ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
1 M
G. J. GUDE - Cuisinier
29e JAARGANG
6 MAART 1936
OPLAAG 5000 EXEMPL. No. 42
TER VOORTZETTING VAN
VOOR BLOEMENDAAL - OVERVEEN - AERDENHOUT - BENTVELD - ZANDVOORT - VOGELENZANG - HEEMSTEDE - HAARLEM EN SANTPOORT-STATION
Contract speciaal tarief
Kruidnoten 4 regels 35 cent
Elke regel meer 10 cent
Bureau voor Redactie en Administratie: BLOEMEND.WEG 42, Bloemendaai
POSTREKENING 191387 - TELEF. 23453 (9-5 UUR) B.G.G. 14864, 22177 OF 11512
Bureau voor AdvertentiënHANDELSDRUKKERIJ F. M. VAN DEURSEN
ROZENNOBELSTR. 18 TELEF. 507 ZANj 'OORT - Postgiro 1295 >8
I
Brokjes levenswijsheid
B
Het Onvermijdelijk Lot
„Eenheid door Democratie"
Ci£CCJS. Xïit*ï£t5£l Ut? XüUJL-V V t31 VUlgUt3iV>
UITZENDING VAN DINERS
lordensstraat 74 - Telef. 13132
HAARLEM
Geloof en Wetenschap
I.
Hei Bloemeroiiilsch Weekblad
ADVERTENTIETARIEF:
Per regel15 cent
ABONNEMENT:
f 1.— per h'alf jaar bij vooruitbetaling
Losse nummers5 cent
(Nadruk verboden)
Geenszins zeldzaam zijn de verha
len, daarin iemand, die zijn noodlot
wil ontloopen, juist hierdoor het slacht
offer wordt van hetgeen hij trachtte
te vermijden. Men behoeft, om bewij
zen voor dit eigenaardige verschijnsel
te verzamelen, slechts opmerkzaam het
gemengd nieuws in de krant te volgen.
Zoo staat de geschiedenis geboek-
staaft van een reiziger, die bij een
spoorwegongeluk tot de weinige ge
redden behoorde. Hij stapte over in
een anderen trein en is daarmee ver
ongelukt. „Het heeft zoo moeten we
zen", zeggen de menschen in een
dergelijk geval.
Treffender is nog hetgeen een keu
terboertje in Gelderland is overkomen.
Deze was door het lezen van de tal
rijke bankschandalen uit den laatsten
tijd angstig geworden, zoodat hij zijn
tegoed opvorderde. Maar ook was hij
ucLLi£ y-oyji UJ.C7 V Ciiy xjlGu iGojv rrorfir C/ir
veilig, het geld in zijn kast thuis te
bewaren. Derhalve sloot hij de bank
biljetten in een pakje' en stopte dit
onder het hooi in de schuur. Toen hij
een week later een rekening moest
betalen, haalde hij het pakje te voor
schijn. Doch hoe schrok hijEr waren
ratten op het papier afgekomen en zij
hadden de bankbriefjes zoo beknaagd
en beknabbeld, dat er maar heel wei
nig meer van was overgebleven.
Aan dit gevaar had de boer, die
zich voor het risico van oneerlijke
bankdirecteuren en roofzuchtige in
brekers had willen vrijwaren, niet ge
dacht. En de buren, tegenover wie hij
zich over het verlies van zijn kapi
taaltje beklaagde, troostten hem met
het gezegde„Ja-ja! 't heeft zeker zoo
moeten zijn!"
Tragisch is het verhaal van een
berucht moordenaar, die in de ge
vangenis zijn levensgeschiedenis heeft
geschreven. Deze man was als jongen
schuw voor het andere geslacht. Hij
koesterde het voorgevoel, dat de vrouw
voor hem het noodlot zou worden.
Daarom ontweek hij alle plaatsen waar
meisjes te vinden zijn. Hij ging niet
naar bruiloften of danspartijen, maar
sloot zich in eenzaamheid op. Doch
ook daar liet de gedachte aan de vrouw
hem niet met rust. Hij werd door wil
de fantasieën gekweld. Om deze de
baas te blijven, zocht hij zijn toevlucht
in muziek. Hij kocht een harmonica
waarop hij zich dagelijks oefende.
Maar zichzelf kon hij toch maar zeer
onvoldoende leeren spelen. Daarom
nam hij graag het aanbod aan van
een schipper, die op de harmonica
een eerste virtuoos was en die gene
gen was den jongen man in de kunst
in te wijden. De jongen ging om les
naar den schipper en daar maakte
hij kennis met de schippersvrouw,
onder wier invloed hij is geraakt en
die hem tot zijn misdaad verleid heeft.
Heeft het ook hier weer niet „moe-,
ten wezen"?
De oude Grieksche tragedie, die op
huiveringwekkende wijze de ondoor
grondelijke raadselen van het leven
aanschouwelijk maakt, heeft de on
vermijdelijkheid van het noodlot ver
werkt in het drama van Oedipus, de
koningszoon, wien het orakel voor
speld had, dat hij zijn vader zou doo-
den en zijn moeder zou huwen. Om
zich aan deze vreeselijke toekomst te
onttrekken, vlucht de jonge, man uit
het iiderln Onderweg krijgt hij
ruzie met een gezelschap reizigers,
dat hij ontmoet en hij slaat ze allen
dood. In Thebe aangekomen, waar de
koning juist is gestorven, verricht hij
de daad, wa&rop als belooning het
koningschap staat en hij huwt de ko
ningin-weduwe. Maar later blijkt hem,
dat hetgeen hij zijn ouderhuis waan
de, slechts zijn kosthuis geweest is.
Hij is de zoon van den koning van
Thebe. En een der mannen, die hij
onderweg doodgeslagen heeft, is de
koning van Thebe geweest, die, om
aan de voorspelling' van het orakel
te ontkomen, zijn zoon als zuigeling
heeft laten te vondeling leggen. De
menschen, die Oedipus is ontvlucht,
zijn zijn pleegouders geweest, en zoo
;"iö - ti&ÏC' v öbi zTC/X^cxi.
het noodlot vei'vuld: Oedipus heeft
zijn vader vermoord en is met zijn
moedef getrouwd
Wanneer een dergelijk geval uit
zondering was, zou het op ons niet
steeds weer zoo'n indruk maken. Doch
hoevaak ervaren wij zelf ook niet in
ons loven, dat de dingen, waartoe wij
door een zonderling voorgevoel ons
voorbestemd achten, uitkomen juist
wanneer wij al ons best doen ze te
vermijden. Hoevaak is de slotsom van
onze nabeschouwingen ook niet: Het
heeft zoo moeten zijn!
Men heeft op allerlei wijze getracht,
deze samenloop van omstandigheden
të verklaren. De geloovige ziet er Gods
leiding in of de betoovering van den
Duivel; de zielkundige zoekt naar de
verborgen machten in het onderbe
wustzijn, die dikwijls ons de omge
keerde richting doen inslaan van onze
bewuste wil en ons redelijk verstand.
Zooveel is in elk geval zeker, dat het
moeilijk valt, hier van toeval te spre
ken.-
De ervaring omtrent de onvermij
delijkheid van het noodlot mag ons
niet tot een lijdzaam fatalisme voe
ren.' Want in het proces van dit nood
lot is onze eigen arbeid en streven
begrepen. En wij hebben op elk oo-
genblik van ons leven de keuze om
naar eigen bestwil te handelen. Voor
zoover wij dit eigen bestwil kunnen
beoordeelen, zijn wij verplicht er me
de rekening te houden. De voorzich
tigheid van den boer, die het geld
van de bank nam, de voorzorg van
den zich in eenzaamheid door muziek
van booze geesten bevrijdenden jonk
man en het beleid van Oedipus, die
door zijn gewaande vader en moeder
te ontvluchten, het noodlot de gele
genheid om zich te doen gelden wil
de ontnemen, zijn te prijzen.
Maar tegenover ons welbewust,
verstandelijk optreden staan de daden
van het bovenpersoonlijke, alles om
vattende en alle draden in handen
boude' de universeelt leven, dat zoo
ontzaglijk veel diepe en veelomvat-
tender is dan wij in onze persoon
lijke wijsheid veronderstellen. De
„groote onbekende", aan wie wij ten
slotte zijn overgeleverd en wiens doel
einden wij soms op zonderlinge en
troebele wijze bespeuren, doet (jn
werk. En zoo zijn ook wij moderne'
menschen, nog altijd slachtoffer van
den strijd tusschen hetgeen de oude
theologen als „voorbeschikking" en
„vrije wil" formuleerden.
H. G. CANNEGIETER
Men schrijft ons:
In Café Restaurant Brinkman Hout
plein, hield onlangs de afdeeling
Haarlem van de Ned, Beweging voor
Eenheid door Democratie een propa
ganda vergadering. In zijn openings
woord kon de voorzitter de heer N.
C. J. Drost tot zijn genoegen mede-
deelen, dat de jonge beweging in het
eerste halfjaar van haar bestaan een
aantal van duizend leden bereikt heeft
en thans zeven afdddingen telt. Zij
heeft haar leden ijLalle rangen en
èuancien üur ïiiE&isu&ïippij* cm vutter
menschen van zeer verschillend po
litiek inzicht.
Het woord was daarna aan Dr. J.
Leopold Siemens, die een voordracht
hield over „de gevaren der dictatuur"
Na den oorlog, aldus spreker, heb
ben wij in de landen, die het meest
van den oorlog geleden hebben (Rus
land, Duitschland en Italië) een nieu
we regeeringsvorm zien opkomen, die
brak met al het bestaande en terug
doet denken aan de Middeleeuwen.
Grondwettelijke rechten worden ge
heel vernietigd, aan het hoofd staat
de Leider, omringd door een groep
menschen, die hem geheel zijn toe
gedaan. De rest is de homogene mas
sa, waarboven de leider zich hoe
langer hoe meer verheft en die hem
als een god gaat vereeten. Er ontstaat
een politie-staat, waar, zooals in Italië,
menschen zonder vorm van proces
verbannen worden, waar als in
Duitschland alle vormen van cultuur
(geschiedenis, godsdienst, moraal en
recht) dienstbaar worden gemaakt aan
den staat en de couranten vanuit één
centraal punt geredigeerd worden,
waar niemand vrijuit durft te spreken
en wantrouwen haerscht tusschen fa
milieleden en eertijds goede vrienden,
waar ten slotte de oorlog wordt ver-
verheerlijkt.
Want zooals Mussolini zegt „Aan
oorlog ontleent een volk een stimu
lans tot groote daden."
In Nederland heeft men eerst ge
dacht dat het hier zoo'n vaart niet
zou loopen met de nieuwe politieke
stroomingen, die na den oorlog ont
stonden. Men vergat echter, dat men
in een tijd van groote verarming en
inflatie licht afdwaalt van de grond
slagen van democratie, vooral als het
begrip van de innerlijke waarde daar
van niet diep genoeg geworteld is.
Toen echter bij de laatste verkiezingen
8% van ons volk de zijde der dic
tatuur koos, begon men zich te be
zinnen over de gevolgen, die een
verdere verbreiding dezer ideëen kon
hebben in ons door de» eeuwen heen
zoo vrijheidslievende land. Al in 800
waren het de Friezen, die weigerden
voor Keizer Karei den Grooten te
knielen, omdat zij knielen wilden al
leen voor God. Deze vrijheidszin der
Nederlanders deed hen onder Willem
van Oranje strijden tegen Spanje.
Onder leiding der Oranjes is ons volk
langzamerhand rijp geworden voor
een vrije regeeringsvorrn, die in de
staatsregeling van 1798 is vastgelegd
en na een kleine onderbreking onder
Napoleon later opnieuw bezegeld en
versterkt werd. Als de nationaal so
cialisten de macht zouden krijgen, zou
zooals zij in een harer brochures
zeggen, geen enkele liberale of soci
alistische vereeniging geduld worden.
Krachtens haar beginselen duldt
de Democratie hün organisatie wel,
maar wij zouden geen goede Neder
landers zijn, als wij niet een dam op
wierpen tegen hen, die willen aan
tasten wat sedert eeuwen onder ons
volk heeft geleefd. Spreker eindigde
met de woorden van den grooten
staatsman Masaryk, „Verloren is het
volk, dat vergeet de beginselen waar
uit het geboren is"
Met een eeresaluut aan de figuur
van den overleden koning George V
van Engeland, die zooveel heeft be-
teekend voor de idee der Democra
tie begon Dr. H. Faber uit Velsen
zijn voordracht over „Eenheid door
Democratie". Spreker herinnerde aan
het boek van Prof. Huizinga „In de
schaduwen van morgen" dat een waar
schuwing is voor alle menschen die
van goede wille zijn, om op te bou
wen en te verdedigen de hoogste
idealen, die ons bezielen. Daarvoor
is in dezen tijd noodig: ten eerste
Blokvorming: slechts aantal kan ipien
die niet weten wat zy willen en juist
het grootste gevaar vormen. Het twee
de noodige is propaganda: voorlich
ting in blad en brochure, want hoe
veel menschen zijn er, die niet weten
wat begrippen als democratie of dic
tatuur eigenlijk inhouden. Maar ook
propaganda door getuigenis van het
geloof in de onvergankelijke waarden
van democratie.
Spreker behandelde vervolgens nog
eenige algemeene beginselen der be
weging. Deze moeten zijn in de eer
ste plaats waardig: het systeem, dat
een geest van geweld, haat, verwil
dering en militairisme kweekt, willen
wij uit den grond van ons hart be
strijden, maar er blijft een open deur
voor de menschen, die in hun dwa
ling deze gedachten aanhangen.
Onze beweging is niet negatief,
maar defensief; conservatief is zij al
leen in zooverre zij het oude, beproef
de niet wil prijs geven. Zy zal echter
steeds openstaan voor goede nieuwe
ideëen, vanwaar zy ook komen. Al
is onze beweging een strooming bo
ven de politieke partijen uit, en al
zal zij nooit candidaten stellen voor
de vertegenwoordigende lichamen,
zij is niet onverschillig voor de po
litiek. Ieder Nederlander draagt ver
antwoordelijkheid; de besten moeten
de regeeringsplaatsen bezetten.
De beweging bestrijdt het verwek
ken van haat tusschen klassen, par
tijen, en rassen en onder erkenning
van het recht van een zakelijke cri-
tiek zal zij zich verzetten tegen de
loyale aanvallen op overheidsperso
nen.
Waar het blijken mocht, dat er
misstanden zijn in de democratie, zal
de beweging haar moreelen steun
geven om deze te verbeteren.
Ook zal zij den volkenbond steunen.
Zij komt niet aan met nieuwe eco
nomische stelsels, maar wil met alle
kracht meewerken aan de versterking
der eenheid van ons volk.
Nadat de voorzitter den sprekers
bedankt had voor hunne boeiende
voordrachten, werd deze goed bezoch
te vergadering gesloten.
Gevestigd sedert 1 920
Onder voorzitterschap van Mr.
Vorstman vergaderde de Vereeniging
„Geloof en Wetenschap" eenige weken
geleden in de Schouwburg Jansweg te
Haarlem.
Als spreker trad opHiet le Kamer
lid prof. Steger uit Heemstede met het
onderwerp: Het wezen en de ontwik
keling der Vrijmetselaren en haar in
vloed op het wereldgebeuren.
Door vriendelijke introductie van
Mevr. Vorstman-Coelen mochten wij
deze lezing bijwonen. Vandaar dit
verslag. De vereeniging Geloof en We
tenschap is destijds naar wij meenen,
op instingatie van wijlen den r.k. Mi
nister van Justitie Mr. Neelissen op
gericht om de belangstelling in en de
beoefening der wetenschappen onder
zijne geloofsgenooten te bevorderen,
ïffrihekend 2e Kamerlid
maar ook om cenigeDiar/t Minis-
uu.wwi te 7v vïxoviivu Wwriic t^j.»,
zoodat hij tot zijn spijt een tekort had
aan ontwikkelde geloofsgenooten om
de voor hen onder zijn Ministerschap
beschikbare rechterlijke ambten mee
te bezetten.
De Vereeniging heeft zich zeer uit
gebreid. Men vindt sedert hare op
richting ook in verschillende openbare
bibliotheeken tal van belangrijke pu
blicatie's vooral op taalkundig, juri
disch en ethisch gebied, die aantoonen,
dat onze r.k. landgenooten de beoefe
ning der wetenschap op veel ruimer
schaal dan vroeger zijn ter hand gaan
nemen.
Wij beëindigen deze inleiding met
de opmerking, dat op kunstgebied
(muziek, tooneel, letterkunde en
woordkunst) onze r.k. landgenooten
een vooraanstaande plaats innemen.
Mr. Vorstman leidde den spreker in.
Hij noemde de Vrijmetselarij van zoo
groote draagwijdte en diepte, dat zij
als denkwijze het wereldgebeuren be
ïnvloedt.
Belangrijk is het dus om (ons) r.k.
onze houding daartegenover te bepa
len. Daar het onderwerp nog al om
hangen is met mysterie, gaf hij vol
gaarne het woord aan den spr. die
daarvan studie had gemaakt, opdat uit
de uiteenzetting der feiten in verband
daarmede een conclusie zou kunnen
worden gemaakt.
De syllabus door den spr. ter be
schikking gesteld ter inleiding luidde
als volgt
De Orde der Vrijmetselaren is een
vereeniging van mannen die, door
middel van zinnebeeldige, grooten-
deels aan het metselen en het bouwen
ontleende vormen, onder het motto
van humaniteit en godsdienstige ver
draagzaamheid, aan de veredeling van
den persoon zoekt te werken, en als
laaste doel naar een algemeene we
reldorganisatie streeft. Zij wil een
levenskunst zijn, waardoor ieder lid
tot een harmonische persoonlijkheid
uitgroeit, en zoo komen tot een boven
elk onderscheid van stand, godsdienst
en volk uitgaande bond der mensch-
heid.
Dit is het ideaal. In werkelijkheid
bestaat er noch een georganiseerde
eenheid noch een universeele leiding.
Integendeel, tusschen de loges van
verschillende landen, ja, dikwijls tus
schen die van eenzelfde land, bestaan
min of meer diepgaande verschillen.