UIT BOEK EN BLAD
SPORT
GEMEENTERAAD.
ONS VOGELHOEKJE.
ONS SPREEKWOORDENHOEKJE.
greep Liesje, waarom ze Sinterklaas een „goed
heilig" man noemen.
„Ja, ik herken de jongejuffrouw nog wel van
gister", zu Sin.erklaas. „Het dochtertje van
meneer Heiteer, waar ik gisteravond om z>\cn
uur ben geweest Erg lief van je, kleine meid.
Liesje heet je immersheb ik dat goed ont
houden?"
„Enheb! uhebt u niets op uw ver
jaardag gekregen?", stotterde Liesje.
„Nee, kleine meid, maar dat was immers ook
niet noodig', zet Sin erklaas met een vreemden
glimlach, ,,'t ls zoo goed genoeg geweest, zeg
dat maar aan uw papa."
„Och, daar begrijp, dat meisje immers toch
niets van", waarschuwde de oude vrouw schie
lijk.
Maar Liesje schoten de tranen ln de oogen.
Wat kon zij Sinterklaas, dien besten, lieven,
heiligen man nog op zijn verjaardag geven? Een
spring ouw, daar zou hij niets aan hebben. Een
prentenboek en een slaappop ook niet. Maar
een wekker! Sinterklaas kon best een wekker
gebruiken. En met een verlegen gebaar reikte
ze Sin erklaas haar dierbaren wekker toe.
„Maar dat is aardig van je! 't Had anders
heelemaal niet gehoefd Nou kleine meid, wil
je je papa dan maar hartelijk bedanken!"
Maar Liesje snelde de kamer uit, en de gang,
en het s eegje. Inplaats van naar Elsje rende ze
naar huis. Ademloos kwam ze aan. Ze was toch
zoo blij, dat ze het dadelijk aan allemaal moest
vertellen: „Ik heb Sin.erklaas wat op zijn ver
jaardag gegeven!"
DE BEGROOTINGSZITTING.
Donderdagmorgen tien uur. Buiten is al de
naargeestigheid van een bewolkten November
morgen, in de raadszaal is 't behaaglijk warm
en een volledige raad begint goedsmoeds aan
de behandeling der begrooting voor 1934.
We weten het: veel nieuws zal deze dag
niet opleveren. Er is bezuinigd en menige
veer is er gelaten, maar de tijd brengt dat
nu eenmaal mede.
In 't Bloemendaaische gemeentelijke huis
houden heeft men nog te eten. Dat stemt tot
voldoening en stelt B. en W., die de ondank
bare taak hebben, deze aan alle kanten bezui
nigde begrooting te verdedigen, bij voorbaat
al veilig.
De voorzitter opent de zitting met een
gemoedelijk woord. Hij zegt, niet te willen
aandringen op bekorting der debatten, over
tuigd als hij is, dat de raad zich ook op 't
gebied van den spreektijd de noodige beper
king zal opleggen en geeft dan het woord aan
den heer S c h u 1 z, die de Algemeene Be
schouwingen opent.
De heer S c h u 1 z begint met de opmer
king dat in het algemeen de financieele posi
tie van de gemeente nog steeds vrij gunstig
is, dank zij de belangrijke mate van vestiging
van draagkrachtigen. Wanneer men thans tot
belastingverhooging moet overgaan is dit dan
ook geen verontrustend verschijnsel doch
alleen een gevolg van de wijzigingen in de tech
niek der belastingheffing. Men zal tegen de
voorgestelde 15 opcenten op de gemeentefonds
belasting dan ook geen bezwaar kunnen ma
ken. Dat geldt echter niet voor de 7 pet., d'e
B. en W. boven deze 15 pet. thans voorstel
len, daar de Regeering, naar uit een mededee-
ling van het Dageliiksch Bestuur bleek, niet
zal toestaan, dat het tekort van f 48000.uit
de reserve zal worden geput.
Spr. critiseert dat een gemeente, die juist
voor moeilijke tijden een reserve heeft ge
vormd, deze reserve thans niet gedeeltelijk
zou mogen aanwenden. Blijkt de Regeering
echter niet van dit goed recht der gemeente
overtuigd, dan steunt spr. het voorstel der
Financieele Commissie, om den post „On
voorziene Uitgaven" met een bedrag van
f 48000.te vermin-deren.
Nadat spr. het raadsbesluit van de vorige
zitting heeft gegispt, wijdt hp een woord aan
de Werkloozenzorg in deze gemeente, die aan
redelijke eischen voldoet.
Intusschen waarschuwt spr. er sommige
raadsleden voor, de positie der werklcozen niet
te zeer aan te tasten, hetgeen natuurliik niet
beteekent, dat een technische wüzig'ng der be
palingen niet zou kunnen plaats hebben.
Spr. komt dan tot een voorstel Quarles van
Ufford, dat blijkbaar (voor zoover ons bekcn'i
is dit voorstel niet gepubliceerd) om op de
locnen van het gemeerte-personeel de 8%
pet. pensioenpremie te verhalen.
Spr. bestrijdt dit voorstel krachtig en ein
digt er mede loyale medewerking van zijn
fractie toe te zeggen, op voorwaarde evenwel,
dat men het onmogelijke niet van de arbeiders
vertegenwoordigers eischt.
De heer Quarles van Ufford acht op
deze begrooting onyoldoende bezuinigd. De
crisis is sinds verleden jaar niet alleen geble
ven, maar in zeer belangrijke mate verergerd
ten gevolge van de intenationale verhoudingen
Deze toeneming van moeilijkheden wordt in
Bloemendaal op het ongunstigst gevoeld: Tal
van villa's van bekende personen, die het h;er
niet meer kunnen houden, staan te koop. Er
moet in Bloemendaal dus bezuinigd worden en
meer dan tot dusver.
Spr. stelt daarom voor, deze begrooting naar
B. en W. te renvoyecren met verzoek haar te
herzien met in achtneming van zijn voorstel,
om op het gemeente personeel de 8% pet.
premie te verhalen.
Da heer Cassee zal den heer Quarles niet
helpen, het touw van de stormklok te luiden.
Spr. releveert dat op een aantal inwoners
van 15.000 inwoners nog altijd een vermogen
van 287 millioen in Eloemeiicaal aanwezig is.
Het inkomen in Bloemendaa' bedraagt nog
steeds 34 millioen. Laat men daar dankbaar
voor zijn en inplaats van te klagen pogingen
in het werk te stellen, om Bloemendaal als
woonplaats aantrekkelijker te maken.
Komende tot de kwestie der opcenten wijst
spr. er op, dat andere gemeenten wé uit de
reserves mogen putten. Intusschen zai men
verstandig doen, de verzenen niet tegen de
prikkelen te slaan. Wat het aanta' opcenten
echter betreft, Spr. stelt zich voor een voor
stel te doen, het aantal oncenten op de Ge-
meentefondsbel"stln|z or> 13 te sfeii-or, en op
de vermogensbelasting 25 opcenten te heffen.
De heer Lilden wijst er op. dat de cijfers
van den heer Cassee waarschijnlijk betrekking
hebben op den toestand vóór den val van pond
en dollar. Sprekende over de crisis uit Spr.
als zijn meening, dat men wijs zal doen, niet
te verwachten, dat na deze ineenstorting een
nieuwe periode van opbloei zal komer., zooals
wij die gekend hebben. W\j leven in een over
gangsperiode voor een geheel anderen tijd en
men zal daar rekening mee moeten houden, in
het particuliere leven zoogoed als in het
openbare.
Wat nu deze begrooting betreft, den alge-
•meenen geest van een begrooting kan een Fi
nancieele Commissie niet beoordeelen. Zij kan
den vinger op klaarblijkelijk te hoog of te laag
begroot» posten leggen. I-Iet college van B. en
W. is en blijft echter de instantie, waar men
het juist en meest volledig inzicht in de be-
grooting heeft. En in dezen gedachtengang is
het denkbeeld van den heer Quarles van Ufford
den heer Luden niet onsympathiek, al zal het
college zich eventueel moeten hoeden voor de
aantasting van die goederen die de gemeente
gehouden is, te bewaken.
De heer Noorman vraagt meerdere belang
stelling voor den woningbouw en geeft voorts
in overweging, een gemeentelijk grondoedrijf in
te stellen.
Spr. uit voorts zijn verbazing over het feit,
dat het voorstel Quarles tot verhaal van de
pensioenpremie niet in het georganiseerd over
leg is behandeld.
De heer Witteman is tegen renvoyeering
van de begrooting van B. en W. uit practische
overwegingen. Wat het voorstel Quarles tot
verhaal van de pensioenpremie betreft, spr.
stelt voor dit voorstel naar het Georganiseerd
Overleg t-e verwijzen.
De heer De Lestrieux Hendrichs
is niet tegen deze verwijzing, maar geeft in
overweging, vooraf de kansen van dit voorstel
te peilen. Ook deze spreker is tegen renvoyee
ring der begrooting.
De heer Posthumus Mijjes consta
teert, dat men in het verleden op te grooten
voet heeft geleefd. Nu men in deze moeilijke
tjjden een nieuw jaar gaat begrooten zal men
er rekening mede moeten houden niet met
wat er noodig is, maar wat er beschikbaar is.
Sp. is voor renvoyeering.
De heer Dorhout Mees spreekt in gelij
ken geest. Deze heele begrooting is veel te
hoog. Op bijna iederen post kan bezuinigd wor
den. Salarissen, openbare werken, wegenver
zorging alles is veel te veel opgevoerd. Laat
men op de wegenverzorging eens om te begin
nen f 10.000 bezuinigen en de kassen afschaf
fen. Het onderwijs is door de boventallige
onderwijzers veel te duur. Het besproeien van
een paar onoordeelkundig geplaatste rozen-
perkjes in Aerdenhout kost f 400..Dit alles
zrjn dingen, die niet gehandhaafd kunnen wor
den. Over de werkloozenzorg zal spr. niet veel
zeggen. Men kent zijn standpunt dienaangaan
de en weet, dat hij het onbillijk acht dat een
werklooza hier meer verdient dan een arbeider,
cie in het vrije bedrijf werkt. Spr. is dan ook
voor terugzending der oegrooting.
De voorzitter meent, lat veel bezwaren
tegen deze begrooting terug te brengen zijn tot
de rsgeeringsmaatregelen der laatste jaren.
Onberedeneerde ontstemming treedt nu in de
plaats van beredeneerde critiek, waarbij men
niet bedenkt, dat de toestanden totaal anders
zijn geworden. Aan de hand van cijfers toont
spr. aan, dat er inderdaad op drastische wijze
is bezuinigd.
Wanneer men nu onaangenaam getroffen is
door de heffing van opcenten bedenke men,
dat deze heffing al een paar jaar geleden
noodig was, doch men heeft geteerd op mee
vallers en uit de reserves gsput.
Spr. verklaart dan na een bestrijding van
het voorstel-Quarles tot terugzending, dit voor
stel volkomen onaannemelijk. Het gaat niet
aan, dat de Raad, die volkomen bevoegd! is,
van al hetgeen de begrooting betreft, kennis
te nemen, van een zoo groot gemis aan verant
woordelijkheidsbesef blijk geeft, door te zeg
gen: „Hier hebt ge de begrooting terug. Wij
kunnen het niet. Doet gij het maar." Komt deze
begro-o-ting bij B. en W. terug, dan zal spr. bjj
Ged. Staten in beroep gaan.
(De zitting duurt voort).
ALS DE BLADEREN VALLEN.
Als het dagwerk is gedaan en bij velen de
avondboterham genuttigd is, ruimt moeder de
tafel en bergt het overgebleven brood in de
provisiekast. Als een der kinderen daarna nog
een stukje wil eten, zegt ze: „Nee, we begin
nen niet weer, de kast is toe. Morgen is er
weer een dag.
e
't Is herfst. De stilte van den dood schijnt
over de natuur te zweven. Breede lichte nevel-
strepen liggen over weide en akker, 't Is
de avond voor onze plantenwereld. Den heelen
zomer door hebben de worteltjes voedsel op
gezogen, dat in de bladeren tot spijs is bereid.
Een deel daarvan is verbruikt om nieuwe
knoppen voort te brengen, een ander deel is
opgeborgen in de provisiekast van de plant
Deze provisiekast kan zijn een bol, een knol of
een stengel dien wij wortelstok noemen.
Ieder heeft zijn best gedaan. De lieve zon
heeft geholpen, wat ze kon. Maar nu de win
ter nadert, schijnt ze niet zoo lang en zoo
warm meer als voor eenige maanden. Ze kan
de aarde niet meer vo'doende verwarmen. Die
koelt 's nachts sterk af. En nu gaat het de
zuigworteltjes net zoo als de hagedisjes en de
kikkers. Ze worden loom, moe en slaperig. En
terwijl de hagedissen en de kikkers in een
warm of beschut hoekje kruipen, om den
langen winterslaap in te gaan, staken ook de
zuigworteltjes hun werk. De bladeren bereiden
het laatste sap, met bleeke zonnestralen tot
spijs, die in de provisiekast wordt opgeborgen,
en krijgen geen nieuwen toevoer. Het werk in
de keuken is gedaan. De kastdeur gaat op slot.
Nu hebben de bladderen hun levensplicht ver
vuld.
Ze hebben hun mooi groene kleur verloren
met het verdwiinen van het blad.gr"«<n, van den
kok uit de keuken. Nu zijn ze geel cf brum-
grauw en dor. Ze sterven en vallen af.
rrr 7iJn o^der de planten arme en rijke lui.
"tste wonen op vruchtbaren grond. Zij
kunnen voedsel in overvloed krijgen en boven
dien nog wel zooveel opleggen, dat de knoppen
in 't voorjaar geen armoede behoeven te luden.
Zulke planten gaan den schralen harden winter
getroost in. Die kan ze niets doen.
Maar er groeien planten op schreden grond.
Dat z\jn de arme lui Die kunnen in den korten
zomertijd niet genoeg voedsel opleggen om de
knoppen kracht te geven in 't voorjaar open
te gaan. Die planten moeten den kok in de
keuken houden. Haar bladeren blijven groen
om altijd gereed te zijn den arbeid op te vatten
of te hervatten.
Zoo blijven dennen en sparren, erica en cal-
luna, hulst en rhododendrum altijd groen.
Vallen de bladeren bij deze planten dan niet
af? Jawel. Dat zit zoo. Nemen w© als voor
beeld den groenen den Die draagt 5 c.M. lange
naalden of bladderen, die twee aan twee, dicht
bij elkaar zitten. Eerst in het derde jaar berei
kt) ze him vollen wasdom. Ais ze hun levens
werk hebben gedaan, verbruinen ze en laten
van den tak los om drie groene generaties aan
den tak achter te laten. Zoo blijft de den altijd
groen, een zinnebeeld van eeuwig leven, hoewel
uit nood.
Van den lariks wil ik ook iets zeggen. Die
laat wel leder jaar zijn naalden vallen. Deed
hij dit niet, dan kwam hij misschien in nog
grooter ongelegenheid dan nu hij in 'f voorjaar
half verhongert. Want de takken van den la-
riks zijn fijn en zwak. Zij zouden een vracht
sneeuw niet kunnen torsen, zonder te bezwij
ken. Daarom kiest de lariks van twee kwaden,
het minst erge: beter half verhongeren, dan
heelemaal gebroken!
De takken van callima en erica zijn zoo taai,
dat ze zender nadeel door de sneeuw plat op
den grond kunnen worden gedrukt.
De rhododendron krijgt voortdurend nieuwe
bladeren en stoot dan de oude af.
KERST ZWART.
ONTVANGEN BOEKEN.
HET AUTOBOEK VOOR JONGENS
naar het Duitseh van Ir. Rolf Schur,
voor Hollandsche jongens bewerkt
door W. J. C. Eikendal.
Willen de jongens zich tot behoorlijke auto
mobilisten ontwikkelen, dan is geen betere op
voeding denkbaar, dan een waarbij zij zich al
vroefg vertrouwd maken met de auto en alles
wat daartoe behoort.
De Uitgeversmaatschappij „Kosmos" te Am
sterdam heeft weer eens een goede gedachte
gehad en op de degelijke en smakelijke wijze,
die wij van haar gewend zijn, deze gedachte uit
gewerkt en Jan Feith leidt met bovenstaande
woorden het „Autoboek voor jongens" in.
Wjj kunnen ons volkomen vereenigen met
wat de uitgeefster zelf omtrent het boek zegt:
„Het Autoboek voor jongens, zal elke jongen
van A tot Z en in alle bijzonderheden willen
lezen en bestudeeren, omdat het op duidelijke
en prettige wijze in de geheimen van de auto
inwijdt en hem alles leert kennen van de fa
brieksmerken tot de constructie en werking van
de motor, van de carosserie tot alle hefboomen
en andere bedieningsorganen, van het zelfrijden
tot alle verkeersregelen.
Inhouds-overzicht
Deel I. De auto aan den buitenkant. De ra
diator, het gezicht van de' auto. De fabrieks
merken. Auto-namen en wat ze beteekenen. Het
nummerbord. De club-emblemen. De kleeding
van de auto, de carosserie. De stroomlijn-caros-
serie. De schoenen van de auto; de handen. Het
verdere toêbehooren van de auto.
Deel n. Het inwendige van de auto. De in
strumenten hij de bestuurderszitplaats. .De
motor, het hart van de auto. De pedalen en hef
boomen in het hestuurderscomoartiment. De
schgnwerpers en signaal-hoorn, de oogen en de
stem van de auto. Het chassis, de naakte body
van de auto. Het rijden met een auto.
Deel III. Wat men verder nog weten moet.
Auto's voorheen en thans. Wonderen in de auto
(autornobilisten-wiskunde). De hoogste wensch
van eiken jongen: het rijbewijs. Discipline! De
eerste voorwaarde voor een geordend verkeer.
Opdat jullie kunt meepraten! Vaktermen in de
automobilistentaai en wat ze beteekenen.
Eenige brandstofnamen en benzine-firma's.
Automobilisten Lexion. Alles toegelicht met een
schat 'van duidelijke en fraaie foto's en teeke-
ningen.
Wie dit boek met aandacht gelezen heeft,
heeft reeds het halve rijbewijs in zijn zak. De
prijs is f 2.50.
Wij ontvingen, en het had dadelijk onze
groote belangstelling, het werk, waarnaar
reeds geruimen tijd werd uitgezien. „Levens
leer" van Plof. dr. A. H. de Hartog te Am
sterdam. Uitgeefster is de N.V. P. Noordhoff
te Groningen en Batavia.
Uit dit werk, zooals trouwens niet anders te
verwachten was. spreekt den lezer reeds dade
lijk een geest van verlichting, vrede en vrij
heid aan. Dit boek is ook een synthetisch boek,
in dien zin dat schrijver's veelzydigheid (alzij
digheid is een overdreven woord) hierin haar
beslag krijgt als in een schoon gebouw van
nauwkeurig bepaalde vormen, welks styi-mo-
t.ieyen zijn van een bewogen natuur.
Dat de naam van onzen redacteur, die in
Nieuwe Banen goed gespeld was bij de aanha
ling van diens uitspraak „In den grond is de
eenvoud", in dit werk op hjz. 215 is gespeld met
„ie" nemen wij den schrijver niet kwalijk. Deze
geleerde is geen peuteraar, noch was hy cor
rector van beroep.
Het boek is vol van schoone vondsten en
treffende uitdrukkingen; wij beschouwen bet
als een der beste meta-physische Nederland-
sche leesboeken van dezen rijken tijd in ons
geestelijk rijke land. Wij zullen meermalen aan-
'eiding hebben kernachtige gezegden uit dit
werk aan te halen. De uitgeefster kan hart
grondig met deze uitgave gelukgewenscht
worden
1
HET AUTOBOEK VOOR JONGENS.
Bewerkt naar de Duitsche uitgave
van Dipl. Ir. Rolf Schur, door W. J.
C. Eikendal. Met medewerking van en
ingeleid door Jhr. Jan Feith. Met
honderd afbeeldingen. l). V. Uit
gevers Mij. „Kosmos", Amsterdam.
Gebonden f 2.50.
Een aardig boekje voor de jeugd en ook voor
ouderen, die hun oppervlakkige kennis van den
motor wat willen verdiepen, in voor de jeugd
begrijpelijke taal vlot geschreven en met veel
duidelijke illustraties aantrekkelijk gemaakt.
Alle automerken van gangbare wagens zyn op
gesomd, alle merkteekens van de verschillende
provincies en van de landen, alle seinen en
waarschuwingsborden. Vooral de hier en daar
scherp geteekende doorsneden demonstreeren
verschillende details, die aan den buitenkant
van den motor niet te zien zijn en waarvan de
werking toch zoo menigmaal prikkelt tot de
vraag hoe zit dat nou eigeniyk in elkaar? En
wat moet er gebeuren als er eens iets hapert?
Waarbij dan geen handleiding gegeven is voor
zelf-reparatie, dat zou te vèr gaan, maar alles
toch wel zóó duidelijk uitgelegd, dat men
althans de opgetreden kwaal kan constateeren.
Wat wil men nog meer voor onze technische
jeugd van twaalf tot veertig jaar?
ESVéA:
Prof. Dr. A. H. de Hartog, „LEVENS
LEER". P. Noordhoff N.V., Gronin
genBatavia.
Wij ontvingen, en het hacl dadelijk onze groote
belangstelling, het werk waarnaar- reeds geruimen
tyd werd uitgezien: „Levensleer" van Prof. dr.
A. H. de Hartog te Amsterdam. Uitgeefster is
de N.V. P. Noordhoff te Groningen en Batavia.
Uit dit werk, zooals trouwens niet anders te
verwachten was, spreekt den lezer reeds eadelijk
een geest van verlichting, vrede en vrijheid aan.
Dit boek is ook een synthetisch boek, in dien zin
dat schrijver's veelzydigheid (alzijdigheid is een
overdreven woord) hierin haar beslag krijgt. Het
is als een schoon gebouw van nauwkeurig be
paalde vormen, welks stijl-motieven zijn van een
bewogen natuur.
Dat de naam van onzen redacteur, die in
Nieuwe Banen goed gespeld was by de aanhaling
van diens uitspraak „In den grond is de een
voud", in dit werk op blz. 215 is gespeld' met
„ie" nemen wy den schrijver niet kwalyk. Deze
geleerde is geen peuteraar, noch corrector van
beroep.
Als proeve van bezinning, welke hier te vinden
is, drukken wy hier voor onze lezers de bladzüde
af, waarin het Geloof wordt omschreven als
poort tot nieuw leven, hooger inzicht, kennen en
begrijpen, van wat eerst onbekend en onbegrij-
peüjk was en voor hen die voor den Tempel der
Waarheid den pas markeeren, zelfs onkenbaar en
onbegrijpeiyk schynt.
„Zoo biykt het Geloof voorwaarde tot leeren
en begrüpen. Maar dit aannemen op gezag of
bevel van het geloof, is niet een zich neerleggen
bij het onbegrijpeiyke, maar, veeleer omgekeerd,
een openstaan als een open oor of oog voor het
geen zich voordoet, hetzij ials persoon of als zaak
of als beginsel. Zoo biykt het geloof een opge
ven van eigen gezichtskring, een waagstuk om het
onbekende te laten spreken en te laten gelden en
aldus in te zien, dat dit onbekende, indien het
door het geloof wordt benaderd, in zijn beteeke-
nis en rijkdom bekend wordt. Dus is geloof de
poort tot nieuw leven, tot hooger inzicht, tot
kennen en begrijpen van hetgeen eerst onbekend
en onbegrijpelijk was. Geloof is dus een wilshou-
d'ing van den centralen mensch om uit eigen
kring te komen tot wüder inzichten en nieuwe
mogeiykheden- In 't geloof geeft men den „Parti-
kularwille" op om aan den „Universalwille"
deel te krijgen (Schelling). Daarom moge het
geloof eenerzyds een aannemen inhouden, ander-
zyds is het vertrouwende zelfovergave om boven
het zelf met zijn eigenzin, eigendunk en eigen
wil uit te komen tot hooger, tot het Hoogste
Goed".
Het Geloof, dus wel verre van voor hem te
zijn een traagheid' van het verstand, biykt voor
De Hartog de voorwaarde van en de toegang tot
dieper hooger Leven en wijder inzicht.
Het Boek is ook overigens vol schoone vond
sten en treffende uitdrukkingen; wij beschouwen
het als een der beste meta-physische Nederland-
sche leesboeken van dezen rijken tyd in ons
geestelijk rüke land'. T.
BOEKBESPREKING.
G. Gibbard Jackson. HET BOEK
DER ONTDEKKINGSREIZEN.
Uitg. G. B. van Goor Zonen.
Ingen. f 2.25. Gebonden f 2.75.
Een heerlijk hoek voor onze jongeren!, doch
ook vele ouderen zullen ervan genieten. Een
boek vol avonturen, die bovendien allemaal
echt gebeurd zijn. De schrijver wijst er op, dat
alle ontdekkingsreizen, hetzij van Marco Polo,
Culumbus. of Livingstone slechts slaagden door
de karkatereigenschappen van den leider. Het
hoek is overigens zeer goed gedocumenteerd.
De routes zijn zoo nauwkeurig omschreven, dat
ze op de kaart te volgen zijn. Dergelijke lectuur
behoort o.l. in elke schoolbibliotheek thuis.
De fa. van Goor heeft dit boek op royale wyze
uitgevoerd. Niet minder dan 124 zeer fraaie
foto's zijn erin opgenomen. Een prachtig St.
N icolaasgeschenk
Land- en tuinbouwspreekwoorden.
v (Vervolg).
Vrouwenkoorn goed koorn.
Heb uw buurman lief, maar demp de
scheigrep niet.
Maarte-gerz komt nea (of net) foare seyne.
De wilg heeft het paardt betaald, voordat de
eik den toom heeft betaald.
DE ECHO.
In een vergadering werd de voorzitter her-
haaldeiyk door geschreeuw onderbroken. Ein
delijk werd hy ongeduldig en riep sarcastisch:
Wie maakt daar toch dat ezelsgebalk?
Het was maar een echo. riep een snaak
uit den boezem der vergadering.
VOETBAL
De uitslagen van j 1. Zondag zyn
SpartaanBlauw-Wit 00
D.O.S.Eó'o 08
T.O.G.—V.V.A, 9—0
B.F.C.Hercules 11
Bloemendaal—Velox 1—1
Wel een dag van geiyke spelen dus Niet min
der dan vier van de vyf wedstryden eindigden
met een verdeeling der punten. In die vier ont
moetingen wisten de 20 voorhoede-spelers slechts
vier doelpunten te maken, wat wyst op incom
petente aanvallen en/of sterke verdedigingen.
De grootste verrassing was zonder twüfel de meer
dan schitterende overwinning, welke Edo in
Utrecht nog wel, op het lang niet zwakke D.O.S.
behaalde. Op afdoende wyze hebben de Haar
lemmers revanche genomen, op de 52 nederlaag
die die DOS in den eersten competitiewedstryd
hun toebracht.
De derby SpartaanBlauw Wit kenmerkte
zich door gemiste kansen en goed werk der
doelverdedigers, in het bijzonder van Oerlemans.
Intusschen zakt Blauw Wit bedenkelük af: na
de weinig overtuigende 31 zege op TOG 'thans
een gelijk spel tegen Spartaan. De Stadion-be
woners schynen er eenigsztns uit te zyn. Ze die
nen zich spoedig te herstellen, want de concur
renten Velox en Edo liggen op de loer!
De tweede Amsteróamsche derby TOGWA,
van zooveel belang voor de laatste plaats, was
het aanzien nauweiyks waard. Vooral ln de voor
hoede werd geducht geknoeid, en het verwon
derde dan ook niemand van de slechts zeer wei
nige toeschouwers, d'at de keepers niet gepas
seerd werden. TOG was in het veld sterker dan
VVidat echter met man en macht verdedigde.
DOS trof het niet, dat de Edo-aanval een by-
zondere productieve bui had'. Voor de rust had
den de rood-zwarten reeds drie maal gescoord, en
toen was DOS al een geslagen elftal. In de
tweede helft bleef het Edo-kwintet er lustig op
los scoren, en voerde de stand' regelmatig tot
80 op. Jammer was het voor de gasten, dat een
hunner spelers, Bruyn, het ongeluk had een been
te breken. Van ruw spel is echter geen moment
sprake geweest. Het ongeval was een gevolg van
noodlottige omstandigheden.
Ook in Bussum werden de punten tusschen
BFC en Hercules gedeeld. Was het BFC dat d'e
leiding nam, door goed spel van Daaf Buitenweg
werd Hermmes in de gelegenheid gesteld doelman
Vos te passeeren, en zoo de balans weer in even
wicht te brengen. Wel kwam de thuisclub hierna
ver in d'e meerderheid, doch het stevige verdedi
gen der Herculanen stond verder succes in den
weg.
Ook Velox kon het Bloemendaaische moordhol,
zooals het terrein aan den Brederodeweg wel
genoemd wordt, niet zonder kleerscheuren ver
laten. Een punt hebben de geel-zwarten er
achter moeten laten. Het gelijke spel geeft d'e
krachtsverhouding der partijen in dezen wedsryd
overigens juist weer.
Bloemendaal was zwaar gehandicapt, door het
in de eerste minuten al onklaar raken van den
middenvoor J. Kohier. Was deze speler fit ge
bleven, dan achten wy de kans groot, dat ten
minste één der vele kansen, welke de thuisclub
voor de rust geboden werden, benut geworden
zou zyn. Nu luidde de ruststand 00. Want de
talryke, meestal goed opgezette Velox-aanvallen
liepen dood op de hechte stevige verdediging der
witten, waarin Jonkergouw en Huisman zeer goed
speelden.
De hervatting begon met eenige Bloemendaal-
attaques, doch toen J. Kohier van het tooneel
verdween, was de samenwerking in de voorhoede
geheel zoek. Teen volgde een periode waarin
Velox sterk aanvallend was. Maar onze defensie
stond' pal, en 't waren H. Beyk, Bakker en Jon
kergouw, en in de laatste instantie Huisman, die
elk onheil bezworen. Nogmaals viel het goede
werk van de Wilde op.
Als Immer mooi voor doel plaatst (er was
toen nog zeven minuten te spelen) kopt H.
Kohier keurig in. De vreugde was echter van
korten duur, want by een der volgende aanval
len maakt de rechtshalf der gasten met een zeer
effectvol schot in den uiterste bovenhoek geluk.
In de laatste minuten stopt Huisman byzonder
fraai een keihard ingeschoten bal van Velox'
-echtsbinnen Hettinga, en toen was het afgeloo-
pen. Beide partyen waren tevreden. Het is vooral
Bloemendaals verdediging, die met genoegen op
haar prestaties terug kan zien, want de gevaar-
lyke Velox aanval te bedwingen strekt haar tot
eer.
Jammer is het daarom, dat C. Bakker, die
weer met zooveel succes de links-back plaats be
zette, niet verder van de Party zal zyn. Dit be
teekent een groot verlies voor het elftal, dat in
de laatste samenstellingen de goede combinatie
gevonden had-
Voor a.s. Zondag luidt het programma:
Velox—T. O. G.
V. V. A.Spartaan
Blauw-WitD. O. S.
EdoB. F. C. (uitgesteld)
HerculesBloemendaal.
T. O. G. krijgt tegen Velox niet de minste
kans haar positie te verbeteren. Voor V. V. A
achten wy dit niet uitgesloten. Ten minste
één punt kunnen dunkt ons, de V. V. A.'ers,
die op eigen terrein spelen, uit de ontmoeting
tegen Spartaan halen-
Blaauw-Wit dient haar taak tegen D. O. S.
serieus op te vatten, al heeft D. O. S. tegen
Edo een zware nederlaag geleden, wil dit niet
zeggen, dat de Domstedelingen zonder meer
als het „zachte eitje" zullen fungeeren.
Bloemendaal gaat voor de derde maal naar
Utrecht. De vorige keeren was de reis ver van
succesvol. Het is te hopen, dat de witte ploeg
na haar fraaie verrichtingen op eigen terrein,
nu eens op een vreemd veld haar capaciteiten
vermag te toonen. Bloemendaal verschynt ln
de volgende samenstelling:
Huisman
Jonkergouw v. d. Linde
Immer Beyk de Wilde
Kamminga de Bock J. Kohier v. Gelder
v. Leuven
Het medespelen van J. Kohier staat nog n et
vast. Is hy nog niet fit, dan speelt van Ge'der
middenvoor en Leemhuis linksbinnen.
Van de lagere elftallen speelt:
Bloemendaal VeteranenSwastika
10
u.
Bloemendaal 3—Spaarndam 2
10
u.
Bloemendaal 4Kinheim 6
2
11.
Hillinen 5Bloemendaal 5
12
u.
Kenau 4Bloemendaal 6
2
u.
Junioren:
R. C. H. aBloemendaal a
12 U.
Kennemers aBloemendaal b
12
11.
Beverwyk bBloemendaal c
12
u.
Adspiranten (Zaterdag).
Bloemendaal bZeemeeuwen b
2.30 U.
Bloemendaal dR. C. H. e
2.30
u.