De Gemeentebegrooting. FEUILLETON. Begrootingszitting-.- Behandeling van de groote jaarlijksche raming, die ditmaal den nood der tijden wél weerspiegelt. ..De heeren zullen" zegt de Voorzitter „begrijpen, dat ik met weinig voldoening' ditmaal de begrootingsdebattén inleid". De Raad begrijpt clat inorrdaad. Het moet voor het Dagelijksch Bestiiur onzer gemeente onaangenaam werken zijn nu het Rijk een zoo gEweldigen aanval op de gemeentelijke financiën heeft gepleegd, een handelwijze, die in de eerste plaats forenzen- gemeenten als Bloemendaal het kind van de rekening maakt- Op dit laatste wijst de Voorzitter met klem. De tegenwoordige belastingpolitiek der regeering -is voor hooge -belasting niet en gispt de drijf- veeren, die daartoe zouden kunnen leiden. Deze tolastingverhooging, Spr- stipuleert dat' deze alleen aan het ingrijpen van het Rijk is te wijten is zeer moeilijk te dragen. Wat de voor gestelde wijze betreft, waarop B. en W. voor stellen, de begrooting sluitend te maken, Spr. pleit eveneens voor een heffing van opcenten op de vermogensbelasting, waarmede de personeele belasting zou kunnen worden verlicht, ken en van hun gevoelens nog «iet in de begroo ting hebben blijk gegeven. Men vergëté ook niet; dat er nog genoeg tegenvallers te duchten zullen zUrt. De heer ENSCKEDé geeft -B. en W- den raad, een1 zinsmede uit. een- goheiip accountants rap port ever den Zeeweg ter harte te nemen. Overigens -dringt- Spr.-op- bezuinigingen-aanJ zoowel in de uitgaven der gemeentelijke dien sten als bij de loonen der te ver kg es telden en van het gemeente personeel. De heer CASSEE blijft er bij, dat een belasting van f 0 25 per f 1Ó00.vérmogen toch' werkelijk: niet bezwaarlijk mag worden genoefnd." Spr.'s f 1000.verminderd wordt. Post 108, kosten van luchtbescherming, f 500 geeft- den heer SCHULZ aanleiding te betoogen, dat men voor dit bedrag in werkelijkheid al zeer weinig kan uitrichten. Ware de bedoeling van deze post, materiaal aan te schaffen ten behoeve van politie, brandweer e.d., dan zou Spr. zijn steun er.wel aan willen géven.. Dez?_f 500.zijn echter voor een goed deel bestemd als subsidie aan een vereenlging, die zich op het gebied der luchtbe scherming beweegt. Spr verwacht in dit opzioht weinig resultaat en na rijp beraad moet hij zijn stem aan dit voorstel «fithouden. Do heer QUARI.ES gelooft, dat op het gebied lasting te verlagen hebft tot grond, dat men bij Ten slotte verzoekt Spr. den voomtter, wiensTuffen uit bcetd hij overigens roemt, op zijn verbod aan de I autenthieke b ^kc lsö(r (ter^ArbeSerspers fta teruo^in f - dus en°verbWt rich, dat hefvermogl De heer QUARLF=^va'n <?n de inkomsten in Bloeme'ndaai zeker niet naar. De heer QUARLES VAN UFFORD betreurtbeneden gadn. Spr. betreurt met den Voorzitter, voorstel om de opcenten' en gemeentèfondsbe-- van bescherming tegen aanvallen uit de lucht van wel zeer grooten invloed op deze begrooting,eveneens het offer, dat de gemeente aan het Rijk>uat de vaste Commissie oorzaak is, dat de plan- geweest. Wie de debatten in de Flnaneieele Com-'moet brengen. Het tekort zal echter moeten wor- missie heeft meegemaakt, heeft daar een mat- j den gevonden, deels door belastingverhooging, heid in de debatten kunnen comstateeren, die ge-]maar toch zeker niet minder door bezuiniging volg was van de teleurstelling over de aanranding der gemeentelijke autonomie, gevolg van de be- lasting-egaliseertng. Zullen deze rjjks-maatregelen tijdelijk zijn?- „Tijdelijke" maatregelen kunnen soms lang duren en Spr. vreest, dat ook hier van het tijdelijk karakter voorloopig wel niet vcbl zal blijken. Immers, men ziet hier een voortzet ting van de lijn, die sinds "de instelling der ge meentefondsbelasting is gevolgd, een methode, waardoor veel voordeel voor een forenzenge- meente te loor is gegaan. Lasten, die een groote gemeente kan dragen, verdraagt een gemeente als Bloemendaal niet. Ziekte en ongeval in een huisgezin worden gemeenschappelijk en dikwijls met succes bestreden. In een hotel loopen de gasten weg, wanneer hun gezondheid op hun welstand ttedreigd worden. Men zou een groote gemeenten in dit opzicht met een huisgezin, doch Bloemendaal met een hotel kunnen vergelijken. Als de genoegens, die de forens in Bloemendaal vindt, verstoord worden, gaat hij weg en de ge- gemeente gaat de bronnen missén, die nu een maal noodig zijn óm zich op peil te houden. Daar is ben nationaal belang mede gemoeid. De Volksgezondheid, zoozeer gebaat door open bebouwing, wordt niet gediend, wanneer ook straks inBloemendaal gesloten bebouwing een eisch zou worden. H'èt natuurschoon zal niet on gerept kunnen worden gelaten en dit alles zal ge volg zijn van de egaliseeringspoiitiek in' onze be lastingwetgeving.' DOch daarnaast zal men in het oog moeten houden dat men forenzengemeen- ten in haar tegenwoo'rdigen Staat niet meer terug kan dringen naar de kleine.gemeenten. De omvang, die gemeentelijke bemoeiingen hebben genomen; politie, wegenonderhoud, verlichting, rioleering ed. zijn nu eenmaal niet noemens waard in te perken. De gemeentebesturen, van Bloc-miendaal en en het spijt Spr. dat noch de Voorzitter, noch de beide vorige sprekers hierover hebben ge rept. Opcenten op de vermogensbelasting wijst Spr. af- Bezitters van vermogens toch zijn reeds door allerlei andere heffingen reeds zwaar be last, waarbij nog komt, dat vele objecten van vermogens momenteel geen renten afwerpen. Spr. trekt een vergelijking met Heemstede. Hier heeft men de opcenten op de gemeente fondsbelasting onaangeroerd gelaten, doch door een herziening der loonen hoopt men tot een bezuiniging van f 25000.te komen. Indien men de opcenten op de gemeente fondS- belasting niet op 38 maar op 35 bracht, zou een f 18000.—' gevonden mesten, worden. Spr. gelooft, dat men dit bedrag gemakkelijk op de begrooting zal kunnen bezuinigen, indien riten, andere mo gelijkheid, niet verder uit ds gemeentelijke re serve wenscht te putten. De heer VAN RIESSEN dringt eveneens op bezuiniging aan en wijst er dp, dat verschillende bronnen van inkomsten voor de gemeente zou den kunnen worden aangeboord. Voorts vraagt hu', of het mogelijk is, voortaan van hét P.E.N. electrische stroom te betrekken, doch dit zelf te distribueeren. De heer LUDEN vraagt, hoe de heer Cassee aan zijn cijfers omtrent het vermogen in den ge meente komt. Als deze gegrond zijn op de be lastingaangiften per 1 Mei 1933, dan vreest spr.. dat deze cijfers niet geheel overeenkomstig de werkelijkheid zijn. Voorts wijst spr. er op,- dal, verhooging' van belastingdruk vermeerdering van werkloosheid beteekent, werkloosheid, die alle mogelijke klas sen der maatschappij thans helaas omvat. Eie VOORZITTER betwijfelt eveneens, of de cijfers van den heer Cassee juist zijn. Wat de uitbreidingsplannen Bloemendaal aan Heemstede hebben op dit alles de aandacht vau(Zee betreft, anderhalf jaar zijn thans hierover den minister van Financiën gevestigd. Spr. vreest besprekingen gaande met de z.gj-Va§te Commis- evenwel met weinig kans op resultaat: En dit alles dwingt er toe, de oogen geopend te houden voor de gesignaleerde dreigende gevaren. sie. B. en W. hebben steeds getracht, deze bespre- kingen te verhaasten, doch men stuit hier op het inzicht der Vaste Commissie, die uitbreiding De heer Cassee begint eveneens met te wijzen j van Bloemendaal in de duinstreek of aan Zee cp den tegenspoed der itden. Het gemeentelijk, zeer ongaarne ziet en de vraag rijst, of het nog fjjuyicieel beheer eischt thans groote beperking en opgeven van verschillend© idealen. Niettemin hebben verschillende zaken van groot belang haar beslag gekregen, waarvan Spr. verschillende staaltjes bij brengt en waar voor hij zich erkentelijk toont. wel vteel nut heeft, cp dezen weg voort te gaan ten het niet beter is. waar de Vaste Commissie geen bij de wet voor geschréven college is, den wettelijken weg te volgen én, de plannen, een voudig ter'bestemde" plaatse* in 'té diénen. Met den aanleg van één" öpë'nlüchtbad 'dient men nen inzake de Zeewegplannen zoo traineeren. De bezwanan vanden Voorzitter tegen een Bloemendaalsch openluchtbad deelt Spr. niet. De heer SCHULZ wijst er op, dat hét ver mogen in' Bloemendaal blijkbaar den druk der crisis niet. al te zeer gevoeld heeft. Als' de heer Quarks dan 'ook wijst op de lasten, die bezitters van vermogens moeten verduren, moge hij be denken, dat niet-bezitters door diverse crisishei- fingen vermoedelijk in verhouding even zwaai', zoo niet zwaarder zijn getroffen. De opmerking van deri heer Luden gaat niet op. wanneer de heer Ludeft de cijfers, die de heer Cassee van den Inspecteur der Eelastingeii heeft ontvangen, niet geheel juist acht, dan moe; hij- alle cijfers wantrouwen, die in deze .begrooting Van den Inspecteur afkomstig zijn en dat zijn ur niet weinige- Tegen de 3%" verlaging van den heer Quarks heeft Spr. bezwaar: wanneer daaraan een vermin dering der loonen .voor tewerkgestelden wordt verbonden. Teleurgesteld is Spr. door het ant woord van den Burgemeester. In de Ar'celuspers werdt practisch gesproken nimmer de pc'it'te tot een aanfluiting gemaakt. Er is dan cok geen enkele aanleiding, om de politie 't lidmaatschap van de S.DA.P- of de lectuur van de Arbeids- pers te verbieden. De heer QUARLES blyft. bij zijn meening, dat het het* welbegrepen belang der gemeente is, de Vermogensbelasting niet te verhoogen. Wanneer men daartoe overgaat zullen de thans leeg staande villa's in dezegemeente 'nimmer ffieer bewoond worden. De heer WITTEMAN is daardoor niet over tuigd van de gegrondheid van deze argumenten. Er is nu eenmaal een Vermogensbelasting en blijkbaar heefr, de Wetgever gemeend, dat in komen uit vermogen zwaarder behoort te wor den belast dan inkomen uit arbeid- Dit principe mag in dezen tijd worden ter harte genomen. Vóór heffing van opcenten pleit evenwel de sociale rechtvaardigheid. Op allerlei belastingen worden opcenten geheven. Hut wordt thans tijd; dat, 'dé Vermogensbelasting aan dé bêart'kontt" niet het'minst omdat de belastingdruk dbarfge-'] Icgd dient te worden, waar nog druk mogelijk is. De heer FLEMMING betoogt, dat het uitge sloten is, dat er eer. accres van kapitaal' heeft plaats gehad. Als er kapitaalvermèerdering is ge constateerd dar. kan,dat alleen door vestiging- van nieuwe inwoners zijn'. Wanneer men dan ook tot belastingverhooging komt, bestaande in IjetJ Nooit was de toestand der' lands'middelen van;men voorzichtig te zijn. Reeds zijn dergelijke in- zóó gföoten invloed op de begBooting. De minis- ter mocht zeggen, dat de belastingen niet zou den worden verhoogd, de opcenten door de ge meenten te heffen had Z. Exc. niet op het oog- en 't is vcor verhooging van deze opcenten, dat de begrooting thans sluitend wordt - gemaakt. Spr. kan daarmede accooiA gaan, doch vraagt zich af. waarom er thans geen opcenten op dé vermogens belasting worden gelieven. Het vermogen in de[ gemeente Bloemendaal -bedroeg -in 1933 f 282. millioen, in 1934 f 300 millióen. Dit is een ver heugend verschijnsèl én is een argument van Spr.'s voorstal, 25 Opcenten cp de vermogensbe lasting te heffen, wat een bate van f 75000. ivoor het dienstjaar 1935-: f 42.000.—*» zou betee- kenen. Tenslotte wijst Spr. er op. dat Bloemendaal al te lang ontbeert de lucht, zee- en boschbaden. die andere gemeenten reeds geruiinen tijd bezitten, speelplaatsen en dergelijken inrichtingen, die be zoek van buiten aan Bloemendaal kunnen sti'mu- leeren. Daartoe wekt .Spr. op- De heer SCHULZ .memoreert eveneens diverse zaken, die in het afgeloopen jaar haar beslag hebben gekregen. De nieuwe school te ©verveen de concentratie in Wet onderwijs te Bloemendaal, de bouw van arbeiderswoningen, dit alles stemt tot tevredenheid, al is spr. op liet laatste punt nog niet geheel voldaan. Wat de belasting betreft, spr. vreest vlucht richtingen opgeheven door verschillende oorza ken. In het algemeeii zou Spr. niet gaarne meentelijke exploitatie van een openluchtbad in Bloemendaal zien. Ook spr. benijdt Heem stede haar sportpark, Er is echter hier in Bloe mendaal vooralsnog geen grond voor zulk een terreinen-cc.mplex beschikbaar. Tot den heer Schulz merkt spr. op, dat hij in zijn verbod van lidmaatschap der S.D.A.P. voor de politie 't Rijk gedaan moet worden' wat mogelijk is en zal daarom voorstemmen. De VOORZITTER stemt den heer Schulz toe, dat het geraamde'bedrag niet hoog is. Het is evenwel eën begin ter voorziening in eventueel gevaar bij een gasaanval. De heer SCHULZ blijft er bij, dat hij geen be zwaar zou hebben tegen een uitgaaf ten behoeve van bescherming van politie, brandweer en ander gemeentelijk personeel of daarmede gelijk te stel len personen. Tegen een subsidie aan een parti culiere vereeniging heeft hij bezwaar. De VOORZITTER betoogt, dat een vereeniging als bedoeld van groot nut' zou zijn, om een ver dediging tegen luchtaanvallen voor te bereiden en te leiden- De post wordt dan vastgesteld met de stemmen der heeren Noorman, Schulz en Cassee tegen. Bij post 188, opbrengst van kamneertenten aan het strand, f 450— geeft de heer SCHULZ in overweging', de gelegenheid tot kampeeren uit te breiden, waardoor de baten tegenover de kosten verhoogd zullen worden. Overigens baseert Spr. dit advies ook op ideëeie gronden. De VOORZITTER kan niet in uitzicht stellen, dat het aantal kampeervergunnlngen in belang rijke mate zal worden uitgebreid. Een hoog aan tal kampeerders is niet-mogelijk, aangezien het kampeeren de gemeente anders over het hoofd groeit. Bij post 200 'wijst de heer CASSEE er op, dat de gemeente jaarlijks f75bijdraagt en de kosten van onderhoud der Elswoudlaan. HU vraagt, of deze bijdrage niet kan vervallen, nu de eigenaren van dezen weg uitkeering uit het wegenfonds genieten. De VOORZITTER antwoordt, dat dit reeds van 1852 dateert. B. en W. zullen de vraag van den heer Castee onder liet oog zien. Voorts- vraagt de heer Cassee meer verlichting voor de Elswoudslaan, Buinvlietsweg en Bent- ve'dsweg. Punt 221. kosten van een hertenkamp, geeft den heer Enschedé aanleiding', het denkbeeld te op peren, de exploitatie van den hertenkamp op te dragen aan een plaatselijke vereeniging, bijvoor beeld Bloemendaals Bloei. De heer PRINSENBERG gelooft niet, dat Bloemendaals Bloei, vcor een dergelUkc transactie te vinden zou zUn. De heer Schulz is het met hem, eens. De heer Quarles; .is jdaar niet van OVertuigÖ.' 'ré TEC én W. zullen "de zaak onderzoeken. Bij post 381, heffing retributie -in de kosten van leerlingen, die te Haarlem het M.O- volgen dringt de heer-Qu'Sries er op aan, deze ïtetrlbutie te herzien, waartegen de heer Schulz bezwaar maakt. Voor een «ogenblik van groote vtoólykheid zorgt Idsirde heer Luden, die zijn wantrouwen?:betuigt RUnegom UI. waaraan ook werkloozen te werk kunnen Worden gesteld. Wethouder PR IN SEN BERG weerlegt dit. Dte post wordt vastgesteld. BU de belastingen bepleit de heer CASSEE dan wederom zijn voorstel tot heffing van 25 opcen ten op de Vermogens belasting, waardoor het mogelijk zal zjjn. de opcenten op de Personeele Belasting te beperken. Het voorstel CASSEE wordt met 76 stemmen aangenomen, waarna het opcentencijfer op de Personeel Belasting op 118 wordt bepaald. De heer QUARLES stelt voor, de opcenten op ds Gemeentefondsbelasting tb vej-lagen met 3 op centen, waardoor dit jaar f 18.000.zou worden gederfd. Deze f 18.000.stelt spr. voor, eveneena uit de reserve te putten. De heer SCHULZ vreest, dat men dan de be grooting van Ged- Staten terug zal krijgen, het geen de Voorzitter beaamt. De heer PRINSENBERG daarentegen meent, dat het in dezen tijd wel verantwoord is, iets meer uit de reserve te putten dan B. en W. oor spronkelijk voorstelden. Het is nu eenmaal een feit, 'dat bij vestiging in de gemeente het aantal opcenten op personeele en gemeentefonds-belas ting een groote rol speelt. De VOORZITTER blijft het voorstel Quarles ontraden. Het voorstel wordt aangenomen met 10—5 stemmen. De heer WITTEMAN wijst er op. dat Bloemen daal wellicht een bron van inkomsten zou kun nen putten uit opcenten op de personeele belas ting voor den 5en grondslag' (automobielen).In dien daarop 50 opcenten worden gelegd zou dit een sommetje van f 7000 a f 8000 beteekenen. De begrooting wordt daarna in haar geheel goedgekeurd, evenals de begrooting: der bedrijven, Na rondvraag wordt de vergadering gesloten. Rest nog te vermelden, dat voor de behande ling der begrooting 'n schrijven van Ged. St. bin nenkwam inzake de wedden van burgem., secre taris en gemeenteontvanger. Over een voorstel van B. en W. aan Ged- Staten te berichten, dat er naar het oordeel van den Raad geen aanlei ding bestaat tot wijziging der jaarwedden, staak ten dis stemmen, zoodat in de volgende vergade ring een beslissing zal worden genomen. gevolgd is, niet het minst met het oog op een eventueel mobilisatiebevel, tot de uitvoering- waarvan ook de gemeentepolitie wordt geroe pen. Den heer Quarles van Ufford antwoordt Spr., dat in de schriftelyke toelichting voldoende is opgemerkt, dat B. en W. blezuiniging niet moge lijk achten. Waar de heer Quarles in de Com- jmissie-vergadering hieromtrent niets heeft opge merkt, treft het Spr. niet aangenaam, dat de heer Quarles thans met zijn opmerking kwam. Wat de bezui ïiging thans betreft, inderdaad, er zou hier en daar nog te bezuinigen zijn, maar men treft dan vitale belangen en voor langer dan een jaar zal deze bezuiniging tooh niet kunnen strekken. B. en W. zien in. dat de gemeente salarissen verlaagd zullen moeten worden. Men is reeds bezig aan de politie-salarissen en de andere zul len volgen- Dit maakt, dat B. en W. zich omtrent een salarisverlaging nog niet hebben uitgespro- hcfien van opcenten op de vermogensbelasting tegeiÜ allerlei geleerde brevetten en diploma's dient men wel te bedenken, dat 'dit onafwijsbaar jChiu'chhir tot kapitaalsvernietiging leidt. Overigens driilgt Spr. op bezuiniging in. De VOORZITTER belooft den heer Enschede de door dezen gesignaleerde zinsnede 'die betrek king blijkt te hebben op een openluchtbad) nóg eens te onderzoeken! Den hèer Van Hiessen antwoord Spr., dat de Directie van Wet P.E.N. niet zal Willen medewer ken tot de totstandkoming van ech gemeentelijk distributiebedrijf van eieotriciteit. Wethouder PRINSENBERG antwoordt op een verwijzing van den- heer Enschedé naar den plantsoenendienst van Bussum. dat hem de ge- eigen getuigenis in zijn jonge jaren zóó dom, dat hij tenslotte maar bij de cavalerie terecht kwam. (vreugde) De Voorzitter hamert. Vervolgens betoogt de heer ENSCHEDE, be zwaar te hebben tegen een post van f 1000. inzake steunverleening aan beeldende kunste naars. Wethouder PRINSENBERG licht deze voor dracht toe, die naar aanleiding van een «Joor de Regeering geuiten wensch op de begrooting is gekomen'. De heer ENSCHEDE blijft er bij, dat bezuini- gevehs, noodig voor eert vergelijking, ontbreken j ging gebodlen is en stelt daarom voor, deze post er voorts,dat bezuiniging óp het ooiiiplex der ge- te schrappen, doch rfju amendement wordt met meerite bedrijven aan den Zeeweg niet mogelijk is. Wat bezuiniging op d»e w'erkloozenzorg betreft Spr. gelooft niet. dat de offers, die hier tot dus ver gebracht zijn, in de naaste toekomst verlicht zullen worden. In het algemeen, betoogt'Spr., aat het feit, dat de uitgavencljfers bijna nergens zijn verhoogd, een - bezuiniging'beteekent, omdat in een jaar de bevolking toegenomen is en de om zetbelasting nieuwe lasten beteekent. De. ochtendvergadering wordt hleroa gesloten. 'De middagvergadering is gewijd aan de Ar- tikelsgewijze behandeling der begrooting. Begon nen wordt met een discussie over den post brandbluschmiddelen en reddingsmiddelen (f 5915) die op voorstel van den heer QUARLES me; 76 stemmen verworpen. Dan richt'de heer ENSCHEDE z-ieh tegen de f 2000.—. bestemd' voor de Haarlemsche Orkest- Vereeniging en stelt voor, deze af te voeren. De heer SCHULZ merkt op, dat het bestaan der H.O.V. door het afwijzen van dit subsidie in gevaar wordt gebracht en bestrijdt uit dien hoofde het voorstel-Enschedé. De heer WITTEMAN bepleit eveneens behoud van het subsidie. Het amendement ENSCHEDE wordt verworpen met 94 stemmen. Bij post 441, werkverschaffing (f 98.000» zegt de heer HOGENBIRK, dat er z.i. aanleiding is om deze post te verlagen tot f 80.000.In dit verband wijst Spr. op de werkzaamheden aan HET ROLLENDE REGEERINGSPALEIS VAN MOESTAFA KEMAL. Moestafa Kemal; de president- van Turkije, heeft zijn aanhangers beloofd over vijf jaren weer een democratischen regeerlngsvorm in te stellen. De Ghazi is van meening, dat hij deze be lofte slechts houden kan. als hij persoonlijk de uitvoering van zijn vijfjarenplan in alle deelen des lands controleert. Teneinde deze controle zoo effectief mogelijk te maken, heeft Moestafa Kemal besloten deze vijf jaren in een specialen trein te verblijven, die in alle richtingen het land zal doorkruisen. Zijn beroemde villa in de nabijheid van Ankara, waar geregeld groote feesten werden gegeven- zal gedurende dft tijdvak leegstaan. Over vier maanden zullen de vijf Pullman- ri'Utuigen, waaruit de presidentieele trein bestaan 'zal, gereed zijn. Een wagon wordt ingericht als bureau. Twaalf secretarissen en evenveel typis ten zullen hier een plaats vinden. Een tweede wagon wordt als postkantoor ingericht, dat een krachtig radio-station zal bevatten ,pm in voovt- dui'ènde verbinding met Europa te staan. In-den derdén wagon bevindt zich het presidentieele ureau en het archief," alsmede een volledig in gerichte ambulance met dienstdoende dokters. De t vierde wagon is ingericht als slaapvertrek voor Moestafa Kemal. Zyn slaapplaats is zeer een voudig. De eenige luxe is een Turksch bad, waar voor de locomotief de benoodigde stoom levert. Tevens bevindt zich in dezen wagon de eetzaal, waarvan de romen met landkaarten behangen zyn. De vyfde wagen is ingericht als verblijf plaats voor het personeel, terwijl zich in dezen wagon tevens de keuken bevindt. Iedere wagon is voorzien van een telefoontoestel, waarmede men draadlooze gesprekken met alle hoofdsteden van Europa kan voeren. In het geheel zal de presidentieele trein hon derdtwintig personen herbergen, waaronder ook eenige detectives alsmede officieren en man schappen van de nationale garde. Dit laatste met het oog op eventueele festiviteiten. Als de presidentieele trein op tournée is, zal het verkeer op het traject waar de trein zich bevindt, stilgelegd worden, teneinde den trein van den president overal vrijen doorgang te kunnen verleenen. „vrouwenleven in vroegere eeuwen". Fragmenten uit de lezing van Mevr. A. W. LOEFE—BOKMA (Mevrouw LoeffBok ma hield te Haarlem eone lezing met lichtbeelden, die in elk ver slag of verkorting aan kracht verliest, maar o.i. ih deze: streek verdient eenigszins door «■'•en druk te- worden vastgehouden, om de belangrijkheid van het onderwerp en de voor treffelijke wijze waarop [het door Mevrouw Loeff- na degelijke studie is uitgewerkt. Deze leziDg'werpt., zonder dat dit blijkbaar beoogd, verwacht of gezocht was, als objectief stukje geschiedenis veel lichtop het vrouwen-leven- van-nu, en is daarom zeer actueel en ook op taalkundig- -gebied zeer inlichtend - De Vereeniging voor Huisvrouwen ard. Haarlem heeft een goed werk gedaan Mevr Loeff voor haar te laten optreden, moge de bekwame spreekster met hare lichtbeelden ook de 'andere af deelingen van die Vereeni ging of van het Nut onder haar gehoor krij gen. Wij kunnen slechts fragmenten geven, maar vertrouwen, dab onze lezeressen vooral, het met ons eens zullen zyn. dat hier op wetenschappelijke wyze- een nieuw licht ge worpen wordt op brandende vraagstukken. Red.). De Hervorming bracht verandering in onder wijs en onderwijzend personeel. De oude pa rochiescholen werden gereorganiseerd. Ieder dorp moest nu zijn schoolmeester hebben, de predikant- bepaalde zich tot het geven van godsdienstonderwijs. Niet zelden had de school een uithangbord, waarop stond „hier onderwijst] men kinderen' of een bijbeltekst, ook wel an dere dichtregels, als b.v. „Doe Jona de walvis uitspoog, ging hij te Ninivé preken en leeren, Hier leert men de kin deren de gebeden, de vragen van buiten en gaat men uit catechiseeren". Uiterst moeilijk was het om behoorlijk onder wijzend personeel te krijgen. Gewoonlijk was de schoolmeester tevens koster, voorzanger, voor lezer, klokkenluider en doodgraver, soms is hij herbergier, barbier, chirurgijn, paardenkooper, slager of baggerman; er wordt zelfs melding gemaakt van een schoolmeester, die twee weef getouwen in de school bediende en het kwam voor, dat de -overheid moest ingrijpen om te zorgen, dat het schoolvertrek niet tevens voor allerlei andere doeleinden werd gebruikt. De kin deren gingen zeer onregelmatig naar school, meestal alleen in den winter en de ouders meen den het schoolgeld te kunnen berekenen naar het schoolbezoek. Een schoolmeester moest kun nen lezen, schrijven en rekenen, maar van meer belang werd het geacht, dat hij een flinke stem bezat om zonder orgel het kerkgezang te kun nen leiden. De allereerste eisch was zuiverheid in de leer. De meer gevorderde leerlingen moesten als assistenten dienst doen en zoo vond men, zelfs in het einde der 18e eeuw in Rotterdam „aan- kweekelingen" van 10 en ondermeesters van 12 jaar. De A.B.C.-boeken, zooals zij"'toén heetten, die bij het eerste leesonderwijs dienst deden, bevat-, ten de artikelen des geloofs, de tien geboden, verscheidene gebeden, zedekundige lessen en wenken over tafelmanieren, die; zeer noodig waren. Trouwens schoolboeken zijnheel lang moraliseerend gebleven, denkt U maar eens aan- Van Alphen, dien wij onver-dragelijk vinden, maar die voor zijn' tijd vooruitstrevend was, in zooverre dat hij althans poogde voor kinderen te schrijven, iets wat nog nooit bij 'iemand was opgekomen. Dat hij er voor ons gevoel toch niet in sJaagde een kind' te zien als een wezen- op zich zelf en niet als een groot-mensch in klein formaat met gedachten en gevoelens van een volwassene, blijkt wel uit het volgende versje, waarin een jongetje zyn zieke zusje aanspreekt: Ach, dat kermen, ach, dat klagen Kan myn teeder hart niet dragen Mietjelief, ik voel uw pijn Ik zou willig voor u lijden Kon het u van smart bevrijden Of maar tot verlichting zijn. In de ongezellige schoollokalen, werden; jon gens en meisjes toch zooveel mogelijk apart ge houden. De instructie luidde: „de meyden zullen zitten in een loco alleen ende die knechten zul len ook zitten bijeen". Knechtje was toen, het gebruikelijke woord voor jongen. Dat het op dié scholen met hun dikwijls volkomep onbevoegd personeel, vaak wild toeging, bewijzen eude prenten, waarop de' klasse een woest tafereel oplevert, en wat buurtschap betreft, woonde men liever naast een smidse dan naast een school. Dikwijls werd de school gehouden in smalle, duistere vertrekken op de - tweede verdieping uitziend op morsige stegen, soms in kelders «f in het voorhuis der woning. Op de katheder van den meester hing de gard en een ijzeren kam „om* Onreine hoofden 'tot reinheid te dwingen"; de plak was steeds onder het bereik van den- meester en ook de meisjes bleven daarvoor niet gespaard. Soms was die plak voorzien van kleine spelden en naaiden of spijkert tenten, -zöodat een afstraffing daar mede bijna tot een geeseling werd. Het ezelbord was een strafmiddel voor domme kinderen, zij moester dit op de bórst dragen, nadat er op geschreven Was„ik ben een ezel". Geesei- palen zelfs ontbraken -niet en het kwain voor dat een kind voor straf met een blok aan het been door de straten moest loopen. De kinderen waren zeer dik gekleed In een, voor. ons begrip, onmogelijk aantal kleeding- stukken; ze zaten ln een' bedómpte ruimte, soms met honderd' tegelijk, de jongens altijd met een hoed op het lang niet altijd zuivere hoofd, alleen voor het gebed werd de hoed even afgenomen. Ieder kind moest dagelijks een turf meebrengen en eenmaal in -de week een vetkaars, Soms adverteerdede meester zijn school door middel' van een uithangbord, war.rcp hij naïvelijk zichzelf afbeelde temidden van een razende, bende .leerlingen., met- het onderschrift „goedkoope wysheit". Wel stonden de scholen onder toezicht van de curatoren van de groote latijnsche school, maar deze heeren namen hun taak niet al te zwaar op. Maakte de meester het te bont en klaagden de ouders hem aan, dan kon hij voor de rechtbank dér curatoren worden gedaagd en op het daar gevelde vonnis bestond voor hem geen verhaal. De sehoolmatressen van de meisjesscholen waren dikwijls vrouwen zonder kennis of be schaving, zij konden soms niet lezen en schrij- ven en mén was al tevreden „zoo zij niet kijf achtig, noch oppronkerlg, noch een bijtebouw waren". Zij hielden er vaak een handeltje in snoepgoed op na, waaraan de kinderen hun spaarduiten besteedden. Het kwam niet zelden voor, dal de school tegelijk woon- en slaapver trek en keuken van de sehoolmatres was. Later bestonden de onderwijzers en onder wijzer -son dikwijls uit Fransche uitgeweke nen. Fransche scholen waren veelal kost scholen, waar in de eerste plaats op het aan- leeren van goede manieren werd gelet. Een Fransche meisjesschool in A'dam had in de 17e eeuw, volgens het uithangbord, een spe ciaal leervak: „hier leert men ook servetten vouwen, tot cier van de tafel en lof der juf frouwen". Op het geprezen worden om zulk soort uiterlijkheden kwam het vooral aan. Heel het onderwijs bracht niet veel meer bij 'dan een vernisje en leidde tot een zwak dilet tantisme op velerlei gebied. Eindeloos veel tijd werd in gegoede kringen besteed aai) het ver vaardigen van fraaie handwerken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 3