Smalfiliiiopneei-apparaten Fotohandel J. Postma ZN. W. D. v. Oldenbotgh SES. Automobielbedrijf „Bloemendaal^ uur NGERIJ AARLEM f 9.75. Vragen en Antwoorden. PUUUENHOEKJE. Kort Filmnïeuws. Bestaat er in Nederland nog echt „buiten"? De Haarlemsche Coöperatieve Diner- Verg.; t Onze moderubriek. ADVERTENTIË93 AFWEZIG PATISSERIE J. A. VAN ZANTEN, Kleverparkweg 2Ie, Telef. 12878. WARME CROQUETTEN, Hapjes Zalm en Huzarensalade, Gebak Bonbons Warme Croquetten Zalm- en Huzarensalade. Dr. Dirk Bakkeriaan 12-16 - Telefoon 22992 General Motor Dealer, Vanxhall Bedford truck, Sub Dealer Buick Wii VERHUREN Korte Kleveriaan 70 Telefoon 23193 ALAGES. N 11928 rk HAARLEM, rericht 1902 tooneel ver- sr van Paul lUtsch e-a. de iet Deutsche iter, aan de n, enz. n von Bern- Berlijn van e Bamowski- het seizoen spiele Hanne ler van Emil rij speelde in van Jtirgen irlach in hetj inrich George Weinberg'* ementair uit- Cocteau, als- rengen. twee zekere tegen spel bedoelde doog in haar te geven. ijn uit Holly- vaar zij geidu- in hun nieuwe keert in Sep- ide zijn werk- lio October te ed. te Rot- id. Rotterdam, imel, waar is rk. k. lort- n den Bergh 9, vs. 36)- Santpoort. burg, Haarlem. a Haarlem- sser uit Rot- n het Wees- Voortzetting Uitverkoop, SCHRODER, fir. Houtstraat 91 V. Naar aanleiding van een berichtje in een onzer vorige nummers, vroeg men ons naar de beginsel-verklaring der „Christelijk Democrati sche Unie", waavan nu ook te Bloemendaal een afdeeling bestaat. Wij meenden niet beter te kunnen doen dan aan de bron zelf te putten, waarop men ons het volgende interessante ant woord toezendt: A. De Christelijk Democratische Unie wil zjjn de organisatie van die, belijdend, dat God de Schepper is van hemel en aarde, èn in Jezus Christus èn door den Heiligen Geest de Verlosser van de door Hem geschapen, maar van Hem afgevallen wereld; dat de Bijbel den weg wijst niet alleen in het persoonlijke-, maar ook in het wereldleven; dat God de menschen niet als op zichzelf staande individuen, maar in gemeenschap met en mede-verantwoordelijk voor elkander in deze wereld geplaatst heeft, hen bindend door Zijn Woord; „Gij zult liefhebben den Heere, uwen God, met geheel uw hart, en met geheel Uwe ziel, en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het groot gebod. En het tweede, aan dit gelijk, is: Gij zult uwen naaste liefhebben als uzelven. Aan deze twee geboden hangt de gansche Wet en de Profeten." (Matth. 22 37—40) zich echter bevindend in eene wereld, waarin het individualistisch beginsel „ieder voor zich" in onverzoenlijken strijd is met dit woord van God, dat „allen voor allen" stelt; zich verbinden, in deze wereld te getuigen met woord en daad van wat zij in de concrete situatie van dezen tijd zien als de eischen van God ten opzichte van de maatschappelijke, in ternationale vraagstukken; en te streven naar een radicale hervorming van het wereldleven in de richting van de ver wezenlijking dezer eischen. In aansluiting aan deze Beginselverklaring spreekt zij als haar overtuiging uit dat het de roeping is der overheid ons recht te doen en de verdrukten en zwakken te steunen. Krachtens haar beginsel keert zij zich dus tegen alle anti-sociale politiek, zoowel die door rechts- als door links reactionnaire groepen wordt gevoerd of gesteund. Zij voert strijd voor een radicale sociale her stel-politiek en neemt daarbij als richtlijn aan, dat de daarvoor vereischte kosten in de eerste plaats behooren gedragen te worden door de meest draagkrachtigen. Volgens het Urgentie ProgTam der C. D. U. Ss zij voor aanvaarding der verplichting tot ar bitrage bij internationale geschillen. Zij streeft krachtig naar nationale en internationale ont wapening, als elsch van het christelijk geweten, afschaffing van den dienstplicht, en meer groo- ter invloed van de volksvertegenwoordiging. Zij wil geen belangen-partij zijn. Meer dan als partij acht zij haar bestaan verantwoord ais beweging. Beweging voor krachtig christe lijk sociaal-leven. Het beroep dat zij daarbij doet op de christenen, geldt niet uitsluitend- voor arbeiders, maar voor alle christenen. Zij streeft naar de verwezenlijking van het Gods rijk en meent dat die verwezenlijking ook in zich bevat het eischen van behoorlijke rechts toestanden in de maatschappij, niet uit mede lijden, niet op humanistische gronden, niet uit partijbelang, maar omdat God recht wil in Zijn schepping. De C. D. U wil den strijd aanbinden, en hoopt dat in Bloemendaal daar ook menschen bereid voor worden bevonden tegen de zondige macht van het egoïsme, dat ons maatschappelijk stel sel ontwrichtte en die toestanden schiep, welke vloeken tegen Gods bedoeling en welke in geen enkel opzicht den toets van christelijke critiek kunnen doorstaan. V. Wanneer verschijnt de nieuwe jaargang van „Help U Zelf", adres- en jaarboekje vo«r Bloemendaal? Kan ik er alle Bloemendaalsche vereenigingen in vinden? A. De 20e jaargang van „Help U zelf" ligt zoo goed als gereed en zal dezer dagen ver schijnen. Helaas zal men er niet alle te Bloe mendaal verschijnende vereenigingen in ver meld vinden. De oorzaak daarvan ligt niet bij den drukker, den heer T. Timmer, De Gene- stetweg 23, Bloemendaal, die meer dan ge wone moeite heeft gedaan alle gegevens om deze afdeeling van het boekje volledig *e doen zijn In het werk heeft gesteld. Bestuursleden van Vereenigingen, die zich nalatig gevoelen in het terugzenden van de door den heer Timmer ge zonden vragenlijsten kunnen misschien alsnog van hem gedaan krijgen, tegen betaling der extra-kosten op een inlegvel in het boekje hunne vereeniging toch nog vermeld te zien. elende Jood, fan. DE NIEUWE PROVINCIALE WEG HAAR LEM-UTRECHT, IS GEOPEND 2 JULI '34. De Cruquius. Wie krantenuitknipsels verzamelt krijgt later, als hij het noodig heeft, onder oogen, wat een ander reeds lang vergeten is. Zoo lees ik d.d. 10-l-'33. „Nu door de uit breiding van de Leeghwater en eenige andere „maatregelen de bemaling van den Haarlem- „merm-eerpolder verbeterd wordt, zal een „beslissing over het lot van het nabij Heem stede staande stoomgemaal „Cruquius" „dat alsdan vrijwel overbodig zal worden wel niet lang meer kunnen uitblijven. „Het zou naar velen meenen toe te juichen „zijn wanneer het Polderbestuur eenparig „kon besluiten om de „Cruquius" dde nog „geheel in z'n oorspronkelijken toestand werd „gelaten, voor het nageslacht als historisch '.monument en als een herinnering aan de „droogmaking, van het Haarlemmermeer te „behouden". Neen, ik ga u niejt verder met copieën bezig houden. Meermalen was in poldervergaderingen d*e kwestie van het stoomgemaal Cruquius besproken, maar 'steeds stuitte alles op de jaarlijks terugkeerende onderhoudskosten. Toen werd de hulp van „Monumentenzorg" ingeroepen, maar voor het onderhoud der machine, kon dat lichaam geen steun verleenen. Daarop kwam Het Koninklijke Instituut van Ingenieurs in het geweer. Dit vatte het pian op het machinegebouw als technisch museum in te richten en in stand te houden. Ir. Wouter Cool plaatste in „De Ingenieur" een krachtig pleidooi voor behoud van het gemaal, terwijl de raad van bestuur van het Koninklijk Insti tuut van Ingenieurs zich aan het hoofd van een beweging plaatste om dit monument van polderbemaling te bewaren. Men zou het ge bouw intact, kunnen laten, maar de Ketels sloopen en de vrijkomende ruimte inrichten tot een historisch-technisch museum voor pol derbemaling. De excursie heeft 10 Juni '33 niaats gehad, en de heeren ingenieurs hebben in bovengemelden geest besloten. Maar dan moet het polderbestuur ook de plannen goedkeuren. Nog geen 83 jaar is de Cruquius oud. Laten we evenwel zeggen, dat de stoomgemaal eigenlijk al een historisch monu ment is. De Ketels van nu vreezen wij, zouden het noodige werk niet kunnen presteeren. Maar we wezen er reeds op; ,,'t is nog de vraag of dit stoomgemaal blijft. Zeer zeker kost 't jaarljjksch onderhoud honderden, maar daar staat tegenover de schoonheid van het gebouw, dat het in deze landelijke omgeving, omringd als het is door bosschages met de breed-e ring vaart er voor, het prachtig doet. Afbraak zou zeker het landschapsbeeld, ook langs den nieuwen weg door de Meer ten zeerste scha den. Intusschen is de weg en de nieuwe bascule- brug over de Ringvaart bij de Cruquius Maan dag 2 Juli opengesteld, maar van een overgave van het bezitrecht over de Cruquius aan „Mo numentenzorg" en van de machineriën aan het Instituut der Ingenieurs hoorden we nog niets. Wel moet de overdracht door het Polderbestuur zijn goedgekeurd. Zoo men weet, is het stoomgemaal genoemd naar den bekenden Cruquius, die als „Opziener van Rijnland", een titel, die nu gelijk zou staan met Hoofdingenieur van den Waterstaat als het technische hoofd van Rijnland in het Rijn landshuis te Spaardam, evenals later b.v. Brü- ning en nog later Conrad. In de Hervormde Kerk van Spaardam vindt ge een keurig glasraam in lood met het wapen van Graaf Willem II van Holland. Daar bene den ligt de grafkelder van Nicolaas Samuelis Cruquius, die zich blijkens het opschrift van de grafzerk de zestiende afstammeling van den Graaf en Roomsch Koning. Willem n waande. 2 December 1678 werd onze Cruquius gebo ren en stierf 5 Februari 1754 als Opziener van Rijnland en Schout van Spaarnclam. We weten, hoe vóór de bedijking van het IJ deze omstreken zijn bedreigd geweest, maar ook daarna was het gevaar voor overstroomiug niet gering tot met de doorgraving van Hol land op zijn smalst en de constructie van het Noordzeekanaal „het TJ werd ingelegd". Onze Cruquius heeft nagelaten, „zwaarste water vloeden aangeteekend door N. Cruquius boven Amsterdamsche Peil in Duimen". Cruquius was een beroemd landmeter en kundig waterbouwkundige, die zich een groo- ten naam gemaakt heeft, door zijn kaart van Delfland, die voor een meesterstuk wordt ge houden. .Hij schreef onderscheiden traktaten over waterbouwkunde enz. en was een ijverig guomonist (maken van zonnewijzers) waarvan de bewijzen nog aanwezig zijn. Hem werd mede opgedragen een plan tot bedijking en droogma king der Haarlemmermeer te maken. Het ver slag daarvan werd in de Nederiandsche jaar boeken van 1773 opgenomen. We zullen de droogmaking thans niet her denken, maar öeelen mee, dat de Cruquius 1847 in werking kwam. Dit tweede stoomge maal der Haarlemmermeer stond oorspronke lijk op het grondgebied van den Heer van Heemstede. Trouwens de overblijfselen van het oude kasteel en zijn hof zijn nabij en verhoogen door boomgroepen afgewisseld met weiden ae schoonheid van het landschap. De Heer van Heemstede genoot voor het af staan dier plaats voor het gemaal een jaar- lijksche erfpacht van f 1.62%, welke in-1872 naar 40% berekend voor f 40.62% is afgekocht. Het gebouw zelf is in 1846 aanbesteed voor f 215500, Die droogmaking was een heel kar wei. Denk U een bak van 10 K.M. lengte, 10 K.M. breedte en 4 M. diepte. Een bodem dus van 180 K.M.2 of 18000 H.A. en daarop 4 me ter water. Getrouw hebben ze gedrieën: de Leeghwater hij de Koog, de Lijnden bij Half weg en de Cruquius bij Heemstede maanden en jaren gewerkt. De reusachtige pompmachines trokken het water omhoog, zoodat het op de ringvaart kwam en vandaar liet men het door Spaarne en Liede afvloeien naar het IJ en de Zuider zee. Zoodoende werd het geheele Haarlemmer meer in drie jaar tijds drooggelegd. Men moet niet vergeten, dat door regen en sneeuw het water voortdurend weer iets hooger komt; in een geheel jaar gemiddeld 3 decimeter en dat beteekent een hoeveelheid van 3 x 18.000 00b M3. of 54 mïllioen kubiekemeter en 540.000.000 mud. Dat is natuurlijk nu nog zoo, maar daarvoor is thans, nu de Leeghwater modern is inge richt, één stoomgemaal voldoende; dus nog steeds strijd tegen het water. Landaanwinning was in de 50er jaren heele- maal geen doel. Gevers van Endegeest lid der Meercommissie en Kamerlid zei woordelijk: „Het was nimmer het doel, om, door de droog- .making van het Haarlemmermeer, speciaal, den landbouw te bevorderen, land aan te win- „nen maar hoofdzakelijk was het doel om gevaar af te weren". Er was bij Koninklijk Be sluit van 21 November 1840 no. 37 bepaald, dat de uitmaling zou geschieden door middel van stoommachines. Stoombemaling werd reeds aan het einde der 18e eeuw toegepast, doch ondervinding van het gebruik van stoom bij het droogleggen van meren had men slechts opgedaan bij de Zuid- plas te Rotterdam. Daareven vernemen we, dat op 't oogenblik het uitloozingskanaal van het stoomgemaal de Cruquius weer in orde wordt gemaakt. Men schijnt machine en gebouw dus fahig te willen houden. DIEVEN. Toen ik nog een schooljongen was, kwamen we eiken dag naar school voorbij een grooten tuin. Daar stonden veel vruehtboomen in. Een deel er van hing in den zomer vol roode en zwarte kersen en later de rest vol met pruimen, appels en peren, 't Was heerlijk om te zien, maar je moest te vaak watertanden. Nu ge beurde het wel eens, dat we den tuinman voor de open tuinpoort ontmoetten en hem aan hielden om een handvol lekkere vruchten, die we gewoonlijk ook kregen. Maar meestal bleef de tuindeur voor ons gesloten. Er waren jongens, die wel het onderscheid tusschen het mijn en dijn kenden maar niet om het achtste gebod gaven. Zij klommen op het tuinmuurtje en over het lage hfekwerk dat het bekroonde. Velen konden daar echter niet overheen komen wegens het prikkeldraad Dat was natuurlijk een tegenvaller, want zij scheurden hun broek verwonden hun handen en kregen niet wat ze begeerden. Enkelen lukte het wel eens eenige vruchten te kapen. Zulke jongens nu zijn er ook onder de insecten. Zij ruiken de geur der bloemen en zouden graag van den nectar smullen. Die is echter niet voor hen bestemd maar voor soortgenoot-en die voor 't proeven van den nectar een wederdienst willen bereiden door stuifmeel van de helmknoppen der gezochte bloem op den stamper er van over te brengen, of wat nog beter ls, eerlijk te betalen met stuifmeel dat ze van elders hebben overge bracht. De insecteniongens die ik hierboven bedoelde, kunnen dat niet. Zij vliegen niet van bloem tot bloem maar kruipen van den grond af bij den plantenstengel op naar de bloemen toe. Maar, alsof ze weten, dat ze ongewenschte gasten zijn in de wijnlokalen, komen ze niet de voordeur binnen zooals hommels, bijen, vliegen en vlinders maat- maken hun entree op inbrekersmanier. Zij bijten een gaatje onder in de bloem, kruipen daar, klein als ze zijn, door en stelen zoo den nectar. Als een groote hommel van den nectar van de witte doovenetel wil genieten, moet hij een afsluiting verbreken. Deze bestaat uit stijve haren die vlak boven den nectar staan. De hommel heeft kracht genoeg om die stijve haren op zij te duwen. Hij volgt dan ook den koninklijken weg tusschen de twee lippen door naar binnen. Maar mi komt het kleine aardhommeltje om ook eens te snoepen. Het gaat op de gewone wijze, door de open voor deur naar binnen maar stoot op die stijve haren. Daar kan hij niet doorkomen. Tot zijn spijt moet hij terug. Hij peinst: „Is er niet een andere weg?" Hij zoekt, loopt en, tast maar vindt er geen. Dan maar inbraak. Hij bijt een gaatje in de kroonbuis vlak boven de kelk. En nu is hij, waar hij wil zijn. Als de konings- bjj, die heel wel door de voordeur bij den nectar kan komen, dit gaat ziet, maakt ze er ook gebruik van en steekt haar snuitje er door. Zeker uit gemakzucht. Dat kunnen we ook van den hommel zeggen, als hij een gaatje tn de kroonbuis van de sleutelbloem bijt. Het aardhommeltje doet hetzelfde bij den smeer- wortel. Maar alweer uit onmacht om anders te slagen. Tegen de kwade lui die alleen maar halen en er niets voor teruggeven moeten de planten zich wel wapenen. Dat doen vele dan ook. Het lijmkruid legt een ring van kleverige stof om haar stengel. Daar kunnen mieren, kevertjes en rupsjes niét overheenkomen. Slakken echter zeggen: „Slijm tegen lijm". Ze weten zooveel slijm af te scheiden, dat ze gemakkelijk over den kleverigen ring heen kunnen glijden. Daarom moet tegen slakke» een doeltreffender middel worden aangewend. Dat begrijpen de klaverzuring, die met haar ure stof en de smeerwortel die met zijn schuin opstaande haren als 't ware roepen: „Tot hiertoe en niet verder!" En de hondsroos verweert zich met haar stekels, de sleedoorn met haar doorns, de distel met haar borstel haren, de aalbes met haar klierharen op haar bekervormige bjfempjes, de kruisenmunt met haar sterk rakende olie en de boterbloem met haar schep sap. Dit verweer gaat niet enkel tegen slakken maar ook tegen grazend vee. KERST ZWART. De Sultan en Sultane van Jahore waren deze week te gast bij Jack Warner, vice-president van Warner Bros, waarbij diens dochter en schoonzoon Mrs. en Mr. Mervyn Le Roy tegenwoordig waren. Op hun huwelijksreis waren Mr. en Mrs. Le Roy te Singapore de gasten van het Sultanpaar. Ook Dolores Del Rio, Dick Powell, Al Jolson, Rusy Keeler en Edward G. Robinson behoorden tot de invité's. De hooge bezoekers maakten een rond gang door de studio's waar zij gedeeltelijk de op namen volgenden van de films „Dames", „Bri tish Agent" en „The Dragon Murder Case". Een speciale filmopname van de bezoekers werd ge maakt, waarvan hun een copie als aandenken zal worden aangeboden. Een telegram van Warner Bros uit New York behelst het bericht volgens hetwelk Helen Lowell een belangrijke rol krijgt te vervullen in de film „Big Hearted Herbert" waarin Aline Mac Mahon en Guy Kibbee de sterrollen vervullen en Patricia Ellis en John Eldredge-jeugdrollen spe len. In de „Haagsche Post" antwoordt Mr. C. P. van Rossem, op deze, door hem gestelde vraag, o.a. het volgende: Daar is een mooi stuk natuur dat je lief is; na eenigen tijd zie je het terug: opgevreten, verknoeid door speculanten. Of er is iets, dat je vele jaren geleden had opgeschreven als on aantastbaar. Maar op zekeren dag worden leelijke betonnen palen in den grond gestampt, belegd met ijzerdraad en een Nederlandsch burger kruipt er met zijn heele familie binnen in. Of er is een terrein, dat onbereikbaar leek beveiligd als het was d-oor dikke zandwegen. Maar een slimmerd heeft ontdekt, dat de lucht daar geschikt is voor neurotici of krankzin nigen. Een autoweg breekt de ongereptheid in stukken; het hatelijke prikkeldraad heeft weer een illusie gedood. Of er staat ergens hout, dat een eeuw noodig heeft gehad om tot volledige rijpheid te komen. Sinds tijden was het een brillant „buiten". Nu wonen er leelijke men schen a f 460 per jaar; in den vijver wasschen ze hun borstrokjes en onder het restant der boomen leggen ze hun kapotte schoenen, hun blikjes en gebroken boterhambordjes. Aldus dreigt Holland te worden tot één eindeloos stuit prikkeldraad waarin de natuur gevangen wordt als een imitatie-bijou in één étagère-kastje. En dan die afgrijselijke ommuringen van zware ijzeren of betonnen palen waar een rustieke afscheiding even afdoende zou zijn en niet zoo uit den toon vallend bij de omgeving. Het zijn soms ware vestingen technisch ver zorgd als met oorlogsversperringen. De eigenaar zit er achter, alsof hij in doodsgevaar verkeert, terwijl een paar bordjes met „verboden wande ling" voldoende zouden zijn. Dat een schoon heidscommissie deze gruwelen stilzwijgend voorbij loopt, is iets wat ik niet vermag te be grijpen. Misschien zou een extra belasting op het „dure hek" den bezitters de oogen openen. Hoe het zij over tientallen jaren zal Je Nederlander, die naar buiten trekt, „gelucht" worden als een gevangene tusschen kippen gaas. Hij zal misschien nog een enkelen boom zien, maar altijd achter tralies; zijn laatste wandelpad zal ingesloten zijn door hekken en nog eens hekken. Iedereen woont dan „huiten" en niemand zal meer begrijpen, wat „buiten" eigenlijk beteekent. „Waar woon je?" „Op de Leusder-hei, straat 168" „Ik heb het nog al ge troffen. Midden in de Onzalige Bosschen, Laan 78 b." Is geen redding mogelijk? Ik droom van uit gestrekte natuur-reservaten, zoodanig aaneen gesloten, dat ook de toekomst-atlas een krans van ongerept terrein kan uitteekenen. Ik droom van toezicht van hooger hanö, beperking van vrijheid tot verkoop, redding van waardevolle natuur-monumenten (niet uitgaande van par ticuliere vereenigingen maar van den staat), ik droom van een zorgvuldige bestudeering van dit vraagstuk, geleid door waarachtige liefde voor de schoonheid van ons land. Op de huidige wijze gaat het mis. Heeft eenmaal de verbrok keling een zekeren omvang aangenomen (denk bijv. aan het Gooi), dan valt er niets meer te redden, omdat het restant geen voldoende waarde meer vertegenwoordigt om gered te worden. Nog kan paal en perk gesteld worden aan de hebzucht van gokkers en speculanten, aan de gestichten-epidemie de malaise is tenminste ergens goed voor: baisse in de grond- speculatie wordt er te lang gewacht dan kunnen wij Nederland als landschapsland af schrijven. Hier is een buitenman aan het woord, die jaarlijks de groeiende vernieling met angstige oogen aanziet. Tot zoover Mr. v. R. Bakenessergracht 27. Telefoon 14393. j Opgericht in 1909 levert tegen kostprijs: Dinerprijs f 0.81; met soep of toespijs f 0.15 meer. Geen lidmaatschap. Bezorging ook in de buitengemeenten. Prospectus op aanvrage. Deze week geven wij weer eens een aardig japonnetje voor ónze jongedames van 14 tot 16 jaar. Vooral van gebloemde voile vormt dit costuumpje met de schuine volants aan hals en rok een aardig geheel. Een bijzonder cachet geven de van taille tot heup ingestikte plooitjes. De volants worden afgewerkt door een smal zoompje, tweemaal om te stikken. Benoodigde stof 4 Meter van 90 c-M. breed. Patronen van dit model zijn verkrijgbaar bij de afdeeling Knippatronen van de Modevak school Kinheim, Kleverlaan 113. Bloemendaal, Tel. 23497. Prijs afgehaald f 0.45, fr. per post f 0 55. Voor bestelling bovenwijdte, taille- en heup wijdte op te geven. Wij meenen tot onze vreugde te kunnen vast stellen, dat onze Afd. P. W. deze gevoelens van Mr van Rossem deelt Het achterwege laten van afrasteringen langs de tuinen van „Bloemen daal Noord", en langs onze plantsoenen, zoo mede het op halve hoogte brengen van het hek werk langs den tuin van ons raadhuis, zijn toe te juichen voorbeelden. Men ga hier zoo door. tot eind Juli ARTS. Bloemendaal. Waam. Dr. Bomwater, (alléén fondsleden); Dr. Bos; Dr. Immink; Dr. Mansholt. VANAF HEDEN STEEDS VERKRIJGBAAR: 2 STUKS a 25 CENT. a 10 CENT. Na 8 uur staan de AUTOMATEN voor U gereed. Bediend U er van, zy bevatten steeds versch Het Grootste en Modernste Bedrijf in BLOEMENDAAL Normale Prijzen BLOEMENDAAL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 3