De Gemeentebegrooting.
FEUILLETON.
Begrootingszitting-.- Behandeling van de groote
jaarlijksche raming, die ditmaal den nood der
tijden wél weerspiegelt.
..De heeren zullen" zegt de Voorzitter
„begrijpen, dat ik met weinig voldoening' ditmaal
de begrootingsdebattén inleid". De Raad begrijpt
clat inorrdaad. Het moet voor het Dagelijksch
Bestiiur onzer gemeente onaangenaam werken
zijn nu het Rijk een zoo gEweldigen aanval op
de gemeentelijke financiën heeft gepleegd, een
handelwijze, die in de eerste plaats forenzen-
gemeenten als Bloemendaal het kind van de
rekening maakt-
Op dit laatste wijst de Voorzitter met klem. De
tegenwoordige belastingpolitiek der regeering -is
voor hooge -belasting niet en gispt de drijf-
veeren, die daartoe zouden kunnen leiden. Deze
tolastingverhooging, Spr- stipuleert dat' deze
alleen aan het ingrijpen van het Rijk is te wijten
is zeer moeilijk te dragen. Wat de voor
gestelde wijze betreft, waarop B. en W. voor
stellen, de begrooting sluitend te maken, Spr.
pleit eveneens voor een heffing van opcenten op
de vermogensbelasting, waarmede de personeele
belasting zou kunnen worden verlicht,
ken en van hun gevoelens nog «iet in de begroo
ting hebben blijk gegeven. Men vergëté ook niet;
dat er nog genoeg tegenvallers te duchten zullen
zUrt.
De heer ENSCKEDé geeft -B. en W- den raad,
een1 zinsmede uit. een- goheiip accountants rap
port ever den Zeeweg ter harte te nemen.
Overigens -dringt- Spr.-op- bezuinigingen-aanJ
zoowel in de uitgaven der gemeentelijke dien
sten als bij de loonen der te ver kg es telden en
van het gemeente personeel.
De heer CASSEE blijft er bij, dat een belasting
van f 0 25 per f 1Ó00.vérmogen toch' werkelijk:
niet bezwaarlijk mag worden genoefnd." Spr.'s
f 1000.verminderd wordt.
Post 108, kosten van luchtbescherming, f 500
geeft- den heer SCHULZ aanleiding te betoogen,
dat men voor dit bedrag in werkelijkheid al zeer
weinig kan uitrichten. Ware de bedoeling van deze
post, materiaal aan te schaffen ten behoeve van
politie, brandweer e.d., dan zou Spr. zijn steun
er.wel aan willen géven.. Dez?_f 500.zijn echter
voor een goed deel bestemd als subsidie aan een
vereenlging, die zich op het gebied der luchtbe
scherming beweegt. Spr verwacht in dit opzioht
weinig resultaat en na rijp beraad moet hij zijn
stem aan dit voorstel «fithouden.
Do heer QUARI.ES gelooft, dat op het gebied
lasting te verlagen hebft tot grond, dat men bij
Ten slotte verzoekt Spr. den voomtter, wiensTuffen uit
bcetd hij overigens roemt, op zijn verbod aan de I autenthieke b ^kc lsö(r
(ter^ArbeSerspers fta teruo^in f - dus en°verbWt rich, dat hefvermogl
De heer QUARLF=^va'n <?n de inkomsten in Bloeme'ndaai zeker niet naar.
De heer QUARLES VAN UFFORD betreurtbeneden gadn. Spr. betreurt met den Voorzitter,
voorstel om de opcenten' en gemeentèfondsbe-- van bescherming tegen aanvallen uit de lucht
van wel zeer grooten invloed op deze begrooting,eveneens het offer, dat de gemeente aan het Rijk>uat de vaste Commissie oorzaak is, dat de plan-
geweest. Wie de debatten in de Flnaneieele Com-'moet brengen. Het tekort zal echter moeten wor-
missie heeft meegemaakt, heeft daar een mat- j den gevonden, deels door belastingverhooging,
heid in de debatten kunnen comstateeren, die ge-]maar toch zeker niet minder door bezuiniging
volg was van de teleurstelling over de aanranding
der gemeentelijke autonomie, gevolg van de be-
lasting-egaliseertng. Zullen deze rjjks-maatregelen
tijdelijk zijn?- „Tijdelijke" maatregelen kunnen
soms lang duren en Spr. vreest, dat ook hier
van het tijdelijk karakter voorloopig wel niet vcbl
zal blijken. Immers, men ziet hier een voortzet
ting van de lijn, die sinds "de instelling der ge
meentefondsbelasting is gevolgd, een methode,
waardoor veel voordeel voor een forenzenge-
meente te loor is gegaan. Lasten, die een groote
gemeente kan dragen, verdraagt een gemeente
als Bloemendaal niet. Ziekte en ongeval in een
huisgezin worden gemeenschappelijk en dikwijls
met succes bestreden. In een hotel loopen de
gasten weg, wanneer hun gezondheid op hun
welstand ttedreigd worden. Men zou een groote
gemeenten in dit opzicht met een huisgezin, doch
Bloemendaal met een hotel kunnen vergelijken.
Als de genoegens, die de forens in Bloemendaal
vindt, verstoord worden, gaat hij weg en de ge-
gemeente gaat de bronnen missén, die nu een
maal noodig zijn óm zich op peil te houden.
Daar is ben nationaal belang mede gemoeid.
De Volksgezondheid, zoozeer gebaat door open
bebouwing, wordt niet gediend, wanneer ook
straks inBloemendaal gesloten bebouwing een
eisch zou worden. H'èt natuurschoon zal niet on
gerept kunnen worden gelaten en dit alles zal ge
volg zijn van de egaliseeringspoiitiek in' onze be
lastingwetgeving.' DOch daarnaast zal men in het
oog moeten houden dat men forenzengemeen-
ten in haar tegenwoo'rdigen Staat niet meer
terug kan dringen naar de kleine.gemeenten. De
omvang, die gemeentelijke bemoeiingen hebben
genomen; politie, wegenonderhoud, verlichting,
rioleering ed. zijn nu eenmaal niet noemens
waard in te perken.
De gemeentebesturen, van Bloc-miendaal en
en het spijt Spr. dat noch de Voorzitter, noch
de beide vorige sprekers hierover hebben ge
rept. Opcenten op de vermogensbelasting wijst
Spr. af- Bezitters van vermogens toch zijn reeds
door allerlei andere heffingen reeds zwaar be
last, waarbij nog komt, dat vele objecten van
vermogens momenteel geen renten afwerpen.
Spr. trekt een vergelijking met Heemstede.
Hier heeft men de opcenten op de gemeente
fondsbelasting onaangeroerd gelaten, doch door
een herziening der loonen hoopt men tot een
bezuiniging van f 25000.te komen.
Indien men de opcenten op de gemeente fondS-
belasting niet op 38 maar op 35 bracht, zou een
f 18000.—' gevonden mesten, worden. Spr. gelooft,
dat men dit bedrag gemakkelijk op de begrooting
zal kunnen bezuinigen, indien riten, andere mo
gelijkheid, niet verder uit ds gemeentelijke re
serve wenscht te putten.
De heer VAN RIESSEN dringt eveneens op
bezuiniging aan en wijst er dp, dat verschillende
bronnen van inkomsten voor de gemeente zou
den kunnen worden aangeboord. Voorts vraagt
hu', of het mogelijk is, voortaan van hét P.E.N.
electrische stroom te betrekken, doch dit zelf te
distribueeren.
De heer LUDEN vraagt, hoe de heer Cassee
aan zijn cijfers omtrent het vermogen in den ge
meente komt. Als deze gegrond zijn op de be
lastingaangiften per 1 Mei 1933, dan vreest spr..
dat deze cijfers niet geheel overeenkomstig de
werkelijkheid zijn.
Voorts wijst spr. er op,- dal, verhooging' van
belastingdruk vermeerdering van werkloosheid
beteekent, werkloosheid, die alle mogelijke klas
sen der maatschappij thans helaas omvat.
Eie VOORZITTER betwijfelt eveneens, of de
cijfers van den heer Cassee juist zijn.
Wat de uitbreidingsplannen Bloemendaal aan
Heemstede hebben op dit alles de aandacht vau(Zee betreft, anderhalf jaar zijn thans hierover
den minister van Financiën gevestigd. Spr. vreest besprekingen gaande met de z.gj-Va§te Commis-
evenwel met weinig kans op resultaat: En dit
alles dwingt er toe, de oogen geopend te houden
voor de gesignaleerde dreigende gevaren.
sie. B. en W. hebben steeds getracht, deze bespre-
kingen te verhaasten, doch men stuit hier op
het inzicht der Vaste Commissie, die uitbreiding
De heer Cassee begint eveneens met te wijzen j van Bloemendaal in de duinstreek of aan Zee
cp den tegenspoed der itden. Het gemeentelijk, zeer ongaarne ziet en de vraag rijst, of het nog
fjjuyicieel beheer eischt thans groote beperking
en opgeven van verschillend© idealen.
Niettemin hebben verschillende zaken van
groot belang haar beslag gekregen, waarvan
Spr. verschillende staaltjes bij brengt en waar
voor hij zich erkentelijk toont.
wel vteel nut heeft, cp dezen weg voort te gaan
ten het niet beter is. waar de Vaste Commissie
geen bij de wet voor geschréven college is, den
wettelijken weg te volgen én, de plannen, een
voudig ter'bestemde" plaatse* in 'té diénen. Met
den aanleg van één" öpë'nlüchtbad 'dient men
nen inzake de Zeewegplannen zoo traineeren.
De bezwanan vanden Voorzitter tegen een
Bloemendaalsch openluchtbad deelt Spr. niet.
De heer SCHULZ wijst er op, dat hét ver
mogen in' Bloemendaal blijkbaar den druk der
crisis niet. al te zeer gevoeld heeft. Als' de heer
Quarks dan 'ook wijst op de lasten, die bezitters
van vermogens moeten verduren, moge hij be
denken, dat niet-bezitters door diverse crisishei-
fingen vermoedelijk in verhouding even zwaai',
zoo niet zwaarder zijn getroffen.
De opmerking van deri heer Luden gaat niet
op. wanneer de heer Ludeft de cijfers, die de heer
Cassee van den Inspecteur der Eelastingeii heeft
ontvangen, niet geheel juist acht, dan moe; hij-
alle cijfers wantrouwen, die in deze .begrooting
Van den Inspecteur afkomstig zijn en dat zijn
ur niet weinige-
Tegen de 3%" verlaging van den heer Quarks
heeft Spr. bezwaar: wanneer daaraan een vermin
dering der loonen .voor tewerkgestelden wordt
verbonden. Teleurgesteld is Spr. door het ant
woord van den Burgemeester. In de Ar'celuspers
werdt practisch gesproken nimmer de pc'it'te tot
een aanfluiting gemaakt. Er is dan cok geen
enkele aanleiding, om de politie 't lidmaatschap
van de S.DA.P- of de lectuur van de Arbeids-
pers te verbieden.
De heer QUARLES blyft. bij zijn meening, dat
het het* welbegrepen belang der gemeente is, de
Vermogensbelasting niet te verhoogen. Wanneer
men daartoe overgaat zullen de thans leeg
staande villa's in dezegemeente 'nimmer ffieer
bewoond worden.
De heer WITTEMAN is daardoor niet over
tuigd van de gegrondheid van deze argumenten.
Er is nu eenmaal een Vermogensbelasting en
blijkbaar heefr, de Wetgever gemeend, dat in
komen uit vermogen zwaarder behoort te wor
den belast dan inkomen uit arbeid- Dit principe
mag in dezen tijd worden ter harte genomen.
Vóór heffing van opcenten pleit evenwel de
sociale rechtvaardigheid. Op allerlei belastingen
worden opcenten geheven. Hut wordt thans tijd;
dat, 'dé Vermogensbelasting aan dé bêart'kontt"
niet het'minst omdat de belastingdruk dbarfge-']
Icgd dient te worden, waar nog druk mogelijk is.
De heer FLEMMING betoogt, dat het uitge
sloten is, dat er eer. accres van kapitaal' heeft
plaats gehad. Als er kapitaalvermèerdering is ge
constateerd dar. kan,dat alleen door vestiging-
van nieuwe inwoners zijn'. Wanneer men dan ook
tot belastingverhooging komt, bestaande in IjetJ
Nooit was de toestand der' lands'middelen van;men voorzichtig te zijn. Reeds zijn dergelijke in-
zóó gföoten invloed op de begBooting. De minis-
ter mocht zeggen, dat de belastingen niet zou
den worden verhoogd, de opcenten door de ge
meenten te heffen had Z. Exc. niet op het oog-
en 't is vcor verhooging van deze opcenten, dat de
begrooting thans sluitend wordt - gemaakt. Spr.
kan daarmede accooiA gaan, doch vraagt zich af.
waarom er thans geen opcenten op dé vermogens
belasting worden gelieven. Het vermogen in de[
gemeente Bloemendaal -bedroeg -in 1933 f 282.
millioen, in 1934 f 300 millióen. Dit is een ver
heugend verschijnsèl én is een argument van
Spr.'s voorstal, 25 Opcenten cp de vermogensbe
lasting te heffen, wat een bate van f 75000.
ivoor het dienstjaar 1935-: f 42.000.—*» zou betee-
kenen.
Tenslotte wijst Spr. er op. dat Bloemendaal al
te lang ontbeert de lucht, zee- en boschbaden. die
andere gemeenten reeds geruiinen tijd bezitten,
speelplaatsen en dergelijken inrichtingen, die be
zoek van buiten aan Bloemendaal kunnen sti'mu-
leeren. Daartoe wekt .Spr. op-
De heer SCHULZ .memoreert eveneens diverse
zaken, die in het afgeloopen jaar haar beslag
hebben gekregen. De nieuwe school te ©verveen
de concentratie in Wet onderwijs te Bloemendaal,
de bouw van arbeiderswoningen, dit alles stemt
tot tevredenheid, al is spr. op liet laatste punt
nog niet geheel voldaan.
Wat de belasting betreft, spr. vreest vlucht
richtingen opgeheven door verschillende oorza
ken. In het algemeeii zou Spr. niet gaarne
meentelijke exploitatie van een openluchtbad in
Bloemendaal zien. Ook spr. benijdt Heem
stede haar sportpark, Er is echter hier in Bloe
mendaal vooralsnog geen grond voor zulk een
terreinen-cc.mplex beschikbaar. Tot den heer
Schulz merkt spr. op, dat hij in zijn verbod van
lidmaatschap der S.D.A.P. voor de politie 't Rijk
gedaan moet worden' wat mogelijk is en zal
daarom voorstemmen.
De VOORZITTER stemt den heer Schulz toe,
dat het geraamde'bedrag niet hoog is. Het is
evenwel eën begin ter voorziening in eventueel
gevaar bij een gasaanval.
De heer SCHULZ blijft er bij, dat hij geen be
zwaar zou hebben tegen een uitgaaf ten behoeve
van bescherming van politie, brandweer en ander
gemeentelijk personeel of daarmede gelijk te stel
len personen. Tegen een subsidie aan een parti
culiere vereeniging heeft hij bezwaar.
De VOORZITTER betoogt, dat een vereeniging
als bedoeld van groot nut' zou zijn, om een ver
dediging tegen luchtaanvallen voor te bereiden en
te leiden-
De post wordt dan vastgesteld met de stemmen
der heeren Noorman, Schulz en Cassee tegen.
Bij post 188, opbrengst van kamneertenten aan
het strand, f 450— geeft de heer SCHULZ in
overweging', de gelegenheid tot kampeeren uit te
breiden, waardoor de baten tegenover de kosten
verhoogd zullen worden. Overigens baseert Spr.
dit advies ook op ideëeie gronden.
De VOORZITTER kan niet in uitzicht stellen,
dat het aantal kampeervergunnlngen in belang
rijke mate zal worden uitgebreid. Een hoog aan
tal kampeerders is niet-mogelijk, aangezien het
kampeeren de gemeente anders over het hoofd
groeit.
Bij post 200 'wijst de heer CASSEE er op, dat
de gemeente jaarlijks f75bijdraagt en de
kosten van onderhoud der Elswoudlaan. HU
vraagt, of deze bijdrage niet kan vervallen, nu
de eigenaren van dezen weg uitkeering uit het
wegenfonds genieten.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit reeds
van 1852 dateert. B. en W. zullen de vraag van
den heer Castee onder liet oog zien.
Voorts- vraagt de heer Cassee meer verlichting
voor de Elswoudslaan, Buinvlietsweg en Bent-
ve'dsweg.
Punt 221. kosten van een hertenkamp, geeft den
heer Enschedé aanleiding', het denkbeeld te op
peren, de exploitatie van den hertenkamp op te
dragen aan een plaatselijke vereeniging, bijvoor
beeld Bloemendaals Bloei.
De heer PRINSENBERG gelooft niet, dat
Bloemendaals Bloei, vcor een dergelUkc transactie
te vinden zou zUn. De heer Schulz is het met
hem, eens. De heer Quarles; .is jdaar niet van
OVertuigÖ.' 'ré
TEC én W. zullen "de zaak onderzoeken.
Bij post 381, heffing retributie -in de kosten
van leerlingen, die te Haarlem het M.O- volgen
dringt de heer-Qu'Sries er op aan, deze ïtetrlbutie
te herzien, waartegen de heer Schulz bezwaar
maakt.
Voor een «ogenblik van groote vtoólykheid zorgt
Idsirde heer Luden, die zijn wantrouwen?:betuigt
RUnegom UI. waaraan ook werkloozen te werk
kunnen Worden gesteld.
Wethouder PR IN SEN BERG weerlegt dit.
Dte post wordt vastgesteld.
BU de belastingen bepleit de heer CASSEE dan
wederom zijn voorstel tot heffing van 25 opcen
ten op de Vermogens belasting, waardoor het
mogelijk zal zjjn. de opcenten op de Personeele
Belasting te beperken.
Het voorstel CASSEE wordt met 76 stemmen
aangenomen, waarna het opcentencijfer op de
Personeel Belasting op 118 wordt bepaald.
De heer QUARLES stelt voor, de opcenten op
ds Gemeentefondsbelasting tb vej-lagen met 3 op
centen, waardoor dit jaar f 18.000.zou worden
gederfd. Deze f 18.000.stelt spr. voor, eveneena
uit de reserve te putten.
De heer SCHULZ vreest, dat men dan de be
grooting van Ged- Staten terug zal krijgen, het
geen de Voorzitter beaamt.
De heer PRINSENBERG daarentegen meent,
dat het in dezen tijd wel verantwoord is, iets
meer uit de reserve te putten dan B. en W. oor
spronkelijk voorstelden. Het is nu eenmaal een
feit, 'dat bij vestiging in de gemeente het aantal
opcenten op personeele en gemeentefonds-belas
ting een groote rol speelt.
De VOORZITTER blijft het voorstel Quarles
ontraden.
Het voorstel wordt aangenomen met 10—5
stemmen.
De heer WITTEMAN wijst er op. dat Bloemen
daal wellicht een bron van inkomsten zou kun
nen putten uit opcenten op de personeele belas
ting voor den 5en grondslag' (automobielen).In
dien daarop 50 opcenten worden gelegd zou dit
een sommetje van f 7000 a f 8000 beteekenen.
De begrooting wordt daarna in haar geheel
goedgekeurd, evenals de begrooting: der bedrijven,
Na rondvraag wordt de vergadering gesloten.
Rest nog te vermelden, dat voor de behande
ling der begrooting 'n schrijven van Ged. St. bin
nenkwam inzake de wedden van burgem., secre
taris en gemeenteontvanger. Over een voorstel
van B. en W. aan Ged- Staten te berichten, dat
er naar het oordeel van den Raad geen aanlei
ding bestaat tot wijziging der jaarwedden, staak
ten dis stemmen, zoodat in de volgende vergade
ring een beslissing zal worden genomen.
gevolgd is, niet het minst met het oog op een
eventueel mobilisatiebevel, tot de uitvoering-
waarvan ook de gemeentepolitie wordt geroe
pen.
Den heer Quarles van Ufford antwoordt Spr.,
dat in de schriftelyke toelichting voldoende is
opgemerkt, dat B. en W. blezuiniging niet moge
lijk achten. Waar de heer Quarles in de Com-
jmissie-vergadering hieromtrent niets heeft opge
merkt, treft het Spr. niet aangenaam, dat de
heer Quarles thans met zijn opmerking kwam.
Wat de bezui ïiging thans betreft, inderdaad,
er zou hier en daar nog te bezuinigen zijn, maar
men treft dan vitale belangen en voor langer dan
een jaar zal deze bezuiniging tooh niet kunnen
strekken.
B. en W. zien in. dat de gemeente salarissen
verlaagd zullen moeten worden. Men is reeds
bezig aan de politie-salarissen en de andere zul
len volgen- Dit maakt, dat B. en W. zich omtrent
een salarisverlaging nog niet hebben uitgespro-
hcfien van opcenten op de vermogensbelasting tegeiÜ allerlei geleerde brevetten en diploma's
dient men wel te bedenken, dat 'dit onafwijsbaar jChiu'chhir
tot kapitaalsvernietiging leidt. Overigens driilgt
Spr. op bezuiniging in.
De VOORZITTER belooft den heer Enschede
de door dezen gesignaleerde zinsnede 'die betrek
king blijkt te hebben op een openluchtbad) nóg
eens te onderzoeken!
Den hèer Van Hiessen antwoord Spr., dat de
Directie van Wet P.E.N. niet zal Willen medewer
ken tot de totstandkoming van ech gemeentelijk
distributiebedrijf van eieotriciteit.
Wethouder PRINSENBERG antwoordt op een
verwijzing van den- heer Enschedé naar den
plantsoenendienst van Bussum. dat hem de ge-
eigen getuigenis in zijn jonge jaren zóó dom, dat
hij tenslotte maar bij de cavalerie terecht kwam.
(vreugde)
De Voorzitter hamert.
Vervolgens betoogt de heer ENSCHEDE, be
zwaar te hebben tegen een post van f 1000.
inzake steunverleening aan beeldende kunste
naars.
Wethouder PRINSENBERG licht deze voor
dracht toe, die naar aanleiding van een «Joor de
Regeering geuiten wensch op de begrooting is
gekomen'.
De heer ENSCHEDE blijft er bij, dat bezuini-
gevehs, noodig voor eert vergelijking, ontbreken j ging gebodlen is en stelt daarom voor, deze post
er voorts,dat bezuiniging óp het ooiiiplex der ge- te schrappen, doch rfju amendement wordt met
meerite bedrijven aan den Zeeweg niet mogelijk
is.
Wat bezuiniging op d»e w'erkloozenzorg betreft
Spr. gelooft niet. dat de offers, die hier tot dus
ver gebracht zijn, in de naaste toekomst verlicht
zullen worden. In het algemeen, betoogt'Spr., aat
het feit, dat de uitgavencljfers bijna nergens zijn
verhoogd, een - bezuiniging'beteekent, omdat in
een jaar de bevolking toegenomen is en de om
zetbelasting nieuwe lasten beteekent.
De. ochtendvergadering wordt hleroa gesloten.
'De middagvergadering is gewijd aan de Ar-
tikelsgewijze behandeling der begrooting. Begon
nen wordt met een discussie over den post
brandbluschmiddelen en reddingsmiddelen (f 5915)
die op voorstel van den heer QUARLES me;
76 stemmen verworpen.
Dan richt'de heer ENSCHEDE z-ieh tegen de
f 2000.—. bestemd' voor de Haarlemsche Orkest-
Vereeniging en stelt voor, deze af te voeren.
De heer SCHULZ merkt op, dat het bestaan
der H.O.V. door het afwijzen van dit subsidie in
gevaar wordt gebracht en bestrijdt uit dien
hoofde het voorstel-Enschedé.
De heer WITTEMAN bepleit eveneens behoud
van het subsidie.
Het amendement ENSCHEDE wordt verworpen
met 94 stemmen.
Bij post 441, werkverschaffing (f 98.000» zegt
de heer HOGENBIRK, dat er z.i. aanleiding is
om deze post te verlagen tot f 80.000.In dit
verband wijst Spr. op de werkzaamheden aan
HET ROLLENDE REGEERINGSPALEIS VAN
MOESTAFA KEMAL.
Moestafa Kemal; de president- van Turkije,
heeft zijn aanhangers beloofd over vijf jaren
weer een democratischen regeerlngsvorm in te
stellen. De Ghazi is van meening, dat hij deze be
lofte slechts houden kan. als hij persoonlijk de
uitvoering van zijn vijfjarenplan in alle deelen
des lands controleert.
Teneinde deze controle zoo effectief mogelijk
te maken, heeft Moestafa Kemal besloten deze
vijf jaren in een specialen trein te verblijven,
die in alle richtingen het land zal doorkruisen.
Zijn beroemde villa in de nabijheid van Ankara,
waar geregeld groote feesten werden gegeven-
zal gedurende dft tijdvak leegstaan.
Over vier maanden zullen de vijf Pullman-
ri'Utuigen, waaruit de presidentieele trein bestaan
'zal, gereed zijn. Een wagon wordt ingericht als
bureau. Twaalf secretarissen en evenveel typis
ten zullen hier een plaats vinden. Een tweede
wagon wordt als postkantoor ingericht, dat een
krachtig radio-station zal bevatten ,pm in voovt-
dui'ènde verbinding met Europa te staan. In-den
derdén wagon bevindt zich het presidentieele
ureau en het archief," alsmede een volledig in
gerichte ambulance met dienstdoende dokters. De
t vierde wagon is ingericht als slaapvertrek voor
Moestafa Kemal. Zyn slaapplaats is zeer een
voudig. De eenige luxe is een Turksch bad, waar
voor de locomotief de benoodigde stoom levert.
Tevens bevindt zich in dezen wagon de eetzaal,
waarvan de romen met landkaarten behangen
zyn. De vyfde wagen is ingericht als verblijf
plaats voor het personeel, terwijl zich in dezen
wagon tevens de keuken bevindt. Iedere wagon
is voorzien van een telefoontoestel, waarmede
men draadlooze gesprekken met alle hoofdsteden
van Europa kan voeren.
In het geheel zal de presidentieele trein hon
derdtwintig personen herbergen, waaronder ook
eenige detectives alsmede officieren en man
schappen van de nationale garde. Dit laatste
met het oog op eventueele festiviteiten.
Als de presidentieele trein op tournée is, zal
het verkeer op het traject waar de trein zich
bevindt, stilgelegd worden, teneinde den trein van
den president overal vrijen doorgang te kunnen
verleenen.
„vrouwenleven in vroegere
eeuwen".
Fragmenten uit de lezing van
Mevr. A. W. LOEFE—BOKMA
(Mevrouw LoeffBok ma hield te Haarlem
eone lezing met lichtbeelden, die in elk ver
slag of verkorting aan kracht verliest, maar
o.i. ih deze: streek verdient eenigszins door
«■'•en druk te- worden vastgehouden, om de
belangrijkheid van het onderwerp en de voor
treffelijke wijze waarop [het door Mevrouw
Loeff- na degelijke studie is uitgewerkt. Deze
leziDg'werpt., zonder dat dit blijkbaar beoogd,
verwacht of gezocht was, als objectief stukje
geschiedenis veel lichtop het vrouwen-leven-
van-nu, en is daarom zeer actueel en ook op
taalkundig- -gebied zeer inlichtend -
De Vereeniging voor Huisvrouwen ard.
Haarlem heeft een goed werk gedaan Mevr
Loeff voor haar te laten optreden, moge de
bekwame spreekster met hare lichtbeelden
ook de 'andere af deelingen van die Vereeni
ging of van het Nut onder haar gehoor krij
gen. Wij kunnen slechts fragmenten geven,
maar vertrouwen, dab onze lezeressen vooral,
het met ons eens zullen zyn. dat hier op
wetenschappelijke wyze- een nieuw licht ge
worpen wordt op brandende vraagstukken.
Red.).
De Hervorming bracht verandering in onder
wijs en onderwijzend personeel. De oude pa
rochiescholen werden gereorganiseerd. Ieder
dorp moest nu zijn schoolmeester hebben, de
predikant- bepaalde zich tot het geven van
godsdienstonderwijs. Niet zelden had de school
een uithangbord, waarop stond „hier onderwijst]
men kinderen' of een bijbeltekst, ook wel an
dere dichtregels, als b.v.
„Doe Jona de walvis uitspoog, ging hij te
Ninivé preken en leeren, Hier leert men de kin
deren de gebeden, de vragen van buiten en gaat
men uit catechiseeren".
Uiterst moeilijk was het om behoorlijk onder
wijzend personeel te krijgen. Gewoonlijk was de
schoolmeester tevens koster, voorzanger, voor
lezer, klokkenluider en doodgraver, soms is hij
herbergier, barbier, chirurgijn, paardenkooper,
slager of baggerman; er wordt zelfs melding
gemaakt van een schoolmeester, die twee weef
getouwen in de school bediende en het kwam
voor, dat de -overheid moest ingrijpen om te
zorgen, dat het schoolvertrek niet tevens voor
allerlei andere doeleinden werd gebruikt. De kin
deren gingen zeer onregelmatig naar school,
meestal alleen in den winter en de ouders meen
den het schoolgeld te kunnen berekenen naar
het schoolbezoek. Een schoolmeester moest kun
nen lezen, schrijven en rekenen, maar van meer
belang werd het geacht, dat hij een flinke stem
bezat om zonder orgel het kerkgezang te kun
nen leiden.
De allereerste eisch was zuiverheid in de leer.
De meer gevorderde leerlingen moesten als
assistenten dienst doen en zoo vond men, zelfs
in het einde der 18e eeuw in Rotterdam „aan-
kweekelingen" van 10 en ondermeesters van
12 jaar.
De A.B.C.-boeken, zooals zij"'toén heetten, die
bij het eerste leesonderwijs dienst deden, bevat-,
ten de artikelen des geloofs, de tien geboden,
verscheidene gebeden, zedekundige lessen en
wenken over tafelmanieren, die; zeer noodig
waren. Trouwens schoolboeken zijnheel lang
moraliseerend gebleven, denkt U maar eens aan-
Van Alphen, dien wij onver-dragelijk vinden,
maar die voor zijn' tijd vooruitstrevend was, in
zooverre dat hij althans poogde voor kinderen
te schrijven, iets wat nog nooit bij 'iemand was
opgekomen. Dat hij er voor ons gevoel toch niet
in sJaagde een kind' te zien als een wezen- op
zich zelf en niet als een groot-mensch in klein
formaat met gedachten en gevoelens van een
volwassene, blijkt wel uit het volgende versje,
waarin een jongetje zyn zieke zusje aanspreekt:
Ach, dat kermen, ach, dat klagen
Kan myn teeder hart niet dragen
Mietjelief, ik voel uw pijn
Ik zou willig voor u lijden
Kon het u van smart bevrijden
Of maar tot verlichting zijn.
In de ongezellige schoollokalen, werden; jon
gens en meisjes toch zooveel mogelijk apart ge
houden. De instructie luidde: „de meyden zullen
zitten in een loco alleen ende die knechten zul
len ook zitten bijeen". Knechtje was toen, het
gebruikelijke woord voor jongen. Dat het op dié
scholen met hun dikwijls volkomep onbevoegd
personeel, vaak wild toeging, bewijzen eude
prenten, waarop de' klasse een woest tafereel
oplevert, en wat buurtschap betreft, woonde
men liever naast een smidse dan naast een
school.
Dikwijls werd de school gehouden in smalle,
duistere vertrekken op de - tweede verdieping
uitziend op morsige stegen, soms in kelders
«f in het voorhuis der woning. Op de katheder
van den meester hing de gard en een ijzeren
kam „om* Onreine hoofden 'tot reinheid te
dwingen"; de plak was steeds onder het bereik
van den- meester en ook de meisjes bleven
daarvoor niet gespaard. Soms was die plak
voorzien van kleine spelden en naaiden of
spijkert tenten, -zöodat een afstraffing daar
mede bijna tot een geeseling werd. Het ezelbord
was een strafmiddel voor domme kinderen, zij
moester dit op de bórst dragen, nadat er op
geschreven Was„ik ben een ezel". Geesei-
palen zelfs ontbraken -niet en het kwain voor
dat een kind voor straf met een blok aan het
been door de straten moest loopen.
De kinderen waren zeer dik gekleed In een,
voor. ons begrip, onmogelijk aantal kleeding-
stukken; ze zaten ln een' bedómpte ruimte,
soms met honderd' tegelijk, de jongens altijd
met een hoed op het lang niet altijd zuivere
hoofd, alleen voor het gebed werd de hoed
even afgenomen. Ieder kind moest dagelijks
een turf meebrengen en eenmaal in -de week
een vetkaars, Soms adverteerdede meester
zijn school door middel' van een uithangbord,
war.rcp hij naïvelijk zichzelf afbeelde temidden
van een razende, bende .leerlingen., met- het
onderschrift „goedkoope wysheit".
Wel stonden de scholen onder toezicht van
de curatoren van de groote latijnsche school,
maar deze heeren namen hun taak niet al te
zwaar op. Maakte de meester het te bont en
klaagden de ouders hem aan, dan kon hij voor
de rechtbank dér curatoren worden gedaagd
en op het daar gevelde vonnis bestond voor hem
geen verhaal.
De sehoolmatressen van de meisjesscholen
waren dikwijls vrouwen zonder kennis of be
schaving, zij konden soms niet lezen en schrij-
ven en mén was al tevreden „zoo zij niet kijf
achtig, noch oppronkerlg, noch een bijtebouw
waren". Zij hielden er vaak een handeltje in
snoepgoed op na, waaraan de kinderen hun
spaarduiten besteedden. Het kwam niet zelden
voor, dal de school tegelijk woon- en slaapver
trek en keuken van de sehoolmatres was.
Later bestonden de onderwijzers en onder
wijzer -son dikwijls uit Fransche uitgeweke
nen. Fransche scholen waren veelal kost
scholen, waar in de eerste plaats op het aan-
leeren van goede manieren werd gelet. Een
Fransche meisjesschool in A'dam had in de
17e eeuw, volgens het uithangbord, een spe
ciaal leervak: „hier leert men ook servetten
vouwen, tot cier van de tafel en lof der juf
frouwen". Op het geprezen worden om zulk
soort uiterlijkheden kwam het vooral aan.
Heel het onderwijs bracht niet veel meer bij
'dan een vernisje en leidde tot een zwak dilet
tantisme op velerlei gebied. Eindeloos veel tijd
werd in gegoede kringen besteed aai) het ver
vaardigen van fraaie handwerken.