ALLE BANKZAKEN POL ROGER CLE stervend Jaar. Nieuwjaar, Ylieuwjaars 'Bloemwerken „DE DAHLIA" y 31e Jaargang - No. 32 Donderdag 30 december 1937 Oplaag 6000 Ex. Algemeen Weekblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Haarlem (Kleverpark en Ramplaknkwariier) en Santpoort-Station AD VERTENTIEN ABONNEMENTEN De Twentsche Bank N. V. - BSoemendaal BRANDS VINS DE BHAMPA6NE Sigarenmagazijn L. G. Cremer VERBINDINGSWEG 12 - ZIE DE ETALAGE - TELEF. 22338 Wij wenschen onze clientèle een voorspoedig Nieuwjaar. W. BEUNDER. Sigarenmagazijn „Argentina" Programma Nationale Feestdag. Burgerlijke Stand. HET WEEKBLAD Advertentiënper regel 0.15. KRUIDNOTEN, kleine advertenties, 4 regels I 0.35, bij vooruitbetaling. Elke regel meer 1 0.11 BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING -- Bureau voor Redactie en Administratie en Advertentiën: KORTE KLEVERLAAN 66. BLOEMENDAAL Telefoon 23453 Postgiro No. 191387 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling i 1.— per half jaai Abonnementen kunnen steeds ingaan, maar zijn ver bindend voor het loopende halfjaar. Losse nummersI 0.05. Bloemendaalscheweg 147 - Telefoon 23270 Bloemendaalscheweg 119 Tel. 22628 lioek Dr. D. Bakkerlaan WENSCHT AL ZIJN CLIENTELE EEN VOORSPOEDIG 1938. De ééne dag is als de andere en met den nieuwen kalender zal alles bij 't oude blijven. De Oudejaars avond moge aldus geen werkelijke beteekenis heb ben, als zinnebeeld van het vluchtige leven spreekt deze datum met indrukwekkende taal. Heel de Decembermaand lang ligt het jaar op sterven. Nog slechts weinige blaadjes telt de kalender en iederen ochtend is het aantal vermin derd. De zon daalt tot haar laagste punt; duister nis overschaduwt den middag, waarop het om dezen tijd van het jaar niet meer licht wordt. Men verwacht niets meer van hetgeen er nog van het Oudejaar rest; men bereidt zich op 't Nieuwe voor. Een stervende op zijn laatste leger. De ver wanten zitten rondom het ziekbed en slaan stil zwijgend de worsteling gade tusschen den dood en het leven. Zij weten: de dood zal het winnen. En de stervende weet het ook. Er valt bij zoo'n afscheid weinig te spreken. Maar te meer wordt er op en rondom een sterfbed ge dacht. Het is niet slechts de doode, die heengaat. Maar met hem verdwijnt voor de nabestaanden een hecle levensperiode, waarvan hij de centrale figuur is geweest. Herinneringen aan allerlei lotgevallen zijn met hem verbonden. Als hoogbejaard, de langst overlevende van onze ouders sterft, is daar mee onherroepelijk een eind gemaakt aan het kind-zijn, dat ook den volwassene ten overstaan van den ouderdom nog steeds de illussie van jeugd heeft gegeven. Nu is er geen getuige meer over, die hem van zijn prille kinderjaren vertellen kannu is het ouderhuis afgebroken en de geboorteplaats is verlaten. Hoeveel herinneringen draagt een overlijdende echtgenoot met zich meeMet hem of haar gaat mede het huwelijk het graf in. Zoo is het ook met een jaar, dat heengaat: met den tijdkring verdwijnt een stuk leven met honderden lotgevallen en duizend herinneringen. Nóg zijn ze van onsnog kunnen ze tot ons spreken, maar spoedig zal dit gedaan zijn voorgoed. Dit is iets, waaraan men ondanks menigvuldige ervaring maar moeilijk kan wennen: dat al wat een begin heeft gehad, noodzakelijk ook een einde moet nemen. Wie ziet- er zijn kinderen op aan, die daar zorgeloos spelen aan zijne voeten? En toch is de hoogbejaarde weduwe, die op haar stervenssponde ligt, eenmaal zoo'n spelend meisje geweest. Lang geleden? Och, een menschenleven is zóó voorbij. Zie dat vergeelde briefje, dat zij nog van haar grootmoeder bewaard heeft en waarin deze haar met haar tiende verjaardag gelukwenschte. De kleine meidWat is er voor samenhang tusschen de kleine meid en dit rimpelig besje? Wat hebben beiden met elkander te maken! Voordat zij er op verdacht zijn, zullen ook deze spelende kinderen als rimpelige besjes den laatsten adem uitblazen. Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen Indrukwekkend maant de Oudejaarsavond aan het onvermijdelijke van het afscheid. 'Wij willen geen afscheid nemen. Wij verzetten ons tegen het onredelijke van den dood. Maar de wijzers van het uurwerk gaan hun gang en storen zich niet aan smeekbeden of klachten. Onverbiddelijk bereiden zij den laatsten klokslag voor. Eenmaal moet het jaar, eenmaal moet de mensch sterven. Niets is van de vergankelijkheid buitengesloten. Eeuwige vriendschap, eeuwige liefde? Rhetoriek! Onveranderlijke beginselen, vaststaande waar heden, constante levensvormen? Alweder: ïlieto- riek! Alles vervloeit, alles vergaat, alles verdwijnt. Onmerkbaar soms, maar daarom niet minder stellig. Er is zooveel, waaraan wij gehecht zijn. Zooveel, zonder hetwelk ons leven zijn beteekenis zou ver liezen. Wij kunnen er geen afstand van doenMaai de wijzer van het uurwerk nadert gestadig de twaalf, de pols van den stervende wordt zwakker, alle zuchten en protesten ten spijt. En de achtergeblevenen moeten ooi lieven. Voortleven, nu het getij op zijn duisterst, de natuur op zijn somberst, dc stemming op zijn neerslachtigst is. Voortleven in een nieuw, nuchter tijdperk, waaraan alle herinneringen, alle tradities, aile banden en betrekkingen zijn ontvallen. Hoe eenzaam, hoe verlaten gevoelen wij ons op den Nieuwjaarsmorgen Maar rondom de stervenssponde van het jaar vieren wij Kerstmis, en wij denken aan het licht, dat ondanks alles terugkeeren zal, als de dagen lenden en de zon gestadig weer toeneemt in warmte en kracht. Nieuw leven spruit uit het oude voort; het graan, dat in de aarde begraven wordt, zal De Heer sprak lot Abram „Ga uit uw land, uit uw maagschap, naar het land dat Ik u wijzen zal." (Genesis 12 1). Het Kind is ons geboren, een nieuw jaar wordt ons gegeven. Een nieuw jaar, dat betdekenteen schoone lei schoon 't ons toegerekend blijft Een schoone lei, niet met voorbijgaan van het oude, maar door het oude zoo in ons bloed op tC- nemen, door het zoo volledig aan den voet van de kribbe achter te laten, dat 'iet ons niet langer belemmert. Het oude jaar is óp' 31 December om twaalf uur zoo lieelemaal van God geworden, als het goed is, dat we, hoe groot de zwaartekracht van dat verleden ook mag zijn, er niet langer door worden neergetrokken. Het is niet langer .van ons. Het t alent dat ons op 1 Januari gegeven werd, wordt dan opgeëischt, wat we er ook mee gedaan/,;-! hebben. 7 Mar.r God js iïie-:r dal. dc de gelijkenis. God schenkt ieder jaar opnieuw mogelijkheden, ook aan den boozen en luien dienst knecht. Daarom is voor ons de Oudejaarsavond zooveel beschamender dan de thuiskomst van den heer voor den angstigen en nalatigen slaaf. Elk jaar, wanneer wij onze armzalige twaalf maanden bij de kribbe hebben achtergelaten, komen wij den stal weer uit met een nieuw geschenk van het Kind: een nieuw, blank jaar, smetteloos als de vacht van een pasgeboren lammetje. Ook nu weer, de eeuwenoude en nooit vervulde opdracht: terug te keeren, lovend en prijzend God voor alwat wij hebben gehoord en gezien. Zullen we dit keer antwoord geven? Zullen we dit keer den Stal niet onmiddellijk vergeten zoodra we weer op de tram staan te wachten of kousen moeten stoppen? Het Kind kijkt ons, als steeds, vol spanning na. Het wordt niet moe om een ant woord van ons te verwachten. Het hoopt en gelooft nog altijd in ons, zoo dwaas is Het nu eenmaal. Ieder verstandig kind zou den moed allang hebben opgegeven. Dit Kind niet. Dit Kind heeft dan ook het onvervalsclite avon- turiersbloed in Zijn aderen. En wat is er dwazer dan een avonturier, wat is dwazer dan zoo harts tochtelijk in het leven te gelooven, dat men zijn goed en bloed er voor op het spel zet, alles achter laat, alles achter zich verbrandt, om als eeuwige zwerver over de aarde te dolen Niet Ahasveros is de Wandelende Jood. Het is Christus, Christus zelf. Want die was zoo dwaas om voor Zijn geloof het Leven zijn eigen leven in te zetten. Hij koos vrijwillig den dood, en de eeuwigdurende ballingschap. En het toppunt van deze dwaasheid, die ons wel tot een ergernis worden moet, is, dat het Kind ook van alle andere mensclien verwacht dat zij avonturiers zullen zijn. Het is Hem niet genoeg als we het geschenk dat Hij ons vanuit Zijn kribbe gaf onaangetast bewaren. Hij wenscht geen spaar ders. Hij wenscht woekeraars en speculanten. Niet het gave, ongebruikte, maagdelijke is voor Hem heilig, maar het geteekende, het gebrokene. Wanneer de slaaf met het eene talent met een bankroet bij Zijn kribbe zou zijn gekomen, zou Hij hem niet vervloekt hebben. Hij zou hem hebben aangekeken zooals hij later de overspelige vrouw zou aanzien en zeggen: ..Zondig niet meer. Ga heen in de vreugde uws Heeren." Niet omdat Hij het bankroet zou goedkeuren, maar wel omdat' Zijn geneeskracht pas begint waar menschen zieh van hun bankroet bewust zijn. En dat zijn spaarders bijna nooit. Dit wonderlijk vrijgevige en vonder-lastige Kind roept- ons, angstvallige spaarders, ook nu weer toe wat Zijn Vader eenmaal tot Abram riep: Verlaat alles wat gij bezit, en volg mijn ster Vero-eet de banden die m an God aftrekken, ver- VOOR UW geët-. dc droomen die u zoo dierbaar zijn, ruk de spïgstmaskers van het gelaat van het leven af en zie dat zich onder dat masker slechts Gods liefde verbergt. Trotseer, als het moet, de publieke opinie, en Jsvaag den heiligen sprong. Neem het groote Éjsieo. Dp-t zegt het Kind, en liet wijst ons met Zijn kleiije handje naar buiten, naar den nacht en de kou en de sterren. De sterren, het eenige onver vreemdbare bezit van den avonturier, die voor teifn flan ook schijnen als voor niemand anders. .AQfoogleden zijn niet zwaar van den slaap der WiKKffiSSi on zi-ÏP,buidel is niet vol, en dit bevleugelt 'Vv^-K^r; 7l-zamtroór--Karrihj er. rnsrettros- voortgaan, van ster tot ster. Ook die sterren be reikt hïj nooit, maar hij weet waar ze van spreken. Zóó schenkt het Kind, alweer een nieuw jaar, alweer naar een onbekend land. Oorlog vrede effen wegen? diepe dalen, rivieren? We-weten het niet, we hebben niets dan Zijn Ster, waarvan we gelooven dat zij Gerechtigheid zal zijn. We moeten weg uit den warmen stal; dat is het eenige wat het Kind ons duidelijk maakt. Mogen wij gaan, „lovend en prijzend God" met ons leven, met ons nieuwe talent, onverschillig of we oud zijn of jong, krachtig of moe. Abram Verbindingsweg 3, Bloemendaal. Tel. 22505 wenscht zijn geachte clientèle een Gelukkig Nieuwjaar. C0ENRAAD LINNEKAMP was_ vijfenzeventig Jaar (toen Qpd hem tot uvon- - Gooit y.<i i.oo.- <i. i:tnooit, te onbeheerscht en nooit te schuldig om' Gods avonturier te worden dat is: zoeker niet naar geluk, maar naar waarheid; niet naar roode stal- warmte, maar naar het blauwe vuur van de sterren. Mogen wij gaan, niet als martelaars, maar „in de vreugde onzes Heeren". Zélfs al wordt Japan vertrapt en al spreken wij zelf kwaad van onze vrienden, zelfs al verloochent iedere daad ons avonturierschap. Dan nóg: Iaat ons gaan als weenenden, en nochtans blijde. J. M. S. straks over de velden golven en de be.vroren iivieren zullen zich loMerken en zich opnieuw stuwen naar den oceaan, Zoo is het. leven een kringloop, en, al mogen de vormen vergaan, dé inhoud, het wezen blijft zich bestendigen ten eejfvigen dage. G. CANNEGIETER. biVoor den nationalen Feestdag, des daags na de Blijde Gebeurtenis, welke door klokgelui der verschillende kerken zal worden bekend gemaakt is door het Centraal Comité voor viering der Oranjefeesten in de gemeente Bloemendaal het volgende programma samengesteld (indien de geboorte op Zaterdag plaats heeft, valt de feestdag op Maandag d.a.v.): 3 uur n.m. Kerkdiensten in de Ned. Hervormde Kerk te Bloemendaal en Overveen en in de Geref. Kerk te Bloemendaal. 5 uur n.m. Groot schitterend vuurwerk, op het sportveld aan den Zeeweg te Overveen, te geven door het gemeentebestuur. 5.30 uur n.m. Fakkeloptocht vanaf het Over- veensche Kopje. Route Groep Kennemer Lyceum: Kopje, Brou werskolkje, Korte Zijlweg, Bloemendaalscheweg, Julianalaan, Adr. Stoopplein. Route Groep Ver. voor Jeugdwerk met Groep Padvinders: Kopje, Zeeweg, Kweekduinweg, Bloe mendaalscheweg, Jeugdhuis. Leiding bij de opstelling en het vertrekbij den heer P. A. Kok. Julianalaan 98 te Overveen, met medewerking der muziekcorpsen „Euphonia" en „Sursum". Feestavond in het Jeugdhuis te 8 uur n.m. Bloemendaal. 1. Openingswoord door den Hoogwelgeboren Heer Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, Burgemeester der gemeente Bloemendaal. 2. Zang met begeleiding door J. G. van Riems dijk uit lieerde (Veluwsche liedjes). 3. Bloemendaalsch Gemengd Koor, onder leiding van P. Halsema. Pauze. 4. Feestrede, te houden door Mr. Th. Semeyns de Vries van Doesburgli. 5. Zang door de Ned. Vereeniging v. d. Volkszang afd. Bloemendaal. Leider: P. de Nobel. 8 uur n.m. Feestavond in „Domi" te Overveen. 1. Openingswoord door den Edelacht. Heer A. J. Prinsenberg, Wethouder der gemeente Bloemendaal. 2. Feestrede, te houden doo>vProf. R. Casimir. Pauze. 3. Zang met begeleiding door J. G. van Riems dijk, uit Heerde. (Veluwsche liedjes). 4. Overveensch Dameskoor, onder leiding van Mej. Cor Igesz; hegeleiding: Bets Nederkoorn. Programma voor Aerdenhout. 8.15 uur n.m. Feestavond in de Vondelschool te Aerdenhout (Jul. van Stolberglaan 25). 1. Openingswoord door den Weledelgestr. Heer Mr. A. Bos. 2. Overveensch Dameskoor, onder leiding van Mej. Cor Ignesz; begeleiding: Bets Nederkoorn. Pauze. 3. Feestrede, te houden door Prof. R. Casimir. 4. Pianospel. 5. Zang met begeleiding door J. G. van Riems dijk, uit Heerde. (Veluwsche liedjes). Programma voor Vogelenzang. 1. Muzikale rondgang door Vogelenzang op den dag der Blijde Gebeurtenis. 2. Nationale feestdag. Des avonds: Variété en divertissements in het Vereenigingsgebouw; toe gankelijk voor alle ingezetenen. Bevallen: E. C. VisserHalenbeek, z. OndertrouwdJ. II. van Kleef en C. Plaat. Getrouwd: G. A. Herben en M. M. M. L. Meijer. Overleden: G. Vissering 72 j.; E. Harkema 97 j. wed. van F. van Houten. A.M. Dorsman 69 j., echtg. van A. Ph. Greebe, overleden te 's-Graven- hage.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1937 | | pagina 1