H.cofl!i.Oineruer. Wij de Bijen transporteeren Losse Blaadjes. September. Allerlei Predikbeurten Zoekt u een betrek king? Plaats dan een Kruidnoot DOOR F. C. DERKS 0 Nu is de zomer haast voorbij. Het was een heerlijk jaargetij! Een poosje nog dan komt een rij Van donk're kille dagen. Het wordt al herfstig in het boseh. Al prijkt 't nog niet in najaarsdos; Er waaien al was blaadjes los Door wind en regenvlagen. Met de vacantie is 't gedaan; Het luieren is weer van de baan; De meesters voor de klassen staan Zieh weder uit te sloven, Terwijl de bengels groot en klein, Met hun gedachten buiten zijn; Daar vinden zij het wél zoo fijn! Ik wil het graag geloovenü Nu volgt er weer een lange tijd Van onverdroten werkzaamheid, Waarin gearbeid wordt met vlijt In allerhande zaken. En iedere vereeniging Houdt dezer dagen plotseling Bijeenkomst of vergadering Om plannen op te maken. Slechts de natuur geeft onbewust Thans blijk van minder levenslust. Toont reeds begin van winterrust Al bloeit 't nog allerwegen. Geniet er van, zoolang het kan! Een luttel aantal weken, dan Is 't uit en komt 't seizoen weer an Van storm en mist en regen! XANDER. GEVONDEN. Gevonden en terug te bekomen: Post kantoor Bloemendaal, een parapluie; N. V. d. Weijde, Dompvloedslaan 11, Over- veen, een fietspomp; Vader, Alb. Thijm- laan 25, Bloemendaal, een tompouce en een hengelsmandje; Snuverink, Kinheim- weg 19, Bloemendaal, een paar nappa handschoenen; J. Silvis, Terburgstr. 35, Santpoort, een nikkelen horloge; Roozen, Zomerzorgerlaan 20, Bloemendaal, een kinder-portemonnaie; C. Wiemeijer, Lon- bar Petrilaan 8, Overveen, een ceintuur; H. van Ieperen, Zandvoorterweg 147, Aerdenhout, een damestasch met inhoud; H. Straus, „Clematislaan 2, Aerdenhout, 'n parapluie; J. P. van Schagen, Oosterduin weg 16, Aerdenhout, een regenjas; Stok king, Rijperweg 2, Bloemendaal, een poesje; P.E.N.-gebouw, Boemendaal, een dameshandschoen; J. Visscher, Rlesida- straat 37, Haarlem, een wandelstok; H. Hopkins en ik laten ons niet spoedig ter neer slaan door kleine tegenspoeden en al moesten we elkander bekennen, dat we op de naaste toekomst niet al te ge rust waren, - de ervaring spreekt in zui- ke gevallen een woordje mee - toch was in ons optimistisch gemoed alle geleden en toekomstige narigheid weggevaagd en we spraken en rookten welgemoed, toen Crabbles' huis in 't zicht kwam .Een klok sloeg half acht. „Wat moeten al die kinderen in 't wit voor Crabbles' huis?" vroeg ik, daar ik een groep meisjes in zomerkleedjes voor de woning zag staan. „Ik weet het niet!" antwoordde Hop kins. „Ik denk een Zondagschool, die 'n dagje uitgaat. ',!r zijn een paar ouderen ook. Zeker de juffrouwen. En een paar hebben een kist bij zich. Zie je wel! Be paald een klein orgeltje om 't zingen te begeleiden!" Nu schenen ze ons ook te bespeuren. Er ging een hoeratje op en een paar kwa" men ons tegemoet draven. ,,Wat gebeurt ons nu?" vroeg Hopkins. „O", zei ik opgewekt, „dat's een aar dige verrassing, een soort eerewacht van jeugdige burgeressen!" „Die ons den heelen dag haar jeugdig gezelschap zullen vereeren!" zei Hopkins droogjes. „Kalm blijven Bob, bedaard aan jongen, rustig.... hm, van rust zal wel niet veel komen, maar Crabbles had het wel eens van te voren mogen zeggen. Dan kan een mensch maatregelen ne men!" Ons voorgevoel had ons niet bedrogen. Crabbles, joviaal en gul als zijn aard is, had, behalve zijn vrouw, twee dochtertjes en zijn jongen, zestien jonge dames van allerlei leeftijd mee geïnviteerd, om de, bijen weg te brengen en niet één was weggebleven, 't Was immers mooi weer en een dag op 't water lokte allen aan. Hopkins en ik keken elkander gelaten aan. voordat we van de bok sprongen, van alle kanten handjes kregen en een klein, dik kind beduidden, dat het ons nog heusch wat vroeg leek voor kleverige zuurtjes. Daar had je ook Crabbles weer, een trommel met lekkernijen torsend. Zijn vrouw hielp hem zoogenaamd en lachte ons vriendelijk toe. „Daag", galmde Crabbles, 'n heel ge zelschap hè? Ben dadelijk tot je dienst hoor! Aha, daar is mijn buurman Broek mans» ook. Maak maar eens kennis! Broekmans. t'jl/ee vrienden van me, die ook bijen transporteeren! Och, ik zou zeggen, zetten jullie je tien kasten met zijn drieën even aan boord, dan vertrek ken we dadelijk!" Broekmans, een hoofd van een school, kortademig en met! weinig geest, die voor deze gelegenheid een blauwe trui aangeschoten had, maakte een praatje en hielp ons, de bijen aan boord van de zolderschuit brengen. Toen namen we Crabbles even apart en vertelden hem, dat, nu er zooveel vrouwvolk aan boord was, het ons geraden leek, dat bekwame handen het roer van de zolderschuit zou den besturen, een functie waarvoor we ons in bescheidenheid durfden aanbeve- Kok, Julianalaan 113, Overveen, een haarkam; van Alphen, Duinlustparkweg 46, Bloemendaal, een tasch met gereed schappen! de Zwart, Bloemendaalschew. 24, Bloemendaal, een Lipssleutel; Greu- ter, Boschlaan 27, Bloemendaal, een por- temonnaie met inhoud; P. J. Kok, Oost Indiëstraat 53, Haarem, een jachthond; Brus, Potgieterweg la, Bloemendaal, een pop; F. Boldingh, Julianalaan 30, Over veen, een zilveren broche; J. J. Post, Kinheimweg 35, Bloemendaal, een bedrag aan geld; Huijnink, Brederodelaan 83, Bloemendaal, een witte duif; B. Wiegel, Spionskopstraat 46, Haarlem, een rlj- wielbelastingmerk; Th. v .d. Weide, Veld- laan 29, Aerdenhout, een ceintuur; Bloe- mendaalscheweg 109, Bloemendaal, een damesportemonnaie;aan de politiepost te Aerdenhout, een contactsleuteltje; een portemonnaie een alpino muts, een cein tuur, een auto-accu; aan het bureau van politie Overveen ,een regenhoed, een ceintuur, een metalen handvat, 'n steek- sleutel. eenige negatieven van kleine fo to's, een ceintuur, een kinderbeursje; 'n stoplicht van auto, een horloge-glaasje. o TELEFOONAANSLUITINGEN. Opgave van het aantal nieuwe aanslui tingen in het Rijkstelefoonnet in het tijd" vak 29 Augustus tot en met 4 Sept. 1935. 22525 Bastiaan J., Leeraar Kenn Lyceum Accacialaan 22; Bloemendaal. 16263 Bouwmaterialenhandel .Terranova" Alles voor het stucadoorsbedrijf, Kampersingel 50. 22592 Breen N. Chr., Horlogerie, Bloe- mendaalscheweg 4. Bloemendaal. 29399 Dekker Jr. C„ Heerenweg hoek Ritsema Boskade, Heemstede. 16236 Diaconessenhuis Maatschappelijke Zorg voor Zieken, Hazepatersl. 20. 16255 Eleetrotechnische Groothandel P. Holtring, depot N.V. Thabur, Korte Spaarne 25. 29137 Klopper D., Vertegenw. The Texas Company, Meer en Boschlaan 34, Heemstede. 29138 Koning C. de, Poulier Binnenw. 62b Heemstede. 23723 Lent B. H. F. van, Kapitein Vliege nier K.N.I.L., Iepenlaan 3, Bloe mendaal (Tijdelijke aansluiting). 23765 Mandersloot Th., Dir. N.V. „T.A.F," Neptunusstraat 24. 29386 Passer P. G. J„ Julianaplein 15, Heemstede. 22458 TalsmaTilma Mevr. E„ Noorder stationsweg 5, Bloemendaal. 23130 Thee- en Koffiehandel,Maatschap pij ,,Teka"-N/V., Pijnboomstraat 78, Haarlem-Noord. 16460 Wijnen K. G„ van, Beëedigd Make laar, Schouwtjeslaan 47 zw. 't H len. De waarheid was, dat we ons listig lijk haden vergewist, waar per slot van rekening het kalmste plekje aan boord was en dat was de plaats bij het roer gebleken. Dat hadden we daarom1 met bijenkasten gebarricadeerd. Natuurlijk duurde het ik weejt niet hoe lang, voordat alles ingescheept was. De kasten en korven namen alle beschik bare ruimte op de zolderschuit in beslag; alleen voor Kess en twee meisjes bleef plaats. De rest werd in de motorboot ge pakt, die niet te groot was, maar dan toch ruimte genoeg bood voor 't woelige troepje. Dat zitten bij 't roer was inderdaad niet verwerpelijk. Wel namen, zoolang we nog door de stadsgrachten voeren, de lui ons in 't ootje, maar wij bleven ons zelf en als gij eenigszins op Hopkins en mij ge lijkt dan trekt ge u nimmer iets aan van ironische opmerkingen van chicaneeren- de voorbijgangers. En toen we eenmaal buiten de stad waren en een paar uur varen door een breed kanaal in 't voor uitzicht hadden, raakten wij met veel verzoend, zelfs met 't gejengel van de gramophoon aan boord. - 't orgel, dat Hopkins in de kist had vermoed - en die voortdurend den lof zong van „d'Avond, als bij ons de klokken luiden, bim, bam, bim, bam", enz. Zooals gezegd, wij ge troostten het ons, als menschen, die op den vroegen ochtend al heel wat werk achter den rug, maar nog meer in het' vooruitzicht hebben. We hadden een uurtje gevaren en wa ren weer heelemaal gekalmeerd, toen het eerste rustpunt in 't gezicht scheen te komen. Althans we hoorden de stem van Crabbles die door een scheepsroeper op schippersmanier „ahoi!" probeerde te roepen. Aldus tot onzen plicht terugge roepen, stonden wij op, om in geval van nood een reddingsbrigade te kunnen or- ganiseeren. De sluis, die we moesten passeeren, was reeds dichtbij; de sluiswachter stond te gen de leuning zijn pijpje te rooken, be keek de waterkaravaan, die aankwam en scheen van alles eerder besef te hebben, dan van het feit, dat er een schip door de sluis wilde. Met een melancholische uitdrukking in zijn blik keek hij de rookwolkjes na, tot dat, daar het bepaald onverantwoordelijk scheen, nog verder te varen, een gemeen schappelijk door ons aangeheven ge schreeuw den man weer tot de werkelijk heid terugbracht. Hij verliet de sluis en slenterde het kanaal een eindje langs. „We moeten er dóór!" schreeuwde Crabbles. Als eenig antwoord haalde de man zijn schouders op. „Ik begrijp 't al" ,zei ik. „Hij zal van daag vrij hebben ,'t Is immers Zondag! Dan varen er geen schepen!" „Hé, vriend!" riep Hopkins. „Gaat de sluis vandaag niet open?" De man schudde loom van neen. We belegden een korten krijgsraad, stapten toen van boord en 't gelukte Hopkins en mij, den sluiswachter, een bekrompen, sufferig individu met een DE REMBRANDT-TENTOONSTELLING. Onze lezers worden er aan herinnerd, dat deze tentoonstelling 13 October sluit. VAN AMSTERDAM NAAR HET KASTEEL ,N,IJENRODE". Per blok-taxi aan het C. Station Am sterdam kost de tocht f 4.Wachten f 1.per uur. VERLENGING TERMIJN INZENDING PUZZLEKAART ZOMERPOSTZEGELS. Op veelvuldig verzoek heeft het Comi té voor de zomerpostzegels den termijn voor deelname aan den puzzlewedstrijd nogmaals verlengd en wel tot 15 Septem ber a.s. Dat wordt dan ook onherroepelijk de sluitingsdatum. Binnen veertien dagen wordt de beslis- bekend gemaakt. UIT DE MOTORWERELD. BANDENWEEFSEL VAN ZIJDE. In plaats van de tot nog toe voor het weefsel van banden gebruikte katoen heeft een Amerikaansche fabriek, aldus deelt de B.B.N. mede, proeven met zijde genomen. Blijkens de tot dusverre verkregen er varingen moet de kunstzijde door de ster ke wrijving van het weefsel niet zoo snel slijten als katoen, terwijl kunstzijde bovendien minder vatbaar is voor warm te. Als verder voordeel wordt genoemd, dat kunstzijde minder makkelijk scheurt dan katoen. TERUGGANG VAN AMERIKAANSCHE AUTOMOBIELPRODUCTIE IN AUG. Tengevolge van het stilliggen der Ford- werken is een scherpe teruggang in de Amerikaansche automobielproductie in getreden, zoo deelt de B.B.N. mede. In de op 4 Augustus geëindigde week werden slechts 69415 automobielen ver vaardigd tegen 82894 in de vierde week van Juli, 83255 in de derde week en 83450 in de tweede week van die maand. LANDLOOPERS MET EIGEN AUTO. In een Amerikaansche statistiek, zoo deelt de B.B.N. mede, wordt beweerd, dat het aantal landloopers, die over een eigen auto beschikken, in de Vereenigde Staten op het oogenblik 10.000 bedraagt. Deze wagens zijn echter in den regel noch ge kocht, noch gestolen; het zijn over het algemeen voertuigen, die door hun eige naars op den weg worden in den steek gelaten omdat zij slechts weerspannig hun dienst deden. Onvermengde vreugde hebben de landloopers bij het gebruik van deze voertuigen zeker niet. gulden van zijn principe te doen afwijken Toen 't zoover was lagen de motorboot en de schuit spoedig in de kolk en vertraden wij ons wat op den oever. Een oogenblik later dreven we weer ver der en soesden voort, bradend en sto vend in de Augustuszon, terwijl af en toe Kees of een van de meisjes ons met 't een en ander uit den trommel kwam la ven. De oevers vierden Zondag. Nog maar zelden zag ik alom zulk een rust: 'n Enkele visscher beoefende tusschen de rietbosschen zijn luie sport, hief even 't hoofd op als we voorbij kwamen en groet te ons, door wat harder aan zijn pijp te trekken. Zoo verstreken de uren. Reeds lang was de zon op haar hoogste punt geweest en 't zal zoo tegen drie uur zijn geweest, toen Crabbles de blijde meededeeling kwam doen, dat het dorp, waar we dichtbij onze kasten zouen plaatsen, in 't gezicht was. „Met paard en wagen waren we al lang terug geweest!" zei Hopkins tegen mij. „Enfin, 'n goede les voor den volgenden keer!" Twee ijle stemmetjes aan boord van de motorboot hadden juist een duet geëin digd met de verzekering, dat „bis in den tiefsten, tiefsten tiefsten Traum" haar beeld hem vervolgen zou, toen we meer den bij een gezellighuisje aan den oever, 't pension van onze bijen. In een oogen blik waren allen van boord, en begroetten den bewoner, die naar buiten kwam slof fen, waarna Crabbles 't commando over nam, loopplanken liet leggen en de bijen stallen. die de man tot onze beschikking had gesteld, inspecteerde. We gingen ook eens kijken en bevon den, dat Crabbles geen kwade vondst had gedaan. De kasten zouden er mooi staan Alleen van eenzeeaster zagen we nergens een spoor. „Bloeit de zeeaster al?" vroegen we aan den bewoner van het huisje. „Dat weet je goed, meneer!" grijnsde de man. „Vanmiddag nog niet! Van avond! Als je zoolang blijft, kun je nog pret hebben. „Wij haalden achter zijn rug de schou ders op, maar Crabbles, die geen tijd ver loren wilde laten gaan, stuurde ons drie ën naar de boot, om eens een paar kor ven te halen. We deden het gewillig. Toen we terugkwamen was Crabbles ner gens te zien, waar we ook zochten, zoo dat we vertrouwende op eigen krachten de tachtig kasten van de boot haalden en in de stallen zetten. Hopkins en ik speelden 't wel klaar, maar Broekmans, die eerder de quadratuur van den cirkel zou hebben uitgerekend dan een dag lichaamsarbeid verrichten, had het on der zijn blauwe trui méér dan benauwd en viel, toen de laatste kast was overge bracht rood als een pioen en asthmatisch kreunend op een tas hooi neer, tevens boven op een paar kippen, die daar rond scharrelden. 't Lawaai dat die aanslag veroorzaakte deed Crabbles te voorschijn komen. Hij kwam uit 't huisje met een nog kauwenden mond en vroeg zoetsap pig: „Wat is er? Zijn juflie nog niet klaar?" We gaven hem op gepaste wijze ant woord, maar hij reageerde er niet op. Verzekerde ons alleen, dat de juffrouw binnen heel goede koffie en bepaald lek ker brood met heerlijke kaas had. Broekmans liet zich dadelijk ompraten en verdween in de lage deuropening. Ik wilde hem volgen, maar Hopkins kuchte beteekenisvol en wenkte me, even te ko men buiten het gewoel van de gasten, die ook eens een kijkje kwamen nemen. Ik liep een paar passen met hem op. „Bob, jongen", zei hij, „laten we nou ver standig zijn. 't Is bij vijven en van van ZONDAG 8 SEPTEMBER. BLOEMENDAAL. Ned. Hervormde Gemeente. 10 uur voorm. Ds. A. C. van Uchelen, Predikant te Meppel. Gereformeerde Kerk. 10 uur voorm. Ds. J. C. Brussaard. 5 uur nam. Dezelfde. Nederl. Protestantenbond. 10.30 uur voorm. Ds. W. Mackenzie, Amsterdam. De Vrije Katholieke Kerk. Popellaan Kinheimpark Zondag 8 September 10.30 voorm Gezon gen H. Mis Woensdag 11 September 8 u. nam. com pleten en Lof. Donderdag 12 September 7.25 u voorm. Gesproken H. Mis. Zaterdag 14 September 7.25 uur voorm. Gesproken H. Mis. OVERVEEN. Ned. Hervormde Gemeente. 10 uur voorm. Ds. J. C. van Dijk. AERDENHOUT. Vereeniging Religieuze Kring. 10.30 uur voorm .Ds. P. J. Glasz, Doopsgez. Perdikant, Utrecht. SANTPOORT. Nederl. Hervormde Gemeente. 10 uur voorm. Prof. Dr. G. A. van den Bergh v. Eijsinga. „Naar de Bron!" Jeremia 2 13 b. Doopsbediening. Nederl. Hervormde Evangelisatie. 10 uur voorm. Ds. A. D. Meeter, Water graafsmeer. Geref. Kerk in Hersteld Verband. Gebouw Bethel, Wiistelaan, Santpoort. 10 uur voorm. Ds. P. G. v. d. Hooff, HAARLEM. Geref. Kerk (H.V.). Groote zaal „Blauwe Kruis" Oude Groenmarkt 20. 10 uur voorm. Ds. P. A. E. Sillevis Smitt. Zendingszondag naar aanleiding v. het 200-jarig jubileum van de Zending der Broedergemeente in Suriname. 5 uur nam. Ds. P. A. E. Sillevis Smitt. morgen half vier zijn we al in de weer. 't Begint mij te vervelen Jou ook? Mooi, la ten we ons dan niet alle last en moeite op den hals halen van terug te varen met die karavaan. Weet jij, wat er nog gebeuren kan? Kijk es hier. We zijn vlak bij de stad. Daar wandelen we heen, eteen er eens lekker van en gaan dan per spoor op ons gemak naar huis. Ik heb m'n be komst van dat watertochtje en neem in geen geval de verantwoording op me voor den terugtocht." Ik wil bekennen, dat ik al lang precies hetzelfde had gedacht als Hopkins en toen deze mij daarenboven sprak van lekker eten was ik heelemaal weg. Als vrijgezel was ik aan smakelijke diners niet gewend. Ik deelde dus mijn vriend mede, dat ik geloofde, dat wij 't gezel schap veilig onder de hoede van twee en een halve mannenkracht konden over laten, dat het voor hen in iedergeval een pleziertochtje was en niet voor ons en we zaten nog ijverig te conspireeren, toen Crabbles ons riep. ,,'n Mooie dag hè?" begon hij voorzich tig. ,,'t Zal een prachtige avond worden. Volle maan. Alleen heb ik nu juist een kleinen tegenslag ontdekt." „Wel?" vroeg Hopkins, even voorzichtig „Er is nog maar voor twee uur varen benzine", bekende Crabbles, „en hoe ik er aan moet komen weet ik heusch niet." Toen achtte ik het oogenblik gekomen, om de onderhandelingen met succes te kunnen openen. Ik vertelde Crabbles, dat we allebei doodmoe waren en veel meer naar bed verlangden, dan naar nog drie uren varen. Dat Hopkins en ik daarom afgesproken hadden, om naar de stad te loopen, daar iets te eten en dan met den trein naar huis te gaan, doch dat we er niet op tegen hadden, even naar den eigenaar van de boot te gaan en hem te verzoeken, een knecht met een bus ben zine 't kanaal langs te sturen tot lafenis van 't dorstige reservoir. Crabbles scheen 't tenslotte nog aardig van ons te vinden, dat we hem aldus wilden helpen, een lof, die wij met be rustende gezichten aanhoorden en 't eind was, dat we tien minuten later op weg waren naar de stad, tevreden over den afloop van onze intrige. 't Weer bleef goed en 't middagmaal, dat minder overdadig had kunnen zijn als 't niet evenredig was geweest aan heel wat opoffering en ontbering dien dag, smaakte uitmuntend. Hopkins heeft overal zijn kennissen en natuurlijk waren er ook hier in 't restau rant een paar, die van plan waren, hun Zondagavond in gepaste ontspanning door te brengen, 't Waren aardige luitjes, met wie we bijzonder gezellig bleven keu velen, totdat we eindelijk opstonden en naar 't staion slenterden, om met een vollen trein huiswaarts te vertrekken, 't Was nog een goed einde van een dag: vol besognes geweest. Toch meende ik mij te herinneren, dat er nog iets gebeuren moest en ik zei het aan Hopkins, toen we voor mijn deur af scheid namen. „Ik meen, dat we toch nog iets hadden te doen of af te spreken". ,,'k Herinner me niets!" zei hij. „Ik ben er al"! zei ik weer. „Laten we denken aan de benzine voor Crabbles." Hopkins stiet een kort lachje uit. In de verte had een klok juist half tien ge slagen. We verweten elkander natuurlijk onze vergeetachtigheid, doch begaven ons met teen op weg naar den man, die onzen vriend de motorbood had verhuurd. Hij was thuis. Dat trof. En niet alleen hij was thuis, maar ook zijn knecht, die zich be Bij de hebben de verbruiken «teeds vrijen toe gang tot het bedrijf en de magazijnen. Alleen dan heeft U waarborg voor bereiding en kwaliteit. Bestelt dus daar uw maaltijden Levering tegen kostprijs. Prospectus op aanvrage. BAKENESSERGRACHT 27, TEL. 14393 Eglise Wallonne. Begijnhof. Dimanche 8 Septembre: 10 h. 30 Eulte présidé for le pasteur F. Ch. Krafft Collecte spéciale pour l'Eglise. 11 h. 45: Service des Enfants. Evang. Luthersche Gemeente. 10.30 uur voorm. Ds. C. H. Brandt. College tot verspreiding van Spiritistische beginselen. Gebouw ..Theosofia" Nassauplein 8. 10.30 uur voorm. Spreekster Mevr. J. K. AlblasRusèl. reid verklaarde, met een bus benzine te vertrekken in de richting van Crabbles en de zijnen, die naar onze berekening nu reeds meer dan een uur zonder benzine aan een der oevers moesten liggen. „Ik kom juist dien kant af", verklaarde de knecht. „De zeeaster bloeide!'! „Wat bedoel je?" vroeg Hopkins scherp, denkende, dat de jongen ons voor den mal hield. „Weet u dat niet?" verbaasde zich 't jongmensch. „Dat noemen de lui zoo. Dat beteekent, dat er Buitenhuizensche ker mis is. Vlak in de buurt, waar u de bijen hebt gebracht. Drie kramen en een mai lemolen. Maar 't is er wel gezellig. M'n meissie woont er, zie je! Zoo weet ik ook wat ze bedoelen, as ze zeggen: De zee aster gaat bloeien!" Toen hebben we elkaar aangekeken en gelachen, gelachen, zoodat we ons aan de deurposten moesten vasthouden, om niet om te vallen. Crabbles verdiende wel wat voor zijn domheden van des morgens, doch toen we een paar dagen later hoorden, hoe hij thuis was gekomen, voelden we toch een lichte wroeging. De avond was vrij koud op 't water geweest en veel beschutting was er aan boord niet. Met een flink gangetje was 't gezelschap misschien nog op tijd thuis kunnen komen, maar er was geen licht aan boord en de avond viel en toen Crabbles eenmaal 'n visscher in zijn bootje had aangevaren - 't liep wonder boven wonder goed af - begreep hij, dat er met voorzichtigheid gehandeld diende te worden. Toen kwam de sluis. Die was dicht en de sluiswachter weigerde eerst hardnek kig, wakker te worden, want hij was in de eerste uren van zijn nachtrust en daarna, toen het geschreeuw uit twintig kelen hem eindelijk had doen ontwaken, de sluis te openen, totdat Crabbles hem me een rijksdaalder omkocht. Een half uur duurde dat oponthoud en eenmaal de sluis door tjoekte de motor al spoedig minder regelmatig dan te voren. De benzine was op. Toen had het gezelschap een uur moe ten doorbrengen in 't koude manelicht op 't water. Een paar waren in slaap geval len. De jongste meisjes hadden gehuild en er was een volkomen timide stemming aan boord, toen, na een goed uur een fietser langs 't kanaal naderde, die een bus benzine bracht. Toen was 't leed bijna geleden. Een maal, .vlak bü zijn huis, moest Crabbles stoppen, om zijn naam op te geven aan een politieman, daar hij zonder licht voer en juist begon het carillon van de Groote Kerk het voorspel van 't midder nachtelijk uur te twinkelen, toen de boot meerde en het gezelschap werd ontvan gen door booze vaders en ongeruste moe ders, die na zulk een uitstapje van Crab bles het hunne dachten. „Toch wel aardig", zei Crabbles, toen hij een week later bij Hopkins en mij in mijn tuintje zat. „Je maakt op die tocht jes van alles mee. Natuurlijk ook een paar minder aangename dingen, maar dat telt, nadat alles achter den rug is, bijna niet meer. En dan, wat zullen we, een honig krijgen van die bloeiende zee aster Hopkins grinnikte voor zich uit. Ik floot zachtjes. Maar we dachten 't zelfde, (Slot)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1935 | | pagina 3