2D.
i.d.K.
3259,
- Mr. Cornelisstraat 40
Telefoon 15014
Heden ontvangen de
NES.
Tel. 13310
1
:ers
HAARLEM
igenweg 74
Losse Blaadjes.
SPORT
Filmjournaal.
De Haarlemsche
Coöperatieve DinerVerg.
SCHAAKHOEKJE.
groote keuze
rALAGES
ïerk
HAARLEM.
>gericht 1902
'S
T
i.
lews.
lankbaar.
Predt. te Den
ond.
tal.
laarlem.
Popellaan
Albanus. Ge-
roken H. Mis.
te Santpoort.
>s. C. J. van
ntpoort.
'an den Bergh
on zijn!" (Gat.
Jemeente
rtz.
Haarlem.
ed.
rs.
BATAVIA.
rt van Jacatra,
loop. Ergens in
dat kanon te
anneer de loop
ïerschappij van
sn.
in bijgeloof ge-
aan dit kanon
beteekent voor
ag. En zoo ziet
ai fraai uitge-
:n en vrouwen
;ndang op hun
pajonkjes naar
sn.
istaat er nog
i groot enthou-
ou zoo'n kanon
talie, waar dit
it, goede dien-
oort natuurlijk
'an Batavia en
rikanen in '29
st programma-
td destijds een
kaanschen in
t kanon, maar
„Amerika be-
AMSTERDAMSCHE TIJD, ZONNETIJD,
3VlNTERTIJD*-"Si,OORTIJD, ZOMERTIJD
GREENWICHTIJD?
OF
Wat zijn we in den laatsten tijd
Toch met de klok aan 't scharr'len!
We meet 't eens goed bekijken, want
't Gaat in m'n hoofd aan 't dwarr'len!
Eerst vonden we den zomertijd
Van Amsterdam den waren.
De spoorweg had den Greenwich-tijd:
Dat leverde bezwaren:
Wanneer precies de trein vertrok
Dat kon je niet te best zien.
Want „elf-uur-zes-en-vijftig" was
In waarheid „twaalf-uur-zestien"!
Zoo'n spoorboek met aparten tijd
Gaf dus een heel gereken.
Daarom ls 't later afgeschaft
En dat was gced bekeken.
Toen kregen we den zomertijd;
Daar is wat om gevochten,
Opdat de stedelingen van
13e zon gemeten mochten!
Des zomers dus een uur te vroeg
En 's winters weer 't normale.
We zijn er aardig aan gewend
Dit kunstje uit te halen.
Nu wil men 't weer verand'ren gaan,
Zooals U hebt gelezen;
In plaats van Amsterdamsche tijd
Moet 't Greenwich-tijd thans wezen.
Dan krijgen we in 't heele land
Den spoorboek-tijd (den ouden!)
Maar den modernen zomertijd
Wil men toch ook behouden.
Dan is de klok des winters dus
Twintig minuten achter
En 's zomers veertig vóór. Welnu
Is dat zoo gek? Wie lacht er?
Dan weer eens achter dan weer vóór,
Dat is toch niet zoo héél mal?
Mijn klok, die op den schoorsteen staat,
Die doet dat uit zichzelf al!
Het is niet denkbaar, dat er veel
Bezwaren rijzen zouden
Enwellicht wordt die nieuwe tijd
!Wel beter dan de oude! -
En des nachts, als we schijnbaar rusten, be
gint de voorstelling eerst recht. De uitvinders
van de film konden den droom wel tot voorbeeld
hebben genomen. Wat is de vernuftigste
goochelfilm, de griezeligste gruwelfilm, de zotste
filmclownerie of de zoetste filmromantiek ver
geleken bij hetgeen onze verbeelding ons in den
slaap voortoovertGeen productie van Holly
wood kan concurreeren tegen de productie van
ons slapend bewustzijn.
Nu is er één principieel verschil tusschen het
witte doek en de menschelijke geest. In de
bioskoop zijn wij toeschouwer, in de film van
het werkelijke leven spelen wij zelf. En we spe
len geen rollen, gelijk de helden van 't witte
doek, maar wat wij creëeren, is bittere ernst.
Wij leven ons uit in die tienduizenden bonte
tafereelen, waaruit elke dag voor ons bestaat.
Die tafereelen, die afwisselende episoden, dat
zijn wij. Wijzelf.
Is het nu eigenlijk niet merkwaardig, dat wij
in dien dagelijkschen maalstroom van de ge
beurtenissen ons zelf kunnen blijven? Want
ieder onzer reageert op wat hem overkomt, naar
eigen aard en karakter. Geen twee films van
onze wakende en slapende productie zijn gelijk.
Men herkent aan zijn gedachten, gevoelens,
verbeeldingen en daden onmiddellijk den
mensch, die er de schepper van is. Geen twee
menschen van de zooveel millioen zijn gelijk.
Ook hier is de overeenkomst tusschen de
film en de menschelijke geest weder treffend
Want ook twee filmregisseurs behandelen im
mers hetzelfde onderwerp op hun wijze. Men
herkent aan hun werk een René Clair en een
Pabst.
Zooals een filmregisseur de hem ten dienste
staande beelden ordent en rangschikt naar
eigen inzicht, handelen wjj allen met het bonte
materiaal, dat de dag ons biedt. Wij laten het
leven niet over ons heen komen, maar keuren
en knippen het en geven er vorm aan en stijl.
Door dit herscheppend vermogen toont de
mensch zijn heerschappij over de dingen.
H. G. CANNEGIETER
Wij, Nederlanders, hadden een stille hoop, dat
ons elftal, na de schitterende prestaties in de
voorronde, voor een verrassing zou zorgen. Het
heeft niet mogen z(jn; want volkomen verdiend
verloren wij al in het eerste treffen tegen Zwit
serland, dat technisch veel beter was als Oranje.
Vast is komen te staan, dat alleen met geest
drift een wereldkampioenschap niet gewonnen
kan worden, maai* dat een technische onder
grond onontbeerlijk is.
Toch hiabben wij een overwinning behaald in
Italië; wij hebben ons uitstekende verliezers ge- 2d-e korpsprijs, vereen. Concordia
(Nadruk verboden)
Een van de dingen, waardoor de film een
bizondere aantrekkingskracht uitoefent, is de
overeenkomst welke zij biedt met de wijze,
Waarop de gebeurtenissen van het werkelijke
leven zich weerspiegelen in den menschelijken
geest. In den menschelijken geest gaat het
juist als op het witte doek: met verbijsterende
snelheid volgen de beelden zich in bonte afwis
seling op.
Gaan wij na, wat wij op één dag zooal aan
Indrukken in ons opnemen, dan komen wij tot
de ontdekking, dat er zich ook in ons bewust
zijn dagelijks een kilometers lang filmlint af
wikkelt en dat de beelden, welke dat filmlint
reproduceert, in verrassende effecten die uit de
bioskoop overtroeven.
Inderdaad is ons dagelijksch bestaan boeien
der, sensationeeler en komischer ook dan de
prachtigste filmvertooning. Helaas laten -wij
deze gratis-voorstelling meestal aan ons voorbij
gaan zonder dat wij er aandacht aan besteden.
Het gaat er mee als met de bloemen, welke
aan de berm van den weg bloeien. Een orchidee
ïs heusch niet zooveel mooier dan roode klaver,
maar zij is zeldzamer en wij moeten er veel voor
betalen. Daarom vergapen wij ons er aan en
wij letten niet op de bloemenpracht, welke wij
Sn overvloed om ons heen kosteloos kunnen ge
nieten.
Wanneer wij er ons eens toe zetten, al het
geen ons op één enkelen dag passeert, te be
kijken, alsof wij op onze stoel in de bioskoop
Zaten, dan beginnen wij al met onder de voorbij
gangers op straat typen te ontwaren, die, wan
neer wij ze op het witte doek zagen, ons als
welgeslaagde creaties zouden vermaken of zou
den ontroeren.
Wat een markante koppen, wat een levende
gebaren, wat een schilderachtige figuren! En de
aardige tafereeltjes, die men ziet! Zijn ze niet
zóó uit de film genomen, ja, overtreffen ze de
film niet dikwijls in tragiek en humor?
Maar dan de situaties, waarin wij zelf mede
speler, soms hoofdpersoon zijn. Wat gebeurt er,
als we er eenmaal op letten, eiken dag eigen
lijk veel met ons. En telkens weer van anderen
aard. De schrilste tegenstellingen volgen elkaar
op. Uit de droevigste oogenblikken verhuizen
wij, zonder eenigen overgang meestal, naar het
gebied van de zotternij. Of is er geen tegenstel
ling tusschen het één en het ander In het
droevige ligt vaak een bestanddeel van dwaas
heid besloten en de vroolijkheid kan soms
triest aandoen. Het tragische ontmoeten wij zel
den in zuiveren vorm en ook het komische komt
bijna nooit onvermengd voor. Tragi-komisch is
het leven van minuut tot minuut.
Uit hoe velerlei episoden bestaat een enkele
levensdag! Die episoden volgen elkaar niet
ordelijk op als de hoofdstukken en de regels
van een hoek. Het zijn brokstukken, nu groot,
dan klein; nu van vlak bij in het gelaat ge-
Zien, dan als een nietig puntje in de wazige
verte. Uit welk verschillend oogpunt aanschou
wen wij de elkaar opvolgende gebeurtenissen
naar gelang van de wisselende stemming van
ons gemoed. Nu eens staan ze recht voor ons
en de tafereelen ontwikkelen zieh rustig en
gaaf; dan flitsen ze als onsamenhangende
beelden hortend en stootend voorbij. Nu zien we
ze scheef, dan weer op hun kop; soms ook
draaien ze om ons heen en wisselen van vorm
gis de glaasjes in een kaleidoskoop,
VOETBAL
Rekenen wij de Olympische voetbaltournooien
mede, dan was het in Italië gehouden tournooi
het zevende, dat dim wereldkampioen aanwees.
Voor de eerste maal werd in 1908 te Londen
om den titel gestreden. De finale tusschen Enge
land en Denemarken werd met 20 door En
geland gewonnen. In de demi-finale werd Ne
derland, dat eerst Hongarije met 30 geslagen
had, door Engeland met 40 uitgeschakeld. In
1912 te Stockholm was Engeland wieer winnaar,
door in dêh eindstrijd Denemarken met 42 te
I slaan. Nederland had het nogmaals tot de halve
finale gebracht, na resp. Zweden met 4—3 en
Oostenrijk met 31 overwonnen te hebben. In
de Denen moesten wij echter onze meerderen er
kennen. (41).
Door den wereldoorlog ging de Olympiade in
1916 niet door. Het was in 1920, dat Antwerpen
de eer te beurt viel, de deelnemers binnen hare
muren te ontvangen.
België werd wereldkampioen. Dte eindstrijd
ging tegen de Tsjechen, die met een stand van
20 in het voordeel van België het veld verlie
ten. Ook nu weer zien we Nederland als halve
finalist. We werden nu door de Belgen geëlimi
neerd (30) na eerst Luxemburg (30) en Zwe
den (54) gewipt te hebben.
De volgende Olympiade vond plaats in de
Lichtstad. In Parijs was het, dat voor het eerst
een Zuid Amerikaansche Staat, Uruguay, deel
nam. Al in den eersten wedstrijd, die Urugauy
met .70 van Joegoslavië won, bleek, dat dit
elftal de clou van het tournooi zou worden. In
derdaad won het den titel, maar in den halven
eindstrijd moest leerst Nederland overwonnen
worden. En dit ging niet makkelijk! Oranje
nam zelfs de leiding, en behield die tot lang na
rust. Toen gelukte het den Zuid-Amerikanen ge
lijk te maken. De Fransche officials werden ze
nuwachtig; als Uruguay niet in de finale kwam,
zou de attractie weg zijn, en de entreegelden
belanrijk minder worden. Deze ramp zag ook de
Fransche scheidsrechter blijkbaar aankomen,
want kort voor het eindsignaal gaf hij om on
naspeurlijke redenen tegen Nederland een straf
schop die benut werd, en zoo gingen de onzen
eervol onder.
De Olympiade van 1928 is ons allen nog wel
bekend. Ze werd in Amsterdam gehouden, en
met Urguay was nu ook Argentinië van de par
tij. We herinneren ons nog de heroïsche eind'
strijdbn tusschen beide rivalen. De eerste bleef
onbeslist (1—1), de tweede werd met 2—1 door
Uruguay gewonnen. Wij troffen het slecht, door
onmiddellijk tegen de wereldkampioenen te lo
ten, die ons met 20 sloegen.
Dit was de laatste maal, dat voetbal deel uit
maakte van de Olympische spelen.
In 1930 organiseerde de .F.I.F.A. het tournooi,
dat in Montevideo, de hoofdstad van Uruguay,
plaats vond. De Europeesche deelname was ge
ring, slechts Frankrijk, België, Roemenië en
Joegoslavië vertegenwoordigden de oude wereld.
Voor de derde maal in successie veroverde Ura-
guay den eeretitel. In een opwindenden strijd,
voortreffelijk geleid door den bekenden Belgi
schen grootmeester-scheidsrechter Langenus,
werd Argentinië met 42 geklopt. Deze neder
laag zou later de oorzaak worden van een Ar-
gentijnsche revolutie!
toond, en daarmede blijken gegeven, de hooge
sportieve opvattingen, welke aan de sportbeoefe
ning ten grondslag moeten liggen, te begrijpen.
De sportieve waarde van het tournooi
in Italië wij vinden het betreurenswaardig dit
te moeten constateeren dient niet hoog aan
geslagen te worden. En de eerste ronde was zoo
veelbelovend. Maar daarna begon de pret. In de
ontmoeting OostenrijkHongarije was het al mis,
doch bij Italië—Spanje (11 en 1—0) gebeurden
er dingen, die volgens onze begrippen, met voet
balsport niets gemeen hebben. De Italianen had
den er alles op gezet, te winnen, en onder dit
.alles" moet ook verstaan worden een geweldige
.charging" systeem. DB Spanjaarden ondervon
den dit aan den lijve, en zoo moeten zij het in
den tweeden wedstrijd stellen zonder hun doel
man Zamorra, een keeper met meer dan buiten
gewone capaciteiten, die in het eerste treffen
een dichtgeslagen oog en ontwrichte pols opge-
loopen had!
Enfin, Italië won, en speelde den hal ven eind
strijd tegen Oostenrijk. De Oostenrijkers bemerk
ten ook al, dat zij met hun wetenschappelijk
„droomvoetbal" tegen de .Azuri's' op de koffie
kwamen. Duce's zonen hadden maling aan den
droom, en boksten de Oostenrijkers spoedig wak
ker. Het ontwaken was ontnuchterend, want de
Italianen wonnen met 10.
Inlfisschen had Tsjecho-Slowakije het tot den
eindstrijd gebracht. Achtereenvolgens hadden de
Tsjechen Roemenië, Zwitserland en Duitscfcland
geslagen, zoodat zij de eer hadden 1.1. Zondag
voor 50.000 toeschouwers, waaronder Mussolini in
hoogst eigen persoon, de laatste wedstrijd van
het tournooi tegen Italië te spelen.
In het begin bleef het nog rustig, maar toen
de Tsjechen de leiding namen, begon het lieve
leven. Aangemoedigd idoor een publiek in deliri
um-stemming, begonnen de Italianen op den
man te spelen, vooral de ex-Argentijn Monti
bleek hier een primeur in. Htet eind van het
liedje was, dat de andere ex-Argentijn Orzi ge
lijk maakte, welke stand tot het eindsignaal
onveranderd bleef. In de verlenging gelukte het
den rechtsbuiten Gualti, die, nadat hij wat hard
handig gevloerd was, de middenvoorplaats be
zette, de winnende goal voor Italië te maken.
De .geestdrift ..die toen losbarstte, tart felke be
schrijving! De terreinafzetting werd verbroken,
en het publiek nam zijn spelers op de schouders,
om zoo naar Mussolini gedragen te worden.
Italië was wereldkampioen!
HAND BOOG SCHIETEN.
48 Pijlen schietwedstrijd voor de
Algem. Ned. Bond van Hand
Boog Schutterijen.
De Vereeniging V.Z.O.S. hield Zondag haar
48 Pijlen schietwedstrijd op haar banen.
De secr. der Algem. Ned. Bond was voor
deze gelegenheid speciaal er voor uit Roosen
daal overgekomen.
Over heel Nederland worden dezer wedstrij
den gehouden, waarvan ten slotte de 14
sterkste afgvaaröigd worden tegen het Bel
gisch 14 tal
De uitslag van deze wedstrijd luidde als
volgt: voor de zes sterkste van V.Z.O.S.
Chr. Smit 179 punten.
M. v. Berg 166 punten.
de Langg 157 punten.
H. Klauwers 143 punten.
B. de Groot 141 punten.
J. v. Eeken 125 punten.
Den Heer Joh. Eeken welke buiten het zes
tal viel behaalde 109 punten.
Het resultaat mag tamelijk gunstig ge
noemd worden.
woord en haalde aan de prestaties van dezen
mooien dag van de Schutters. Vele hartelijke
woorden werden er gewisseld zoowel door het
bestuur als door de prijswinnaars.
Na de prijsuitreiking bleef men nog gezellig
bijeen.
De uitslag der gehouden wedstrijden luidde
als volgt:
lste prijs eere-wedstr., vereen. V.Z.O.S. 188 p.
2de prijs eere-wedstr., vereen. Concordia 158 p.
lste korpsprijs, vereen. V.Z.O.S. 280 p.
261 p.
3de korpsprijs, vereen. Jonge Batav. 258 p.
Eerste prijs Personeel de heer Droffelaar,
Conc., 59 p.; tweede prijs Personeel de heer
Chr. Smit, V.Z.O.S., 57 p.; derde prijs Perso
neel M. 'v. Alphen, J. B., 50 p..; vierde prijs
Personeel de heer M. v. d. Berg, V.Z.O.S, 51
punten.
lste Personeele Roozenprijs de heer M. Vol
kers. Conc., 3 roos; 2e Personeele Roozenprijs
de heer P. Volkers, Conc., 2 roos.
Meeste Drieënprijs de heer Klauwers, V. Z.
O. S., 7x3.
Eerste prijs Vrije Schutters B. Klas de heer
V. Roode, J. B., 43 p.
Eerste prijs Vrije Schutters C Klas de heer
Bicker, Conc., 32 p.; tweede prijs Vr(je Schut
ters C Klas de heer de Beer, J. B., 28 p.;
derde prijs Vrije Schutters C Klas de heer E.
de Groot, V.Z.O.S., 27 p.; Rozenprijs Vrije
Schutters C Klas de heer Joh. Eekens, V. Z.
O. S., 1 r.
Na deze wedstrijden kwam het belangrijk
ste van den dag, het Bondstwaalftal was nu
aan de beurt. Uit deze 12 schutters moesten
nu de 6 sterksten weer komen. Dit was een
warestrijd om deze plaatsen, daar het voor
iederen schutter een eer 's om hiervoor in aan
merking te komen. Zij vormen met hun zessen
dan het Bondszestal.
De uitslag hiervan luidde als volgt:
De heer P. Volkers, Conc., 54 punten; de
heer Kramers, Conc., 54 p.; de heer Droffelaar,
Conc. 52 p; de'heer M. Spronk, J. B., 51 p.;
de heer Chr. Smit, V.Z.O.S. 51 p,de heer
T. v. d. Berg, V.Z.O.S,, 50 p.
Reserve de Lang V.Z.O.S.
Een strijkje zorgde onder leiding van den
schutter Eekhout voor de muzikale leiding,
wat best bij het geheel paste.
Bakenessergracht 27. Telefoon 14393.
Opgericht in 1909
Dinerprijs f 0.81met soep of toespijs
f 0.15 meer.
OPLOSSING PROBLEEM No. 421.
(L. Endresen)
Stand der stukken:
Wit: Kh7, Dfl, Ld6, Pe4, Pg3.
Zwart; Kd5, Pd8, c3, c6. d4, d7, g4.
1. Pg3h5,
(dreigt z. Pf4j, 3. Dd'3 mat), Ke6; 2. Dc4f, 3.
Phg3 mat.
Ke4; 2. Pf6t, 3. Lf4 mat.
1d3; 2. Dd3:t, 3. Pg5 mat.
Goede oplossing ontvangen van: H. W. van
Dort, te Haarlem.
PROBLEEM No. 425.
Dr. L. N. De Jong.
(Ruinen).
HET PLEEGKIND.
Ik ontmoette een meisje met een jong vogeltje
in de hand. Daar moest blijkbaar een vliegen-
vangertje uit groeien, 't Vogeltje was erg onvoor
zichtig geweest en van den rand van het nest
naar buiten geglipt, waar het na een eind te
hebben rondgefladderd door het meisje was op
geraapt. Maar waar he$ vandaan gekomen was,
wist het kind niet. Daar stond ik met het nest-
jong in mijn hand en wist niet, hoe het in net
leven te houden. Maar Henk, mijn buurvriendje,
kende een vliegenvangersnestje in onze buurt, in
den wildewingerd van zijn Oom. „Kan het daar
niet vandaan gekomen zijn?" Dat betwijfelde ik
ten zeertse, want daar had het meisje het diertje
niet opgeraapt. Maar toch vroeg ik: „Weet je,
hoeveel jongen er in zitten?" „Vijf" riep hij,
„ik ben er bij geweest en 'k heb ze geteld". Haal
dan eens gauw 't laddertje uit ons bergschuurtje,
dan gaan we het vogeltje in dat nest zetten'..
„Maar zullen de oude vogels het aannemen?"
„Ik denk van wel". Vliegenvangertjes nebhen
wel eens zeven jongen, maar of ze zoo goed
kunnen tellen als jij, betwijfel ik. De kleme werd
ondergebracht. Nu was 't de vraag, of de oude
vogels zich over 't ondergeschoven kind zouden
ontfermen. Welnu, 't heeft van dien tijd af
eerlijk zijn deel van de zorgen der pleegouders
meegekregen. K. Zw.
3
HAND BOOG SCHIETEN.
48 Pijlen schietwedstrijd bij de Jonge
Batavieren voor de Algem. Ned.
Bond.
Evenals hoven werd ook bij de Jonge Bata
vieren deze schietwedstrijd gehouden.
De uitslag luidde als volgt:
No. I de heer v. Alfpen 157 p.
No. 2 de heer Erkamp 145 p.
No. 3 de heer G. A. Roosen 142 p.
No. 4 de heer Eekhout 138 p.
No. 5 de heer L. A. Duijn 135 p.
No. 6 de heer M. Spronk 129 p.
De heeren welke buiten het zestal vielen be
haalden de volgende punten.
De heer v. Roode 121 p.
De heer C. Smit
De heer De Beer
De heer Mearten
82 p.
74 p.
94 p.
Oplossingen, bijdragen enz. te richten aan
den Schaakredacteur, BLOEMENDAALSCHE
WEG 42, BLOEMEND AAL.
PROBLEEM No. 424.
O. Okkinga, Dronryp.
Als protest tegen het wegblijven van Europa
in Montevideo, schreef Uruguay "voor Italië niet
in. De grootste concurrent was dus van 61:
baan. En met groote interesse werden de kansen
besproken. Zeker was het, dat het zou gaan,
zoo meende men, tusschen Oostenrijk, Hongarije
en Italië, met Spanje, Duitschland en Tsjecho-
Slowakije als gevaarlijke out-siders. Van Argen
tinië wist men te weinig, om hun vertegenwoor
digers in te schakelen. Inderdaad: is gebleken,
dat het Argentijnsche elftal, geheel bestaande
uit amateurs, geen rol van beteekenis kon spe
len. Reeds in de eerste ronde verloor het van
Zweden.
HAND BOOG SCHIETEN.
40 Jarig Jubileum van den Ned.
Bond van Hand Boog schutters.
Zondag werd op de Schietbanen van de
Hand Boog schutterij de Jonge Batavieren
dit Jubileum concours gehouden.
Te circa elf uur opende de voorzitter van den
Ned. Bond den Heer Spronk dit mooie con
cours en heette daarbij alle schutters harte
lijk welkom op dit feestconcours. Hij memo
reerde in het kort het bestaan van den Bond en
vergat daarbij niet de oude bestuurders van den
Bond.
Verder sprak hij zrjn hartelijken dank uit aan
de Haarlemsche Dagbladen en de vereen. Bloe-
mendaalsch Bloei en ook de particuliere gevers
voor hun mooie prijzen. De schutters een ge
zellige dag toewensehende, was het concours
geopend.
De secretaris gaf een uiteenzetting van de
schietpartij en waar onder geschoten moest
worden.
Om elf uur des morgens opende de vereeni
ging V.ZO.S. den eere-wedstrijd voor korpsen.
Met de prijsuitreiking nam die voorzittter het
Mat in drie zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kei, De8, Lc7, Pa4, Pg8, b3, b6, e3, h3.
Zwart: Kd5, Pe6, b4, b7, e7
Dit probleem werd met den eersten prijs be
kroond in een wedstrijd van den Nederland-
schen Schaakbond (1896).
Het grootste tournooi.
Het grootste tournooi aller tijden was het
internationale tournooi te Weenen in 1898.
Twintig van de beste spelers der wereld
(alleen Dr. Em. Lasker ontbrak) streden met
elkaar in dezen dubbelrondigen wedstrijd,
waarin H. N. Pillsbury (de wereldvermaarde
meester, die ve.n 1872-1906 leefde) en Dr.
Siegbert Tarrasch (1862-1934; zie onze necro
logie in de rubriek van 2 Maart 1.1.) elk met
28% .punt uit 38 partijen den eersten prijs deel
den. Eten beslissingsmatch werdt door Dr. Tar
rasch gewonnen met 2% :1%, waardoor deze in
het tournooi officieel eerste prijswinner werd.
levert tegen kostprijs:
Geen lidmaatschap.
Bezorging ook in de buitengemeenten.
Prospectus op aanvrage.
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kd7, Dc3, Le7, PgS, Pg5, d2.
Zwart; Kf4, Lg6, Lh4, Pel, Pg2, d6, f5,
f7. Si-
PARTIJ No. 194.
Twee en twintigste matchpartij, gespeeld te
Mannheim 1 Juni 1934,
Zwart: E. Bogoljubow (Triberg).
Geweigerd Dame-gambiet.
1.
d2d4
Pg8—f6
2.
c2c4
e7e6
3.
Pblc3
Lf8b4
4.
Ddlc2
d7d5
5.
c4Xd5
e6Xd5
6.
Lel—g5
h7h6
7.
Lg5h4
Pb8d7
8.
e8e3
0—0
9.
Lfl-d3
c7c5
10.
d4Xc5
Pd7 X c5
11.
Pgl—e2
Pc5Xd3t
12.
Dc2Xd3
Lb4e7
13.
0—0
Lc8e6
14.
Tfl—dl
Dd8a5
15.
Pe2Ü4
Tf8c8
16.
Talcl
Tc8c4
17.
b2—b3
Tc4c5
18.
Pc3a4
Tc5Xcl
19.
TdlXcl
Ta8—c8
20.
TclXc8i
Le6Xc8
21.
Dd3c3
Da5d8
22.
f2—f3
Lc8d7
23.
Pa4b2
Dd8b6
24.
Pb2d3
Pf6e4
25.
f3Xe4
Le7Xh4
26.
e4Xd5
Db6g6
27.
Dc3d2
Dg6e4
28.
Pd4f3
De4Xd5
29.
Pf3Xh4
Ld7—b5
30.
Ph4—f3
Lb5 X 03
31.
Kgl—f2
Dd5—f5
32.
g2—g4
Df5—e4
33.
Dd2a5
Ld 3a6
34.
Da5—d8t
Kg8h7
35.
Dd8d4
De4c2i'
36.
Kf2—g3
La6fl
37.
Dd4—d5
Dc2c7t
38.
Kg3—f2
Lfl—a6
39.
Dd5e4i
Kh7g8
40.
De4e8f
KgSh7
41.
De8e4f
g7—g6
42.
h2h4
Remise.
De
stand van
de match na deze parti
Aljechin 7 gewonnen, Bogoljubow 1 gewonnen,
14 partijen remise.
Indien de wereldkampioen de drie volgende
partijen remise maakt, heeft hij de match ge
wonnen, want de voorwaarde is 15% punt en
bovendien 6 winstpunten verschil, waaraan
thans reeds is voldaan.
OPLOSSING PROBLEEM No, 422.
(C. G. Gavrilov).
Stand der stukken:
wit: Kb3, Da5, Te7, Th4, Lb2, Lc2, Pd3,
Pe6, b7, d2, d7, e2.
Zwart: Ke4, Dg8, Tfl, Tg3, La7, Pf4, a6,
f5, f 6.
1. Kb3c4, enz.
Goede oplossing ontvangen van: H. W. van
Dort, te Haarlem.
- A!"'