H.cofl!i.Oineruer.
Wij
de Bijen
transporteeren
Losse Blaadjes.
September.
Allerlei
Predikbeurten
Zoekt u een betrek
king? Plaats dan
een Kruidnoot
DOOR
F. C. DERKS
0
Nu is de zomer haast voorbij.
Het was een heerlijk jaargetij!
Een poosje nog dan komt een rij
Van donk're kille dagen.
Het wordt al herfstig in het boseh.
Al prijkt 't nog niet in najaarsdos;
Er waaien al was blaadjes los
Door wind en regenvlagen.
Met de vacantie is 't gedaan;
Het luieren is weer van de baan;
De meesters voor de klassen staan
Zieh weder uit te sloven,
Terwijl de bengels groot en klein,
Met hun gedachten buiten zijn;
Daar vinden zij het wél zoo fijn!
Ik wil het graag geloovenü
Nu volgt er weer een lange tijd
Van onverdroten werkzaamheid,
Waarin gearbeid wordt met vlijt
In allerhande zaken.
En iedere vereeniging
Houdt dezer dagen plotseling
Bijeenkomst of vergadering
Om plannen op te maken.
Slechts de natuur geeft onbewust
Thans blijk van minder levenslust.
Toont reeds begin van winterrust
Al bloeit 't nog allerwegen.
Geniet er van, zoolang het kan!
Een luttel aantal weken, dan
Is 't uit en komt 't seizoen weer an
Van storm en mist en regen!
XANDER.
GEVONDEN.
Gevonden en terug te bekomen: Post
kantoor Bloemendaal, een parapluie; N.
V. d. Weijde, Dompvloedslaan 11, Over-
veen, een fietspomp; Vader, Alb. Thijm-
laan 25, Bloemendaal, een tompouce en
een hengelsmandje; Snuverink, Kinheim-
weg 19, Bloemendaal, een paar nappa
handschoenen; J. Silvis, Terburgstr. 35,
Santpoort, een nikkelen horloge; Roozen,
Zomerzorgerlaan 20, Bloemendaal, een
kinder-portemonnaie; C. Wiemeijer, Lon-
bar Petrilaan 8, Overveen, een ceintuur;
H. van Ieperen, Zandvoorterweg 147,
Aerdenhout, een damestasch met inhoud;
H. Straus, „Clematislaan 2, Aerdenhout, 'n
parapluie; J. P. van Schagen, Oosterduin
weg 16, Aerdenhout, een regenjas; Stok
king, Rijperweg 2, Bloemendaal, een
poesje; P.E.N.-gebouw, Boemendaal, een
dameshandschoen; J. Visscher, Rlesida-
straat 37, Haarlem, een wandelstok; H.
Hopkins en ik laten ons niet spoedig
ter neer slaan door kleine tegenspoeden
en al moesten we elkander bekennen, dat
we op de naaste toekomst niet al te ge
rust waren, - de ervaring spreekt in zui-
ke gevallen een woordje mee - toch was
in ons optimistisch gemoed alle geleden
en toekomstige narigheid weggevaagd en
we spraken en rookten welgemoed, toen
Crabbles' huis in 't zicht kwam .Een klok
sloeg half acht.
„Wat moeten al die kinderen in 't wit
voor Crabbles' huis?" vroeg ik, daar ik
een groep meisjes in zomerkleedjes voor
de woning zag staan.
„Ik weet het niet!" antwoordde Hop
kins. „Ik denk een Zondagschool, die 'n
dagje uitgaat. ',!r zijn een paar ouderen
ook. Zeker de juffrouwen. En een paar
hebben een kist bij zich. Zie je wel! Be
paald een klein orgeltje om 't zingen te
begeleiden!"
Nu schenen ze ons ook te bespeuren.
Er ging een hoeratje op en een paar kwa"
men ons tegemoet draven.
,,Wat gebeurt ons nu?" vroeg Hopkins.
„O", zei ik opgewekt, „dat's een aar
dige verrassing, een soort eerewacht van
jeugdige burgeressen!"
„Die ons den heelen dag haar jeugdig
gezelschap zullen vereeren!" zei Hopkins
droogjes. „Kalm blijven Bob, bedaard
aan jongen, rustig.... hm, van rust zal
wel niet veel komen, maar Crabbles had
het wel eens van te voren mogen zeggen.
Dan kan een mensch maatregelen ne
men!"
Ons voorgevoel had ons niet bedrogen.
Crabbles, joviaal en gul als zijn aard is,
had, behalve zijn vrouw, twee dochtertjes
en zijn jongen, zestien jonge dames van
allerlei leeftijd mee geïnviteerd, om de,
bijen weg te brengen en niet één was
weggebleven, 't Was immers mooi weer
en een dag op 't water lokte allen aan.
Hopkins en ik keken elkander gelaten
aan. voordat we van de bok sprongen,
van alle kanten handjes kregen en een
klein, dik kind beduidden, dat het ons
nog heusch wat vroeg leek voor kleverige
zuurtjes. Daar had je ook Crabbles weer,
een trommel met lekkernijen torsend.
Zijn vrouw hielp hem zoogenaamd en
lachte ons vriendelijk toe.
„Daag", galmde Crabbles, 'n heel ge
zelschap hè? Ben dadelijk tot je dienst
hoor! Aha, daar is mijn buurman Broek
mans» ook. Maak maar eens kennis!
Broekmans. t'jl/ee vrienden van me, die
ook bijen transporteeren! Och, ik zou
zeggen, zetten jullie je tien kasten met
zijn drieën even aan boord, dan vertrek
ken we dadelijk!"
Broekmans, een hoofd van een school,
kortademig en met! weinig geest, die
voor deze gelegenheid een blauwe trui
aangeschoten had, maakte een praatje
en hielp ons, de bijen aan boord van de
zolderschuit brengen. Toen namen we
Crabbles even apart en vertelden hem,
dat, nu er zooveel vrouwvolk aan boord
was, het ons geraden leek, dat bekwame
handen het roer van de zolderschuit zou
den besturen, een functie waarvoor we
ons in bescheidenheid durfden aanbeve-
Kok, Julianalaan 113, Overveen, een
haarkam; van Alphen, Duinlustparkweg
46, Bloemendaal, een tasch met gereed
schappen! de Zwart, Bloemendaalschew.
24, Bloemendaal, een Lipssleutel; Greu-
ter, Boschlaan 27, Bloemendaal, een por-
temonnaie met inhoud; P. J. Kok, Oost
Indiëstraat 53, Haarem, een jachthond;
Brus, Potgieterweg la, Bloemendaal, een
pop; F. Boldingh, Julianalaan 30, Over
veen, een zilveren broche; J. J. Post,
Kinheimweg 35, Bloemendaal, een bedrag
aan geld; Huijnink, Brederodelaan 83,
Bloemendaal, een witte duif; B. Wiegel,
Spionskopstraat 46, Haarlem, een rlj-
wielbelastingmerk; Th. v .d. Weide, Veld-
laan 29, Aerdenhout, een ceintuur; Bloe-
mendaalscheweg 109, Bloemendaal, een
damesportemonnaie;aan de politiepost
te Aerdenhout, een contactsleuteltje; een
portemonnaie een alpino muts, een cein
tuur, een auto-accu; aan het bureau van
politie Overveen ,een regenhoed, een
ceintuur, een metalen handvat, 'n steek-
sleutel. eenige negatieven van kleine fo
to's, een ceintuur, een kinderbeursje; 'n
stoplicht van auto, een horloge-glaasje.
o
TELEFOONAANSLUITINGEN.
Opgave van het aantal nieuwe aanslui
tingen in het Rijkstelefoonnet in het tijd"
vak 29 Augustus tot en met 4 Sept. 1935.
22525 Bastiaan J., Leeraar Kenn Lyceum
Accacialaan 22; Bloemendaal.
16263 Bouwmaterialenhandel .Terranova"
Alles voor het stucadoorsbedrijf,
Kampersingel 50.
22592 Breen N. Chr., Horlogerie, Bloe-
mendaalscheweg 4. Bloemendaal.
29399 Dekker Jr. C„ Heerenweg hoek
Ritsema Boskade, Heemstede.
16236 Diaconessenhuis Maatschappelijke
Zorg voor Zieken, Hazepatersl. 20.
16255 Eleetrotechnische Groothandel P.
Holtring, depot N.V. Thabur, Korte
Spaarne 25.
29137 Klopper D., Vertegenw. The Texas
Company, Meer en Boschlaan 34,
Heemstede.
29138 Koning C. de, Poulier Binnenw. 62b
Heemstede.
23723 Lent B. H. F. van, Kapitein Vliege
nier K.N.I.L., Iepenlaan 3, Bloe
mendaal (Tijdelijke aansluiting).
23765 Mandersloot Th., Dir. N.V. „T.A.F,"
Neptunusstraat 24.
29386 Passer P. G. J„ Julianaplein 15,
Heemstede.
22458 TalsmaTilma Mevr. E„ Noorder
stationsweg 5, Bloemendaal.
23130 Thee- en Koffiehandel,Maatschap
pij ,,Teka"-N/V., Pijnboomstraat 78,
Haarlem-Noord.
16460 Wijnen K. G„ van, Beëedigd Make
laar, Schouwtjeslaan 47 zw.
't H
len. De waarheid was, dat we ons listig
lijk haden vergewist, waar per slot van
rekening het kalmste plekje aan boord
was en dat was de plaats bij het roer
gebleken. Dat hadden we daarom1 met
bijenkasten gebarricadeerd.
Natuurlijk duurde het ik weejt niet
hoe lang, voordat alles ingescheept was.
De kasten en korven namen alle beschik
bare ruimte op de zolderschuit in beslag;
alleen voor Kess en twee meisjes bleef
plaats. De rest werd in de motorboot ge
pakt, die niet te groot was, maar dan
toch ruimte genoeg bood voor 't woelige
troepje.
Dat zitten bij 't roer was inderdaad niet
verwerpelijk. Wel namen, zoolang we nog
door de stadsgrachten voeren, de lui ons
in 't ootje, maar wij bleven ons zelf en
als gij eenigszins op Hopkins en mij ge
lijkt dan trekt ge u nimmer iets aan van
ironische opmerkingen van chicaneeren-
de voorbijgangers. En toen we eenmaal
buiten de stad waren en een paar uur
varen door een breed kanaal in 't voor
uitzicht hadden, raakten wij met veel
verzoend, zelfs met 't gejengel van de
gramophoon aan boord. - 't orgel, dat
Hopkins in de kist had vermoed - en die
voortdurend den lof zong van „d'Avond,
als bij ons de klokken luiden, bim, bam,
bim, bam", enz. Zooals gezegd, wij ge
troostten het ons, als menschen, die op
den vroegen ochtend al heel wat werk
achter den rug, maar nog meer in het'
vooruitzicht hebben.
We hadden een uurtje gevaren en wa
ren weer heelemaal gekalmeerd, toen het
eerste rustpunt in 't gezicht scheen te
komen. Althans we hoorden de stem van
Crabbles die door een scheepsroeper op
schippersmanier „ahoi!" probeerde te
roepen. Aldus tot onzen plicht terugge
roepen, stonden wij op, om in geval van
nood een reddingsbrigade te kunnen or-
ganiseeren.
De sluis, die we moesten passeeren, was
reeds dichtbij; de sluiswachter stond te
gen de leuning zijn pijpje te rooken, be
keek de waterkaravaan, die aankwam en
scheen van alles eerder besef te hebben,
dan van het feit, dat er een schip door
de sluis wilde.
Met een melancholische uitdrukking in
zijn blik keek hij de rookwolkjes na, tot
dat, daar het bepaald onverantwoordelijk
scheen, nog verder te varen, een gemeen
schappelijk door ons aangeheven ge
schreeuw den man weer tot de werkelijk
heid terugbracht. Hij verliet de sluis en
slenterde het kanaal een eindje langs.
„We moeten er dóór!" schreeuwde
Crabbles.
Als eenig antwoord haalde de man zijn
schouders op.
„Ik begrijp 't al" ,zei ik. „Hij zal van
daag vrij hebben ,'t Is immers Zondag!
Dan varen er geen schepen!"
„Hé, vriend!" riep Hopkins. „Gaat de
sluis vandaag niet open?"
De man schudde loom van neen.
We belegden een korten krijgsraad,
stapten toen van boord en 't gelukte
Hopkins en mij, den sluiswachter, een
bekrompen, sufferig individu met een
DE REMBRANDT-TENTOONSTELLING.
Onze lezers worden er aan herinnerd,
dat deze tentoonstelling 13 October sluit.
VAN AMSTERDAM NAAR HET
KASTEEL ,N,IJENRODE".
Per blok-taxi aan het C. Station Am
sterdam kost de tocht f 4.Wachten
f 1.per uur.
VERLENGING TERMIJN INZENDING
PUZZLEKAART ZOMERPOSTZEGELS.
Op veelvuldig verzoek heeft het Comi
té voor de zomerpostzegels den termijn
voor deelname aan den puzzlewedstrijd
nogmaals verlengd en wel tot 15 Septem
ber a.s. Dat wordt dan ook onherroepelijk
de sluitingsdatum.
Binnen veertien dagen wordt de beslis-
bekend gemaakt.
UIT DE MOTORWERELD.
BANDENWEEFSEL VAN ZIJDE.
In plaats van de tot nog toe voor het
weefsel van banden gebruikte katoen
heeft een Amerikaansche fabriek, aldus
deelt de B.B.N. mede, proeven met zijde
genomen.
Blijkens de tot dusverre verkregen er
varingen moet de kunstzijde door de ster
ke wrijving van het weefsel niet zoo snel
slijten als katoen, terwijl kunstzijde
bovendien minder vatbaar is voor warm
te. Als verder voordeel wordt genoemd,
dat kunstzijde minder makkelijk scheurt
dan katoen.
TERUGGANG VAN AMERIKAANSCHE
AUTOMOBIELPRODUCTIE IN AUG.
Tengevolge van het stilliggen der Ford-
werken is een scherpe teruggang in de
Amerikaansche automobielproductie in
getreden, zoo deelt de B.B.N. mede.
In de op 4 Augustus geëindigde week
werden slechts 69415 automobielen ver
vaardigd tegen 82894 in de vierde week
van Juli, 83255 in de derde week en 83450
in de tweede week van die maand.
LANDLOOPERS MET EIGEN AUTO.
In een Amerikaansche statistiek, zoo
deelt de B.B.N. mede, wordt beweerd, dat
het aantal landloopers, die over een eigen
auto beschikken, in de Vereenigde Staten
op het oogenblik 10.000 bedraagt. Deze
wagens zijn echter in den regel noch ge
kocht, noch gestolen; het zijn over het
algemeen voertuigen, die door hun eige
naars op den weg worden in den steek
gelaten omdat zij slechts weerspannig
hun dienst deden. Onvermengde vreugde
hebben de landloopers bij het gebruik van
deze voertuigen zeker niet.
gulden van zijn principe te doen afwijken
Toen 't zoover was lagen de motorboot en
de schuit spoedig in de kolk en vertraden
wij ons wat op den oever.
Een oogenblik later dreven we weer ver
der en soesden voort, bradend en sto
vend in de Augustuszon, terwijl af en toe
Kees of een van de meisjes ons met 't
een en ander uit den trommel kwam la
ven. De oevers vierden Zondag. Nog
maar zelden zag ik alom zulk een rust:
'n Enkele visscher beoefende tusschen de
rietbosschen zijn luie sport, hief even 't
hoofd op als we voorbij kwamen en groet
te ons, door wat harder aan zijn pijp te
trekken.
Zoo verstreken de uren. Reeds lang was
de zon op haar hoogste punt geweest en
't zal zoo tegen drie uur zijn geweest, toen
Crabbles de blijde meededeeling kwam
doen, dat het dorp, waar we dichtbij onze
kasten zouen plaatsen, in 't gezicht was.
„Met paard en wagen waren we al lang
terug geweest!" zei Hopkins tegen mij.
„Enfin, 'n goede les voor den volgenden
keer!"
Twee ijle stemmetjes aan boord van de
motorboot hadden juist een duet geëin
digd met de verzekering, dat „bis in den
tiefsten, tiefsten tiefsten Traum" haar
beeld hem vervolgen zou, toen we meer
den bij een gezellighuisje aan den oever,
't pension van onze bijen. In een oogen
blik waren allen van boord, en begroetten
den bewoner, die naar buiten kwam slof
fen, waarna Crabbles 't commando over
nam, loopplanken liet leggen en de bijen
stallen. die de man tot onze beschikking
had gesteld, inspecteerde.
We gingen ook eens kijken en bevon
den, dat Crabbles geen kwade vondst had
gedaan. De kasten zouden er mooi staan
Alleen van eenzeeaster zagen we nergens
een spoor.
„Bloeit de zeeaster al?" vroegen we aan
den bewoner van het huisje.
„Dat weet je goed, meneer!" grijnsde
de man. „Vanmiddag nog niet! Van
avond! Als je zoolang blijft, kun je nog
pret hebben.
„Wij haalden achter zijn rug de schou
ders op, maar Crabbles, die geen tijd ver
loren wilde laten gaan, stuurde ons drie
ën naar de boot, om eens een paar kor
ven te halen. We deden het gewillig.
Toen we terugkwamen was Crabbles ner
gens te zien, waar we ook zochten, zoo
dat we vertrouwende op eigen krachten
de tachtig kasten van de boot haalden
en in de stallen zetten. Hopkins en ik
speelden 't wel klaar, maar Broekmans,
die eerder de quadratuur van den cirkel
zou hebben uitgerekend dan een dag
lichaamsarbeid verrichten, had het on
der zijn blauwe trui méér dan benauwd
en viel, toen de laatste kast was overge
bracht rood als een pioen en asthmatisch
kreunend op een tas hooi neer, tevens
boven op een paar kippen, die daar rond
scharrelden. 't Lawaai dat die aanslag
veroorzaakte deed Crabbles te voorschijn
komen. Hij kwam uit 't huisje met een
nog kauwenden mond en vroeg zoetsap
pig:
„Wat is er? Zijn juflie nog niet klaar?"
We gaven hem op gepaste wijze ant
woord, maar hij reageerde er niet op.
Verzekerde ons alleen, dat de juffrouw
binnen heel goede koffie en bepaald lek
ker brood met heerlijke kaas had.
Broekmans liet zich dadelijk ompraten
en verdween in de lage deuropening. Ik
wilde hem volgen, maar Hopkins kuchte
beteekenisvol en wenkte me, even te ko
men buiten het gewoel van de gasten,
die ook eens een kijkje kwamen nemen.
Ik liep een paar passen met hem op.
„Bob, jongen", zei hij, „laten we nou ver
standig zijn. 't Is bij vijven en van van
ZONDAG 8 SEPTEMBER.
BLOEMENDAAL.
Ned. Hervormde Gemeente.
10 uur voorm. Ds. A. C. van Uchelen,
Predikant te Meppel.
Gereformeerde Kerk.
10 uur voorm. Ds. J. C. Brussaard.
5 uur nam. Dezelfde.
Nederl. Protestantenbond.
10.30 uur voorm. Ds. W. Mackenzie,
Amsterdam.
De Vrije Katholieke Kerk.
Popellaan Kinheimpark
Zondag 8 September 10.30 voorm Gezon
gen H. Mis
Woensdag 11 September 8 u. nam. com
pleten en Lof.
Donderdag 12 September 7.25 u voorm.
Gesproken H. Mis.
Zaterdag 14 September 7.25 uur voorm.
Gesproken H. Mis.
OVERVEEN.
Ned. Hervormde Gemeente.
10 uur voorm. Ds. J. C. van Dijk.
AERDENHOUT.
Vereeniging Religieuze Kring.
10.30 uur voorm .Ds. P. J. Glasz,
Doopsgez. Perdikant, Utrecht.
SANTPOORT.
Nederl. Hervormde Gemeente.
10 uur voorm. Prof. Dr. G. A. van den
Bergh v. Eijsinga. „Naar de Bron!"
Jeremia 2 13 b. Doopsbediening.
Nederl. Hervormde Evangelisatie.
10 uur voorm. Ds. A. D. Meeter, Water
graafsmeer.
Geref. Kerk in Hersteld Verband.
Gebouw Bethel, Wiistelaan, Santpoort.
10 uur voorm. Ds. P. G. v. d. Hooff,
HAARLEM.
Geref. Kerk (H.V.).
Groote zaal „Blauwe Kruis"
Oude Groenmarkt 20.
10 uur voorm. Ds. P. A. E. Sillevis Smitt.
Zendingszondag naar aanleiding v.
het 200-jarig jubileum van de
Zending der Broedergemeente in
Suriname.
5 uur nam. Ds. P. A. E. Sillevis Smitt.
morgen half vier zijn we al in de weer. 't
Begint mij te vervelen Jou ook? Mooi, la
ten we ons dan niet alle last en moeite
op den hals halen van terug te varen
met die karavaan. Weet jij, wat er nog
gebeuren kan? Kijk es hier. We zijn vlak
bij de stad. Daar wandelen we heen, eteen
er eens lekker van en gaan dan per spoor
op ons gemak naar huis. Ik heb m'n be
komst van dat watertochtje en neem in
geen geval de verantwoording op me voor
den terugtocht."
Ik wil bekennen, dat ik al lang precies
hetzelfde had gedacht als Hopkins en
toen deze mij daarenboven sprak van
lekker eten was ik heelemaal weg. Als
vrijgezel was ik aan smakelijke diners
niet gewend. Ik deelde dus mijn vriend
mede, dat ik geloofde, dat wij 't gezel
schap veilig onder de hoede van twee en
een halve mannenkracht konden over
laten, dat het voor hen in iedergeval een
pleziertochtje was en niet voor ons en we
zaten nog ijverig te conspireeren, toen
Crabbles ons riep.
,,'n Mooie dag hè?" begon hij voorzich
tig. ,,'t Zal een prachtige avond worden.
Volle maan. Alleen heb ik nu juist een
kleinen tegenslag ontdekt."
„Wel?" vroeg Hopkins, even voorzichtig
„Er is nog maar voor twee uur varen
benzine", bekende Crabbles, „en hoe ik
er aan moet komen weet ik heusch niet."
Toen achtte ik het oogenblik gekomen,
om de onderhandelingen met succes te
kunnen openen. Ik vertelde Crabbles, dat
we allebei doodmoe waren en veel meer
naar bed verlangden, dan naar nog drie
uren varen. Dat Hopkins en ik daarom
afgesproken hadden, om naar de stad te
loopen, daar iets te eten en dan met
den trein naar huis te gaan, doch dat we
er niet op tegen hadden, even naar den
eigenaar van de boot te gaan en hem te
verzoeken, een knecht met een bus ben
zine 't kanaal langs te sturen tot lafenis
van 't dorstige reservoir.
Crabbles scheen 't tenslotte nog aardig
van ons te vinden, dat we hem aldus
wilden helpen, een lof, die wij met be
rustende gezichten aanhoorden en 't eind
was, dat we tien minuten later op weg
waren naar de stad, tevreden over den
afloop van onze intrige.
't Weer bleef goed en 't middagmaal,
dat minder overdadig had kunnen zijn
als 't niet evenredig was geweest aan heel
wat opoffering en ontbering dien dag,
smaakte uitmuntend.
Hopkins heeft overal zijn kennissen en
natuurlijk waren er ook hier in 't restau
rant een paar, die van plan waren, hun
Zondagavond in gepaste ontspanning
door te brengen, 't Waren aardige luitjes,
met wie we bijzonder gezellig bleven keu
velen, totdat we eindelijk opstonden en
naar 't staion slenterden, om met een
vollen trein huiswaarts te vertrekken, 't
Was nog een goed einde van een dag:
vol besognes geweest.
Toch meende ik mij te herinneren, dat
er nog iets gebeuren moest en ik zei het
aan Hopkins, toen we voor mijn deur af
scheid namen.
„Ik meen, dat we toch nog iets hadden
te doen of af te spreken".
,,'k Herinner me niets!" zei hij.
„Ik ben er al"! zei ik weer. „Laten we
denken aan de benzine voor Crabbles."
Hopkins stiet een kort lachje uit. In
de verte had een klok juist half tien ge
slagen.
We verweten elkander natuurlijk onze
vergeetachtigheid, doch begaven ons met
teen op weg naar den man, die onzen
vriend de motorbood had verhuurd. Hij
was thuis. Dat trof. En niet alleen hij was
thuis, maar ook zijn knecht, die zich be
Bij de
hebben de verbruiken «teeds vrijen toe
gang tot het bedrijf en de magazijnen.
Alleen dan heeft U waarborg
voor bereiding en kwaliteit.
Bestelt dus daar uw maaltijden
Levering tegen kostprijs. Prospectus
op aanvrage.
BAKENESSERGRACHT 27, TEL. 14393
Eglise Wallonne.
Begijnhof.
Dimanche 8 Septembre: 10 h. 30 Eulte
présidé for le pasteur F. Ch. Krafft
Collecte spéciale pour l'Eglise.
11 h. 45: Service des Enfants.
Evang. Luthersche Gemeente.
10.30 uur voorm. Ds. C. H. Brandt.
College tot verspreiding van Spiritistische
beginselen.
Gebouw ..Theosofia" Nassauplein 8.
10.30 uur voorm. Spreekster Mevr. J. K.
AlblasRusèl.
reid verklaarde, met een bus benzine te
vertrekken in de richting van Crabbles en
de zijnen, die naar onze berekening nu
reeds meer dan een uur zonder benzine
aan een der oevers moesten liggen.
„Ik kom juist dien kant af", verklaarde
de knecht. „De zeeaster bloeide!'!
„Wat bedoel je?" vroeg Hopkins scherp,
denkende, dat de jongen ons voor den
mal hield.
„Weet u dat niet?" verbaasde zich 't
jongmensch. „Dat noemen de lui zoo. Dat
beteekent, dat er Buitenhuizensche ker
mis is. Vlak in de buurt, waar u de bijen
hebt gebracht. Drie kramen en een mai
lemolen. Maar 't is er wel gezellig. M'n
meissie woont er, zie je! Zoo weet ik ook
wat ze bedoelen, as ze zeggen: De zee
aster gaat bloeien!"
Toen hebben we elkaar aangekeken en
gelachen, gelachen, zoodat we ons aan de
deurposten moesten vasthouden, om niet
om te vallen.
Crabbles verdiende wel wat voor zijn
domheden van des morgens, doch toen
we een paar dagen later hoorden, hoe hij
thuis was gekomen, voelden we toch een
lichte wroeging. De avond was vrij koud
op 't water geweest en veel beschutting
was er aan boord niet. Met een flink
gangetje was 't gezelschap misschien nog
op tijd thuis kunnen komen, maar er was
geen licht aan boord en de avond viel en
toen Crabbles eenmaal 'n visscher in zijn
bootje had aangevaren - 't liep wonder
boven wonder goed af - begreep hij, dat
er met voorzichtigheid gehandeld diende
te worden.
Toen kwam de sluis. Die was dicht en
de sluiswachter weigerde eerst hardnek
kig, wakker te worden, want hij was in
de eerste uren van zijn nachtrust en
daarna, toen het geschreeuw uit twintig
kelen hem eindelijk had doen ontwaken,
de sluis te openen, totdat Crabbles hem
me een rijksdaalder omkocht.
Een half uur duurde dat oponthoud en
eenmaal de sluis door tjoekte de motor
al spoedig minder regelmatig dan te
voren. De benzine was op.
Toen had het gezelschap een uur moe
ten doorbrengen in 't koude manelicht op
't water. Een paar waren in slaap geval
len. De jongste meisjes hadden gehuild
en er was een volkomen timide stemming
aan boord, toen, na een goed uur een
fietser langs 't kanaal naderde, die een
bus benzine bracht.
Toen was 't leed bijna geleden. Een
maal, .vlak bü zijn huis, moest Crabbles
stoppen, om zijn naam op te geven aan
een politieman, daar hij zonder licht
voer en juist begon het carillon van de
Groote Kerk het voorspel van 't midder
nachtelijk uur te twinkelen, toen de boot
meerde en het gezelschap werd ontvan
gen door booze vaders en ongeruste moe
ders, die na zulk een uitstapje van Crab
bles het hunne dachten.
„Toch wel aardig", zei Crabbles, toen
hij een week later bij Hopkins en mij in
mijn tuintje zat. „Je maakt op die tocht
jes van alles mee. Natuurlijk ook een
paar minder aangename dingen, maar
dat telt, nadat alles achter den rug is,
bijna niet meer. En dan, wat zullen we,
een honig krijgen van die bloeiende zee
aster
Hopkins grinnikte voor zich uit.
Ik floot zachtjes.
Maar we dachten 't zelfde,
(Slot)