2D. i.d.K. 3259, - Mr. Cornelisstraat 40 Telefoon 15014 Heden ontvangen de NES. Tel. 13310 1 :ers HAARLEM igenweg 74 Losse Blaadjes. SPORT Filmjournaal. De Haarlemsche Coöperatieve DinerVerg. SCHAAKHOEKJE. groote keuze rALAGES ïerk HAARLEM. >gericht 1902 'S T i. lews. lankbaar. Predt. te Den ond. tal. laarlem. Popellaan Albanus. Ge- roken H. Mis. te Santpoort. >s. C. J. van ntpoort. 'an den Bergh on zijn!" (Gat. Jemeente rtz. Haarlem. ed. rs. BATAVIA. rt van Jacatra, loop. Ergens in dat kanon te anneer de loop ïerschappij van sn. in bijgeloof ge- aan dit kanon beteekent voor ag. En zoo ziet ai fraai uitge- :n en vrouwen ;ndang op hun pajonkjes naar sn. istaat er nog i groot enthou- ou zoo'n kanon talie, waar dit it, goede dien- oort natuurlijk 'an Batavia en rikanen in '29 st programma- td destijds een kaanschen in t kanon, maar „Amerika be- AMSTERDAMSCHE TIJD, ZONNETIJD, 3VlNTERTIJD*-"Si,OORTIJD, ZOMERTIJD GREENWICHTIJD? OF Wat zijn we in den laatsten tijd Toch met de klok aan 't scharr'len! We meet 't eens goed bekijken, want 't Gaat in m'n hoofd aan 't dwarr'len! Eerst vonden we den zomertijd Van Amsterdam den waren. De spoorweg had den Greenwich-tijd: Dat leverde bezwaren: Wanneer precies de trein vertrok Dat kon je niet te best zien. Want „elf-uur-zes-en-vijftig" was In waarheid „twaalf-uur-zestien"! Zoo'n spoorboek met aparten tijd Gaf dus een heel gereken. Daarom ls 't later afgeschaft En dat was gced bekeken. Toen kregen we den zomertijd; Daar is wat om gevochten, Opdat de stedelingen van 13e zon gemeten mochten! Des zomers dus een uur te vroeg En 's winters weer 't normale. We zijn er aardig aan gewend Dit kunstje uit te halen. Nu wil men 't weer verand'ren gaan, Zooals U hebt gelezen; In plaats van Amsterdamsche tijd Moet 't Greenwich-tijd thans wezen. Dan krijgen we in 't heele land Den spoorboek-tijd (den ouden!) Maar den modernen zomertijd Wil men toch ook behouden. Dan is de klok des winters dus Twintig minuten achter En 's zomers veertig vóór. Welnu Is dat zoo gek? Wie lacht er? Dan weer eens achter dan weer vóór, Dat is toch niet zoo héél mal? Mijn klok, die op den schoorsteen staat, Die doet dat uit zichzelf al! Het is niet denkbaar, dat er veel Bezwaren rijzen zouden Enwellicht wordt die nieuwe tijd !Wel beter dan de oude! - En des nachts, als we schijnbaar rusten, be gint de voorstelling eerst recht. De uitvinders van de film konden den droom wel tot voorbeeld hebben genomen. Wat is de vernuftigste goochelfilm, de griezeligste gruwelfilm, de zotste filmclownerie of de zoetste filmromantiek ver geleken bij hetgeen onze verbeelding ons in den slaap voortoovertGeen productie van Holly wood kan concurreeren tegen de productie van ons slapend bewustzijn. Nu is er één principieel verschil tusschen het witte doek en de menschelijke geest. In de bioskoop zijn wij toeschouwer, in de film van het werkelijke leven spelen wij zelf. En we spe len geen rollen, gelijk de helden van 't witte doek, maar wat wij creëeren, is bittere ernst. Wij leven ons uit in die tienduizenden bonte tafereelen, waaruit elke dag voor ons bestaat. Die tafereelen, die afwisselende episoden, dat zijn wij. Wijzelf. Is het nu eigenlijk niet merkwaardig, dat wij in dien dagelijkschen maalstroom van de ge beurtenissen ons zelf kunnen blijven? Want ieder onzer reageert op wat hem overkomt, naar eigen aard en karakter. Geen twee films van onze wakende en slapende productie zijn gelijk. Men herkent aan zijn gedachten, gevoelens, verbeeldingen en daden onmiddellijk den mensch, die er de schepper van is. Geen twee menschen van de zooveel millioen zijn gelijk. Ook hier is de overeenkomst tusschen de film en de menschelijke geest weder treffend Want ook twee filmregisseurs behandelen im mers hetzelfde onderwerp op hun wijze. Men herkent aan hun werk een René Clair en een Pabst. Zooals een filmregisseur de hem ten dienste staande beelden ordent en rangschikt naar eigen inzicht, handelen wjj allen met het bonte materiaal, dat de dag ons biedt. Wij laten het leven niet over ons heen komen, maar keuren en knippen het en geven er vorm aan en stijl. Door dit herscheppend vermogen toont de mensch zijn heerschappij over de dingen. H. G. CANNEGIETER Wij, Nederlanders, hadden een stille hoop, dat ons elftal, na de schitterende prestaties in de voorronde, voor een verrassing zou zorgen. Het heeft niet mogen z(jn; want volkomen verdiend verloren wij al in het eerste treffen tegen Zwit serland, dat technisch veel beter was als Oranje. Vast is komen te staan, dat alleen met geest drift een wereldkampioenschap niet gewonnen kan worden, maai* dat een technische onder grond onontbeerlijk is. Toch hiabben wij een overwinning behaald in Italië; wij hebben ons uitstekende verliezers ge- 2d-e korpsprijs, vereen. Concordia (Nadruk verboden) Een van de dingen, waardoor de film een bizondere aantrekkingskracht uitoefent, is de overeenkomst welke zij biedt met de wijze, Waarop de gebeurtenissen van het werkelijke leven zich weerspiegelen in den menschelijken geest. In den menschelijken geest gaat het juist als op het witte doek: met verbijsterende snelheid volgen de beelden zich in bonte afwis seling op. Gaan wij na, wat wij op één dag zooal aan Indrukken in ons opnemen, dan komen wij tot de ontdekking, dat er zich ook in ons bewust zijn dagelijks een kilometers lang filmlint af wikkelt en dat de beelden, welke dat filmlint reproduceert, in verrassende effecten die uit de bioskoop overtroeven. Inderdaad is ons dagelijksch bestaan boeien der, sensationeeler en komischer ook dan de prachtigste filmvertooning. Helaas laten -wij deze gratis-voorstelling meestal aan ons voorbij gaan zonder dat wij er aandacht aan besteden. Het gaat er mee als met de bloemen, welke aan de berm van den weg bloeien. Een orchidee ïs heusch niet zooveel mooier dan roode klaver, maar zij is zeldzamer en wij moeten er veel voor betalen. Daarom vergapen wij ons er aan en wij letten niet op de bloemenpracht, welke wij Sn overvloed om ons heen kosteloos kunnen ge nieten. Wanneer wij er ons eens toe zetten, al het geen ons op één enkelen dag passeert, te be kijken, alsof wij op onze stoel in de bioskoop Zaten, dan beginnen wij al met onder de voorbij gangers op straat typen te ontwaren, die, wan neer wij ze op het witte doek zagen, ons als welgeslaagde creaties zouden vermaken of zou den ontroeren. Wat een markante koppen, wat een levende gebaren, wat een schilderachtige figuren! En de aardige tafereeltjes, die men ziet! Zijn ze niet zóó uit de film genomen, ja, overtreffen ze de film niet dikwijls in tragiek en humor? Maar dan de situaties, waarin wij zelf mede speler, soms hoofdpersoon zijn. Wat gebeurt er, als we er eenmaal op letten, eiken dag eigen lijk veel met ons. En telkens weer van anderen aard. De schrilste tegenstellingen volgen elkaar op. Uit de droevigste oogenblikken verhuizen wij, zonder eenigen overgang meestal, naar het gebied van de zotternij. Of is er geen tegenstel ling tusschen het één en het ander In het droevige ligt vaak een bestanddeel van dwaas heid besloten en de vroolijkheid kan soms triest aandoen. Het tragische ontmoeten wij zel den in zuiveren vorm en ook het komische komt bijna nooit onvermengd voor. Tragi-komisch is het leven van minuut tot minuut. Uit hoe velerlei episoden bestaat een enkele levensdag! Die episoden volgen elkaar niet ordelijk op als de hoofdstukken en de regels van een hoek. Het zijn brokstukken, nu groot, dan klein; nu van vlak bij in het gelaat ge- Zien, dan als een nietig puntje in de wazige verte. Uit welk verschillend oogpunt aanschou wen wij de elkaar opvolgende gebeurtenissen naar gelang van de wisselende stemming van ons gemoed. Nu eens staan ze recht voor ons en de tafereelen ontwikkelen zieh rustig en gaaf; dan flitsen ze als onsamenhangende beelden hortend en stootend voorbij. Nu zien we ze scheef, dan weer op hun kop; soms ook draaien ze om ons heen en wisselen van vorm gis de glaasjes in een kaleidoskoop, VOETBAL Rekenen wij de Olympische voetbaltournooien mede, dan was het in Italië gehouden tournooi het zevende, dat dim wereldkampioen aanwees. Voor de eerste maal werd in 1908 te Londen om den titel gestreden. De finale tusschen Enge land en Denemarken werd met 20 door En geland gewonnen. In de demi-finale werd Ne derland, dat eerst Hongarije met 30 geslagen had, door Engeland met 40 uitgeschakeld. In 1912 te Stockholm was Engeland wieer winnaar, door in dêh eindstrijd Denemarken met 42 te I slaan. Nederland had het nogmaals tot de halve finale gebracht, na resp. Zweden met 4—3 en Oostenrijk met 31 overwonnen te hebben. In de Denen moesten wij echter onze meerderen er kennen. (41). Door den wereldoorlog ging de Olympiade in 1916 niet door. Het was in 1920, dat Antwerpen de eer te beurt viel, de deelnemers binnen hare muren te ontvangen. België werd wereldkampioen. Dte eindstrijd ging tegen de Tsjechen, die met een stand van 20 in het voordeel van België het veld verlie ten. Ook nu weer zien we Nederland als halve finalist. We werden nu door de Belgen geëlimi neerd (30) na eerst Luxemburg (30) en Zwe den (54) gewipt te hebben. De volgende Olympiade vond plaats in de Lichtstad. In Parijs was het, dat voor het eerst een Zuid Amerikaansche Staat, Uruguay, deel nam. Al in den eersten wedstrijd, die Urugauy met .70 van Joegoslavië won, bleek, dat dit elftal de clou van het tournooi zou worden. In derdaad won het den titel, maar in den halven eindstrijd moest leerst Nederland overwonnen worden. En dit ging niet makkelijk! Oranje nam zelfs de leiding, en behield die tot lang na rust. Toen gelukte het den Zuid-Amerikanen ge lijk te maken. De Fransche officials werden ze nuwachtig; als Uruguay niet in de finale kwam, zou de attractie weg zijn, en de entreegelden belanrijk minder worden. Deze ramp zag ook de Fransche scheidsrechter blijkbaar aankomen, want kort voor het eindsignaal gaf hij om on naspeurlijke redenen tegen Nederland een straf schop die benut werd, en zoo gingen de onzen eervol onder. De Olympiade van 1928 is ons allen nog wel bekend. Ze werd in Amsterdam gehouden, en met Urguay was nu ook Argentinië van de par tij. We herinneren ons nog de heroïsche eind' strijdbn tusschen beide rivalen. De eerste bleef onbeslist (1—1), de tweede werd met 2—1 door Uruguay gewonnen. Wij troffen het slecht, door onmiddellijk tegen de wereldkampioenen te lo ten, die ons met 20 sloegen. Dit was de laatste maal, dat voetbal deel uit maakte van de Olympische spelen. In 1930 organiseerde de .F.I.F.A. het tournooi, dat in Montevideo, de hoofdstad van Uruguay, plaats vond. De Europeesche deelname was ge ring, slechts Frankrijk, België, Roemenië en Joegoslavië vertegenwoordigden de oude wereld. Voor de derde maal in successie veroverde Ura- guay den eeretitel. In een opwindenden strijd, voortreffelijk geleid door den bekenden Belgi schen grootmeester-scheidsrechter Langenus, werd Argentinië met 42 geklopt. Deze neder laag zou later de oorzaak worden van een Ar- gentijnsche revolutie! toond, en daarmede blijken gegeven, de hooge sportieve opvattingen, welke aan de sportbeoefe ning ten grondslag moeten liggen, te begrijpen. De sportieve waarde van het tournooi in Italië wij vinden het betreurenswaardig dit te moeten constateeren dient niet hoog aan geslagen te worden. En de eerste ronde was zoo veelbelovend. Maar daarna begon de pret. In de ontmoeting OostenrijkHongarije was het al mis, doch bij Italië—Spanje (11 en 1—0) gebeurden er dingen, die volgens onze begrippen, met voet balsport niets gemeen hebben. De Italianen had den er alles op gezet, te winnen, en onder dit .alles" moet ook verstaan worden een geweldige .charging" systeem. DB Spanjaarden ondervon den dit aan den lijve, en zoo moeten zij het in den tweeden wedstrijd stellen zonder hun doel man Zamorra, een keeper met meer dan buiten gewone capaciteiten, die in het eerste treffen een dichtgeslagen oog en ontwrichte pols opge- loopen had! Enfin, Italië won, en speelde den hal ven eind strijd tegen Oostenrijk. De Oostenrijkers bemerk ten ook al, dat zij met hun wetenschappelijk „droomvoetbal" tegen de .Azuri's' op de koffie kwamen. Duce's zonen hadden maling aan den droom, en boksten de Oostenrijkers spoedig wak ker. Het ontwaken was ontnuchterend, want de Italianen wonnen met 10. Inlfisschen had Tsjecho-Slowakije het tot den eindstrijd gebracht. Achtereenvolgens hadden de Tsjechen Roemenië, Zwitserland en Duitscfcland geslagen, zoodat zij de eer hadden 1.1. Zondag voor 50.000 toeschouwers, waaronder Mussolini in hoogst eigen persoon, de laatste wedstrijd van het tournooi tegen Italië te spelen. In het begin bleef het nog rustig, maar toen de Tsjechen de leiding namen, begon het lieve leven. Aangemoedigd idoor een publiek in deliri um-stemming, begonnen de Italianen op den man te spelen, vooral de ex-Argentijn Monti bleek hier een primeur in. Htet eind van het liedje was, dat de andere ex-Argentijn Orzi ge lijk maakte, welke stand tot het eindsignaal onveranderd bleef. In de verlenging gelukte het den rechtsbuiten Gualti, die, nadat hij wat hard handig gevloerd was, de middenvoorplaats be zette, de winnende goal voor Italië te maken. De .geestdrift ..die toen losbarstte, tart felke be schrijving! De terreinafzetting werd verbroken, en het publiek nam zijn spelers op de schouders, om zoo naar Mussolini gedragen te worden. Italië was wereldkampioen! HAND BOOG SCHIETEN. 48 Pijlen schietwedstrijd voor de Algem. Ned. Bond van Hand Boog Schutterijen. De Vereeniging V.Z.O.S. hield Zondag haar 48 Pijlen schietwedstrijd op haar banen. De secr. der Algem. Ned. Bond was voor deze gelegenheid speciaal er voor uit Roosen daal overgekomen. Over heel Nederland worden dezer wedstrij den gehouden, waarvan ten slotte de 14 sterkste afgvaaröigd worden tegen het Bel gisch 14 tal De uitslag van deze wedstrijd luidde als volgt: voor de zes sterkste van V.Z.O.S. Chr. Smit 179 punten. M. v. Berg 166 punten. de Langg 157 punten. H. Klauwers 143 punten. B. de Groot 141 punten. J. v. Eeken 125 punten. Den Heer Joh. Eeken welke buiten het zes tal viel behaalde 109 punten. Het resultaat mag tamelijk gunstig ge noemd worden. woord en haalde aan de prestaties van dezen mooien dag van de Schutters. Vele hartelijke woorden werden er gewisseld zoowel door het bestuur als door de prijswinnaars. Na de prijsuitreiking bleef men nog gezellig bijeen. De uitslag der gehouden wedstrijden luidde als volgt: lste prijs eere-wedstr., vereen. V.Z.O.S. 188 p. 2de prijs eere-wedstr., vereen. Concordia 158 p. lste korpsprijs, vereen. V.Z.O.S. 280 p. 261 p. 3de korpsprijs, vereen. Jonge Batav. 258 p. Eerste prijs Personeel de heer Droffelaar, Conc., 59 p.; tweede prijs Personeel de heer Chr. Smit, V.Z.O.S., 57 p.; derde prijs Perso neel M. 'v. Alphen, J. B., 50 p..; vierde prijs Personeel de heer M. v. d. Berg, V.Z.O.S, 51 punten. lste Personeele Roozenprijs de heer M. Vol kers. Conc., 3 roos; 2e Personeele Roozenprijs de heer P. Volkers, Conc., 2 roos. Meeste Drieënprijs de heer Klauwers, V. Z. O. S., 7x3. Eerste prijs Vrije Schutters B. Klas de heer V. Roode, J. B., 43 p. Eerste prijs Vrije Schutters C Klas de heer Bicker, Conc., 32 p.; tweede prijs Vr(je Schut ters C Klas de heer de Beer, J. B., 28 p.; derde prijs Vrije Schutters C Klas de heer E. de Groot, V.Z.O.S., 27 p.; Rozenprijs Vrije Schutters C Klas de heer Joh. Eekens, V. Z. O. S., 1 r. Na deze wedstrijden kwam het belangrijk ste van den dag, het Bondstwaalftal was nu aan de beurt. Uit deze 12 schutters moesten nu de 6 sterksten weer komen. Dit was een warestrijd om deze plaatsen, daar het voor iederen schutter een eer 's om hiervoor in aan merking te komen. Zij vormen met hun zessen dan het Bondszestal. De uitslag hiervan luidde als volgt: De heer P. Volkers, Conc., 54 punten; de heer Kramers, Conc., 54 p.; de heer Droffelaar, Conc. 52 p; de'heer M. Spronk, J. B., 51 p.; de heer Chr. Smit, V.Z.O.S. 51 p,de heer T. v. d. Berg, V.Z.O.S,, 50 p. Reserve de Lang V.Z.O.S. Een strijkje zorgde onder leiding van den schutter Eekhout voor de muzikale leiding, wat best bij het geheel paste. Bakenessergracht 27. Telefoon 14393. Opgericht in 1909 Dinerprijs f 0.81met soep of toespijs f 0.15 meer. OPLOSSING PROBLEEM No. 421. (L. Endresen) Stand der stukken: Wit: Kh7, Dfl, Ld6, Pe4, Pg3. Zwart; Kd5, Pd8, c3, c6. d4, d7, g4. 1. Pg3h5, (dreigt z. Pf4j, 3. Dd'3 mat), Ke6; 2. Dc4f, 3. Phg3 mat. Ke4; 2. Pf6t, 3. Lf4 mat. 1d3; 2. Dd3:t, 3. Pg5 mat. Goede oplossing ontvangen van: H. W. van Dort, te Haarlem. PROBLEEM No. 425. Dr. L. N. De Jong. (Ruinen). HET PLEEGKIND. Ik ontmoette een meisje met een jong vogeltje in de hand. Daar moest blijkbaar een vliegen- vangertje uit groeien, 't Vogeltje was erg onvoor zichtig geweest en van den rand van het nest naar buiten geglipt, waar het na een eind te hebben rondgefladderd door het meisje was op geraapt. Maar waar he$ vandaan gekomen was, wist het kind niet. Daar stond ik met het nest- jong in mijn hand en wist niet, hoe het in net leven te houden. Maar Henk, mijn buurvriendje, kende een vliegenvangersnestje in onze buurt, in den wildewingerd van zijn Oom. „Kan het daar niet vandaan gekomen zijn?" Dat betwijfelde ik ten zeertse, want daar had het meisje het diertje niet opgeraapt. Maar toch vroeg ik: „Weet je, hoeveel jongen er in zitten?" „Vijf" riep hij, „ik ben er bij geweest en 'k heb ze geteld". Haal dan eens gauw 't laddertje uit ons bergschuurtje, dan gaan we het vogeltje in dat nest zetten'.. „Maar zullen de oude vogels het aannemen?" „Ik denk van wel". Vliegenvangertjes nebhen wel eens zeven jongen, maar of ze zoo goed kunnen tellen als jij, betwijfel ik. De kleme werd ondergebracht. Nu was 't de vraag, of de oude vogels zich over 't ondergeschoven kind zouden ontfermen. Welnu, 't heeft van dien tijd af eerlijk zijn deel van de zorgen der pleegouders meegekregen. K. Zw. 3 HAND BOOG SCHIETEN. 48 Pijlen schietwedstrijd bij de Jonge Batavieren voor de Algem. Ned. Bond. Evenals hoven werd ook bij de Jonge Bata vieren deze schietwedstrijd gehouden. De uitslag luidde als volgt: No. I de heer v. Alfpen 157 p. No. 2 de heer Erkamp 145 p. No. 3 de heer G. A. Roosen 142 p. No. 4 de heer Eekhout 138 p. No. 5 de heer L. A. Duijn 135 p. No. 6 de heer M. Spronk 129 p. De heeren welke buiten het zestal vielen be haalden de volgende punten. De heer v. Roode 121 p. De heer C. Smit De heer De Beer De heer Mearten 82 p. 74 p. 94 p. Oplossingen, bijdragen enz. te richten aan den Schaakredacteur, BLOEMENDAALSCHE WEG 42, BLOEMEND AAL. PROBLEEM No. 424. O. Okkinga, Dronryp. Als protest tegen het wegblijven van Europa in Montevideo, schreef Uruguay "voor Italië niet in. De grootste concurrent was dus van 61: baan. En met groote interesse werden de kansen besproken. Zeker was het, dat het zou gaan, zoo meende men, tusschen Oostenrijk, Hongarije en Italië, met Spanje, Duitschland en Tsjecho- Slowakije als gevaarlijke out-siders. Van Argen tinië wist men te weinig, om hun vertegenwoor digers in te schakelen. Inderdaad: is gebleken, dat het Argentijnsche elftal, geheel bestaande uit amateurs, geen rol van beteekenis kon spe len. Reeds in de eerste ronde verloor het van Zweden. HAND BOOG SCHIETEN. 40 Jarig Jubileum van den Ned. Bond van Hand Boog schutters. Zondag werd op de Schietbanen van de Hand Boog schutterij de Jonge Batavieren dit Jubileum concours gehouden. Te circa elf uur opende de voorzitter van den Ned. Bond den Heer Spronk dit mooie con cours en heette daarbij alle schutters harte lijk welkom op dit feestconcours. Hij memo reerde in het kort het bestaan van den Bond en vergat daarbij niet de oude bestuurders van den Bond. Verder sprak hij zrjn hartelijken dank uit aan de Haarlemsche Dagbladen en de vereen. Bloe- mendaalsch Bloei en ook de particuliere gevers voor hun mooie prijzen. De schutters een ge zellige dag toewensehende, was het concours geopend. De secretaris gaf een uiteenzetting van de schietpartij en waar onder geschoten moest worden. Om elf uur des morgens opende de vereeni ging V.ZO.S. den eere-wedstrijd voor korpsen. Met de prijsuitreiking nam die voorzittter het Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Kei, De8, Lc7, Pa4, Pg8, b3, b6, e3, h3. Zwart: Kd5, Pe6, b4, b7, e7 Dit probleem werd met den eersten prijs be kroond in een wedstrijd van den Nederland- schen Schaakbond (1896). Het grootste tournooi. Het grootste tournooi aller tijden was het internationale tournooi te Weenen in 1898. Twintig van de beste spelers der wereld (alleen Dr. Em. Lasker ontbrak) streden met elkaar in dezen dubbelrondigen wedstrijd, waarin H. N. Pillsbury (de wereldvermaarde meester, die ve.n 1872-1906 leefde) en Dr. Siegbert Tarrasch (1862-1934; zie onze necro logie in de rubriek van 2 Maart 1.1.) elk met 28% .punt uit 38 partijen den eersten prijs deel den. Eten beslissingsmatch werdt door Dr. Tar rasch gewonnen met 2% :1%, waardoor deze in het tournooi officieel eerste prijswinner werd. levert tegen kostprijs: Geen lidmaatschap. Bezorging ook in de buitengemeenten. Prospectus op aanvrage. Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kd7, Dc3, Le7, PgS, Pg5, d2. Zwart; Kf4, Lg6, Lh4, Pel, Pg2, d6, f5, f7. Si- PARTIJ No. 194. Twee en twintigste matchpartij, gespeeld te Mannheim 1 Juni 1934, Zwart: E. Bogoljubow (Triberg). Geweigerd Dame-gambiet. 1. d2d4 Pg8—f6 2. c2c4 e7e6 3. Pblc3 Lf8b4 4. Ddlc2 d7d5 5. c4Xd5 e6Xd5 6. Lel—g5 h7h6 7. Lg5h4 Pb8d7 8. e8e3 0—0 9. Lfl-d3 c7c5 10. d4Xc5 Pd7 X c5 11. Pgl—e2 Pc5Xd3t 12. Dc2Xd3 Lb4e7 13. 0—0 Lc8e6 14. Tfl—dl Dd8a5 15. Pe2Ü4 Tf8c8 16. Talcl Tc8c4 17. b2—b3 Tc4c5 18. Pc3a4 Tc5Xcl 19. TdlXcl Ta8—c8 20. TclXc8i Le6Xc8 21. Dd3c3 Da5d8 22. f2—f3 Lc8d7 23. Pa4b2 Dd8b6 24. Pb2d3 Pf6e4 25. f3Xe4 Le7Xh4 26. e4Xd5 Db6g6 27. Dc3d2 Dg6e4 28. Pd4f3 De4Xd5 29. Pf3Xh4 Ld7—b5 30. Ph4—f3 Lb5 X 03 31. Kgl—f2 Dd5—f5 32. g2—g4 Df5—e4 33. Dd2a5 Ld 3a6 34. Da5—d8t Kg8h7 35. Dd8d4 De4c2i' 36. Kf2—g3 La6fl 37. Dd4—d5 Dc2c7t 38. Kg3—f2 Lfl—a6 39. Dd5e4i Kh7g8 40. De4e8f KgSh7 41. De8e4f g7—g6 42. h2h4 Remise. De stand van de match na deze parti Aljechin 7 gewonnen, Bogoljubow 1 gewonnen, 14 partijen remise. Indien de wereldkampioen de drie volgende partijen remise maakt, heeft hij de match ge wonnen, want de voorwaarde is 15% punt en bovendien 6 winstpunten verschil, waaraan thans reeds is voldaan. OPLOSSING PROBLEEM No, 422. (C. G. Gavrilov). Stand der stukken: wit: Kb3, Da5, Te7, Th4, Lb2, Lc2, Pd3, Pe6, b7, d2, d7, e2. Zwart: Ke4, Dg8, Tfl, Tg3, La7, Pf4, a6, f5, f 6. 1. Kb3c4, enz. Goede oplossing ontvangen van: H. W. van Dort, te Haarlem. - A!"'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 3