, dat dit net centrum der smokkelarij op de Adriatische Zee is. Het zat hem misschien vreemd voorkomen, dar er zoo veel politie op de been is, dat iedereen zich moet legitimeeren, dat elk stuk bagage wordt onderzocht, doch het plaatsje zelf is rustig en vredig Een paar visschersbooten liggen in de haven voor anker, op het havenhoofd' trippelen de jonge meisjes, van de plaats op en neer het is alleen verdacht dat men af en toe een douar.eboot in het Kanaal van Corcula ziet opduiken. Het plaatsje Bluto op het eiland Corcula wordt door de reisgids vermeld als het groot ste dorp van Dalmatië. Het heeft 6000 inwo ners, wat men hier zeer veel vindt. En van die 6000 mannen, vrouwen en kinderen is minstens een derde gedeelte betrokken bij de smokke larij °P de Adriatische Zee. Er zijn er honderden, die telkens opnieuw cle gevangenis indwalen of tot tooge boeten wor- uen veroordeeld, wanneer zij door de Joego slavische douaniers worden betrapt. Ei- blijven echter altijd genoeg smoklte'aars vrij roncloo- pen. En deze visschers en boeren moeten wel smokkelen om zich een bestaan te veroveren, want de zee en de onvruchtbare Karstbodem leveren niet genoeg op. De smokkelarij blijft natuurlijk niet beperkt tot het eiland Corcula, zij komt voor in de geheele kuststreek tusschen Soesjak in het Noorden en Boedva in het Zuiden. Onder de bevolking bevinden zich nog heel wat afstammelingen van de oude zeoroovers die even moedig als sluw waren en vanuit hun geheime schuilplaatsen de Adriatische Zee be- heerschten. zoodat zij schatting konden eischen van de machtige republiek Venetië, zoowel als van de Turken. Verder naar het Zuiden stijgt het Italiaansche ..rotseiland Lagosta met de wijnhaven van den zelfden naam. steil op uit het blauwe water. Men kan het vanuit Corcula met een zeilbootje in enkele uren bereiken als de Bora waalt. Tus- f cher. Corcula, Lagosta, en het Joegoslavische eilandje Uljet, dat vrijwel buiten het scheeps verkeer ligt, 13 de smokkelhandel hei leven- digst. Om het de douane althans eenigermate mogelijk te maken, den ongelijken strijd vol te houden, heeft men bepaald, dat er van de Joe goslavische visscbersplaatsen aan de kust na acht uur 's avonds geen schepen meer in zee mogen steken; visscher3 krijgen een speciale vergunning om 's nachts netten uit te zetter, of in te halen, maar die worden dan ook gere geld door de douane bij hun werk gecontro- -eerd'. Ondanks alle maatregelen van eigenaard gaan de smokkelaars echter hun gang. Te Lagosta vindt men een stapelplaats van alle artikelen, waarop Joegoslavië hooge in voerrechten of belastingen heft, meest koffie, tabak en suiker. Een kilo suiker kost bijv. te Lagosta 5 of 6 dinar. Het prijsverschil rnaakt. he smokkelaarsbedryf loonend En langs de geheele kust, zoowel als op de eilandjes Hvar, Brac en hoe zij nog meer heeten mogeu, rookt de bevolking uitsluitend gesmokkelde tabak. Deze is niet alleen goedkooper dan de tabak doch smaakt ook beter. Dc autoriteiten der tabaksregie weten natuurlijk wel, dat hun tabak en sigaretten langs de kust vrijwel onverkoop baar zijn; slechts in de grootste plaatsen waar de overheid een strengere controle kan uit oefenen, vindt de regie nog een beperkt afzet gebied voor haar producten. Men heeft daar om reeds een bevel uitgevaardigd, dat er slechts pakjes sigarettenpapier verkocht mo gen worden aan hen, die minstens eenzelfde aanbal pai-jes regietabak kocpen. Het gevolg was slechts, dt.t men te Lagosta bcha'vr andere producten ook sigarettenpapier ging opslaan. Met kleine, uitstekend bestuurbare molorboo- ten, die vooral 's zomers zeer goed voor ple- zierbootjes kunnen doorgaan, worden onder de oogei: van de douaneambtenaren kilo's en nog eens kilo's sigarettenpapier uit Lagosta ver voerd naai Spalato. Ragusa en andere havens vanwaar ze dan verder naar het binnenland worden gebracht. De douaniers hebben het niet gemakkelijk, want zooals gewoonlijk sympathiseer* de be volking met ce smokkelaars, die in alle krin gen hun relaties en vertrouwden hebben: onder medici, advocaten, dorpsonderwijzers en zelfs monniken. De vele kloosters langs de kust en op de verschilende eilanden vormen meermalen een tbevluohtsoord voor achter volgde smokkelaars. Bovendien worden de be wegingen van het zestal met zoeklichten en machinegeweren uitgeruste douanebooten zorg vuldig nagegaan door de smokkelaars, die onderling in verbinding staan door eer uitste kend georganiseerden signaaldlenst. Het komt dan ook zelden voor, dat er smokkelaars door ce douane worden verrast en als dit al eens gebeurt, bestaat er gewoonlijk een persoonlijke veete tusschen de smokkelaars op den achter grond. Bij wijze van wraakneming verraden zij dan elkaar. Het drukst is het smokkelaarsbedrijf met nieuwe maan, dan heerscht er op de zee ge woonlijk groote drukte. Van Uljet. Po.ace en Babïnopolje, van het schiereiland Pelesjatz en natuurlijk ook van de smokkelaarscentrale Corcula zoeken grootere en kleinere booten die den dag hebben doorgebracht in stille in hammen van de kust, den weg naar Lagosta cp. Daar vormt de smokkelarij voor de be De idyllische opslagplaats voor sigaretten papier op Corcula, de mooie toeristenplaats. volking het voornaamste middel /van bestaan. et komt echter ook voor, dat de smokke- 'aars weken lang niet kunnen uitvaren, doch tusschen de eilandjes en bochten van de kust verborgen blijven, omdat de douanebooten on afgebroken op den loer liggen. De smokkelaars zyn% krachtige menschen, die vaak met levensgevaar hun avontuurlijk 1-eroep uitoefenen. Zij kunnen de douanebooten, die met hun krachtige schijnwerpers 's nachts de zee afzoeken, slechts ontwijken, wanneer zij tijdig een der smalle inhammen van de kust kunnen bereiken, waar het uitzicht belemmerd is Mist, die vriend van smokkelaars in Noor delijker gelegen landen, komt op de Adriati sche kust praktisch niet voor. Meevaren met zulk een smokkelaarsschip behoort dan ook tot de meest opwiaêTêhclë avdnt1irë5i'. dié-'inen zich kan indenken.Loopt he* .mis, dftn onder gaat men uit den; aarfl.ldërlzadR.hez'êlfde Straf fen als de werkelijke smokkelaars. Deze geven echter niet om de gevaren; 'die hun leven cn hun vrijheid bedreigeft; zij kennén zooiets als het enthousiasme van den sportman eii denken eerst in de tweede plaats aan het geld, dat zij maken. Juist het spelen met het gevaar heeft deze moedige en volstrekt niet 'altijd slechte mannen aangetrokken en hen ertoe gebracht r.m smokkelaar te worden. Hebben zij eens een goede buit binnengebracht, dan blijven zij echter ook weer langen tijd op hun lauweren rusten. Het zijn en blijven nu een maal echte Zuiderlingen. Hebben zij voor een paar maanden genoeg verdiend, dan worden zij weer brave, eenvoudige visschers, die overdag slapen In de heerlijke- warme zon of hun netten verstellen en 's avonds een paar uur op de vischvangst uitgaan. In de kroeg vertellen zij dan graag bij het sehijnse' van de petroleumlamp hun avonturen en rooken daarV.jj-natuurüjk gesmokkelde tabak, die zij in hun kelders en tuinen verborgen houden. De douaniers zrjn n.l. zoo nieuwsgierig, dat zij soms zoo maar eens een kijkje komen nemen in de huizen. (Nadruk verboden). VERSCHUIVENDE ZANDMASSA. OVER 100 JAAR IS FREDERIKSHAVN BEREIKT. Slechts weinigen weten, dat er in Europa een ware zandwoestijn bestaat en dat niet ergens op het Balkanschiereiland, maar in Denemarken, een land, dat men zich toch niet als een woestijngebied zou voorstellen^ Dene marken wordt met recht het land der groene weiden en der beukenbosschen genoemd, maar in het Noordwestelijke deel, niet ver van Skagen lig de merkwaardigste streek van ons werelddeel: de Deensche Sahara. Wanneer men zich van de havenstad Frede- rijkshavn over het vlakke land begeeft, dat zich ten Noorden en ten Westen van de stad uitbreidt, bereikt men allereerst de z.g. Aal boekplantage, een prachtige weelderige en zeer wildrijke streek. Ten Westen van het dorp Hulsig, dat bestaat uit eenige huizen, een ben zinepomp, een telefooncentrale en een spoor wegstation, verandert het karakter van de streek vrij snel. Nog eenige kilometers gaat men langs steeds zeldzamer wordende huizen. Dan breidt zich aan beide zijden een vlakke heide uit en steeds witter en witter glinstert het voor de Qogen Aan den horizon teekener. zich heuvels af, waarachter men de bruisende Noordzee vermoedt. Deze heuvels hebben allen een naam. Bekend is de Dönningebakken, die in zijn vorm merkwaardig veel gelijkt op den Japanschen Foesijama. Deze klippen bescher men de streek tegen de zee, die geweldige zandmassa's op de kust werpt. Van den top van de Döningebakken heeft men een prachtig uitzicht naar alle zijden. Men ziet de zee tot aan het Skagerrak; Frederiksbavn en de vuur toren van Skagen doemen voor het oog op. Terwijl de reiziger zijn tocht voortzet, wordt de streek steeds eigenaardiger Het eene meer volgt op het andere. Het land is hier zoo vlak dat men steeds slechts een klein stukje water kan zien. Het is een dorado voor den botanicus, want onder de spaarzame vegetatie bevinden zich zeldzame gewassen, vooral insecten-etende planten. Plotseling verandert het landschap opnieuw. Iedere vegetatie houdt op, er groeit geen gras, geen struik. Zelfs geen steenen bedekken den bodem. Het zand ziet er uit, alsof het hier eerst kortgeleden Is komen aandrijven. En inderdaad is het de Oostelijke arm van Milen, die tot hier is voortgeschoven. Milen heet dit andschap van zandbergen. Het hoogste punt ligt ongeveer 80 meter boven den zeesplegV en de reusachtige zandmassa's verschuiven aarlijks over een afstand van 8 meter. Zij liggen thans op 3 tot 4 kilometer van de kust. Dit eigenaardige verschijnsel bedreigt ook de meren van het z.g. Studell-gebied Het ln het uiterste Westen gelegen Studelimeer is reeds half door het zand overdekt. De zand- massa beweegt zich onophoudelijk, zij het langzaam. Over ongeveer honderd jaar zal Frederikshavn bereikt zijn en bedolven worden, wanneer de techniek dan nog geen verdediging tegen dezen vijand zal hebben gevonden. Milen zelf is een oceaan van zand. Daaronder bevindt zich grootendeels harde bodem, maar er zrjn ook plaatsen, waar men geheel kan ver zinken. Bij sterken wind jagen geweldige zand wolken over het land en geeselen den onvoor zichtige, die zich hier gewaagd heeft, tot h'ij bewusteloos neerzijgt. De zandwoestijn heeft ln den loop der jaren reeds heel wat slachtoffer^ geeischt Gedurende een der oorlogen, die tus- chen Denemarken en Zweden zijn gevoerd trachtte eens een Zweedsch oorlogsschip troe- -n aan land te zetten aan de zandige West kust van Denemarken. Toen lag de zand- 'stiin nog viak aan zee. De landing had des nachts plaats. De Denen, die de verrad erh-'k- van de streek kenden, lieten den vijanden ongestoord hun gang gaan, om hen daarna ■net des te meer zekerheid te kunn"" vernie tigen. De Zweedsche troepen verdwaalden in de zandvlakten cn werden ln afzonderlijke groe pen gevangen genomen. Het zand dat door de grillen van den wind wordt gemodelleerd, pleegt hier merkwaardige vormen aan te nemen. Men kan de woestijn tallooze malen gadeslaan:, steeds verandert haar vorm. Waar zich vroeger bergen van zand verhieven, gaapt thans een diepe kloof en ln plaats van spitse pyramlden ziet men plotseling een effen plateau. Tpisch is, dat men hier bijna geen dier aan treft. Het instinct der dieren, dat niet om den tuin te leiden is, zeg hun, dat zich hier over grooten afstand onvruchtbaar land uitstrekt. Al3 een haas op zijn zwerftochten aan den rand van deze woestijn mocht komen, wendt hij zich om en neemt snel de vlucht. Sommige zullen zich misschien nog den des tijds beroemden filmster Waldemar Psilander herinneren. Ongeveer 20 jaar geleden bewon derde de wereld hem als Arabischen sjeik ln een-film, die naar werd medegedeeld, natuur opnamen van de Sahara bevatte, hetgeen iets nieifws was. Thans is het geheim verraden: de Sahara werd in Milen opgenomen! Wat is de waarde v,an deze woestijn? Voor lopig nihil. Eenige jaren geleden, toen een jong luitenant ln opdracht van den Deenschen generalen staf opmetingen in deze streek verrichtte, werd hem de geheele Europeesdhe Sahara, die destijds aan een priester toebe hoorde. voor twee kroon te koop aangeboden! De luitenant wees het aanbod voor hem per son lijk van de hand, maar de Deensche staat heeft intusschen de woestijn voor een wel wat aanzienlijker bedrag van den priester gekocht. „DE BRANDEN-EXPERT HEEFT HET WOORD Geheimzinnige brandstoffen. Brandstichting met een helsche machine. Wat zegt de wetenschap van den Rijksdag brand? door Professor Dr. L. Hofman. Bij geen misdaad Is de meening der deskun digen van zoo beslissende beteekenis als bij een brandstichting. Het verschil tusschen moord en zelfmoord kan door een ervaren politieman meestal spoedig worden vastgelegd. Veel moei lijker is het te bewijzen, dat een brand opzette lijk is aangestoken na te gaan, welke middelen daarbij gebruikt zijn. Hiertoe is als regel slechts de deskundige in staat. Het werk van deze deskundigen is zoo inte ressant en opwindend, dat men er zich slechts over verwonderen kan, waarom het publiek er zoo zelden iets van hoort. De schrijvers van de- tective-rcmans keeren steeds weer terug tot de zelfde onderwerpen, schijnbaar niet wetend, dat zij veel interessantere stof konden putten uit de officieele rapporten van branden-experts. Er zijn de meest verschillende motieven om brand te stichten in bewoonde en onbewoonde gebouwen: verzekeringsbedrag, wraakneming, ver bergen van een moord, enz. Even talrijk zijn ook de manieren, waarop de brand wordt ge sticht. Het interessants zijn wellicht de midde len, die door misdadigers worden aangewend om zooveel mogelijk tijd te laten verioopen tusschen de brandstichting en het uitbreken van den brand. In dien tusschentijd brachten zij zich een alibi te verschaffen of althans te vluchten. De branden-expert moet alle onderdeelen der chemische analyse beheerschen. De micro-camera en de microscoop zijn onmisbare metgezellen. Menig brandmiddel verraadt zich echter reeds, terwijl de vlammen er nog aan lekken. De neus van den expert ontdekt het. Ook in figuurlijken zin moet hij een goeden neus hebben om ln de smeulende puinhoopen sporen van een misdaad te ontdekken. In de. eerste plaats moet natuurlijk worden vastgesteld, vanuit welk punt de brand zich ver der heeft uitgebreid. Er hangt zeer veel af van den graad der verwoesting, die hij heaft aan gericht. In de tweede plaats moet de expert zoeken naar eventueel aanwezige mensehelyke overblijfselen. En dan moet de voornaamste vraag beantwoord worden: hoe en door hoeveel per sonen de brand is aangericht. Bij het onderzoek van politie en deskundigen spelen de vanzelf ontbrandende vloeistoffen een groote rol. Wij kunnen op hun samenstelling na tuurlijk niet verder ingaan; zü zijn voor het doel der brandstichters echter uitstekend geschikt, omdat zij meestal volledig verbranden en geen resten overlaten, waaruit men conclusies omtrent het verloop van de misdaad zou kunnen trekken. Twee brandstichters, die toevallig een dergelijk mengsel hadden ontdekt, maakten eenige jaren geleden de heele zakenwijk van Londen onveilig. Voor een aandeel in de verzekeringssom boden zij aan om zaken, die niet meer floreerden, in brand te steken. Zij werden slechts door een toeval ont dekt; bij proeven met de gevaarlijke vloeistof ontbrandde deze op een onverwacht oogenblik en een der schelmen moest met brandende klee- ren de straat op rennen. Eens vond een expert in een puinhoop een 3tuk metaal, waarvan de oppervlakte op eigen aardige wijze aangetast en uitgevreten was. Hij hield zich gelukkig aan hetvoorschrift om ooik de schijnbaar onbeduidende dingen zorgvuldig te onderzoeken en incjerdaad. het metaal bleek aan getast te 2ijn door chemicaliën, die normaal ge sproken in een huishouden niet voorkomen. Van die verdachte feit uitgaande, kon de brandstich ting worden bewezen. Vernuftige apparaten. Vaak bedienen de brandstichters zich van ver nuftig geconstrueerde apparaten om den brand op het gewenschte oogenblik te laten uitbreken. Natuurlijk moesten deze apparaten bij den brand zelf volkomen -worden verwoest. Ashton Wolfe, assistent bij het politie-labora- torium te Marseille, deelt een gelukkig toeval mede, waardoor hy zulk een apparaat ongeschon den ln handen kreeg. De eigenaar van een groote firma, die zich in financieele moeiiykheden be vond, werd reeds gewantrouwd vanaf het oogen blik. dat hy een hooge brandverzekering had af gesloten. Toen hy zich kort daarna met eenige vrienden op een zeereis voor eenige weken begaf, was dat op zichzelf reden genoeg om dadelyk na zyn vertrek zyn huis te laten doorzoeken. In den kelder vonden de rechercheurs een wekker, die te middernacht zou afloopen. Met het rond draaien van het betrokken sleuteltje achter op den wekker, zou er dan een draad Worden op- gewikkeld. waardoor een flesch met zwavelzuur zou worden omgetrokken, zy zou haar mhoud uitgieten op een hoeveelheid chloorzure kalium, waardoor het mengsel onder een geweldige warmteontwikkeling zou ontvlammen en het ge bouw in brand gestoken zou hebben. Onder de helsche machines", waar brand stichters een ruim gebruik van maken, moet in de eerste plaats een gewone lampetkan genoemd worden. Hierin hangt men een looden. met na trium gevulden en van onderen geperforeerden looden cylinder op. Dit alles wordt onder een langzaam druppelende waterkraan gezet. Zopdra het water in de lampetkan de onderzyde van den cylinder heeft bereikt, doet het het natrium ontvlammen en dan begint spoedig ook het ln de buurt opgestapelde, licht ontvlambare mate riaal te branden. Een zeer misdadige truc. waardoor menschen in ernstig gevaar zijn gebracht, is de volgende. Een brandstichter vulde een oude gloeilamp met een licht ontvlambare vloeistof, nadat hy haar voor dit doel speciaal had geprepareerd. Toen verwisselde hy haar met een der lampen in een kroonluchter. De bewoners van de woning waren niet weinig verrast, toen zy, kort na' het betreden van de betrokken kamer, een brandende vloeistof zagen neerstorten. Door het inschakelen van den stroom was het mengstel gaan branden. By een anderen, zeer gevaariyken aanslag werd eveneens van electriciteit gebruik gemaakt. Nog merkwaardiger Is de wyze. waarop zy verydeld werd. Een helsche machine, ln d.en vollen zin van het woord, zou ln een kamer, waarin een gaskraan was opengezet, door het voortdurend laten overspringen van electrische vonken op een bepaald oogenblik een ontploffing doen ontstaan. De politie vond de helsche machine lang na het tydstip. waarop zü was afgesteld; niemand be greep, dat het bedreigde huis nog op zyn plaats stond, tot men toevallig ontdekte, dat gedurende de minuut, waarin de wyzer van het uurwerk over het contact streek, een korte storing in de electrische centrale had plaats gevonden, zoodat juist toen de electrische stroom onderbroken werd. (Nadruk verboden). door A. KONIJNENBURG. Dienzelfden, avond, toen de winkel gesloten werd, wachtte hy het meisje bulten op. De kennismaking liep vlot van stapel. George verontschuldigde zich over 't vrye gedrag van van morgen. Hy had zijn knappe uiter- ïyk en de manieren mee en het meisje Muriel Wilkinson sloeg zyn aanbod, om haar een eind- weegs naar huis te geleiden, niet af. George Campbell stond onder zijn vrienden bekend als „de stille George". Op kantoor noem den de collega's hem onder elkaar den grooten zwijger. Hij was niemand onsympatiek en men nam zijn zwijgenden aard voor lief, emeat men begreep dat hy, door zyn niet al te sterke ge zondheid, weinig lust had om met anderen mee te doen.. Aan sport deed hy niet en nooit sprong hij uit den band. Een meisje had' hy niet, hoe wel het hem, met zyn prachtig zwart haar en fyn profiel niet moeilyk gevallen zou zyn om zich te verloven. Hij nam het leven ernstig op. Zyn ouders waren jong gestorven, beiden aan de longen. Mocht hy dóérom wel ooit aan trouwen denken? Deze vraag had hij herhaaldelijk by zichzelf ge steld en met néén beantwoord. De bewonderen de blikken, die hy op straat dikwyis van pas- seerende meisjes opving, brachten zyn besluit niet aan het wankelen. Hy wist te goed, dat het gelukt van een eigen gezin niet voor hem weg gelegd was. Op een morgen stapte hy een winkel binnen om een paar sokken te koopen. Het meisje ach ter de toonbank had een lief ernstig gezichtje. Ze liet hem eenige soorten zien en vroeg welke klem- hij wilde hebben. Och, geeft U njaar een paar; de kleur doet er niet toe, antwoordde hy. Toen hoorde hy een onderdrukt, maar helder lachje. Hy keek op en zag in een paai- diep zwarte oogen. Als betooverd bleef hy kyken. Een beetje lang en een ongeduldige vraag, of meneer nu maar zelf egn keus wilde doen, maakte een einde aan zyn 'eersten diepen blik in een paar meisjesoogen. Hy nam het eerste beste paar, groette beleefd en stapte den winkel uit. Dienzelfden avond, toen de winkel gesloten werd, wach.te hy het meisje buiten op. De ken nismaking liep vlot van stapel. George veront schuldigde zich over zijn vrij gedrag van dién ochtend. Hij had zyn knappe uiterlyk en de manieren mee en het meisje Muriel Wilkin son sloeg zyn aanbod, om haar een eindweegs naar huis te geleiden, niet af. De volgende avonden kwam George weer en zij gingen spoedig geregeld, he.zij samen naar huis, hetzy eerst een uurtje in de bioscoop. Muriel was een lief meisje. Even ernstig als hy, want ook zy had het leven al spoedig door achteruitgang van zaken harer vader, van den emstigen kant leeren kennen. George werd tot over de ooren verliefd en dacht niet meer aan den zin, dien hij vroeger zoo dikwijls aan zich zelf had voorgelegd. Het duurde niet lang of hy maakte ook ken nis met haar ouders, die op het eerste gezicht al erg met hem waren ingenomen. Er stond weinig in den weg can het tot een verloving te doen komen en zij spraken af, dat de kaarten vóór Kerstmis zouden worden verzonden. Een week voor dien gewichtigen datum kwam Muriel's zusje, de zeventienjarige Maud, thuis van haar tante, ten huize van wie zy werd groot gebracht. George kon zyn oogen niet van het dartele kind afhouden. Wat een tegenstelling tusschen de twee zusters dacht hy Muriel altyd: even bedaard en erns.ig, Maud, een en al be weging en leven. Verstrooid antwoordde George op de vragen die Muriel hem steldde. In ge dachten verzonken ging hy dien avond naar huis. Hy was niet tevreden over zich zelf. Wat wilde hij toch? Was Muriel niet geknipt voor hem? Zoo'n ernstig meisje, dat geheel by hem paste. En dat kind, een grooter woelwater kon hij zich niet voorstellen. Toch kon hij dien nacht den slaap niet vatten en aldoor keerden zijn gedachten terug naar Muad. Den volgenden dag zond hij een briefje naar Muriel's winkel, met de mededeeling, dat hy dien avond niet kon komen door verkoudheid. Hij ging liever een nacht vreger slapen, dan was hij zooveel te eender beter, schreef hij. Maar dien avond ging hij niet van zijn kantoor naar huis. Hy had géén rust en hoop.e, dat een lange wandeling hem goed zou doen. Nadat hy in een restaurant had gegeten, ging hy op weg. Het was guur, nattig weer, maar hy lette daar niet op. Het was hem zelfs welkom om op de hoeken tegen de windvlagen te moeten vechten. Zijn gedachten, welke hem zoo vreeseiyk ver moeiden waren dan tot zwygen gebracht. Laat in den avond kwam hy doorweekt, nat thuis. Rillend van de kou ging hij naar bed en sliep spoedig in. Maar midden in den nacht werd' hy wakker, met hooge koorts en tien volgenden dag bleef hy in bed. Hy schreef een kort briefje aan Muriel, dat de kou niet be.er geworden was en dat hy misschien in een dag of twee weer geheel in orde zou zyn. Ze moest zich in géén geval ongerust maken, hy koos liever het zekere voor het onzekere. Eenige dagen gingen voorby en Muriel wachtte tevergeefs op tegenbericht, zy begon wel eenigs- zins ongerust te worden, maar George op zyn kamer opzeken, viel haar niet in. Zy was er nooit geweest, en daar George niet geschreven had dat hy graag wilde, dat zij hem kwam op zoeken, was zy overtuigd, dat hy dit liever niet had. Maar toen een kleine week met wachten ver ioopen was, hakte Maud de knoop door. Ik bgryp niet, dat je niet ongeruster bent, Muriel, zei ze. Of liever ongerust ben ik zelf niet en jy hoeft het natuurlijk ook niet te zyn. Maar als we nu eens samen gingen? George Is toch géén boeman! Muriel liet zich door haar jongere zuster overtuigen en zy gingen samen naar George. De hospita ontving hen beiden vriendelyk. Ja ze konden besc even naar de kamer van George gaan. Hy had wel een onrustigen nacht gehad en de ktiorts had hem leelyk verzwakt, zooals bijna altyd een aanval van griep waar de sterkste niet tegen kunnen. Pratende liet zy de dames de trap opgaan. Maud was al met een paar sprongen by de deur, terwyi haar zuster al pratende met de oude dame achter haar aankwam. Een kort tikje en Maud trad: de kamer binnen. George had zich opgericht en steunde met den arm op het hoofdkussen. Een koortsachtige gloed schitterde in zyn oogen. Hy breidde de armen uit en met een van vreugde trillende stem riep hij uit: Heerlyk, dat je gekomen bent, Maud', myn vroolyk meisje! Je wéét niet, hoe ik naar je verlangd heb je wéér te zien. Ontsteld deinsde het meisje terug. Muriel stond in de deuropening en ylde naar het bed. George's krachten waren ten einde. Hy zonk met uitgebreide armen voorover en bleef be wusteloos zitten. Lang bleven de beid'e meisjes aan het ziek bed zitten en het was heel laat eer zy terug keerden. De dokter, dien Muriel had laten komen, had géén hoop op herstel gegeven. Een, op zyn hoogst twéé dagen had de jongeman nog te leven. Zonder een woord te pra.en gingen de beide zusjes naar bed. Muriel lag nog lang wakker, zy had begrepen, dat Maul haar, zonder het zelf te willen, haar igróótsten schat ontstolen had en dien byna gelykertyd zelf had verloren. (Nadruk verboden),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1933 | | pagina 6