GRIEP, Sport en Spel. De Stralenbundel. meedoogenloos gevolg van kwakkelwinters. Tooneel. HAARLEMSCHE Coöperatieve Diner-vereen. Prospectus op aanvrage Ontvangstcijfers dor Nederlandsche Spoorwegen. De Vischomzet in 1936. 3 auto's haasé vCk&cx! Uit een stormachtigen, donkeren nacht vol wolken, werd gisteren als een groot wonder een stralende morgen met een bruidszon geboren. Eén moment uit deze sombere week stond plotse ling in het felle licht, ons aller Bruid reed voorbij, en werd voor God tot Vrouw, en de duisternis viel weer in, de storm woedde voort. Rondom ons in Europa is het ook duister en Stormachtig, maar één plekje vormt nog steeds een wonderlijk lichten cirkel in verhouding tot zijn omgeving: en tot onze verbazing en vreugde, een vreugde die niet wortelt in eigengerechtigde trots, maar in ootmoedige dankbaarheid, zien wij dat dat plekje Nederland is, Nederland, op welks ,,dierb'ren grond" wij nog altijd zooal niet „vrij tn blij", dan toch oneindig veel vrijer en blijer iian elders mogen leven. Hoe komt dat zoo? Hebben wij het in beschaving en plichtsbesef zooveel verder gebracht dan andere volken? Zijn wij zooveel wijzer, beter en ruimer? É'ij zouden dit wel graag gelooven, maar het ons ten slotte niet aan of wij al dezen zegen ns aan „verdiend" hebben; met Christus' tstaf gemeten is dit niet erg waarschijnlijk, lever willen wij met den eersten Oranje ver trouwen dat God ons land op deze wijze wil ge- 'jruiken „als een goed instrument", en de bevesti gingstekst van Prins Bernhard erkennen als een oproep ook tot ons geheele bevoorrechte volk: „Wien veel gegeven is, van dien zal veel worden geëincht". Ook in de Jacobskerk zelf drong die wonderlijke stralenbundel door, hij viel door de hooge kerk ramen naar binnen en stroomde uit over onze toekomstige Koningin, die „in het midden baars volks" knielde naast den man die dezen tekst heeft mee te dragen en waar te maken in zijn leven. Het viel neer als op Simeon in den tempel als hij het Beloofde aanschouwt, de achtergrond is in duister gehuld, en velen gaan in dat duister schuil, tot in een vervagend verschiet. Dat. zal een deel van Juliana's kruis zijn, dat zij niet iillen die zij wel zou willen ook in dien lichtkring kan trekken; want het leed van zijn volk is het kruis van eiken waren Oranje geweest, omdat het het kruis is van eiken waren koning. Het „Oorlof mijn arme schapen die zijt in grooten nood", klinkt onmiskenbaar ook door haar leven heen. Daarom houden wij van baar, van haar menschelijke warmte, van haar deel-nemenden blik, van haar „edel hert Sat bloedt" als dat van Willem den V';-, Zwijger, wanneer zij het lijden van haar volk ziet. Maar hoog boven Simeon in het licht, en boven de menschen in de duisternis, en zélfs boven het Kerstkind dat in deze bruidsdagen geboren werd, uit, rijzen de zuilen van Gods tempel, vast en onwankelbaar, en zij worden door Zijn licht be schenen, ook daar waar zij rusten in de donkere mensehenmenigte, die schijnbaar tevergeefs wacht op een glimp van het hemelsehe licht. Die zuilen, in diepste wezen gefundeerd op het Kind aan hun voet, zij zijn, als de regenboog, de ver binding tusschen hemel en aarde, van hen moet het heil komen en z&l het eenmaal komen, ook voor de menigte in het duister, die nu nog als Simeon wacht op „de vertroosting van Israël". Zij zijn de vertroosting, ons schild ende be trouwen, ook nu kunnen zij dat al zijn wanneer allen, die in het licht staan, dat licht willen uit stralen en wanneer allen, die in het donker zijn, dat licht willen ontvangen. I.aten wij dit als laatste huwelijksgeschenk aan onze Prinses trachten te geven, als de hoogste hulde, die een volk zijn koning geven kan. Laat dat, „hierop ons antwoord" zijn, op al dezen zegen voor ons land. Het Prinselijk Echtpaar onttrekt zich nu voor een poos aan ons oog en wij willen hen met onze allerbeste wenschen laten trekken en het scherm laten vallen. Wat nu komt, is voorloopig voor en van henzelf alleen. Wij willen hen niet volgen op deze reis, de ouverture van dit nieuwe leven is niet voor ons bestemd, zij moeten deze melo dieën zelf vormen en hun instrumenten zelf op elkaar afstemmen; wij moeten niet onbescheiden deze eerste maten willen afluisteren. Later, als het onze tijd is, zullen we misschien mogen luisteren naar het volle samenspel, en zelfs mee mogen zingen in het koor. Maar dit is niet voor ons, er is een vreugde die niet meegedeeld kan worden, omdat die te pril en subtiel en innig is om zelfs maar aan elkaar te toonen. Die vreugde, waar niemand van weet dan God alleen, die willen wij Juliana laten. Zij is weggegaan, uit ons land, uit de bruilofts- zon, uit den lichtschijn van Simeon, maar zij laat ons achter in het besef, dat zij iets in haar hart meedraagt van dien lichtschijn zelf en dat zij eenmaal terug zal komen met hetzelfde ant woord, wat wij haar als laatste huwelijksgeschenk wilden trachten te geven: „Zoo laat nu. Heer, Uw dienstknecht gaan in vrede" -niet tot den dood, zooals Simeon, maar tot de taak, „want mijn oogen hebben Uw heerlijkheid gezien." o Ongnre mrstdagen, afgewisseld door hagel of regen, kenmerken den tijd van het oogenblik. liet noodlottige gevolg van de onbestendigheden van het weer is niet uitgebleven: alom komen gevallen van griep voor. Dat de geschiedenis sedert lang griep-perioden kende, is uit eeuwen oude archieven gebleken. Griep en verkoudheid in min of meer ernstigen mate zijn in ons land geen onbekende. Wij zijn er bij de voortdurende wisselingen van ons onbe stendige klimaat al aan gewend regelmatig griep- patiënten in onze directe omgeving te zien; ver koudheden vinden wij zelfs heel normaal en de meesten onzer maken steevast een langere of kortere verkoudheidsperiode mee. In deze dagen echter, nu wij dagelijks de meest grillige weersveranderingen meemaken, nu een dag van vorst gevolgd wordt door een regendag hagel en sneeuw afwisselen met mist en wij ons eigenlijk door geen afdoende kleeding wapenen kunnen tegen de invloeden van deze steeds wisselende weersgesteldheden, heeft de griep een meedoogenlooze verspreiding vertoond en grijpt overal om zich heen, in bijkans elk gezin slacht offers makend. Wie geneigd zou zijn te denken dat griep-cpide- mieën een verschijnsel vormen van den modernen tijd, vergist zich; onze voorvaderen hadden er voortdurend mee te kampen, waarbij zij dan nog veelal de moderne ontsmettings- en anti-griep- middelen die wij kennen, moesten ontberen. En al was de latere naam: „influenza" nog niet itgevonden, de griep zelf is ouder dan de man 'le deze naam voor het eerst gebruikte. In het lijzonder in de kwakkelwinters, die men vroeger e'tsn veelvuldig kende als wij tegenwoordig, uitstonden ware griep-epidemieën. Een oude Frfcsche kroniek van 1239 vertelt ons van een Decembermaand, waarin het weer regenachtig was en zacht en waarin de Seine in een dikke mist werd gehuld. De geheele bevolking van Parijs liep Mestend en niezend door de stad en de genees- heereiè kenden een abnormale drukte en konden het net af. Met groote neuwkeurigheid heeft Parijs haar griep-periodes geboekstaafd en zij zijn buitengewoon talrijk. De bekende griffier van het Gerechtshof, Nico- laas de Baye, maakt in zijn rapporten van 1404 en 1414 melding van een groot aantal griepge vallen onder de wetgevers van het land. In 1404 werden alle advocaten en rechters min of meer ernstig verkouden en tijdens de rechtzittingen en pleidooien w;erd er zoo verschrikkelijk gehoest, dat de griffier ternauwernood in staat was al het gesprokene nauwkeurig te volgen en op te teekenen. Tien jaar later ontstond opnieuw een allerhevigste griep-epidemie. Op Maandag den 5en Maart kon er niet gepleit worden, aldus De Baye. „Zelf heb ik dezen nacht niet kunnen slapen", voegt hij er aan toe, „ik werd gekweld door hevige ïoofdpijn, pjjn in mijn beenen, schouders en eupen". Drie weken lang duurde de griepplaag litmaal. In 1427 werd Parijs nogmaals overstroomd ioor een griep-golf. In 1510 gebeurde het dat men afzag van het togen der missen, omdat het geheele koor neus- en keelaandoeningen haC: Het ergste was dat het intusschen nog niemand gelukt was de ziekte te bestrijden. Weliswaar werden schuchtere pogingen gedaan met kamfer en andere medicamenten om de aanvallen af te slaan en er weerstand tegen te bieden, maar het had weinig of geen resultaat. In November 1676 schreef een vreemdeling, die door de Eransche hoofdstad trok: „Op 7 Maart werden wij overvallen door een lichte koorts, "dieif, een gevolg was van een soort verkoudheid, die hier heerscht. In veertien dagen hebben de apothekers hun voorraden siroop, kandijsuiker en drop van een geheel jaar, verbruikt". De ongesteldheid verspreid de zich zoo algemeen, dat men van een modekwaal sprak. Eerst in 1776, dus honderd jaar later, komt het woord „griep" voor. In dat jaar heerschte de ziekte met groote hevigheid, de winter was niet streng, maar buitengewoon nat. In Frankrijk ontstond de naam „griep", die aan duidt dat de ziekte iemand plotseling aangrijpt, overrompelt als liet ware. Afdoende middelen vond men er niet tegen: de voornaamste bestrijder was het weer, n.l. de droge koude. Zoodra het begon te vriezen,verdween de griep allengs en nieuwe ge vallen kwamen niet voor. Toch konden in de 18e eeuw de spotters niet nalaten de humor van het geval te zien en een satyriek tooneelstuk „De Griep" werd overal ver toond en ondervond overal de grootste belangstel ling. Tegen het einde van de 19e eeuw, nadat het woord „influenza" in zwang was gekomen, be stond er zelfs een bekend spotliedje: „Tout le monde l'a, tout le monde l'a, l'influenza", dat overal werd gezongen. In den winter van 1889 en 1917 heeft de griep ernstig in ons land huisgehouden. Met onrust barende snelheid werd stad na stad aangetast; duizenden werden op bet ziekbed geworpen en de doktoren stonden doorgaans machteloos. Ditmaal openbaarde de griep zich als een ernstige infectie ziekte met allerlei bijziekten en het hing voorna melijk van het gesternte van den patiënt af, in hoeverre hij de ziekte te boven kwam. Spoedig werd de verwekker van de influenza microscopisch ontdekt als een kleine staafvormige bacil, die bijzonder besmettelijk was. Waar kinderen en jeugdige personen meer de algemeene ziektever schijnselen vertoonen bij influenza, tast de ziekte bij ouderen meestal een der organen aan, heel vaak de longen. Bijna altijd openbaart de griep zich enkele dagen van te voren door een algemeen „onlekker voelen", een groote loomheid in de beenen en het verdwijnen van de eetlust. Twee of drie dagen later stijgt de temperatuur, meestal tot 40 gr. er ontstaat door gaans pijn bij de oogen, in de ledematen en vooral in de spieren. Daarbij komen dan nog de bekende verkoudheidsverscliijnselen, hoest en slijmvlies ontsteking. Afdoende en algemeene middelen tegen de griep kan men zonder meer niet noemen, ieder geval is individueel en zoodra de eerste verschijn selen zich openbaren, doet men het beste zich niet meer aan de invloeden van het weer bloot te stellen en onder de wol te gaan. Gebeurt dit tijdig dan is de ziekte meestal na enkele dagen voorbij en moet de patiënt bij het weer naar buiten begeven natuurlijk dubbel voorzichtig zijn en zich zoo afdoend moge lijk beschermen. Griep is een lastige ziekte, die hoofdzakelijk in overgangstijdperken en in het bijzonder van herfst naar winter voorkomt het echte kwakkel- weer is de voornaamste veroorzaker van deze ziekte en het is daarom alleen al dat een dróge vries-koude heel wat meer te waardeeren valt dan het z.g.n. zachtere weer dat zooveel erger ge volgen met zich kan meebrengen, iets dat wij in ons land regelmatig ondervinden. B.V.C. „Bloemendaal". H.R.CBloemendaal. Deze wedstrijd, die door verschillende omstan digheden door de Witten met twee invallers ge speeld moest worden, heeft niet het zoo hoog noodige resultaat mogen brengen. Zooals bij alle door Bloemendaal gespeelde wedstrijden, waren zij voor de rust het meest in den aanval. Met zon en wind in den rug, werd het meest op de Helder- sche helft gespeeld, maar ook nu wisten de binnen- spelers geen raad met de mooist opgezette aan vallen. De afwerking, die toch het belangrijkste is, ontbrak geheel en al. De Helderselie verdediging had zeer veel te doen en wist voorloopig den druk te weerstaan. Er was ongeveer een klein kwartier gespeeld, toen invaller Kesting op handige wijze voor Bloemendaal wist te scoren. Sporadisch trok de voorhoede der gastheeren ten aanval, uit één waarvan een vrijen trap ontstond, waaruit een doelpunt gefabriceerd werd. Ondanks deze gelijk maker duurde het Bloemendaal-overwicht voort, echter zonder resultaat op te leveren. Integendeel, uit een der H.R.C.-aanvallen gaf hun middenvoor ben de leiding. Met de rust hadden de gastheeren dus een 2-1 voorsprong, eigenlijk tegen het alge meen spelbeeld in, dat tot nu toe te zien was ge geven. Bij de hervatting bleek, dat Oosterhof door Tullenaar vervangen was. Nu H.R.C. het voordeel van den wind kreeg, ontstond er een sterk Hel- dersch overwicht, zoodat er voor de Bloemendaal- acliterlioede zeer talrijke hachelijke momenten ontstonden, waarbij zij niet verhinderen kon, dat de voorsprong van H.R.C. geleidelijk aan verhoogd werd. Een mooi schot van Kesting, dat echter tegen den paal ketste, verdient nog vermelding. Kort voor het einde wist Leemhuis, die inmiddels voor was gaan spelen, met een mooi schot den stand op 52 te brengen. De jeugdige Noordhof, die ook nu weer een keurigen wedstrijd speelde, probeere in den vervolge ook zelf te schieten indien hij een redelijken kans er toe heeft. A.s. Zondag heeft er een thuiswedstrijd plaats, n.l. de returnmatch tegen E.D.O., dat wel hevig gebrand zal zijn om te winnen, niet alleen om revanche te nemen voor de op eigen terrein ge leden nederlaag, doch ook om de kleine kans op de eerste plaats te behouden, bij eventueel strui kelen van 't Gooi. Een zwaTe wedstrijd voor Bloemendaal, doch niet hopeloos. Voetbal is nog steeds vol verrassingen, die ook in dezen wedstrijd niet achterwege zullen blijven. Een nederlaag zou voor E.D.O. een klontje uit de pap beteekenen, voor Bloemendaal een duw naar het haast onont koombare moeras. Daarom, Oranje-witten, tanden op elkaar. De opstelling, waarin gespeeld wordt, is: de Haas v. d. Bijl v. d. Meij v. d. Linden Beijk v. Waart Hartman Immer Kesting Leemhuis Noordhof De zegetocht van het tweede elftal is gestuit 4©or Brederode, dat een 40 overwinning behaalde op een zeer onvolledig elftal der reserves. Een bittere pil, na al die luisterrijke overwinningen. A.s. Zondag is Swastika de tegenpartij, dat het vermoedelijk niet tot winst zal kunnen brengen, daar hopenlijk onvolledigheid uitgesloten is bij de reserves. o Korfbalclub „Sport Vereent". Bloemendaal/Santp Seer.: Bruno Kleuwersstraat 55, Santpoort (S.). Gespeeld Zaterdag 2 Jan: Het Kersttournooi voor de adspiranten is niet doorgegaan door af keuring van het Meerleboscli-terrein. Zordag 3 Jan.: S. V. 2Watervliet 2 70, Aurora 2S.V. 3 t.a. S. V. 4Alw. Ready 3 uitgesteld. Te spelen: Zie H.K.M.-nieuws. Aangenomen als adspiranten: Ada Polak te Bloemendaal en Willy Failé te Santpoort. Liefde in 1906. De abonné's van den Stadsschouwburg werden j.l. Maandag onthaald op Eugène O'Neils zeden spel getiteld: „Liefde in 1906", dat werd gegeven door de Tooneelgroep „Het Masker" onder directie van Ko Arnoldi. Wij hebben ons weer eens echt kunnen ver plaatsen in de toestanden van 30 jaren geleden en blijkt ook hier weder opnieuw, dat l'liistoire se repète. Ook toen begrepen de ouders hun kinderen vaak in het geheel niet; omgekeerd was de mentaliteit van de jeugd een geheel andere dan die van de ouderen. Dit kwam sterk tot uit drukking in het gezin Miller. De zoon Richard, een opgeschoten H.B.S.'er, door het lezen van moderne boeken vol van toekomst-idealen, zoowel op staatkundig als op zedenkundig gebied, ver veelt de choqueert zijn Mama, doch wordt door Vader beter begrepen en gewaardeerd. (Vader is redacteur van de Avondpost.) Er ontstaat een geheime liefde tusschen Richard en Muriel Mc. Comber, dochter van een strengen vader, die niets moet hebben van Richards moderne op vattingen. Hij wil daarom een spaak in 't wiel steken en laat Muriel een brief aan Richard schrij ven, waarin ze hem de bons geeft. Richard gelooft wat er in den brief staat, slaat aan den boemel en komt zelfs in aanraking met een dametje van verdachte zeden, die den groenen knaap in een knap gespeelde scène het vuur na aan de schenen legt. Richard gaat echter niet op haar voorstellen in; hij had immers trouw gezworen aan Muriel, doch komt dronken en verwaaid thuis. Daar heerschte eerst ongerustheid, later krijgt Richard een flinken uitbrander. Het zusje van Richard, Midred, speelt hem een briefje van Muriel in handen, waarin zij Richard bezweert niet te geloven, wat ze hem in den bewusten brief moest schrijven. Gevolg: afspraakje met Muriel en een fijntjes gespeelde verliefde scène met het bakvischje in de mane schijn. Ze zweren elkaar nu eeuwig trouw. Thuis krijgen we een familie diner te zien met een vreemd verloop. Vader komt aangeschoten Bakenessergracht 27 - Tel. 14393 Diner THUISBEZORGD f 0.90, met soep of toespijs f 0.15 meer Geen extra bezorgloon - Gebruik van uitsluitend natuur boter, le soort duinaardappelen en verder de beste grondstoffen. GEEN LIDMAATSCHAP GEEN OMZETBELASTING thuis, en Oom Sid Davis is er nóg erger aan toe. Aan tafel slaat hij dronkenmanstaal uit en gaat eindelijk wat rusten, een en ander tot ergèrnis van een eerzame oude vrijster, die verliefd is op Oom Sid, doch van de blauwe knoop. Later komt alles in orde en die twee krijgen élkaar; Oom Sid wil zijn leven beteren. Alles komt uiteindelijk op z'n pootjes terecht; de vader vergeeft Dick al het kwaad omdat hij door alies heen een ferme jongen in hem ziet. Hij mag gaan studeeren in 't vooruitzicht later met Muriel te trouwen. Pa Miller wordt uitstekend gespeeld door Ko Arnoldi, flink terzijde gestaan door Mien van Kerkhoven-Kling, die de Moeder vertolkt. Beiden spelen heel natuurlijk. De moeilijke rol van Richard is in handen van Jan Retel en 't moet gezegd, Hij heeft zich terdege in de moeilijke situatie ingeleefd. John Gobau speelt voor Sid Davis, een oergenoegelijke dronkebroer, terwijl de oude vrijster Lily Miller uitstekend werd weer gegeven door Henr. v. Kuijk. De twee bakvischjes Muriel en Mildred, voor gesteld resp. door Georgette Reyewsky en Barth Westerink geven beide goed spel te zien. Ook de overige spelers waren goed in hun rol. In één woord alles klopte wonder goed en de abonné's kunnen dankbaar zijn, dat hun zulk een genoege- lijk beeld van het verleden voor oogen werd ge- tooverd. Zij gaven hiervan uiting door een warm applaus. C. E. In ons volgend nummer zulien wij opnemen het tooneelverslag van „De Straatmuzikanten" door het gezelschap Bouber. T. Wegens ongesteldheid van onzen medewerker, den heer Edmond Visser, moet diens tooneêlover- zicht tot volgende week uitgesteld worden. Definitieve ontvangsten van de maand Sep tember 1936, inclusief die der geëxploiteerde spoor- en tramwegen: Reizigers Bagage Brief- en pakketpost Goederen Levende dieren en lijken Diversen Totaal f4.373.028.46 - 88.002.22 - 230.000.00 - 8.097.104.91 58.159.20 - 124.326.16 f7.970.620.95 Ontvangsten over de maand September 1936: f 7.970.620.95 (over Sept. 1935: f 8.499.882.99). Totale ontvangsten van 1 Januari 1936 af: f 71.955.179.96; (over 1935: f 77.216.510.00). Gemiddeld aantal k.m. in exploitatie van 1 Jan. af: 3425 (in 1935: 3540). Dus ontvangst per dagkilometer: f 78.68 (in 1935: f79.91). IJMUIDEN, 3 Januari. De vischomzet in den rijksvischafslag te IJmuiden gedurende het jaar 1936 bedroeg f6.230.231.— of ruim f 108.000 minder dan in het jaar 1935. Deze vermindering is toe te schrijven aan de «taking, waardoor ge durende ruim vier weken de treilers niet konden uitvaren. De gemiddelde reisbesommingen der treilers waren hooger dan in 1935. Indien een auto bezig is een voer hem rijdende andere auto In te halen mag trten dit voertuigén- paar niet voorbijrijden, dus: nooit drie auto's naast elkaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1937 | | pagina 5