ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
i
VEREENIGING VOOR JEUGDWERK
29e JAARGANG
27 MAART 1936
OPLAAG 5000 EXEMPL. No. 44
TER VOORTZETTING VAN
VOOR BLOEMENDAAL - OVERVEEN - AERDENHOUT - BENTVELD - ZANDVOORT - VOGELENZANG - HEEMSTEDE - HAARLEM EN SANTPOORT-STATION
Bureau voor Redactie en Administratie: BLOEMEND.WEG 42, Bloemendaal
POSTREKENING 191387 - TELEF. 23453 (9-6 UUR) B.G.G. 14864, 22177 OF 11512
Bureau voor AdvertentiënHANDELSDRUKKERIJ F. M. VAN DEUR SEN
ROZENNOBELSTR. 18 TELEF. 507 ZANDVOORT - Postgiro 129568
Brokjes levenswijsheid
WAT IS „HET LEVEN"?
BLOEMENDAAL
Afdeeling Jeugdtuinen
Medea
Amsterdamsche Tooneelvereen.
Bloemendaalsche Raad
Ontsiering van het
Landschap
Vergadering van het
Nationale Nieuw-Guinea Vereen."
BLOEMEnDIHLSCH
ADVERTENTIETARIEF:
Per regel15 cent
Contract speciaal tarief
Kruidnoten 4 regels 35 cent
Elke regel meer 10 cent
ABONNEMENT:
f 1.— per half jaar bij vooruitbetaling
Losse nummers5 cent
(Nadruk verboden).
„Men moet het leven gekend heb
ben!" „Iemand, die buiten het leven
staat, kan zulke dingen niet begrij
pen!" Hij is iemand die tenminste ge
leefd heeft!" Dergelijke uitdrukkin
gen hebben betrekking op een eigen
aardige opvatting omtrent het begrip
„leven", welke in allerlei kringen bur
gerrecht heeft verkregen,
„Het leven", hiermee bedoelt men
dan het ongeregeld en bandeloos be
staan van den bohémien. Iemand, die
„leeft", maakt van den dag nacnt en
van den nacht dag; hij bekommert
zich niet om wekkers, sirenen of
schoolbellen. Maar ook gelden voor
hem de voorschriften niet van het
gezin; hij eet en drinkt waar en wan
neer en met wie hij wil. Het eten is
voor hem van minder belapg dan het
drinken. Zonder een dagelijksch rant
soen sterken drank in verschillenden
vorm leert men het leven niet ken
nen. De diepste doorproevers van het
leven hebben aan den alcohol niet
voldoende; verdoovende middelen
schenken te dieper levenskennis naar
mate zij giftiger zijn.
Voorts behoort tot „het leven" een
groote verscheidenheid van sexueele
ervaring zoowel in de natuurlijke als
de tegennatuurlijke schakeeringen.
Een zwierige losheid ten opzichte van
het geld, waarvoor anderen goed ge
noeg zijn, die het een eer mogen re
kenen door hopelooze leeningen al
thans van terzijde in „het leven" te
worden betrokken; een woordenrijke
diepzinnigheid ten opzichte van de
levensproblemen; een zwaarmoedig
cynisme en een supreme minachting
voor den burgerman mitsgaders zijn
zedelijke en maatschappelijke normen
bekronen dit „leven", waartoe men
slechts door een soort averechtschen
adelstand behoort.
Zoo sterk is de suggestie, waardoor
de argelooze kleinburger zich laat
overbluffen, dat het de moeite loont,
dit „levens"begrip eens nuchter te
gaan ontleden. Is dit „leven" tusschen
aanhalingsteekens werkelijk het le
ven, dat men moet kennen om eerst
in den vollen zin mensch te zijn?
Het is er slechts één enkele facet
van. Dat op dezen éénen kant, dien
men den zelfkant zou kunnen noe
men, zulk een onevenredigen nadruk
valt, is te verklaren vut een leemte,
welke de meeste niet als bohémien
levende burgers inderdaad gevoelen.
De burgerlijke beschaving heeft on
danks de noodzakelijkheid van haar
bestaan en haar opbouwende en be
houdende strekking de oorspronke
lijke driften te sterk beknot. Deze
vinden slechts zeer onvoldoende be
vrediging in de banale uitbarstingen
van bruiloftspret en carnavalsdwaas
heid. Ook de verbeelding, waarmee
de onbevredigde werkelijkheid zich
voedt bij het lezen van schurkenro-
mans of het aanschouwen van prik
kelende films, kan de leemte niet
vullen. De door de zeden en gewoon
ten van het fatsoen getemde beschaaf
de hunkert naar avonturen en het
gemak, waarmee oorlog en revolutie
het vernis der beschaving doorbre
ken, getuigt van de behoefte naar de
wildemansroes.
Dit uitvieren van de primitieve in
stincten is inderdaad een stuk leven,
waarvan men het bestaan en de be-
teekenis niet kan loochenen. Wie
nooit in een roes heeft verkeerd, kent
het leven niet. Althans niet geheel.
Een segment uit het groote cirkelvlak
van het bestaan is door hem oninge
vuld gelaten.
Maar hoeveel andere segmenten
zijn er, die even onafscheidelijk en
even wezenlijk tot het leven behoo-
ren. Voor wie deze segmenten onbe
kend gebied blijven, is de levensken
nis wel uiterst eenzijdig en uiterst be
nepen. Gezwegen nog van de veelvul
dige gevallen, waarin dit dusgenaam
de bohémienleven niet meer is dan
nabootsing, pose, aanstellerij, een
vlak en uiterlijk, onbezield spelen
van een rol, welker bloedig, ernstig,
noodlottig karakter men zich zelfs
niet voorstellen kan. Met dit stomp
zinnig gesol, waarmee machteloozen
de levensmachten bespotten, „het le
ven" te noemen maakt men zich
schuldig aan woordmisbruik.
Wie het leven wil leeren kennen,
krijgt te maken met een onuitputte
lijke veelzijdigheid. „Wie nooit zijn
brood met tranen at, wie nooit de
kommervolle nachten stil weenend
op zijn leger zat, die kent u niet, he-
melsche machten", zingt Goethe's
harpenaar. Een jonge vrouw, die vrij
frivool had geleefd, wordt doodelijk
ziek en moet weken en maanden in
de eenzaamheid van een ziekenhuis
de afgronden van het bestaan door
peilen. Als zij straks genezen in de
maatschappij terugkeert, is zij een
veranderd wezen geworden: zij heeft
het leven leeren kennen.
En kent de landman het leven niet,
die in zijn afgeslotenheid met de na
tuur de geheimen der aarde deelt? Of
de zeeman die met golven en sterren
omgaat als met 'n vertrouwd vriend?
De moeder, die in haar eenvoudig
heid de heerlijkheid van het leven
doorgrondt in den blik uit kinder-
oogen; de huisvader, gedrukt onder
den last der plicht voor de zijnen,
'wiens trots het is het gezin naar ver
mogen te onderhouden; de arts bij de
ziekbedden, de vroedvrouw die de
worsteling van het komende leven
mee doorlijdt, de priester in wiens
ooren zielsnooden worden gefluisterd,
kennen zij allen ook zonder drank
of nachtbraken niet een wel zeer be
langrijk deel van het leven?
En is ook de wijsheid niet, zooals
zij in de cel van bespiegelende naturen
wordt overdacht, en de wetenschap,
zooals zij door vorschers geduldig
wordt onderzocht, en de techniek en
de industrie en de handel, is het niet
alles „leven", dat dezen eerbiedwaar-
digen naam op zijn minst evengoed
verdient als de sexueele vrijbuiterij en
de maatschappelijke ongebondenheid,
welke het monopolie van deze aandui
ding opeischen?
H. G. CANNEGIETER.
Inschrijving voor de Jeugdtuinen dagelijks aan het Jeugdhuis,
Donkerelaan, Bloemendaal, voor kinderen boven 10 jaar. Contributie
10 ets. per week. De tuin is geopend 's Woensdags en Zaterdagsmiddags.
Filmvoorstelling van de Centrale Vereeniging voor Schoolwerk-
tuinen op WOENSDAG 8 APRIL, des avonds om half acht in het Jeugd
huis. Spreker de Heer W. B. N00TEB00M, Secr. der Centr. Vereeniging
te Amsterdam. Toegang vrij voor Ouders en Kinderen.
HET BESTUUR.
(regie A. Defresne)
Na Electra van Sophokles, deze
„Medea" van Euripides, beiden met
.jn de hoofdrol: Charlotte Kohier, die
ookweer blijkens de laatste creaties
zonder overdrijving -één der
grootste actrices vanEuropa kan
worden genoemd.
Het is een groote verzoeking de
verhouding te stellen tusschen So
phokles en Euripides, maar ik heb die
elders reeds gedaan (in het nieuwe
blad „Prima", waarvan Paul Brom
berg de hoofdredacteur is) en de
plaatsruimte in „Het Bloemendaalsch
Weekblad", zou een uiteraard niet
zoo'n heel beknopt verslag niet mo
gelijk maken. Euripides „Medea"
staat meer in dezen tijd dan de wer
ken van Sophokles, die meer in het
bijzonder onder het teeken der „moi-
ra" (het fatum, het onafwendbare
noodlot) staat, terwijl Euripides „Me
dea" is wat men zou kunnen noe
men: eene naturalistisch-psychologi-
sche tragedie. Het is een stuk van
hartstochten, vergroote hartstochten:
de strijd tusschen de hoogste Liefde
en den diepsten Haat, waarbij dit
laatste effect de overhand behoudt,
want Medea de grocte liefde had voor
Jasoa werd t dooi"'1 ukiieïl m haar vrou
wenwaardigheid ten diepste gekrenkt,
daar hij haar verstoot en de dochter
van Koning Kreon boven haar ver
kiest. Medea laat door hare kinderen
die nieuwe bruid een sluier aanbieden,
welke vergiftigd is, zoodat zij onder
de diepste smarten bezwijkt en daar
Medea bang is dat hare kinderen on
der de hand harer vijanden zullen val
len en bovenal, daar zij Jason in zijne
vaderliefde wil treffen, doodt zij hare
eigen kinderen, hoe lief zij deze ook
heeft, eigenhandig. Hoe schitterend
heeft Charlotte Kohier deze rol, dezen
strijd van conflicten uitgebeeld! Hoe
prachtig zenuwspel, hoe doorleefd tot
letterlijk in de vingerspitsen toe! Eene
creatie, die onvergetelijk blijven zal en
waarvoor wij Charlotte Kohier dan
ken en zegenen. Dat was te midden
van de vele narigheid, die wij in zoo'n
winterseizoen zien nu eens een ver
kwikking. Wij moeten nu Defresne
loven voor de prachtige stijlvolle re
gie. De koren waren prachtig opge
steld op trappen-stellages, die zij
in verband met de handeling, waarbij
zij in dit stuk een werkzaam aandeel
hebben op of afklommen. Mooi
werd dit koor gezegd door de aan
voersters en woordvoersters Willy
Haak en Nell Knoop. Ben Rooyaards
creatie van Jason leek mij iets minder
gelukkig: M.i. zette hij deze rol een
beetje te veel aan. Hij zag er wel
heel gemeen uit en gaf wat te veel
geluid-volume en wie denken mocht,
dat een acteur dan beter verstaanbaar
is, vergist zich sterk. Er valt overigens
ook in Ben Rooyaards, wiens plas
tiek prachtig was nog heel wat te
prijzen in deze voorstelling, die een
gebeurtenis is in de geschiedenis van
ons vaderlandsche tooneel,
lijgyf] [EDMOND VISSER.
Op 19 Maart vergaderde de vroede
vaderen.
De Raad zal een bedrag toestaan
voor het aanschaffen van een paar
honderd exemplaren van het boek
genaamd „Les Pays Bas" (De Neder
landen oftewel de lage landen aan
de zee) geschreven door Dr. S. Elzinga,
dat op de eerste bladzijde een afbeel
ding zal bevatten van het Huis (ou-
derwetsch woord voor Kasteel) te
Vogelenzang.
De aardige bedoeling van het Ge
meentebestuur is dit werkje in 1937
uit te reiken aan padvinders, die deel
nemen aan de Jamboree alhier. De
N.V. Uitgevers Mij. Tjeenk Willink
laat 25.000 ex. drukken, waarvan
reeds 5000 zijn geplaatst. Het ver
schijnt in verschillende talen en de
strekking volgt uit het opschrift: Pro
Patria, d.w.z. ter wille van het vader
land. Dr. de Vletter kan er meer
van vertellen.
Op het voorstel van den Heer Mi'.
A. J. Enschedé om over te gaan tot
districtsvorming van de schoolartsen
diensten, waarbij Bloemendaal met
Zandvoort, Heemskerk en het ver
groote Beverwijk één district zouden
kunnen vormen gaat de Raad voor
hands nog niet in.
De districten zouden moeten pas
sen in de organisatie der tuberculose
bestrijding. Dat hier een terrein ligt
voor de Gemeentebesturen spreekt
vanzelf, doch in de toekomst.
Het Binnenpad is als zoodanig ver
dwenen. Met bekwamen spoed heeft
de dienst van Publieke Werken dit
pad tot voetpad gemaakt van den
ook reeds aangelegden nieuwen rij
weg achter het Raadhuis om van de
Julianalaan tot Willemshoeve. De
Raad heeft thans maatregelen geno
men. dat aan de Julianalaan piet .m^g
wordeii gebouwd, zonder inachtneming
van den gebruikelijken afstand van
10 M. van af den nieuwen weg.
Aan de H.H. Witkop en Paap is
wederom 250 M. strand verpacht, als
vroeger, pachtsom f 1150.
Een 7 e suppletoire begrooting over
1935 van bijna 2 millioen gulden in
ontvangsten en uitgaven op de kapi-
taalsdienst en van inkomsten en uit
gaven op den gewonen dienst resp.
tot ruim f 23000.resp. f 29000.
wordt aangenomen, De cijfers zijn
alleen voor ingewijden van belang.
Voor 1936 wordt de post van f 50.000.-
op 19 December j. 1. door den Raad
verleend crediet voor den aanleg van
wegen en bouwterreinen achter het
Raadhuis, in het raam der reeds vast
gestelde begrooting 1936 bij supple
toire begrooting ingepast.
Den heer II. H. Hoekstra, hoofd
der Julianaschool werd met dank
voor zijne langdurige en belangrijke
diensten aan de Gemeente ten be
hoeve van het openbaar onderwijs,
ontslag verleend. Na 1 Juli a.s. zou
zijn jaarwedde niet meer door het
Rijk aan de Gemeente vergoed.
In 1930 leende de Gemeente f 458000
van de Postcheque en Girodienst. De
Gemeente kan het restant ad f 242000
41/2% omzetten in een leening van
4% bij verzekeringsmaatschappijen.
Daartoe wordt besloten.
Tenslotte kwam de zaak der Jam
boree 1937 uiteindelijk ter sprake.
Jhr. Barnaart, de eigenaar van ver
schillende wegen, dje in den zomer
van 1937 3 weken zullen worden
gesloten, wil geen last hebben van
het stuk rijden dier wegen. Het on
derhoud en herstel der wegen komt
nu voor rekening der Stichting
„Jamboree 1937", deze vrijwaart ook
de Gemeente Bloemendaal voor mo
gelijke aanspraken van derden, welke
liet gevolg zouden kunnen zijn van
de medewerking, die de Gemeente
aan de Jamboree 1937 verleend.
De vergadering heeft slechts een
half uur geduurd. De heer Quarles
van Ufford heeft aan de erven van
der Vliet hulde gebracht voor het
aanleggen van het fietspad langs de
Elswoutslaan.
Er was verder geen discussie.
T.
Wij ontleenen aan de „Telegraaf":
„Twee problemen doen zich voor bij
het vraagstuk van den weg in het
landschap: het aesthetische element
en het verkeerselement. Tempora mu-
tantur et nos in illis: de tijden ver
anderen en wij met hen".
Dit was de hoofdgedachte van de
voordracht, welke mr. F. J. van
Lanschot, burgemeester van Den
Bosch, te Utrecht heeft gehouden voor
de leden van de Vereeniging van Ne-
derlandsche Gemeenten. Mr. van Lan
schot vroeg ditmaal de aandacht van
burgemeesters, gemeentesecretarissen,
ingenieurs en ambtenaren voor: den
weg in het landschap en vooral voor
een zich bij het landschap aanpassen
de beplanting. Spr. bracht als voor
zitter van de commissie „W.I.L." (De
weg in het landschap) de groote be-
teekenis naar voren, welke de weg in
het Nederlandsche landschap heeft,
rekening houdend met de eischen,
welke het snelverkeer aan onze wegen
is gaan stellen. Vroeger zoo zeide
mr. Van Lanschot in de tweede
helft van de 19e eeuw, vergat men, dat
er nog een bouwkunst wasthans ver
geet men, dat er nog een landschap is!
De ..W.I.L."-commissie wil trachten
het Nederlandsche landschap te doen
behouden bij den aanleg van groote
verkeerswegen en bij wijziging van de
bestaande wegen.
Spr. wees op het ontsieren van het
open landschap door een kanaal: de
rivier beweegt zich statig voort als een
door de natuur begaafd kunstenaar,
het kanaal daarentegen heeft de ver
velende allures van een incultureel
wezen!
Ook de spoorwegen brengen in het
landschap vaak veel dat ontsiert: af
schuwelijke baanwachtershuisjes, on
ooglijke stationnetjes en loodsen.
Waarom zoo'n baanwachtershuisje of
loods niet eens aangepast aan het
landschap?
Hulde bracht burgemeester Van
Lanschot aan de etsers, de graveurs en
teekenaars, die de schoonheid van het
landschap hebben gepopulariseerd.
Wat heeft zoo riep spr. uit de
electricificatie met haar leelijke mas
ten en transformatorenhuisjes van de
schoonheid van het landschap wegge
vreten! Wat heeft de lintbebouwing
niet op haar rekening! Door deze be
bouwing van allerlei soort „villaaties"
langs den weg mist men eiken doorkijk
en elk vergezicht op het landschap.
En dat noemt men dan „buiten wo-
"I
nen
Na de voordracht, welke mr. Van
Lanschot met zijn bekenden humor
had gekruid, liet de burgemeester in
een serie lantaarnplaatjes zien op
welke wijze het wèl en niet moet met
de beplanting langs de wegen.
In het Restaurant „Bolwerk" te
Haarlem, hield bovengenoemde Ver
eeniging onlangs een propagandaver-
gadering.
De bijeenkomst werd geopend, door
een Hoofd-Bestuurslid van de Nat. N.
G. Ver., den Heer J. Steenbeek, Secr.
Raad van Bestuur van de K.N.I.L.M.
Met enkele woorden lichtte spreker
het doel en het streven van de Ver
eeniging toe. Thans was het zaak om
meerdere belangstelling te wekken,
door eene actieve propaganda te voe
ren, teneinde een druk op de Regee
ring te kunnen uitoefenen, om tot emi
gratie naar Nieuw-Guinea over te